Chr. aannemers willen orde op zaken stellen Hoogleraren V.U. pleiten voor pater Van Kilsdonk O, denneboom! Een kanttekening Een woord voor vandaag Mammoetwet garandeert vrijheid van onderwijs Bedrijfschap of vakraad f 2 min. voor bouwresearch 2 DONDERDAG 20 DECEMBER 1962 WINSTDELING VOOR VOETLICHT jQEZE week hebben we kunnen lezen, dat de drie gTote vakcentrales (CNV - KAB - NVV) een program van actie voorbereiden voor de in voering van winstdeling in de bedrijven. Hierdoor wordt een stelsel voor het voetlicht gebracht, dat weliswaar oude papieren heeft, maar waaraan ondanks de geleidelijke opmars niet zo heel veel aandacht werd besteed. Toegegeven, nog kort geleden is er te Winterswijk onder de werknemers in de textielindustrie deining geweest over het uitblijven van een uitkering uit de winst. Het is ook een feit, dat er in ons land een aantal winstdelings- regelingen bestaan (de oudste dateert zelfs van 1874), maar van een bloeiend leven kunnen wij toch nog niet spreken. Niet ieder zal duidelijk voor de geest staan, wat winstdeling nu precies is. Zo moet het stelsel niet verward worden met het premiestelsel, dat de hoogte van het loon afhankelijk maakt van de geleverde prestatie. Maar winstdeling is oor niet hetzelfde als een gratificatie, hoewel een gratificatie op een winst deling kan lijken, als zij verband houdt met de gemaakte winst. En hier komen wij dan automatisch aan het begrip winstdeling. Om dit duidelijk te maken, knopen wij aan bij de definitie, die een staatscommissie een tiental jaren geleden in zijn rapport „Het vraagstuk van de winstdeling" heeft gegeven. Zonder nu in dezelfde juridische formulering te vervallen, kunnen wij zeggen, dat winstdeling een stelsel is, waarbij een werknemer op grond van een reglement aanspraak op een deel van de winst kan maken. Als een gratificatie dus niet op zo'n reglement berust, kan niet van winstdeling worden gesproken. Zo op het oog is het begrip winstdeling nogal eenvoudig. Wij moeten dan echter wel precies weten wat onder winst wordt verstaan, omdat hier nogal wat voetangels en klemmen liggen. De staatscommissie zegt hierover: het netto overschot boven alle kosten en inhoudingen, die naar goed koopmans- gebruik in de onderneming moeten worden aangewend om het produktie- apparaat in stand te houden en uit te breiden. Van winst kunnen wij dus pas spreken, als eerst een normale rente op het vreemde en eigen kapitaal en een normale beloning voor de ondernemers- arbeid is afgetrokken. Maar ook blijkt uit de formulering, dat bovendien eerst de bedragen moeten worden afgetrokken, nodig voor vervanging en uitbreiding van het bedrijf. In feite krijgen de werknemers volgens deze opvatting dus een aandeel in de overwinst. Op dit punt is zeer wel verschil van mening mogelijk. Bij een normaal ondernemingsbeleid wordt afgeschreven en gereserveerd om te zijner tijd betere en indien nodig meer machines, gereedschappen, transport materiaal en andere kapitaalgoederen te kunnen aanschaffen. Met andere woorden, een deel van de winst wordt bewust ingehouden om hiermee ge heel of gedeeltelijk nieuwe investeringen te kunnen financieren. Hoe groter jlieke studenten die aan de V.U, nu die interne financiering, hoe kleiner de overwinst en hoe kleiner het studeren. In een telegram aan ,J\lciatregel zou vertrouwen schaden Wil bisschop eventuele maatregel tegen pater Van Kilsdonk, die zij hebben leren kenenn als een beginselvast katholiek pries ter, zou naar de overtuiging van on dergetekenden het groeiende vertrou wen tussen de kerken in Nederland rustige schade toebrengen." Het telegram was verder ondertekend door dr. J. H. Bavinck, prof. dr. J. v. d. Berg, prof. dr. H. Dooyeweerd, prof. dr. G. A. Lindeboom, prof. dr. G. E