fiOZ Een kanttekening Geen andere naam voor de kweekschool Drs. Firet legt directoraat Ned. Geref. Jeugdraad neer Een woord voor vandaag Nederland kan meer besteden aan het onderwijs Zorgen om verwarring in clir. onderwijspolitiek 2 ZATERDAG 29 DECEMBER 1962 WAT ZIT ER IN HET VET? T^AT staat ons volgend jaar economisch te wachten? Krijgen wij het beter dan dit jaar? Of moeten wij grote tegenslagen verwerken? Wij nemen aan, dat het eerste meer voor de hand ligt dan het laatste. Hoewel het altijd mogelijk blijft, dat de internationale politieke ontwikkeling conflic ten oproept, die fnuikend voor onze economische ontwikkeling kunnen zijn. Maar als wij dit buiten sluiten en ook natuurrampen en verlammende stakin gen uit de gedachten zetten, zien wij geen tegenslagen van betekenis opdoe men. Dit wil uiteraard niet zeggen, dat ln 1963 alles op rolletjes zal lopen. Moeilijk heden verwachten wij zeker bij de loononderhandelingen. De overheid is er mee accoord gegaan, dat de lonen gemiddeld met 2.7 pet. verhoogd worden, hoewel dit 1,5 pet. meer is dan de regering economisch wel wenselijk achtte. Aangezien 2,7 pet een gemiddelde is, zullen wij ongetwijfeld een touwtrekken krijgen om een hoger percentage. Op het ogenblik bijt de metaalsector het spits af: de vakbonden van de werknemers stellen eisen waaraan de werk geversbonden niet willen voldoen. Ergens zal men elkaar weten te vinden, al wordt dit een compromis en is er dus niet bij alle partijen tevredenheid. Die loonstijging betekent voor de werknemers een grotere koopkracht, maar voor de werkgevers grotere kosten. Men verwacht, dat de totale loonkosten voor de bedrijven in 1963 met ongeveer 7 pet. zullen oplopen. Kunnen de bedrijven dit opvangen? Het moet wel, want prijsverhogingen zullen slechts met mondjesmaat worden toegestaan. De minister van econo mische zaken wenst het prijspeil in de hand te houden en alleen als het economisch dringend noodzakelijk is, geeft het toestemming. Veel soelaas zullen de bedrijven hier dus niet vinden. Zij zullen het dan ook moeten zoeken bij nog meer rationalisatie en bij het opvoeren van de produktie. Nu is dit laatste gemakkelijker gezegd dan ge daan. Van enige reserve bij dc produktiefactoren is veelal geen sprake meer, zodat er meer of betere machines en meer arbeidskrachten moeten komen. Meer en betere machines wil zeggen meer investeren. De verwachting is ech ter, dat de lust tot investeren eerder kleiner dan groter zal worden. Het blijkt namelijk, dat de nieuwe investeringen te weinig rendement opleveren: de prijzen stijgen niet, maar de kosten wel, waardoor de winstmarges kleiner worden. Hier komt nog bij, dat er door de dalende winstmarges ook een druk op de winsten ontstaat, waardoor het moeilijker zal worden om nieuwe in vesteringen te financieren. Toch kunnen wij verwachten, dat de industriële produktie zal worden opge voerd. Dit zal dan enerzijds te danken zijn aan de grote investeringen in de afgelopen jaren en anderzijds aan de te verwachten lichte ontspanning op de arbeidsmarkt: de vraag van werkgevers daalt iets terwijl het aanbod groter wordt, vooral nu de Jongelui van de eerste naoorlogse geboortengolf op de ar beidsmarkt zullen verschijnen. Die gTotere produktie is ook dringend nodig. De door de loonstijging veroor. zaakte grotere koopkracht zal voor een deel naar de winkels stromen. Het is dan ook buiten kijf, dat de consumptie verder zal oplopen. Zorgen de eigen fabrieken niet voor extra artikelen, dan wordt onherroepelijk de zuigkracht op het buitenland groter en zal dus de invoer verder oplopen. Alleen al om dit tegen te gaan, is een grotere produktie noodzakelijk. Maar is meer. Onze uitvoer moet groeien en een eerste voorwaarde is, dat onze porteurs over artikelen beschikken om te kunnen exporteren. Een geheel andere vraag is, of het ze dan nog lukt meer