KO FLUIJT op zoek naar
êooo
geiten
Een uitgebreide collectie kerstplaten
EEN VLEUG VAN WEEMOED
ZATERDAG 15 DECEMBER 1962
BINNEN ANDERHALF JAAR
MOETEN ZE ER ZIJN
Purmerend is een aardig
provinciestadje, enkele tien
tallen kilometers boven Am
sterdam. Het heeft een op
vallend mooi raadhuis aan
een intiem pleintje, waar
het tijdens de wekelijkse
veemarkt nog druk kan zijn
ook. Maar waagt u zich om deze tijd van het jaar liever niet in
z'n contreien, want de wegen zijn er slecht en smal, de boomloze
grasvlakten onafzienbaar, terwijl de meeste boerderijen een kale
en sombere indruk achterlaten.
Op één dezer boerderijen moesten we kortgeleden zijn, op zoek
naar de 32-jarige veehandelaar Ko Fluijt. die er ditmaal geen
koeien had staan, doch een zeshonderd mooie Hollandse geiten,
z.g.n. Saanengeiten ongehoornd en wit van haar. Ze werden door
een groepje arbeiders flink geborsteld en van roodleren halsbanden
voorzien, opdat ze weldra de drieduizend kilometer lange treinreis
naar het Griekse Saloniki zouden kunnen aanvaarden.
Een maand geleden vertrok
daarheen reeds het eerste trans
port uit Purmerend: 455 stuks, in
4 grote spoorwagons van elk 33
meter lengte. Dat waren de
grootste veewagens waarover de
Nederlandse Spoorwegen beschik
ken. Voor het tweede transport
zou Fluijt proberen de hand te
leggen op wagons uit Duitsland of
Oostenrijk, in welke landen er nog
een klein aantal loopt met lengten
van 40 tot 48 meter. ..Daar gaan
er nog meer in", zei hij, ,,en dus
zou ik dan ook nu met 4 wagons
kunnen volstaan."
Wat de bedoeling van die geiten
transporten is, heeft men al eer
der kunnen lezen, nl. de doodar
me Griekse boertjes, die van de
opbrengst van een stukje on
vruchtbaar land moeten leven,
een melkkoetje in zakformaat te
verschaffen. De regering in Athe
ne. die ze op soepele voorwaar
den disponibel stelt, besteedde de
ze zomer de leverantie van zes
duizend van die geiten uit. Ko
Fluijt kreeg er lucht J~"J
voorstel, zakte nog een tien
tje per geit en zag zich de leve
ring toegewezen!
Hij kon er, als zijnde één onzer
jongste vee-exporteurs, waar
schijnlijk terecht, trots op zijn,
dit resultaat te hebben bereikt.
Maar het betekende toch ook, dat
hij zo maar in een telefoonge
sprekje met zijn agent in de
Griekse hoofdstad 60.000 liet
vallen. En dat hij zich tegelijker
tijd afvroeg, wéér hij zesdui
zend geiten van die zelfde
soort vandaan moest halen. Zou
den die in Nederland wel te vin
den zijn?
Ko wilde best weten, dat hij
met zijn aanbod een niet gering
risico nam. doch op het ogenblik
ziet 'hij er beslist een gat in en
maakt hij zich weinig zorgen
meer. dat hij zijn leveringsplicht
niet zal kunnen nakomen. Want
dat nakomen van zijn contract
met de Griekse regering is voor
hem verreweg het belangrijkste.
Natuurlijk, hij wil tevens nog
wat verdienen, maar als hij zijn
aangegane verplichtingen niet na
komt ligt hij er voor goed bij de
Grieken uit. En hij heeft daar in
tien jaar te veel opgebouwd, om
dat terrein nu met één slag ver
loren te laten gaan.
Vlotte jongen
Fluijt is een levendige, vlotte
jongen die met zijn niet minder
parmantige vrouw en zes kin
deren in een bescheiden 'huisje
woont aan de Purmerweg, rich
ting Monnikendam. Aan een zij
weg staat die boerderij, die hij
enige tijd terug voor bedrijfsruim
te kocht. Nu zou men verwach
ten. dat hij in de veehandel was
gekomen, doordat zijn vader er
in zat. Doch zijn vader is een ge
acht schoolhoofd in Leiden. Kootje
had echter een broertje dood aan
scholen. Hij had, toen hij nog in
Zeeuws-Vlaanderen woonde, zijn
grootvader altijd met koeien zien
sjouwen en dat vond hij veel in
teressanter. Sommetjes maken en
taallesjes leren ging dus niet zo
best. En 'het werken bij een boer,
waarop het ten slotte uitdraaide,
stond hem evenmin aan. Aantrek
kelijker scheen het hem toe, eens
links en rechts te informeren wie
er verlegen zat om een big of een
jonge geit, om dan op de markt
of bij een boer een koppel biggen
te kopen en die dan stuk voor
stuk met winst over te doen. Zo
zette hij zijn eerste schreden op
het handelspad.
