De Knurver
Groninger zoekt
onderdak
JJ.
JAN POUW
een meester met een mes en stuk hout
Kindervreugd op zwarte schijven
ZATERDAG 8 DECEMBER 1962
Laatst stond er aan een
gastvrije tafel een aller
leukst houten eierdopje
naast m'n bord met daar
bij van dezelfde houtsoort
een klein hamertje om
het in de dop wachtende
eitje een kopje kleiner te maken. Van „De Knurver" lichtte de
trotse bezitster van die grappige set doppen annex hamertje toe.
Nu weet ik niet of „De Knurver" u iets zegt, maar ik vond het
een nogal vreemd woord. Ook een wat intrigerend woord; wie
en wat zou in vredesnaam een knurver dan wel knurveren zijn,
heb ik me dagenlang afgevraagd. Maar nu heb ik het antwoord,
opgeduikeld in Voorthuizen. Achter het wie staat Jan Pouw en
achtetr het wat: als je aardig met een mes en een stuk hout weet
om te gaan, dan ben je volgens diezelfde mijnheer Pouw zo'n
knurver.
Uiteindelijk is het ook nog de
naam geworden waarmee hij de
produkten uit zijn houtsnijderij
de wereld in stuurt. En die pro
dukten zijn ronduit origineel en
vaak heel mooi, de eierdop
oorzaak van al m'n zorgen is
er een voorbeeld van.
Geen fabeltjes
Nu heb ik inmiddels ontdekt
dat de eigenaar van de houtsnijde
rij helemaal niet houdt van woor
den als allerleukst" of „grap
pig". 't Is meer een man van:
geen melig gedoe alsjeblieft en
ook geen fabeltjes. Uitstekend,
mijnheer Pouw, geen sprookjes
dus, maar u zult niet kunnen ont
kennen (u heeft het trouwens zelf
verteld) dat de liefde om iets met
hout te doen, hout waar u weg
van bent, u een zekere faam heeft
bezorgt. Dat u op een voor u wel
bijzonder goede dag daar in
Voorthuizen met een zaagma-
chientje een zoutvaatje maakte,
dat er zijn mocht, ook al kon u
het in het begin
aan de straatstenen g g
nog niet kwijt om
geen melige uit
drukking te ge
bruiken. Tot u de
kunstzaak van Ina
Broerse in Amster
dam binnen stapte,
wier geoefend oog
hét direkt zag, na
melijk dat u hét
in uw vingers had
„Maakt u ook kno
pen?" vroeg ze.
stalen gezicht, al
had u er van uw
leven nog nooit een vervaar
digd. Stuur me dan maar eens een
model of zes, zei de gulle Ina
Broerse. Dat ging nog wel,
een nachtje aanpoten en u had het
voor elkaar. Groot was uw schrik
én die van uw vrouw, toen er pal
daarop een nabestelling van de
Amsterdamse winkel kwam: Van
ieder model een dozijn, graag di
rekt. „Hij heeft zitten werken zo
als hij misschien z'n leven niet
meer zal doen", weet uw vrouw
zich nog wel te herinneren. U
waarschijnlijk zelf ook.
Eq met die
te dé eerste s
leerde ze het zogenaamde zakmes-
werk en wie daar iets redelijks
van terecht bracht werd een „aar
dige knurver" genoemd.
Een draaibank zal men overi
gens in het gelijknamige bedrijf
niet vinden. Het hout zelf bepaalt
de vorm en wordt dan bewerkt
met gereedschap dat de eigenaar
voor driekwart zelf heeft uitge
dokterd. En al ziet het opgestapel
de hout in de werkplaats er zo op
het eerste oog onaantrekkelijk
uit, in kundige houtsnijhanden
groeien de stukken teak, wengé,
noten, padoek of het vlammende
palisander uit tot iets moois en
duurzaams. Wat zoal? Zoutvaten
(ondanks het sombere begin...),
messenleggers, servetringen, ges
pen, slacouverts, kandelaars en
(sorry, mijnheer Pouw) aller
leukste sieraden die in het dragen
steeds mooier worden. Want dat
is de pré die hout heeft, tenmin
ste als het zoals daar gebeurt,
zijn waarde en eerlijkheid heeft
behouden.
