L De Vondelherdenking 1937 2| ZONDAGSBLAD DE WERELD' 25 JAAR „Hoewel de grootste dirliter van Nederland, met Dante de grootste dieliter van het Rooms- Katholirisme. behoort Vondel niet, als Dante, tot de allergrootste dichters der wereld. Toch, in één opzicht heeft hy ook onder die allergrootsten geen weerga: in de verbazingwekkende GELEDEN veelzijdigheid, waarmee hij, op een hoog gemiddeld peil van voortreffelijkheid, door middel van alle of nagenoeg alle bestaande vormen van dichtkunst, een hele wereld, van haar omvottendste gehelen tot haar kleinste bijzonderheden, in zijn werk opgenomen en aan vaardend of afwerend tot uitdrukking heeft gebracht." door PROF. DR P. N. VAN EYCK Algemeen Handelsblad, pag. 10 G. PUCHINGER „Hel wezenlijke ligt in de volmaakte smakeloosheid. Zij proeft als bron water Men heeft alleen de sensatie, dat het laaft, dat men altijd wel zou willen doordrinken. Het is deze zeggen, omdat alles bij hem zoo vanzelfsprekend is als water en lucht. Heerlijk! maar wie kan cr iets over zeggen, dat geen banaliteit is, en geen nonsens? PROF DR. C GERRETSON Utrechtsch Dagblad, Vondel-Bijlage, pag. 1 13 November 1937 Vondel, wiens driehon- derdvijftigste geboortedag (17 november 1587) vijfen twintig jaar geleden op waarlik nationaal niveau herdacht werd Vondels grootheid is gelegen in z ij n uniekheid temidden van zoveel schitte ring! Aan Vondel denkend, vraagt men zich soms af: hoe komt het dat er momen ten in de cultuurgeschiede nis zijn, dat zovelen elkaar in een zelfde eeuw ontmoe ten, om luister bij te zetten aan een eeuw die reeds van rijkdom overladen lijkt? De rijkdom van de Zeven tiende Eeuw! Revius, Hooft en Bredero in de letterkunde; Hendrick de Keyzer en Jacob van Kampen in de mo numentale kunst; Christiaan Huy- gens. Swammerdam en Van Leeu- wenhoeck; Hugo de Groot en Swee- linck; het is ons soms of an dere eeuwen in ons land van armoe omkomen, vergeleken bij deze namenrij, van mannen die stuk voor stuk de wetenschappen blijven bezig houden, wier kunst en wetenschap ons als evenveel werelden voorkomen, maar die allen tezamen hun eeuw hebben gemaakt tot de Gouden Eeuw. In die eeuw leefde Vondel, en temidden van hen die wij reeds boemden, heeft zijn naam een igen klank behouden! Is het desondanks waar wat P. N. van Eyck, de scherpzinnig ste en in ieder geval diepste literaire analyticus van deze eeuw in Nederland, heeft gezegd: dat Vondel binnen de eigenschappen- kring van ons Nederlandse volk niet populair kón worden omdat hij te weinig huisbakken, te wei nig alledaags, gewoon en simpel In ieder geval is hem geen plaats binnen onze volkscultuur toegekend als in Duitsland aan Goethe, in Engeland aan Shake speare. Er is jjltijd een besluit" voor nodig om Vondel te gaan zien, zowel bij de toneelliefheb bers als bij het letterminnend pu bliek! Ster bleef stralen En toch, Cats, Tollens en Beets, eens de werkelijk populaire dich ters bij uitnemendheid, verbleek ten met de jaren aan de trans; Vondels ster. schoon veraf, bleef stralen, en men herkent hem al tijd, wanneer men zijn licht eens heeft opgevangen! Het is waar, niemand kan Von del leren lief hebben, zonder enige concentratie, zonder op hem ge wezen te zijn; maar wié eenmaal Vondels taalschat heeft ontdekt en geproefd, herkent overal in zijn werk de warme, diep menselijke k'.ank van zijn stem. een klank die als vanzelf weerklank vindt in het menselijk gemoed van de lezer die zich zelf in Vondel heeft terugherkend: ook over de eeu wen heen kunnen wij begrijpen hij zich verheugde, waarop hij trots was. waarover hij zich ver toornde, waarom hij leed. tot Wie hij bad, waarop hij hoopte. Vondels autodidactenbrein om vatte de actuele politiek van zijn dagen, zo binnenslands als bui tenslands. de