Hervormd echtpaar gaat
in Pakistan hulp bieden
Een ziel van hout
GEESTELIJK
LEVEN
EEN DICHTER DOGMATISEERDE OVER
HET EEUWIGE LEVEN
DEZE WEEK IN EEN WOELIGE WERELD
ZONDAGSBLAD
Vlees en woord
Nauwelijks waren de sinterklazen en zwarte Pieten
tut de etalages van de winkels verdwenen, of de kerst
kransen namen hun plaats in. En de kranten staan
■vol met advertenties van rollades <al of niet geëman
cipeerd tot roulades), hazen, konijnen, kalkoenen en
reerug. Geen wonder dat we iemand de verzuchting
boorden slaken: „Wat zijn we weer vleeslijk".
Misschien is dat dezer dagen nog wel het beste
woord. Want is het niet vleeslijk om in eigen wel-
1**^ J*. ver«eten dat Hij voor ons is arm gewor
den, Wij wensen de tijd van armoede en honger niet
terug, maar het is even moeilijk God te dienen met
een volle als met een lege maag. en misschien wel
moeilijker. Is het niet vleeslijk om meer aandacht
te hebben voor de schapen van de herders dan voor
de kribbe van de Goede Herder?
We hebben wel eens gezegd dat aan het kruis blijkt
wie de mens is. Daar is de wereld vergaderd tegen
9™* .^°°n' Maar begint dit ook al niet meer en meer
te blijken met kerstmis?
Kerstfeest is een vleeslijk feest geworden. Maar dan
breekt toch dwars door al dat uiterlijk vertoon, waar
op we zo gesteld zijn, heen. dat het Woord is vlees
««werden. Paulus riep het uit: „Want ik weet dat in
mij. dat wil zeggen, in mijn vlees, geen goed woont".
Maar God wist het ook en daarom is Christus in het
vlees komen wonen. Hij kwam om te doen wat wij
niet konden Bij ons alleen de wens naar een ander
leven. Bij Hem de werkelijkheid van een ander leven.
De mens kan bij brood, bij vlees, bij kerstvlees, al
leen niet leven. Dan leidt welvaart alleen maar tot
H?"rt JV,e w«rkelijk wil leven kan dat alleen door
net Woord van God, het Woord dat vlees is geworden
*e.rs«arel mag de avondmaalstafel uit ons leven niet
verdringen Pas wie met Christus gegeten en gedron
ken heeft, kan met kerstmis eten en drinken.
Uitgezonden door Gereformeerde kerken
Wim van der Linden met vrouu en oudste dochter genieten nog
Nederlandse maaltijd.
Trilogie-dissertatie van Okke Jager
Dichters weten vaak in weinig
woorden veel te zeggen, maar als
het dogmatiseren slaan,
tenminste een conslusie kunnen
zijn als men de zojuist versche-
Okke Jager
is maar goed dat de dichter het
bij Jager in dit boek toch altijd
weer wint vaft de dogmaticus.
ter hand neemt, waarop hij eni
ge weken geleden de doctorstitel
heeft ontvangen. Het is een trilo-
liefst zeshonderd
pagina's over het onderwerp „Het
eeuwige leven", maar dan wel
heel speciaal toegespitst op de
bewijzen dat de tijd in de eeuwig
heid. Zijn doel Is eigenlijk om te
verhouding van tijd en eeuwig
heid door gaat. Zijn conclusie is
dan ook „Wij kunnen concluderen
dat de mens in de eindtijd als de
eohte mens gericht zal zijn op
God, medemens en kosmos en dat
deze positie van de mens alle de
ïficatie of vereeuwiging uitsluit.
Het geschiedde
in Israël
In Israël ls dezer dagen een
foto-boek verschenen, waarin zo
wel door tekst als gekozen foto's
de nadruk valt op Israël als het
land van onze Here Jezus. De
tekst is gekozen uit het Engelse
en Hebreeuwse Nieuwe Testa
ment. In chronologische orde zijn
eem aantal nieuw-testamentlsche
perlcopen bijeengebracht in twee
talen. Engels en Hebreeuws, uit
het leven van Christus en de be-
gln geschiede nis van de kerk, zo
als deze in Handelingen wordt
verteld, die allen betrekking heb
ben op bepaalde plaatsen In dit
oude. maar nu tegelijkertijd weer
Jonge land. De bijbelgedeelten
zijn prachtig geïllustreerd met
een groot aantal kleuren- en
zwart-wlt foto's.
