KO FLUIJT op zoek naar êooo geiten Een uitgebreide collectie kerstplaten EEN VLEUG VAN WEEMOED ZATERDAG 15 DECEMBER 1962 BINNEN ANDERHALF JAAR MOETEN ZE ER ZIJN Purmerend is een aardig provinciestadje, enkele tien tallen kilometers boven Am sterdam. Het heeft een op vallend mooi raadhuis aan een intiem pleintje, waar het tijdens de wekelijkse veemarkt nog druk kan zijn ook. Maar waagt u zich om deze tijd van het jaar liever niet in z'n contreien, want de wegen zijn er slecht en smal, de boomloze grasvlakten onafzienbaar, terwijl de meeste boerderijen een kale en sombere indruk achterlaten. Op één dezer boerderijen moesten we kortgeleden zijn, op zoek naar de 32-jarige veehandelaar Ko Fluijt. die er ditmaal geen koeien had staan, doch een zeshonderd mooie Hollandse geiten, z.g.n. Saanengeiten ongehoornd en wit van haar. Ze werden door een groepje arbeiders flink geborsteld en van roodleren halsbanden voorzien, opdat ze weldra de drieduizend kilometer lange treinreis naar het Griekse Saloniki zouden kunnen aanvaarden. Een maand geleden vertrok daarheen reeds het eerste trans port uit Purmerend: 455 stuks, in 4 grote spoorwagons van elk 33 meter lengte. Dat waren de grootste veewagens waarover de Nederlandse Spoorwegen beschik ken. Voor het tweede transport zou Fluijt proberen de hand te leggen op wagons uit Duitsland of Oostenrijk, in welke landen er nog een klein aantal loopt met lengten van 40 tot 48 meter. ..Daar gaan er nog meer in", zei hij, ,,en dus zou ik dan ook nu met 4 wagons kunnen volstaan." Wat de bedoeling van die geiten transporten is, heeft men al eer der kunnen lezen, nl. de doodar me Griekse boertjes, die van de opbrengst van een stukje on vruchtbaar land moeten leven, een melkkoetje in zakformaat te verschaffen. De regering in Athe ne. die ze op soepele voorwaar den disponibel stelt, besteedde de ze zomer de leverantie van zes duizend van die geiten uit. Ko Fluijt kreeg er lucht J~"J voorstel, zakte nog een tien tje per geit en zag zich de leve ring toegewezen! Hij kon er, als zijnde één onzer jongste vee-exporteurs, waar schijnlijk terecht, trots op zijn, dit resultaat te hebben bereikt. Maar het betekende toch ook, dat hij zo maar in een telefoonge sprekje met zijn agent in de Griekse hoofdstad 60.000 liet vallen. En dat hij zich tegelijker tijd afvroeg, wéér hij zesdui zend geiten van die zelfde soort vandaan moest halen. Zou den die in Nederland wel te vin den zijn? Ko wilde best weten, dat hij met zijn aanbod een niet gering risico nam. doch op het ogenblik ziet 'hij er beslist een gat in en maakt hij zich weinig zorgen meer. dat hij zijn leveringsplicht niet zal kunnen nakomen. Want dat nakomen van zijn contract met de Griekse regering is voor hem verreweg het belangrijkste. Natuurlijk, hij wil tevens nog wat verdienen, maar als hij zijn aangegane verplichtingen niet na komt ligt hij er voor goed bij de Grieken uit. En hij heeft daar in tien jaar te veel opgebouwd, om dat terrein nu met één slag ver loren te laten gaan. Vlotte jongen Fluijt is een levendige, vlotte jongen die met zijn niet minder parmantige vrouw en zes kin deren in een bescheiden 'huisje woont aan de Purmerweg, rich ting Monnikendam. Aan een zij weg staat die boerderij, die hij enige tijd terug voor bedrijfsruim te kocht. Nu zou men verwach ten. dat hij in de veehandel was gekomen, doordat zijn vader er in zat. Doch zijn vader is een ge acht schoolhoofd in Leiden. Kootje had echter een broertje dood aan scholen. Hij had, toen hij nog in Zeeuws-Vlaanderen woonde, zijn grootvader altijd met koeien zien sjouwen en dat vond hij veel in teressanter. Sommetjes maken en taallesjes leren ging dus niet zo best. En 'het werken bij een boer, waarop het ten slotte uitdraaide, stond hem evenmin aan. Aantrek kelijker scheen het hem