Een vorstin naar haar laatste rustplaats
Klokken rouwen mee
in Prinsenstad
Delft verstilde
met het uur
Langs duizenden landgenoten, wachtend in stille eerbied
Zon brak door de nevels heen
Kranten tegen
koude voeten
3
ZATERDAG 8 DECEMBER 2962
(Van onze verslaggevers)
ER STONDEN HONDERDEN, maar ze leken er niet te zijn. Het leven
leek verstorven; het geluid verstomd. Slechts een schuifelende voet
verbrak die stilte even. Aan weerszijden van het bordes van het paleis
Lange Voorhout in Den Haag stond bewegingloos de erewacht, soldaten
van het garderegiment Fuseliers Prinses Irene, stram in de houding, het
geweer gepresenteerd. Rechts van het bordes de Johan Willem Frisokapel
met zwijgende instrumenten. Daarachter de honderden, zwijgend, wach
tend in stille eerbied. Uren hadden ze daar al gestaan in de lichte, r
verkillende nevel. Urenlang om een laatste groet te brengen, om afscheid
te nemen van een vorstin.
Weinigen zullen deze indrukwekkende en plechtige ogenblikken van
volkomen stilte onder de kale bomen van het Lange Voorhout vergeten.
Ogenblikken, die voorafgingen aan dat ene ontroerende moment. Het
ogenblik, waarop langzaam en plechtig acht in groene uniform gestoken
boswachters in de Paleisdeur verschenen, op de schouders de blank eiken
kist dragend. Het begin van de laatste tocht van een gestorven Koningin.
Even over negen waren de witte
wagens van de rijkspolitie voorgere
den. Eerst stapte Z. K. H. prins Bern-
haiid uit even eerder dan H. M. de
Koningin en de prinsessen Margriet
en Marijke. De Koningin droeg een
mantel met een smalle nertskraag en
een witte zijden toque. Prinses Mar
griet had een lange mantel in prinses-
semodel aan en een smalle hoge bont-
hoed op. Prinses Marijke droeg op het
hoofd een kleine, ronde breton. Alle
drie waren in het wit gekleed. Enkele
ogenblikken later volgde de auto met
de prinsessen Beatrix en Irene. De
kroonprinses droeg ook een lange wit
te mantel over een witte robe en prin
ses Irene had een wit laken complet
aan.
In een aansluitende stoet arriveerden
de Koninklijke gasten. Als eerste Koning
Frederik van Denemarken, dan koning
Olaf met prinses Alice, de gravin van
Athlone. Het was de derde maal. dat
zij de gast was van de Koninklijke
familie bij een droeve gebeurtenis. Zij
was immers ook aanwezig bij de uit
vaarten van koningin Emma en Prins
Hendrik in 1934. Nog tragischer is, dat
prinses Juliana indertijd bij haar lo
geerde, toen prins Hendrik overleed en
prinses Irene nu bij haar de dood van
haar grootmoeder moest vernemen.
Gladde wegen
Op de straat was een dikke laag
zand gestrooid, want overal glinsterde
de weg van de gladheid tussen de be
rijpte grote vakken van het Lange Voor
hout. Er was een sfeer van wachten.
En dan kwam dat grote, ontroerende
ogenblik, waarop de acht jachters en
boswachters de eenvoudige, eiken kist
het paleis uitdroegen. Zacht zette de
kapel het Wilhelmus in. Hoeden werden
afgenomen, stil en ontroerd keken hon
derden toe, hoe de dragers de bordessen
afdaalden en uit de verte kwam het
doffe geluid van de eerste saluutschoten.
Inmiddels hadden acht Kamerheren
in rok, zwarte steek en witte hand
schoenen zich achter de witte koets
opgesteld. De koets was geheel hekleed
met zachte crème draperieën.
Een omfloerste brandende lantaarn
op de vier hoeken, een zilveren kroon
en grote crème pluimen op de vier
hoeken van de kroonlijst. Achter de
koets reed de bloemenwagen aan, met.
een weelde aan bloemen en kleuren.