Voor het geval
Enfin, u en ik weten nu wie en
wat er achter „De Knurver"
steekt, ik heb het u maar verteld
voor het geval u ook eens ergens
zo'n eierdop met een hamertje-tik
naast uw bord zult vinden. Hoeft
u geen woordenboek op te sla.an
en weet u dat u een klein stukje
kunst in uw handen houdt. Hout
snijkunst uit Voorthuizen. Van
knurver Pouw.
Een beslist artistiek slacouvi
goed, die het hout slijpen en zor
gen voor de afwerking. De heer
Pouw doet zelf het zogenaamde
ruwe werk, zijn vrouw en ook
Betty reizen met de kunstzinnige
en vooral eerlijke artikelen. „Hout
is fijn, maar je mag nooit gaan
krassen in of op iets, dat van na
ture zo'n schoonheid bezit". Ver
ven is helemaal een woord dat hij
niet kent. Dit zijn zo de princi
pes van de heer Pouw, een ras
buitenmens, die ook anderen de
liefde voor dit natuurlijke mate
riaal wil bijbrengen. Zoals bv. de
nu een toch niet onaardig bedrijf- jongens, die in de zomermaanden
je is geworden, met twee fenome- op de terreinen bij zijn huis op
nale hulpen in dienst, de meisjes zijn initiatief kampsgewijs hier
Betty Nooy en Bia van Donkers- hun vakantie doorbrachten. Hij
Natuurlijk heeft een gram-
inofoonplatencollectie voor
kinderen nadelen. Zij bergt
immers het gevaar in zich, dat
men er minder vlug toe komt
zélf met de kinderen te zin
gen en te spelen en zelf de
oude sprookjes te vertellen.
Maar wie de vreugde en de
spanning heeft gezien op de
gezichtjes van de jeugd, die van
haar eigen plaatjes geniet, is
al voor drie kwart van dit
standpunt afgebracht. En dat
andere kwart? Och, dat neme
men. dan maar voor lief....
Wat de laatste tijd voor de
jeugd op de markt is versche
nen, is over het algemeen van
uitmuntende kwaliteit en bo
vendien is de variatie dermate
groot, dat niemand behoeft te
zeggen, dat er niets van zijn
gading bij is. Een greep uit
de stroom maakt dit duidelijk.
Om het sympathieke doel
waarvoor het verkocht wordt
(het Poliofonds) noemen we eerst
Toon Hermans „Kolderliedjes"
(CNR SK 130), een plaatje vol
dwaasheden, gezellig gezongen
door de Westendzangertjes van
Broeder Romasius.
Eveneens dwaas, maar dan heel
anders, is het verhaaltje „Zes
kleine bootjes" van Adri van Oor
schot, dat hij met „Tante Han-
nie" en het kinderkoor Capric
cio van Co van der Heide Wei-
ma brengt op Imperial HI 1153
VIA NAALÖ
IN él AAI
Nieuwe jeugdboeken voor U besproken
Traditiegetrouw zijn ook dit
jaar weer tientallen boeken voor
onze jongste lezertjes op de
markt gebracht. Juist in deze
tijd, nu het Kerstfeest voor de
deur staat, is het verblijdend
dat de uitgevers W. D. Meinema
te Delft en G. F. Callenbach te
Nijkerk een groot aantal boek
jes hebben doen verschijnen, die
de jeugd enerzijds enkele aange
name uren bezorgen en aan de
andere kant aansluiten op het
geen hun thuis en op school bij
opvoeding en onderwijs wordt
voorgehouden. Wij kunnen hier
uiteraard slechts een greep doen
uit deze boekjes. die alle in
goed verzorgde catalogi op
aanvraag gratis verkrijgbaar
zijn vermeld en waarvan de kor
te inhoud de keus vergemakke
lijkt.