Die biggen en geiten waren hem
al gauw te 'klein en ook de Pur-
mer hood hem weldra te weinig
mogelijkheden, zodat hij naar
Duitsland trok, naar Zwitserland,
naar Frankrijk en Italië, naar
Joego Slavië en Griekenland, ja
zelfs naar Turkije om relaties aan
te knopen. Met schade en schande
werd hij wijs. En wel zó wijs, dat
hij nu zegt: ,,'t Belangrijkste in
de handel is dat je n a a m goed
blijft. Al verspeel je al je geld
grootvader is driemaal rijk en
driemaal arm geweest! dat is
heus niet zo erg. Want indien je
nog niet te oud bent en je hebt
kijk op de handel dan verdien
je de boel altijd weer terug. Maar
je naam kwijt... da's een lelijk
ding".
Ko Fluijt, die met dat al een
veehandelaar van importantie
werd en het vliegtuig pakt als hij
denkt dat er ergens wat te ver
dienen is, vertrouwt de transpor
ten toe aan een paar van z'n ge
trouwen, onder wie Johan Stap
(35), Nico Bol (20) en Cor de
Vries (20). Het was dit .drietal,
dat zijn borstelarbeid enige tijd
staakte, om ons enthousiast van
him baas en hun bedrijf tekst en
uitleg te geven. Vooral eerstge
noemde had al heel wat ervaring
met veetransporten opgedaan,
daar hij voor diverse exporteurs
werkte en niet alleen met het
wegbrengen van koeien en geiten
te maken had gehad, maar ook
met het halen van oude slacht-
paarden, onder andere uit Honga
rije. Ook Hongarije is een arm
land, waar de boeren geen trac
tors kunnen aanschaffen en zich
dus met paarden moeten blijven
behelpen. ,,Hele kudden zie je er
soms nog lopen".
Paarden
Twee jaar geleden haalde hij uit
Joegoslavië en Polen nog grote
transporten paarden weg, maar
met die landen worden op dit ge
bied tegenwoordig weinig zaken
gedaan. Overigens heeft Ko alom
zijn agenten zitten. Zowel in ons
eigen land als tal van andere lan
den. De binnenlandse agenten
gaan voor hem de markten in al
onze provincies af en leveren hem
die geiten voor 30 tot 50 per
stuk. 't Mogen alléén geiten zijn.
die door het Hollandse stamboek
zijn gekeurd en getatoueerd. En
ze mogen niet ouder zijn dan 34
maanden.
Twee weken vóór het transport
naar Griekenland worden ze in
Purmerend nog eens gekeurd, ter
wijl de veearts ze tevens een
spuitje geeft. Dan komen er vlak
vóór het transport nog twee Griek
se artsen hierheen, die ze één
voor één opnieuw keuren, 't Ge
bit moet nog tenminste één melk
tand hebben, er wordt in de ogen
gekeken, er wordt op gelet waar
het vlees zit en wat het gewicht
bedraagt, kortom, ze zijn met
zo'n 600 geiten een dag of vijf be
zig. Dan gaan de beesten 's och
tends om half vijf met vracht
auto's naar 't station te Purmer
end, waar ze in een goederen
trein worden overgeladen. Hoe
wel ze allemaal een halsband om
kregen, met de naam van Ko
Fluijt erop, worden ze in de wa
gons niet vastgebonden. Ze staan
los in een dikke laag stro, in elke
wagon is voor hen aan weerskan
ten een ruif met hooi aange
bracht en bovendien neemt men
per wagon 2 vaten met elk 100 li-
Want de
Kalden-
(bij Belgrado). Gevilja (op
de grens van Joegoslavië en Grie
kenland) en Idomenië naar Salo
niki, neemt 8 etmalen in beslag!
Men zet daarom ook in één dier
wagons een klein deel met een
hekwerk af, deponeert daar even
eens het nodige hooi, om daar
zélf in te bivakkeren.
Dat slapen naast zo'n goede hon
derd geiten deert hen niets. Cor de
Vries neemt in dat geurige" bi
vak zelfs voor alle acht dagen
brood mee, maar Stap denkt daar
weer anders over.