Meu- leman, mevrouw prof. dr. G. H. J. van Nog altijd heeft de rooms-ka- der Molen. prof. dr. G. den Otter en tholieke bisschop van Haarlem, Pr°f- dr-, R- Schippers. Van Dodewaard, niet besloten' P «"""-am van met beslissing wachten (Van onze kerkredactie) wat er nu met de Amsterdamse studentenpater, Van Kilsdonk moet gebeuren. Maar zijn secre tariaat heeft al wel bevestigd dat er steeds meer brieven binnen ko men die op deze kwestie betrek king hebben. Ook negen hooglera ren aan de Vrije Universiteit heb ben zich achter Van Kilsdonk ge steld. Deze is de geestelijk ver zorger ook van de rooms-katho- winstaandeel. Do vakcentrales, die een actieprogramma willen ontwerpen, denken nu eveneens aan een aandeel voor de werknemers in die voor investeringen be stemde winst. Wij kunnen er zeker van zijn, dat er juist op dit punt nog geheel afgezien van het feit of een onderneming in principe voor winstdeling voelt strijd zal komen. Men kan over winstdeling lang filosoferen. Er zitten bv. verschillende ethische aspecten aan het stelsel, die verschillen al naar men van bepaalde opvattingen uitgaat. Maar ook over de economische aspecten kan lang en breed gedebatteerd worden. Strikt economisch, vanuit het standpunt van de onderneming ge redeneerd, is er voor winstdeling weinig plaats. Maar dit wil niet zeggen, dat niet reeds op billijkheidsgronden een winstdeling aanbeveling zou ver dienen. Als argument voor het stelsel wordt ook wel aangevoerd, dat het een prikkel voor de produktie vormt, dat het sparen hierdoor wordt gestimuleerd en dat het goed is om een verstarring van de produktiekosten te voorkomen: liever winstdeling aan het eind van het jaar dan een loonsverhoging die later moeilijk ongedaan gemaakt kan worden. En tot slot zijn er dan nog de sociale aspecten. Winstdeling kan worden ingevoerd om het saamhorigheidsgevoel binnen de onderneming te ver sterken, maar ook om de sociale zekerheid te vergroten. Men ziet het, er zijn tal van argumenten, die zowel voor maar ook tegen de winstdeling kunnen worden aangevoerd. Toch geloven wij te kunnen zeggen, dat het aantal ondernemingen met een gereglementeerde winstdellng toe neemt. Regelmatig worden er bij het College van Rijksbcmiddelaars, waaraan in verband met de loonpolitieke gevolgen toestemming voor invoering moet worden gevraagd, aanvragen ingediend. Winstdeling moet verband houden met de winst. Dit betekent dus, dat bij een schommelende winst (om van verlies maar niet te spreken) ook het aandeel van de werknemer moet schommelen. En hier nu zien wij vaak een inbreuk op hei principe. Om teleurstellingen te voorkomen (men rekent op de uitkering) hebben verschillende onder- nemingen-met-een-winstdeling een reservefonds gevormd. Hieruit kan geput worden, als het winstaandeel door een daling van de winst beneden een bepaald percentage van het jaarloon zou komen te liggen. In wezen is hier sprake van een nivellering van het winstaandeel. Er is over winstdeling zeer veel te zeggen. Niet alleen over het waarom, maar ook over het hoe: welk percentage van het jaarloon, in geld, in perso- neelscertificaten, in aandeeltjes, in kleine obligaties, bijgeschreven op een spaarrekening (waarvoor thans tot ƒ390 een fiscale vrijstelling bestaat), als deel van de overwinst, gebaseerd op het dividend aan aandeelhouders. Kortom, aan het vraagstuk zitten tal van kanten, waarop wij hier even het licht hebben laten vallen in verband met de activiteit die de vakcentrales gaan ontplooien. Het telegram van deze hoogleraren is een unicum in de Nederlandse kerkge schiedenis en opnieuw een bewijs dat de kerken, ook de protestantse kerken in betrekking tot de Rooms Katholieke Kerk, meer aandacht en zorg