Een enorme krans rose anjers, witte
chrysanten, een groot boeket rozen
bovenop.
Langzaam schreden de vüer adjudanten
van prinses Wilhelmina naar buiten.
Schout bij nacht H. A. W. Goossens droeg
een wit kussen aan. met het Grootkruis
van de Militaire Willemsorde en het
brede Oranjelint.
Naast de koets, die met acht met witte
kleden omhulde paarden bespannen was.
hadden zich inmiddels de tien dienst
doende kamerheren opgesteld en toen
de slippendragers (brigade-generaal der
grenadiers b.d A. van Santen, luitenant
kolonel KNIL W. Romswinkel en kapi
tein ter zee b.d. C. W. Th. baron van
Boetzelaar en schout bij nacht H. A. W.
Gfiossens) hun plaats naast de lijkwagen
hadden ingenomen, verscheen het Ko
ninklijk gezin op het bordes.
De Koningin en de Prinsessen, zoals ge
zegd, in het wit en prins Bernhard in
het groot galatenue van generaal der ma
riniers. Het bleef stil. doodstil.
Groet
Langzaam schreden Koningin, Prins en
Prinsessen de trappen van het bordes af,
langs de erewacht. Er werd een groet
aan het vaandel gebracht. Daarna stap
ten ze in het klaarstaande galarijtuig,
achter de bloemenwagen. Koningin en
Prins in het eerste rijtuig en de Prinses
sen in het tweede. De vorstelijke gasten
bestegen de volgende koetsen, de konin
gen Frederik van Denemarken en Olaf
van Noorwegen namen in de derde koets
plaats. Beiden waren in uniform.
Prinses Alice, gravin van Athlone met
prins Louis Ferdinand van Pruisen
prinses Kira zaten in het vierde en
vorst en vorstin Von Wien in het vijfde.
De vrouwelijke gasten droegen allen
bruine bontmantels.
Het was een indrukwekkende stoet,
die zien even na tien uur in beweging
zette. Voorop een detachement van dt
Koninklijke Marechaussee, de Konink.
lijke Militaire Kapel, een compagnie var
het 11e Infanterie Bataljon Garderegi
ment Grenadiers, een detachement van
de Koninklijke Marine, een detache
ment van de Koninklijke Luchtmacht,
een commando Rijkspolitie, vijf ruiters
in ceremonieel tenue van de Haagse ge
meentepolitie, gevolgd door hoofdcom
missaris J. H. A. K. Gualtherie van Wee
zei en zijn adjudant, een rijknecht
joor en twee rijknechts te paard. Een
stoet die méér een vorstelijke rijtocht
had geopend. Maar nu geen uiterlijk
vertoon, geen ceremonieel tenue (uit
gezonderd de politie te paard), slechts
het gewone uniform, het groen grijs en
blauw, eenvoudig en sober.
Kerkklokken
Terwijl overal de kerkklokken beier
den zette in normaal marstempo de stoet
zich in beweging.
Achter hen de witte lijkkoets met
alleen die ene krans, de krans van het
Nederlandse verzet. Het was deze
koets waarop aller blikken zich richt
ten. Eerbiedig en zwijgend brachten
de honderden langs de hekken
laatste groet, voor het laatst ging
Koningin Wilhelmina voorbij. De vor
stin, die met deze omgeving zo ver
trouwd was, die hier zovele jaren door
bracht, die al zovele malen by zovele
gelegenheden hier was langsgegaan.
Over het statige Voorhout met zijn
eeuwenoude bomende Kneuterdijk,
langs de Gevangenpoort. Toen stonden
er dikwijls juichende mensen langs de
route, mensen, die met vlaggetjes
zwaaiden. Nu rouwde haar oude Resi
dentie en zwegen de toeschouwers
achter de hekken in diepe eerbied.
