Voor 1963 van recessie helemaal geen sprake Geen inflatie bij 2,7 pet Ook in huidige situatie werkgevers geen haast In drie weken niets gedaan Te weinig aandacht voor geestelijke groei ÏÏÏ1!?,iUï5S.'.,ïïrJS s:|van de opleiding* betreffen. Een Dames CNV werkt aan program Uw pvoblccill IS llCt OllZG voor winstdeling 21 2 VRIJDAG 4 JANUARI 1963 Een kanttekening DE LIQUIDATIE VAN EEN IMPERIUM JJET strijken van onze driekleur in Nieuw-Guinea op de laatste dag van het vorig Jaar is ais het ware het slotakkoord geweest van de treurmars, waarmee het eens zo roemruchte Nederlandse imperium in het Verre Oosten ten grave is gedragen. Deze mars, die soms meer weg had van een demonische scherzo, is (als men de Japanse bezetting buiten beschouwing laat) ingezet op 17 augustus 1945, de dag van Soekarno's onafhankelijkheidsproclamatie. Tussen die datum en de vlaggenwisseling in Hollandia liggen zeventien jaren, die tezamen als een der meest bewogen periodes in onze geschiedenis geboekstaafd zullen blijven. Het is deze periode, die thans uitvoerig is be schreven in de pas verschenen publikatie van mr. dr. C. Smit: „De liquidatie van een imperium, Nederland en Indonesië 1945—1962" (uitgave N.V. De Arbeiderspers, Amsterdam). De schrijver belicht daarin de verhouding tussen beide landen sedert '45 en besteedt daarbij uiteraard vooral aandacht aan de episode tot en met de soevereiniteitsoverdracht in '49. Wat daarna volgt beslaat slechts de laatste 25 pagina's van het rond 220 bladzijden tellende boek. Mr. dr. Smit thans advocaat en procureur in Den Haag, welk beroep hij voor de oorlog enkele jaren in Nederlands-Indië uitoefende is een auto riteit op het gebied van de diplomatieke en politieke geschiedschrijving. In de jaren vijftig liet hij reeds twee boeken over de Indonesische kwestie het licht zien, die tezamen met de geschriften over hetzelfde onderwerp van prof. mr. P. S. Gerbrandy, mr. A. Stempels ea. een duidelijk beeld gaven van de politieke en militaire gebeurtenissen rond Linggadjatti, Renville, de beide politiële acties, de R.T.C. enz. Van deze vroegere publikaties onderscheidt het nieuwe boek van dr. Smit zich in tweeërlei opzicht: het geeft voor het eerst een samenvattend over zicht van vrijwel alles wat er in de jaren 1945—'62 tussen Nederland en Indonesië is voorgevallen, en het verschaft de lezer over de Indonesische kwestie in engere zin uiterst belangwekkende „inside-lnformation", waardoor telkens tipjes worden opgelicht van de sluier die nog steeds hangt over veel van wat in die dagen is geschied. De schrijver heeft dan ook (naar hij in zijn inleiding vermeldt) tot aan de R.T.C. niet alleen gebruik kunnen maken van de telegrammenwisseling tussen Den Haag en Batavia, maar ook van persoonlijke informaties die hem werden verstrekt door politici die nauw bij het drama betrokken zijn ge weest, zoals Drees, Idenburg, Van Mook, Neher, Schermerhorn, Stikker enz. Dr. Smit heeft in zijn boek bovendien gegevens verwerkt uit de eerst eind vorige maand verschenen memoires van dr. Drees, „Zestig jaar levens ervaring". Van dit geschrift heeft hij ongetwijfeld vooraf het manuscript mogen raadplegen. ^De liquidatie van een imperium" is door de overvloedige documentatie waarop het steunt allerminst ongenietbaar geworden voor de gemiddelde lezer, die in details niet overmatig geïnteresseerd pleegt te zijn. Integendeel. Afgezien nog van het feit dat juist details in dit boek soms sterk de aandacht trekken, laat de schrijver uit de wirwar van gebeurtenis sen duidelijk de hoofdlijnen naar voren komen, zodat men een zeer over zichtelijk beeld krijgt