Purperen gordijn
GING OP
1962: Een jaar tussen de jaren
maar niet ten koste van eigen eenheid
was de leus
van '62
Kloof tussen praktijk
en principes
ZONDAGSBLAD
ZATERD AG 29 DECEMBER 1962
(Van onze kerkredactie)
Het jaar 1962 kan misschien kerkelyk het beste geken
schetst worden als „een jaar tussen de jaren". Dat is
misschien weinig meer dan een volslagen open deur in
trappen in de geest van de predikant, die met verhef
fing van stem in zijn oudejaarsavondpreek zei: „Nu ligt
het verleden achter ons en de toekomst voor ons."
Natuurlijk zal 1962 de geschiedenis ingaan als het jaar
waarin het concilie begon. Maar dit concilie moet zijn
belangrijkste beslissingen nog nemen. Uiteindelijk zal het
slot van het concilie voor de kerkelijke wereld belang
rijker zijn dan het begin.
Ten opzichte van de Wereldraad van Kerken was 1962
sterk het jaar na New Delhi, na de derde assemblee, het
jaar waarin voor het eerst de integratie van Wereldraad
en Internationale Zendingsraad merkbaar werd, het jaar
waarin voor het eerst ervaren kon worden wat de Russen
binnen de Wereldraad zouden doen.
1962 is ook het jaar, waarin Nederland zich terugtrok uit
Nieuw-Guinea, maar nog weet niemand, wat de conse
quenties zijn voor de zending. En ook is het nog lang
niet zeker op welke wijze deze beslissing de positie van
de Nederlandse zending in Indonesië zal beïnvloeden. Dat
alles zal pas volgend jaar duidelijker worden
Natuurlijk is 1962 ook het jaar, waarin het congres van
„De Achttien" plaats vond. Maar dit congres werd reeds
in 1961 voorbereid en een van de gevolgen van het con
gres, namelijk de uitgave van een nieuw boekje voor
gesprekskringen, wordt pas in de eerste weken van het
nieuwe jaar werkelijkheid.
Zo blijft dit jaar bepaald door de jaren er voor en bepalend
voor de jaren die volgen. En toch kan het misschien
nog wel anders gekarakteriseerd worden: namelijk het
jaar, waarin de verhouding Rome-Reformatie in het
middelpunt van de algemene belangstelling kwam te
staan. In geen enkel jaar tot nu toe is in de kerkelijke en
landelijke pers zoveel geschreven over deze verhouding,
zijn zoveel hindernissen uit de weg geruimd en is tevens
zo intens het grote onderlinge verschil gebleken.
(Vai
kerkredactie)
Het lijkt wel alsof oudejaarsavondklokken tegenwoordig
„oecumene" kleppen en of alles wat het tussen-kerkelijk verkeer
betreft de mensen veel meer aanspreekt dan wat zich In eigen
kring voltrekt. Het lijkt wei alsof bij Iedere kerkelijke beslissing
niet meer de vraag voorop staat, of de kerk daardoor beter Kerk
van Christus kan zijn, maar de vraag: „Hoe zullen de andere
kerken hierop reageren?" En toch zijn de stemmen die tot voor
zichtigheid manen bij lange na nog niet verstomd. Zij hebben
in het afgelopen jaar zelfs luider geklonken dan voorheen.
Paus Johannes XXIII
maakt een hijzonder
goede kans om dit jaar
door de Amerikaanse
weekbladen benoemd te
worden tot de „man van
het jaar". Met buiten
gewone diplomatieke
gaven heeft hij leiding
gegeven aan het conci
lie en de pers weten te
winnen voor zijn per
soonlijkheid. Zijn beslis-
gingen hebben de groep
van vernieuwers in de
afgelopen maanden bin
nen de R.K. kerk een
duidelijke voorsprong
gegeven.
De tijd van het eigen isolement
schijnt (althans voorlopig) voorbij.
Geen kerk .schijnt zich meer in
eigen consistoriekamer te kunnen
terugtrekken om te proberen de
ware kerk te zijn of te worden.
Men komt in eigen kring niet los
van het gezicht van de ander en
bewust of onbewust beslist die an
der op een gegeven ogenblik mee
bij de besluitvorming. Er zijn dit
jaar echter in verschillende ker
ken stemmen opgegaan die waar
schuwen: Vergeet door het ge
zicht van de ander, de eigen ge
zichten niet. Oecumene? Prachtig,
maar niet ten koste van eigen
eenheid.