voor el kaar gaan krijgen. Het is ook weer een nieuw bewijs dat conflicten die zich af spelen binnen een bepaalde kerk. ook onmiddellijk hun invloed doen voelen ten opzichte van de tussen-kerkelijke ver houdingen. Gesprek kardinaal Alfrink en aan bisschop Van Dodewaard hebben zij hun verontrusting kenbaar gemaakt, Een van de ondertekenaren is prof. dr. G. C. Berkouwer die als gast de zitting van het Vati caans concilie heeft bijgewoond. In het telegram zeggen de negen hoogleraren: Ondergetekenden heb ben met verontrusting kennis geno men van de dreigende maatregelen betredende pater J. van Kilsdonk. Het is hun een behoefte des harten om, met gepaste eerbied en vertrouwen deze verontrusting kenbaar te maken Belangrijker is evenwel voor pater Van Kilsdonk waarschijnlijk het bezoek dat pater J. Westermann aan de bis schop van Haarlem heeft gebracht. De ze is de provinciaal van de Jezuïeten, de orde waartoe Van Kilsdonk behoort. Wat tussen hen beiden besproken is, werd niet bekend gemaakt, maar in rooms-katholieke kringen leeft de ver wachting dat de bisschop van Haarlem voorlopig althans geen beslissing zal men en dat hij de zaak in de komen de maanden persoonlijk zal willen be spreken met de mensen van het zoge naamde heilige officie. Dat kan gemak kelijk, omdat bisschop Van Dodewaard lid is van de theologische commissie van kardinaal Ottaviani en voor besprekin gen geregeld in Rome moet zijn. De brief van het heilig officie, waarin aan bisschop Van Dodewaard gevraagd werd om maatregelen tegen pater Van Kilsdonk te nemen heeft Het licht schijnt in de duisternis. Als de Joden uit Jeruzalem priesters en Levieten tot Johannes zonden om hem te vragen: Wie zijt gij?, antwoordt hij: Ik ben de stem van een die roept in de woestijn: Maakt recht de weg des Heren Om even bij dat roepende in de woestijn" te blijven: hoe vaak voelen we onszelf, zoals Johannes. Thuis, als we geen bijval voor onze mening krijgen. Op het werk, als we denken, dat we tekort gedaan zijn. Er wordt niet naar ons geluisterd. Maar luisteren we zelf wel? Laten we Christus in ons eigen leven niet dikwijls alleen staan? En zijn we zelf wel altijd bereid naar de ander te luisteren? Maakt recht de weg des Heren. Wij zijn van onszelf overtuigd, dat we daar stuk voor stuk en ieder uur mee bezig zijn. We weten echter bij alles wat we doen, heel diep in ons binnenste, dat we misschien wel ons best doen, maar telkens weer op nieuw struikelen. Als we dan bij dat struikelen en vallen en opstaan maar willen zien, dat het licht ook voor ons in de duisternis schijnt, dan hebben we een houvast. Een houvast, dat belangrijk is als we ons eenzaam en verlaten voelen, als een roepende in de woestijn Minister Cals tot Eerste Kamer de kardinaal-aartsbisschop en de bisschop van Haarlem en aan het gehele Nederlandse episcopaat. Een WITTE PIJNSTILLER Een maand gaat vlug! Stop dat opzien naar nare dagen met WITTE KRUIS, (poeders, tablet ten of cachetsl) De Salicyl-vrije pijn stiller, die géén maag klachten veroorzaakt! Houding NAPB scherp afgeivezen krant meldt namelijk dat deskundigen in het kerkrecht medegedeeld hebben dat er geen enkele kerkelijke jurispru dentie is'voor een monitum van de in houd zoals dit nu aan de bisschop van Haarlem door hef officie werd gezonden. Bevelen De congregatie van het heilig officie is een instantie ingesteld door het con cilie van Trente ter bewaking van de rechtzinnigheid. Het heeft zich sinds dien ontwikkeld als een officiële kerke lijke rechtsinstantie, zonder dat het kerkelijk wetboek aan deze ontwikkeling duidelijk is aangepast. In de praktijk hadden de vermaningen van het officie steeds de kracht van bevelen aan de bisschoppen.. Op de achtergrond van dé