davitamon DE DOKTER aan 't woord J. Schotman gekozen tot opvolger C. van Baren Een kanttekening Christelijke Bedrijfsgroepen Centrale: Aloude kwestie opgerakeld Chefarine 4 Beroepingswerk 1 Nederlands historicus in Belg ië bijna in arrest Een woord voor vandaag Gods genade ook voor de afgescheiden broeders Medische voorlichting van leken NATIONALE KOEK GROTER JTNIGE weken geleden heeft minister Zijlstra in de Tweede Kamer gezegd, dat het aandeel van de werknemers in het nationale inkomen regelmatig stijgt. In 1958 was dit aandeel 70 in 1959 was het teruggelopen tot 68,1 maar in 1961 was het weer gestegen tot 70,4%, terwijl het aandeel van de werknemer in het nationale inkomen dit jaar naar schatting op 72,3 zou belanden. Voor 1963 wordt het aandeel op 72,8 getaxeerd. Dat komt er dus op neer, dat de werknemers tezamen een groter deel van de nationale koek ontvangen. Wij moeten erbij vertellen, dat dit percentage wordt berekend door het looninkomen per werknemer, werkzaam in be drijven. te delen op het nationale inkomen per hoofd van de werkzame beroepsbevolking. Wij kunnen ook met een ander percentage werken, dat echter hetzelfde beeld laat zien. Als wij het totaal aan lonen, salarissen en sociale lasten bij elkaar tellen, dan maakt dit in 1958 bijna 58 van het nationale inkomen uit. In 1961 is dit percentage opgeklommen tot 59V£. Het aandeel van hen die geen loon of salaris ontvangen, neemt dus iets af. Wat is nu die nationale koek of, juister gezegd, dat nationale inkomen? Wij zouden kunnen zeggen de som van alle inkomens-: van de metaalbewerker en de bankbediende, de timmerman en de accountant, de groenteman en de ambtenaar, de werkster en de leraar, de landbouwer en de directeur. Maar bij dit totale bedrag moeten wij dan ook tellen de inkomens van de lichamen die niet aan de enkeling worden uitbetaald, zoals de niet-uitgekeerde winsten van de bedrijven. Van dit totale bedrag moeten dan weer afgetrokken wor den de pensioenen, de ondersteuningen, de wachtgelden enz., inkomens waar geen produktieve prestatie tegenover staat. In de praktijk wordt het nationale inkomen niet berekend door al die in komens bij elkaar op te tellen. Het wordt berekend door de bijdragen van de verschillende bedrijfstakken (industrie, handel, verkeer enz.), van de over heid en de netto ontvangen inkomsten uit het buitenland bij elkaar te tellen, en op deze wijze hebben de statistici van het Centraal Bureau voor de Statis tiek berekend, dat het nationale inkomen dit jaar ƒ38.700 miljoen zal be dragen. Een bedrag dat onze verbeeldingskracht te boven gaat. Het wordt wat tastbaarder als wij zeggen, dat het in de loop der jaren regel matig stijgt. Zo was het in 1950 nog maar ƒ15.000 miljoen en in 1938 4900 miljoen. Wij moeten beslist niet denken, dat die opvallende stijging (het nationale inkomen is thans bijna achtmaal zo groot als in 1938) alleen te danken is aan een grotere produktie. Natuurlijk heeft die invloed uitgeoefend, maar daarnaast heeft de prijsstijging, dus het minder waard worden van de gulden, een duchtig woordje mee gesproken. Een klein voorbeeld. Het nationale inkomen is van 1954 tot 1961 met 63 gestegen. Worden die nationale jaarinkomens echter berekend in de koop kracht van de gulden van 1958, waardoor wij voor elk jaar van een constant prijsniveau kunnen uitgaan, dan komen wij van 1954 tot 1961 niet verder dan 34 Dat is dus de werkelijke vooruitgang. Het nationale inkomen is niet het bedrag dat wij in winkels of op een andere wijze, dus voor consumptie kunnen