De koets werd begeleid door tien ir
zwart geklede Kamerheren, vier slippen,
dragers, de chef van het militaire tehuis
van de Koningin, luitenant-generaal H.
Schaper en kolonel vlieger mr. R. J. E. M.
van Zinnicq Bergmann te paard aan bei
de zijden van de koets en daarachter vier
adjudanten van de Prins en acht jachters
en boswachters van Het Loo.
Lange tijd was niets anders te horen
dan het klakken van soldatenhakken op
de bevroren stenen, afgemeten en strak,
het ketsen van paardehoeven en het dof
fe dreunen van de schoten uit de 12 ge-
schutsstukken op het Malieveld en Ypen-
burg. Dat was het enige dat de stiltp
verbrak. Tot een van de kapellen inzet
te.
Muziek
Terwijl de kanonschoten voort-
dreunden en de klokken hun klan
ken over de stad lieten gaan, klonk
plechtig het „O Nederland, let op
Uw saeck". Om beurten speelden de
kapellen: vaderlandse liederen uit
Valerius Gedenckklanck en bekende
koraalmuziek, aangepast aan
marstempo. Diepe indruk maakte de
muziek op de toeschouwers. Velen
waren ontroerd en konden hun emo
tie niet meester blijven.
De belangstelling langs de route
iets minder dan wellicht verwacht
Toch hadden nog vele honderden e
voorkeur aan gegeven om dit imposante
gebeuren, ondanks de bijtende kou, met
eigen ogen te zien, ofschoon zü er
via de televisie getuigen van konden zijn.
Ondanks de kou en de verkillende nevel
hadden ze urenlang gewacht. Vele
deren hadden een plaatsje gevonden ach
ter kantoorramen, die bij het passeren
in de stoet werden geopend.
Toen de stoet de Hofweg was gepas
seerd, brak de zon door. Overal op de
route was pekel gestrooid. De kijkers
zagen in gepaste stilte de droeve stoet
langstrekken. Zij ontwaarden een ko
ningin Juliana achter het venster van
het voigrijtuig, stil voor zich uitstarend.
Op het Rijswijkseplein traden de hoog
waardigheidsbekleders uit de stoet en
brachten een militair saluut. Ook hiei
een trieste stemming. Het gebeier
de klokken was goed te horen. Men-
starapvoetten om de voeten
warmte te geven.
en over half elf bereikte de stoet
de grens van de gemeente Den Haag,
de Broekslootkade. Hier wachtte het ge
meentebestuur van Den Haag om
laatste groet aan prinses Wilhelmina te
brengen.
De stoet ging in snel tempo door Rijs
wijk. Bij de Hoornbrug hadden zich vele
mensen verzameld. Daar stonden de kij
kers soms twaalf rijen dik. kinderen wa-
n in lantaarnpalen geklommen en men-
n stonden op trapjes.
Maakte de stoet ergens een trieste
indruk, dan was het wel op de weg
van Rijswijk naar Delft, op de open
vlakke weg, waar de klanken van
muziekinstrumenten verwaaiden
en het wit van de koetsen werd ge
huld in een waas van lichte nevel.
Bloemen
Achter de lijkkoets volgde de bloemen
wagen, waarop een schat van -bloemen
was gelegd, witte bloemen. Kransen en
bloemen, die de laatste dagen tijdens het
défilé bij de baar in het paleis aan het
Lange Voorhout hadden gelegen en kran.
sen van staatshoofden: van de Keizer van
Japan, Koning Olaf van Noorwegen, de
Koning en Koningin van Zweden, de
Groothertogin en prins Felix van Luxem
burg, de presidenten van Ecuador, Ar
gentinië, Finland, Ierland, Amerika, de
staatspresident van de republiek Zuid-
Afrika, de Canadese regering, de Griekse
regering en van de regering van de Chi
nese Volksrepubliek.