Het boekje is speciaal klaar ge
maakt voor christen-pelgrims, zo
als prof. David Flusser van de
Hebreeuwse Universiteit in Jeru
zalem in zijn voorwoord zegt en
stelt hen in staat in de voetstap
pen van Jezus door het Heilige
Land te trekken om te genieten
van de natuur, maar tegelijker
tijd te mediteren.
Dit boek zal
in Israëlische
Nederland bij boekhandel Van der
Ree te Baarn.
Als alles goddelijk eeuwig zou
worden, zou niets meer goddelijk-
eeuwlg zijn".
Het eerste deel van dit werk
Is het meest leesbare. Het om
vat slechts veertig pagina's en
gaat over de uitdrukking „het
eeuwige leven" zoals wij die uit
spreken in het slot van de apos
tolische geloofsbelijdenis. Okke
Jager toont aan dat het een slot
is dat er oorspronkelijk niet
schijnt te zijn geweest Nog in
de tweede eeuw na Christus was
een geloofsbelijdenis in gebruik
die slechts elf artikelen kenoe en
eindigde bij de „wederopstanding
des vleses." Hoe men er toe ge
komen is om ook nog uit te gaan
spréken dat men ook gelooft in
het eeuwige leven na die opstan
ding kan dr. Jager ons ook niet
verklaren, maar wel voldoende
grond bieden om te laten zien dat
deze toevoeging niet zinloos is of
Tweede deel
Over het tweede gedeelte zullen
de meeste lezers wel struikelen.
Dat is geen dissertatie meer.
maar een encyclopedie. In dit ge
deelte schijnt bijeengebracht alles
wal iedereen in de loop van de
kerkgeschiedenis geschreven heeft
over het probleem van tijd en
eeuwigheid. Althans alles wat Ok
ke Jager bijeen heeft weten te
vergaren en dat is heel wat, na-
handzame uitgave hebben
nog geen 150 pagina's die
keurige pocket zouden vormen
Eindtijd
Details
In
filosofen, theologen en dich
ters. Jager doet niet veel meer
dan weergeven wat zij allemaal
gezegd hebben, zonder vrijwel
enig commentaar. Dit was voor
een dissertatie op zichzelf niet zo
erg. als dit materiaal maar ver
werkt was in het derde deel van
het boek, maar dat hebben we
maar nauwelijks kunnen ontdek
ken. Mocht er ooit nog eens een
herdruk moeten komen van dit
werk -
tweede deel eenvoudig kunnen
schrappen en het eerste met het
derde publiceren. Zo zou hij een
gaat het om het laat
ste deel van deze pil, waarin Ok
ke Jager zelf het probleem van
uit de Schrift, de dogmatici en
de dichters tracht te doorvorsen.
Daar, en naar mate het einde na
dert meer en meer, begint hij
langzaam maar zeker zichzelf
weer te worden, krijgt zijn taal
weer die speelsheid die wij van
hem gewend zijn, springt hij als
een bij van tekst tot tekst en
peurt overal wat uit wat hem van
gading kómt. Dan blijkt zijn ga
ve voor het detail. Soms kan hij
plotseling een geheel nieuw licht
op een tekst laten vallen door de
ze te plaatsen in een geheel an
der verband. Zo speelt hij im
mers ook met zijn woorden en
zijn beelden. „Wij kunnen van
geluk spreken" krijgt bij hem als
titel van een boek een heel an
dere inhoud dan wanneer wij het
zomaar in ons dagelijks leven be
zigen Zo doet hij ook met de
Schrift. Jager is geen exegeet die
nieuwe dingen uit oude teksten
weet voort te brengen. Hij brengt
niets nieuws voort, maar krijgt
soms verrassende resultaten door
teksten onder een andere belich
ting te plaatsen.
En toch is dit werk enigszins
teleurstellend, dat wil zeggen te
leurstellend voor wie een dogma
tisch antwoord verwacht op de
problematiek van tijd en eeuwig
heid. Als dogmaticus worstelt Ja
ger met de materie, en eigenlijk
alleen als dichter kan hij er iets
over zeggen tof beter zingen?).
