Purperen gordijn GING OP 1962: Een jaar tussen de jaren maar niet ten koste van eigen eenheid was de leus van '62 Kloof tussen praktijk en principes ZONDAGSBLAD ZATERD AG 29 DECEMBER 1962 (Van onze kerkredactie) Het jaar 1962 kan misschien kerkelyk het beste geken schetst worden als „een jaar tussen de jaren". Dat is misschien weinig meer dan een volslagen open deur in trappen in de geest van de predikant, die met verhef fing van stem in zijn oudejaarsavondpreek zei: „Nu ligt het verleden achter ons en de toekomst voor ons." Natuurlijk zal 1962 de geschiedenis ingaan als het jaar waarin het concilie begon. Maar dit concilie moet zijn belangrijkste beslissingen nog nemen. Uiteindelijk zal het slot van het concilie voor de kerkelijke wereld belang rijker zijn dan het begin. Ten opzichte van de Wereldraad van Kerken was 1962 sterk het jaar na New Delhi, na de derde assemblee, het jaar waarin voor het eerst de integratie van Wereldraad en Internationale Zendingsraad merkbaar werd, het jaar waarin voor het eerst ervaren kon worden wat de Russen binnen de Wereldraad zouden doen. 1962 is ook het jaar, waarin Nederland zich terugtrok uit Nieuw-Guinea, maar nog weet niemand, wat de conse quenties zijn voor de zending. En ook is het nog lang niet zeker op welke wijze deze beslissing de positie van de Nederlandse zending in Indonesië zal beïnvloeden. Dat alles zal pas volgend jaar duidelijker worden Natuurlijk is 1962 ook het jaar, waarin het congres van „De Achttien" plaats vond. Maar dit congres werd reeds in 1961 voorbereid en een van de gevolgen van het con gres, namelijk de uitgave van een nieuw boekje voor gesprekskringen, wordt pas in de eerste weken van het nieuwe jaar werkelijkheid. Zo blijft dit jaar bepaald door de jaren er voor en bepalend voor de jaren die volgen. En toch kan het misschien nog wel anders gekarakteriseerd worden: namelijk het jaar, waarin de verhouding Rome-Reformatie in het middelpunt van de algemene belangstelling kwam te staan. In geen enkel jaar tot nu toe is in de kerkelijke en landelijke pers zoveel geschreven over deze verhouding, zijn zoveel hindernissen uit de weg geruimd en is tevens zo intens het grote onderlinge verschil gebleken. (Vai kerkredactie) Het lijkt wel alsof oudejaarsavondklokken tegenwoordig „oecumene" kleppen en of alles wat het tussen-kerkelijk verkeer betreft de mensen veel meer aanspreekt dan wat zich In eigen kring voltrekt. Het lijkt wei alsof bij Iedere kerkelijke beslissing niet meer de vraag voorop staat, of de kerk daardoor beter Kerk van Christus kan zijn, maar de vraag: „Hoe zullen de andere kerken hierop reageren?" En toch zijn de stemmen die tot voor zichtigheid manen bij lange na nog niet verstomd. Zij hebben in het afgelopen jaar zelfs luider geklonken dan voorheen. Paus Johannes XXIII maakt een hijzonder goede kans om dit jaar door de Amerikaanse weekbladen benoemd te worden tot de „man van het jaar". Met buiten gewone diplomatieke gaven heeft hij leiding gegeven aan het conci lie en de pers weten te winnen voor zijn per soonlijkheid. Zijn beslis- gingen hebben de groep van vernieuwers in de afgelopen maanden bin nen de R.K. kerk een duidelijke voorsprong gegeven. De tijd van het eigen isolement schijnt (althans voorlopig) voorbij. Geen kerk .schijnt zich meer in eigen consistoriekamer te kunnen terugtrekken om te proberen de ware kerk te zijn of te worden. Men komt in eigen kring niet los van het gezicht van de ander en bewust of onbewust beslist die an der op een gegeven ogenblik mee bij de besluitvorming. Er zijn dit jaar echter in verschillende ker ken stemmen opgegaan die waar schuwen: Vergeet door het ge zicht van de ander, de eigen ge zichten niet. Oecumene? Prachtig, maar niet ten koste van