kwestie- Van Kilsdonk gaaf het in weoen nu eigen lijk al niet "meer om de vraag, wat er met hem gaat gebeuren. Een veel be langrijker conflict komt nu naar voren, namelijk tussen het centralistisch ro- meinse gezag van de curie en het ge zag van de plaatselijke bisschop. Hier wreekt zich opnieuw het feit dat het concilie van het Vaticaan I vroegtijdig werd afgebroken. Dat immers had wel een uitspraak gedaan over het primaat schap van de paus, maar was niet toegekomen aan een uitspraak het gezag van de plaatselijke bis schoppen en de onderlinge verhouding van paus en de bisschoppen. Het op merkelijke is dat juist de theologische commissie, waarvan dus bisschop Van Dodewaard lid is, zich ondermeer met die vraag moet bezig houden. Meningsuiting En het gaat tevens om de vraag of binnen de Rooms Katholieke Kerk PATER J. VAN KILSDONK een vrije meningsuiting mogelijk is, om de mondigheid van het lid en van de lagere geestelijkheid. Juist daarom hebben de rooms-katholieke studenten van Amsterdam gisteren nog een dringend beroep gedaan op de bis schop van Haarlem om geen directe beslissing te nemen „die tragisch zou uitvallen zowel voor de persoon in kwestie als voor de gemeenschap van katholieke studenten. Wij menen u (Lat te moeten vragen nu respect voor de eerlijke gewetensovertuiging van het individu en de waarde van Van Kilsdonks arbeid onder ons in het ge ding schijnen te komen." Ds. J. P. Meyering overleden Het hoofdbestuur van de Ned, Chr. Aannemers- en Bouwvakpa troonsbond is ernstig bezorgd over de beschamende positie, waarin thans het bouwbedrijf or- miljoenste na-oorlogse woning In Zwolle. Het leek hier meer een manifestatie van de overheid dan van het bouwbedrijf. Aan deze opsomming verbond de heer Aantjes de conclusie, dat er op korte termijn In de bouw een goed georgani seerd centraal orgaan zal moeten ko- ren. (Van onze soc.-econ. redactie) Dc aannemers zullen een extra bij drage gaan betalen ter financiering van de research in het bouwbedrijf. In be ginsel is overeengekomen, dat iedere werkgever ln het bouwbedrijf 4 cent per vacantiebon zal afstaan voor de re search, die nog steeds niet van de grond is gekomen. Deze bijdrage zal uiteraard van geen betekenis zijn voor de berekening van het loon van de bouwvakarbeiders. De ledenvergadering van de Ned. Chr. Aan nemers- en Bouwvakpatroonsbond stem de hiermee gisteren te Utrecht in. AU uitdrukkelijke voorwaarde werd echter gesteld, dat deze bijdrage alleen be taald zal worden, indien ook de andere aannemersorganisaties positief reage- ganisatorisch verkeert. Mr. J. /Van onze soc.-econ. redactie) men. dat in staat is de thans steeds Aantjes. algemeen secretaris van «ordende achterstand ten opzien de bond, zette gistermiddag in d«i ledenvergadering te Utrecht uit een, dat het bouwbedrijf eindelijk orde op zaken dient te stellen. Of het tot een publiekrechtelijk be drijfschap of tot een privaatrech telijke vakraad zal moeten komen, wilde de heer Aantjes niet be slissen. Daarover zullen leden en hoofdbestuur op korte termijn een j ontstellend gebrek f tV .„J voorlichting. Ook c beslissing moeten nemen. Dat net,)anperp termiin mersbonden tot stand moeten komen. Mr. J. A. Oosterhoff, adjunct-secretaris van de N.C A.B. verdedigde deze nood zakelijkheid op principiële en historische gronden. Klachten echter inderdaad nodig is, dat er I duidelijke snel gehandeld wordt, illustreerde de heer Aantjes aan de hand van tal van tekortkomingen. Hij gaf tc verstaan, dat het nu al heel wat moeilijker zal zijn een bedrijfschap in te stellen dan tien jaar geleden. Het aantal organisaties is namelijk gegroeid van 6 tot meer dan 10. wat de samen stelling van een bedrijfschapsbestuur aanzienlijk moeilijker