Dn
Europees instituut geeft
creatieve technici kans
Onafhankelijk
universiteiten
Een woord voor vundaag
Duitse kerk wil
gaan adverteren
Toezicht levensmiddelen
moet worden verscherpt
lfo.&tang,e.£s
RD2
GereiKerken groeiden
met 1,43 procent
ZATERDAG 17 NOVEMBER 1962
ANDERZIJDS
PREEKVERDELING
ln de „Kamper kerkbode", het
weekblad ten dienste van de ge
reformeerde kerk van Kampen,
geeft ds. G. Visee een beschou
wing over het voor en tegen van
een preek met thema en verde
ling.
Dit alles naar aanleiding van
een toespraak van dr. J. Bosch
waarin deze ondermeer de op
merking maakte dat de predikan
ten onze kinderen vervelen met
„Gouden-eeuwse preekverdelin-
gen", de vaak tweemaal afgekon
digde retorischepreekverdelin-
gen.
Ds. Visee vervolgt:
COMMIGE predikanten waren
*-> door de critiek van dr. Bosch
nogal in hun preekwiek geschoten.
En de zaak werd ook in De Refor
matie aangesneden door dr. C.
Trimp in een artikel „Thema en
Verdeling". (De Reformatie 15 sep
tember 1962). Zijdelings maakte
ds. J. van Raaltc er een opmer
king over in zijn verslag van de
laatste schooldag in het Kerkblad
voor Overijsel en Gelderland.
Hij schreef n.a.v. de preek aan
de vooravond van de schooldag ge
houden door ds. J. Keuning, die
voor zijn preek geen thema en ver
deling had: ..Dan heb ik toch maar
liever de methode van wijlen pro
fessor Hoekstra: een duidelijk
thema, met zo mogelijk een verde
ling erbij. En dan wil ik die zelfs
graag een keer horen herhalen: dat
geeft een houvast, als je later nog
eens over de preek wilt nadenken!"
Ds. Visee wijst er op dat men
de zaak vooral niet moet opbla
zen. Het is vaak zo dat de men
sen soms een pikant thema ver
deling onthouden, maar de preek
vergeten, en omgekeerd.
Toen destijds dr. A. Kuyper in
trede deed te Amsterdam met de
tekst Efeze 3:18, „Geworteld en
gegrond..." en daaraan de gedach
te verbond van „De kerk als or
ganisme en de kerk als instituut",
waren er hoorders, die er geen
touw aan konden vastknopen:
wat die nieuwe dominee toch wel
wilde met die organist van 't
blindeninstituut?
In het hoge noorden van Fries
land preekte voor vele jaren een
dominee over David en Michal.
Drie punten: 1. Hoe ze elkaar kre
gen; 2. Hoe ze elkaar voor de
tweede keer kregen; 3. Hoe ze
toch niet bij elkander pasten. Of
ze dat daar in 't Noorden onthou
den hebben! Een succes voor de
zaak van thema en verdeling! Het
is de vraag of het een zegen was
voor het recht verstaan van Gods
Woord.
Een mij zeer goed bekend man
vertelde mij eens dat hij getrok
ken was onder een preek van ds.
Js. van der Linden, in het eerste
deel dezer eeuw predikant in de
Gereformeerde kerk van Den Haag.
De tekst was Jeremia 4:1 en volgg.:
„Zo gij U bekeert. Israël, bekeert
U tot Mij....". Dat had in het
leven van die toen reeds oude man
de doorbraak gebracht. Hij mocht
zich toen aan de HEERE overge
ven. Die kerkgang en die preek is
hij nooit vergeten. Wel het thema
en de verdeling van de preek.
En wanneer men nog wel eens
mensen beluistert, die. gezegend
met een goed geheugen, vertellen
van vroeger beluisterde preken, dan
merkt men als men navraagt al
spoedig dat zij thema inclusief
verdeling al lang kwijt zijn, maar
dat zij bepaalde opmerkingen uit
de preek goed onthouden hebben of
en dat is, dacht ik, de beste zegen
van een preek: dat zij de beteke
nis van het betreffende Schriftge
deelte voorgoed hebben verstaan.
Hoewel een goed geheugen voor
het onthouden van een preek
ongetwijfeld van grote betekenis
is, is het maken, houden, horen,
en vasthouden van een preek
voor alles toch een religieuze aan
gelegenheid. Ds. Visee gaat ver
der:
OOK de kwestie van „thema en
verdeling" is niet doorslagge
vend. De eigenlijke factor is bijna
ongrijpbaar.