te verkopen. Want niet alleen moet daarvoor de buitenlandse conjunctuur gunstig zijn, maar ook moeten onze prijzen gunstig liggen. En dit laatste wordt steeds meer de vraag, nu de kostprijs door de loonstijgingen hoger wordt. Toch zijn onze economische autoriteiten ervan overtuigd, dat onze export groter zal worden. Zij hebben zelfs al een percentage van zeven genoemd. Of dit niet te optimistisch is, kan alleen de toekomst leren. Inderdaad zou een behoorlijke exportstijging economisch van groot belang voor ons land zijn. Hierdoor kan de hoge invoer beter betaald worden, maar komt er ook wat meer tegenwicht tegen het dalen van de opbrengsten van het dienst verkeer: zowel bet scheepvaart- als het luchtvaartverkeer leveren minder op dan vroeger. De concurrentie in deze bedrijfstakken is dan ook wel heel groot. Al stijgen de lonen, de werknemers trekken hiervan alleen het volle profijt als de kosten van levensonderhoud stabiel blijven. Wij mogen over het laatste jaar echt niet mopperen, maar wij zijn bang dat 1963 op dit terrein wel voor teleurstellingen zal zorgen. Ook de regering is hier niet al te gerust op. Zij zal in een aantal gevallen niet aan een prijsverhoging kunnen ontkomen. Of dit niet zal uitlopen op het bekende haasje over springen van lonen en prijzen, is nu niet te zeggen. Maar de kans zit er zeker in. Van de te verwachten grotere consumptie zullen niet alleen de winkels pro fiteren, maar ook alle bedrijven die consumptie-artikelen vervaardigen. Voor lien is de mogelijkheid het grootst om de omzet op te voeren en de kostenstij ging op te vangen. Veel geringer is de kans echter voor de bedrijven welke kapitaalgoederen maken. Zij in dc eerste plaats zullen merken, dat de lust om te investeren er niet groter op wordt. De grotere koopkracht zal wel niet alleen naar de winkels vloeien. Ook de spaarbanken zullen haar deel ontvangen, vooral als er geen teleurstellende prijsstijging optreedt, die het vertrouwen in de gulden ondergraaft. Wij ver wachten dit echter niet, zodat 1963 voor de spaarbanken andermaal een goed jaar belooft te worden. AI met al kunnen wij 1963 hoopvol ingaan. Produktie en consumptie zullen stijgen, waardoor ons levensniveau opnieuw wat hoger kan komen te liggen. Maar anderzijds zullen de weerstanden ook groter worden. Onze bedrijven zullen moeilijker kunnen concurreren, de winsten komen onder druk te staan, dit kan ook van de investeringen gezegd worden, terwijl tenslotte de span ning op de arbeidsmarkt wat zal afnemen. Dan liever wezensverandering Zolang de wet dwingt tot schools karakter (Van i verslaggevers) Het lag voor de hand, dat op de algemene vergadering van de Vereni ging van leraren aan protestants- christelijke kweekscholen, een woord ter gedachtenis gesproken zou wor den in verband met het overlijden van de oud-voorzitter, de heer J. Dekker, directeur van de Klokken- berg te Nijmegen. De tegenwoordige voorzitter, de heer J. de Boom te Rotterdam, schetste de verdiensten van de heer Dekker voor het kweekachoolonderwijs en de organisatie. „In leven en sterven heeft de heer Dek ker zijn geloof beleden op een wijze, die alle verstand te boven gaat", ver klaarde de heer De Boom. Er waren meer verliezen in deze kring. De voor zitter memoreerde het overlijden van de heren A. J. Anes, sedert kort oud-direc teur van de gereformeerde kweekschool te Amsterdam: H. van den Burg, oud directeur van de kweekschool te Gro ningen en K. de Vries oud-directeur van de kweekschool te Dokkum. Hoewel de voorzitter, naar hij zei, geen smeulend vuur wenste op te rake len, wilde hij toch niet voorbijgaan aan de behandeling van de mammoetwet in de Tweede Kamer. Graag maakte hij gebruik van de ge legenheid om de heer J. A. van Benne- kom ook oud-voorzitter der vereni ging en ter vergadering aanwezig te danken voor diens activiteit bij -de be handeling van het wetsontwerp. Door toedoen van de heer Van Ben- nekom konden verschillende amendemen ten op het ontwerp worden ingediend. „Wij missen de heer Van Bennekom no de als voorzitter, maar prijzen ons ge lukkig in hem zo'n slagvaardig en des kundig afgevaardigde in onze volksver tegenwoordiging te bezitten", verzeker de de voorzitter. Beroering De eindstemming over de mammoet wet heeft in a.r.