„Als wij in Venlo-Kaldenkirchen
een tijd moeten wachten, omdat
de douanen de papieren moeten
controleren en de Duitse vee-art
sen hun werkzaamheden hebben
te verrichten wat bijna een hal
ve dag vordert ga ik fijn een
hapje in de stad eten. Of ik doe
het in Keulen, waar we altijd een
uur of drie kwijt zijn met range-
Oponthoud
Ter verzachting van de armoede
in Griekenland
in Miinchen aan
komen, gaan ze daar 's middags
pas om 12 uur weer uit. Maar ook
wel eens om 2 uur. En als ze
's middags om 5 uur in Salzburg
arriveren, vertrekt hun trein pas
's nachts om 1 of 2 uur naar Ro-
senbach, dat ook nog in Oosten
rijk gelegen is. Hier is het altijd
2 of 3 uur wachten, voordat men
het IJzeren Gordijn passeren mag.
Dat is di
voormiddag.
i Joegoslavisch rangeer
station dat 20 km. lang is komt
men 's ochtens om 8 uur aan en
vertrekt men niet eerder dan 7
uur 's avonds; in Zagreb staan ze
drie uur stil, in Belgrado 4 tot 6
uur, in Skoplje 1 uur. in Gevilja
4 uur en in het grensdorp Idome
nië nog een halve dag, waarna
men om half 5 's middags in Sa
loniki pleegt aan te komen
Heeft men een transport k o e .-
e n voor Griekenland, dan moeten
die in tegenstelling tot de gei
ten nog in Idomenië. dus op
Joegoslavisch grondgebied, worden
uitgemest. Waarna deze beesten
niet naar Saloniki, maar nog 600
km. verder, naar Athene moeten
worden gebracht. Alleen in die
streek weet men er weg mee. daar
in de Griekse hoofdstad nu een
maal naast veel arme mensen
ook vele rijken wonen, die rund
vlees betalen kunnen. In Zuid-Grie
kenland, met zijn industriegebie
den. komt ook langzamerhand
meer middenstand, waarvan in
het noorden nog praktisch geen
sprake is. Daar bestaat de bevol
king voornamelijk uit zeer arme
bergboertjes, die ondanks alles
toch vriendelijk en tevreden zijn.
Met koeientransporten heeft
men de laatste tijd echter wei
nig te doen. Nederland heeft veel
te veel runderen, doch men toont
in het buitenland, waaronder Ita
lië. weinig belangstelling en stelt
steeds hogere eisen. Bekende ex
porteurs als Heemskerk in Axel,
Schaap te Deersum en Tjalling
van der Zee te Leeuwarden, die
altijd koeien plachten te verzen
den" naar welhaast alle landen
van de wereld tot zelfs China
toe en ook volop slacht- (en
rij-) paarden importeerden, zou
den daarvan mee kunnen praten.
Italië bijvoorbeeld wenst nog
slechts beste vaarzen (2 jaar oud)
en dan moet het nog stamboekvee
zei Ko Fluijt, „wist ik dikwijls
niet hoe ik het had. Duizenden
boerenmensen, die op familiebe
zoek gingen, of wét dan ook, en
geen geld hadden om in een ho
tel te logeren, bleven hangen in
de grote, kale wachtlokalen, 't
Was er nooit koud, want 's win
ters brandden er enorme kachels.
Maar wanneer om 2 uur die
wachtkamers gesloten werden,
moesten de reizigers eruit en vlij
den zij zich neer op de stenen
stationstrappen, waar ze tot 4 uur
's ochtends bleven vertoeven
het tijdstip ongeveer waarop de
eerste treinen weer gingen rijden.
De één droeg een konijn in een
mandje met zich mee, de ander
een kip, of een gans. of een big
getje. Allemaal springlevend en
bestemd om er een bloedverwant
of goede vriend mee te ve
Het deed nogal koddig
tegelijk pijnlijk, om nog maar ie
zwijgen van de stank, welke die
menigte verspreidde."
„Toch is de grond van die boer
tjes goed", aldus Stap, „maar
kunstmest gebruiken ze bijna niet.
Ze blijven dus maar vasthouden
aan hun paarden die, als ze in
koppels liepen te grazen, aan de
voorbenen gekluisterd waren. Hier
door konden ze maar kleine
stapjes doen en hadden hun mees
ters geen moeite om ze te grij
pen wanneer ze voor de kar of
de ploeg moesten worden gespan-
Moeilijk geloven
Of dit nu nog zo is weet ik
niet, al kan ik moeilijk geloven,
dat er in de laatste twee jaar in
dat gebied veel is veranderd. B o-
v e n Belgrado zag ik wel goede
akkers. Daar zag ik ook grote
staatsboerderijen met 200 koeien
en kudden paarden. En in 't zui
den van Griekenland zag ik grote
hofsteden van grote particu
liere boeren. Maar in het noor
den van Griekenland zowel als in
het zuiden van Joego Slavië wa
ren de boeren reeds als welgesteld
te beschouwen wanneer ze twee of
drie koeien hadden.