Die is van door en door religieuze
aard. Ik denk hier aan wat we le
zen bij de rede van Stefanus voor
de joodse raad. Wanneer deze evan
gelist is uitgesproken, lezen we:
..Toen zij dit hoorden, sneed het
hun door het hart en zij knersten
de tanden tegen hem". Hand. 7:54.
Dat was een door en door religieuze
reactie van afkeer en vijandschap.
Precies zo lezen wij het van de
hoorders van Petrus op de Grote
Pinksterdag: „Toen zij dit hoorden,
waren zij diep in hun hart getrof
fen....". Dat was óók een door en
door religieuze reactie, maar dit
maal niet van verharding, maar
van boetvaardigheid en bekering.
Daarom gaat het in de preek. En
der thema, met of zonder een „ge
slaagde" twee- of driedeling. Een
prachtig thema met een puntige
verdeling maakt een slechte preek
niet goed. Ze behoeven een goede
preek niet te bederven. Het ontbre
ken van een thema maakt een goe
de preek niet slécht
En als een preek slecht is be
hoeft dat niet daar vandaan te ko
men dat daaraan thema en verde
ling ontbraken.
De kwaliteiten van een goede
of een slechte preek worden niet
door de techniek van de preek
bepaald, maar door het religieus
gehalte. De technische vragen
komen dan op het tweede plan.
Ds. Visee legt ten slotte de na
druk op het feit dat de kwestie
van al of geen thema met onder
verdeling niets te maken heeft
met enig religieus beginsel.
Rapport NA VO-werk groep concludeert:
technische wetenschappen na -j
de oorlog fs het mogelijk en wen- VQH
selijk in Europa een onafhanke- V UA1 ^^SLCUt-IllAC
lijk internationaal instituut voor
wetenschap en techniek te stich
ten. Een dergelijke instelling kan
voldoen aan de groeiende behoef
te aan creatieve geleerden, die
uitstekende beroepskwaliteiten
paren aan een brede opleiding,
ervaring en openheid van visie,
kwaliteiten die in een internatio
naal milieu tot ontplooiing kun
nen komen en die steeds belang
rijker zullen worden naarmate de
economische en politieke eenheid
van het Westen groeit. Een in
ternationale instelling zou boven
dien, niet gebonden als zij is door
nationale tradities, een stimulans
kunnen zijoi voor bestaande uni
versitaire instellingen en de elite
op technisch gebied, die met de
toename van het aantal studenten
in het gedrang dreigt te komen,
nieuwe kansen kunnen bieden.
Dat zijn enkele van de belangrijk
ste conclusies van een rapport dat
een op last van de N.A.V.O. in 1961
gestichte werkgroep heeft gepubli
ceerd. De leden, vooraanstaande ge
leerden op technisch-wetenschappe-
lijk gebied kwamen onder voorzit
terschap van de Amerikaan James
R. Killian jr.. die technisch advi
seur van oud-president Eisenhower
is geweest, tot de eensgezinde over
tuiging dat een verantwoorde tech
nische ontwikkeling in Europa het
best gediend is bij een internatio
naal instituut, dat onafhankelijk
bestaande instellingen van hoger
(Van onze onderwysredactie)
derwijs werkt. Bij de overwegingen
heeft tevens een rol gespeeld de ze
kerheid dat in de V.S. de mening
begint post te vatten, dat ie Euro
pese instellingenhoewel van rijke
traditie, niet (meer) in staat zijn
het allerbeste te evenaren van wat
Amerika op technisch terrein pres
teert.
Van Nederlandse zijde heeft prof. dr.
H. B. G. Casimir. hoofd van de re-
search-laboratoria van Philips aan het
rapport meegewerkt.
Hij heeft in een toelichting op de stu
die enkele achtergronden en de voorge
schiedenis belicht. Zó is. er indertijd
reeds een commissie-Armand geweest,
die tot een soortgelijke conclusie kwam
als de NAVO-werkgroep, zonder even
wel concrete voorstellen te formuleren.