toe, eens links en rechts te informeren wie er verlegen zat om een big of een jonge geit, om dan op de markt of bij een boer een koppel biggen te kopen en die dan stuk voor stuk met winst over te doen. Zo zette hij zijn eerste schreden op het handelspad. Die biggen en geiten waren hem al gauw te 'klein en ook de Pur- mer hood hem weldra te weinig mogelijkheden, zodat hij naar Duitsland trok, naar Zwitserland, naar Frankrijk en Italië, naar Joego Slavië en Griekenland, ja zelfs naar Turkije om relaties aan te knopen. Met schade en schande werd hij wijs. En wel zó wijs, dat hij nu zegt: ,,'t Belangrijkste in de handel is dat je n a a m goed blijft. Al verspeel je al je geld grootvader is driemaal rijk en driemaal arm geweest! dat is heus niet zo erg. Want indien je nog niet te oud bent en je hebt kijk op de handel dan verdien je de boel altijd weer terug. Maar je naam kwijt... da's een lelijk ding". Ko Fluijt, die met dat al een veehandelaar van importantie werd en het vliegtuig pakt als hij denkt dat er ergens wat te ver dienen is, vertrouwt de transpor ten toe aan een paar van z'n ge trouwen, onder wie Johan Stap (35), Nico Bol (20) en Cor de Vries (20). Het was dit .drietal, dat zijn borstelarbeid enige tijd staakte, om ons enthousiast van him baas en hun bedrijf tekst en uitleg te geven. Vooral eerstge noemde had al heel wat ervaring met veetransporten opgedaan, daar hij voor diverse exporteurs werkte en niet alleen met het wegbrengen van koeien en geiten te maken had gehad, maar ook met het halen van oude slacht- paarden, onder andere uit Honga rije. Ook Hongarije is een arm land, waar de boeren geen trac tors kunnen aanschaffen en zich dus met paarden moeten blijven behelpen. ,,Hele kudden zie je er soms nog lopen". Paarden Twee jaar geleden haalde hij uit Joegoslavië en Polen nog grote transporten paarden weg, maar met die landen worden op dit ge bied tegenwoordig weinig zaken gedaan. Overigens heeft Ko alom zijn agenten zitten. Zowel in ons eigen land als tal van andere lan den. De binnenlandse agenten gaan voor hem de markten in al onze provincies af en leveren hem die geiten voor 30 tot 50 per stuk. 't Mogen alléén geiten zijn. die door het Hollandse stamboek zijn gekeurd en getatoueerd. En ze mogen niet ouder zijn dan 34 maanden. Twee weken vóór het transport naar Griekenland worden ze in Purmerend nog eens gekeurd, ter wijl de veearts ze tevens een spuitje geeft. Dan komen er vlak vóór het transport nog twee Griek se artsen hierheen, die ze één voor één opnieuw keuren, 't Ge bit moet nog tenminste één melk tand hebben, er wordt in de ogen gekeken, er wordt op gelet waar het vlees zit en wat het gewicht bedraagt, kortom, ze zijn met zo'n 600 geiten een dag of vijf be zig. Dan gaan de beesten 's och tends om half vijf met vracht auto's naar 't station te Purmer end, waar ze in een goederen trein worden overgeladen. Hoe wel ze allemaal een halsband om kregen, met de naam van Ko Fluijt erop, worden ze in de wa gons niet vastgebonden. Ze staan los in een dikke laag stro, in elke wagon is voor hen aan weerskan ten een ruif met hooi aange bracht en bovendien neemt men per wagon 2 vaten met elk 100 li- Want de Kalden- (bij Belgrado). Gevilja (op de grens van Joegoslavië en Grie kenland) en Idomenië naar Salo niki, neemt 8 etmalen in beslag! Men zet daarom ook in één dier wagons een klein deel met een hekwerk af, deponeert daar even eens het nodige hooi, om daar zélf in te bivakkeren. Dat slapen naast zo'n goede hon derd geiten deert hen niets. Cor de Vries neemt in dat geurige" bi vak zelfs voor alle acht dagen brood mee, maar Stap denkt daar weer anders over. „Als wij in Venlo-Kaldenkirchen een tijd moeten wachten, omdat de douanen de papieren moeten controleren en de Duitse vee-art sen hun werkzaamheden