-kringen nogal beroe ring verwekt, daar er geen eenparig heid van besluit was. Volgens de heer De Boom bleek daaruit dat de bezwa ren tegen deze wet ln protestants-chris telijke kringen wei groot zijn, maar dal ze toch niet door allen even zwaar wor den gewogen. Eén afgevaardigde sprak ln de Kamer uit dat deze wet niet in strijd was met de a.r.-grondbeglnselen. De voorzitter uitte zijn waardering voor die leden van de christelijke ka merfracties. die bij de behandeling het wetsontwerp' ondanks bezwaren structlef werk hebben verricht. Het zal nog wel enkele jaren duren eer men wandelt in het licht volgens sommi gen in de schaduw van de mammoet wet. Dat biedt de kans om zich alvast hierop te bezinnen. Intussen is de mam moetwet snel gevolgd door het experi menteerwetje. De wettelijke mogelijkhe den zijn nu aanwezig om het kweek- schoolonderwijs wat meer speling Je ge- verstomd. De naam „pedagogische aca demie" vond weerklank hoewel zonder enthousiasme. De heer De Boom voel de meer voor een wezensverandering van de kweekschool dan voor een nctémsverandering. Want de aanduiding „pedagogische academie" zou een vlag zijn, die de lading niet dekt. Daarbij doelde de voorzitter speciaal op de derde leerkring. Hier past de naam „school", omdat de wettelijke be palingen dienaangaande deze leerkring dwingen tot een schools karakter. Jongelui die in leeftijd overeenkomen met derdejaarsstudenten en die soms grote verantwoordelijkheid dragen zijn verplicht alle lessen te volgen en de leraren hebben uiteraard de taak deze leerlingen bij dat onderwijs geheel te begeleiden. Van een academisch ka rakter is by de derde leerkring geen sprake. Daarom achtte de heer De Boom de tijd aangebroken om te plei ten voor een wezensverandering kweekschool voor de derde hem betrof ook voor de tweede leer kring. Al ontveinsde hij zich niet dat ,,in ons naar perfectionisme nei- aftredende secretaris H. van Hoogda- lem te Groningen informaties in te win nen werd zeer ruim gebruik gemaakt. Er blijven geruchten in omloop over eer te grote toeloop van leerlingen aan kweekscholen, waardoor in de toekomst ;n herhaling van de onderwijzersmisè- uit de jaren wordt gevreesd. De heer Van Hoogdalem verklaarde ït men niet met geruchten moet reke- ïn, maar dat een goed verantwoorde prognose gewenst is. Hij vertelde dat daaraan wordt gewerkt door een depar tementale. commissie en door ciologlsch instituut. (Advertentie) Bij winterse kou tóch een mooie gave huid Wegens benoeming aan V.U. (Van een onzer medewerkers) Naar wij vernemen ie ds. J. Firet directeur van de Neder landse Gereformeerde Jeugdraad te Amersfoort, benoemd tot we tenschappelijk hoofdambtenaar voor de sociale pedagogiek aan de Vrije Universiteit. Drs. Firet heeft deze benoeming aangeno men en zal zijn directoraat van de Nederlandse Gereformeerde Jeugraad neerleggen Drs. Firet werd 2 april 1923 te Dor drecht geboren, waar zijn vader, ds. J. stommen, toen als onderwijzer aan het christ. doofstommen instituut „Effatha" werkzaam was Hij bezocht het Marnix- gymnasium te Rotterdam, hij studeerde Regering bezorgd over vervolging protestanten (Van onze parlementsredactie) De Nederlandse regering heeft bij de Spaanse regering doen blijken van haar bezorgdheid over de behandeling va protestanten in dat land. zo deelt nister Luns de Tweede Kamer ln de morie van antwoord over de begroting van buitenlandse zaken. Het is de Sering bekend, zo schrijft hij