Het huidige rapport komt daar wel mee,
al moeten de voorstellen, zóals prof. Ca
simir het uitdrukte, in zekere zin als
wensdromen beschouwd worden. De sa
menstellers van het rapport achten hel
bepaald niet onmogelijk, deze wensdro
men te verwezenlijken, mits men de lan
delijke problemen maar te boven kan
komen. De betekenis van een internatio
naal instituut is moeilijk te schatten, p
zelfs al zou het voorshands niet zo veel
afgestudeerden afleveren; het zou in ie
der geval mensen helpen vormen di(
hebben op de overigens
defensie-ontwikkeling ontstaat, al zullen
eventuele resultaten van wetenschappe
lijk onderzoek uiteraard de industrie en
dus ook de defensieindustrie van dienst
kunnen zijn.
Plaats
Waar het rapport zich slechts heeft
ingelaten met theoretische overwegin
gen kon een zo concrete vraag als de
plaats van vestiging slechts suggesties
opleveren. Er is een aantal voorwaar
den opgesomd waaraan een vestigings
plaats moet voldoen.
De werkgroep meent dat een centrale
ligging voor een instelling met een dik
wijls wisselende bevolking noodzakelijk
is. Bovendien kan een bestaande univer
siteit en met name haar bibliotheek goe
de diensten bewijzen, een „culturele
rimboe" zoals prof. Casimir zei, komt
al evenmin in aanmerking. Het liefst zou
men niet te ver verwijderd van belang
rijke industrieën neerstrijken. Van de
plaatsen die genoemd zijn vermelden
wij Turijn, de streek Freiburg-Straats-
burg (vrij hoog genoteerd). Luxemburg,
Brussel, Londen en tenslotte het dichtst
bij huis het gebied Aken-Luik-Maas
tricht.
Als een mens aan het eind van zijn latijn is en alle lichten
zijn gedoofd, wordt een wonder iverkelijJcheid: God komt zich
openbaren en Hij zet de mens heel simpel aan het werk. Elia
ondervindt het. Voor hem staat geen enkele deur meer op
een kier. Maar dan krijgt hij drie opdrachten. Deze man, die
eerst door God van zijn totale nietigheid is overtuigd, moet
twee koningen en een profeet zijn opvolger gaan zalven.
Dat is alles bij elkaar nogal wat! Kan dat dan zomaar? Zegt
God dan verder niets tot Elia, toch Zijn afgezant bij het volk,
dat zich van God steeds meer afkeert? Hoe moet het dan met
al die bezwaren van Elia? God laat hem niet in het donker
zitten! Aan het eind van Zijn toespraak tot de profeet verlost
God Elia van de waan, dat hij de enige is, die in het hele land
God dient en voor Zijn zaak werkt. „Ik zal", zegt God, „in
Ieraël zevenduizend overlaten, alle knieën, die zich niet ge
bogen hebben voor de Baal, en elke mond, die hem niet heeft
gekust." Het is, of God tot Elia wil zeggen: kom toch tot
uzelf, denk toch vooral niet, dat Mijn zaak afhangt van u, Ik
heb in dit land méér kinderen. Maar ook: nu moet het uit
zijn met die klaagzang, nu weer aan het werk. En dat met de
troost, dat er in uw land, in uw omgeving, mensen zijn, die
bidden, die achter u staan en die de zaak van Mijn Koninkrijk
met hun hart zijn toegedaan!
i de onderscheide-
Vijf centra
Knutselaars lijmen met VELPON van Ceta-Bever
Beroepingswerk
NED. HERV. KERK
Aangenomen naar Brielle (toezi): W.
S. Duvekot te Zonnemaire; naar Foud-
gum ca.: J. J. Winckel te Vorchten.
Hal-
j. Wolven te Urk: te Vianen: N.
Schelhaas, kand. te Amsterdam.
Nieuw symbool voor
de epilepsie
De federatie voor
epilepsie-bestrijding,
de coördinerende or
ganisatie voor alle
stichtingen, verenigin
gen, enz. in Nederland
heeft een symbool la
ten onwerpen. dat
voortaan gebezigd zal worden bij alle
publicaties van de federatiz. met
name ook bij de voorlichting over de
epilepsie* die in de komende tijd ge-
intesiveerd zal worden.
Het embleem is een gestyleerde af
leiding van een van de voor epilepsie
meest karakteristieke beelden uit de
electronencephalogram, de curve die
de elektrische activiteit van de her
senen weergeeft. Het embleem wil
tegelijkertijd tot uitdrukking bren
gen: de epilepsie (de piek of de spits)
cn de strijd tegen de epilepsie „de
koepel".