hebben te verrichten wat bijna een hal ve dag vordert ga ik fijn een hapje in de stad eten. Of ik doe het in Keulen, waar we altijd een uur of drie kwijt zijn met range- Oponthoud Ter verzachting van de armoede in Griekenland in Miinchen aan komen, gaan ze daar 's middags pas om 12 uur weer uit. Maar ook wel eens om 2 uur. En als ze 's middags om 5 uur in Salzburg arriveren, vertrekt hun trein pas 's nachts om 1 of 2 uur naar Ro- senbach, dat ook nog in Oosten rijk gelegen is. Hier is het altijd 2 of 3 uur wachten, voordat men het IJzeren Gordijn passeren mag. Dat is di voormiddag. i Joegoslavisch rangeer station dat 20 km. lang is komt men 's ochtens om 8 uur aan en vertrekt men niet eerder dan 7 uur 's avonds; in Zagreb staan ze drie uur stil, in Belgrado 4 tot 6 uur, in Skoplje 1 uur. in Gevilja 4 uur en in het grensdorp Idome nië nog een halve dag, waarna men om half 5 's middags in Sa loniki pleegt aan te komen Heeft men een transport k o e .- e n voor Griekenland, dan moeten die in tegenstelling tot de gei ten nog in Idomenië. dus op Joegoslavisch grondgebied, worden uitgemest. Waarna deze beesten niet naar Saloniki, maar nog 600 km. verder, naar Athene moeten worden gebracht. Alleen in die streek weet men er weg mee. daar in de Griekse hoofdstad nu een maal naast veel arme mensen ook vele rijken wonen, die rund vlees betalen kunnen. In Zuid-Grie kenland, met zijn industriegebie den. komt ook langzamerhand meer middenstand, waarvan in het noorden nog praktisch geen sprake is. Daar bestaat de bevol king voornamelijk uit zeer arme bergboertjes, die ondanks alles toch vriendelijk en tevreden zijn. Met koeientransporten heeft men de laatste tijd echter wei nig te doen. Nederland heeft veel te veel runderen, doch men toont in het buitenland, waaronder Ita lië. weinig belangstelling en stelt steeds hogere eisen. Bekende ex porteurs als Heemskerk in Axel, Schaap te Deersum en Tjalling van der Zee te Leeuwarden, die altijd koeien plachten te verzen den" naar welhaast alle landen van de wereld tot zelfs China toe en ook volop slacht- (en rij-) paarden importeerden, zou den daarvan mee kunnen praten. Italië bijvoorbeeld wenst nog slechts beste vaarzen (2 jaar oud) en dan moet het nog stamboekvee zei Ko Fluijt, „wist ik dikwijls niet hoe ik het had. Duizenden boerenmensen, die op familiebe zoek gingen, of wét dan ook, en geen geld hadden om in een ho tel te logeren, bleven hangen in de grote, kale wachtlokalen, 't Was er nooit koud, want 's win ters brandden er enorme kachels. Maar wanneer om 2 uur die wachtkamers gesloten werden, moesten de reizigers eruit en vlij den zij zich neer op de stenen stationstrappen, waar ze tot 4 uur 's ochtends bleven vertoeven het tijdstip ongeveer waarop de eerste treinen weer gingen rijden. De één droeg een konijn in een mandje met zich mee, de ander een kip, of een gans. of een big getje. Allemaal springlevend en bestemd om er een bloedverwant of goede vriend mee te ve Het deed nogal koddig tegelijk pijnlijk, om nog maar ie zwijgen van de stank, welke die menigte verspreidde." „Toch is de grond van die boer tjes goed", aldus Stap, „maar kunstmest gebruiken ze bijna niet. Ze blijven dus maar vasthouden aan hun paarden die, als ze in koppels liepen te grazen, aan de voorbenen gekluisterd waren. Hier door konden ze maar kleine stapjes doen en hadden hun mees ters geen moeite om ze te grij pen wanneer ze voor de kar of de ploeg moesten worden gespan- Moeilijk geloven Of dit nu nog zo is weet ik niet, al kan ik moeilijk geloven, dat er in de laatste twee jaar in dat gebied veel is veranderd. B o- v e n Belgrado zag ik wel goede akkers. Daar zag ik ook grote staatsboerderijen met 200 koeien en kudden paarden. En in 't zui den van Griekenland zag ik grote hofsteden van grote particu liere