IIË: EEN SCHRIJN VAN
OSTBAARHEDEN
JERUZALEM:
Gast van Koning Hoessein
KERSTB1JLAGE 1962
Onze hoofdredacteur is nog juist vóór het gereedkomen van deze Kerstbijlage 1962 terugge
keerd van een reis naar Jordanië, het land, dat één grote schrijn van historische kostbaarheden
van vele eeuwen is geworden. Hij mocht tijdens die reis ook een interview hebben met Koning
Hoessein. Van dit onderhoud en van zijn reisindrukken vertelt dr. E. Diemer op deze pagina. 1
openheid
ommuurde
stad
JERUZALEM, Jordanië, december.
HET is mijn laatste avond in liet Jordaanse Jeruzalem en zittend in mijn hotelkamer laat
ik nog eens aan mijn geest voorbijgaan allerlei indrukken en belevenissen van deze dagen.
Morgen zal het nog slechts een week geleden zijn, dat, even snel als comfortabel,
even comfortabel als snel, de K.L.M.-machine mij in niet meer dan tien uur van Schiphol via
Rome, Athene en Beirut naar de hoofdstad van Jordanië, Amman, heeft gebracht.
Wat bergt onze eeuw toch een mogelijkheden in zich tot snelle verplaatsing. Nauwelijks nog is
men los van de Hollandse mist en vochtigheid, of men bevindt zich in een laud waar elke drup
pel regen hoogst welkom is. De belangstellingssfeer van de hedendaagse mens wordt wel steeds
groter. Eens moesten wij volstaan met ons in het algetrokkene een beeld te vormen van „het
Heilige Land". Thans echter is het ons gegund met eigen ogen te schouwen waar eens heel die
geschiedenis zich voltrok die ons uit de Bijbel vertrouwd is geworden.
aan, hoe een zeker schrijver Jor
danië beschreven had als een
museum boven de grond. De Ko
ning kwam dit als een zeer juiste
aanduiding voor, aangezien het
koninkrijk Jordanië misschien de
grootste verzameling historische
plaatsen binnen zijn grenzen bergt
alsook andere herinneringen, die
alle, zo zei hij. betrekking hebben
op ons oude verleden en op on
ze godsdienstige overtuigingen de
Voor het toerisme zag de Ko
ning bij deze rijkdom aan histo
rische overblijfsels en plaatsen tal
van mogelijkheden. Zelf noemde
hij voor mij. zich daarbij ken
nelijk beperkingen opleggend, de
prachtige Romeinse stad Jerash
door de Koning terecht ge
noemd misschien een van de
best bewaarde overblijfsels van
een Romeinse provinciestad in het
gehele gebied dan Petra, de
oude rotsstad van het geheimzin
nige volk der Nabateeërs, ver in
het zuiden, welk volk alle han
delswegen in het Midden-Oosten
onder zijn gezag had, van de ha
vens der Rode Zee tot Damascus.
Men zou, meende de Koning,
bijna zonder ophouden kunnen
blijven spreken van de schatten
van Jordanië, waarbij bij ech
ter nader noemde de vermaarde
opgravingen van de plaats Qum-
bij de Dode Zee, waar ook de delijk
O zeker, naar ons gevoelen
heeft de christen geen behoefte
aan speciale bedevaartsoorden. Hij
„plaatst" zijn God niet ergens",
maar weet Hem overal. Hij weet
Hem overal ook bereikbaar in het
gebed. Er is eens een weg ont
sloten, en die weg is waar het
geloof is en het gebed.
Maar leeft in ons allen toch niet
ook de hunkering om eens daar
te zijn waarvan wij sinds onze
prille jeugd hebben horen vertel
len, waarvan wij bij het opgroei
en hebben gelezen? Dit is het land
van het eens verkoren volk. Hier
werkte God op bijzondere wijze.
Hier openbaarde Hij zich. Hier
leefden de aartsvaders, de richte-
ren. de koningen, de profeten. Bo
venal, hier daalde de Godszoon
neer als een mensenkind, lag Hij
in de kribbe als een kind, speel
de Hij op de straat als een jon
gen. Hier verichtte Hij ?ijn won
derdaden. Hier ook leed en stierf
Hij voor ons, liet Hij zich leggen
m een graf. Hier herrees Hij won
derbaar en maakte voor het nieu
we leven de ruimste baan.
Rijk aan historie
als h.