van het liquidatieproces in zijn verschillende fasen. De stijl is sober en helder en de uiteenzettingen munten uit door een grote mate van objectiviteit. Als goed historiograaf heeft dr. Smit zich bij het geven van commentaar in het algemeen grote beperkingen opgelegd. Niet temin kan men bij sommige van zijn uitspraken vraagtekens plaatsen. Maar waar hij conclusies trekt en een standpunt inneemt (bv. inzake het Nleuw- Guinea-beleid) doet hij dat met de bescheidenheid die de wetenschapsman past. Wij zeiden het reeds: naast veel dat als bekend mag worden verondersteld, geeft de schrijver tal van „inside-informations", die soms een verrassend licht werpen op het gevoerde Indonesië-beleid. Zo lezen we, dat generaal Spoor er destijds tevergeefs bij dr. Van Mook op aandrong de (op bevel van Den Haag) gestaakte eerste politiële actie eigenmachtig voort te zetten. Van Mook zelf wenste ook een voltooiing van deze actie, maar de regering vreesde de internationale repercussies. Later zei de toenmalige minister-president Beel tegen Van Mook: „Wanneer Je toch je gang was gegaan, dan hadden wij je laten begaan" (mondelinge mede delingen van Van Mook aan dr. Smit). Nog interessanter zijn de mededelingen van de schrijver in het hoofdstuk „Een duister interregnum", met welke term (van prof. Schermerhorn) de periode wordt aangeduid waarin mr. Sassen minister van overzeese gebieds delen was. In dat tijdvak, waarin ook de tweede pblitiële actie viel, liepen de spanningen in het eerste kabinet-Drees soms hoog op. Vooral de ver houding tussen minister van buitenlandse zaken Stikker (realistisch, con structief en vol begrip voor de moeilijkheden aan republikeinse zijde, aldus Smit) en mr. Sassen (die volgens schrijver zich bij de onderhandelingen met de Indonesiërs als een „onverzoenlijke diehard" gedroeg) was uiter mate slecht. Zij spraken tenslotte niet meer met elkaar. Sassen had zijn ambtenaren verboden, nog langer bezoeken te brengen aan het departement van Stikker en hij wilde geen gebruik meer maken van de tussenkomst van dit departement om telegrammen naar Batavia te zenden. Dit geschiedde sedertdien door het departement van marine. Toch bleef Stikker wel op de hoogte van het doen en laten van „Overzeese Gebiedsdelen". Zo liet hij, volgens een mondelinge mededeling van dr. Drees aan dr. Smit, de telefoongesprekken, die de in Batavia verblijvende hoge vertegenwoordiger van de Kroon Beel met Sassen en Romme voerde, af luisteren. De aldus verkregen inlichtingen gaf hij door aan Drees, die ze als „onuitgelokte notities" bestempelde Het is vooral deze onthulling over het „aftappen" geweest, die de laatste weken nogal wat stof heeft doen opwaaien en het boek van dr. Smit in de publiciteit heeft gebracht. Mr. Stikker, thans secretaris-generaal van de Navo, zorgde aanstonds voor een krachtig dementi. Tegenover de N.R.C. verklaarde hij, dat „hoewel eind 1948 zijn verhouding tot minister Sassen niet bijzonder hartelijk was. hij nooit telefoongesprekken van een collega dus ook niet van minister Sassen heeft laten afluisteren". Mr. Stikker voegde hieraan toe, dat zonder zijn toestemming bijzonderheden waren gepubliceerd over zijn rol in een periode waarover hijzelf nog niet de tijd gekomen acht zijn licht te laten schijnen. Daargelaten wie er nu gelijk heeft, dr. Drees of mr. Stikker, moet men zich toch afvragen, of dr. Smit in dit geval niet te ver is gegaan: Het lijkt een wat wonderlijke methode, een zo geruchtmakende inlichting door te geven zonder daarvoor de meestbetrokken oud-bewindsman ook maar te hebben gehoord. Want dit laatste is kennelijk niet gebeurd. „Zelfs de goede vader Homerus slaapt weieens", wat in dit geval wil zeggen, dat zelfs de niet minder goede vader Drees zich weieens kan vergissen. Hoe het ook zij, niet alleen door de omstreden mededeling, maar ook door vragen in de Tweede Kamer is de kwestie van het afluisteren de laatste weken weer actueel geworden in ons land. Minister Korthals liet even voor Kerstmis P.v.d.A.