eigen eenheid. Die stem is gehoord dn de Ge reformeerde Kerken. Vorig jaar schreven we reeds dat de gere formeerden meer en meer begin nen te kijken in de richting van de Hervormde Kerk dan in die van de gereformeerde gezindte. Dat is begrijpelijk. Velen worden het moe om steeds maar weer vruch teloos te moeten pogen de vrijge maakte Gereformeerde Kerken, de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Gemeenten tot een werkelijke interesse voor gezamenlijke eenheid op te roe- Kn. De volkstelling kan deze k^r- n tot één groep samenbundelen en in één cijfer van de statistiek uitdrukken, maar dat is dan ook welhaast het enige dat deze ker ken in het afgelopen jaar §emèen hadden. Er loopt kennelijk een kloof door deze gereformeerde ge zindte die door de Drie Formulie ren van Enigheid niet is te over bruggen. Gereformeerd Toen dan ook „De Achttien" kwamen, de negen hervormde en negen gereformeerde predikanten, en een congres voorstelden, voel den velen dit als een nieuwe en vruchtbaarder kans. Het congres in mei heeft Inderdaad zijn dui zenden misschien niet versla gen, maar wel getrokken. Het was een grootse manifestatie, dat erkennen zelfs de tegenstanders. Maar tegenover de „18" stelden zich de .,64", een veel minder ho mogene groep, al bestond deze uit louter gereformeerden. De gere formeerde „achttieners" dreigden de niet anti-, maar anders-oecu menisch gezinde achterban te ver liezen. De Gereformeerde Kerken kwamen daardoor dit jaar meer en meer in de positie van de ezel uit de fabel tussen de twee hooi bergen. Gereformeerden trokken immers in grote getale op naar het congres van ..De Achttien", maar ook naar het congres in Amersfoort, belegd door de Ver eniging voor het Herstel van de Kerkelijke Eenheid. In deze situatie viel toen het woord van ds. P. D. Kuiper, voor zitter van de laatste gereformeer de synode, toen hij sprak als voorzitter van de gereformeerde predikantenvereniging: ..Laten de mannen van de controverse eens met elkaar praten om te komen tot een gemeenschappelijke ge dragslijn." Hij waarschuwde tegen kernvorming in eigen kring. Op zijn woorden is onmiddellijk, en over het algemeen gesproken, zeer gunstig gereageerd. Maar of er werkelijk iets gebeurd is? In de kerkelijke pers is nauwelijks een bericht verschenen dat er op wijst dat met een dergelijk ge sprek ook inderdaad ernst ge maakt wordt. Chr. Gereformeerd In de Christelijke Gereformeer de Kerken lagen de zaken anders. Oecumenisch gezien hebben zij Weinig contacten met andere Ne derlandse kerken. Hun contacten richten zich eigenlijk hoofdzake lijk op buitenlandse kerken binnen het kader van de Internationale Raad van Christelijke Kerken. Maar toch ontkwamen zij aller minst aan de invloed van het tus sen-kerkelijk verkeer. Opnieuw moesten zij zich beraden over het kanselgebruik van de Nieuwe Ver taling van het Nederlands Bijbel genootschap, een vertaling waar aan hun eigen hoogleraar, prof. L. H. van der Meijden die dit jaar is overleden, zijn medewerking heeft verleend. Het was geen nieuw onderwerp. Het is al vaker besproken en er waren felle te genstanders tegen deze vertaling. Om hunnentwille werd een posi tief besluit vroeger steeds verme- En klonk de waarschuwing: we elkaar toch niet kwijt raken over deze zaak." Tot nu toe was, uit liefde voor de tegenstanders van de Nieuwe Vertaling, uitein delijk steeds weer gehoor gegeven aan hun bezwaren. Maar het was duidelijk dat er dit jaar iets moest gebeuren. De last die de tegen standers legden op de schouders de voorstanders werd duide- niet langer wensten, die zelf de vrijheid wensten om te beslissen of hun geestelijk leven geschaad werd door het gebruik van de Nieuwe Vertaling of niet Gespannen hebben ook niet-le- den van de