uitgeven. Om dat voor consumptie be schikbare nationale inkomen te krijgen moeten wij eerst o.a. de onverdeelde winsten van de bedrijven van het nationale inkomen aftrekken en vervolgens alle directe belastingen, zoals loon-, inkomsten-, vermogens- en personele belasting. Op deze wijze uitgerekend bleek het beschikbare nationale in komen in 1960 28.400 miljoen te zijn geweest. Alle gezinnen tezamen hebben hiervan voor consumptie ƒ23.800 miljoen uitgegeven, zodat er voor bespa ringen 4600 miljoen overbleef. Al die cijfers doen taai en dor aan. Toch zijn ze heel belangrijk. Bedrijven die marktonderzoek verrichten en o.a. willen weten hoe groot de koopkracht is van een groep mensen die zij willen benaderen, hebben belangstelling voor het beschikbare nationale inkomen. Maar de cijfers van het nationale in komen zijn ook onmisbaar voor het beoordelen van de economische toestand. Maar ook de politici willen graag weten hoe het inkomen zich ontwikkelt. Bij de strijd om hogere lonen houdt men het oog voortdurend op de ont wikkeling van het nationale inkomen gericht. Zo heeft een paar weken ge leden mr. II. F. van Leeuwen in de Tweede Kamer cijfers op tafel gelegd over de inkomens- en vermogensverdeling, welke cijfers door prof. drs. Ch. Glasz beschikbaar waren gesteld. Hieruit blijkt, dat het nationale inkomen in het begin van deze eeuw rond 2000 miljoen was en het vermogen van particulieren 6000 miljoen. In 1950 was het nationale inkomen opgelopen tot 15.000 miljoen en het ver mogen van particulieren tot 16.000 miljoen. De onderlinge verhouding is dus volkomen veranderd. Thans is het nationale inkomen bijna 39.000 miljoen maar het vermogen van particulieren wordt getaxeerd op 32.000 miljoen. Dus opnieuw een verschuiving. Is het vermogen van particulieren dus naar verhouding achteruitgegaan (het is wel gestegen, maar veel minder dan het nationale inkomen), wel sterk is het vermogen van de institutionele beleggers opgelopen, dus van de levens verzekeringsmaatschappijen, de pensioenfondsen enz. Dit wordt thans even groot geschat als het vermogen van particulieren. Hoewel wij al met veel cijfers geschermd hebben, kunnen wij niet nalaten er nog drie te noemen. In 1938 vormde het inkomen uit vermogen van par ticulieren en institutionele beleggers in de vorm van dividenden, renten, pachten, netto huren 26V£ van het nationale inkomen. Voor 1960 berekent prof. Glasz het aandeel op iets meer dan 13 nadat het in 1955 11 is ge weest. De tweejaarlijkse algemene ver gadering van de Christelijke Be drijfsgroepen Centrale is ook gis teren weer gehouden in de grote zaal van de Haagse Dierentuin. De belangstelling was zeer groot. Na zijn openingsrede herdacht i zitter C. van Baren jr., terwijl de wezigen zich van hun zitplaatsen hieven, de overleden bestuurders, de he ren C. v. d. Wal. secretaris-penning meester van de organisatie die hij 32 jaar mocht dienen, en D. de Jong uit Vlaardingen, administrateur van de af deling, en de ruim 300 leden die door de dood werden weggenomen. (Advertentie) 4-voudige combinatie inderdaad ued beter! Vier betrouwbare middelen In 1 labiet doen wonderen tegen pijn en griep I Elk der vier bestanddelen van Chefarine „4" is wereldberoemd. De combinatie in één tablet werkt ndg krachtiger. Bovendien zorgt één der bestanddelen, dat ook een gevoelige maag niet van streek raakt Gluan buiija 20 bblettan 0.80 Hindigi itripvarpikklng 40 tablettan f 1.50 Voordelige flacon 100 tabletten f 3.50 Paus Johannes naar Jeruzalem met Kerstmis? Naar wij vernemen heeft paus