Hij moet immers wel wankelen
op de uiterste rand van de open
baring. Wat heeft God ons laten
zien van de Tijd achter de tijd?
Misschien had Jager zich toch nog
wat meer moeten laten, waar
schuwen door de bijbelwoorden:
„Het is nog niet geopenbaard,
wat wij zijn zullen." Men kan nu
eenmaal beter van de eeuwigheid
dromen dan haar doceren en het
Hoeveel waardevols deze dich
terlijk-dogmatische beschouwing
overigens biedt, de waarde blijft
ons inziens beperkt tot de aan
hangers van de niet-chiliastjsche
theologische sclhool. De echte chi
liast. degene die gelooft in een
letterlijk duizendjarig vrederijk
waarin Christus op aarde zal re
geren. zal in dit boek weinig van
zijn gading vinden, en bij Jager
ook geen oplossing vinden voor
zijn problematiek van tijd en
eeuwigheid.
Wie gelooft in een wederkomst
se Jeruzalem heeft geen
met het woordje tijd in „eindtijd."
Voor hem hutselt Jager de toe
komst van Israël en van de ge
meente merkwaardig door elkaar,
en nog veel erger de teksten die
op de komende regering van Chris
tus op aarde wijzen en die heus
wijzen naar het moment dat God
zal zijn alles en in allen. Voor
hem heeft dr. Okke Jager op geen
enkele manier een antwoord ge
geven op wat zal zijn na het oor
deel voor de Grote Witte Troon.
En het is de vraag of hij daarvan
ook inderdaad iets zou kunnen
zeggen, als bij niet verder wil
gaan dat het „nog niet geopen
baard" van de apostel Johannes.
Jager spreekt op een ogenblik
wel wat erg geborneerd en van uit
de hoogte over de chiliasten. Dat
is voor een dissertatie tragisch,
want dit boek ondanks de lite
ratuurlijst van 30 pagina's be-
geen kennis heeft genomen en ze
ker ze niet heeft verwerkt of hun
vragen beantwoord. Dat is des te
meer jammer omdat de gehele
problematiek van tijd en eeuwig
heid daar totaal anders zou kun
nen liggen.
Toch blijft dit boek waardevol,
omdat Jager ver getreden ls bui
ten de klassieke theologische pa
den en dichters en filosofen kan ci
teren, die eigen Inzichten naar vo
ren brengen. Daardoor ls deze
dissertatie allerminst dor cn kan
het derde deel zeker gelezen en
begrepen worden door de wat In
gewijde leek.
(Van een onzer medewerkers)
Zondag aanstaande blijkt
weer eens dat de kerken, die
er theologisch nog (lang) niet
aan toe zijn om samen te
gaan, in wezen door de prak
tijk gedwongen worden samen
te werken. In een van de
Utrechtse gereformeerde tuin
dorpkerken worden in een offi
ciële hervormde en gerefor
meerde kerkdienst Wim van
der Linden en zijn vrouw uitge
zonden om bij het Pakistaanse
Tahore hulp te gaan bieden.
Dit echtpaar is in de afgelopen
jaren vooral bekend geworden
door hun hulpverleningswerk in
het armoedige Italiaanse dorpje
Falerna, waar zij begonnen
zijn de bevolking te leren hoe
se varkensstallen kunnen bou
wen. Ze zijn het oecumenische
werk gewoon, want daar verte
genwoordigden zij het werk van
de interkerkelijke hulpverle
ning van de Wereldraad van
Kerken.
Dit hervormde echtpaar is nu
door de Hervormde Kerk uitge
leend aan de Algemene Diakonale
Raad van de Gereformeerde Ker
ken die hen op zijn beurt weer
zal uitlenen aan de Raad van Ker
ken van West-Pakistan. Samen
met hun dochtertjes van bijna zes
en anderhalf jaar en de baby van
twee maanden gaan zij werken
in een klein dorp op een afstand
van ongeveer honderd kilometer
van Tahore.