boeren. Maar in het noor den van Griekenland zowel als in het zuiden van Joego Slavië wa ren de boeren reeds als welgesteld te beschouwen wanneer ze twee of drie koeien hadden. In de herfst, als de schrale oogst in deze landsdelen was bin nen gehaald, kon je vrouwen met die beesten over het land zien ronddwalen, om ze al het eetba re, dat nog achter gebleven was, te laten consumeren. In dit verband zij opgemerkt, dat Ko Fluijt alleen nog maar contact heeft met Griekenland. Drie- a viermaal per jaar trekt hij de bergen in van het noorden, om dat hij daar behalve de afnemers van zijn „regeringsgeiten" ook nog particuliere klanten heeft zit ten voor zijn k o e i e n-export. De meeste koeien levert hij echter aan de omgeving van Athene, waar de boeren er 15 20 op na houden. Enige jaren terug moesten het alle nog „zware melkzakken" zijn. koeien die al een keer of vijf had den gekalfd en dan zeer veel melk geven. Tegenwoordig hebben ze ook daar liever jonge koeien. En hiermee zijn Stap en z'n collega nogal ingenomen, daar de oudere en zwaardere koeien zulke lange transporten slecht verdragen. Ze worden gauw ziek. zakken door en gaan nogal eens dood. Koeien die pas voor de tweede keer kalfden reizen veel beter. In één wagon gaan er circa 30. En het is Stap wel overkomen, dat er tijdens zo'n transport niet minder dan 13 kalveren werden geboren. Dit gaf onderweg wel eens enige zorg. maar doorgaans ging er niets dood. En daar was het toch om begonnen bij het begeleiden! Voor alle zekerheid dient men, als een koe gedurende de reis koortsig 'wordt en neigingen ver toont om neer te vallen, zo'n beest een spuit calcium in de nek toe. Dat heeft voor enige tijd een gun stige uitwerking en zo nodig her haalt men het nog eens. Goed gezorgd Bij het eerste geite ntrans- port. begin november had Stap slechts één dode. hetgeen voldoen de bewijs is. dat er goed voor de beesten wordt gezorgd. En met veel liefde gaat hij nog wel eens het bergland van Noord-Grieken land in, om te zien en horen, hoe „zijn" koeien het maken. Hij spreekt wel geen Grieks wat baas Ko juist héél handig afgaat doch met een paar woorden Duits red je je in die hoek van Europa best, is zijn ervaring. Of de Saanengeiten, die in ons land zeer geliefd zijn daar ze 3 a 4 liter melk per dag geven, het ook op de Balkan zo ver zullen bren gen. dient te worden afgewacht. Griekenland is in elk geval een '////a///a/////wa/a//ww//////#//////////a///////w///»//«W"W"«'w/'W««"«w/"'' prachtig land. vinden ze alle vier. En het klimaat is er lèng heerlijk. Op 28 oktober was het volgens De Vries in Saloniki nog 30 gr. Celsius, al kan het er 's winters ook wel hard koud zijn. Niet aan de kusten zo zeer, maar in het binnenland. zijn dat een hoge melkproduktie garandeert. Zulk vee echter kan Nederland zelf ook gebruiken en ruimen de boeren hier dan ook niet op. Frankrijk stelt zo moge lijk nóg hogere eisen en Joego slavië tegenwoordig evenzeer. Twee jaar geleden nog kwam Johan Stap hier nog herhaalde lijk met zijn veetransporten uit Nederland. En hij bracht paarden uit dat land mee terug. De vette paarden werden doorverkocht naar Frankrijk en dé magere gingen eerst naar het quarantai ne station te Utreeht. van waar ze over de abattoirs der grotere steden werden gedistribueerd. Die handel ligt tihans zo goed als stil. Bewondering Vaak heeft Stap in de buurt van Belgrado met bewondering grote groepen paarden gadegeslagen. Ook daar zijn ze, net als in Hon garije, een uitvloeisel van de min der goede toestand. De mensen ta het zuidelijke deel van Joego slavië. d.w.z. beneden Belgrado, zijn nl*. straatarm. Dit gebied doet sterk denken aan het aangrenzen de Noord-Griekenland. Maar de toeristen zien er weinig van, om dat ze in die gebieden bijna niet doordringen. „Als ik 's nachts om één