Toen anders
zich op aan wie hier staat op de
ze plaats buiten de oostelijke
muur. Aan de overzijde van het
Kidrondal verrees de Olijfberg,
Zou het Jeruzalem van toen 7.0- vanwaar de Christus ten hemel
veel anders zijn geweest als het ging. En zoals aan deze zijde van
Jeruzalem vaii onze dagen? Het het dal, tegen de stadshelling, de
valt nauwelijks aan te nemen, graven liggen der Mohammekda^
Nóg wees men mij het gerechts
gebouw van Pilatus, nóg toonde
P. v., klaar. Hij hechtte
beroemde handschriften zijn gc- aan. uitdrukking te geven aan
vonden, dan de zoals de Ko- grootst mogelijke respect van 2
mng het uitdrukte fantastische regering en volk voor het volk 1
Dode Zee zelf. de vallei van Je- Nederland
richo kortom, samenvattend
Welk een herinneringen dringen alle plaatsen die op de reiziger uit
"rerre landen wel een bijzondere
antrekkingskracht moeten oefe-
------ gevoe- ua -nTamaiuc-iana;
jboven aiies moed
Herinneringen
Moed en kracht
in de onmiddellijke nabijheid
hun heilige moskee, eens de
Is van Israëls tempel
gen, door de Romeinse soldaten 'k daar in het Kidrondal, aan de
gemaakt voor hun dobbelspel. En voet van de Olijfberg, de graven
toen ik een jongen, door zijn van vele christenen, elk met een
vriendjes geplaagd, met een eenvoudig, zwart houten kruis,
„yaba, yaba" om zijn vader hoor- wachtende de wederkomst
de roepen, moest ik eraan den
ken, hoe eens. in de diepte van
Zijn lijden en in omstandigheden,
onvergelijkelijk erger dan van
deze jongen, onze Heer óók geroe- Kon men zich een plek denken,
pen liad Zijn „Abba, Vader". anders dan daar buiten de oos
telijke muur, die méér nog dan
Ik had de plaatsen gezien die deze een saamballing was van in-
naar de tradities moeten worden drukken en herinnering? Hier
aangemerkt als de kruisheuvel en toch golfden de eeuwen aan. van
het graf. Eens lagen ze buiten Abraham naar David, vai
de stad; in het Jeruzalem van mo naar Jesaja en Jeremi
vandaag liggen ze binnen de mu- Jezus en Paulus,
En ik had mijn
die verdienen i_
den opgespoord, en hij deed gaar
ne een beroep op de vrienden yan
zijn land van overal ter wereld
om daarbij behulpzaam te zijn.
Heer. Da;
van het lijden, Gethsem:
met olijfboi
ouderdom.
Ook in het moderne Jordanië wil- van het klimaat doet denken
de hij een museum boven de de problemen, waarvoor men
lag ook de hof zelf grond zien, en wel in de vastbe- Nederland is komen te staan.
- slotenheid van zijn volk om
het land een model te maken
een moderne staat.
Verdraagzaamheid
histo- moeilijk kunnen onderdrukken
of zij w'Jze waarop, stellig
bedoeling, deze plaatsen
door luister waren bemanteld. Zou
hun spraak niet sterker zijn ge
weest. indien zij gelaten waren
in de sobere, maar daardoor te
aangrijpender staat
Maar was dit wel het Golgotha,
was dit wel het graf? Men had
mij buiten de muren een ander
Vanmiddag nog heb ik het wel Golgotha ^gew€
is Jeruzalem maar één plaats,
zij het wellicht de overdadigste,
waarnaar de belangstelling
reiziger trekt. Telkens immers
krijgt men het gevoel, alsof het
land Jordanië één schrijn Is van
kostbaarheden.
staande buiten de der graf, het laatste liggend r
oostelijke stadsmuur. Urenlang
had ik gezworven door de oude
stad, had ondergaan de sfeer van
de smalle maar overvolle straat
jes. Geen rijverkeer. Maar voet
gangers des te meer. En tussen
hen de zwaarbeladen.