Johan- es 23 het plan opgevat het komende kerstfeest in Jeruzalem te vieren. Vol gens geruchten in Rome komt dit voor nemen voort uit een wensdroom van de katholieke politicus Giorgio la Pira, de burgemeester van Florence. Behalve dat sis grote politieke moeilijkheden te weeg zou brengen, sluit ook de gezond heidstoestand van de paus, die zich op een operatie voorbereidt, dergelijke reis plannen uit. La Pira heeft al meer voor vooraan staande personen met Arabieren bemid. deld. Volgens de geruchten heet het dat la Pira de indruk heeft dat zowel de Isra ëlische overheid als de Arabieren, die deel van Jeruzalem bezet houden, dergelijk bezoek op prijs zouden stellen, en genegen waren mee te werken tot het verwezenlijken ervan. NED. HERV. KERK Aangenomen naar Heiloo: Ph. Oouwen- dijk, pred. voor buitengewone werkzaam heden in Ridderkerk; naar Wageningen (vac. dr. P. L. Schram) als studenten- pred.: T. N. M. Nijssen, te Goes. Bedankt: voor Tietjerk (toez.): J. H. de Vree, te Hoogmade; voor Katwijk aan Zee: T. Langerak, te Vinkeveen. GEREF. KERKEN Beroepen te Barchem: H. J. Huyzer, kand. te 's-Gravenhage. Die meedeelt geen verdere beroepen meer in over weging te kunnen nemen. Bedankt voor Nieuw-Vennep: H. B. Weyland, te De Lier; voor Spijk (Gr.): Tevel, te Zwaagwesteinde. CHRIST. GEREF. KERKEN Doornspijk: N. de Jong UNIE VAN BAPTISTEN GEMEENTEN GEREFORMEERDE GEMEENTEN Beroepen te Haarlem: P. Blok te BOND VAN VRIJE EV. GEMEENTEN T wee Nederlanders Zij treden lang niet altijd op de voorgrond. Maar waar er ook maar internationale kerkelijke of interkerkelijke vergaderingen worden gehouden hebben de Ne derlanders iets in de melk te brokkelen. In Genève bij de We reldraad van Kerken is men reeds geneigd te zeggen dat er een te hoog percentage Nederlanders werkt. En in Rome is het al precies zo. Alleen kan men ze daar wel eens op heel merkwaardige pos ten aantreffen. Zo langzamerhand wordt duidelijk dat kardinaal Bea dc ongekroonde leider is van de progressieve vleugel en kardinaal Ottaviani van de conservatieve. Beiden hebben zij een secretaris en beiden zijn het Nederlanders. Monseigneur Willebrands is de secretaris van Bea en pater Tromp van Ottaviani. Beiden zijn benoemd als adviseur van de Ëuwe commissie die het rapport tr bronn.-n van openbaring et gaan behandelen. Wij vra- i ons af v/at zij zullen advise- Fruiljes geven uw maaltijden die verrukkelijke pikante smaak van (kant en klare gefruite uitjes WIL©) Gazet van Antwerpen verontwaardigd De Gazet van Antwerpen leverde gisteren in een hoofdartikel scherpe kritiek op de Belgische staatsveilig heidsdienst. die heeft gedreigd met de aanhouding van de Utrechtse his toricus dr. A. W. Willemsen. Dr. Wil- lemsen heeft zondag in Antwerpen een lezing gehouden over het onder werp „Integratie van de gescheiden delen van de Nederlandse kuituurge meenschap". Volgens het blad werden de twee or ganiserende verenigingen, die dr. Wil lemsen hadden verzocht de lezing te ko men houden, benaderd door de veilig heidsdienst. die ..dreigde dr. Willem sen eventueel te zullen aanhouden'" Ambtenaren van deze dienst waren de zaal aanwezig, waar de Nederland, se spreker zijn inleiding hield. De twee verenigingen waren het Algemeen Ne derlands verbond te Antwerpen en het Berten Fermont-heidenkingscomitó. Het blad sluit zich aan bij het pro test tegen het optreden van de veilig- neidsdienst, dat de secretaris van d« Vlaamse kultuurraad, dr. J. Fleerac- kers op de vergadering uitsprak. „Is het nu zover gekomen, dat wij in Vlaanderen geen sprekers