-fractieleider Vondeling weten, dat, voor zover hem bekend, in Nederland niet wordt afgetapt en dat dus het telefoongeheim voldoende is gewaarborgd. Toch toonde naderhand De Volkskrant aan, dat ten onzent de wettelijke waarborgen op dit punt niet geheel waterdicht zijn. De grondwet spreekt alleen over het briefgeheim. Ze zwijgt over telefoon en telegraaf. „Een regeling, die het bestaande briefgeheim uitbreidt, voor zover dit mogelijk is, tot het telefoon- en telegraafverkeer, ware zeker te wensen", zo schreef genoemd blad. Bij deze wens sluiten wij ons van harte Voorzitter SER meent: Voorlopig valt van een econo mische teruggang in de landen van de Euromarkt nog niets te bespeuren. Wel is het conjunc turele klimaat gewijzigd, maar er is slechts sprake van een pe riode van stabiliteit na vloed, (Van onze soc.-econ. redactie) Verrijn Stuart in zijn nieuwjaars rede ter gelegenheid van de eer- ste openbare vergadering van de Sociaal-Economische Raad in 1963. In aanwezigheid van een groot aantal bestuursleden van de diverse publiekrechtelijke be drijfsorganen verklaarde de SER- voorzitter over de conjunctuur in 1963, dat het ingetreden jaar er niet een zijn zal van stilstand, maar van een ruime mate van bedrijvigheid, zij het ook met een minder snelle groei. ,,Meer even wichtigheid en minder span ning" Wel erkende pro/. Verrijn Stuart, j Ze 11 dat in 1963 in economisch opzicht een bijzondere mate van voorzich tigheid moet worden betracht ten aanzien van het verhogen der kos ten. Er is geen reden tot ongeremd optimisme, maar ook niet tot pa niek. De voorzitter citeerde hierbij uitspraak van de Europese Com missie, welke het zeer waarschijn lijk noemt, dat de economie van del gemeenschap een periode van ver traagde groei en betrekkelijke sta-1 biliteit krijgt door te maken, welke weer een basis vormt voor een nieuwe stijging. De prognose van de commissie over 1962 blijkt vrij wel volledig juist te zijn geweest. Met betrekking tot het nieuwe sys teem van loonvorming meende de S.E.R.-voorzitter, dat ook nu niet van een uitsluitende verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven gesproken kan wonien. In kritieke omstandigheden blijft het de overheid, die het beslissen de woord spreekt. Zou het bedrijfsleven in het dragen van zijn verantwoordelijkheid voor het loonbeleid inderdaad f hogelijk te betreuren, onoverkomelijke ramp. heid- kan en zal dan' ingrijpen. Loonhoogte Dat dc S.E.R. aan dc loonruimte van 1,2 procent voor 1963 1,5 procent heeft toegevoegd, achtte prof. Verrtjn Stuart nog juist. Er ls niet Eenheidsbeleid Grote waardering had prof. Ver rijn Stuart voor de goede voortgang die de ontwikkeling naar een Europe se Economische Gemeenschap maakt. Ernstig bezwaar bleek hij echter te hebben tegen het werkprogram van de Europese Commissie voor de twee de etappe. De EEG zou nu reeds moe ten uitgroeien tot een sociaal-economi sche bondsstaat. Echte souvereiniteit behouden de lid-staten dan nog op hyi gebied van de buitenlandse politiek, de defensie, onderwijs, cultuur e.d. Op den duur zal het inderdaad zover komen, maar de SER-voorzitter acht de tijd hiervoor nu nog niet gekomen, dergelijk eenheidsbeleid zou thans storingen kunnen