Bij Meinema in Delft versche
nen voor jongens en meisjes van
6 tot 8 jaar enkele aardige werk
jes: Robbie en de orgelman,
'door Jenny Slegers-Kwakkel
Robby mag geld ophalen voor de
draaiorgelman, waarvoor hij
's avonds een grote appel krijgt.
In de nacht voor zijn verjaar
dag droomt hij van een vliegtuig
dat vlak bij dc schuur waarin
het draaiorgel zich bevindt een
noodlanding maakt. In zijn
droom gaat hij op de orgelbank
zitten, doch valt eraf als het
ding gaat wiebelen. Gelukkig
doet hij zich geen pijn en kan
toch de volgende dag in alle vro
lijkheid zijn verjaardag vieren.
Jos. A. Brusse schreef het
boekje Een wagen volgeladen
Een kinderlijk verhaal over een
jongetje dat in contact komt met
een hulpbehoevend vriendje,
wiens lot hij zich aantrekt. En
kele leuke tekeningetjes illustre
ren dit boekje, dal slechts vijf
tig cent kost.
Jongens en meisjes van 7 tot 9
jaar kunnen hun hart ophalen
aan Twee muzikanten, door Wij-
nand Jakobs. Opvallend in dit
boekje is het kinderlijk geloof
dat Imko aan de dag legt als
hij zijn vriendje Wessel, die
maar één arm heeft, erop attent
maakt dat je ook wel kunt bid
den zonder je handen te (kun
nen i vouwen. Vooral het boekje
Muziek in de stal. door A. van
Vliet-Ligthart Schenk, staat in
het teken van het Kerstfeest.
Een kostelijk boekje, waarin de
belevenissen met een biggetje
dat in een tas mee naar school
wordt genomen, gezellig worden
verteld.
Rik Valkenburg schreef voor
meisjes van 7 tot 9 jaar het
boekje Als Rinny's vader thuis
komt. Rinny heeft veel plezier
als haar vader een zeeofficier
voor enige tijd aan de wal is.
Veel cadeautjes heeft hij meege
bracht voor zijn vrouw. zijn
dochtertje en haar vriendinne
tjes.
enkele
Jongens van 8 tot 11 jaar kun
nen o m. kiezen uit het boekje
Strijd om een kievitsei, door H.
Hóogeveen, waarvan de titel al
aangeeft wat de lezer te wach
ten staat. (Helaas zijn de teke
ningen wat onnatuurlijk uitge
vallen), Kleine Kees.... Grote
Kees, door de eerder genoemde
Jos A. Brusse. Een spannend
verhaal waarin beschreven
wordt hoe Kees zijn Sinterklaas-
geschenk en het geld voor de
collecte (die bestemd is voor ge
brekkige mensen) naar de man
brengt die de politie uitgeput in
het bos gevonden heeft.
Voor jongens van 10 tot 13
jaar schreef H. Henszen Veen-
land het boekje Ted Marsh en
de paardendieven. Voor de meis
jes van deze leeftijd is er dan
nog het boekje Katinga, door G
H. van Maren. Het meisje, eer.
dochtertje van een zigeuner vio
list, kan ook zelf heel goed met
het instrument overweg. Op ze
ker ogenblik gaat de viool stuk,
maar door middel van een leuk
plannetje weten ze weer een
nieuwe viool te bemachtigen
Het kinderhart is vol dankbaar
heid.
Tenslotte nog twee „stoere"
boekjes voor jongens en meisjes
van 10 tot 14 jaar. H. te Merwe
schreef De Noormannen komen:
De bekende Kees van Lent illus
treerde het verhaal, dat meer bij
de jongens dan bij de meisjes in
dc smaak zal vallen. De roof
ridder van Lodegem, door T
Bokma, verhaalt een geschiede
nis uit de tijd van de Middel-
Van de Uitgeverij Callenbach
in Nijkerk noemen we onder
meer het jongensboek (12 tot 14
jaar) Storm over Bronckhorst.
door Aart Grimme. Dit boekje
zou men het vervolg kunnen
noemen van het eerder versche
nen Eggert begrijpt het. Ook dit
is SDannend en leest prettig. De
tekeningen laten echter wel iets
Meisjes in deze leeftijdsklasse
kunnen heel wat leren over
christelijke naastenliefde uit het
boekje van M. A. M. Renes-Bol-
dingh: De tent op de boswei
Voor 1.35 is dit levensecht ge
schreven boekje te verkrijgen.