Een schatting voor Nederland van
60.000 epilepsie-patiënten acht men
een begin
Een nieuwe Duitse organisatie
gaat een grote actie voor het gebed
beginnen. De oniangs gestichte
„Evangelische Werbung Vocamus"
wil het volgend jaar in alle be
langrijke kranten en tijdschriften
advertenties plaatsen om de lezers
op te wekken het gebed niet te
vergeten. De actie wil de Duitsers
op het hart drukken dat het gebed
nog altijd een kracht is die niet
vergeten mag worden.
De advertenties zullen de lezers op
wekken om een briefkaart te zenden
voor een gratis brochure, waarin prac-
tische wenken voor het gebed worden
gegeven.
„Vocamus" wil zich trouwens hele
maal wijden aan de kerkelijke publici
teit in de landelijke en plaatselijke pers.
„«-p...,,»,,. ...-De actie wil publicistisch materiaal en
thans al'f laag. Een hoger precen- advertentieteksten opstellen voor plaat-
n c selijk gebruik en een katalogus aanleg-
u J! S if i Sen- waaruit mensen dus bepaald ma-
bevoïkmg zal volgens deskundigen teriaal kunnen kiezen. Voor grote pro-
eerder met de werkelijkheid overeen- vinciale en landelijke acties stelt Vo-
komen. camus vakmensen op publicistisch ge-
Advertenties
voor
gebed
Inllchtlnoen: uw reisbureau en het
OOSTENRIJKS TOERISTENVERKEERS BUREAU Vy
Rokln 16, Amsterdam. Telefoon: 62188.
Hoofdinspecteur volksgezondheid
Het stelsel van overheidsvoor- voorschriften fluitend te maken, aldus
iF, de heer Kruysse. r-™- bUjJ"»"
schriften voor wat betrett net vensmiddelen. die
t blijken le-
jarenlang heeft
toezicht op levensmiddelen is he-1 toegestaan, plotseling niet veilig te zijn.
i u i In dit verband noemde hij de haring-
laas niet geheel sluitend. Sommi- worm jn de groene haring De heer
ge overtredingen van de waren
wet of de vleeskeuringswet wor
den niet geconstateerd en er ko
men nog regelmatig gevallen van
voedselvergiftiging voor.
Deze woorden sprak de hoofdinspec
teur van de volksgezondheid, de heer
A. Kruysse. gisteren in een rede die
hij hield tijdens het tweedaagse con
gres „Goed en kwaad in de voeding
van morgen", dat in Den Bosch is ge
houden.
He overheid tracht haar systeem van
Kruysse meent, dat de warenwet in de
toekomst niet alleen gebruikt zal moe
ten worden in negatieve zin. ter voor
koming van bijvoorbeeld vergiftiging,
maar ook in positieve zin ter verbete
ring van de voeding.
Tijdens een forumgesprek
C. den Hartog nog op
goed zou zijn speciaal voedsel
jaarden In de handel tc brengen. Vol
gens hem eten bejaarden vaak te een
zijdig. In dit verband noemde hij het
veelzeggend, dat de scheurbulkpatiën-
bied ter beschikking. Dit alles is het ge
volg van een conferentie die onlangs in
een vormingsinstituut in Tutzing werd
gehouden en waar vertegenwoordigers
uit geheel West-Duitsland bijeen waren.
In een theologisch referaat had ds.
Helmut Hild uit Frankfurt am Mam
er op gewezen dat de kerk in de huidige
situatie gedwongen is om moderne pu
blicistische middelen te gebruiken en
de advertentiemogelijkh :den uit te bui
ten. De kerk moet de aandacht trek
ken. interesse wekken en de mensen
uitnodigen", meende deze predikant.
„Juist in onze tijd. nu zovele stemmen
de mensen toeschreeuwen, moet een
juist gebruik van de advertentiemogelijk-
In dc huidige kerkelijke situatie kan
een advertentiecampagne de weg naar
de kerk vergemakkelijken voor vele
mensen die op het ogenblik drempel
vrees hebben. Deze predikant waar
schuwde voor een onwaarachtige cam
pagne, die de mensen een verkeerd beeld
voor ogen zou houden, maar meende
dat een campagne gegrond op de waar
heid, een prachtig hulpmiddel zou zijn.