meer uit Ne derland mogen uitnodigen zonder dat de veiligheidsdienst er plomp tussen komt?" aldus de Gazet. „Indien de heren van de veiligheids dienst het rapport van hun ambtena ren in de zaal aandachtig lezen, zullen zij (inplaats van hem te arresteren) toe neigen dr. Willemsen met een korte aan de grens af te halen." De voorzitter van de Algemene Vergadering der Verenigde Naties, Zafroellah Khan, heeft gisteravond mee gedeeld dat donderdagmorgen een aar v'ang zal worden gemaakt met het de bat over de kwestie-Angola. De voorzitter verwelkomde de vele tegenwoordigers van andere vakvereni gingen en van verwante organisaties uit het buitenland, onder andere België, Duitsland, Suriname en de Antillen. Het jaarverslag over '59, '60 en werd goedgekeurd. Bij de bespreking van het bestuursbeleid kwam de vraag aan de orde (bij monde van de vertegen woordiger van Bunschoten-Spakenburg) of het lidmaatschap van de Partij van de Arbeid strookt met het lid-zijn van de christelijke vakbeweging. Spreker meende dat zowel C.N.V. als C.B.C. nu eens klare wijn moeten schenken. De heer A. Hordijk, algemeen secre taris, beantwoordde de gemaakte op merkingen. Hij benadrukte, dat vooral de jongeren bij het werk van de christe lijke vakbeweging moeten worden be trokken. Daarom moet de actie „Wer kende jeugd" worden gestimuleerd. Dualisme Wat betreft het lidmaatschap van de P.v.d.A. werd verwezen naar de reeds in 1946 afgelegde verklaring, waarin werd uitgesproken dat een dergelijk dualisme gewraakt moet worden. Er moet voortduring invloed op de conscii. ie worden uitgeoefend. Men dient er zich echter voor te hoeden, dat zij, wier keuze men op een be paald terrein niet kan delen, beschouwd worden als minder oprechte christe nen. De heer Hordijk zei dat de ver klaring van 1946 nog steeds van kracht is^. De vergadering reageerde met ap- De plaats van de arbeider in de on derneming is een zaak die de C.B.C. zeer ter harte gaat. Op de bedrijfspensioen- vorming zal in de toekomst goed moe ten worden gelet. Er moet geen staats pensioen komen in de plaats van eigen verantwoordelijkheid. Voorzitter Van Baren besprak de kwestie van het gereformeerd maat schappelijk verbond. Deze leden behoren naar de mening van het hoofdbestuur georganiseerd te zijn in de C.B.C. De zaak van het politiek georganiseerd-zijn op het ogenblik in studie en binnen kort zal het C.N.V. met een rapport dien aangaande uit de bus komen. Ook de heer Van Baren verwerpt het dualisme, nar maant tevens tot voorzichtigheid deze tere kwestie. Het bestuursbeleid wordt goedgekeurd en hoofd- en districts bestuurders worden tjerkozen. Verkiesing Hierna kwam de verkiezing van een nieuwe voorzitter aan de orde. De heer Van Baren deelde mee per 1 juni 1963 met pensioen te gaan. De heer J. Schot man uit Den Haag wordt voor deze func tie gekozen. De heer Schotman zal tot l juni 1963 vice-voorzltter zijn, daar de heer J. v. d. Herik uit Zwijndrecht thans met pensioen gaat. De heer Schotman is 51 jaar en dien de de Haagse afdeling als voorzitter en de organisatie als bestuurder in alge mene dienst. Uit de vergadering klonk de vraag tot welke kerkgemeenschap de heer Schotman behoort. De vergadering liet echter duidelijk uitkomen dat dit niet ter zake is. Voorzitter Van Baren merkte op: „Al was hij heilsoldaat!" Ook een voorstel schriftelijk te stemmen vindt bij de vergadering geen genade. Voorzitter Van Baren wenste hier- i zijn opvolger Gods zegen toe bij het moeilijke werk dat hem wacht. De heer Schotman dankt de vergade ring voor