Jongens van 10 tot 12 jaar zul-
Het doet wat flauw aan, maar
de reacties van (kleinere) kinde
ren bewijzen, dat het toch een
schot in de roos is.
Sprookjes
Niet minder waarderen de
kleuters de sprookjes Sneeuwwit
je (Philips RF 314029). Roodkap
je (RF 314026) en De wolf en
de zeven geitjes (RF 314033). be
hoorlijk verteld cn boeiend ge-
ensceneerd. al moet men ons
grove fouten als „bij hun" be
sparen (Sneeuwwitje).
Doen deze oude
sprookjes het nog
altijd goed. de
ger blijken een
leven te hebben
..Kinderfeest"
(Philips NED
422595) brengt er
gen door de Damrakkertjes onder
leiding van Hans de Jong met be
geleiding van Jan Corduweners
orkest. Dezelfde liedjes, aangevuld
met een aantal andere, staan ook
op „Zingen in de kring" (CNR
LP 25023), ditmaal gezongen
door het kinderkoor Jacob Hamel
van Herman Broekhuizen. De be
geleiding is misschien wat tradi
tioneler, maar naar ons gevoel
voor de jonge kinderen accepta-
„Kun je nog zingen - 3" brengt
ook al oude bekenden, met de
Damrakkertjes en Corduwener.
Annie Schmidt
Corduweners orkest hoort men
ook bij „Liedjes van Annie M.
G. Schmidt" (Decca KS 112 en
113 of samen op Decca BT
60002). De Karakieten zingen
„Het fluitketeltje" en „Zeven
motten" en op het tweede plaatje
„Beertje Pippeloentje" en „Mees
ter van Zoeten". Liever horen
we deze en andere liedjes van
de „grootmeesteres van het kin
derlied" uit de mond van Henk
Frankes Leidse Sleuteltjes, maar
dan vooral om de muziek van
Paul Chr. van Westering, die
naar ons gevoel heel wat beter
bij de tekst aansluit dan het jach
tige en rumoerige gedoe van Cor
duwener. De Sleuteltjes zijn te
len met veel genoegen en harte
lijk medeleven het boekje lezen
van T. van der Roest-Klemmeij-
er: Siép vindt zijn thuis. Het te
kent de oprecht christelijke sfeer
in de beschrijving over Siep. die
er ten onrechte van beschuldigd
wordt een bedrieger te zijn.
Speciale aandacht verdienen
de zeven deeltjes over Marlieske,
door Max de Lange-Praamsma
Voor meisjes van 7 tot 10 jaar is
er elk wat wils. Ook de heer K
Norel leverde dit jaar zijn aan
deel. In zijn boekje Waterrotten
'voor jongeren van 8 tot 11 jaar)
vertelt hij van jongeren die in
hun bootje bijna worden overva-
De Hamer van Hein Haksteeg.
door P. de Zeeuw J. G.zn speelt
zich in het midden van de zes
tiende eeuw af. Jongens van 11
tot 13 jaar zullen er enkele ge
noeglijke uurtjes mee beleven.
Het verschil tussen christen
dom en hindoeïsme komt naar
voren in De ontdekking van Ra-
joe en Roeki. door Ina Hofman
Niet onaardig voor jongens en
meisjes van 8 tot 12 jaar die er
interesse voor hebben. Voor de
nog kleineren is er tenslotte nog
het boekje van Netty van der
Meer: Goed zo, Annemieke.
horen op CNR LP 25024, waarop
niet alleen de bekendste succes
nummertjes van Annie Schmidt
staan, maar ook minder algeme
ne als „Het ezeltje uit Zanzi
bar", „Het pindarestaurant", „Het
hamstertje" en „De katten-
sjah" stuk voor stuk kostelijk,
maar aan de muziek van Lagues-
Een aardig plaatje van de Sleu
teltjes uit Leiden is ook „Kinder
feest" (CNR HX 1247). dat spe
ciaal verjaardagsliedjes bevat.