heeft gemaakt. De grote verdeeldheid en gespleten heid binnen het bouwoedrijf noemde mr. Aantjes een van de voornaamste oorzaken van het achterblijven van de bouw op velerlei terrein. Het liikt er wel op, of er langs privaatrechtelijke weg in de bouw niet veel meer te bereiken is. Het belangrijkste samenwerkingsor gaan aan aannemerszijde heeft name lijk de laatste tijd zijn onvermogen dui delijk gedemonstreerd. Enkele jaren ge leden werd de N.C.A.B. uit de Raad van Bestuur Bouwbedrijf gezet en thans is de algemene aannemersbond, de N.A.P.B., hier eigenmachtig uitgelo pen. De samenwerking zal echter niet al leen tussen de aannemers onderling maar ook samen met de drie werkne- Het nog steeds bestaande gebrek saamhorigheid betekent, dat bijv. te nig invloed kan worden uitgeoefend op het bouwbeleid van de overheid. Er van de zijde van het bouwbedrijf e documentatie het loonbeleid op langere termijn voor de bouw zouden opvattingen geformuleerd '"Hetzelfde geldt voor het ..plannen" van maatregelen, die genomen zouden moeten worden bij een „teruglopende conjunctuur. Hoe zal men dan de be drijven zoveel mogelijk in stand kunnen houden? Welk antwoord zal gegeven moeten worden op de nieuwe verhoudingen, die de EEG meebrengt? Waar blijft de regeling van het aan bestedingswezen? Waarom bestaat er nog steeds geen kwaliteitsgarantie in de bouw? Er bestaat zelfs nog geen be trouwbaar inzicht in wat er precies in de bouw omgaat. De grootte van de bouwcapaciteit kent men onvoldoende. Aan deze reeks van tekortkomingen voegde de heer Aantjes nog toe, dat het bouwbedrijf bijzonder slecht ligt in de publieke opinie. Het bouwbedrijf kan ook geen vuist maken om gerechtvaar digde wensen kracht bij te zetten. De lmdbouw blijkt hiertoe maar al te goed in staat. Het bouwbedrijf is echter veel machtiger, aldus de heer Aantjes. dan thans naar buiten lijkt. Bij de organi saties is een gebrek aan geldmiddelen, wat onlangs pijnlijk tot uitdrukking kwam bij de ingebruikneming van de zins ln te lopen. Tegenover de N.A.P.B., die aan eigen gekwetst prestige de belangen van het bouwbedrijf heeft opgeofferd, stelde het N.C.A.B.-bestuur gistermiddag de bereid heid met de r.k. aannemers mee te werken aan de studie van een privaat rechtelijk samenwerkingsorgaan. Als voordelen van een bedrijfschap noemde de heer Aantjes, dat zulk een orgaan langs publiekrechtelijke weg al le opdrachten zou kunnen uitvoeren. Dit zal dan geld kosten, maar iedere be- drijfsgenoot. ook de ongeorganiseerde, zal dan moeten meebetalen. De bevoegd heden van het bedrijfschap zouden zo beperkt mogelijk gehouden kunnen wor den, terwijl men toch zelf in eigen huis orde op zaken zou kunnen stellen. Een nadeel is inderdaad een geringe beperking van de vrijheid bij de be- bedrijfsgenoten, maar de nadelen van de than3 bestaande vrijheid konden daar bij vergeleken wel eens groter blijken. De heer Aantjes noemde de p.b.o. niet principieel verplicht, maar wel princi pieel geoorloofd. Voordelen De Instelling van een bedrijfschap zal kunnen voorkomen, dat de overheid al lerlei zaken ter hand gaat nemen. Bo vendien zou een bedrijfschap of een pro- duktschap ook bij de wet opgelegd kun nen worden, waarbij het bedrijfsleven dan minder zijn invloed zou kunnen la ten gelden. Te verwachten valt, dat In de zomer vergadering van de N.C.A.B. te Arnhem beslissing genomen zal worden. Afdracht i cent per vacantie bon betekent per jaar ongeveer brengst van 2 miljoen. Van de zijde van het bestuur werd voorts medegedeeld, dat na 1 januari 1963 voor de aannemers aangesloten bij de N.C.A.B. een meldings? icht zal be staan bij deelnemen aan inschrijvingen. iMJ Mj In-die ouderdom van 82 jaar i, Zier.ikzee pverleden ds. J, P._ Mëijering, emeritus predikant van dc -"Christelijke Gérëformëerde Kerken. Ds. Meijering werd 22 september 1880 te Hemmen, Betuwe, waar zijn vader bij de PTT werkzaam was. geboren. Eerst op ge vorderde leeftijd ging hij zich voorbe reiden tot het predikambt. Hij studeer de aan de Theologische Hogeschool der Christelijke Gereformeerde Kerken en werd in 1918 kandidaat om 17 november van dat jaar te Barendrecht door wijlen prof. F. Lervgkeek in zijn ambt te den bevestigd. Ds. Meijering diende de kerken Nieuwpoort, Zwijndrecht en Maassluis waar hij in 1946 met emeritaat ging. Daarna arbeidde hij nog enige tijd als hulpprediker te Klundert, om zich volgens metterwoon te Zierikzee te tigen. Ds. Meijering was ook curator de Theologische Hogeschool en deputaat van artikel 49 van de kerkenorde. Vijf tien jaar diende hij de afdeling Zwijn drecht van het Nederlands Bijbelgenoot schap als bestuurslid. Van zijn ambt zijn tal van bijdragen in de christelijke ge reformeerde scheurkalender en preken de serie „Uit de levensbron" ver schenen. Zijn stoffelijk overschot is te Zierikzee ter aarde besteld. (Van onze parlementsredactie) Minister Cals zou het betreuren, s de Eerste-Kamerleden, die ern stige bezwaren koesteren tegen het wetsontwerp tot regeling van het voortgezet onderwijs (mammoet wet), niet door zijn argumenten zouden worden overtuigd. De be windsman heeft, betrekkelijk kort nadat het voorlopig verslag is ver schenen, zijn memorie van ant woord, twintig pagina's dik, aan de Eerste Kamer gezonden. Hij gaat o.m. uitvoerig in op de vraagstuk ken met betrekking tot de onder wijsvrijheid, een van de belangrijk ste punten waarop de anti-revolu tionaire en christelijk-historische tegenstanders van zijn standpunt met hem van jnening verschillen. Mr. Cals meent, dat hij jaar in, jaar ,t in beide Kamers der staten-gene- raal de vrijheid van onderwijs als een fundamenteel recht van de ouders heeft gesteld. Het wetsontwerp getuigt van het streven, de invloed van de maat schappij, de ouders, de docenten en de schoolbesturen op de inrichting van de school en de gang van zaken juist te verruimen. De minister vindt, dat hij daarmee de lijn der geschiedenis heeft gevolgd. Overigens, vervolgt de bewindsman, is ook door de voorstanders van het bij zonder onderwijs niet bestreden, dat ..het" onderwijs (overeenkomstig artikel van de grondwet) een voorwerp i de aanhoudende zorg der regering Minister Cals meent, dat de mam- Namens de Nederlandse pluimveehou ders zal het „Produktschap voor pluim vee en eieren" ervoor zorgen, dat.met kerstmis in alle maatschappelijke centra van het Leger des Heils, bejaardentehui zen enzovoorts, kip wordt gegeten. On geveer duizend mensen zullen op déze manier worden verrast De dertienhonderd deelnemers aan d€ kerstmaaltijd van het Leger des Heils ir Utrecht krijgen na afloop van dit eve nement ook allemaal een door het pro duktschap aangeboden kip mee naar huis. Advertentie SFEERVOLLE FEEST- j DAGEN MET EEN LENCO PLATENSPELER Deze prachtige Zwitserse platenspeler geheel compleet met versterker en luid-1 spreker voor slechts Er zijn nog meer modellen, vraagt hiervoor de folder aan Uw handelaar, of bij de Importeur: N.V. NAHO- PRINSENGRACHT 655 - AMSTERDAM-C. moetwet „het" onderwijs regelt en daar bij een juist onderscheid maakt tussen openbaar en bijzonder onderwijs. Met beslistheid wijst de bewindsman ook af, dat volgens zijn opvatting het bijzonder onderwijs zich eenvoudig moeten richten naar een regeling „het" onderwijs. Een dergelijke onf waardlng van de onderwijsvrijheid heeft hij nooit bepleit. Hij vraagt zich af of de bezwaarde leden wellicht tot deze voorstelling zijn gekomen, omdat zijzelf een vrijheidsidee van een dusdanig