het in hem gestelde ver trouwen. Op voorstel van de Vereni gingsraad wordt de heer Van Baren benoemd tot ere-voorzitter. Hij heeft de C.B.C. 44 jaar gediend en heeft in die tijd veel tot stand gebracht. De vergadering keurt het beleid van het weekblad „Toenadering" goed en be noemt de heer Schotman, ingaande juni 1963 tot hoofdredacteur. Hierna werd een aanvang gemaakt met de behandeling van voorstellen van hoofdbestuur, Verenigingsraad en afde lingen. Er wordt een wijziging gebracht in de contributieregeling en de verschil lende uitkeringen. DINSDAG 27 NOVEMBER 1962 Leven met God het is het diepste en innigste verlangen van de mens, die graag Gods kind wil zijn. Het betekent met God in gesprek gaan. In volledige overgave zeggen: Here, vertel het me maar, wat moet ik doen? En daarna luisteren naar het antwoord. God zei tot David: Zodra gij een geluid van schreden hoort in de toppen van de balsemstruiken Dat wordt het sein tot de aanval op de Filistijnen. Het ge luid van schreden in de toppen van struiken. Het antwoord kan God op vele manieren geven. Wie de bijbel kent, weet dit. Leven met God is niet alleen vragen, ook luisteren. God zegt meer tot David. Als Hij hem heeft verteld wat het sein tot de aanval zal zijn, laat Hij er op volgen: Haast u dan (2 Sa muel 5 24). Zou dat niet het belangrijkste zijn? Ach, bidden de mens in nood kan dat wel, hartstochtelijk en diep ge meend. Luisteren? de mens kan het geduld er voor nog wel opbrengen. Maar dan: Haast u. Dat wil zeggen: niet met God in debat gaan, niet zich afvragen: Zou God het wel bij het rechte eind hebben? Zou Hij zich niet vergissen? Nee, doen, handelen, direct. Haast u. Leven met God wordt van de mens int veelal onmogelijk ge maakt, omdat de mens de eindbeslissing toch altijd zo graag in eigen handen wil houden. God zegt: Haast u dan. En kan de mens dat dan maar doen? Ja, dat kan. Want God de Here verlaat hem niet meer. Concilie over eenheid Eindelijk komt, nog kort voor het einde van de eerste zittings periode, het voor de niet-rooms- katholiek meest interessante deel van het concilie naar voren. De bisschoppen zijn gisteren name lijk onverwacht begonnen met de behandeling van een rapport van de Commissie voor de Oos terse (bij de R.K. Kerk aan gesloten) Kerken over de een heid met de Oosterse-orthodoxie. Tevens ligt het in de bedoeling dat nog twee rapporten die met de eenheid te maken hebben, na melijk van het secretariaat van kardinaal Bea, en van de theo logische commissie van kardi naal Ottaviani in behandeling komen. In het huidige rapport wordt naar voren gebracht dat de „afgescheiden broeders" die buiten hun schuld buiten de R.K. Kerk staan beslist behoren tot de genade-gemeenschap. In het huidige rapport gaat het dus hoofdzakelijk om de verhouding tot de Oosters Orthodoxe Kerken. De zoge naamde geünieerde kerken hebben zich namelijk van de Oosterse-orthodoxie af gescheiden en zich bij de Rooms-Katho- lieke Kerk aangesloten. Van Oosters-or- thodoxe kant is bij voortduring geeist dat deze kerken eerst terug moeten ko men bij de oosters-orthodoxe, eer een gesprek over eenheid kan beginnen. Het schema omvat 15 bladzijden druks en is nauwelijks langer dan het schema over de bronnen der openba ring, dat vorige week niet de instem ming van de concilievaders heeft kun nen krijgen. Maar dit schema, zo zeg gen de theologen, munt uit door fris heid en openheid, door originaliteit en duidelijkheid. Het heeft als titel „Ut Structuur In tegenstelling tot de meeste andere voorstellingen, hoofdstukken, 