Hulp aangeboden
De tweede spreker was de Duitse re
clamespecialist Herbert Liebenan die
vooral bekend is geworden door een se
rie in het tijdschrift „Bild" over het
thema „Ieder van ons heeft een vol
konto aan liefde". Hij riep de kerk toe
de hulp die specialisten de kerk willen
bieden te aanvaarden „Wij willen de in
gedommelde christenen wakker schud
den". zei Liebenau. „Wij willen de ho
pelozen, de teleurgestelden, de ontmoe
digden opnieuw aan het denken zetten.
De opdracht van een dergelijke reclame
campagne eindigt bij de kerkdeur. Een
dergelijke actie moet geen Woordver
kondiging zijn, maar de weg er toe
bereiden en kan bij de nazorg enorme
steun bieden.
Zoals men weet heeft de Neder
landse Hervormde Kerk indertijd bij
de kerkbouwactie een grote landelij
ke reclamecampagne opgezet. Deze
richtte zich echter niet in de eerste
plaats tot de rand- en buitenkerkelij-
m hen weer naar de kerk te ha
len. maar tot de leden van de kerk
verantwoordelijkheid voor de toe
komst te aanvaarden. Over een cam
pagne in de zin van deze Duitse Vo-
camus-actie is wel eens door publi
cistische specialisten gesproken, maar
dergelijke actie is nog nimmer
op grote schaal uitgevoerd.
(Advertentie)
Bovendien helpt een internationale
instelling het potentieel zo hoog
Eelijk opvoeren. De middelen voo
iternationaal denken moeten we
ontwikkelen, zo zei prof. Casimir. Met
woorden wordt daar wel aandacht aan
geschonken, maar de moeilijkheid is
de mensen tot de daad te bewegen.
Het rapport beveelt aan, dat het in
ternationaal instituut vijf centra zal
omvatten, te weten voor toegepaste
wiskunde en theoretische fysica, tech
nologische proeessen en systemen,
terlaal-onderzoek, wetenschappen
de aarde en wetenschappen van
leven. Bovendien zou er nog een
trum voor hogere wetenschapsbeoefe
ning moeten komei
Het instituut zou geheel ..post-gradua
te" moeten zijn en eigen doctors-graden
moeten uitreiken. Voorlopig denkt
in termen van duizend studenten,
academische staf van vierhonderd i
duizend wetenschappelijke amb-
Open vraag
In hoeverre de denkbeelden die
het rapport zijn uitgewerkt reeds zijn
geaccepteerd blijft een open vraag.
Wel is het te verwachten dat het rap
port nationale weerstanden zal oproe
pen. Zelfs in grote landen denkt men
namelijk nog zo vaak plaatselijk, dat
is in dit geval met het oog gericht op
de belangen van een bepaalde instel
ling van hoger onderwijs. Kan men de
wetenschap in deze. tijd als vooruit
strevend beschouwen, haar beoefena
ren demonstreren deze progressivi
teit lang niet altijd. Men houdt bij
voorbeeld ernstig rekening met ver
zet van bestaande universiteiten, die
ongaarne hun topfiguren zouden zien
vertrekken, en ziet dan over het hoofd
dat een enkele instelling onmogelijk
een zo grote concurrentie kan vormen
en dat de bestaande instellingen pro
fijt kunnen hebben van het werk van
een internationaal instituut.
Anders
Hoe de verhouding met andere (tech
nische en wetenschappelijke) instellin
gen wordt is nauwelijks in het onder
zoek betrokken. Men heeft wel contact
gehad met de CERN in Genève en ook
de relatie tot een te stichten Europese
universiteit in Florence is ter sprake
gekomen, doch de samenstellers van
het rapport zien de opzet van een tech
nologisch instituut als wezenlijk anders.
Geen stappen van
dr. Van Doorne
tegen „Lancet"
WU vernemen dat dr. H. J. van Doorne
te Eindhoven niet van plan is juridische
stappen te ondernemen tegen dc redactie
van het Eindhovense studentenweekblad
In Eindhovense studentenkringen is
enige beroering ontstaan rond recente
publikaties in het nieuwe studentenblad
Lancet, waarvan de redactie voor een
deel is samengesteld uit uitgetreden re
dactieleden van het studentenblad Bour-
gond. Bourgond nam enige tijd geleden
r-
,u,_ j
de DAF en dit wel
(Van onze kerkredactie)
De nieuwste statistiek van de
Gereformeerde Kerken over het
afgelopen jaar (1961) is zojuist ge
publiceerd. Het blijkt dat deze
kerken dit jaar een groei vertoon
den van 1,46 procent. Deze ligt la
ger dan vorig jaar (toen 1,60 pro
cent), maar toch nog hoger dan
de bevolkingsaanwas die 1,43 pro
cent bedroeg. Het totaal aantal le
den van deze kerken is toegeno
men van 724.326 tot 734.918, dus
met 10.592 leden. Het aantal ker
ken nam toe van 805 tot 811.