Vluchtelingen
In het dorp wonen hoofdzakelijk
vluchtelingen uit India, die een
zeer primitief en kommervol be
staan leiden. De overige dorpsbe
woners zijn wat men tegenwoor
dig „indirecte vluchtelingen"
noemt: hun „bazen", grootgrond
bezitters' waren Indiërs die de
wijk namen naar India en die de
hun vaak letterlijk onderhorige
mensen volkomen ontredderd ach
terlieten.
Het gezin Van der Linden zal
daar alles doen, of soms ook la
ten!, om de bewoners van het
dorp te leren zichzelf te handha
ven en op te werken naar be
tere levensomstandigheden. Het
spreekt wel vanzelf, dat het hier
gaat om rechtstreekse huishoude
lijke en landbouwvoorlichting, zo
wel als sociale hulp. Opbouwwerk
in de breedste zin des woords dus,
anders gezegd christelijke naas
tenliefde in de meest praktische
Niet onervaren
Het echtpaar Van der Linden
is bepaald niet onervaren op dit
gebied. Het heeft al een jaar of
zeven zeer gevarieerde praktijk
achter de rug in Nieuw-Guinea
zowel als in het Zuiden van Italië.
Wim van der Linden, die afkom
stig is uit Utrecht, volgde in De
venter de Hogere School voor Tro
pische Landbouw en.... leerde er
ook het Deventer meisje kennen,
dat zijn vrouw zou worden.
Samen hebben ze. uitgezonden
Opstandingskerk
(Van onze correspondente)
Op de Rozendaalseweg in Arnhem heeft
de Gereformeerde Kerk een nieuw kerkge
bouw betrokken. Een groot, ellipsvormig ge
bouw met zitplaatsruimte voor achthonderd
mensen. Het bijzondere van de kerk is dat
het gebouw een plaats heeft gekregen die
het stadsbeeld in de heuvelenwijk van Arn
hem (Hoogkamp) beheerst. Naast de kerk
ligt namelijk het voetbalstadion van de se-
mi-profvereniging Vitesse, waar zondags
om en nabij achtduizend mensen zich be
vinden. De kerkvoogdij vond het een geluk
kige zaak vlak naast het stadion een stuk
grond te kunnen kopen. Ook de architect,
de Arnhemmer J. Rothuizen, vindt het een
zinvolle plaats om een teken van het Evan
gelie op te richten onder het oog van de
massa. Er is een groot stuk van de heuvel
„Hoogte 80" afgegraven om de kerk te fun
deren. De kerk heeft zo'n formaat dat het
gebouw boven de gehele omgeving uitto
rent.
De kunstenaar Albert Diekerhof heeft een
groot glas-in-betonraam voor deze kerk ont
worpen. Het stelt de figuur van Petrus en
de haan voor. „De haan is het symbool van
de nieuwe dag, van het licht van de dag
van Christus' opstanding", zei de predikant,
ds Van der Laan bij de ingebruikneming,
deze week. Naar het motief van deze, eni
ge decoratie in de kerk, is de naam Op
standingskerk gekozen.
eiland Seroei. Vervolgens hebben
ze twee maal twee jaar opbouw
werk gedaan jn het dorp Faler
na, dat op de kaart te vinden is
ergens op de wreef van de
„laars" die Italië heet. En nu
gaan ze dan twee maal jaar
naar Pakistan, uitgezonden door
de Gereformeerde Kerken in een
dienst samen met de plaatselijke
hervormde gemeente.
Een ziel van hout en andere
verhalen door Jakov Lind. Lite
raire Reuzenpocket nr. 40. Uit
gave De Bezige Bij, Amsterdam.
De schrijver Jakov Lind, 35
jaar, heeft een vreselijk leven
achter de rug. Afkomstig uit een
Joods milieu te Wenen, kwam hij
in 1938 met andere Joodse kinde
ren in het toen veilige Nederland.
In de oorlog kreeg hij een valse
pas, die zo echt leek, dat hij ver
plicht te werk werd gesteld in
Duitsland. In 1945 vertrok hij naai
Israël, maar hield het daar niet
uit. Terug naar Wenen was dat
een vreemde stad voor hem ge
worden. Thans, getrouwd met oen
Engelse vrouw, woont hij in Lon
den. Hij voelt zich, naar eigen
zeggen, nergens meer bij horen
Het liefste is hij maar in.Enge
land.