Dan de vijf koetsen met Koninklijk
gezin en de vorstelijke gasten, een com
mando Rijkspolitie, de kapel van de Ko
ninklijke Luchtmacht, detachementen
van luchtmacht en marine, een compag-
nie van het 12de Infanteriebataljon Gar.
deregiment. Jagers, een detachement van
de Koninklijke Marechaussee en vier
ruiters van de Haagse gemeentepolitie
ceremonieel tenue.
De vier in het wit geklede prin
sessen verlaten het paleis aan
het Lange Voorhout.
H.M. de Koningin en prins
Bernhard stapten na een groet
het vaandel bij het paleis aan
het Lange Voorhout in het eer
ste voigrijtuig.
Tegenover het ruitertsandbeeld aan het
Buitenhof staat de familie Spaans. De
heer Spaans, hoofd van de Tweede Tha-
borschool te Scheveningen. is om kwart
over zeven van huis gegaan, vergezeld
van zijn echtgenote en van de jongste
zoon Ad (11).
„Ach, we zijn goed ingepakt", zegt me
vrouw van achter de kraag van haar
bontjas. ..Bovendien hebben we brood en
koffie bij ons". Het allerbeste idee had
mevrouw Spaans. Zij bracht onder haar
arm een dikke stapel oude kranten mee.
De kranten liggen nu op de met ijzelpa
reltjes bedekte trottoirtegels. Last van
koude voeten is uitgesloten.
Vóór het witte gebouw van de H.B.U.
staat een lange rij houten klapstoeltjes.
„Om op te gaan staan als de stoet komt",
zegt Hedwig Volkeringa (27). Deze bank
bediende is nog nooit zo vroeg naar de
bank gegaan. Al het bankpersoneel en
alle ambtenaren van de Dienst Luister
en Kijkgelden, die ook in het bankge
bouw werken, hebben óf een plaatsje
achter een van de ramen, óf een plaatsje
buiten op een stoel gekregen.
TERWIJL DELFT in afwachting
was van de aankomst van de
stoet, beierden over de oude vesten
de kerkklokken, als ware het, dat zij
meerouwden met de rouwenden.
De winterzon zag meer en meer kans
door de ijle nevels heen te dringen
en deze achtste december was zeker
niet somber te noemen, wat de
weersomstandigheden betreft.
De belangstelling in de Delftse
buitenwijken was, evenals in de
Haagse binnenstad, zeker minder
dan men had verwacht. Wellicht
hebben ook de strenge verkeersmaat
regelen van de politie een massale
komst uit het hele land nog tegen
gehouden.
In Delft mengde zich de stem van de
9000 kilo wegende „bourdon" (een klok
daterend uit 1570) met de klanken van
de andere kerkklokken.
Indrukwekkend vreemd stak het wit
an de rijtuigen af tegen de donkere
eeuwenoude geveltjes in de nauwe stra-
Prinsenstad, die zovele bin
dingen met het Oranjehuis heeft en die
ook door prinses Wilhelmina zo dikwijls
werd bezocht.
Rondom de Markt in Delft was het om
streeks half twaalf bijzonder druk ge
worden. Genodigden voor het bijwonen
van de bijzetting kwamen in steeds gro
ter getale naar het Delftse centrum: com-
de Koningin, burgemees
ters, kamerleden, leden van de hoge col
leges van Staat, kerkelijke, militaire en
burgerlijke autoriteiten. Zü allen bega
ven zich naar de zü-ingang van de
Nieuwe Kerk.
Om kwart over elf precies weerklon
ken op het Marktplein de militaire com
mando's en sprongen de daar aanwezige
kadetten van de Koninklijke Marine en
ook de muzikanten van de Mariniers
kapel in de houding, toen koning Bou-
J—koningin Fabiola van België
Zoals 23 jaar geleden bij de uitvaart
ir. haar gemaal prins Hendrik, kwam
)k nu de imposante witte stoet op de
Delftse Markt bij de Nieuwe Kerk aan
De laatste tocht van prinses Wilhelmina
bijna ten einde. In de stilte op het
plein, weerklonken de militaire beve
len, werden de geluiden van de hoefsla
gen der paarden gedempt door het zand.
dat ook daar gestrooid was. De militaire
muziekkorpsen, die met de op marstem
po aangepaste liederen, het tempo van
de stoet hadden aangegeven, zwegen.