Die stem is gehoord dn de Ge
reformeerde Kerken. Vorig jaar
schreven we reeds dat de gere
formeerden meer en meer begin
nen te kijken in de richting van
de Hervormde Kerk dan in die van
de gereformeerde gezindte. Dat is
begrijpelijk. Velen worden het
moe om steeds maar weer vruch
teloos te moeten pogen de vrijge
maakte Gereformeerde Kerken, de
Christelijke Gereformeerde Kerken
en de Gereformeerde Gemeenten
tot een werkelijke interesse voor
gezamenlijke eenheid op te roe-
Kn. De volkstelling kan deze k^r-
n tot één groep samenbundelen
en in één cijfer van de statistiek
uitdrukken, maar dat is dan ook
welhaast het enige dat deze ker
ken in het afgelopen jaar §emèen
hadden. Er loopt kennelijk een
kloof door deze gereformeerde ge
zindte die door de Drie Formulie
ren van Enigheid niet is te over
bruggen.
Gereformeerd
Toen dan ook „De Achttien"
kwamen, de negen hervormde en
negen gereformeerde predikanten,
en een congres voorstelden, voel
den velen dit als een nieuwe en
vruchtbaarder kans. Het congres
in mei heeft Inderdaad zijn dui
zenden misschien niet versla
gen, maar wel getrokken. Het
was een grootse manifestatie, dat
erkennen zelfs de tegenstanders.
Maar tegenover de „18" stelden
zich de .,64", een veel minder ho
mogene groep, al bestond deze uit
louter gereformeerden. De gere
formeerde „achttieners" dreigden
de niet anti-, maar anders-oecu
menisch gezinde achterban te ver
liezen. De Gereformeerde Kerken
kwamen daardoor dit jaar meer
en meer in de positie van de ezel
uit de fabel tussen de twee hooi
bergen. Gereformeerden trokken
immers in grote getale op naar
het congres van ..De Achttien",
maar ook naar het congres in
Amersfoort, belegd door de Ver
eniging voor het Herstel van de
Kerkelijke Eenheid.
In deze situatie viel toen het
woord van ds. P. D. Kuiper, voor
zitter van de laatste gereformeer
de synode, toen hij sprak als
voorzitter van de gereformeerde
predikantenvereniging: ..Laten de
mannen van de controverse eens
met elkaar praten om te komen
tot een gemeenschappelijke ge
dragslijn." Hij waarschuwde tegen
kernvorming in eigen kring. Op
zijn woorden is onmiddellijk, en
over het algemeen gesproken,
zeer gunstig gereageerd. Maar of
er werkelijk iets gebeurd is? In
de kerkelijke pers is nauwelijks
een bericht verschenen dat er op
wijst dat met een dergelijk ge
sprek ook inderdaad ernst ge
maakt wordt.
Chr. Gereformeerd
In de Christelijke Gereformeer
de Kerken lagen de zaken anders.
Oecumenisch gezien hebben zij
Weinig contacten met andere Ne
derlandse kerken. Hun contacten
richten zich eigenlijk hoofdzake
lijk op buitenlandse kerken binnen
het kader van de Internationale
Raad van Christelijke Kerken.
Maar toch ontkwamen zij aller
minst aan de invloed van het tus
sen-kerkelijk verkeer. Opnieuw
moesten zij zich beraden over het
kanselgebruik van de Nieuwe Ver
taling van het Nederlands Bijbel
genootschap, een vertaling waar
aan hun eigen hoogleraar, prof.
L. H. van der Meijden die dit jaar
is overleden, zijn medewerking
heeft verleend. Het was geen
nieuw onderwerp. Het is al vaker
besproken en er waren felle te
genstanders tegen deze vertaling.
Om hunnentwille werd een posi
tief besluit vroeger steeds verme-
En
klonk de waarschuwing:
we elkaar toch niet kwijt raken
over deze zaak." Tot nu toe was,
uit liefde voor de tegenstanders
van de Nieuwe Vertaling, uitein
delijk steeds weer gehoor gegeven
aan hun bezwaren. Maar het was
duidelijk dat er dit jaar iets moest
gebeuren. De last die de tegen
standers legden op de schouders
de voorstanders werd duide-
niet langer wensten, die zelf de
vrijheid wensten om te beslissen
of hun geestelijk leven geschaad
werd door het gebruik van de
Nieuwe Vertaling of niet
Gespannen hebben ook niet-le-
den van de Christelijke Gerefor
meerde Kerken de synode tege
moet gezien. Het ging sterk om
de vraag of de eenheid bewaard
zou kunnen blijven. Fel is er ge
sproken door sommigen. Als we
de Nieuwe Vertaling toelaten ver
liezen we vele eenvoudige leden,
waarschuwden de tegenstanders.