die als vanzelf tot peinzen
noodt en waar thans nog de plan
ten geuren als waaruit eens de
zalf voor de Heer werd bereid. De
evangelist Mattar, een man die
zijn leven heeft gewijd aan Chris
tus. houdt er met toewijding en
Koning Hoessein
voortsjouwende
Ik had gewandeld langs de hon
derden winkeltjes, vrijwel alle
zonder voorgevel, zodat de goe
deren wel zeer open waren uitge
stald. Alle levensmiddelen lagen
er voor het grijpen. Men bakte er
en kookte, en er hing één en al
penetrante geur. Ternauwernood
had ik kunnen weerstand bieden
aan de dringende uitnodiging van
tientallen kooplieden om voor en
kele ogenblikken in hun winkel de
gast te zijn. Zwicht men echter,
dan is men een verloren man
zo zeer weet de koopman in Je
ruzalem aan te prijzen. Zozeer
ook heeft hij zijn waren geprijsd
dat het een genot is erop af te
dingen. Nederlandse eigenschap-
Dat was het ook, wat Koning
de Hoessein beklemtoonde, toen hij
mij tijdens mijn bezoek aan dit
land de eer aandeed van een
ontvangst. Het was mij bekend 4
hoezeer de Koning belang hecht zag hij het als de gaarne aan- moest hebben
bevordering van het toeris- J"
Toegegeven, dit laatste Golgotha me Vriendelijk ontvangen
dUle°°niet mere Maar* "het* harf het koninklijk paleis in
spreekt óók een taal, en het hoofdstad Amman, stelde ik
zegt indleu dit niet de plaatsen dan ook m deze richting mijn
zelf mochten zijn. dan toch laat eerste vraag.
zich hier bij uitstek de vrede
den, die Jezus eens verwierf.
Geen reiziger naar Jeruzalem, of
hij neme een bezoek aan dit
Golgotha, aan dit graf, op in zijn
program.
Maar ik stond dan buiten de
oostelijke muur, onder de indruk
nog van wat ik geproefd had van
het Jeruzalem van thans en van
weleer. Hoog rees de muur op
achter mij. Was het wonder, dat
de discipelen in hun kinder-
Het antwoord van de Koning
was even aanmoedigend als uit
nodigend. Hij herinnerde mij er-
de Jordaani
moest denken aan wat er staat in
de Spreuken Slecht! Slecht! zegt
de koper, maar als hij weggaat, de Heer
dan beroemt hij zich". sta(j n,et
Openheid
itigen? „Meesti
velke gebouwen Maar
1st, dat haar sterkte de
)u kunnen baten.
De poort in mijn nabijheid was
die, genoemd naar Stefanus en
reeds daarom de herinnering vast
houdend aan deze vroege christen
held des geloofs. Iets verder de
dichtgemetselde Gouden
Poort. Er ligt hier langs de
Islamitische begraaf-
oudige ste
nen, in ovaalvorm geschikt, en ik
wandelde er door heen.
Maar spoedig moest ik wel stil
staan. geboeid door hetgeen ik
zag. I11 de diepte beneden mij
lag het Kidrondal. hetzelfde waar
over eens David vluchtte voor zijn
zoon Absalom, maar ook hetzelf
de waardoor eens de Heer ging.
nog met zijn discipelen, naar Zijn
eenzaam lijden in Gethsemané.
Ietwat meer ten zuiden, ten
zuiden ook van de huidige stad.
zag ik de plaats waar de oude Da-
vidsstad moest hebben gelegen.
Daar is de strijd geleverd, waar
van wij lezen in 2 Samuel 5, die
David door list in het bezit brachi
van de burcht Sion. Zou de wa
tergang, waarvan wij daar lezen,
dezelfde zijn als het badwater Sl-
beurf heb loam- waar eens de Heer Zijn
wonder deed? Of dateert het
badwater uit de dagen der latere
koningen, van wie wij immers le
zen dat ook zij aan dc aanleg van
waterwerken hun aandacht heb
ben gegeven?
Ook had ik er de plaats gezien,
waar eens. naar opgravingen uit
de latere jaren, het paleis van
Kajafas moet hebben gestaan. En
ik heb er gezien de akker des
bloeds, waarvan immers de naam
verbonden is aan het verraad door
Judas van onze Heer.
Jeruzalem Is een stad, door mu
ren omsloten, maar het ka-n nici
worden ontkend, dat binnen de
ze beslotenheid de nodige open
held wordt betracht. De Jorda
"'fr ™rto«rt °l>«» plaats, meestal
vriendelijk, mededeelzaam, opge
wekt, ontvankelijk en openhartig.
Het heeft me geen moeite ge
kost, velen aan de praat te krij
gen. Een zekere vrijmoedigheid
kan liun niet worden ontzegd. Het
moge een oud volk zijn, maar
het leeft in een jong en trots
staatsverband, en dat is het wal
het ook wel weten wil.
Enkele Jordaanse knapen had
den me aangeschoten. Ze liepen
op straat uit hun boeken te le
ren. Het examen stond blijkbaar
voor de deur. en dan komt hel
erop aan. Maar er ontging hen
weinig van wat rondom gebeur
de en in mij herkenden ze ge
makkelijk de vreemdeling. Dat
was een kans. en nu wilden ze
van mij de uitspraak van wat En
gelse woorden. Op mijn
ik mij met toewijding aan dit
examen onderworpen en hoop nu
maar op een voor deze knapen
niet al te ongunstig resultaat.
