Dn Europees instituut geeft creatieve technici kans Onafhankelijk universiteiten Een woord voor vundaag Duitse kerk wil gaan adverteren Toezicht levensmiddelen moet worden verscherpt lfo.&tang,e.£s RD2 GereiKerken groeiden met 1,43 procent ZATERDAG 17 NOVEMBER 1962 ANDERZIJDS PREEKVERDELING ln de „Kamper kerkbode", het weekblad ten dienste van de ge reformeerde kerk van Kampen, geeft ds. G. Visee een beschou wing over het voor en tegen van een preek met thema en verde ling. Dit alles naar aanleiding van een toespraak van dr. J. Bosch waarin deze ondermeer de op merking maakte dat de predikan ten onze kinderen vervelen met „Gouden-eeuwse preekverdelin- gen", de vaak tweemaal afgekon digde retorischepreekverdelin- gen. Ds. Visee vervolgt: COMMIGE predikanten waren *-> door de critiek van dr. Bosch nogal in hun preekwiek geschoten. En de zaak werd ook in De Refor matie aangesneden door dr. C. Trimp in een artikel „Thema en Verdeling". (De Reformatie 15 sep tember 1962). Zijdelings maakte ds. J. van Raaltc er een opmer king over in zijn verslag van de laatste schooldag in het Kerkblad voor Overijsel en Gelderland. Hij schreef n.a.v. de preek aan de vooravond van de schooldag ge houden door ds. J. Keuning, die voor zijn preek geen thema en ver deling had: ..Dan heb ik toch maar liever de methode van wijlen pro fessor Hoekstra: een duidelijk thema, met zo mogelijk een verde ling erbij. En dan wil ik die zelfs graag een keer horen herhalen: dat geeft een houvast, als je later nog eens over de preek wilt nadenken!" Ds. Visee wijst er op dat men de zaak vooral niet moet opbla zen. Het is vaak zo dat de men sen soms een pikant thema ver deling onthouden, maar de preek vergeten, en omgekeerd. Toen destijds dr. A. Kuyper in trede deed te Amsterdam met de tekst Efeze 3:18, „Geworteld en gegrond..." en daaraan de gedach te verbond van „De kerk als or ganisme en de kerk als instituut", waren er hoorders, die er geen touw aan konden vastknopen: wat die nieuwe dominee toch wel wilde met die organist van 't blindeninstituut? In het hoge noorden van Fries land preekte voor vele jaren een dominee over David en Michal. Drie punten: 1. Hoe ze elkaar kre gen; 2. Hoe ze elkaar voor de tweede keer kregen; 3. Hoe ze toch niet bij elkander pasten. Of ze dat daar in 't Noorden onthou den hebben! Een succes voor de zaak van thema en verdeling! Het is de vraag of het een zegen was voor het recht verstaan van Gods Woord. Een mij zeer goed bekend man vertelde mij eens dat hij getrok ken was onder een preek van ds. Js. van der Linden, in het eerste deel dezer eeuw predikant in de Gereformeerde kerk van Den Haag. De tekst was Jeremia 4:1 en volgg.: „Zo gij U bekeert. Israël, bekeert U tot Mij....". Dat had in het leven van die toen reeds oude man de doorbraak gebracht. Hij mocht zich toen aan de HEERE overge ven. Die kerkgang en die preek is hij nooit vergeten. Wel het thema en de verdeling van de preek. En wanneer men nog wel eens mensen beluistert, die. gezegend met een goed geheugen, vertellen van vroeger beluisterde preken, dan merkt men als men navraagt al spoedig dat zij thema inclusief verdeling al lang kwijt zijn, maar dat zij bepaalde opmerkingen uit de preek goed onthouden hebben of en dat is, dacht ik, de beste zegen van een preek: dat zij de beteke nis van het betreffende Schriftge deelte voorgoed hebben verstaan. Hoewel een goed geheugen voor het onthouden van een preek ongetwijfeld van grote betekenis is, is het maken, houden, horen, en vasthouden van een preek voor alles toch een religieuze aan gelegenheid. Ds. Visee gaat ver der: OOK de kwestie van „thema en verdeling" is niet