Een hoogtepunt in de oeuvre
van Annie Schmidt is ook te vin
den in .Poes,
poes. poes" (Phi
lips NE 411636).
allemaal kostelij
ke versjes over...
juist, over poe
zen. Hetty Bl»k
Cor Lemaire
schreef de melodietjes en de Dam
rakkertjes zorgen voor een passen
de aanvulling.
Het indrukwekkende repertoire
van het Leidse koor omvat nog
meer, dat onder meer te vinden
is op CNR HX 1257. Ze zingen
daar leuke liedjes van Susanne
le Comtre, op muziek van Ger
van Leeuwen, als „De koster en
de egel", „Dierenpaleis", „Ko
ning Muis" en „Dierenveilings-
gebouw".
En om nog even in de dieren
wereld te blijven, op „Dierenop-
tocht" (Philips NE 411639) zin
gen de Scheilebellen van Paula
van Alphen met het orkest van
Harry Bannink. Het lijkt ons een
optocht waarin vooral dc klein
tjes graag meelopen
De laatste dierenplaat die we
noemen brengt Prokopieff „Pe
ter en de wolf", deze maal ver
teld door Teddy Scholten. die
het er uitstekend afbrengt. De
uitvoering door het Lamoureu.x
orkest, met Roberto Benzi. heef:
vast stimulerend gewerkt. Voor
niet te jonge kinderen blijft het
verhaal van Peter een uitnemen
de inleiding tot de wereld der
muziekinstrumenten. (Philips VR
610122).
Voortreffelijk
Eveneens instructief en onder
houdend zijn „De ontdekkings
reis van Piccolo cn Saxo" (Phi
lips PR 76412) en „Paspoort voor
Piccolo an Saxo" (PR 76431).
waarmee de bekende Piccolo cn
Saxo-serie een waardevolle uit
breiding heeft gekregen. Cruys
Vöorbergh vertelt en André Popp
en zijn orkest zorgen voor de
muziek en ze doen het voortref
felijk.
Tenslotte nog drie plaatjes, die
onze bewondering niet wegdra
gen, al zullen de wat oudere kin
deren ze vast wel .Jekker" ge
zongen vinden, maar of ze hun
goede smaak bevorderen? De
drie waarom het gaat zijn van
het Jeugdcentralekoor onder lei
ding van broeder Laetantius (CNR
HX 1250), waarop „Zeemans
lied". „Onze Bart". „Ons dans-
orkest" en „Je t'aime Paris",
waarbij Klaas van Bcccks or
kest voor de begeleiding zorgt
en de plaatjes „Vrolijk Kerst
feest". De kerstplaatjes (Decca
7214S en 72149) laten het Blok
hutkoor van Paula van Alphen
horen met het orkest van Bert
Paige. De gezwijmelde versjes
zijn vertalingen van enkele Ame
rikaanse „songs": „Jezus de Zoon
van Maria", „De kleine herder'.'
„Jochie met een trommeltje" en
„Kleine ezel". Maar gelukkig is
er keus genoeg, zodat men deze
„Kerstvervrolijking" wel kan
T. M.
liefhebberij, het beschit-
'■iiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiii^
VOOR
I DIORAMA'S I
~illllllillllii|illillilllllllliillllllllllllllllllllllllllllllllll#
De 43-jarige administra
teur Enno Spandauw loopt
iedere avond in snelle pas
van de boekhandel, waar
hij z'n brood verdient, naar
z'n woning aan de Kleine
Kruisstraat 8 in Groningen.
Terwijl het verkeer aan
hem voorbij raast, ziet hij
in gedachten woeste solda
ten die hun kanonnen en
musketten richten op de
verdedigers van een oude
ommuurde stad. De ogen
van de snelle wandelaar
glanzen.