uur of half twee de laatste treinen in Belgrado zag binnenkomen", Zoals ik beloofd heb, volgt nu na de Sinterklaas-etalage, het Kerstraam, waardoor heel veel grammofoonplaten te bekijken zijn.Immers het beluisteren moet u zelf doen! Ik kan alleen maar het een en ander vertellen over de vele platen en plaatjes, die niet zo lang geleden versche nen zijn. En er zijn echte Kerst- platen onder, dan een reeks nieu we opnamen van geestelijke lie deren en verder een aantal mooie platen van serieuze muziek. Ieder kan het zijne naar eigen smaak uitzoeken! Kerstmuziek Eerst dan de Kerstplaten. Uit de enorme verscheidenheid heb ik er enkele genomen. Natuurlijk zijn daaronder kinderkoren en ik heb nu eens niet een Nederlands, maar een Belgisch koor gekozen: het Sint-Lievenskoor van Antwer pen onder E. II. Jan Hclllnckx zingt onder de titel Susa-Nina de bekende Kerstliedjes (Philips P14047R) en dat doen ze uitstekend De kinderen zingen zuiver en ge voelig. maar niet sentimenteel, het tempo is goed gekozen en de bewerkingen klinken lang niet kwaad. Een klein 45 t. plaatje Vrede op Aarde (Fontana 463268 TE) bevat een fragment va "at indertijd de Haagse Julianakerk door de 's-Gravenhaagse Politie Mannenzangvereniging ..Entre Nous" onder Jan v d. Waart en door het Heldria Meisjeskoor on der Max Punt, waarbij Henk Her zog op orgel of piaho begeleidt. Het Heldria-meisjeskoor doet het hier bijzonder goed: de heldere, jonge stemmen komen prachtig door. zoals in „Midden in de win ternacht ging de hemel open." Dat Jan Zwarts Kerstsuites nr. I en II niet konden ontbreken, spreekt vanzelf. En natuurlijk speelt Feike Asma op deze plaat (Philips 836700 GZ). die in de Oude Kerk te Amsterdam is opge nomen. Men moet uiteraard van deze soort muziek houden, maar Asma maakt ze gelukkig niet al te sentimenteel. En dat hij een waar orgelvirtuoos is, zal niemand ontkennen. Wie onze oude Europese kerst liederen heel mooi wil horen zin gen, die kan terecht bij Maria Stader. Deze sopraan zingt op D.G.G. LPEM 19266 onder de ver zameltitel „In dulci jubilo" en met de Münchener Chorbuben, Hedwig Bilgram, orgel en een klein orkest, een keur van de be kende en ook minder bekende Kerstliedjes. Zij zingt ze heel een voudig en heel innig, zodat de be tekenis van het Kerstfeest (die wel eens verloren gaat in de rou tine!) ineens scherp naar voren springt. De heilsbelofte van Kerst mis vormt in Honegger's Une Cantate de Noël (Dccca BR 3115) de basis van de compositie: het licht overwint de duisternis en in dit licht juichen mannen, vrou wen en kinderen het Laudate Do minium. Een prachtige dramati sche climax bouwt Honegger zo op en in de uitvoering, die hier onder leiding van Ernest Anser- met staat, voelt men deze span ning toenemen. Pierre MoLlet zingt de baritonsoli, en verder werken mee het Choeur des Jeu- nes de Lausanne, het Choeur de Radio-Lausanne. het Petit Choeur du Collége de Villamont en het orkest van Radio Suisse Roman- de. Een juweel Een vleug van weemoed, door Edwin O'Connor. Vertaling An- dré Fransse. (jïtgave De Fon tein, Utrecht. Een met de Pulitzerprijs be kroonde roman leest men met meer dan gewone aandacht, al was het alleen maar om de be weegredenen te ontdekken, die de jury tot de toekenning ervan hebben gebracht. ..Een vleug van weemoed" is een priesterroman. Hoofdpersoon is pastoor Kenne dy. geplaatst in een slaperige New Yorkse parochie. Veel liever zou hij hebben gewerkt in de le vendige buurt waar hij is opge groeid en waar veel mensen van Ierse afkomst wonen. De schrijver heeft in zijn lijvi ge roman met grote vlijt een veelomvattend beeld getekend van menselijke zwakheden, deug den en ondeugden, ook die van de pastoor zelf. die erg heeft te worstelen met zijn drankzucht. De jury is wellicht onder de in druk geraakt van de