geschiedenis van zijn vaderlapd en de Kerk. de wijsbegeerte en de moraal van zijn eeuw. Hij confronteerde ons met ontzaggelijke ernst met de Bijbel en de Klassieken, op een wijze die in onze tijd nauwelijks meer bij énige schrijver gecom bineerd voorkomt. Maar ook is daar zijn „Rome-vaart", zijn fel le partijdigheid en emotie aan gaande Rome. Erasmus De aanvang van één zijner ge beden, wanneer Vondel in 1621 zelf langdurig ziek is: „Gij, die de ziekte kweekt, en doet ze weer verdwijnen. Aanziet een Christenhert, bele gerd met veel pijnen: O Vader alles troosts! Gij weet en ik beken, Dat ik een aarden vat, en broos van stoffe ben". Bij het sterven van zijn vrouw in 1635: „Marie, al laat gij mij alleen. Uw vriendschap, uw gedienstig- heên. Staan eeuwig in mijn hart ge schreven. Hoe veer dees voeten mochten dwalen. 'k Zal derwaarts mijn bedrukt gezicht, Noch slaan, daar voor het rij- send licht, Uw bleecke star ging onderda- Het gedicht dat hij schreef over het eeuwig leven, toen hij reeds heel oud was: „Wanneer dit tijdlijk leven endt. Begint het endelooze lpven, Bij God en Engelen bekend, En Zaligen alleen gegeven." Daar zit de Godheid op den troon, In 't middenpunt van alle ronden. Dat overal, en enig schoon. Nooit zijnen omvang heeft ge vonden." Of, om een minder bekend vers te noemen, over zijn laat ste hoop, het vers dat al evenzo direct ,,in het gehoor" ligt: „Wij verwachten met gebeden Eenen bloemhof, milt van geur, Rijck door zijn verscheidenheden Van gedaente en levend kleur; Een banket voor keurige oogen; Een muzykfeest voor 't gehoor. Als de ziel, om hoogh getogen. Naer de woleken vaert deur 't Die nu boeckekamers zoecken Vinden dan, in een trezoor, In een eenigh boeck, vol boecken. Wat ze oit zochten na en voor: Al den dichtbergh in één dichter. Keur van stof, en keur van maet. Kort of langer, zwaer of lichter. En gepast op ieders staet." Vondelfeesten 1937 Schijnbaar viel dc Vondelher denking van vijfentwintig jaar ge leden in een ongunstige tijd: de crisis der dertiger jaren. Maar m werkelijkheid kon juist gedu rende die herdenking de vrucht geoogst worden van de vele Von delstudie der toen afgelopen vijf entwintig jaren. De Prins onzer Dichters is nim mer zonder lezers geweest, maar in het kwart eeuw vóór de Von delherdenking 1937 heeft een uit zonderlijk ijverige en toegewijde geleerdenschaar aan Vondel ge arbeid. Albert Verwey. Simons, De Klerk, Gerard Brom en Molkenboer, om slechts enkelen te noemen van hen die reeds lang zijn heengegaan, hadden zich een leven lang aan de Von delstudie gegeven, en de nog in leven zijnde geleerden hebben bij de Vondelfeesten 1937 niet nage laten bij jong en oud Vondel te vieren cn bekend te maken. Ook niet-literatoren als de Am sterdamse burgemeester W. de Vlugt en de minister van onder wijs, kunsten en wetenschappen J. R. Slotemaker de Bruine heb ben hun persoon ten volle inge zet om de Vondelfeesten in Am sterdam en in het gehele land te doen slagen. Men mag met enig recht zeggen dat mede daardoor bijna de ge hele schoolgaande jeugd bereikt werd; menigeen die nu veertig of dertig jaar is, zal zich weten te herinneren dat op de school Vondel herdacht werd! Gedurende het gehele jaar 1937 werd Vondel overal in den lande herdacht, maar in de geboorte maand november was met name Amsterdam het centrum der her denking. Eén figuur mag daarbij met grote ere worden genoemd. Het is de thans overleden Nijmeegse hoogleraar B. H. Molkenboer O.P. Het is juist hier weer te geven wat in het officiële Gedenkboek van de Vondelherdenking over hem vermeld staat: PROF. B. H. MOLKENBOER O.P. „De ziel van het Nationale co mité en tevens een der invloed rijkste leden van het Amster damse comité, is zonder twijfel Prof. Molkenboer geweest. Sinds