vo< at ook in sommige Zuidamerika; landen de behandeling van protestanten te wensen overlaat, hoewel de situatie in dit opzicht zich schijnt te verbete ren De kwestie van de protestantenver volging heeft volgens de bewindsman geen onderwerp van bespreking gevormd m de algemene of in een vergadering van enig ander orgaan van de Ver Na ties. Mr. Luns blijkt ook te hebben geïn formeerd naar het gebeurde met eer Spaanse protestantse militair, die des tijds tot 2Vi jaar gevangenisstraf met dwangarbeid werd veroordeeld, omdat bij tijdens de mis niet wilde knielen „Bij navraag werd over dit geval niet meer vernomen dan terzake in de pers bekend ié geworden", zo luidt het mi nisteriële antwoord. be- van drecht hem te Zuid-Beijerland predikambt. 20 Maart 1953 bevestigde zijn vader hem te Rotterdam-Charlois tweede gemeente. 1 april 1957 volgde zUn benoeming tot wetenschappelijk medewerker van de Nederlandse Gereformeerde Jeugdraad, waarom ds. Firet zich te Amersfoort ves tigde ln september 1961 volgde hij prof dr H. van Riessen op als directeur. Ds. Firet die in 19491950 als legerpredikant Indonesië werkzaam was. is ook lid de Raad voor dc jcugdvorming. een adviescollege van de regering. Van de hand van ds Firet zijn verschillende pu blicaties verschenen op het gebied v vorming bedrijfsjeugd, het groepswerk het ieugdzorgwerk. voorts dat tot opvolger Interk. stichting voor tractaatverspreiding In het bestuur van de onlangs opge richte Interkerkelijke Stichting Evange lische Tractaatverspreiding. die op gro te schaal tractaten en dergelijke wil ver spreiden. hebben hervormden, gerefor meerden en baptisten zitting genomen Als voorzitter treedt op lr R. H. Bor- kent te Leidschendam. als secretaris de heer J W. van Zuijl te Zand voort en als penningmeester de heer L. Albertsma te Amsterdam-W De stichting onder houdt een nauwe samenwerking metde evangelische volks- und schriftmission te Lieme in Lippe. waarvan pastor H. Mueller de leider is. ds. Firet is benoemd ds. K. A. Schip pers met verlof in Nederland, die tot voor kort docent was aan de theologische school te Hollandia (Nw. Guinea). Ds. Schippers werd 15 april 1925 geboren en een zoon van wijlen ds. A. Schippers Vaassen. Hij aanvaardde 17 juli het predikambt te Sibculo 'Ov.>. vertrok in 1953 naar Ermelo. 8 juli 1956 werd hij docent aan de theologische op leidingsschool te Seroei op Nieuw-Gui- nea. Ds. Schippers is geen onbekende in het geref jeugdwerk, want hij was onder meer voorzitter van de afdeling Overijs sel van de bond van geref. jeugdvereni gingen De Nederlandse Geref. Jeu»dr overkoepelend orgaan voor bezinning en beraad van verschillende geref. jeugd organisaties op het gebied van de vrije jeugdvorming, het jeugdzorgwerk. het evangelisatie-jeugdwerk en het zondag- schoolwerk. N.o.v. dringt aan op wettelijke regeling vakantiespreiding De Nederlandse Onderwijzers Vereni ging (N.O.V.) zal voortgaan met aan drang op de regering uit te oefenen on A- vakantiespreiding voor het onderwijl Nederland wettelijk geregeld te krij gen. Dit werd vrijdag meegedeeld op het congres van de N.O.V. in het Kurhaus te Scheveningen. Ondanks de meest klem mende adviezen voor vakantiespreding ts nog niets tot stand gekomen. In een oe- roep op gemeente- en schoolbesturen om ijwillig vakantiespreiding door te voe rt, zag het hoofdbestuur van de N.O.V. geen enkel nut. Het hoofdbestuur achtte het wenselijk, dat leerkrachten bij het openbaar onder wijs lid zijn van de vereniging „Volks onderwijs". Onjuist werd het genoemd, dat leden van de N.O.V. moreel worden gedwongen tevens lid te zijn van een andere vereniging, ook niet van ..volks onderwijs". Er zal geen protestmeeting worden ge houden als actie voor totale afschaffing de gemeenteclassificatie. Daartoe od advies van het hoofdbestuur de N.O.V. met meerderheid van stemmen besloten. Zo'n