veroorzaken, die voor de ontwikkeling van de ge meenschap allerminst bevorderlijk zijn. Zo zou Nederland in dit stadium zijn met zorg opgebouwde sociaal- economische apparaat niet gaarne on tijdig ter zijde geschoven zien. Dat het zal gaan in de richting van coördinatie en nog niet naar unificatie. leek de voorzitter waarschijnlijk, voor al wanneer Engeland en andere EFTA- landen tot de gemeenschap toetreden. Over de toetreding van Engeland wa hij echter niet zo optimistisch. De mis zit er naar zijn mening nog (Advertentie) Een woord voor vandaag Er zijn mensen, die alleen maar kunnen praten, mensen, die nooit hebben geleerd te luisteren. Dat zijn zij, die zo met zichzelf zijn ingenomen of met zichzelf begaan, dat zij menen, dat wat zij hebben te zeggen, het belangrijkste is. Zij vallen in een gesprek anderen almaar in de rede en vervelen hen met eindeloze verhalen, waarvan zij alleen het middel punt zijn. En zij verhinderen een goede verhouding tussen die anderen en zichzelf. God kent deze mensen ook. Zij praten met Hem de ganse dag, zij vertellen Hem van hun moeite en zorgen en zij vragen Hem om steun en hulp. Maar zij laten God niet aan het woord komen. En door hun gepraat staan zij zichzelf in hun verhouding tot God in de weg. Wie Gods omgang zoekt moet vooral kunnen luisteren. In de omgang met God is luisteren veel belangrijker dan pra ten. Immers, Hij weet wel wat wij nodig hebben en hoe het er met ons voorstaat. Hij weet wat wij van Hem willen. Maar weten wij wel wat Hij van ons wil? Als God hem roept zegt Samuel: Spreek, want Uw knecht hoort. Dit is het. Uw knecht hoort. Hier komt het op aan, dat wij ons hart openstellen voor Hem en zeggen: O Here, vertel het maar. Eerst dan zal het goed zijn tussen God en ons als wij zwijgen en Hem laten spreken. 700.000 werknemers zonder c.a.o. Theologische opleiding in Midden-Oosten Rapport van nog geen Wereldraad gepubliceerd (Van onze kerkredactie) Het Midden-Oosten h'eeft vol-i doende theologische opleidings instituten, maar begaafde jonge mensen kunnen nergens een doctorsgraad verkrijgen en het is beslist niet aanbevelenswaar- mei ae dat ^un studie voortzetten muts naar gegooid", maar de'aa'nva'ardLde Verenigde Staten. Dit is een bare en onaanvaardbare risico's zijn te-j van de conclusies van een studie gen elkaar afgewogen. De S.E.R. heeft niet willen calculeren van de «ituatie m het Midden- en millimeteren, maar de raad heeft ooi Oosten, hoofdzakelijk verricht d°°r de En«else theoloog Douglas economische knoop, die anders zeer hln- Webster in opdracht van de *0* 2.7 pro. nie"we commissie voor wereld- cent niet de weg naar inflatie gewezen.zending en evangelisatie van de Mocht in de praktijk inderdaad blijken,Wereldraad van Kerken. Opmer- dat zelfs de lip nrooent marp-cvprriil-l Overigens vroeg de voorzitter pas worden gemarkeerd. De regering van de grootste gevaren waaraan X&XSS. °au. ""instrumented" ta^tudenten bloot staan, schrijft hij. handen, welke zij Ook vroeger had. t IS dat ZIJ geestelijk Uitdrogen en - het contact kwijt raken met de pj-actische problemen van het dagelijkse leven. Webster wijst er op dat er een gevaar is dat er te veel colleges worden gegeven over te veel onderwerpen. Dit bleek hem vooral 't geval te zijn aan de Theologische School voor het Midden-Oosten in Beiroet. Volgens Webster moeten theologische scho len het feit onder ogen zien. dat zij in de collegezaal niet alles kunnen onder wijzen wat bekwame predikanten nodig hebben voor hun werk. Hij pleit voor een vermindering van het aantal vakken, op dat de studenten meer aan het lezen kunnen worden gezet