doorslagge vend. De eigenlijke factor is bijna ongrijpbaar. Die is van door en door religieuze aard. Ik denk hier aan wat we le zen bij de rede van Stefanus voor de joodse raad. Wanneer deze evan gelist is uitgesproken, lezen we: ..Toen zij dit hoorden, sneed het hun door het hart en zij knersten de tanden tegen hem". Hand. 7:54. Dat was een door en door religieuze reactie van afkeer en vijandschap. Precies zo lezen wij het van de hoorders van Petrus op de Grote Pinksterdag: „Toen zij dit hoorden, waren zij diep in hun hart getrof fen....". Dat was óók een door en door religieuze reactie, maar dit maal niet van verharding, maar van boetvaardigheid en bekering. Daarom gaat het in de preek. En der thema, met of zonder een „ge slaagde" twee- of driedeling. Een prachtig thema met een puntige verdeling maakt een slechte preek niet goed. Ze behoeven een goede preek niet te bederven. Het ontbre ken van een thema maakt een goe de preek niet slécht En als een preek slecht is be hoeft dat niet daar vandaan te ko men dat daaraan thema en verde ling ontbraken. De kwaliteiten van een goede of een slechte preek worden niet door de techniek van de preek bepaald, maar door het religieus gehalte. De technische vragen komen dan op het tweede plan. Ds. Visee legt ten slotte de na druk op het feit dat de kwestie van al of geen thema met onder verdeling niets te maken heeft met enig religieus beginsel. Rapport NA VO-werk groep concludeert: technische wetenschappen na -j de oorlog fs het mogelijk en wen- VQH selijk in Europa een onafhanke- V UA1 ^^SLCUt-IllAC lijk internationaal instituut voor wetenschap en techniek te stich ten. Een dergelijke instelling kan voldoen aan de groeiende behoef te aan creatieve geleerden, die uitstekende beroepskwaliteiten paren aan een brede opleiding, ervaring en openheid van visie, kwaliteiten die in een internatio naal milieu tot ontplooiing kun nen komen en die steeds belang rijker zullen worden naarmate de economische en politieke eenheid van het Westen groeit. Een in ternationale instelling zou boven dien, niet gebonden als zij is door nationale tradities, een stimulans kunnen zijoi voor bestaande uni versitaire instellingen en de elite op technisch gebied, die met de toename van het aantal studenten in het gedrang dreigt te komen, nieuwe kansen kunnen bieden. Dat zijn enkele van de belangrijk ste conclusies van een rapport dat een op last van de N.A.V.O. in 1961 gestichte werkgroep heeft gepubli ceerd. De leden, vooraanstaande ge leerden op technisch-wetenschappe- lijk gebied kwamen onder voorzit terschap van de Amerikaan James R. Killian jr.. die technisch advi seur van oud-president Eisenhower is geweest, tot de eensgezinde over tuiging dat een verantwoorde tech nische ontwikkeling in Europa het best gediend is bij een internatio naal instituut, dat onafhankelijk bestaande instellingen van hoger (Van onze onderwysredactie) derwijs werkt. Bij de overwegingen heeft tevens een rol gespeeld de ze kerheid dat in de V.S. de mening begint post te vatten, dat ie Euro pese instellingenhoewel van rijke traditie, niet (meer) in staat zijn het allerbeste te evenaren van wat Amerika op technisch terrein pres teert. Van Nederlandse zijde heeft prof. dr. H. B. G. Casimir. hoofd van de re- search-laboratoria van Philips aan het rapport meegewerkt. Hij heeft in een toelichting op de stu die enkele achtergronden en de voorge schiedenis belicht. Zó is. er indertijd reeds een commissie-Armand geweest, die tot een soortgelijke conclusie kwam als de NAVO-werkgroep, zonder even wel concrete voorstellen te formuleren. Het huidige rapport komt daar wel mee, al moeten de