In de herfst, als de schrale
oogst in deze landsdelen was bin
nen gehaald, kon je vrouwen met
die beesten over het land zien
ronddwalen, om ze al het eetba
re, dat nog achter gebleven was,
te laten consumeren.
In dit verband zij opgemerkt,
dat Ko Fluijt alleen nog maar
contact heeft met Griekenland.
Drie- a viermaal per jaar trekt hij
de bergen in van het noorden, om
dat hij daar behalve de afnemers
van zijn „regeringsgeiten" ook
nog particuliere klanten heeft zit
ten voor zijn k o e i e n-export. De
meeste koeien levert hij echter
aan de omgeving van Athene,
waar de boeren er 15 20 op na
houden.
Enige jaren terug moesten het
alle nog „zware melkzakken" zijn.
koeien die al een keer of vijf had
den gekalfd en dan zeer veel melk
geven. Tegenwoordig hebben ze
ook daar liever jonge koeien. En
hiermee zijn Stap en z'n collega
nogal ingenomen, daar de oudere
en zwaardere koeien zulke lange
transporten slecht verdragen. Ze
worden gauw ziek. zakken door en
gaan nogal eens dood. Koeien die
pas voor de tweede keer kalfden
reizen veel beter.
In één wagon gaan er circa 30.
En het is Stap wel overkomen,
dat er tijdens zo'n transport niet
minder dan 13 kalveren werden
geboren. Dit gaf onderweg wel
eens enige zorg. maar doorgaans
ging er niets dood. En daar
was het toch om begonnen bij het
begeleiden!
Voor alle zekerheid dient men,
als een koe gedurende de reis
koortsig 'wordt en neigingen ver
toont om neer te vallen, zo'n beest
een spuit calcium in de nek toe.
Dat heeft voor enige tijd een gun
stige uitwerking en zo nodig her
haalt men het nog eens.
Goed gezorgd
Bij het eerste geite ntrans-
port. begin november had Stap
slechts één dode. hetgeen voldoen
de bewijs is. dat er goed voor de
beesten wordt gezorgd. En met
veel liefde gaat hij nog wel eens
het bergland van Noord-Grieken
land in, om te zien en horen, hoe
„zijn" koeien het maken. Hij
spreekt wel geen Grieks wat
baas Ko juist héél handig afgaat
doch met een paar woorden
Duits red je je in die hoek van
Europa best, is zijn ervaring. Of
de Saanengeiten, die in ons land
zeer geliefd zijn daar ze 3 a 4
liter melk per dag geven, het ook
op de Balkan zo ver zullen bren
gen. dient te worden afgewacht.
Griekenland is in elk geval een
'////a///a/////wa/a//ww//////#//////////a///////w///»//«W"W"«'w/'W««"«w/"'' prachtig land. vinden ze alle vier.
En het klimaat is er lèng heerlijk.
Op 28 oktober was het volgens
De Vries in Saloniki nog 30 gr.
Celsius, al kan het er 's winters
ook wel hard koud zijn. Niet aan
de kusten zo zeer, maar in het
binnenland.
zijn dat een hoge melkproduktie
garandeert. Zulk vee echter kan
Nederland zelf ook gebruiken en
ruimen de boeren hier dan ook
niet op. Frankrijk stelt zo moge
lijk nóg hogere eisen en Joego
slavië tegenwoordig evenzeer.
Twee jaar geleden nog kwam
Johan Stap hier nog herhaalde
lijk met zijn veetransporten uit
Nederland. En hij bracht paarden
uit dat land mee terug. De vette
paarden werden doorverkocht
naar Frankrijk en dé magere
gingen eerst naar het quarantai
ne station te Utreeht. van waar
ze over de abattoirs der grotere
steden werden gedistribueerd. Die
handel ligt tihans zo goed als
stil.
Bewondering
Vaak heeft Stap in de buurt van
Belgrado met bewondering grote
groepen paarden gadegeslagen.
Ook daar zijn ze, net als in Hon
garije, een uitvloeisel van de min
der goede toestand. De mensen ta
het zuidelijke deel van Joego
slavië. d.w.z. beneden Belgrado,
zijn nl*. straatarm. Dit gebied doet
sterk denken aan het aangrenzen
de Noord-Griekenland. Maar de
toeristen zien er weinig van, om
dat ze in die gebieden bijna
niet doordringen.
„Als ik 's nachts om één uur
of half twee de laatste treinen
in Belgrado zag binnenkomen",
Zoals ik beloofd heb, volgt nu
na de Sinterklaas-etalage, het
Kerstraam, waardoor heel veel
grammofoonplaten te bekijken
zijn.Immers het beluisteren
moet u zelf doen! Ik kan alleen
maar het een en ander vertellen
over de vele platen en plaatjes,
die niet zo lang geleden versche
nen zijn. En er zijn echte Kerst-
platen onder, dan een reeks nieu
we opnamen van geestelijke lie
deren en verder een aantal mooie
platen van serieuze muziek. Ieder
kan het zijne naar eigen smaak
uitzoeken!