ab soluut karakter huldigen, dat zij elke binding als een ontwaarding beschou wen. Naar zijn vaste overtuiging vinden die leden voor deze visie geen steun in het verleden. Integendeel. Uit het betoog van de minister kan men opmaken, dat de betrokken Kamer leden naar zijn mening niet zijn totaal visie beoordelen maar slechts sommige van zijn ideeën, zonder er oog vi hebben, dat deze niet geïsoleerd overtrokken. Maar anderzijds keert hij zich ook niet minder beslist tegen de opvatting van deze senatoren, dat de overheid het onderwijs meer hoort te begeleiden, te volgen en te registreren dan dat zij zelf scheppend optreedt. Volgens minister Cals dient de overheid zelf wel degelijk voorop te gaan, initia tieven te nemen en nieuwe mogelijkhe den te scheppen, die geacht kunnen wor den- in de lijn der volksovertuiging te liggen. De leden, die vinden, dat hun stand punt principieel staat tegenover dat t de minister, krijgen te horen, dat het verleden, ook op het gebied van onderwijswetgeving, meermalen c< promissen zijn bereikt. Met erkenning van het principiële verschil van mening stelt de minister, dat op het gebied de staatkunde als voorwaarde voor aanvaarding van wettelijke regelingen niet kan en evenmin mag worden ge- eist, dat zij integraal beantwoorden aan eigen beginselen. Minister Cals betreurt het, dat aantal léden nog bezwaar heeft tegen het onderbrengen van het hele voortge zette onderwijs in een wet. Deze leden tonen naar zijn mening niet aan, waar om dit niet zou mogen en vinden voor hun standpunt ook geen steun in de ge schiedenis. De bewindsman heeft er, meer dan deze leden, vertrouwen ln, dat het voortgezette onderwijs een har- monieuze ontwikkeling tegemoet gaan. Minister Cals hoopt, dat het mogelijk zal zijn, geleidelijk verbetering te bren gen in de ongelijkheid in de opleiding van de leraren. Hij onderschrijft de mening van een aantal Kamerleden, dat het beter ware geweest, indien in de wet was vastgelegd, dat de ouders niet alleen hun wensen voor vormingsonder wijs, maar ook voor godsdienstonder wijs zouden moeten kenbaar maken. Bij het bespreken van het uitvallen van Grieks in de gymnasium-beta-oplei- ding meldt de minister, dat dertig pro cent van de beta-eindexaminandi in 1962 een onvoldoende voor een van de klas sieke talen had. Het zou beter geweest zijn wanneer die leerlingen hun aandacht aan een van de talen zouden hebben besteed. Het Grieks zal bepaald niet gecom penseerd worden door andere vakken, Differentiatie in de beta-opleiding zal kunnen leiden tot betere selectie de stroom leerlingen, die zich voor ze richting meldt. Anderzijds zullen le begaafden, die door het huidige zwa re programma worden afgeschrikt en hbs-b volgen, naar gymnasium-beta worden getrokken. Beroepingswerk NED. HERV. KERK Beroepen te 's-Grevelduin-Capelle: B, Haverkamp te Blauwkapel-Groenekan; te Maarssen: H. A. van Bemmel te Leerbroek: te Nijeveen (toez.): W. Kruidenier, vic. te Hilversum. Aangenomen naar Eemnes-buiten: D. van Lokhorst te Mastenbroek. Beroepbaarstelling. De heer J. C. v. d. Berg, vicaris te Haaksbergen (Ov.). De Akker 10, is beroepbaar. CHRIST. GEREF. KERKEN Bedankt voor Chattham, Ontario. Canada, Free Christ. Reformed Church: Heest te Emmen. TOEGEGEVEN: onder de kerstliederen is „Oh Tannenbaum!" niet het meest gelukkige vers en zeker het minst christelijke. Uit hoofde van het laatste leerden we het op school niet, maar thuis kreeg het toch wel een plaatsje op het vrogram- ma. Want we hadden steevast een kerstboom. Ik ben mijn leven lang daar dankbaar voor ge bleven! Men kan naüürlijk ook hiervan een probleem maken, en zeggen dat kerstbomen enkel heidense overblijfselen zijn uit ver voorbije perioden, toen onze Germaanse