voorstellen, zóals prof. Ca simir het uitdrukte, in zekere zin als wensdromen beschouwd worden. De sa menstellers van het rapport achten hel bepaald niet onmogelijk, deze wensdro men te verwezenlijken, mits men de lan delijke problemen maar te boven kan komen. De betekenis van een internatio naal instituut is moeilijk te schatten, p zelfs al zou het voorshands niet zo veel afgestudeerden afleveren; het zou in ie der geval mensen helpen vormen di( hebben op de overigens defensie-ontwikkeling ontstaat, al zullen eventuele resultaten van wetenschappe lijk onderzoek uiteraard de industrie en dus ook de defensieindustrie van dienst kunnen zijn. Plaats Waar het rapport zich slechts heeft ingelaten met theoretische overwegin gen kon een zo concrete vraag als de plaats van vestiging slechts suggesties opleveren. Er is een aantal voorwaar den opgesomd waaraan een vestigings plaats moet voldoen. De werkgroep meent dat een centrale ligging voor een instelling met een dik wijls wisselende bevolking noodzakelijk is. Bovendien kan een bestaande univer siteit en met name haar bibliotheek goe de diensten bewijzen, een „culturele rimboe" zoals prof. Casimir zei, komt al evenmin in aanmerking. Het liefst zou men niet te ver verwijderd van belang rijke industrieën neerstrijken. Van de plaatsen die genoemd zijn vermelden wij Turijn, de streek Freiburg-Straats- burg (vrij hoog genoteerd). Luxemburg, Brussel, Londen en tenslotte het dichtst bij huis het gebied Aken-Luik-Maas tricht. Als een mens aan het eind van zijn latijn is en alle lichten zijn gedoofd, wordt een wonder iverkelijJcheid: God komt zich openbaren en Hij zet de mens heel simpel aan het werk. Elia ondervindt het. Voor hem staat geen enkele deur meer op een kier. Maar dan krijgt hij drie opdrachten. Deze man, die eerst door God van zijn totale nietigheid is overtuigd, moet twee koningen en een profeet zijn opvolger gaan zalven. Dat is alles bij elkaar nogal wat! Kan dat dan zomaar? Zegt God dan verder niets tot Elia, toch Zijn afgezant bij het volk, dat zich van God steeds meer afkeert? Hoe moet het dan met al die bezwaren van Elia? God laat hem niet in het donker zitten! Aan het eind van Zijn toespraak tot de profeet verlost God Elia van de waan, dat hij de enige is, die in het hele land God dient en voor Zijn zaak werkt. „Ik zal", zegt God, „in Ieraël zevenduizend overlaten, alle knieën, die zich niet ge bogen hebben voor de Baal, en elke mond, die hem niet heeft gekust." Het is, of God tot Elia wil zeggen: kom toch tot uzelf, denk toch vooral niet, dat Mijn zaak afhangt van u, Ik heb in dit land méér kinderen. Maar ook: nu moet het uit zijn met die klaagzang, nu weer aan het werk. En dat met de troost, dat er in uw land, in uw omgeving, mensen zijn, die bidden, die achter u staan en die de zaak van Mijn Koninkrijk met hun hart zijn toegedaan! i de onderscheide- Vijf centra Knutselaars lijmen met VELPON van Ceta-Bever Beroepingswerk NED. HERV. KERK Aangenomen naar Brielle (toezi): W. S. Duvekot te Zonnemaire; naar Foud- gum ca.: J. J. Winckel te Vorchten. Hal- j. Wolven te Urk: te Vianen: N. Schelhaas, kand. te Amsterdam. Nieuw symbool voor de epilepsie De federatie voor epilepsie-bestrijding, de coördinerende or ganisatie voor alle stichtingen, verenigin gen, enz. in Nederland heeft een symbool la ten onwerpen. dat voortaan gebezigd zal worden bij alle publicaties van de federatiz. met name ook bij de voorlichting over de epilepsie* die in de komende tijd ge- intesiveerd zal worden. Het embleem is een gestyleerde af leiding van een van de voor epilepsie meest karakteristieke beelden uit de electronencephalogram, de curve die