Door de straten dan van dit
oude en zich altijd weer vernau
wende Jeruzalem had ik gedoold
'k had de opgravingen gezien
an het badhuis Bethesda met zijn
ijf zuilengangen, hetzelfde waar
van wij lezen in Johannes 5 en
waar Jezus op de sabbat de man
genezen had die acht en dertig
jaren lang ziek was geweest.
Tijdens zijn recente reis naar Jordanië
werd onze hoofdredacteur in het koninklijk
paleis in de hoofdstad Amman in audiëntie
ontvangen door koning Hoessein. De Koning
verzekerde tijdens dit onderhoud o.m. dat
zijn land weliswaar een „museum boven
de grond" genoemd mag worden, maar dat
hij er met zijn volk tevens op uit is van het
land het model te maken van een moderne
staat. Koning Hoessein verklaarde ook met
nadruk, dat de heilige plaatsen in Jordanië
niet slechts zijn land toekwamen, maar aan
de volken en godsdiensten van de wereld.
Andere punten uit het gesprek zijn in de im
pressies op deze pagina verweven. Een vol
gende publicatie zal nader betrekking heb
ben op het Jordanië van vandaag.
Jerash belangwekkend, want het
behoorde tot de Decapolis, waar
van wij lezen dat menigten daar
van Christus volgden.
Rotsstad
kracht. In voorbije jaren heb
ben we, vervolgde hij, kennis ge
nomen van, en eerbied gekregen
voor, de eigenschappen, die het
Nederlandse volk aan de dag
heeft gelegd in zijn strijd tegen
Echter wenste de Koning aan natuurkrachten. Wij hier, aldus de
ijn beschrijving van Jordanië als Koning, hebben andere, maar ver
en museum toch wel met nadruk gelijkbare problemen, en onze
déze opmerking toe te voegen; strijd tegen de omstandigheden
Mijn wens voor het Koninklijk
Gezin in Nederland, voor regering
en volk. aldus besloot de koning,
is, dat deze wereld, die geduren
de zovele jaren verscjieurd is door
conflict en misverstand, mag leren
in vrede te leven, zulks ten bate
van heel de mensheid.
Mijn volgende vraag had betrek-
üier «mg op de godsdienstige ver
van draagzaamheid binnen zijn ook in
Salo- godsdienstige overtuigingen zo Ik z'e- zei hij nog, gaarne de
van geschakeerde land. De Koning komst van meer bezoekers van
van antwoordde, zich volledig bewust Nederland tegemoet, zoals ik,
vaar- te z'in van do verplichtingen die voegde hij eraan toe, ook hoop,
dit hem oplegde. We realiseren dat meer mensen uit Jordanië uw
ons. zei hij, dat wij in dit ko- mooie land zullen bezoeken. Zo
ninkrijk de bewakers zijn van de immers zal er beter begrip ont-
heiligste plaatsen van alle grote staan tussen volken en staten en
monotheïstische godsdiensten, en zo zal de vrede, deze gezegende
hoewel Jordanië in wezen een Is- staat waarnaar wij allen streven,
in de lamitische staat is, achten wij het de betrekkingen tussen de men-
trots, zei hij, de heilige plaat- sen beheersen.
dierbaar aan allen die in God Tot zover de Koning tijdens het
geloven, veilig te bewaren en te bezoek, de eer waarvan hij mij
beschermen. vergunde. En inderdaad.
De Koning zag het zó, dat de schrijn van kostbaarheden lijkt
heilige plaatsen in Jordanië niet Jordanië. En uit schier alle tijd
slechts zijn land toekwamen, maar en eeuw. Toen ik te Amman de
aan de volken en godsdiensten van eerste morgen wakker werd, de
de wereld. Daarom wenste hij vorige dag na het vallen van de
ook geen misbruik te maken van avond aangekomen, ontdekte ik
onderscheidene godsdienstige recht voor mijn hotelkamer een
overtuigingen, zoals deze in de compleet Romeins amfitheater, zó
wereld worden gevonden. Liever nabij dat men bijna het gevoel
- hij het als de gaarne aan- moest hebben van op het toneel
vaarde verplichting van zijn volk, te hebben geslapen. Ik begreep
deze monumenten van geloofs- terstond: in een land als dit zal
overtuiging zowel voor de huidige men steeds als met de neus op de
als voor toekomstige generaties te oudheid worden gedrukt,
beschermen. Niet anders was liet met het
In mijn laatste vraag meende ik reeds door de Koning genoemde
de aandacht van de Koning te mo- Jerash, een vrijwel complete Ro-
gen richten op de betrekkingen in meinse stad, met triomfboog, met
Heel anders, maar niet minder
gigantisch, het Petra, de rotsstad
ver in het zuiden. Wellicht is dit
„het gebergte van Esau" waar
van wij lezen in de profetie van
Obadja. Een tocht van vier uur
per auto had het mij gekost om
in de nabijheid te komen, maar de
laatste kilometers moesten te
paard worden afgelegd door nau
we bergkloven. Het pad kronkel
de door de rotsgevaarten, totdat
onvergetelijk mooi door de
laatste spleet plotseling de eer
ste graftempel zichtbaar werd.