zorgvuldig aangehouden halftinten, waarin O'Connor zijn romanfiguren heeft geschetst. Voor de moderne lezer is het werk nauwelijks verteer baar. Niet alleen wordt op zeld zaam omslachtige wijze zelfs de eenvoudigste gebeurtenis als een onbenullig telefoongesprek ver haald, het is ook onmogelijk zich te verplaatsen in de mentaliteit van deze mensen, die O'Connor goed moet hebben gekend daar zijn naam verraadt dat hij zelf van Ier sen bloede is. Het is dan allemaal wel mild en wijs. maar wij gaan niet met de uitgever mee wanneer hij voorspelt dat men deze roman de nodige keren zal willen herlezen. Vierhonderd elf bladzijden pastoor Kennedy zijn wat te veel van het goede. Ten slotte: wat betaalt de Griekse regering voor onze Saa nengeiten? Volgens insiders be dragen de transportkosten, inclu sief de arbeid van hen die ze begeleiden, 30 per geit. liet cer tificaat, dat aantoont dat ze stam boekwaardig zijn, kost 10. En daar komen nog ca. 10 bij voor het werk van de veearts In Pur merend, het voedsel voor de bees ten, de halsbanden enz., zodat de kostprijs al tussen de 80 en de 100 komt te liggen. Maar wat ze opbrengen dat weet noch Stap, noch De Vries, noch Bol. Dat weet alleen Kootje Fluijt en die knijpt, als u er hem naar vraag slechts lachend zijn rechter oogje dicht.... n kerstplaat Kenner und Liebh2ber is de opname van Acht Neue WeOinaeht Liedlein op P.G.G. 13071 AP ln de Archiv-se- rie. Hier zingt het Knabenehor Hannover onder Heinz Hemiig en een ensemble van discant-, tenor en basblokfluiten, kromhoorns, gamba's, luit en cembalo bege leidt. Dit geheel van strakke jon gensstemmen en oude instrumen ten is ronduit verrukkelijk. En hoi- daar gezongen en gespeeld wordt! Zo stijlvol, zo levendig, zo glashelder in het polyfone weef sel van deze 16de eeuwse kerst muziek. Daar klinken „Lobt Golt, ihr Christen alle gleich", „Hört 7,u und seid getrost sehr", „Ein Kind geboru zu Bethlehem", „Freut euch, ihr lieben Chris ten", „In dulci jubilo", „Allein Gott in der Hoh' sei Ehr". „Der Tag. der ist so freudenreloh", „Joseph, lieber Joseph mein". Ik zou deze opname willen aanhe- velen bij alle dirigenten, die met hun koren polyfone muziek uit voeren. De muziek is bij Peters te krijgen (Ed. Peters nr. 3468) en men behoeft heus niet een der gelijk exclusief instrumentaal en semble te hebben: een barokor- gel doet even goede dienst! Koormuziek Twee platen komen nu als over gang naar de serie geestelijke lie deren: nl. Te Deum van Ernst Pepping op D.G.G. 138020 SLPM en Chantres et Musiclens de la Réforme op Edition Studio SM 33- 64 en 33-65. Het Te Deum van Pep. ing, geschreven voor sopraan 'hier Agnes Giebel), bariton (Horst Günter). koor (het koor van de Kerkmuziekschool in Dres den) en orkest (hier het Dresdens Philharmonisch Orkest), is een indrukwekkend, ernstig stuk mu ziek. De weergave onder Martin Flüming is zo helder, dat men de structuur gemakkelijk kan over zien. Pepping's muziektaal, die men misschien „neo-barok" zou kunnen noemen, geeft aan de Lof zang een verhevigde intensieve werking en zijn veelvuldig ge bruik van de fuga (zelfs een tri pelfuga) volgt altijd logisch uit de tekst. Voor een koor, dat niet aan de moderne samenklanken ge wend is, zal het een moeilijke stof zijn, maar het is zeer de moeite waard dit Te Deum eens hier uit te voeren. Het album met de twee platen „Chantres et Musicicns de la Réforme," bevat psalmberij mingen uit de tijd van de refor matie gezet door componisten uit dezelfde tijd (plaat I), alsook door componisten uit de hedendaagse tijd (plaat II). Ik moet eerlijk be kennen, dat de eerste plaat voor mij het interessantst is. Hier hoort men prachtige zettingen zoals van Jannequin (Psalm 5) van Tho mas Champion (Psalm 34). van Claude Le Jeune (Psalm 88 en 69) en wij bevelen alweer de koor