Christelijke Gerefor meerde Kerken de synode tege moet gezien. Het ging sterk om de vraag of de eenheid bewaard zou kunnen blijven. Fel is er ge sproken door sommigen. Als we de Nieuwe Vertaling toelaten ver liezen we vele eenvoudige leden, waarschuwden de tegenstanders. Als we nu niet eindelijk iets doen verliezen we vele jonge en intel lectuele leden was het weerwoord van de voorstanders. En telkens weer klonk de vredelievende op roep: Laten we elkaar toch geen lasten opleggen. Laat iede re gemeente voor zichzelf mogen beslissen. Uiteindelijk heeft deze stem het gewonnen. Met 33 tegen 15 stemmen werd heel voorzich tig uitgesproken dat de plaatselij ke gemeenten de vrijheid hebben te beslissen of zij de Nieuwe Ver taling naast de Statenvertaling willen gebruiken. En aan het slot kon de voorzitter, ds. J. H. Vele- ma zeggen: ..Wat niemand durf de hopen is toch geschied. Er is een gemeenschap der broeders en een besluitvaardigheid aan de dag getreden als in de laatste jaren niet is vertoond." Geref. (vrijgemaakt) Ook in de kring van de Gere formeerde Kerken (vrijgemaakt) heeft de roep geklonken: „Laten er onder ons geen scheuringen zijn". Dit geluid kwam van de kerkeraad uit Amsterdam, die diep verontrust was over de si tuatie waarin deze kerken verke ren. En ook bij hen gaat het con flict uiteindelijk over <ie verhou ding tot andere kerkén, natuur lijk in de eerste plaats tot de Ge reformeerde Kerken. De achtergrond was de schor sing van ds. J. van der Schaft door de kerkeraad van Murmer- woude. Deze dominee voelde op een heel bijzondere wijze aan ei gen lijf de scheur door zijn ker ken. Hij diende twee gemeenten, de ene schorste hem, de andere (Oenkerk) verdedigde hem. De grote spanning in deze kerken geldt de vraag of een gesprek met de Gereformeerde Kerken moge lijk en gewenst is, of dat iedere vorm van samenspreking moet worden afgewezen totdat de „Ge reformeerde Kerken geheel van hun zondige weg zijn afgekeerd." Vrij-evangelisch En in de kring van de vrij-evan- gelischen heeft de voorzitter van de Bond van Vrije Evangelische Gemeenten ds. D. W. Veldkamp tot twee maal toe opgeroepen om de eenheid in eigen kring te be waren. De eerste keer was op de bondsvergadering, de tweede maal tijdens een gespreksdag voor ker- keradfen. In beide gevallen ging het om het al of niet aansluiten bij de Wereldraad van Kerken. Dit probleem heeft een aantal jaren in de ijskast gelegen, maar het verlangen brak baan om nu ein- Hervormd schrijven Kernwapenen openbaarde Dif is de „kerkelijke foto van het jaar". Eigenlijk niets bijzonders. Een aantal Indianen werd gedoopt. En toch tegelijkertijd wel heel bijzonder en een beeld van de kracht van het evangelie ook in onze dagen. Deze Indianen behoren tot de stam van de Aucca's die onge veer zes jaar geleden vijf jonge Amerikaanse zendelingen vermoord den. De weduwen van deze zendelingen hebben de hoop van het evangelie niet opgegeven en in de kracht Gods gingen zij het werk van hun mannen voortzetten. Het gevolg was dat de moordenaars tot geloof kwamen en door de weduwen gedoopt werden. Voor de Hervormde Kerk sloot het jaar met het schokkende nieuws van de volkstel ling van 1960. Deze toonde aan dat de grote kerk, zoals deze in vele plaatsen nog altijd wordt genoemd, niet in ledental achteruit gegaan was, maar toch wel dat deze kerk de groei van de Nederlandse bevolking bij lange na niet ban bijhouden en zelfs slechter bij houdt dan de andere protestantse kerken. Dit nieuws is te meer opvallend omdat de ogen van de andere kerken zich meer en meer op deze kerk richten. Het is duidelijk dat dit jaar in re monstrantse kring het synodale geschrift over de uitverkiezing diepe indruk heeft gemaakt. Het is daar bijzonder goed ontvangen, ook