Weer kwam een plechtig moment, de
jachters en boswachters droegen de
blank eiken kist met het stoffelijk over
schot van prinses Wilhelmina het kerk
gebouw binnen door het voorportaal,
waar het Koninklijk gezin zich reeds
bevond. De overige vorstelijke en andere
gasten stapten uit en gingen de kerk
binnen.
De stoet was op het tijdschema voor-
■t en terwijl binnen in de kerk de or
geltonen de monumentale ruimte vul
den, bleven buiten op het plein de dui
zenden achter in de stilte.
In stilte en eerbied voor een vorstin,
die weldra haar laatste rustplaats zou
vinden bü de andere Oranjevorsten, die
het verleden hun devies „Oranje kar.
nooit genoeg voor Nederland doen" heb
ben waargemaakt. Zoals koning Willem
III, de vader van prinses Wilhelmina,
dde op 4 december 1890 in de grafkelder
werd bü gezet
Toen de blanke kist werd uit
gedragen begonnen de klokken
te luiden.
„Gelukkig is het koud"
zegt koffieman
De Australiër John Jones (26) een
plaatwerker uit Sidney, maakt een ne-
«en maanden lange tour door Europa.
ij het bekend worden van het verschei
den van de Prinses was hü in Amster.
dam. Hij besloot in Nederland te blyven
om de plechtige uitvaart mee te maken.
Met een camera, geladen met kleuren
film, stond hü aan de Haagse Hofweg
vanmorgen. Hü kocht een kop hete kof
fie. „Nu begint het te lopen", zeiden de
koffieventers Hulzenbosch en Hoge-
boom. Sinds vanmorgen vüf uur schon
ken zij zeven ketels leeg.
DEN menigte en toch ieder voor zich.
Zo is het op deze winterse morgen
in Delft, nu een geïsoleerde stad. Het
verkeer, gisteravond reeds tot ver bui
ten het stadscentrum verbannen, was er
gereduceerd tot een dichte drom van
schuifelende voetgangers, die er b(j het
klimmen van de klokkewüzers steeds
compacter het stille water van de grach
ten omzoomden en tot een brede stroom
uitmondden tot Delfts hart, het oude
Marktplein. De venters met „rouw-oran-
je" hebben ongeluk gehad met naar Delft
te komen. Hun met wit afgezette oranje
strikjes vielen bepaald uit de toon en
slechts weinigen wilden er aan. Delft
wenste de piëteit bü de laatste gang van
de Vorstin op andere wyze te uiten en
trok zich daarom haast schroomvallig
binnen zün veste terug, verstilde met het
uur, ja verstomde welhaast.
Dranghekken staan er ook hier genoeg.
Op betrekkelük kleine afstand van de
Rijksweg naar het midden van de stad de
Markt, met de Nieuwe Kerk als rustpunt.
Maar gedrongen werd er niet of nau-
wehjks. Elkeen kende zün plaats zo het
scheen en er was dan ook plaats genoeg,
zoals het hele beeld langs de route was.
In zinvolle uren als deze weigert een
bewogen menigte instinctmatig het stem
pel van de massa aan te nemen.
Het gaat er immers om, zo ervoeren
wü in Delft tenminste, iets persoonlijks
uit te dragen van het algemene gevoel
van ontroering. Dus. een bescheiden me
nigte. maar een ieder voor zich. Dan
pleegt een groots opgezette plechtigheid
als deze ook uit te groeien tot meer dan
een boeiend kijkspel alleen. Dan is er
plaats voor stille ontroering, als het witte
lint van de rouwstoet zich langs de
grachtenrijen slingert, de kilometers lan
ge koninklijke karavaan, omgeven door
een militant escorte met de geëerbie
digde koningin Wilhelmina in het mid
den.