actie moet volgens de N.O V. niet door veelvuldigheid haar kracht worden ontnomen. Wellicht moet men een dergelijke actie binnenkort een andere, belanerijkere zaak vo aldus het hoofdbestuur. Met de verantwoordelijke autoriteiten zal contact worden oogenomen ov tweejaarlijkse medische keuring leerkrachten met het oog op eventueel stralingsgevaar. Prognose Of 1 de schlen zullen de scholen zelf bereid moeten zijn een offer te brengen door geringer leerllngental te aanvaar- Mr. dr. K. de Vries te Leiden heeft de middagvergade e waarde van de 1 op de kweekschool. lieroef tingswerk NED. HERV. KERK Beroepen te Langerak bezuiden de Lek: A J. Mulder, te Est en Meteren; te Apel doorn (vac. P. Visser»: J. Folkertsma, te Wanneperveen: te Leiden: A. van Eijk, te Bergschenhoek; te Woerden (toez.): J. Jongerden, te BruchemKerkwijk. GEREF. KERKEN Tw eemaal te Assen (4e pred. pl.): R. J. Beukema. te Ermelo en J. Tevel, te Zwaagwesteinde. Beroepen te Genemuiden: G. Rikkers, te Achlum. Bedankt voor Delft (7e pred.pl.): J. P- Haspels, te Apeldoorn; voor Steenwijk (2e pred. pl J. Snel, te Harlingen Aangenomen naar 's-Gravenhage- Scheveningen (vac C. W. Keur): L. Loosman. te Bodegraven, die bedankte voor 's-Gravenhage-Z (vac. P. v. d. Spek) GEREF. KERKEN (Vrijgemaakt) Aangenomen beroep Enschede-N, voor miss. dienst op W. Nieuw-Guinea: J. A. v d. Velden, te Enschede. Algem. secretaris tropeninstituut Dr. Cornelis Nagtegaal, is per 1 janua ri benoemd tot algemeen secretaris van het Koninklijk Instituut voor de tropen te Amsterdam, als opvolger van de heer H. Offerhaus. Dr. Nagtegaal studeerde aan de Indo- logische faculteit der Rijksuniversiteit te Leiden en promoveerde op 24 mei 193F te Utrecht op een proefschrift: „voorma lige zelfbesturende- en gouvernements landschappen in Z.O. Borneo". Hij was van 1931 tot 1950 bestuurs ambtenaar in het voormalige Nederlands Indië, laatstelijk assistent-resident als hoofdambtenaar voor agrarische zaken, belast met de leiding van het agrarisch kantoor ter Oostkust van Sumatra. Na terugkeer in Nederland werd hij 1951 benoemd tot hoofdadministrateur bij het ministerie van uniezaken en zeese rijksdelen en als directeur va kabinet van de gouverneur van Surina me. Vanaf 1955 was dr. Nagtegaal te vens eerste vervanger van de gouver- Hij is commandeur in de huisorde Oranje en officier in de orde van Oranje Nassau. Belgisch eredoctoraat voor prof. dr. A. Pinto De Rijksuniversiteit te Gent heeft het ere- Kerstfeest is voorbij. De tonen van het lied „Hoe zal ik U ontvangen?" zijn verstorven en we zijn weer overgegaan tot de orde van de dag. Zo is de mens van nature en dat dienen we ons goed voor ogen te houden. Op christelijke feestdagen lof, aanbidding en dankzegging, daarna ach, vult u het voor uzelf maar netjes in. Het ligt ons allemaal zo best: leven in de verwachting, want Christus komt. Maar wat is de praktijk? De Here, Die ons hart beter kent dan wijzelf, Die weet van onze slimme overleggingen, heeft daarop gezinspeeld, toen Hij aanspoorde tot waakzaamheid. „Weest (ook) gij bereid, want op een uur, dat ge het niet verwacht, komt de Zoon des mensen" (Lucas 12 40). Op een uur, dat ge het niet verwacht. Dit houdt in, dat de mens waakzaam dient te zijn van minuut tot minuut, nimmer aflatend. En kunnen we dit? Zonder Gods hulp en genade niet, want van nature is de mens geneigd zich meer bezig te houden met dingen, die hij kan waarnemen, dan met dingen, die hij niet kan waarnemen en die in wezen vaag zijn, naar menselijke maatstaven. Slechts op één manier kunnen we waakzaam zijn door dag in dag uit met God te leven en door niet alléén op hoogtij- dagen Zijn nabijheid te zoeken. Wie zich omgang met God eigen maakt, zal nooit voor verrassingen komen te staan. Hij zal niet slapen als de Here komt. i Amsterdam ln het burgerlijk de bul zal geschieden - noemde universiteit op 16 februari. Professor Tinbergen voor N.O.V.: Y. Jacobs tot Ver. Chr. Onderwijzers (Van onze onderwjjsredactie) De voorzitter van de Vereniging van christelijke onderwijzers, de heer IJ. Jacobs uit Scheveningen heeft zijn bezorgdheid uitgespro ken over de verwarring die mo menteel gevonden wordt op het gebied van het christelijk onder wijs. Ernstige kritiek had hij op de verdeeldheid binnen de frac ties van de christelijke politieke partijen toen het ging om de mammoetwet. gres. De W-aal Malefyt gewaarschuwd had tegen het gevaar van een groeien de staatsbemoeiing met het onderwijs. Daar gaat het juist nu ook om. Die spreker noemde toen ook de uit spraak in de onderwijswet een „holle frase" waarin gezegd wordt dat het derwijs het voorwerp van de aanhou dende zorg van de regering moet zijn. In zijn memorie van antwoord aan do Eerste Kamer beriep minister Calï (van onderwijs, kunsten en wetenschap pen) zich juist op deze zin, toen ho zichzelf beschreef als een verdediger van de vrijheid van het onderwijs. Maar de heer Jacobs zag daarentegen het streven van de minister als een duide lijk teken van groeiende staatsbemoei ing. Verwarring De econoom prof. dr. J. Tinbergen heeft het gevoel, dat er verschillen de aanwijzingen zijn om een groter deel van het nationaal inkomen aan het onderwijs te besteden. Hij vindt, dat in Nederland nog alle aanleiding bestaat bepaalde vormen van voort gezet onderwijs meer open te stel len, opdat meer leerlingen dit onder wijs kunnen volgen. Volgens prof. Tinbergen zal de economische ont wikkeling van ons land door de Euro pese integratie zeker niet worden be lemmerd. Van 1960 tot 1970 zal het nationale inkomen met vijftig pro cent toenemen. prof. Tinbergen vrijdagmiddag op het congres van de Nederlandse On derwijzersvereniging (NOV) in het Kur haus te Scheveningen. Hij hield een In leiding naar aanleiding van de vraag, of Nederland voldoende van zijn natio naal inkomen aan het onderwijs be steedt. Wordt in West-Europa gemiddeld 3,21 ct. van het nationale inkomen voor on derwijs bestemd, in Nederland bedraagt dit 4,23 pet., in dc Verenigde Staten van Amerika 4.53 pet. en in de Sowjetunie 3,74 pet. Deze percentages zullen vol gens prof. Tinbergen in 1970 respectie velijk 4, 4,9, 5,3 en 6 bedragen. Het on derwijs in ons land is daarbij iets duur der dan elders, doordat bet is gesplitst naar godsdienstige of levensbeschouwe lijke groeperingen. Naast deze empirische methode om het vraagstuk te benaderen, hield prof. Tin bergen de onderwijzers een theoretische voor, gebaseerd op objectieve en subjec tieve normen gezien van uit de persoon, en op sociale normen. Daarbij kwamen aan de orde het op juiste wijze beste den van het inkomen, het onderwijs als vorm van belegging, de aanwezigheid van onderwijsmogelijkheden, het benut ten van de capaciteiten van de leerlingen het bepalen van de kwaliteit, de om vang en ae efficiency van het onderwijs. Twee maal zoveel Ofschoon de onderzoeken op vele pun ten nog niet zijn voltooid en het vraag stuk een Ingewikkeld karakter heeft, het de inleider belangrijk teressant voor enige resultaten v derzoekingen mee tc delen. Het onder zoek van de zijde van het centraal plan bureau, onder leiding van prof. P. de Wolff en een psycholoog, hield zich bezig met de vraag In hoeverre meer jongens meisjes In Nederland middelbaar •wijs zouden kunnen volgen. Het woord was, dat ruim twee maal zoveel leerlingen kunnen studeren dan nu in ons land het geval is. Het resultaat van het andere onder zoek kwam uit het buitenland. De rec tor van een universiteit in Brussel had onderzocht hoe de verhouding was tus sen de aantallen kinderen in België en in Nederland, die uit het eenvoudige mi lieu komen o- *-'•*A i Nog ernstiger vond de voorzitter de verwarring in eigen kring. Ondanks de uitslag van het