Vrijwel alle cijfers spreken van groei,
zij het vaak een kleine groei. Opmer
kelijk is dat ook dit jaar weer ruim
vijf miljoen gulden meer werd gecol
lecteerd en geschonken dan het vorig
jaar. De inkomsten van de kerken
groeiden het sterkst, namelijk met on
geveer vier en een half miljoen gulden.
De diakonieën ontvingen 400.000 gulden
er en de zending 200.000 gulden. In
1 werd door de gereformeerde bij
drie miljoen gulden aan de zending
dreie miljoen gulden aan de zending
gegeven, tegen een miljoen voor evan
gelisatiewerk. De bijdrage aan het evan
gelisatiewerk nam slechts met 20.000
gulden toe.
Het hogere inkomen komt niet alleen
van het groter aantal leden van deze
kerken. Ook het bedrag dat per ziel
werd gegeven is gestegen en wel vrij
i van 53.90 uit de vorige opgave tot
61.35. Dat is een veel grotere
(pseudoniem voor prof.
H. Nagel), waarin op mededelingen van
wijlen Anton Coolen „onthullingen" wor
den gedaan over de houding van de heer
Van Doorne in de oorlog. Antoh Coolen
is hiervoor reeds wegens belediging ver
oordeeld. Bij een uitvoerig zuiverings-
onderzoek is vastgesteld, dat de heer
Van Doorne zich correct heeft gedragen.
Deze publikatie in Bourgond viel sa
men met het begin van dit jaar gevierde
eerste lustrum van het E.S.C. (Eindh.
studentencorps), welk corps de heer
Van Doorne toen gevraagd had het
lidmaatschap van dit porps te willen
aanvaarden. Van deze publikatie in een
orgaan dat bindingen heeft met het
E.S.C. heeft het E.S.C. zich daarop ge
distantieerd.
Het nieuwe blad Lancet heeft thans
de beschuldiging geuit, dat deze distan
tiëring het gevolg is geweest van de
financiële steun, die de heer Van Doorne
zou hebben verleend aan E.S.C. en
lustrumviering. Dit laatste nu wordt
door E.S.C. en de redactie van Bour
gond ten stelligste tegengesproken.
Dr. Boekenoogen werd
hoogleraar
Prof. dr. H. A. Boekenoogen, direc
teur van het „Unilever"-Research La
boratorium in Vlaardingen. heeft vrij
dagmiddag zijn ambt van buitengewoon
hoogleraar aanvaard aan de technische
hogeschool te Eindhoven met het uit
spreken van een rede getiteld „De vang
weer opgehaald". In deze rede. waar
van de titel is ontleend aan het idioom
van de oude oliemolens, gaf prof. Boe
kenoogen ccn overzicht van dc ontwik
keling der olie- en vetindustrie en var
de wetenschap der oliën en vetten, ir
het bijzonder in Nederland.
Eretentoonstelling
prof. W. van den Berg
De directeur van de Rijksakademie
voor Beeldende Kunsten in Amsterdam,
prof. dr. N. R. A. Vroom, heeft vrijdag
middag in de grote zaal der akademie
de op initiatief van oud-leerlingen ge
arrangeerde ere-tentoonstelling van wer
ken van de oud-directeur, prof. Willem
van den Berg, geopend.
Onder het gehoor van prof. Vroom be
vonden zich prof. Van den Berg en vele
oud-leerlingen die deze gelegenheid had
den aangegrepen voor het houden van
een reünie.
Ook heeft een aantal oud-leerlingen
werken ingezonden, die de expositie
completeren. De pianist Willem Andries-
sen, een vriend van prof. Van den Berg,
gaf aan deze bijeenkomst een feestelijk
tintje, door de vertolking van een drie
tal werken van Chopin.
kOSRAM
dan het jaar daarvoor toen dit bedrag
steeg van 51.90 tot 53.90. Precies tien
jaar geleden werd 32.40 per ziel per
jaar gegeven. Dit is niet alleen een
opmerkelijk getuigenis van de wil om
te offeren, maar tevens van de groeien-
de welvaart van ons land.