52. Toch valt het delen uiteen. Het eer paragrafen omvat, grafen. Het omvat duidelijk in vi ste deel, dat r handelt over het verschil tussen de zichtbare kerk en de onzichtbare kerk. Het vestigt duidelijk de aandacht op de kerk in haar bestaan op aarde, in haar op-weg-zijn, en op de eindfase der kerk. haar voltooiing. Daarin wordt ge zegd: „De kerk is het mystieke li chaam van Christus: Zij is de ge meenschap van uitverkorenen, die ir Christus verenigd zijn en die in hem hun heil zoeken." In het tweede deel wordt die structuur nader behandeld. Voorop staat dat Christus zelf voor alles het Hoofd is van de Kerk, maar hij heeft haar toevertrouwd aan zijn apostelen en hun opvolgers bi de hiërarchie. En bovendien heeft hij Petrus als zijn zichtbare plaatsver vanger aangesteld. Daarna gaat het rapport in op c macht van de paus. die. zo zegt het, inderdaad wetgevende macht heeft, maar op het terrein van de genade evenzeer ontvanger is als alle gelovi gen en als bedienaar van de sacra menten evenzeer instrument. Als con clusie wordt dan ook duidelijk gesteld, dat de rooms-katholieken een kostbare bijdrage aan de eenheid kunnen geven door de schijn te vermijden alsof zij met het pausdom Christus zelf van de eerste plaats verdringen. Genade-gemeenschap Het derde deel, dat bij paragraaf 7 begint, spreekt dan over de trieste ver deeldheid in de christenheid, met alle nadelen en gevaren die daaruit voort komen. Maar het stelt heel duidelijk daartegenover, dat men dus als rooms- kaholiek niet moet denken, dat afge scheiden christenen ook losgemaakt zijn van de goddelijk heiligmakende genade. Er zijn velen, die buiten hun persoon lijke schuld van de rooms-katholieke gemeenschap afgesneden zijn, maar wel degelijk tot de genade-gemeenschap be horen. In het laatste en verreweg het groots te deel van het schema, n.l. van pa ragraaf 13 tot par. 52, handelt het over een hele reeks middelen die beproefd moeten worden om de eenheid te her stellen. Hierbij verlaat het schema zijn algemeenheid en bespreekt het de fei telijke verandering in klimaat tussen de Rooms-Katholieke kerken de de Ooster- Kerken, die niet geünieerd zijn met Rome, Er wordt gewezen op de nood zaak van het gemeenschappelijk gebed, selijke en op theologische basis. Er wordt gepleit voor het oprichten van een aantal instellingen. Er wordt ook duidelijk gezegd dat geen enkel theolo gisch systeem, ook niet dat van het Westen, volmaakt mag heten. Verschei denheid van taal moet erkend worden. Dit laatste deel vormt volgens de theologen en verschillende vaders nu juist, ondanks zijn vele goede voorstel len, het struikelblok voor de aanneming. Immers, terwijl het algemeen gedeelte evengoed op de reformatie van toepas sing is, zal men verwachten van de Rooms Katholieke Kerk en van het con cilie in het bijzonder, dat nu ook voor de reformatie een concrete politiek van toenadering wordt voorgesteld. Dat ge beurt niet, zodat ten onrechte de in druk kan ontstaan, dat de Rooms Katho lieke Kerk de orthodoxie naar zich toe probeert te halen, weg van de Wereld raad van Kerken, aldus menen sommi ge deskundigen in Rome. Hier open baart zich volgens deze theologen weer. dat er niet voldoende overleg ge pleegd is met het secretariaat voor de eenheid, dat hetzelfde vraagstuk ook heeft behandeld. Verschillen Zondag is de door de paus nieuw in gestelde gemengde theologische com missie met haar werkzaamheden begon- - nen. Deze commissie heeft opdracht ge kregen het verworpen rapport over de bronnen van openbaring dat te conser vatief