Juni 1935. toen hij de wensche- lijkheid eener Vondelviering in 1937 voor de eerste maal in het publiek, namelijk in een vergade- mg van de Violier ter sprake bracht, is hij onvermoeid bezig geweest met de voorbereiding en bevordering der nationale herden king. Hij deed dat met on uitputtelijk enthousiasme, gedra gen door zijn uitgebreide, diep gaande kennis omtrent Vondel, diens leven en werken. Vondel is het speciale studievak dat Prof. Molkenboer sinds verschei dene jaren aan de R.K. Universi teit te Nijmegen doceert, eerst als lector en sinds 1933 als buitenge woon hoogleraar Op den 24en October van dat jaar aanvaard de hij zijn ambt met een rede. getiteld: ..Het Rhythme van de Vondelwaardeering' Dp ..vliegende" Vondelprofessor is hij schertsend en kenschetsend genoemd, zóó als hij in den loop van het herdenkingsjaar het gehee- le land doorsnelde, van Noord naar Zuid. van Oost naar West. om overal, zelfs over de grenzen. Vondel te brengen. JOOST VAN DEN VONDEL Op het lijstje van spreekbeur ten, welke hij vervulde, komen er een 50-tal voor, waarvan enige in het buitenland; in België: Brussel, Antwerpen, Gent, Kort- njk. Hasselt en Aalst; in Duitsch- land: Keulen en Osnabruck; in Frankrijk: Parijs; in Italië: Ro me." (pag. 34) Overal werd Vondel „gevierd": met uitgaven zijner werken, met tentoonstellingen, met opvoering zijner toneelstukken, met rede voeringen en artikelen. Bij dat alles spande Amster dam. de stad waar Vondel zoveel jaren werkte en dichtte, waar hij ten slotte stierf en in de Nieu we Kerk aan de Dam begraven werd. de kroon. Daar waren in die maand No vember ter ere van Vondel decla matiewedstrijden op de scholen, fakkeloptochten, onthullingen van een gedenksteen, de kranslegging aan zijn graf. erepromoties aan de Amsterdamse Universiteit en een groots Vondelcongres, en niet te vergeten de uitgave van het Gedenkboek van de Vondelherden king 1937, dat in 1938 verscheen. Op maandag 15 november 1937 vond in de aula der Amsterdam se Universieit de uitreiking plaats van zeven eredoctoraten aan buitenlanders en Nederlan ders die zich voor de Vondelwe tenschap verdienstelijk hadden gemaakt: Georges Duhamel, prof. dr. Th. Frings. Sir Herbert Grierson, C. R. de Klerk. prof. dr. B. H. Molkenboer. prof. dr J D Du Toit en prof. dr Aug. Vermeylen. De hoogleraren A. A. Verdenius, N. A. Donkersloot en J. H. Scholte traden als erepro- motors op. Daarnaast mogen genoemd worden de redevoeringen van prof. dr. H. Brugmans. Anton van Duinkerken, Geerten Gos- saert, dr. P C. Boutens. D. A. M Binnendijk, dr. E. Boekman daaraan toevoegen zijn liefde Oranje en Amsterdam, zijn be schrijving zowel van koophandel als praedestinatieleer, van gezag en van vrijheid, van huwelijksge luk én van oppositiedrang. waaruit ons beurtelings menselijke afkeer en Christelijke liefde tegemoet ko men, dan verstaan wij dat hij één der weinige Nederlanders is ge weest die het uiteindelijk in aan dacht gewonnen heeft van èlle andere dichters Er zijn typeringen van Vondel, soms niet eens erg bekende, die men. eens gelezen, nooit meer vergeet. Zijn geboortestad Keulen heeft Vondel genoemd: „Een stad vol volks, vol kloosters en vol ker- Iliermee is niet alleen Keulen van die eeuw raak getypeerd, maar ook hoé Vondel de wereld zag, wat hij zag en waarnaar hij zijn geboortestad beoordeelde. Reeds één zo n regel is geheel conform het levenspatroon van Vondel, waarvan Albert Verwey tegen liet einde van een leven Vondelstudie schreef: „Vondels vroomheid was zijn innigste en wezenlijkste schoonheidsgraad" wij zullen het ons door deze grote humanistische dichter-geleerde wél laten gezeggen! Er zijn fragmenten van zijn verzen die een ieder kan verstaan, waarvan de schoonheid direct het hart treft, ook in