Kerstmuziek
Eerst dan de Kerstplaten. Uit
de enorme verscheidenheid heb
ik er enkele genomen. Natuurlijk
zijn daaronder kinderkoren en ik
heb nu eens niet een Nederlands,
maar een Belgisch koor gekozen:
het Sint-Lievenskoor van Antwer
pen onder E. II. Jan Hclllnckx
zingt onder de titel Susa-Nina de
bekende Kerstliedjes (Philips
P14047R) en dat doen ze uitstekend
De kinderen zingen zuiver en ge
voelig. maar niet sentimenteel,
het tempo is goed gekozen en de
bewerkingen klinken lang niet
kwaad. Een klein 45 t. plaatje
Vrede op Aarde (Fontana 463268
TE) bevat een fragment va
"at indertijd
de Haagse Julianakerk
door de 's-Gravenhaagse Politie
Mannenzangvereniging ..Entre
Nous" onder Jan v d. Waart en
door het Heldria Meisjeskoor on
der Max Punt, waarbij Henk Her
zog op orgel of piaho begeleidt.
Het Heldria-meisjeskoor doet het
hier bijzonder goed: de heldere,
jonge stemmen komen prachtig
door. zoals in „Midden in de win
ternacht ging de hemel open."
Dat Jan Zwarts Kerstsuites nr. I
en II niet konden ontbreken,
spreekt vanzelf. En natuurlijk
speelt Feike Asma op deze plaat
(Philips 836700 GZ). die in de
Oude Kerk te Amsterdam is opge
nomen. Men moet uiteraard van
deze soort muziek houden, maar
Asma maakt ze gelukkig niet al
te sentimenteel. En dat hij een
waar orgelvirtuoos is, zal niemand
ontkennen.
Wie onze oude Europese kerst
liederen heel mooi wil horen zin
gen, die kan terecht bij Maria
Stader. Deze sopraan zingt op
D.G.G. LPEM 19266 onder de ver
zameltitel „In dulci jubilo" en
met de Münchener Chorbuben,
Hedwig Bilgram, orgel en een
klein orkest, een keur van de be
kende en ook minder bekende
Kerstliedjes. Zij zingt ze heel een
voudig en heel innig, zodat de be
tekenis van het Kerstfeest (die
wel eens verloren gaat in de rou
tine!) ineens scherp naar voren
springt. De heilsbelofte van Kerst
mis vormt in Honegger's Une
Cantate de Noël (Dccca BR 3115)
de basis van de compositie: het
licht overwint de duisternis en in
dit licht juichen mannen, vrou
wen en kinderen het Laudate Do
minium. Een prachtige dramati
sche climax bouwt Honegger zo
op en in de uitvoering, die hier
onder leiding van Ernest Anser-
met staat, voelt men deze span
ning toenemen. Pierre MoLlet
zingt de baritonsoli, en verder
werken mee het Choeur des Jeu-
nes de Lausanne, het Choeur de
Radio-Lausanne. het Petit Choeur
du Collége de Villamont en het
orkest van Radio Suisse Roman-
de.
Een juweel
Een vleug van weemoed, door
Edwin O'Connor. Vertaling An-
dré Fransse. (jïtgave De Fon
tein, Utrecht.
Een met de Pulitzerprijs be
kroonde roman leest men met
meer dan gewone aandacht, al
was het alleen maar om de be
weegredenen te ontdekken, die
de jury tot de toekenning ervan
hebben gebracht. ..Een vleug van
weemoed" is een priesterroman.
Hoofdpersoon is pastoor Kenne
dy. geplaatst in een slaperige
New Yorkse parochie. Veel liever
zou hij hebben gewerkt in de le
vendige buurt waar hij is opge
groeid en waar veel mensen van
Ierse afkomst wonen.
De schrijver heeft in zijn lijvi
ge roman met grote vlijt een
veelomvattend beeld getekend
van menselijke zwakheden, deug
den en ondeugden, ook die van
de pastoor zelf. die erg heeft te
worstelen met zijn drankzucht.