dirigenten deze plaat aan. De composities van Roger Vuataz op Psalm 33 en van Georges Migst op Psalm 118 vielen mij niet erg mee. maar de orgelkoralen van Marie-Louise Girod, van Henri Gagnebin en van Alexandre Cel lier hebben mij wel geboeid. Een belangwekkend album van de Franse reformatie-muziek. die in ons land zeker alle aandacht ver- Geestelijke liederen Nu dan de geestelijke liederen: Om te beginnen een langspeel plaat van Aafje HeynLs, met Si mon C Jansen aan het orgel van de Adventskerk te Amsterdam ibbel- heeft ook enkele singles onder de titel „Gewijde muziek". Aardig voor ,de allerkleinsten is Hl 1143. waarop het Chr. kinder koor „Klokje Klinkt" o.Lv. Paul Chr. van Westering twee alom be kende liederen eenstemmig zingt: „Daar ruist langs de wolken" en ..O wij kinderen, wij leven". Over twee andere plaatjes die we van deze serie hoorden, kun nen we minder enthousiast zijn. Op Hl 1131 en 1132 zingt Dick de Jong met orgelbegeleiding van Klaas J. Mulder enkele gezangen: op het ene „Op U mijn Heiland blijf ik hopen" en „Een Naam is onze hope" op het andere „Hoe zal ik U ontvangen" en „Gord u aan". Helaas, Dick de Jong kan niet zingen. Gemengd allerlei a wij tenslotte nog t VIA NAALD ÉN PLAAT (Philips P. 600356 R). Acht beken de gezangen uit de Hervormde bundel, waarvan er drie al op een E. P. 'tje voorkwamen: Grote God, wij loven U; Op bergen en in da len: Beveel gerust uw wegen; Neem Heer mijn beide handen; De Heer is mijn herder; 'k Wil U o God mijn dank betalen; Wat vlied' of bezwijk'; Als ik Hem maar kenne. Zou er wel een bete re vertolkster van het geestelijk lied zijn dan zij? Een bijzonder mooie opname. De teksten staan volledig in het album. Op Philips 41166 NE staan hier van een viertal, n.l. Neem, Heer, mijn beide handen. Wat vlied' of bezwijk'. Beveel gerust Uw we gen en Op bergen en dalen. Vier liederen uit de bundel van Joh. de Heer staan op een E P. van Philips (411 650 NE) „Kom tot uw Heiland!", gezongen door het Haags Hervormd Kerkkoor o. l.v. Jan van der Waart, met orgel begeleiding van Jan van Weelden. De teksten staan op de hoes; „Kom tot uw Heiland", „Dierb're Heiland, mijn Verlosser", ,,Ik zie een poort wijd open staan" en „Wij hebben een machtige Hei land". Jan v. d. Waart laat vrij vlug zingen, en dat komt deze melodieën zeker ten goede. Verder zijn er enkele plaatjes uit het kerstrepertoire van Impe rial. Met ere zij genoemd het Kerkkoor Heemstede l.v. Paul Chr. van Westering (IPE 5065). Op de ene kant s aan „Schriftgezangen", passend in de liturgie van de Kerstnachtdienst, waarbij het koor de gemeentezang vervangt. De gezongen aanvangs- tekst „Want alzo lief heeft God de wereld gehadwordt ge volgd door een oud Kerstlied (Ge zang 27 2 en 5), en de aanvangs- tekst van de Eerste Kerstdag „Een Kind is ons geboren...." door Gezang 10 5 („Wat heil, een Kind is ons geboren"). Dit is ware kerkmuziek: melodie die de tekst dient. De melodieën van de aanvangsteksten zijn bijzonder mooi. Op de andere kant van het plaatje twee simpele liederen, zo als ze in de Kerstnachtdienst pas sen. „Jozef je moet een reis gaan maken" op een oude Franse wijs, en een oud-Italiaans Pijperslied. op tekst van Gerard Wijdeveld: „Toen God in Bethlehem als kind geboren lag." Goed werk van Van Westering, die met name het laatste lied op het orgel speels en verrassend begeleidt. Op Imperial IPE 5063 „Kerst gezangen" het vertrouwde genre: vier bekende liederen, goed ge zongen door het Utrechts Chr. Vo caal Ensemble met Stoffel Viegen aan het orgel: „Hoe zal ik U ontvangen", de L Maria, „Daar is uit 's werelds Lofzang duistere wolken" en „Nu daagt het in het oosten". Onder dezelfde titel (nr. IPE 5066) samenzang, die in de kersttijd ook altijd een grote plaats inneemt. Piet v.d. Kerkhoff leidt in de Nieuwe Zuiderkerk