Een stille tocht, deze laatste gang van
de geliefde dode, maar geen eenzame.
En zo was ook haar uitdrukkehjke wens.
In heel haar laatste gang van Residentie
naar Prinsenstad. ligt zo voelden wij
allen, iets van haar leven besloten: het
is de gang van een paleis naar een
kerk.
Het Delftse traject leent zich wat
moeilük voor een vlotte passage van
wege de tonronde brugjes die zich hier
en daar over de grachten slingeren en
die de stoet toch moeiteloos moet ne
men. Een passage die werd vergemak
kelijkt door het aanbrengen van een
dikke zandlaag, mede om het geluid
te dempen. Er is tot op het laatste
ogenblik echter weinig aan het toeval
overgelaten, zodat de smalle doorgan
gen op dit laatste stuk van de route
door weinig of niets gehinderd werden.
Organisatorisch bUjkt het ook juist ge
zien te zün, de stoet vrüelük langs de
ene grachtenrand te laten passeren en
het publiek een vrije blik aan de over
kant van het water te laten. En dan.
Delft kent Koninklüke uitvaarten als
deze: in 1934 waren er immers twee,
die van Koningin-moeder Emma eu
prins Hendrik. En zo veel eerder nog»
die van koning Willem III, die op 4 de
cember 1890. Het doet menigeen die
de droeve dagen van 1934 nog voor
ogen hebben wel wat, dat deze Oranje-
vorstin naar de Nieuwe Kerk wordt ge
reden in dezelfde witte koets als waar
mee destijds haar gemaal prins Hen
drik uitgeleide werd gedaan.
Herinneringen als deze vermenigvul
digen zich op deze plaats en in deze
stad wellicht sneller dan elders. De
klokketorens, met die van de Oude
Kerk aan de Oude Delft zelf, roeren
zich om het hardst als de stadsgrens
omstreeks kwart over elf wordt be
reikt. De oude en schier legendarische
bourdon in de Oude Jan geefi daarbü
de toon aan, hier bonst de klepel tegen
het zwaarste klokkebrons van het land.
Het zijn de klokken die de toon aan
geven op dit uur Van scheiden.
Belijdenis
Hier op het eeuwenoude vierkant van
het Marktplein, waar het publiek ruimte
te over heeft om de plechtigheid gade
te slaan, is geen raam onbezet en staan
we en masse als een grote dodenwacht.
De bijna 3000 personen die reeds lang te
voren de kerk zün binnengegaan, zün
onzichtbaar en toch aanwezig.
Stelt u zich die Delftse Markt even
oor: aan de ene kant het vierkantige
stadhuis waar vele koninklijke gasten uit
het buitenland onder wie koning Boude-
wijn en koningin Fabiola zo lang wach
ten tot zü zich bij de in de stoet mee-
rüdende gasten kunnen voegen, en daar
recht tegenover de torenhoge domineren
de Nieuwe Kerk. een kathedraal van een
kerk. nationaal monument bij uitstek.
De contouren lichten helder op in de
winterse zon als de kop van de stoet
achter het stadhuis langs in zicht komt.
Het is dan kwart voor twaalf. Het is
eerst de muziek van de militaire kapel
die hier op de Markt aan zijn laatste
koraal toe is: 'k Heb geloofd en daarom
zing ik, daarom zing ik van gena.
Het is onder deze melodie als een
belijdenis, dat de deuren van de
Nieuwe Kerk open gaan en de hout
vesters weer aantreden als dragers
van de baar. Verder op de Markt geen
muziek, geen geslagen roffels, alleen
een erewacht van een compagnie ma
riniers die het geweer presenteert
Vervolg op pagina