anti-revolutionair derwijscongres en het rapport va- -- vaste onderwijscommissie van ae A.n.r heeft de fractie van deze partij deeld gestemd. Zo hebben sommige een ongunstige situatie vergeleken met die in België. Prof. Tinbergen sprak voorts over he rendement van het geld, dat aan onder wijs wordt besteed: in Nederland 4,2i pet. van het nationaal inkomen. Hij con cludcerde, dat het rendement over het algemeen aan de hoge kant ligt en een rendement van tien procent geen uitzondering is. christelijke politici zelf de vrijheid aan getast. Ook kerkelijk is de verwarring merk baar. Met vreugde citeerde de heer Ja cobs uit een artikel van prof. dr. K Dijk in „School en Belijden, Nu". Hij ging daarin in op uitspraken in het boekje van de „Achttien" „Van kerken tot kerk." Daarin wordt gezegd dat voorstanders van het christelijk onder wijs de tegenstanders (of voorstanders van openbaar onderwijs) gelijke plaats moeten geven op het christelijk erf. Met prof. Dijk meende de heer Jacobs dat dit een ernstige concessie is aan de de Brochure In dit openingswoord deelde de heer Jacobs nog mede dat de kleine ver eniging dit jaar een weg gevonden heeft om te getuigen door de uitgave van een brochure „Waar het om gaatdie onder meer aan alle be sturen is of zal worden toegezonden. In deze brochure wordt gewaarschuwd tegen de gevaren die het christelijk onderwijs bedreigen. Prof. L. W. G. Scholten sprak de ver gadering toe namens het C.N.S. Hij wees op de historische achtergrond van het wetsartikel dat een „holle frase" werd genoemd. Met nadruk stelde hij het be- Tang van dit artikel, omdat het daarin juist gaat om de vrijheid. Er moet ook ■g zijn van de regering voor het bij- ider onderwijs. Die vrijheid betekent de mogelijkheid om te komen tot de realisering van het eigen levensbeginsel. Het gaat daarin dus om de financiële gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs met het doel dat juist de vrij u-u garandeerd wordt. Nog eens her- prof. Scholten dat ook hij meent dat deze vrijheid in de mammoetwet in gevaar komt. Als achtste bestuurslid werd gekozen het hervormde schoolhoofd uit Rotter dam. de heer J. W. Grlsnigt In de middagbijeenkomst sprak dr. la Fleur over de toekomst van het christelijk onderwijs, die naar zijn me ning zorgen baart. Wel is in geheel Europa ae wind gunstig voor het vrije onderwijs. Maar de dynamiek in onze samenleving en de gerichtloosheid van de moderne mens heeft op de jeugd gro- te invloed. Dit stelt bijzondere eisen aan het onderwijs. Daarom wordt meer dan ooit van de onderwijskrachten persoonlijk geloof, overgave en toewijding gevraagd, die te moeilijker opgebracht wordt omdat zij allen de Invloeden van de moderne tijd ondergaan. De blik moet onafgebroken gericht zijn op het komend Godsrijk en beseft moet worden dat alle dingen toe geworpen worden aan een leder, die voor alles dit Rl.ik zoekt. Bij alle zorgen hoop als de leerkrachten bij het Ook met volautomatische wasmachines christ. onderwijs de jeugd voorgaan hen laten zien dat zij wel ln, maar niet van de wereld zijn. Belgisch eredoctoraat voor prof. Zandvoort De Rijksuniversiteit te Gent heeft een eredoctoraat in de letteren en wijsbe geerte toegekend aan prof. dr. R. W. Zandvoort, hoogleraar in de Engelse taal en letterkunde aan de Rijksuniversiteit te Groningen. Prof. Zandvoort heeft vooral bekend- edities zijn verschenen in Frankrijk, Engeland en Japan. Hij is oprichter en hoofdredacteur van het internationale tijdschrift „English studies". Het eredoctoraat zal verleend worden op 16 februari, de dies natalis van de Gentse universiteit JIJET de dag no Kerstmis heb ik het altijd een beetje moeilijk. Ieder jaar weer moet ik mij omgorden met moed en geduld. Hoe kan dat toch? Hoe is het mogelijk, dat als alles heerlijk en goed was en je een glimlachende groet hebt mogen ontvangen