Zijn boek: „Een ziel van hout"
met zes andere verhalen, ver
scheen gelijktijdig in twaalf lan
den en talen tegelijk. Het is een
fantastisch boek geworden, in
die zin, dat voor Jakov Lind de
werkelijkheid voortdurend ver
vluchtigt tot een gedroomde
nachtmerrie-wereld, een ver
schrikkelijke wereld, maar tege
lijk een wereld, die zo is doorge
drongen tot de essentiële geeste
lijke werkelijkheid achter het
menselijk bestaan, dat deze fan
tasiewereld beklemmender en
geestelijk „echter" is dan de
uiterlijke werkelijkheid.
Niet alle van de zeven verha
len zijn even goed, hoe kan het
ook? Het allerbeste is ongetwij
feld het eerste: „Een ziel van
hout". Het boek zou dan ook geen
verlies hebben geleden, als het al
leen maar dit verhaal had bevat.
Dit vertelt de geschiedenis van
de Oostenrijkse oorlogsinvalide
(uit de eerste wereldoorlog) An
ton Hermann Wohlbrecht, die in
'42 op zich neemt voor de mis
maakte zoon van een Joodse fa
milie te zorgen. D.w.z. hij moest
hem, als de familie was gedepor
teerd naar een berghut brengen,
waar de mismaakte zijn eind zou
vinden. Hij doet dit, ja waar
om eigenlijk? waarschijnlijk
om het huis van de Joodse familie
in handen te krijgen, maar uit
eindelijk is hij de enige al heeft
hij dan ook een ziel van hout
die voor een mismaakte Joodse
jongen zijn leven in de waag
schaal zet. De jongen gaat echter
niet dood, maar wordt na' de oor
log een van de heel weinige exem
plaren, waaraan „Ariërs" kunnen
bewijzen, dat ze dan toch maar
„iets voor de Joden hebben ge
daan". Niet Wohlbrecht krijgt
echter die eer. Hij wordt op het
laatste moment neergeschoten
door prof. Mückenpelz, de direc
teur van het gekkenhuis, die de
oorlog heeft doorgebracht met hel
afmaken van Joden, mismaakten
en geestelijk gestoorden. Naar
hem en zijn trawanten gaat de
eer een Jood gered te hebben...
Een afschuwelijk verhaal, maar
wat wil men anders over een af
schuwelijke tijd? Voor Jakov Lind
zijn de mensen monsters gewor
den, (dit komt ook tot uiting in
de andere verhalen, ook de
niet-politieke). De mensen zijn
monsters, de schrijver voelt
zich niet bij hen thuis....
Het verhaal begint met deze
zin: „Wie niet kon aantonen, dat
hij mocht blijven leven, ging in
de rij staan om te sterven".
Er zijn in het I
wijzigingen,
notie heeft
tergronden van het Jodendom.
Van het Christendom trouwens
ook niet. Dit kent hij alleen als
een naam christendom. (De
„christenen" hebben de Joden
vermoord). Hij heeft kennelijk de
godsdienst overboord gegooid. Dit
is het tragische van het boek,
daarom maakt het op zijn lezers
zo'n verpletterende indruk, want
de religie is het enige wat de
mens gegeven is om de mensen
niet als monsters te zien. Het
woord van Paulus: „Jezus Chris
tus is op zijn tijd voor de godde-
lozen gestorven" is aan Jakov
Lind voorbijgegaan. Daarvan
draagt zijn boek de sporen. Daar
om is het zo b'tter, zo in- en in-
tragisch. zo zonder ook maar eni
ge straal van hoop, want zielen
van hout, waartoe dienen zij
er zonder Jezus Christus anders
voor dan te worden geworpen in
het eeuwige vuur? Het Oude Tes
tament had het Jakov Lind duide
lijk kunnen maken, dat de mens
dierbaar is in Gods oog.
Ev. G.
Voorbarige conclusies over de opstand in Broenei
Engeland moet naar nieuwe oplossing zoeken.
D",
OPSTAND in Broenei is
neergeslagen, maar de on
rust die er door ontstaan ls, is
geenszins verdwenen. Aangeno
men moet worden, dat het gros
van de rebellen een min of meer
veilig heenkomen heeft weten te
vinden, of in hun eigen woon
plaats of in dc vrijwel ondoor
dringbare oerwouden in het
grensgebied van Brits Noord-
Borneo en het Indonesische ge
deelte van Borneo. Het gevolg
hiervan kan zijn. dat er een
guerrilla ontbrandt die
langzaam maar zeker de gehele
Britse kolonie zal overspoelen.