Als we nu niet eindelijk iets doen
verliezen we vele jonge en intel
lectuele leden was het weerwoord
van de voorstanders. En telkens
weer klonk de vredelievende op
roep: Laten we elkaar toch
geen lasten opleggen. Laat iede
re gemeente voor zichzelf mogen
beslissen. Uiteindelijk heeft deze
stem het gewonnen. Met 33 tegen
15 stemmen werd heel voorzich
tig uitgesproken dat de plaatselij
ke gemeenten de vrijheid hebben
te beslissen of zij de Nieuwe Ver
taling naast de Statenvertaling
willen gebruiken. En aan het slot
kon de voorzitter, ds. J. H. Vele-
ma zeggen: ..Wat niemand durf
de hopen is toch geschied. Er is
een gemeenschap der broeders en
een besluitvaardigheid aan de dag
getreden als in de laatste jaren
niet is vertoond."
Geref. (vrijgemaakt)
Ook in de kring van de Gere
formeerde Kerken (vrijgemaakt)
heeft de roep geklonken: „Laten
er onder ons geen scheuringen
zijn". Dit geluid kwam van de
kerkeraad uit Amsterdam, die
diep verontrust was over de si
tuatie waarin deze kerken verke
ren. En ook bij hen gaat het con
flict uiteindelijk over <ie verhou
ding tot andere kerkén, natuur
lijk in de eerste plaats tot de Ge
reformeerde Kerken.
De achtergrond was de schor
sing van ds. J. van der Schaft
door de kerkeraad van Murmer-
woude. Deze dominee voelde op
een heel bijzondere wijze aan ei
gen lijf de scheur door zijn ker
ken. Hij diende twee gemeenten,
de ene schorste hem, de andere
(Oenkerk) verdedigde hem. De
grote spanning in deze kerken
geldt de vraag of een gesprek met
de Gereformeerde Kerken moge
lijk en gewenst is, of dat iedere
vorm van samenspreking moet
worden afgewezen totdat de „Ge
reformeerde Kerken geheel van
hun zondige weg zijn afgekeerd."
Vrij-evangelisch
En in de kring van de vrij-evan-
gelischen heeft de voorzitter van
de Bond van Vrije Evangelische
Gemeenten ds. D. W. Veldkamp
tot twee maal toe opgeroepen om
de eenheid in eigen kring te be
waren. De eerste keer was op de
bondsvergadering, de tweede maal
tijdens een gespreksdag voor ker-
keradfen. In beide gevallen ging
het om het al of niet aansluiten
bij de Wereldraad van Kerken. Dit
probleem heeft een aantal jaren
in de ijskast gelegen, maar het
verlangen brak baan om nu ein-
Hervormd schrijven Kernwapenen openbaarde
Dif is de „kerkelijke foto van het jaar". Eigenlijk niets bijzonders.
Een aantal Indianen werd gedoopt. En toch tegelijkertijd wel heel
bijzonder en een beeld van de kracht van het evangelie ook in onze
dagen. Deze Indianen behoren tot de stam van de Aucca's die onge
veer zes jaar geleden vijf jonge Amerikaanse zendelingen vermoord
den. De weduwen van deze zendelingen hebben de hoop van het
evangelie niet opgegeven en in de kracht Gods gingen zij het werk
van hun mannen voortzetten. Het gevolg was dat de moordenaars
tot geloof kwamen en door de weduwen gedoopt werden.
Voor de Hervormde Kerk sloot het jaar
met het schokkende nieuws van de volkstel
ling van 1960. Deze toonde aan dat de grote
kerk, zoals deze in vele plaatsen nog altijd
wordt genoemd, niet in ledental achteruit
gegaan was, maar toch wel dat deze kerk de
groei van de Nederlandse bevolking bij lange
na niet ban bijhouden en zelfs slechter bij
houdt dan de andere protestantse kerken.
Dit nieuws is te meer opvallend omdat de ogen
van de andere kerken zich meer en meer op deze
kerk richten. Het is duidelijk dat dit jaar in re
monstrantse kring het synodale geschrift over de
uitverkiezing diepe indruk heeft gemaakt. Het is
daar bijzonder goed ontvangen, ook al hebben de
remonstranten daar nog heel wat op te zeggen.