en voor meer aan dacht voor groepdiscussies. In de tweede plaats spreekt hü als zijn mening uit dat de geestelijke groei studenten belangrijker is dan het wel of niet slagen voor examens. Die groef is alleen mogelijk door gebed, persoonlijke bijbelstudie en wüdingsstonden. Men moet de studenten niet alleen vertellen, hoe belangrijk dit is, maar hen moet geleerd worden, hoe zij kunnen bidden en hun bijbel lezen. Juist in dit verband hi#'t Webster kritiek op het Coptisch evangelisch theologisch seminarium in Kairo, waar eerst drie uur college wordt gegeven, dan 25 minuten worden uitge trokken voor een ochtendwijding en ver volgens nog eens drie uur college wordt gegeven. Webster acht dat niet het juiste moment voor werkelijk geestelijke centratie. Practisch werk In de derde plaats wijst ds. Webster er op dat studenten in staat gesteld moe ten worden onder toezicht practisch werk te doen en ingeschakeld te worden reeds tijdens de opleiding bij het geestelijk en pastorale werk. Professoren en studenten moeten er samen op uit trekken. Studen ten zouden zo met hun docenten inge schakeld kunnen worden bij clubwerk en ziekenbezoek, maar waardevoller vindt ds. Webster het nog als zij samen een samenkomsten van een week leiden :n plaatselijke gemeente en tege lijkertijd dan worden ingeschakeld bij het huisbezoek. een volgend punt wijst de schrijver dit rapport er op dat de opleiding een predikant nimmer voltooid is. De drie theologische scholen die hjj heeft bezocht raadt hy aan om speciale cur- en te beleggen voor predikanten. Dit kunnen gebeuren als de studenten vakantie zjjn. Hjj raadt de leiding de kerken in het Midden-Oosten aan deze cursussen verplicht te stellen r alle predikanten, in het bijzonder r de jongeren. Eigen taak Webster maakte in het bijzonder een studie van het werk dat verricht wordt door drie instituten, namelijk de theo logische school voor het Midden-Oosten in Beiroet, met 21 studenten; het Cop tisch evangelisch seminarium met 31 stu denten, maar een te oude faculteit, die nodig jonger bloed moet ontvangen, en het St. George's College in Jeruzalem. De eerste twee scholen hebben een pres byteriaanse. de laatste een anglicaanse (Van onze soc.-econ. redactie) Met de intrede van het nieuwe j'aar zijn in het bedrijfsleven meer dan 175 arbeidscontracten afge lopen en niet vernieuwd. Tijdens de onderhandelingen, die tot eind december van het vorig jaar ge; voerd werden, is tussen werkge vers en werknemers nergens overeenstemming bereikt. Op het ogenblik is zelfs nog niet een enkel akkoord in zicht. Over de mogelijkheden tot loonsverhoging en vakantieverlenging blijken de opvattingen namelijk sterk uit een te lopen. Over het algemeen zal nog we* de hand worden gehouden aan de bepalingen van de oude contrac ten, maar ontkend kan niet wor den, dat 1963 onmiddellijk reeds met grote loonpolitieke moeilijk heden te maken krijgt. Zou men er op korte termijn niet in sla gen deze moeilijkheden tot een oplossing te brengen, dan zou dit ernstige gevolgen kunnen bren gen voor de verhoudingen binnen het bedrijfsleven. Bij de 175 afge lopen contracten zijn namelijk niet minder dan 700.000 Neder landse werknemers betrokken. De werknemersbonden hebben we liswaar hur. leden overal tot kalmte gemaand, maar het moet twijfel achtig genoemd worden, of deze bonden er in zullen slagen deze kalmte onder hun leden te bewa ren. indien de contractloze periode lang zou duren. Onder de genoemde 175 contrac ten bevinden zich vier bijzonder grote, namelijk die voor de me taal-, de textiel-, de confectie- en de grafische industrie. Deze vier omvatten