de elektrische activiteit van de her senen weergeeft. Het embleem wil tegelijkertijd tot uitdrukking bren gen: de epilepsie (de piek of de spits) cn de strijd tegen de epilepsie „de koepel". Een schatting voor Nederland van 60.000 epilepsie-patiënten acht men een begin Een nieuwe Duitse organisatie gaat een grote actie voor het gebed beginnen. De oniangs gestichte „Evangelische Werbung Vocamus" wil het volgend jaar in alle be langrijke kranten en tijdschriften advertenties plaatsen om de lezers op te wekken het gebed niet te vergeten. De actie wil de Duitsers op het hart drukken dat het gebed nog altijd een kracht is die niet vergeten mag worden. De advertenties zullen de lezers op wekken om een briefkaart te zenden voor een gratis brochure, waarin prac- tische wenken voor het gebed worden gegeven. „Vocamus" wil zich trouwens hele maal wijden aan de kerkelijke publici teit in de landelijke en plaatselijke pers. „«-p...,,»,,. ...-De actie wil publicistisch materiaal en thans al'f laag. Een hoger precen- advertentieteksten opstellen voor plaat- n c selijk gebruik en een katalogus aanleg- u J! S if i Sen- waaruit mensen dus bepaald ma- bevoïkmg zal volgens deskundigen teriaal kunnen kiezen. Voor grote pro- eerder met de werkelijkheid overeen- vinciale en landelijke acties stelt Vo- komen. camus vakmensen op publicistisch ge- Advertenties voor gebed Inllchtlnoen: uw reisbureau en het OOSTENRIJKS TOERISTENVERKEERS BUREAU Vy Rokln 16, Amsterdam. Telefoon: 62188. Hoofdinspecteur volksgezondheid Het stelsel van overheidsvoor- voorschriften fluitend te maken, aldus iF, de heer Kruysse. r-™- bUjJ"»" schriften voor wat betrett net vensmiddelen. die t blijken le- jarenlang heeft toezicht op levensmiddelen is he-1 toegestaan, plotseling niet veilig te zijn. i u i In dit verband noemde hij de haring- laas niet geheel sluitend. Sommi- worm jn de groene haring De heer ge overtredingen van de waren wet of de vleeskeuringswet wor den niet geconstateerd en er ko men nog regelmatig gevallen van voedselvergiftiging voor. Deze woorden sprak de hoofdinspec teur van de volksgezondheid, de heer A. Kruysse. gisteren in een rede die hij hield tijdens het tweedaagse con gres „Goed en kwaad in de voeding van morgen", dat in Den Bosch is ge houden. He overheid tracht haar systeem van Kruysse meent, dat de warenwet in de toekomst niet alleen gebruikt zal moe ten worden in negatieve zin. ter voor koming van bijvoorbeeld vergiftiging, maar ook in positieve zin ter verbete ring van de voeding. Tijdens een forumgesprek C. den Hartog nog op goed zou zijn speciaal voedsel jaarden In de handel tc brengen. Vol gens hem eten bejaarden vaak te een zijdig. In dit verband noemde hij het veelzeggend, dat de scheurbulkpatiën- bied ter beschikking. Dit alles is het ge volg van een conferentie die onlangs in een vormingsinstituut in Tutzing werd gehouden en waar vertegenwoordigers uit geheel West-Duitsland bijeen waren. In een theologisch referaat had ds. Helmut Hild uit Frankfurt am Mam er op gewezen dat de kerk in de huidige situatie gedwongen is om moderne pu blicistische middelen te gebruiken en de advertentiemogelijkh :den uit te bui ten. De kerk moet de aandacht trek ken. interesse wekken en de mensen uitnodigen", meende deze predikant. „Juist in onze tijd. nu zovele stemmen de mensen toeschreeuwen, moet een juist gebruik van de advertentiemogelijk- In dc huidige kerkelijke situatie kan een advertentiecampagne de weg naar de kerk vergemakkelijken voor vele mensen die op het ogenblik drempel vrees hebben. Deze predikant waar schuwde voor een onwaarachtige cam pagne, die de mensen een verkeerd beeld voor