al hebben de remonstranten daar nog heel wat op te zeggen. Zij hebben echter hun medewerking toegezegd en gesprek te komen, n gereformeerde kant blijkt ook de wil gesprek; natuurlijk in de allereerste plaats bij die bepaalde kring die grote sympa thieën heeft voor het werk van de zogenaamde Achttien. Maar ook anderen in gereformeerde kring tonen groter openheid. Het regelmatig con tact tussen de beide moderamina van de gene rale synodes werkt in dit opzicht kennelijk gun stig. Deze vorm van gesprek op het hoogste ni veau van kerkelijke leiding heeft in ieder geval al veel wantrouwen weggenomen. De grootste opwinding is veroorzaakt door de uitgave van een herderlijk schrijven over de kernwapenen. Daarin werd gezocht naar een ant woord voor de wereld. Een radicaal „neen" klonk daarin tegen de atoombommen en de tac tische kernwapenen werden als al te gevaarlijk van de hand gewezen. Het geschrift heeft de pennen in beweging ge bracht. Andere kerken hebben nog geen stand punt ingenomen en het is de vraag of officiële kerkelijke uitspraken te verwachten zijn. Moch ten die komen dan ziet het er nauwelijks naar uit dat het hervormde standpunt gedeeld wordt, tenzij misschien in doopsgezinde en remonstrant se kring. Toch heeft het stuk veel waardering gevon den. maar het lijkt wel alsof er een kloof loopt tussen de kerkelijke theologen en predikanten enerzijds en de kerkelijke politici, van welke partij zij dan ook lid zijn, anderzijds. Het heeft er veel van weg dat zich een kloof begint te openbaren tussen praktijk van de politici en principes van de predikanten en dat is geen ongevaarlijk verschijnsel. Er is voor de her vormden meer dan één reden om 1963 met enige bezorgdheid tegemoet te treden. delijk eens tot een beslissing te komen. Ook hier dus tegenstellin gen. Een kleine groep van predi kanten wijst aansluiting fel af. Een grotere groep wil graag aan sluiten. En daar tussen staan ve len die beslist wel oecumenisch willen voelen en denken, maar toch groter waarde hechten aan het behouden van de eenheid in eigen kring. Op de volgende bonds vergadering komt dit onderwerp opnieuw aan de orde, maar nog zijn de tegengestelde meningen niet verzoend. Opmerkelijk is dat dezelfde pro blematiek ook bij de baptisten weer naar voren komt. Zij zijn officieel lid van de Wereldraad van Kerken. Maar een aantal pre dikanten en meer gemeenteleden hebben toch nog altijd bezwaren tegen dit lidmaatschap. Maar dit nieuwe gesprek over deze mate rie is nog maar nauwelijks begon- (Van onze kerkredactie) De statische kolos van Rome is in beweging gekomen. De Rooms-Katholieke Kerk heeft haar eerste wankele schreden gezet naar een nieuwe toekomst. Heel de protestantse wereld heeft met welhaast ingehouden adem het fenomeen gevolgd. Velen hebben gedacht, dat zij wel weer op haar „Petrus- troon" zou neerzijgen, omdat het lopen haar toch niet zo goed bekwam. Maar na drie inge spannen conciliemaanden is ze nog steeds op de been en is het innerlijk verlangen, om weer „pelgrimerende kerk" te wor den, nog onverflauwd. Nooit is de belangstelling In de protes tantse wereld voor wat zich af speelt achter het „purperen gordijn" zo groot geweest, nu het doek wat is opgegaan en protestantse waarnemers een kijkje kunnen nemen op het toneel en een glimp kunnen opvangen van het beweeg ach ter de coulissen. Protestantse waarnemers in het Vaticaan, in een concilie zelfs! We zijn er al weer aan gewend en toch is het een kléine revolutie. Wie had dat een dertig jaar gele den zelfs maar voor mogelijk ge houden? Het opmerkelijke is, dat zij veel meer gedaan hebben dan alléén maar toekijken, hoe de Va ticaanse kókken hun pap voor hun gelovigen bereiden. Ze hebben in vloed gehad op de besprekingen. Openbaring