Zij hebben echter hun medewerking toegezegd
en gesprek te komen,
n gereformeerde kant blijkt ook de wil
gesprek; natuurlijk in de allereerste
plaats bij die bepaalde kring die grote sympa
thieën heeft voor het werk van de zogenaamde
Achttien. Maar ook anderen in gereformeerde
kring tonen groter openheid. Het regelmatig con
tact tussen de beide moderamina van de gene
rale synodes werkt in dit opzicht kennelijk gun
stig. Deze vorm van gesprek op het hoogste ni
veau van kerkelijke leiding heeft in ieder geval
al veel wantrouwen weggenomen.
De grootste opwinding is veroorzaakt door de
uitgave van een herderlijk schrijven over de
kernwapenen. Daarin werd gezocht naar een ant
woord voor de wereld. Een radicaal „neen"
klonk daarin tegen de atoombommen en de tac
tische kernwapenen werden als al te gevaarlijk
van de hand gewezen.
Het geschrift heeft de pennen in beweging ge
bracht. Andere kerken hebben nog geen stand
punt ingenomen en het is de vraag of officiële
kerkelijke uitspraken te verwachten zijn. Moch
ten die komen dan ziet het er nauwelijks naar
uit dat het hervormde standpunt gedeeld wordt,
tenzij misschien in doopsgezinde en remonstrant
se kring.
Toch heeft het stuk veel waardering gevon
den. maar het lijkt wel alsof er een kloof loopt
tussen de kerkelijke theologen en predikanten
enerzijds en de kerkelijke politici, van welke
partij zij dan ook lid zijn, anderzijds. Het heeft
er veel van weg dat zich een kloof begint te
openbaren tussen praktijk van de politici en
principes van de predikanten en dat is geen
ongevaarlijk verschijnsel. Er is voor de her
vormden meer dan één reden om 1963 met enige
bezorgdheid tegemoet te treden.
delijk eens tot een beslissing te
komen. Ook hier dus tegenstellin
gen. Een kleine groep van predi
kanten wijst aansluiting fel af.
Een grotere groep wil graag aan
sluiten. En daar tussen staan ve
len die beslist wel oecumenisch
willen voelen en denken, maar
toch groter waarde hechten aan
het behouden van de eenheid in
eigen kring. Op de volgende bonds
vergadering komt dit onderwerp
opnieuw aan de orde, maar nog
zijn de tegengestelde meningen
niet verzoend.
Opmerkelijk is dat dezelfde pro
blematiek ook bij de baptisten
weer naar voren komt. Zij zijn
officieel lid van de Wereldraad
van Kerken. Maar een aantal pre
dikanten en meer gemeenteleden
hebben toch nog altijd bezwaren
tegen dit lidmaatschap. Maar dit
nieuwe gesprek over deze mate
rie is nog maar nauwelijks begon-
(Van onze kerkredactie)
De statische kolos van Rome
is in beweging gekomen. De
Rooms-Katholieke Kerk heeft
haar eerste wankele schreden
gezet naar een nieuwe toekomst.
Heel de protestantse wereld
heeft met welhaast ingehouden
adem het fenomeen gevolgd.
Velen hebben gedacht, dat zij
wel weer op haar „Petrus-
troon" zou neerzijgen, omdat
het lopen haar toch niet zo goed
bekwam. Maar na drie inge
spannen conciliemaanden is ze
nog steeds op de been en is het
innerlijk verlangen, om weer
„pelgrimerende kerk" te wor
den, nog onverflauwd. Nooit is
de belangstelling In de protes
tantse wereld voor wat zich af
speelt achter het „purperen
gordijn" zo groot geweest, nu
het doek wat is opgegaan en
protestantse waarnemers een
kijkje kunnen nemen op het
toneel en een glimp kunnen
opvangen van het beweeg ach
ter de coulissen.
Protestantse waarnemers in het
Vaticaan, in een concilie zelfs!
We zijn er al weer aan gewend en
toch is het een kléine revolutie.
Wie had dat een dertig jaar gele
den zelfs maar voor mogelijk ge
houden? Het opmerkelijke is, dat
zij veel meer gedaan hebben dan
alléén maar toekijken, hoe de Va
ticaanse kókken hun pap voor hun
gelovigen bereiden. Ze hebben in
vloed gehad op de besprekingen.