slechts enkele De wereld van de Islam in onze tijd, onder redactie van prof. dr. R. Paret. Uitgave Het Wereldven ster, Baarn. NIEUWE BOEKEN voor u besproken colleges gegeven onder de li- tel ..Problemen van de landen van de Islam". Specialisten onderwier pen dit veelzijdige onderwerp aan een dermate deskundige en uitge breide beschouwing, dat men er goed aan gedaan heeft de lezingen te bundelen en in boekvorm uit te geven In de reeks „Boeken van vandaag' heeft „Het wereldven ster" een Nederlandse vertaling ge geven. die slechts op ondergeschik te punten afwijkt van het origineel In de opzet om een zo deskundig en volledig mogelijk beeld te geven van wat er zich op het ogenblik in de Islamitische wereld afspeelt is de samensteller van de bundel goed geslaagd, al zijn enkele van de twaalf bijdragen van dien aard. dat ze alleen de geïnteresseerde en ontwikkelde leek zullen kunnen boeien. De belangwekkende bijdra ge van de Nederlandse kenner der Islamitische landen. D. van der Meulen. over de politieke toestan den in de Islamitische wereld laai zich daarentegen lezen als een reis verslag. Geleerde® van naam be handelen onder meer de genees kundige. godsdienstige en sociale problemen, die het gevolg zijn van de ingrijpende veranderingen, wel ke zich in het gebied, waar de Is lam van oudsher de nationale gods dienst is geweest, voltrekken. Wijsheid en schoonheid van India, door H. van Praag. Uit gave W. dc Haan Standaard Boekhandel, Zeist-Antwerpcn. Wie 4000 jaar oude en 400 miljoen inwoners tellende In dia, zonder daarvoor omvangrijke boeken te hoeven doornemen, moet eens denken aan deze Phoe- nixpocket. Het gaat in dit boekje niet om een min of meer popu laire reisbeschrijving, maar om volk en cultuur van dit immen se rijk. De pocket bestaat uit twee delen: het eerste doet u nadat u eerst met enige Indische termen vertrouwd bent geraak! doordringen in de verschillen de godsdiensten en denkrichtingen van India. Hel tweede deel, han delend over de cultuur, biedt u een aantal voortreffelijke foto's, waarna de schrijver o.m. de beeidende kunst, de muziek en de literatuur belicht. De toon van deze pocket is naar ons gefoel uit stekend: waar wij vooral bewon dering voor hebben is de manier, waarop de auteur er in geslaagd is zóveel op de hem beschikbart 140 pagina's te vertellen, zonder dat de lezer het gevoel krijgt niet voldoende te worden geïn formeerd. Luitenant Kennedy, door Ro bert f. Donovan. Uitgave N.V. Kon. Uitgeverij Erven J. J. TUI. Zwolle. Ondanks dat Robert J. Donovan zeer nauwgezet te werk is gegaan hij maakte een reis door het Stille Zuidzee-gebied en bezocht bij zijn naspeuringen ook Japan is „Luitenant Kennedy", dat de oorlogsbelevenissen van de Ameri kaanse president verhaalt, een op pervlakkig boek geworden. Men leert Kennedy kennen als een flinke jonge officier, die wel wat voor zijn mannen overhad. Een be paald markante indruk heeft de schrijver echter niet weten op te wekken Men kan lezen, dat Ken nedy er op stond, dat de beman ning van zijn patrouilleboot aan tafel al was het nog zo warm althans een onderbroek aan had en dat hij niet aan de algemene ver guizing van Chamberlains Mün- chenpolitiek wilde meedoen. Van Kennedy leest men verdei ondanks de kennelijke verering van Donovan enkele staaltjes ..vriendjespolitiek". Het is alle maal niet onaardig en voor de Ken- nedyfans ongetwijfeld leuk dat het boek nu ook in het Nederlands is verschenen, maar voor ons had Berend Berends dc moeite van het vertalen niet behoeven te doen. ZATERDAG 10 NOVEMBER 1962 Proefballon vernchijnt elke veertien dagen in f hel zondagsblad. voor iedere geaccep- t leerde imzemdlng is er i een posltrlssel. slnar (m.r.p.J toto'*. tekeningen, gedichten verhalen, commentaren, J ideeën