Er zal dan een soortge'Uke si
tuatie ontstaan als in het na
oorlogse Nederlands-lndlë en al
leen dc handhaving van een
sterke Britse troepenmacht zou
de veiligheid van de protectora
ten enigermate kunnen verzeke
ren. Het is een toestand, die
Engeland niet voorzien heeft en
die voor de toekomst van Noord-
Bornco laat staan die van de
Groot-Malesischc federatieplan
nen weinig goeds belooft.
Geen bewijs
Rachman van de staat Malakka
tdie officieel de naam: Maleise
federatie draagt) ervan be
schuldigd, de hand tc hebben
gehad in de voorbereiding van
de opstand op Noord-Borneo. En
merkwaardigerwijs ontkent hij.
dat de Philippijnen op enigerlei
wijze bij de opstand zijn be
trokken terwijl de leider van
dc rebellie, sjeik Azahari. zich
nota bene in de
hoofdstad Manilla
zich daar gedraagt als premier
van het tot onafhankelijke staat
geproclameerde Noord-Borneo.
Hoewel er nog geen enkel be
wijs is. dat een van beide lan
den rechtstreeks bij de revolte
is betrokken, weet Abdoel Rach
man al van de eerste dag af
te verklaren, dat Indonesië de
kwade macht achter de scher-
Losse gronden
We hebben niet de minste be-
hoeftc. Indonesië op enigerlei
wijze in bescherming te nemen
tegen aantijgingen van zijn buur
landen. En dc mogelijkheid ls
nog helemaal niet uitgesloten,
dat Abdoel Rachman gelijk
krijgt, als de Britse regering
binnen niet al te lange tijd met
een of ander witboek over de
gebeurtenissen in Broenei en de
rest van Brits-Noord-Borneo voor
de dag zal komen. Onder de
huidige omstandigheden Is het
echter niet verstandig, op losse
gronden een beschuldiging uit te
spreken. Dc mogelijkheid be
staat. dat Indonesië er niets
mee te maken heeft gehad; ln
dat geval zou het onverdiend tot
kampioen van de ..verdrukte
stamgenoten" In Noord-Borneo
worden uitgeroepen. De premier
van Malakka zou op die wijze
een situatie in de hand kunnen
werken, die hij met zijn jongste
optreden juist heeft willen voor-
Voorbarig
Het ware beter geweest, wan
neer premier Abdoel Rachman
zich onder de gegeven omstan
digheden van commentaren had
onthouden. Hij is premier van
Malakka en voert weliswaar be
sprekingen met Engeland over
de vorming van een federatie,
irvan o.a. Malakka en Broe-
deel zouden moeten uitma-
in een officiële rela-
dan ook gezien worden als een
goedbedoelde daad, die niette
min een nadelige uitwerking zal
hebben op toch al niet grote be
reidheid van de bevolking van
Noord-Borneo. tot een Groot-Ma-
tesische federatie toe te treden.
Malakka en de sultan van Broe
nei hebben in samenwerking
met Engeland reeds gedaan,
alsof bedoelde federatie een
feit is. En dat, terwijl er nog
een besluit over moet worden
genomen.
Tekenend
Het
dat e
zouden gaan uitmaken, er geen
onoverkomelijke bezwaren tegen
had. had het zin, op de in
geslagen weg voort te gaan. Dat
is thans niet meer het geval. De
partij van de gedroste sjeik Aza
hari had alle zetels in de wet
gevende vergadering van Broe
nei en het lijdt geen twijfel, dat
ook in Serawak en Noord-Borneo
de voorkeur zal worden gegeven
aan een onafhankelijke Noord-
borneose staat en niet aan de
Grootmalesische federatie. En
geland kon niet toestaan, dat
sjeik Azahari eigenmachtig deze
Noord-Borneose staat procla
meerde en zichzelf tot premier
ervan bombardeerde. En terecht
zond het zijn troepen om de
opstand de kop in te drukken.
Maar daarmee is het niet klaar.