Openbaring
Toen het rapport van de com
missie van de conservatieve kar
dinaal Ottaviani over „Openba
ring" aan de orde kwam, bleek,
dat hierin lijnen doorgetrokken
werden, die maar heel aarzelend
door het contrareformatorische
concilie van Trente waren gelegd.
In het rapport werd eenvoudig de
openbaring in het Woord van God
en in de traditie gelijkgeschakeld
als twee grootheden naast elliaar.
Was dit rapport aangenomen, dan
had de protestant de rooms-katho-
liek nooit meer kunnen aanspre
ken met het „sola scriptura" het
„de bijbel alleen", want alles wat
niet op de openbaring van het
Woord Gods te gronden was zou
de rooms-katholiek met evenveel
recht volgens eigen inzicht al
thans kunnen gronden op de tra
ditie. Rome is er sinds Trente al
tijd sterk in geweest, en vooral de
Kolos van Rome
kwam
in beweging
Italiaanse curie om met nadruk
te stellen, dat wat in de universe
le kerk gegroeid was duidelijk een
uiting was van de werking van
de Heilige Geest.
Op de voorgrond
Maar toen dit rapport in bespre
king kwam, zaten daar duidelijk
op de voorgrond, bij het podium
van de voorzitter de protestantse
waarnemers, als een levende her
innering aan het feit, dat daar
ook christenen zaten. Zo waren
zij immers genoemd door paus
Johannes: „Mensen die de naam
van Christus op hun voorhoofd en
in hun hart dragen!" Zij zaten
daar als een levend getuigenis
van „sola scriptura" maar tevens
als een deel van de universele
kerk. Menige bisschop heeft het
concilie dan ook er op gewezen
dat het rapport van Ottaviani het
gesprek met de protestantse we
reld ernstig zou bemoeilijken, zo
al niet onmogelijk maken. Het
gevolg was dat zij bij grote meer
derheid duidelijk hebben uitge
sproken dat zij deze mogelijke
consequentie van Trente niet wens
ten te aanvaarden.. Dat wil niet
zeggen, dat zij zich van Trente
hebben afgekeerd, maar wel, dat
zij niet door Willcrt gaan op de
weg van Trente en zoeken naar
een andere richting.
Gelijkgesteld
Ook op andere manieren voelde
het concilie de aanwezigheid van
de waarnemers. Het secretariaat
van Bea voor de eenheid der
christenen, dat tot commissie ver
heven is en daardoor in betekenis
gelijkgesteld werd met de tien an
dere commissies, heeft niet al
leen rooms-katholieke voorstellen
voor de vernieuwing van de R.K.
Kerk bestudeerd. Bea heeft ook
vele protestanten in de gelegen
heid gesteld om voorstellen bij
zijn secretariaat in te dienen en
een aantal van deze voorstellen
zijn op de een of andere manier
verwerkt in zijn rapport.
Vaak hebben de waarnemers
de Ibisschoppen ook persoonlijk
van advies kunnen dienen. Meer
malen kwam een bisschop hun
oordeel vragen over bepaalde on
derwerpen en maakten zij een
dankbaar gebruik van hun inzich
ten achter de katheder in de St.
Pieter. En nog vaker ging een
bisschop naar een waarnemer
om al vast een rapport in te zien,
dat de rooms-katholieke bisschop
pen zelf nog niet in handen had
den. De oud-katholieke theoloog
prof. dr. J. Maan had alle rap-
Terecht heeft kardinaal Bea
dan ook gezegd: „Over het alge
meen heb ik de indruk dat de
waarnemers werkelijk tevreden
zijn." De moeilijkheid was dat
deze woorden in de pers een ver
keerde indruk hebben gewekt.
Kranten, vooral in Italië, barst
ten los met berichten dat de
waarnemers tevreden waren met
de uitspraken van het concilie en
sommige r.k. bladen zagen de
protestantse kerken in gedachten
al in drommen naar Rome terug
keren. Zo schreef „II Messagge-
ro": „De christenen van de ge
scheiden kerk zijn met het con
cilie zeer tevreden." En de tolk
van de waarnemers P. Gustav
Weigl, een Amerikaanse jezuïet,
wilde al een persconferentie hou
den onder het thema: „Het grote
enthousiasme van de niet-katho-
lieke waarnemers voor het oecu
menisch concilie."