oanuif de kribbe, speciaal voor jou, dat die „derde kerstdag" altijd zo aards is? Natuurlijk moet je weer aan je gewone gangetje maar waarom is het vaak-zo'n anti-climax? Ik heb nog nooit een vrouw gesproken, dieuit gerust en vol energie de spurt naar oud en nieuw begon. Zoals vele vrouwen ben ik na Kerst weer be gonnen moe, ontaard moe. Maar moe of niet al dat kaarsvet, al die verspreide dennenaaldea en die etensresten gillen om handen-uit-de- mouwen, nietwaar? Daarom begon ik maar vroeg, niet uit ijver ,maar ik moest wel. Om zeven uur lag de boom al ontluisterd in de tuin. Ieder jaar begroet ik hem met vreugde, het optuigen is een feest opzichzelf net als het aansteken van de kaarsen. Maar ook ieder jaar ben ik boom. engelenhaar kaarsen en dennegroen op de tweede kerstdag radicaal zat en hijg ik naar het einde. Toen de boom in de tuin lag ben Ik met een vent kaarsvei gaan afkrabben en ondertussen voelde ik mij van minuut tot minuut meer uit groeien tot een zielige assepoes. De gedachte, dat talloze moeders nu in even desolate inboedels hun plichten liepen te doen troostte mij niet, maakte mij alleen nog meer bitter. In mijn gedachten zag ik honderden logeer- en kinderkamers overhoop, overal zag ik pannetjes en schaaltjes met resten, die opgeruimd moesten worden en daar tussen door glins'erden zilveren splinters van stukge vallen ballen. In mijn gedachten hoorde ik roepen: „Moeder, waar is mijn schaatsirui, moeder, mag ik een touw voor de slee, moeder, kan ik even Jan opbellen, moeder, moederNee, dat is niet waar, dat hoorde ik niet in m\jn gedachten, maar heel wer kelijk in mijn eigen huis. Maar waar zou het niet te horen zijn? MoederMoederKunnen e slovende moeders - i ónze moeders Va&tatxg.&is en Ik was al een flink volwassen assepoes, toen mijn man, rozig en fris, naar zijn werk ging. „Er zit engelenhaar op je coiffure, lieverd", zei hij stralend. „Zo. dat is dan weer eens wat anders", vond ik bokkig. Hij boog zich naar mij toe voor een afscheidskus: „Doe maar kalm aan en ga een uurtje liggen vanmiddag". Hoeveel mannen, dacht ik kribbig, zeggen nu dezelfde belachelijke dingen tegen hun vrouw? Kalm aan doen! Kletskoek. Uurtje liggen! Waan zin. Ineens rook ik het geurtje van zijn after- shave. En voor liet eerst van mijn leven wenste ik vurig, dat ik een man uias. Een man, met een vaag geurtje op zijn gezicht, die de dennenaaldentroeo verlaat, de deur achter de mat-met-sneeuwklonters dicht doet om pas thuis te komen, als alles ge zellig is en de aardappels gaar zijn. Ik kon me niets verrukkelijkers voorstellen dan om nu een man te zyn. Tot de bakker kwam. Zij" ogen traanden flets van de kou, zijn gezicht was asgrauw en een beetje verdrietig en hij was snip verkouden. Hij rook. sterk naar mentholdrop, hele maal niet naar aftershave. Alles is toch maar betrekkelijk, dacht ik, maar mijn assepoes-hart ontdooide toch niet, want ik was domweg te moe om enige positieve gedachte voort te brengen. 's Avonds toen mijn man thuiskwam, was zijn geurtje vervlogen, hij zag er even grauw en ver drietig uit als de bakker. Hij had een dag vol spanning en netelige dingen gehad. Derde kerstdag is zo aards, dat niemand er zin in heeft. We zouden veel liever maar een beetje in de stal blijven hangen, wat uitrusten, desnoods ook op stro. We zouden er maar het liefst een vacantietje van maken, zonder zorgen, zonder moeheid, zonder broden aan huis. Met steeds, voor ons privé, een glimlach uit de kribbe. Maar dat gaat helemaal niet, want het Kind had ook haast, hij vluchtte naar Egypte. Hij had haast, hij moest nog naar de Olijfberg. Hij was ook moe, toch moest hij nog naar Golgotha. Hij moest het nog Pasen maken. Voor ons. En tussen Kerst en Paas heeft hij gezegd, dat wij bij Hem mochten komen als we moe waren. MINK VAN RUSDUK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 2