Toen het rapport van de com missie van de conservatieve kar dinaal Ottaviani over „Openba ring" aan de orde kwam, bleek, dat hierin lijnen doorgetrokken werden, die maar heel aarzelend door het contrareformatorische concilie van Trente waren gelegd. In het rapport werd eenvoudig de openbaring in het Woord van God en in de traditie gelijkgeschakeld als twee grootheden naast elliaar. Was dit rapport aangenomen, dan had de protestant de rooms-katho- liek nooit meer kunnen aanspre ken met het „sola scriptura" het „de bijbel alleen", want alles wat niet op de openbaring van het Woord Gods te gronden was zou de rooms-katholiek met evenveel recht volgens eigen inzicht al thans kunnen gronden op de tra ditie. Rome is er sinds Trente al tijd sterk in geweest, en vooral de Kolos van Rome kwam in beweging Italiaanse curie om met nadruk te stellen, dat wat in de universe le kerk gegroeid was duidelijk een uiting was van de werking van de Heilige Geest. Op de voorgrond Maar toen dit rapport in bespre king kwam, zaten daar duidelijk op de voorgrond, bij het podium van de voorzitter de protestantse waarnemers, als een levende her innering aan het feit, dat daar ook christenen zaten. Zo waren zij immers genoemd door paus Johannes: „Mensen die de naam van Christus op hun voorhoofd en in hun hart dragen!" Zij zaten daar als een levend getuigenis van „sola scriptura" maar tevens als een deel van de universele kerk. Menige bisschop heeft het concilie dan ook er op gewezen dat het rapport van Ottaviani het gesprek met de protestantse we reld ernstig zou bemoeilijken, zo al niet onmogelijk maken. Het gevolg was dat zij bij grote meer derheid duidelijk hebben uitge sproken dat zij deze mogelijke consequentie van Trente niet wens ten te aanvaarden.. Dat wil niet zeggen, dat zij zich van Trente hebben afgekeerd, maar wel, dat zij niet door Willcrt gaan op de weg van Trente en zoeken naar een andere richting. Gelijkgesteld Ook op andere manieren voelde het concilie de aanwezigheid van de waarnemers. Het secretariaat van Bea voor de eenheid der christenen, dat tot commissie ver heven is en daardoor in betekenis gelijkgesteld werd met de tien an dere commissies, heeft niet al leen rooms-katholieke voorstellen voor de vernieuwing van de R.K. Kerk bestudeerd. Bea heeft ook vele protestanten in de gelegen heid gesteld om voorstellen bij zijn secretariaat in te dienen en een aantal van deze voorstellen zijn op de een of andere manier verwerkt in zijn rapport. Vaak hebben de waarnemers de Ibisschoppen ook persoonlijk van advies kunnen dienen. Meer malen kwam een bisschop hun oordeel vragen over bepaalde on derwerpen en maakten zij een dankbaar gebruik van hun inzich ten achter de katheder in de St. Pieter. En nog vaker ging een bisschop naar een waarnemer om al vast een rapport in te zien, dat de rooms-katholieke bisschop pen zelf nog niet in handen had den. De oud-katholieke theoloog prof. dr. J. Maan had alle rap- Terecht heeft kardinaal Bea dan ook gezegd: „Over het alge meen heb ik de indruk dat de waarnemers werkelijk tevreden zijn." De moeilijkheid was dat deze woorden in de pers een ver keerde indruk hebben gewekt. Kranten, vooral in Italië, barst ten los met berichten dat de waarnemers tevreden waren met de uitspraken van het concilie en sommige r.k. bladen zagen de protestantse kerken in gedachten al in drommen naar Rome terug keren. Zo schreef „II Messagge- ro": „De christenen van de ge scheiden kerk zijn met het con cilie zeer tevreden." En de tolk van de waarnemers P. Gustav Weigl, een Amerikaanse jezuïet, wilde al een persconferentie hou den onder het thema: „Het grote enthousiasme van de niet-katho- lieke waarnemers voor het oecu menisch concilie." Gevolg gevolg onmiddellijk