ogen zou houden, maar meende dat een campagne gegrond op de waar heid, een prachtig hulpmiddel zou zijn. Hulp aangeboden De tweede spreker was de Duitse re clamespecialist Herbert Liebenan die vooral bekend is geworden door een se rie in het tijdschrift „Bild" over het thema „Ieder van ons heeft een vol konto aan liefde". Hij riep de kerk toe de hulp die specialisten de kerk willen bieden te aanvaarden „Wij willen de in gedommelde christenen wakker schud den". zei Liebenau. „Wij willen de ho pelozen, de teleurgestelden, de ontmoe digden opnieuw aan het denken zetten. De opdracht van een dergelijke reclame campagne eindigt bij de kerkdeur. Een dergelijke actie moet geen Woordver kondiging zijn, maar de weg er toe bereiden en kan bij de nazorg enorme steun bieden. Zoals men weet heeft de Neder landse Hervormde Kerk indertijd bij de kerkbouwactie een grote landelij ke reclamecampagne opgezet. Deze richtte zich echter niet in de eerste plaats tot de rand- en buitenkerkelij- m hen weer naar de kerk te ha len. maar tot de leden van de kerk verantwoordelijkheid voor de toe komst te aanvaarden. Over een cam pagne in de zin van deze Duitse Vo- camus-actie is wel eens door publi cistische specialisten gesproken, maar dergelijke actie is nog nimmer op grote schaal uitgevoerd. (Advertentie) Bovendien helpt een internationale instelling het potentieel zo hoog Eelijk opvoeren. De middelen voo iternationaal denken moeten we ontwikkelen, zo zei prof. Casimir. Met woorden wordt daar wel aandacht aan geschonken, maar de moeilijkheid is de mensen tot de daad te bewegen. Het rapport beveelt aan, dat het in ternationaal instituut vijf centra zal omvatten, te weten voor toegepaste wiskunde en theoretische fysica, tech nologische proeessen en systemen, terlaal-onderzoek, wetenschappen de aarde en wetenschappen van leven. Bovendien zou er nog een trum voor hogere wetenschapsbeoefe ning moeten komei Het instituut zou geheel ..post-gradua te" moeten zijn en eigen doctors-graden moeten uitreiken. Voorlopig denkt in termen van duizend studenten, academische staf van vierhonderd i duizend wetenschappelijke amb- Open vraag In hoeverre de denkbeelden die het rapport zijn uitgewerkt reeds zijn geaccepteerd blijft een open vraag. Wel is het te verwachten dat het rap port nationale weerstanden zal oproe pen. Zelfs in grote landen denkt men namelijk nog zo vaak plaatselijk, dat is in dit geval met het oog gericht op de belangen van een bepaalde instel ling van hoger onderwijs. Kan men de wetenschap in deze. tijd als vooruit strevend beschouwen, haar beoefena ren demonstreren deze progressivi teit lang niet altijd. Men houdt bij voorbeeld ernstig rekening met ver zet van bestaande universiteiten, die ongaarne hun topfiguren zouden zien vertrekken, en ziet dan over het hoofd dat een enkele instelling onmogelijk een zo grote concurrentie kan vormen en dat de bestaande instellingen pro fijt kunnen hebben van het werk van een internationaal instituut. Anders Hoe de verhouding met andere (tech nische en wetenschappelijke) instellin gen wordt is nauwelijks in het onder zoek betrokken. Men heeft wel contact gehad met de CERN in Genève en ook de relatie tot een te stichten Europese universiteit in Florence is ter sprake gekomen, doch de samenstellers van het rapport zien de opzet van een tech nologisch instituut als wezenlijk anders. Geen stappen van dr. Van Doorne tegen „Lancet" WU vernemen dat dr. H. J. van Doorne te Eindhoven niet van plan is juridische stappen te ondernemen tegen dc redactie van het Eindhovense studentenweekblad In Eindhovense studentenkringen is enige beroering ontstaan rond recente