is gebleken, opnieuw in studie te nemen en hetzij te herschrijven of een geheel nieuw rapport dat meer herder lijk moet zijn, op te stellen. Deze com missie Heet voortaan commissie voor openbaring. De verwachtihg leeft in Rome dat de ze commissie niet slechts de studie van dit rapport zal worden toevertrouwd, maar ook andere rapporten waarin theologische kwesties naar voren ko men. Men acht het dan ook zeer wel mogelijk dat het rapport over eenheid van de geünieerde kerken dat nu in be handeling is maar ook de rapporten over eenheid van het secretariaat van kardinaal Bea en over de kerk van de commissie van kardinaal Ottaviani na behandeling door het concilie in studie genomen zal worden. Men rekent hier zelfs op. omdat reeds gebleken is dat de inzichten van dit huidige rapport over eenheid en het rapport van het secretariaat van kardinaal Bea, dat hierna in behandeling zal komen niet parallel lopen. Reeds nu is gebleken dat dezelfde verschillen weer aan de orde komen, die zich ook openbaarden bij het rap port over de bronnen van openbaring. Bisschoppen die praetisch nog niet met niet-roomskatholieken in aanraking ge komen zijn, verzetten zich tegen het voorstel om te komen tot oecumenische instellingen. (Advertentie) BEVAT DE ONMISBARE VITAMINEN ALLE 10 „Vragen op medisch gebied zenden aan de redactie van ons blad met linksboven op de envelops „Medische rubriek'*. Antwoord op vragen van algemeen belang wordt wekelijks In deze rubriek gegeven, vragen die hiervoor minder geschikt zijn worden per brief beantwoord." U'R is de laatste twintig jaar een duidelijke toe- Lj name merkbaar van medische publicaties in couranten en tijdschriften. Ook de radio en tele visie verzorgen steeds meer uitzendingen op me disch gebied. Verder zijn er de laatste jaren enige tijdschriften verschenen geheel gebaseerd op de geneeskunde en zijn randgebieden. We behoeven slechts de naam te noemen van het maandblad „Spreekuur thuis', dat geredigeerd wordt door de Koninklijke Nederlandsche Maat schappij tot bevordering der Geneeskunst. De vraag naar oriëntatie op medisch gebied onder leken wordt groter en groter. Maar of er in deze behoefte op verantwoorde wijze steeds voorzien wordt, blijft een strijdvraag, waarover de artsen het onderling niet allemaal eens zijn. Tegenstanders menen dat de uiteraard oppervlak kige medische voorlichting kan leiden tot toenemen de verwarring en angsten, terwijl ongetwijfeld nieu we vragen worden opgeworpen, die onbeantwoord blijven. De toestand, die zou kunnen ontstaan, kan men enigszins vergelijken met de zogenaamde „can- didaatsziekte" bij jonge medische studenten. Vele ziektebeelden die de medische student moet leren zich eigen te maken, meent hij bij zichzelf op te merken. Pas na verdere studie kan hij zich met behulp van de nieuw geleerde gegevens wapenen te gen deze onrechtmatige angst, wanneer hij enige „diepte" in de ziektebeelden gaat zien. Men kan zich voorstellen dat op deze wijze ook de leek, die zich in de geneeskunde interesseert en dat zijn velen, om welke reden ook in dezelf de richting wordt gestuwd, temeer wanneer men in het geheel met op de hoogte is van de basis van de geneeskunde: de kennis van het gezonde individu, de bouw van het lichaam, zijn ontwikkeling en zijn functie. We zullen ons ook moeten afvragen, of de oriëntatie in de geneeskunde door leken niet zou kunnen leiden tot een onverantwoorde vorm van zelfgenezing of kwakzalverij! Toch willen wij allerminst beweren, dat medische informatie voor leken ten allen tijde moet