reeds 450.000 werknemers. Onder de 260.000 werknemers in de metaalindustrie is tot nog toe al les rustig gebleven. Het enige be richt over acties is gekomen van een textielbedrijf in Winterswijk, waar een deel van het personeel van de N.V. Batavier 12 uur heeft gestaakt. Van de 500 man personeel waren er nog geen 150 bij deze actie betrokken. Het ging hier vooral om leden van de socialistische bond De Eendracht. Bo vendien gold het hier niet de sociale verbeteringen in 1962. maar een niet- uitbetaalde winstuitkering over 1961. Wachten achtergrond. Tevens heeft hij nog een aantal priesteropleidingen bezocht name- van de Armeense en de Coptische De drie scholen voor de protestanten het Midden-Oosten hebben ieder een eigen taak en vormen geen concurrentie elkaar. Maar wel pleit Webster voor contact. Dit zou mogelijk zijn door het bijeenkomen van de docenten van tijd tot tijd. Uit dergelijke bijeenkomsten zou dan misschien op den duur een theolo gische raad voor het Midden-Oosten kun- groeien. Ook pleit Webster voor meer contact tussen de studenten van de ver schillende scholen. De algemene indruk is, dat In alle bedrijfstakken gewacht wordt op wat er In de metaalindustrie gaat get'-uren. De werkgevers in de metaalindustrie voe'en er op hun beurt weinig voor in Neder land permanent aangezien te worden ais de bedrijfstak, die het niveau van dc loonsverhogingen bepaalt. Zo roepen de werkgevers in de metaalindustrie pas op 9 en 10 januari hun leden bijeen om nog eens in eigen kring te praten over de mogelijkheden tot loonsverhoging en va- canticvcrlcnging. Voor de textielindustrie waren de onderhandelingen reeds eerder tot deze datum uitgesteld. Hetzelfde geldt voor de grafische industrie. De werknemersbonden in de metaal- indussrie zijn over deze gang van za ken bar slecht te spreken. De heer H. Peters, voorzitter van de Christelijke Bedriifsbond voor de Metaalnijverheid en Elektrotechnische Industrie, schrijft in Het Metaalbedrijf, over dit uitstel ontstemd te zijn. Op 19 december wer den de onderhandelingen namelijk on derbroken om de werkgevers gelegen- hejd te geven zich nog eens in eigen kring te beraden. Dit beraad heeft nu drie weken later plaats, terwijl een con tractloze periode is begonnen. Gaat het fout? Voor 15 januari is er nu in ieder geval geen overeenstemming te ver wachten in de metaalindustrie en waarschijnlijk ook riiet in de ande re bedrijfstakken. Ongeveer 700.000 werknemers zijn 1963 begonnen zonder c.a.o. Hierin moet spoedig in gunstige zin ver andering komen, zo meent de lieer Peters, want anders gaat het fout. Mocht er in de loop van januari overeenstemming worden bereikt, dam zal voorts alles in het werk worden gesteld om de verbeterin gen met terugwerkende kracht tot 1 januari ingevoerd te krijgen. Het CMB-bestuur acht dit redelijk en verdiend. Over de ernstige toestand van dit mo ment wordt contact onderhouden met de werknemersvakcentralen. De drie sa menwerkende werknemersorganisaties hebben in een brief aan de werkgevers federatie de ernst van de situatie nog eens onder ogen gebracht. Er staan gro te belangen op het spel. De werknemersbonden menen, dat ook de werkgevers in deze moeilijke dagen ongelukken gebeuren. On-organisatorisch handelen van de werkgevers zou de hele gang van zaken nog veel ongun stiger kunnen maken, aldus de CMB- voorzitter. HAMEA-C handen ruw of schraal GELEHmZUB Rcroe pin oswerk GEREFORMEERDE KERKEN CHRIST. GEREF. KERKEN Bedankt voor Dordrecht: J. C. van Ravenswaaij te Scheveningen; voor Slie- drecht. Middeldiepstraat: C. den Hertog te 's-Gravenhage-West. GEREFORMEERDE GEMEENTEN Bedankt voor Rijssen: A. Hofman te Zeist; voor Zuidwijk-Pendrecht-Lombar dyen: K. de Gier te 's-Gravenhage-West. UNIE VAN BAPT. GEMEENTEN (Van onze soc.