publikaties in het nieuwe studentenblad Lancet, waarvan de redactie voor een deel is samengesteld uit uitgetreden re dactieleden van het studentenblad Bour- gond. Bourgond nam enige tijd geleden r- ,u,_ j de DAF en dit wel (Van onze kerkredactie) De nieuwste statistiek van de Gereformeerde Kerken over het afgelopen jaar (1961) is zojuist ge publiceerd. Het blijkt dat deze kerken dit jaar een groei vertoon den van 1,46 procent. Deze ligt la ger dan vorig jaar (toen 1,60 pro cent), maar toch nog hoger dan de bevolkingsaanwas die 1,43 pro cent bedroeg. Het totaal aantal le den van deze kerken is toegeno men van 724.326 tot 734.918, dus met 10.592 leden. Het aantal ker ken nam toe van 805 tot 811. Vrijwel alle cijfers spreken van groei, zij het vaak een kleine groei. Opmer kelijk is dat ook dit jaar weer ruim vijf miljoen gulden meer werd gecol lecteerd en geschonken dan het vorig jaar. De inkomsten van de kerken groeiden het sterkst, namelijk met on geveer vier en een half miljoen gulden. De diakonieën ontvingen 400.000 gulden er en de zending 200.000 gulden. In 1 werd door de gereformeerde bij drie miljoen gulden aan de zending dreie miljoen gulden aan de zending gegeven, tegen een miljoen voor evan gelisatiewerk. De bijdrage aan het evan gelisatiewerk nam slechts met 20.000 gulden toe. Het hogere inkomen komt niet alleen van het groter aantal leden van deze kerken. Ook het bedrag dat per ziel werd gegeven is gestegen en wel vrij i van 53.90 uit de vorige opgave tot 61.35. Dat is een veel grotere (pseudoniem voor prof. H. Nagel), waarin op mededelingen van wijlen Anton Coolen „onthullingen" wor den gedaan over de houding van de heer Van Doorne in de oorlog. Antoh Coolen is hiervoor reeds wegens belediging ver oordeeld. Bij een uitvoerig zuiverings- onderzoek is vastgesteld, dat de heer Van Doorne zich correct heeft gedragen. Deze publikatie in Bourgond viel sa men met het begin van dit jaar gevierde eerste lustrum van het E.S.C. (Eindh. studentencorps), welk corps de heer Van Doorne toen gevraagd had het lidmaatschap van dit porps te willen aanvaarden. Van deze publikatie in een orgaan dat bindingen heeft met het E.S.C. heeft het E.S.C. zich daarop ge distantieerd. Het nieuwe blad Lancet heeft thans de beschuldiging geuit, dat deze distan tiëring het gevolg is geweest van de financiële steun, die de heer Van Doorne zou hebben verleend aan E.S.C. en lustrumviering. Dit laatste nu wordt door E.S.C. en de redactie van Bour gond ten stelligste tegengesproken. Dr. Boekenoogen werd hoogleraar Prof. dr. H. A. Boekenoogen, direc teur van het „Unilever"-Research La boratorium in Vlaardingen. heeft vrij dagmiddag zijn ambt van buitengewoon hoogleraar aanvaard aan de technische hogeschool te Eindhoven met het uit spreken van een rede getiteld „De vang weer opgehaald". In deze rede. waar van de titel is ontleend aan het idioom van de oude oliemolens, gaf prof. Boe kenoogen ccn overzicht van dc ontwik keling der olie- en vetindustrie en var de wetenschap der oliën en vetten, ir het bijzonder in Nederland. Eretentoonstelling prof. W. van den Berg De directeur van de Rijksakademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam, prof. dr. N. R. A. Vroom, heeft vrijdag middag in de grote zaal der akademie de op initiatief van oud-leerlingen ge arrangeerde ere-tentoonstelling van wer ken van de oud-directeur, prof. Willem van den Berg, geopend. Onder het gehoor van prof. Vroom be vonden zich prof. Van den Berg en vele oud-leerlingen die deze gelegenheid had den aangegrepen voor het houden van een reünie. Ook heeft een aantal oud-leerlingen werken ingezonden, die de expositie