worden afgewezen. De arts-schrijver van medische rubrie ken moet steeds met zorg uitzoeken wat geschikt is voor publicatie, zonder dat er misverstanden, angsten en dergelijke uit kunnen voortvloeien. Hij zal wat zijn adviezen betreft, zeer algemeen moeten blijven, en de medicatie moeten overlaten aan de huisarts, omdat vrijwel elke behandelingswijze indi vidueel moet worden overwogen. Naast het zeker verantwoorde maandblad „Spreek uur thuis" is er nu een medische encyclopedie ver schenen, die, naar onze mening, aan de gestelde eisen voldoet. De „Moderne Medische Encyclopedie" uitgave van Querido en Wetenschappelijke Uitgeverij gaat er vanuit dat in de moderne samenleving be hoefte bestaat aan meer begrip in de verhouding tussen arts en patiënt en omgekeerd die al leen efficiënt kan zijn wanneer ook de patiënt over een zij het aan zijn belangensfeer en uitgangs punt aangepaste kennis omtrent medische vraag stukken beschikt. De „Moderne Medische Encyclo pedie" is voortgekomen uit de Stichting Excerpta Medica, een internationaal medisch documentatie- en informatiecentrum, die uittreksels op medisch ge bied verzorgt uit ruim 2500 vakbladen Voor het eerst heeft deze stichting zich nu door middel an deze encyclopedie ook tot de niet-mëdlcus gericht. De ordening is systematisch en lexicografisch uit gevoerd, wat de encyclopedie „leesbaar" maakt, dit in tegenstelling met verschillende andere medi sche encyclopedieën. De stof is in zes delen ondergebracht. De zo noodzakelijke basisvakken zijn onderge bracht in het eerste deel: de anatomie, weefselleer, embryologie, fysiologie, erfelijkheid en antropolo gie. Men kan terecht zeggen dat op dit deel de andere vijf delen rusten. Het is in duidelijke taal gesteld, en dus voor ieder leesbaar en begrijpelijk. Ook het tweede deel is gebaseerd op de gezonde mens. Men vindt er de verschillende levensfasen in. zoals de zuigeling, het schoolkind, de volwassenheid, de oude van dagen. Ook de ontwikkelingen, de sexuo- logie, beroepskeuze, en ouderdomsproblemen vinden ruimschoots aandacht, evenals de sociale proble men. De delen drie en vier houden zich bezig met ziek zijn en ziekten. Op een kundige wijze worden de mogelijkheden en onmogelijkheden van de heden daagse arts bij de herkenning en behandeling van vele ziekten beschreven, terwijl op een verantwoor de wijze met de medicijnen wordt gehandeld. De al fabetische rangschikking is in het vijfde deel terug gekeerd. Het bevat practische wenken voor dage lijks gebruik. Talrijke problemen, waarvoor men dagelijks gesteld kan worden, vinden hierin antwoor den en adviezen, terwijl met vele misverstanden af gerekend wordt. Het zesde deel tenslotte bevat uiteraard alfabetisch het register, doch dient tevens als een medisch handwoordenboek. De verwijzing ge schiedt naar paragrafen. Ook de medische nomen clatuur komt goed uit de doeken. De zes deeltjes i zijn voorzien n. De redactionele samenstelling van de Moderne Medische Encyclopedie vond plaats onder toezicht van een hoofdredactie, namelijk: prof. dr. M. A. van Bouwdijk Bastiaanse, prof. dr. J. H. Gaarenstroom en prof. dr. M. W. Woerdeman. (De typografi sche verzorging berustte bij Theo Kurpershoek.) De encyclopedie, waaraan vele bekende specialis ten hun medewerking hebben gegeven, is dus in de eerste plaats bestemd voor de leek, doch velen (uit de medische randgebieden) zullen uit dit werk ken nis kunnen vergaren, zoals, verpleegsters, heilgym- nasten, maatschappelijke werkers enz.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 2