-econ. redactie) De drie werknemersvakcen- 'ralen, het CNV, de KAB en het NW, gaan een apart program voorbereiden voor winstdeling. Dit onderwerp zal in 1963 speci aal in de belangstelling van de centralen staan. De vakbewe ging is van mening, dat nu de di recte loonsverhogingen minder hoog zullen zijn, aan de winstde ling meer aandacht besteed dient te worden. Het CNV schrijft in zijn laatst verschenen nummer van De Gids, dat gelukkig de tijd voorbij is, dat het bij de sociale actie ging om de directe brood- vraag Thans komt de plaats van de arbeider in de maatschappij meer op de voorgrond. Toegegeven wordt, dat nog velen het meest letten op wat ze eens in de week eens per maand in handen krijgen, laar de blik moet verder gaan. Gewezen wordt op het feit. dat een goed deel van de gebouwen en de ma chines van de bedrijven betaald wordt uit de winsten. Van die winsten wordt een bepaald percentage aan de aan deelhouders uitbetaald, ren worden reeds bi veerd voor afschrijvingen. gevormde kapitaal aan de arbeiders! toekomen. Dat kan naar de heesljcs. ho. kunnen mening van het CNV, en waarsemjn- ^en? gr zjt njeuw hout aan de len zij wel graag van het huis af wil lij* eveneens naar het oordeel van de 5chuur. Bestaat er gevaar, dat dit len en waarschijnlijk ook van het beide andere werknemersvakcentralen. wordt aangetast Hebben de bestrij- L J dingsmiddelen ook nadelige gevolgen Vraag: Kunt u mij ook gegevens ver- strekken over de kunstschilder J. de Vrind uit de 19de eeuw? Antwoord: Tot onze spijt hebben m allerlei Dver deze schiider geen gegevens kun- weghaalt. Ze machines nen vinden. Misschien kunnen lezers veel meer waard, helpen. Anders kunt u zich wenden tot schrijvingen en i vorm. Nieuwe gebo kunnen zo onmiddellijk worden betaald, In feite zit in die ingehouden winsten, I f,et Rijksbureau voor Kunsthistorische overledene zetten de" huur voort u r-r&\7 w» «j. Documentatie in Den Haag. De 19de bent onderhuurster. Als u aan deze erf- as duizenden schilders rijk, die genamen (vertegenwoordigd door die niet tot stand kwamen, om allerlei economische en andere redenen. Feitelijk zou een deel van het nieuw- Vraag: Hierbij stuur ik u een zakje erfgenamen met beestjes. Deze vallen namelijk uit ten zetten. oud hout van een schuur op de grond te wachten tot de nalatenschap afge- huur van het gemeubileerde huis natmaakt. Maar dat kunnen wij niet de notaris. Hoe lang kan het nog geloven. U moet niet zomaar uw muur gaan bewerken rnet een Vochtwerende stof, daar het water in de muur dan 22 jaar niet niet kan ontwijken en doortrekt naar andere plaatsen in het huis, zodat u Antwoord: De erfgenamen van de toch weer vochtplekken krijgt. Het bes te is de oorzaak te zoeken. U kunt daarbij hulp krijgen van een aanne- de mer. Over het algemeen hebben de zouden deze door u bedoelde chemische stoffen ten doel nieuwe aanvoer van water te ver- Brieven, die niet voorzien zijn adres, kannen niet beantwoord worden. Geheimhou ding verzekerd. Vragen, die niet onderling met elkaar verband houden, moeten in afzonderlijke brieven worden gesteld. M lijken precies op stof. Ook liggen bij. Wat zijn dit voor bestreden wor- verwezenlijkt worden, als i het Hpt' rte luist» Antwoord: U heeft hier te maken I^npp& M*h«vB«rHitfii vnrm*n' tJwlïi Im€t een soort houtkevertjes. De latijn- meest rechtvaardige vormen te vin- nantn is lictus Dit vprnulvert het Hl„mirJÏ!"'vin 1'l.