De situatie in Brits-Noord-Bor-
io vraagt niet om een militaire
zo men wil politionele, maar
politieke oplossing. Door
i Brits expediti
leger moest worden Ingescha
keld om enkele duizenden op
standelingen uit enkele belang
rijke bevolkingscentra en uit de
olievelden te verjagen. Wat moet
cr gebeuren, als dc federatie-
p'annen tegen dc wil van de be
volking van Noord-Borneo wor
den doorgevoerd cn de hulp van
Engeland niet meer kan worden
ingeroepen? En zelfs wanneer
troepen uit Malakka een even
tuele rebellie zouden kunnen on
derdrukken of voorkomen, zou
het dan niet zo zijn, dat we in
dat geval moeten spreken van
een overheersing van de bevol
king van Noord-Borneo door die
van Malakka? Is het feit. dat
honderden mensen van Malakka
in de eerste 'agen van e opstand
in Broenei ijHngs de vlucht na
men naar hun land van afkomst,
niet tekenend voor de situatie,
zoals die zal ontstaan bij de vor
ming van de Groot-Maleslsche
federatie?
Niet klaar
Er was veel te zeggen voor
het plan, zulk een federatie te
vormen. En zolang mocht wor
den aangenomen, dat de bevol
king van de gebieden, die van
een dergelijke gemeenschan d°ei
Azahari in Manilla, waar
hij de (tot mislukken gedoem
de) opstand op Broenei leidde.
middel van onderhandelingen
moet dit probleem uit de we
reld worden geholpen, voordat
het de omvang vab een Interna
tionaal conflict gaat aannemen,
waarbij niet allien Indonesië en
de Philippijnen maar ook de
grote mogendheden zij bet
Indirect betrokken kunnen
worden. Vandaar dat we het zo
Jammer vinden, dat de premier
van Malakka zich zo uitvoerig
met dit probleem heeft ingela
ten en dat hij zo nadrukkelijk
de Indonesiërs verantwoordelijk
heeft gesteld voor het verwekken
van onrust ln Brlts-Noord-Bor-
neo. In de Internationale situa
tie, waarin we ons bevinden,
heeft het alleen maar zin pro
blemen te lokaliseren, zelfs al
lijkt er reden tc zijn om aan
te nemen, dat het daarvoor al
te laat ls.
Vrees
Abdoel Rachman handelde
slechts uit vrees, dat zijn fede
ratieplannen van nul en gener
waarde zouden worden. En vrees
is nog altijd een slechte raad
geefster. Het zal ongetwijfeld
voor de premier van Malakka
een hard gelag zijn. dat er eer.
streep door zijn rekening is ge
haald. Want het niet doorgaan
van de Grootmalesische federa
tie zal inderdaad belangrijke ge
volgen kunnen hebben voor Ma
lakka en Singapore. Door te
reageren zoals hij gedaan heeft
heeft hij de tegenstanders van de
federatie een grote dienst bewe
zen. En als niet naar een andere
oplossing wordt gezocht, moet
het niet uitgesloten worden ge
acht. dat de politieke leiders van
Brits-Noord-Borneo aansluiting
van dit gebied bij Indonesië pro
clameren en de regering in Dja
karta verzoeken, maatregelen te
nemen om deze aansluiting te
ioen verwezenlijken.
Wijsheid
Wellicht behoeft het tot dit
laatste niet te komen, als dc za-
ken met betrekking tot Brlts-
Xoord-Borneo met groter wijs
heid worden aangepakt dan In de
afgelopen week het geval is ge
weest en wellicht het geval kon
zijn. Als de bevolking van dit
gebied tegen elke vorm van
overheersing door anderen ge
kant is. dan zal zij ais het
goed is nog groter bezwaren
moeten hebben tegen aansluiting
bij Indonesië, dan tegen het op
gaan in een Grootmalesische fe
deratie. Dan kan zij Blechts be
lang hebben bij een onafhanke
lijke Noordborneose staat, die
nauwe banden onderhoudt mes
Engeland en de buurstaten In
Zuidoost-Azië. Het zou een goed
diug zijn, als Engeland er alsnog
In zou slagen, in deze geest een
oplossing te vinden voor de pro
blemen, waarvoor het zich als
gevolg van dc opstand ln Broe
nei geplaatst ziet.