bij kardinaal Bea stappen ondernamen om der gelijke Derichten de kop in te drukken. De persconferentie van Weigl werd onmiddellijk afgelast en prof. Oscar Cullmann belegde een druk bezochte persconferen tie waarin hij duidelijk maakte: „Wij verwachten een vernieuwing van het rooms-katholicisme, die ons gesprek met de R.K. Kerk gemakkelijker zal maken. Toch moet men de werkelijkheid recht in de ogen durven kijken: Zélfs als deze voorstellen om tot ver nieuwing te komen worden aan genomen blijft er een belangrijk verschil bestaan tussen ons en het katholicisme. De voorstanders van vernieuwing weten dit. Een hereniging van protestant se of orthodoxe kerken met de R.K. Kerk is nog lang niet in het zicht. De grote vraag van het ogenblik is biet hereniging, maar of de R.K. Kerk zover zal kunnen komen dat er werkelijk een gesprek mogelijk zal zijn. Want een gesprek, of zoals dat tegenwoordig heet een dialoog kan alleen werkelijk gevoerd worden op voet van gelijkheid en het is de vraag of de R.K. Kerk zonder meer al zo ver is. Niet tornen Als de kolos van de troon van zelfgenoegzaamheid opstaat en weer in beweging komt, weer pelgrimerende kerk wordt zoals dat in r.k.-krlngen heet, zal zij beslist vet verliezen. Maar de vraag Is of haar karakter zal ver anderen? Tijdens een Rome-Re- formatie-conferentie op „Kerk en Wereld" heeft de r.k. hoogleraar dr. Jos Lescrauwaet heel duide lijk gesteld, dat hij ln zijn kerk vele veranderingen ziet voltrek ken, maar dat deze geplaatst moeten worden tegen een achter grond van het aanwezige R.K. kerkbesef. Hij wilde op geen en kele wijze tornen aan het prl* maatschap van de paus, alleen ook het ambt van de bisschoppen beter ontwikkeld zien. Hij wilde niet af van de gedachte dat de eenheid van Christus ln de R.K. Kerk te vinden is, alleen die een heid voller zien opbloeien. Het is waar dat de wereldse ..bisschop" sinterklaas ln het se minarie waar hij doceert hem ver wijtend heeft toegevoegd dat hij maar „gematigd progressief" is. Er zijn ongetwijfeld rooms-katho- lieken die verder willen gaan, maar even ongetwijfeld is pro gressiviteit voor de meeste pro testanten lanp niet voldoende aji basis voor een gesprek. Stand van zaken Op de dag dat het concilie be gon hebben wij in onze krant een overzicht gegeven van de stand van zaken. Toen hebben we gewe zen op vele teleurstellende aspec ten van de ontwikkeling in de R.K. Kerk. Wij gaven daarin in zichten weer die wij gevonden hadden bij leidinggevende kerke lijke personen in zowel West- als Oost-Europa, mensen die zeer nauwe relaties hebben met de vooraanstaande rooms-katholieke leiders. Ongetwijfeld heeft het concilie toch meer mogelijkheden van vernieuwing getoond dan op van de kerk enigszins uit haar handen geglipt en terecht geko men bij de progressievere ele menten. Prof. Lescrauwaet zei: Wat eerst de partij was is nu de conservatieve oppositie geworden. Er Is dus zeker sprake van ver nieuwing. Zo zeer zelfs dat vele eenvoudige gelovigen het ma»r nauwelijks bij kunnen houden en 1at Italiaanse bladen helemaal ln verwarring schijnen te komen. Zij wisten altijd zo goed wat ka tholiek was, namelijk wat de cu rie zei. En nu komen daar die De witte mijters van de rooms-katholieke bisschoppen of beter gjf*en°ineens ^e^oo^aan.^*' De wat onder die witte mijters verborgen was hebben voor een groot vraag blijft echter: Verandert deel het kerkelijk nvzuws van het afgelopen jaar bepaald. Uit alle duTene landen van de wereld, met uitzondering van China, kwamen zij in oecumenische kerk, die ligt nog bulten ons gezichtsberelk. r praten over wat God leder Rome bijeen om samen te zoeken naar een nieuwe weg voor hun kerk. i heeft geleerd?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 10