Men raakt trouwens bij het zien
yan de oudheden wel onder de
indruk van de eerbied die. al die
eeuwen door, de doden is toege
dragen.
Dan Jericho, de stad waarvan
wij wetdn dat zij. hoe machtig
ommuurd zij wezen mocht, door
een wonder Gods in handen viel
van liet oprukkende volk. Jericho
naar men aanneemt de oudste
stad ter wereld en van een ge
duchte ouderdom reeds toen Jo-
zua de trompet stak. Thans is het
een grauwe heuvel aan de voet
van een berg waarin men de berg
der verzoeking van de Here Jezus
meent te zien. Een grauwe heu
vel, dit Jericho, waarvan de ge
deeltelijke ontgraving echter reeds
schatten aan kennis van lang ver
vlogen tijden heeft blootgelegd.
Ook Qumran, de ver weg in de
omgeving van de Dode Zee gele
gen plaats, eens in de bange da
gen van vreemde overheersing
een toevluchtsoord voor de sekte
der Essener. wier afschriften van
bijbel- en andere boeken in moei
lijk bereikbare bergholen werden
verborgen, om eerst weer in on
ze tijd te worden gevonden. Mijn
gids noodde mij, hem naar een
van de grotten te volgen. Bijna
gelukte het me. maar voortijdig
werd het mij. dc zoon van het
bergloze lage land, toch te mach
tig. De wetenschap dat er althans
in deze grot toch niets meer ie
vinden zou zijn werkte bovendien
weinig animerend...
Maar keren we ten slotte tot de
Jezus' eigen
plaatsen
herinnering
omwandeling,
noem ik nog. Een
maria met het overblijfsel van
het eigenaardige volk der Sama
ritanen. kleurige priesters die niet
lui bleken om hun schat aan oude
bijbelrollen te tonen, met ook de
Jacobsbron, waarvan Johannes ons
in zijn evangelie de altijd diep
treffende geschiedenis vertelt van
het gesprek, dat eens Jezus er
vrou^6 me* Samaritaanse
Bethlehem
En dan Bethlehem. Mag ik zeg
gen, dat de plaats van dc geboor
te mij minder toesprak dan het
veld waarop eens de herders de
engelenzang hoorden en waar uü
nog de bezoeker dc diepe grot
wordt gewezen waarin zij hun
schaapjes onderdak verleenden,
stellig ook in die blüde nacht, toen
zij zich mochten haasten om het
geboren Kind te aanbidden?
Wat ik hier verteld heb is niets
dan een greep uit mijn herinne
ring pn belevenis. Hoe spoedig
moet ook de verteller het gevoel
hebben, dat zijn verhaal bij de
belevenis ten achter blijft.
Geen nood. want wij leven in
een eeuw waarin de wereld,
meer dan in welke eeuw ook,
ontsloten wordt, waarin verbin
dingen worden gelegd tussen
volk en volk. tussen land en
land. En men behoeft niet lan
ger te volstaan met het kennis
nemen van anderer reisverhaal.
Straks brengt dezelfde K.L.M.
mij weer, even snel en gerie
felijk. terug naar het lage land
aan de verre zee. maar ik heb
de indruk dat zij zich gereed
houdt om velen te doen delen
tn de mogelijkheden die onze
tijd biedt, mogelijkheden om
met eigen oog tc zien en om
te voelen met het eigen hart.
Het Heilige Land is ons dier
baar als het land waarmede
God bijzondere bemoeienis
heeft willen hebben voor heel
de wereld, het land waarin,
over Efratha's velden, eens dè
Ster van God is opgegaan.
D.
En dan Bethlehem, eet, stad. die mij minder toesprak dan het veld,
waarop eens de herders de engelenzang hoorden