^vïkh.wMnV" SF h<"" ««he«L C°t*' bMtrijjtag.mldde- 5f' tS'riro vakbeweging el- k bi, dr' ls, h" CNV lij een zaak. die zich speclaliafert in verdelging van houtwormen, enz. Het nieuwe hout van de schuur moet u De jaarcollecte voor de Scholen met den geregeld bijhouden met timmermans- Bijbel bracht op in de volgende plaatsen jcarbolineum. 7.iet u soms gaten, dan halve meter boven de grond hn£.n Vim'S{o«c'1 moet u die behandelen met bovenge- horizontaal over de muur. Zij B-tïui sV do Briik n noemde bestrijdingsmiddelen. Het Aan de andere kant zul- muur en de kelder. U zoudt dus kun nen beginnen met de kelder waterdicht te maken. Als dat niet helpt, kan de Hebben de bestrij- bilair. Mocht de huur soms buitenge- oorzaak dieper in het fundament zit- woon hoog zijn, dan kunt u zich den tot de huuradviescommisie i zou het verlangen van de erfgenamen lijkheid schuilen om van de zaak af te zijn kunnen ver sterken. Het beste is eens met de no taris overleg te plegen. Vraag: De muur van onze woonka mer is vochtig. Het is een binnenmuur, maar de buren hebben de kelder dicht gemaakt. Kan dit soms de oorzaak zijn? De muur is niet helemaal voch tig. De natte plek is ongeveer ander- loopt werd hij geordend als predikant bij de Oud-Gereformeer den. Hij vestigde zich in 1897 te Utrecht, vanwaar hij twaalf andere gemeenten diende. Hij overleed 22 juli 1913 te Utrecht. Ds. Dirk Adrianus Detmar werd 9 augustus 1774 geboren, studeerde te Utrecht en werd in 1806 predikant te Lage Vuursche, in 1807 te Wijk bij Heusden, in 1815 te Woerden, in 1834 te Ede. waar hij 5 augustus 1844 over- Dit alles moet worden uitgezocht door leed. Hij heeft zeer veel geschreven e 727 -, Kollum 828.65, Oudi 813.35. Hooge Barnefeld Silvolde 206.20. Varsse- VOlgi Vraag: Meer dan twintig ja; gele den hebben wij een gemeubileerd huis vreemd, dat uw binnenmuur deze vocht- een deskundige. U moet er dus lievei niet zelf aan knutselen. Vraag: Reeds jaren verzamel ik fo to's van dienstdoende en overleden pre dikanten van de kerken in Nederland. Ik bezit er reeds biina 4000. Er ziin Oud-Alblas, 1857. echter enkele waarvan mij gegevens 186' ontbreken, zoals ds. C. de Jonge bij Hij de Oud-Geref. Gemeente te Kampen, var Jacob van Leeuwen, van wie nadere gegevens ontbreken, ds. D. A. Detmar. ds. A. P. A. Du Cloux, en Comric. Antwoord: Ds. C. de Jonge werd in 1855 geboren. Oorspronkelijk betrokken. De dame, die ons het huis plekken vertoont. Wat de oorzaak hier- metselaar. Hij is 14 september 1945 i is, weten wij natuurlijk niet, maar overleden als emeritus-predikant 3 226 50 I Huiseigenaar neext ons het huis toege- hoogstwaarschijnlijk wordt het water 130.062.521 zegd- Al acht maanden na het over- uit de kelder of uit het fundament op- lijden van de verhuurster betalen wij gezogen, tenzij uw buurman de muur de Oud-Geref. Gemeente te Kampen. Ds. Jacob van Leeuwen werd 30 mei 1855 geboren. Oorspronkelijk was hij zijn eigen beschrijving van zijn jeugd jaren wordt nog wel gelezen. Ds. A. P. A. de Cloux werd in 1808 geboren, in 1832 predikant te Vierhul- 1837 Losdorp, 1851 Oldebroek, 1856 Alblas, 1857. 's-Grevelduin Kapelle, 1864 Spijk (Gr.) en overleed in 1890. was een strijder voor het herstel de Hervormde Kerk in de geest van de synode van Dordrecht. Dr. Alexander Comrie werd in 1706 te Perth in Schotland geboren, kwam in 1727 naar Nederland, studeerde te Groningen, stond van 1735 tot 1773 te Woubrugge en overleed 10 december 1774 te Gouda. Hij was een van de bekendste gereformeerde theologen van zijn tijd. heeft veel geschreven en zijn invloed is lang merkbaar gebleven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1963 | | pagina 2