De jury is wellicht onder de in
druk geraakt van de zorgvuldig
aangehouden halftinten, waarin
O'Connor zijn romanfiguren heeft
geschetst. Voor de moderne lezer
is het werk nauwelijks verteer
baar. Niet alleen wordt op zeld
zaam omslachtige wijze zelfs de
eenvoudigste gebeurtenis als een
onbenullig telefoongesprek ver
haald, het is ook onmogelijk zich
te verplaatsen in de mentaliteit
van deze mensen, die O'Connor
goed moet hebben gekend daar
zijn naam verraadt dat hij zelf
van Ier sen bloede is. Het is dan
allemaal wel mild en wijs. maar
wij gaan niet met de uitgever
mee wanneer hij voorspelt dat
men deze roman de nodige keren
zal willen herlezen. Vierhonderd
elf bladzijden pastoor Kennedy
zijn wat te veel van het goede.
Ten slotte: wat betaalt de
Griekse regering voor onze Saa
nengeiten? Volgens insiders be
dragen de transportkosten, inclu
sief de arbeid van hen die ze
begeleiden, 30 per geit. liet cer
tificaat, dat aantoont dat ze stam
boekwaardig zijn, kost 10. En
daar komen nog ca. 10 bij voor
het werk van de veearts In Pur
merend, het voedsel voor de bees
ten, de halsbanden enz., zodat de
kostprijs al tussen de 80 en de
100 komt te liggen. Maar wat
ze opbrengen dat weet noch Stap,
noch De Vries, noch Bol. Dat
weet alleen Kootje Fluijt en die
knijpt, als u er hem naar vraag
slechts lachend zijn rechter oogje
dicht....
n kerstplaat
Kenner und
Liebh2ber is de opname van
Acht Neue WeOinaeht Liedlein op
P.G.G. 13071 AP ln de Archiv-se-
rie. Hier zingt het Knabenehor
Hannover onder Heinz Hemiig en
een ensemble van discant-, tenor
en basblokfluiten, kromhoorns,
gamba's, luit en cembalo bege
leidt. Dit geheel van strakke jon
gensstemmen en oude instrumen
ten is ronduit verrukkelijk. En
hoi- daar gezongen en gespeeld
wordt! Zo stijlvol, zo levendig, zo
glashelder in het polyfone weef
sel van deze 16de eeuwse kerst
muziek. Daar klinken „Lobt Golt,
ihr Christen alle gleich", „Hört
7,u und seid getrost sehr", „Ein
Kind geboru zu Bethlehem",
„Freut euch, ihr lieben Chris
ten", „In dulci jubilo", „Allein
Gott in der Hoh' sei Ehr". „Der
Tag. der ist so freudenreloh",
„Joseph, lieber Joseph mein".
Ik zou deze opname willen aanhe-
velen bij alle dirigenten, die met
hun koren polyfone muziek uit
voeren. De muziek is bij Peters
te krijgen (Ed. Peters nr. 3468)
en men behoeft heus niet een der
gelijk exclusief instrumentaal en
semble te hebben: een barokor-
gel doet even goede dienst!
Koormuziek
Twee platen komen nu als over
gang naar de serie geestelijke lie
deren: nl. Te Deum van Ernst
Pepping op D.G.G. 138020 SLPM
en Chantres et Musiclens de la
Réforme op Edition Studio SM 33-
64 en 33-65. Het Te Deum van
Pep. ing, geschreven voor sopraan
'hier Agnes Giebel), bariton
(Horst Günter). koor (het koor
van de Kerkmuziekschool in Dres
den) en orkest (hier het Dresdens
Philharmonisch Orkest), is een
indrukwekkend, ernstig stuk mu
ziek. De weergave onder Martin
Flüming is zo helder, dat men de
structuur gemakkelijk kan over
zien. Pepping's muziektaal, die
men misschien „neo-barok" zou
kunnen noemen, geeft aan de Lof
zang een verhevigde intensieve
werking en zijn veelvuldig ge
bruik van de fuga (zelfs een tri
pelfuga) volgt altijd logisch uit de
tekst. Voor een koor, dat niet aan
de moderne samenklanken ge
wend is, zal het een moeilijke stof
zijn, maar het is zeer de moeite
waard dit Te Deum eens hier uit
te voeren. Het album met de twee
platen „Chantres et Musicicns de
la Réforme," bevat psalmberij
mingen uit de tijd van de refor
matie gezet door componisten uit
dezelfde tijd (plaat I), alsook door
componisten uit de hedendaagse
tijd (plaat II). Ik moet eerlijk be
kennen, dat de eerste plaat voor
mij het interessantst is. Hier hoort
men prachtige zettingen zoals van
Jannequin (Psalm 5) van Tho
mas Champion (Psalm 34). van
Claude Le Jeune (Psalm 88 en
69) en wij bevelen alweer de koor
dirigenten deze plaat aan. De
composities van Roger Vuataz op
Psalm 33 en van Georges Migst
op Psalm 118 vielen mij niet erg
mee. maar de orgelkoralen van
Marie-Louise Girod, van Henri
Gagnebin en van Alexandre Cel
lier hebben mij wel geboeid. Een
belangwekkend album van de
Franse reformatie-muziek. die in
ons land zeker alle aandacht ver-
Geestelijke liederen
Nu dan de geestelijke liederen:
Om te beginnen een langspeel
plaat van Aafje HeynLs, met Si
mon C Jansen aan het orgel van
de Adventskerk te Amsterdam
ibbel-
heeft ook enkele singles
onder de titel „Gewijde muziek".