Gevolg
gevolg
onmiddellijk bij kardinaal
Bea stappen ondernamen om der
gelijke Derichten de kop in te
drukken. De persconferentie van
Weigl werd onmiddellijk afgelast
en prof. Oscar Cullmann belegde
een druk bezochte persconferen
tie waarin hij duidelijk maakte:
„Wij verwachten een vernieuwing
van het rooms-katholicisme, die
ons gesprek met de R.K. Kerk
gemakkelijker zal maken. Toch
moet men de werkelijkheid recht
in de ogen durven kijken: Zélfs
als deze voorstellen om tot ver
nieuwing te komen worden aan
genomen blijft er een belangrijk
verschil bestaan tussen ons en
het katholicisme. De voorstanders
van vernieuwing weten dit.
Een hereniging van protestant
se of orthodoxe kerken met de
R.K. Kerk is nog lang niet in het
zicht. De grote vraag van het
ogenblik is biet hereniging,
maar of de R.K. Kerk zover zal
kunnen komen dat er werkelijk
een gesprek mogelijk zal zijn.
Want een gesprek, of zoals dat
tegenwoordig heet een dialoog kan
alleen werkelijk gevoerd worden
op voet van gelijkheid en het is
de vraag of de R.K. Kerk zonder
meer al zo ver is.
Niet tornen
Als de kolos van de troon van
zelfgenoegzaamheid opstaat en
weer in beweging komt, weer
pelgrimerende kerk wordt zoals
dat in r.k.-krlngen heet, zal zij
beslist vet verliezen. Maar de
vraag Is of haar karakter zal ver
anderen? Tijdens een Rome-Re-
formatie-conferentie op „Kerk en
Wereld" heeft de r.k. hoogleraar
dr. Jos Lescrauwaet heel duide
lijk gesteld, dat hij ln zijn kerk
vele veranderingen ziet voltrek
ken, maar dat deze geplaatst
moeten worden tegen een achter
grond van het aanwezige R.K.
kerkbesef. Hij wilde op geen en
kele wijze tornen aan het prl*
maatschap van de paus, alleen
ook het ambt van de bisschoppen
beter ontwikkeld zien. Hij wilde
niet af van de gedachte dat de
eenheid van Christus ln de R.K.
Kerk te vinden is, alleen die een
heid voller zien opbloeien.
Het is waar dat de wereldse
..bisschop" sinterklaas ln het se
minarie waar hij doceert hem ver
wijtend heeft toegevoegd dat hij
maar „gematigd progressief" is.
Er zijn ongetwijfeld rooms-katho-
lieken die verder willen gaan,
maar even ongetwijfeld is pro
gressiviteit voor de meeste pro
testanten lanp niet voldoende aji
basis voor een gesprek.
Stand van zaken
Op de dag dat het concilie be
gon hebben wij in onze krant een
overzicht gegeven van de stand
van zaken. Toen hebben we gewe
zen op vele teleurstellende aspec
ten van de ontwikkeling in de
R.K. Kerk. Wij gaven daarin in
zichten weer die wij gevonden
hadden bij leidinggevende kerke
lijke personen in zowel West- als
Oost-Europa, mensen die zeer
nauwe relaties hebben met de
vooraanstaande rooms-katholieke
leiders. Ongetwijfeld heeft het
concilie toch meer mogelijkheden
van vernieuwing getoond dan op
van de kerk enigszins uit haar
handen geglipt en terecht geko
men bij de progressievere ele
menten. Prof. Lescrauwaet zei:
Wat eerst de partij was is nu de
conservatieve oppositie geworden.
Er Is dus zeker sprake van ver
nieuwing. Zo zeer zelfs dat vele
eenvoudige gelovigen het ma»r
nauwelijks bij kunnen houden en
1at Italiaanse bladen helemaal ln
verwarring schijnen te komen.
Zij wisten altijd zo goed wat ka
tholiek was, namelijk wat de cu
rie zei. En nu komen daar die
De witte mijters van de rooms-katholieke bisschoppen of beter gjf*en°ineens ^e^oo^aan.^*' De
wat onder die witte mijters verborgen was hebben voor een groot vraag blijft echter: Verandert
deel het kerkelijk nvzuws van het afgelopen jaar bepaald. Uit alle duTene
landen van de wereld, met uitzondering van China, kwamen zij in oecumenische kerk, die ligt nog
bulten ons gezichtsberelk.
r praten over wat God leder
Rome bijeen om samen te zoeken naar een nieuwe weg voor hun
kerk.
i heeft geleerd?