Een stormladder wordt
naar de stadsmuur gescho
ven. Dappere krijgers pro
beren de bovenzijde van de
muur te bereiken....aaai..„
daar tuimelt er een met
een gekliefde schedel naar
beneden.
Hoewel het er misschien
enige schijn van heeft, Is
de heer Spandauw geen
psychiatrisch geval. Hij is
alleen maar een hartstoch
telijk hobbyist, die zich op
weg naar huis al inleeft In
de rol die hij 's avonds te
vervullen heeft.
Al zijn vrije tijd
De heer Spandauw is een
kunstenaar, die al vele jaren
al z'n vrije tijd gebruikt om
tinnen en plastic figuurtjes
te beschilderen. Hij werkt
de ruwe figuurtjes helemaal
bij, voorziet ze van een dek
laag en beschildert ze dan
met behulp van een loep en
fijne penseeltjes. Urenlang
is hij met monnikengeduld
bezig om biesjes, knoopjes
en tresjes te schilderen of
om het gezichtje van een
maar enkele centimeters
hoge figuur door schaduw
werking uitdrukking te ge-
In zijn woning zijn minu
tieus gepenseelde legioenen
gele-erd. Franse fuseliers,
kozakken, alle corpsen van
de taptoe Delft. Romeinen.
Engelse Horse Guards, een
bonte rii. Bovendien zijn er
belangrijke historische ge
beurtenissen in diorama's
weergegeven, zoals de vaan
delverbranding bij de Bere-
sina, na Napoleons debacle
in Rusland, de slag bij Wa
terloo, de slag bij Ane in
1227, waarbij de ridders van
de Utrechtse bisschop door
Drentse boeren belaagd in
het moeras omkomen en
Rembrandt schilderend in
de Oudekerk in Amsterdam.
De maker heeft een uitge
breide bibliotheek met tien
tallen geschiedenisboeken
en werken over uniformkun-
de. Maar wanneer deze
bronnen hem bijvoorbeeld
niet kunnen vertellen wat
de kleuren waren van de
trouwkoets van Napoleon,
correspondeert hij net zo
lang met Franse instanties
tot hij het precies weet. Al
les moet historisch verant
woord zijn. De Groninger
kunstenaar is een van de
meest ijverige en begaafde
leden van de Stichting tot
bevordering van de toepas
sing van cultuur-historische
figuren, waarvan ook deel
uitmaken de heer Ton Koot.
slotvoogd van het Muiderslot
en mr. P. Mijksenaar. pu-
bliciteits-chef van Amster
dam.
Permanente expositie
De heer Spandauw hoopt
vurig, dat hij ergens een
permanente expositie van
z'n materiaal kan inrichten.
Hij zou de hoogtepunten van
de vaderlandse geschiedenis
willen uitbeelden, histori
sche diorama's willen ma
ken van de stad waar hij
onderdak krijgt en een tap-
De kinderen van het gezin
Spandauw krijgen de ge-
t met de paplepel
ingegoten.
schiedet
toe Delft onder speciale "be
lichting willen opstellen. Hij
zou de hele collectie ieder
jaar zo ingrijpend willen
wijzigen, dat men er niet
op uitgekeken raakt. Hij
heeft al een zeer bemoedi
gend contact gelegd met het
bestuur van de stad waar
van hij ingezetene is, maar
hij zal zo werd meege
deeld geduld moeten heb
ben tot het Museum-kwar
tier op het Martinikerkhof
gereed is. Maar dat zal nog
wel enkele jaren duren...
De heer Spandauw heeft
dit najaar in Coevorden dio
rama's geëxposeerd, die be
trekking hebben op deze
oude vestingstad. De be
langstelling niet alleen van
de ouderen, maar ook van
de jongeren was zo groot,
dat de Groninger nog gre
tiger zoekt naar een moge
lijkheid om z'n diorama's
ergens blijvend onderdak te
brengen.
Vooral de diorama's die
de vaderlandse geschiedenis
aanschouwelijk maken vor
men en niet alleen voor
de schooljeugd een at
tractie.