completeren. De pianist Willem Andries- sen, een vriend van prof. Van den Berg, gaf aan deze bijeenkomst een feestelijk tintje, door de vertolking van een drie tal werken van Chopin. kOSRAM dan het jaar daarvoor toen dit bedrag steeg van 51.90 tot 53.90. Precies tien jaar geleden werd 32.40 per ziel per jaar gegeven. Dit is niet alleen een opmerkelijk getuigenis van de wil om te offeren, maar tevens van de groeien- de welvaart van ons land. De meest interessante cijfers van de- ze jaarlijkse statistiek zijn steeds weer de uitvoerige gegevens die verstrekt worden over het onderlinge kerkelijke verkeer van en naar de Gereformeerde Kerken. Het blijkt dat over kwamen 3950 leden en vertrokken 2686. Een jaar geleden waren beide getallen respectie- velijk 3657 en 2758. Hieruit blijkt dat het aantal mensen dat zich aangetrok ken voelt tot de Gereformeerde Ker ken toeneemt, terwijl tevens het aantal mensen dat de kerk de rug toekeert of overgaat naar een andere kerk afneemt. Heel opmerkelijk is het verkeer tus sen de Hervormde Kerk en de Gere formeerde Kerken. Er gingen 1151 be lijdende leden van de Hervormde Kerk naar de Gereformeerde Kerken over, terwijl slechts 486 belijdende leden in de andere richting gingen. Daar staat tegenover dat maar liefst 911 gerefor meerde doqpleden hervormd werden, terwijl 618 jongeren van de Hervormde Kerk werden ontvangen door de Geref. Deze cijfers kunnen echter een ver keerde indruk vestigen. Het is alsof de belijdende lidmaten gemakkelijker van hervormd gereformeerd worden, terwijl dc doopleden gemakkelijker van gere formeerd hervormd worden. Bij deze overgangen gaat het echter zeer vaak om gemengde huwelijken. Voor het eerst werd dit jaar medegedeeld dat er 1210 gemengde huwelijken werden gesloten in gereformeerde kerken. Het is opmerkelijk dat een hervormde jongen of meisje eerst in eigen kerk belijdenis schijnt te doen, terwijl omge keerd bij gereformeerden (vooral meis- jes) men, zich als dooplid reeds schijn! aan te sluiten- bij tie kerk van de ver' loofde. Er zit evenwel nog een andere achtergrond achter deze cijfers, name lijk dat doopleden van.een andere kerk met hun huwelijk vaak eerst belijdenis doen in de gereformeerde kerk. Zij wor den dan geboekt als belijdende leden. Het blijkt dat de trek naar de Pink stergemeenten nog steeds sterker is dan omgekeerd. Zes en zestig gerefor meerden vertrokken terwijl slechts vier leden terugkwamen. De werfkracht van de sekten als Jehova's Getuigen en mor- monen schijnt af te nemen. De baptis ten trekken ook nog steeds. Daar gin gen 33 gereformeerden heen, terwijl slechts 6 baptisten overgingen. Ten op zichte van de vrij-evangelischen blijken deze getallen echter volkomen gelijk te zijn; zeven en twintig kwamen en even veel gingen. In totaal kwamen 782 mensen over ..aar de Gereformeerde Kerken die geen enkele kerkelijke achtergrond opgaven. Daarentegen verlieten 516 gereformeer den de kerk totaal. Deze getallen be droegen vorig jaar 659 en 560. De afval verminderde dus enigszins, maar er kwamen kennelijk wel meer onkerkelij- ken over. Winst en verlies Geref. Kerken Van of r Hervormde Kerk Geref. Kerken (vrijgemaakt) Chr. Geref. Kerken R.K. Kerk Evang.Lutherse Kerk ..s... Gereformeerde Gemeenten Baptisten Gemeenten Vrije Evans. Gemeenten Vrije Geref Kerk (Wolvega) Pinkstergemeenten Mormonen, Jeh. Getuisen etc. iGeen kerk (Advertentie) lf@i©fL^ndpasfa Prima en niet duur1! i 743.91, Bozum 164, Fer jr-Nijkerk 423, Oude Bild dijk 283,81. Schiermonnikoog 380. Ureterp ;enzijl 110.73. Aaltcn 2-296.59. Hai >8.475,93 (1961: J 50.617,42). Eén van mijn kleine vriendjes luistert naar de grote naam