De meest interessante cijfers van de-
ze jaarlijkse statistiek zijn steeds weer
de uitvoerige gegevens die verstrekt
worden over het onderlinge kerkelijke
verkeer van en naar de Gereformeerde
Kerken. Het blijkt dat over kwamen
3950 leden en vertrokken 2686. Een jaar
geleden waren beide getallen respectie-
velijk 3657 en 2758. Hieruit blijkt dat
het aantal mensen dat zich aangetrok
ken voelt tot de Gereformeerde Ker
ken toeneemt, terwijl tevens het aantal
mensen dat de kerk de rug toekeert of
overgaat naar een andere kerk afneemt.
Heel opmerkelijk is het verkeer tus
sen de Hervormde Kerk en de Gere
formeerde Kerken. Er gingen 1151 be
lijdende leden van de Hervormde Kerk
naar de Gereformeerde Kerken over,
terwijl slechts 486 belijdende leden in
de andere richting gingen. Daar staat
tegenover dat maar liefst 911 gerefor
meerde doqpleden hervormd werden,
terwijl 618 jongeren van de Hervormde
Kerk werden ontvangen door de Geref.
Deze cijfers kunnen echter een ver
keerde indruk vestigen. Het is alsof de
belijdende lidmaten gemakkelijker van
hervormd gereformeerd worden, terwijl
dc doopleden gemakkelijker van gere
formeerd hervormd worden. Bij deze
overgangen gaat het echter zeer vaak
om gemengde huwelijken. Voor het eerst
werd dit jaar medegedeeld dat er 1210
gemengde huwelijken werden gesloten
in gereformeerde kerken.
Het is opmerkelijk dat een hervormde
jongen of meisje eerst in eigen kerk
belijdenis schijnt te doen, terwijl omge
keerd bij gereformeerden (vooral meis-
jes) men, zich als dooplid reeds schijn!
aan te sluiten- bij tie kerk van de ver'
loofde. Er zit evenwel nog een andere
achtergrond achter deze cijfers, name
lijk dat doopleden van.een andere kerk
met hun huwelijk vaak eerst belijdenis
doen in de gereformeerde kerk. Zij wor
den dan geboekt als belijdende leden.
Het blijkt dat de trek naar de Pink
stergemeenten nog steeds sterker is
dan omgekeerd. Zes en zestig gerefor
meerden vertrokken terwijl slechts vier
leden terugkwamen. De werfkracht van
de sekten als Jehova's Getuigen en mor-
monen schijnt af te nemen. De baptis
ten trekken ook nog steeds. Daar gin
gen 33 gereformeerden heen, terwijl
slechts 6 baptisten overgingen. Ten op
zichte van de vrij-evangelischen blijken
deze getallen echter volkomen gelijk te
zijn; zeven en twintig kwamen en even
veel gingen.
In totaal kwamen 782 mensen over
..aar de Gereformeerde Kerken die geen
enkele kerkelijke achtergrond opgaven.
Daarentegen verlieten 516 gereformeer
den de kerk totaal. Deze getallen be
droegen vorig jaar 659 en 560. De afval
verminderde dus enigszins, maar er
kwamen kennelijk wel meer onkerkelij-
ken over.
Winst en verlies Geref. Kerken
Van of r
Hervormde Kerk
Geref. Kerken (vrijgemaakt)
Chr. Geref. Kerken
R.K. Kerk
Evang.Lutherse Kerk ..s...
Gereformeerde Gemeenten
Baptisten Gemeenten
Vrije Evans. Gemeenten
Vrije Geref Kerk (Wolvega)
Pinkstergemeenten
Mormonen, Jeh. Getuisen etc.
iGeen kerk
(Advertentie)
lf@i©fL^ndpasfa Prima en niet duur1!
i 743.91, Bozum 164, Fer
jr-Nijkerk 423, Oude Bild
dijk 283,81. Schiermonnikoog 380. Ureterp
;enzijl 110.73. Aaltcn 2-296.59. Hai
>8.475,93 (1961: J 50.617,42).