voorvaderen zo omtrent de kortste dag meenden dat ze de zon ee' tikje moesten hel pen en dus alom lichten ontstaken. Dat is waar! Maar het is ook waar dat we met zoveel paganistische resten zitten opgescheept dat we nauwelijks één stap kunnen doen zonder daarover te struikelen. Klokge lui. begrafenismalen, paaseieren, ontgroeningsge woonten het is allemaal heidendom. Ik zou niet we ten waarom nu uitgerekend onze arme kerstboom aan deze verlaten beelderstorm ten offer zou moe- Men kan al even natuurlijk betogen dat het 'm niet in een boom en in de kaarsjes zit. Citeer daarbij gerust dat gedicht: „De kerstboom brandt met stil gevlam, en maakt de ogen mild en zacht, maar Gij. die eenmaal nederkwam, Gij zijt zo ver in deze nacht...!" Ik zal niemand inde rede vallen. Voordien zullen de leden In de afdelln- die meent dat te moeten voordragen, mits hij in gen nog gelegenheid krijgen zich op de- j staat is om gedichten te zeggen. Doch opnieuw moet ze zaak nader te bezinnen. ik er attent op maken dat we ook veel andere ge- en nochtans is het huwelijk méér waard dan wel ke hoeveel karaats ook Weet u: de hele kwestie ligt voor mij in een an der vlak. Ik verheug me in alle kerstbomen. Spe ciaal in die welke onze woonkamers sieren, maar ook in andere, die op straat, in zalen, cafés, of waar ook staan te prijken. Want die bomen, er. trouwens alle andere kerstgebruiken van de goede ouderwet se Weihnachtsstoll af tot krentenbrood, van kalkoen tot een hartig hapje ze zijn allemaal herauten van de Heer. Ze zijn Zijn „knechtjes", zo ongeveer op dezelfde manier als waarop in Jesaia de zeer heidense Perzenkoning Kores Zijn „knecht" wordt genoemd. Hij heeft daar zelf niet het flauwste be nul van. maar hij is voor de goede verstaander toch maar een zichtbaar teken dat de Verlosser na dert. Er is trouwens nog iets anders. Kerstbomen moe ten opgetuigd worden, en je kunt die onmogeljik versieren, wanneer je niet tegelijk op de een of andere manier beseft wèt er eigenlijk herdacht zal worden. Daarin zit ook een diep geheim: dat stam metje is met recht een téken, zoals eens eeuwen geleden ook die vreemde ster een teken was. Het hangt er van af of we oog en oor hebben voor zo'n verwijzing. Eerlijk is eerlijk: héél Jeruzalem heeft er zich destijds geen zier van aangetrokken en is lekker thuis gebleven, ofschoon alleen reeds de taal die de wijzen gebruikten heenwees naar een Messiaans gebeuren. Slechts die wijzen zelf zijn ver der gegaan, en hebben het Kind aanbeden. Daar wa ren het dan ook wijzen voor, maar kinderen heb ben veel met hen gemeen! Weer moet ik een misverstand afsnijden. Ik be doel niet dat kerstfeest te maken zou hebben met al lerlei goede voornemens en vage idealen. Maar bedoel wel dat in dat kopen, dat plaatsen, dat ver sieren van een boompje van allerlei schuilt, dat ook de feesten van Israël begeleidde, lets van het weg doen van het oude en bedorvene om vernieuwd, ver- reind, geheiligd blij te kunnen zijn in God. Ik ben heel dankbaar dat mijn ouders me die wetenschap niet onthouden hebben. Het waren eebt geen opzienbare feestvieringen thuis, zo met ons drie tjes. waarbij mijn vader nog verstek moest laten gaan wat het zingen betrof, want hij heeft nooit iets anders als een somber gekras ten gehore kun nen brengen. Als hij niet de verkeerde melodie te pakken had, wist hij in elk geval de verkeerde no ten te produceren en verloor zich verder in een onmetelijke hoestbui. Het vormde geen wanklank. zinnige, half-harsige, half-smeulende geur Het deed je denken aan de houtvuren in het veld van Efra- tha. En zou men van oude herders niet verwach ten dat ze ook vals zongen en erg hoesten moesten?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 2