Aardig voor ,de allerkleinsten is
Hl 1143. waarop het Chr. kinder
koor „Klokje Klinkt" o.Lv. Paul
Chr. van Westering twee alom be
kende liederen eenstemmig zingt:
„Daar ruist langs de wolken" en
..O wij kinderen, wij leven".
Over twee andere plaatjes die
we van deze serie hoorden, kun
nen we minder enthousiast zijn.
Op Hl 1131 en 1132 zingt Dick de
Jong met orgelbegeleiding van
Klaas J. Mulder enkele gezangen:
op het ene „Op U mijn Heiland
blijf ik hopen" en „Een Naam is
onze hope" op het andere „Hoe
zal ik U ontvangen" en „Gord u
aan". Helaas, Dick de Jong kan
niet zingen.
Gemengd allerlei
a wij tenslotte nog t
VIA NAALD
ÉN PLAAT
(Philips P. 600356 R). Acht beken
de gezangen uit de Hervormde
bundel, waarvan er drie al op een
E. P. 'tje voorkwamen: Grote God,
wij loven U; Op bergen en in da
len: Beveel gerust uw wegen;
Neem Heer mijn beide handen;
De Heer is mijn herder; 'k Wil U
o God mijn dank betalen; Wat
vlied' of bezwijk'; Als ik Hem
maar kenne. Zou er wel een bete
re vertolkster van het geestelijk
lied zijn dan zij? Een bijzonder
mooie opname. De teksten staan
volledig in het album.
Op Philips 41166 NE staan hier
van een viertal, n.l. Neem, Heer,
mijn beide handen. Wat vlied' of
bezwijk'. Beveel gerust Uw we
gen en Op bergen en dalen.
Vier liederen uit de bundel van
Joh. de Heer staan op een E P.
van Philips (411 650 NE) „Kom
tot uw Heiland!", gezongen door
het Haags Hervormd Kerkkoor o.
l.v. Jan van der Waart, met orgel
begeleiding van Jan van Weelden.
De teksten staan op de hoes;
„Kom tot uw Heiland", „Dierb're
Heiland, mijn Verlosser", ,,Ik zie
een poort wijd open staan" en
„Wij hebben een machtige Hei
land". Jan v. d. Waart laat vrij
vlug zingen, en dat komt deze
melodieën zeker ten goede.
Verder zijn er enkele plaatjes
uit het kerstrepertoire van Impe
rial. Met ere zij genoemd het
Kerkkoor Heemstede
l.v. Paul Chr. van Westering
(IPE 5065). Op de ene kant s aan
„Schriftgezangen", passend in de
liturgie van de Kerstnachtdienst,
waarbij het koor de gemeentezang
vervangt. De gezongen aanvangs-
tekst „Want alzo lief heeft God
de wereld gehadwordt ge
volgd door een oud Kerstlied (Ge
zang 27 2 en 5), en de aanvangs-
tekst van de Eerste Kerstdag
„Een Kind is ons geboren...."
door Gezang 10 5 („Wat heil,
een Kind is ons geboren"). Dit is
ware kerkmuziek: melodie die de
tekst dient. De melodieën van de
aanvangsteksten zijn bijzonder
mooi. Op de andere kant van het
plaatje twee simpele liederen, zo
als ze in de Kerstnachtdienst pas
sen. „Jozef je moet een reis gaan
maken" op een oude Franse wijs,
en een oud-Italiaans Pijperslied.
op tekst van Gerard Wijdeveld:
„Toen God in Bethlehem als kind
geboren lag." Goed werk van
Van Westering, die met name het
laatste lied op het orgel speels
en verrassend begeleidt.