te Rotterdam op kundige wijze de gemeentezang van „Op U mijn Heiland blijf ik hopen". „Komt verwondert u hier mensen", „Ere het London Symphony Orchestra Chorus met dit orkest onder lei ding van Sir Adrian Boult, en op de andere een soort dwarsdoorsnee (Decea LXT5685). waarin Joan Sutherland, Grace Bumbrv. Ken neth McKellar en David Ward de bekendste aria's zingen en het bo vengenoemd koor plus orkest on der Sir Adrian Boult ook meedoen. Engelsen kunnen Handel zingen! Daar is geen woord Bach bij. Men moet eens op het tempo lét ten, op de levendigheid aan de ene kant en op de monumentaliteit op de andere kant. Zelfs Joan Su therland, die mij hier technisch niet meevalt, heeft de goede hou ding te pakken. En de koren zijn magnifiek! Om nog even bij Handel te blij ven: daar is Handels Orgelcon cert nr. 10 (op. 7 nr. 4). gespeeld door Feike Asma op Philips S06584R, waarop hij ook Mendels- sohns Eerste Sonate uitvoert. Het instrument is het orgel in de Oude Kerk te Amsterdam. Feike Asma op zijn best zonder zijn manie ren en hyperromantiseringen, die zijn spel soms zo bezwaarlijk ma ken. Marcel Dupré speelt César Franck: op Mercury MMA11011 komen de drie koralen aan bod, op Mercury MMA11117 de Grande Piéce Symphonique, de A-dur Fan tasie en de Pastorale. Ja de grote meester uit de Franse or- gelschool levert het beste voor beeld koe César Franck te Inter preteren. Dit gaat immers regel recht op Franck zelf terug! Daar om moet elke orgelliefhebber goed naar Marcel Dupré luisteren, ook al zal hem het doordreunen van de baskant wellicht wat hinderen. Want hier hoort hij hoe de frase ringen. de bindingen genomen moeten worden, hij leert waqr de knooppunten van de compositie liggen, hij leert het tempo, dat in ons land meestal te langzaam, te zwaarwichtig gekozen wordt, en dan zal hij wellicht een ander beeld van César Franck krijgen. Wie van een enorm virtuoos ka merorkest houdt, die moet beslist zich aanschaffen Decca LXT6026, waarop het Moskou Kamerorkest onder Rudolf Barshai twee Con cert! Grossi van Vivaldi (op. 3 nr. 10 en 11) en het Divertimento van Bartok speelt. Zulk een virtuositeit maakt men zelden mee en heus dit is geen truc van de opna me. Enkele jaren geleden trad dit zelfde kamerorkest uit Moskou in Den Haag op en veroorzaakte er een geweldige sensatie door dit klankschone, krachtig geprofileer de en glasheldere spel. Het merk waardige is, dat de 15 leden, op de twee cellisten en de cembalis- te of pianiste na, staande spelen met opzet, omdat zij dan het maximum uit de viool kunnen ha len. Een wonder van een plaat, waaronder men bijna verbijsterd raakt. Dan noemen wij tot slot de gro te serie „Kensbhets der Mees ters". die de D.G.G. uitgeeft. De bedoeling van deze reeks platen is van elke meester zulke muziek vast te leggen, die hem het meest karakteriseert En elke plaat in deze reeks is inderdaad voor.ref- frlljk gekozen èn even voortreffe lijk van technische afwerking. In deze serie grijpt men nooit mis! Daar is de plaat DGG PM18782, waarop Karl Richter de Berliner Philharmoniker dirigeert in twee Haydn-Symfonicën (nr. 94 in G-dur „met de paukenslag" en nr. 101 in D-dur „De Klok") een tin telende, spirituele weergave! Dan valt daarin DGG LPM18783 een van de mooiste Mozart-platen dat twee pianoconcerten van Mo zart, gespeeld èn gedirigeerd door Gcza Anda, omvat, nl. dat in G- dur K.V. 453 en dat in C-dur K.V. 467. En om nog een te noemen: twee Concerts Rovaux van Cou- perin op DGG LPM 18781. een kostelijke plaat van heerlijke di- vertisserende muziek! En om met iets heel vrolijks te eindigen: de Carmen Suites en de Arléslenne- Suites. gespeeld door het Residen tie Orkest onder Willem van Ot- terloo op DGG LPM 18787. DRA. H. E. KOKEE- VAN DEN BERGE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 13