Godfried. Waarschijnlijk vanwege ene Van Bouillon heeft die naam voor mij altijd een associatie gehad met een stoere strijd bare held. Hoe dan ook, mijn Godfried heeft niets te maken met een ridder zonder vrees of blaam, want hij is niet alleen klein en smal, maar zelfs wat ondermaats. Zijn handen en voeten hebben nog iets baby achtigs. terwijl hij toch al een paar jaar op „grote" school is. Zijn Delfts-blauwe ogen kij ken meestal wat verwonderd de wereld in. Als hij lacht is hij één en al zon, maar als hij boos is trekt hij zijn gladde voorhoofd vol grote mensen-rimpels en lijkt hij op er kwaje dwerg. Soms blijft hij bij ons eten. Zijn hoofd komt dan maar net boven de tafel uit. Het eten smaakt hem meestal wel, maar hij mist de gastronomische inslag van onze kinderen. Het is net alsof hij de mensen, met wie hij aan ta fel zit belangrijker vindt dan het eten zelf. Zijn kobolthoofd draait van de één naar de ander en zijn ogen glijden onderzoekend langs en door ons heen. Bij het weggaan krijg ik altijd een smal stevig handje en dan zegt hij heel ernstig: „dag mevrouw, weer bedankt voor alles". Zijn ogen zeggen er dan bij dat hij het echt meent. Soms heb ik het gevoel, dat zijn geest het als zijn hoofd eigenlijk te groot is voor zijn kleine lijf, maar een andere keer kan ik hem weer wat onnozel vinden voor zijn jaren. Je kunt van hem niet zeggen, dat hij tot het zus- of-zo type behoort, hij is een '.dasse op zichzelf. Boeiend en heel erg lief. Gisteren heeft hij een klein drama veroor zaakt. Hij stapte vuil en modderig bij me bin nen, vrijwel onherkenbaar. Zijn voorhoofd was misvormd door een enorme bult, die eruit zag als een onrijpe en toch al opengesprongen prtiim. Hij zag spierwit, zodat zijn neus een fclein rood vuurtorentje het geheel iets clow- en nesks gaf. Hij huilde niet, maar toch rolden er tranen over zijn wangen. „Godfried, kind wat ïs er gebeurd?", vroeg ik angstig. „Er was een paard", zijn lip trilde, zijn stem werd ijl en dun, „dat paard trapte me". Ik dirigeerde iedereen de kamer uit, legde hem op de bank, belde de dokter en zijn moe der op, maakte natte compressen voor die af zichtelijke uitwas, waarvan het paars steeds dieper werd. Bezorgd keek ik naar mijn kleine grote Godfried, die er bij lag als een verkreu keld ziek aapje. Toen de dokter hem nakeek zei hij streng: „Wel, Godfried, beste vriend, nu geen grapjes meer over een paard hè! Je hebt wel een fijne cocosnoot op je kanis, maar het bestaat niet, dat daar een paard aan te pas gekomen is. Wat is er nu precies gebeurd?" Ik begreep er niets meer van. Geen paard? Ineens borrelde uit de blauwe ogen van God- frièd het begin van een lachje, dat uitgroeide tot Godfrieds typische grote-mensen-lach. Ik hoorde hem zeggen: „O, ik lach me slap, want het was wel een paard en toch ook weer geen paard. Hoe kan dat hè? Nou heel gewoon, ik kreeg een trap van een jongen, die op de rug van een andere jongen paardje speelde." Toen hij met zijn moeder naar huis ging, zei hij zoals gewoonlijk: „Dag mevrouw, weer be dankt voor alles." Hij voegde er peinzend aan toe: „Wat is de Here God toch goed op me ge weest hè?" Ik begreep het verband niet hele maal, want al was het dan maar een „speel- paard." geweest, hij was toch behoorlijk geha vend. Hij scheen mijn onuitgesproken gedachten te volgen, want hij zei: „Ga maar na. het had voor hetzelfde geld. toch ook een echt paard kunnen zijn. nou dan ben ik toch gespaard ge bleven". Met deze zelfbedachte zegen als balsem op zijn gekwetste smoeltje ging hij blij weg. Hij was weer één en al zon en mij zeer dierbaar. Mink van Rijsdijk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 2