Op Imperial IPE 5063 „Kerst
gezangen" het vertrouwde genre:
vier bekende liederen, goed ge
zongen door het Utrechts Chr. Vo
caal Ensemble met Stoffel
Viegen aan het orgel: „Hoe zal ik
U ontvangen", de L
Maria, „Daar is uit 's werelds
Lofzang
duistere wolken" en „Nu daagt het
in het oosten". Onder dezelfde titel
(nr. IPE 5066) samenzang, die in
de kersttijd ook altijd een grote
plaats inneemt. Piet v.d. Kerkhoff
leidt in de Nieuwe Zuiderkerk te
Rotterdam op kundige wijze de
gemeentezang van „Op U mijn
Heiland blijf ik hopen". „Komt
verwondert u hier mensen", „Ere
het London Symphony Orchestra
Chorus met dit orkest onder lei
ding van Sir Adrian Boult, en op
de andere een soort dwarsdoorsnee
(Decea LXT5685). waarin Joan
Sutherland, Grace Bumbrv. Ken
neth McKellar en David Ward de
bekendste aria's zingen en het bo
vengenoemd koor plus orkest on
der Sir Adrian Boult ook meedoen.
Engelsen kunnen Handel zingen!
Daar is geen woord Bach bij.
Men moet eens op het tempo lét
ten, op de levendigheid aan de ene
kant en op de monumentaliteit op
de andere kant. Zelfs Joan Su
therland, die mij hier technisch
niet meevalt, heeft de goede hou
ding te pakken. En de koren zijn
magnifiek!
Om nog even bij Handel te blij
ven: daar is Handels Orgelcon
cert nr. 10 (op. 7 nr. 4). gespeeld
door Feike Asma op Philips
S06584R, waarop hij ook Mendels-
sohns Eerste Sonate uitvoert. Het
instrument is het orgel in de Oude
Kerk te Amsterdam. Feike Asma
op zijn best zonder zijn manie
ren en hyperromantiseringen, die
zijn spel soms zo bezwaarlijk ma
ken.
Marcel Dupré speelt César
Franck: op Mercury MMA11011
komen de drie koralen aan bod,
op Mercury MMA11117 de Grande
Piéce Symphonique, de A-dur Fan
tasie en de Pastorale. Ja de
grote meester uit de Franse or-
gelschool levert het beste voor
beeld koe César Franck te Inter
preteren. Dit gaat immers regel
recht op Franck zelf terug! Daar
om moet elke orgelliefhebber goed
naar Marcel Dupré luisteren, ook
al zal hem het doordreunen van
de baskant wellicht wat hinderen.
Want hier hoort hij hoe de frase
ringen. de bindingen genomen
moeten worden, hij leert waqr de
knooppunten van de compositie
liggen, hij leert het tempo, dat
in ons land meestal te langzaam,
te zwaarwichtig gekozen wordt, en
dan zal hij wellicht een ander
beeld van César Franck krijgen.
Wie van een enorm virtuoos ka
merorkest houdt, die moet beslist
zich aanschaffen Decca LXT6026,
waarop het Moskou Kamerorkest
onder Rudolf Barshai twee Con
cert! Grossi van Vivaldi (op. 3 nr.
10 en 11) en het Divertimento van
Bartok speelt. Zulk een virtuositeit
maakt men zelden mee en heus
dit is geen truc van de opna
me. Enkele jaren geleden trad dit
zelfde kamerorkest uit Moskou in
Den Haag op en veroorzaakte er
een geweldige sensatie door dit
klankschone, krachtig geprofileer
de en glasheldere spel. Het merk
waardige is, dat de 15 leden, op
de twee cellisten en de cembalis-
te of pianiste na, staande spelen
met opzet, omdat zij dan het
maximum uit de viool kunnen ha
len. Een wonder van een plaat,
waaronder men bijna verbijsterd
raakt.
Dan noemen wij tot slot de gro
te serie „Kensbhets der Mees
ters". die de D.G.G. uitgeeft. De
bedoeling van deze reeks platen
is van elke meester zulke muziek
vast te leggen, die hem het meest
karakteriseert En elke plaat in
deze reeks is inderdaad voor.ref-
frlljk gekozen èn even voortreffe
lijk van technische afwerking. In
deze serie grijpt men nooit mis!
Daar is de plaat DGG PM18782,
waarop Karl Richter de Berliner
Philharmoniker dirigeert in twee
Haydn-Symfonicën (nr. 94 in G-dur
„met de paukenslag" en nr. 101
in D-dur „De Klok") een tin
telende, spirituele weergave! Dan
valt daarin DGG LPM18783 een
van de mooiste Mozart-platen
dat twee pianoconcerten van Mo
zart, gespeeld èn gedirigeerd door
Gcza Anda, omvat, nl. dat in G-
dur K.V. 453 en dat in C-dur K.V.
467. En om nog een te noemen:
twee Concerts Rovaux van Cou-
perin op DGG LPM 18781. een
kostelijke plaat van heerlijke di-
vertisserende muziek! En om met
iets heel vrolijks te eindigen: de
Carmen Suites en de Arléslenne-
Suites. gespeeld door het Residen
tie Orkest onder Willem van Ot-
terloo op DGG LPM 18787.
DRA. H. E. KOKEE-
VAN DEN BERGE