Eén van mijn kleine vriendjes luistert naar
de grote naam Godfried. Waarschijnlijk vanwege
ene Van Bouillon heeft die naam voor mij
altijd een associatie gehad met een stoere strijd
bare held. Hoe dan ook, mijn Godfried heeft
niets te maken met een ridder zonder vrees of
blaam, want hij is niet alleen klein en smal,
maar zelfs wat ondermaats.
Zijn handen en voeten hebben nog iets baby
achtigs. terwijl hij toch al een paar jaar op
„grote" school is. Zijn Delfts-blauwe ogen kij
ken meestal wat verwonderd de wereld in. Als
hij lacht is hij één en al zon, maar als hij boos
is trekt hij zijn gladde voorhoofd vol grote
mensen-rimpels en lijkt hij op er kwaje dwerg.
Soms blijft hij bij ons eten. Zijn hoofd komt
dan maar net boven de tafel uit. Het eten
smaakt hem meestal wel, maar hij mist de
gastronomische inslag van onze kinderen. Het
is net alsof hij de mensen, met wie hij aan ta
fel zit belangrijker vindt dan het eten zelf. Zijn
kobolthoofd draait van de één naar de ander en
zijn ogen glijden onderzoekend langs en door
ons heen. Bij het weggaan krijg ik altijd een
smal stevig handje en dan zegt hij heel ernstig:
„dag mevrouw, weer bedankt voor alles". Zijn
ogen zeggen er dan bij dat hij het echt meent.
Soms heb ik het gevoel, dat zijn geest het
als zijn hoofd eigenlijk te groot is voor zijn
kleine lijf, maar een andere keer kan ik hem
weer wat onnozel vinden voor zijn jaren. Je
kunt van hem niet zeggen, dat hij tot het zus-
of-zo type behoort, hij is een '.dasse op zichzelf.
Boeiend en heel erg lief.
Gisteren heeft hij een klein drama veroor
zaakt. Hij stapte vuil en modderig bij me bin
nen, vrijwel onherkenbaar. Zijn voorhoofd was
misvormd door een enorme bult, die eruit zag
als een onrijpe en toch al opengesprongen
prtiim. Hij zag spierwit, zodat zijn neus een
fclein rood vuurtorentje het geheel iets clow-
en
nesks gaf. Hij huilde niet, maar toch rolden er
tranen over zijn wangen.
„Godfried, kind wat ïs er gebeurd?", vroeg
ik angstig.
„Er was een paard", zijn lip trilde, zijn stem
werd ijl en dun, „dat paard trapte me".
Ik dirigeerde iedereen de kamer uit, legde
hem op de bank, belde de dokter en zijn moe
der op, maakte natte compressen voor die af
zichtelijke uitwas, waarvan het paars steeds
dieper werd. Bezorgd keek ik naar mijn kleine
grote Godfried, die er bij lag als een verkreu
keld ziek aapje.
Toen de dokter hem nakeek zei hij streng:
„Wel, Godfried, beste vriend, nu geen grapjes
meer over een paard hè! Je hebt wel een fijne
cocosnoot op je kanis, maar het bestaat niet,
dat daar een paard aan te pas gekomen is. Wat
is er nu precies gebeurd?" Ik begreep er niets
meer van. Geen paard?
Ineens borrelde uit de blauwe ogen van God-
frièd het begin van een lachje, dat uitgroeide
tot Godfrieds typische grote-mensen-lach.
Ik hoorde hem zeggen: „O, ik lach me slap,
want het was wel een paard en toch ook weer
geen paard. Hoe kan dat hè? Nou heel gewoon,
ik kreeg een trap van een jongen, die op de rug
van een andere jongen paardje speelde."
Toen hij met zijn moeder naar huis ging, zei
hij zoals gewoonlijk: „Dag mevrouw, weer be
dankt voor alles." Hij voegde er peinzend aan
toe: „Wat is de Here God toch goed op me ge
weest hè?" Ik begreep het verband niet hele
maal, want al was het dan maar een „speel-
paard." geweest, hij was toch behoorlijk geha
vend. Hij scheen mijn onuitgesproken gedachten
te volgen, want hij zei: „Ga maar na. het had
voor hetzelfde geld. toch ook een echt paard
kunnen zijn. nou dan ben ik toch gespaard ge
bleven".
Met deze zelfbedachte zegen als balsem op
zijn gekwetste smoeltje ging hij blij weg. Hij
was weer één en al zon en mij zeer dierbaar.
Mink van Rijsdijk