ol §rat je nag t meer hebt naar de re- daklie ..Ruimte voor t ons" ran deze krant. en prof. dr. J. R. Slotemaker de Buitengewoon waardevol, om de stand der wetenschap om trent Vondel te peilen, was het Vondelcongres op 18 en 19 no vember in de Amsterdamse uni versiteit, waar geleerden als Mol kenboer, Muls, Jan Romein, De Klerk en W. A. P. Smit het woord voerden In zijn openingswoord merkte de minister van onderwijs, prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine onder meer op: „Wij zijn altoos rijker dan wijzelf weten, omdat zoveel ongeweten geestes-schat- ten sluimeren in een volk. Maar ongeweten rijkdom staat met ge weten armoede gelijk. En het is goed meer: het is verheven, dat de sluimerende schatten wor den gewekt en dat zij oprijzen". Nóg moet genoemd worden de redevoering die Geerten Gossaert hield in de Nieuwe Kerk te Am sterdam, een redevoering die ook vandaag de herlezing ten volle waard is door zijn taal, composi tie en inhoud en de discussie die deze rede heeft veroorzaakt. En ten slotte, voor hen die zich afvragen of Vondel óns nog iets te zeggen heeft, enkele versre gels. die dr. C. R. de Klerk van Vondel op het Vondelcongres ci- Wat zijn vele Nederlanders In hun letterwijsheid anders Dan een veder, uit de wieck Van een grijs Romein of Grieck? En den ouden tijd getogen? Wat van verre komt gevlogen, Wordt hier wonderlijck onthaelt. Wie met anders vonden praelt. Laet zich duncken. 't is zijn Onze schrijfgedachten neigen. Wilt te weiden buiten duin. Kruiden in eens anders tuin; Poelen, velden, en moerassen Over menige eeuw gewassen, Geven aengenamer geur Dan het groen van moeders deur. Kies op 't vreemt en afgesleten, Wy de nieuwe draght vergeten. En verzuimen aen den haert 't Geen ten spiegel dient be- Regels als deze tonen ons Von del ook vandaag m zijn satiri sche kracht, die echter nimmer werd ingezet dan tot versterking van dc nationale geest, bovenal van het Christelijk geloof, al heeft Vondel wellicht mede daar door zwaar pacht betaald aan de in ons land ook in die jaren felle partijstrijd. Maar de wijze waarop hij zulks de gloed van zijn taal verheid van zijn gemoed, hebben veroorzaakt dat de prinselijke adel van zijn dichterschap in al le eeuwen erkenning vond. En dat men aan dit dichter schap in 1937 nationale aandacht heeft geschonken. voorgegaan door een generatie van geleerden die Vondel grondig had bestu deerd, veroorzaakte dat de vruch ten dier herdenking ook vandaag nog geplukt kunnen worden door diegenen die de vele redevoeringen naslaan die vijfentwintig jaar ge leden gehouden zijn. Wij denken daarbij aan hetgeen P. N. van Eyck een vijfentwin tig jaar geleden schreef: „Al zal ook dc toekomst hem bij dc in zulke dingen weinig veranderende menigte niet veel populairder ma ken dan hij tot nu toe is geweest, allicht brengt dc viering althans een deel van zijn volksgenoten cr toe. Vondel niet alleen met de lippen als onze grootste (dat is lezenswaardstc) dichter te erken nen. maar hem werkelijk, op nieuw of voor het eerst, en volop, tc lezen, tc bestuderen, te be- relemaebos, de zoon van Odys seus, door D. A. Cramer-Schaap Uitgave Hollandia N.V., Baarn. We hebben hier te maken met :n „geromantiseerd" verhaal, in de schrijfster een episode uit de Odyssee van Horperus op nieuw vertelt. Het boek nande.t over de periode vóór cn kort na de terugkeer van Odysseus, dc verloren gewaande vader van Te- lemachos. Odysseus, de echtge noot van Penelope, was koning van het eiland Ithaka. Hij zwierl 20 jaar rond, voordat hij (als be delaar vermomd) naar huis terug keerde. Daar had Penelope al die tijd de „vr.jende" jonkers aan dt praat gehouden door te zeggen dat zij eerst het lijkkleed «'ar haar schoonvader moest afmaken voordat zij met een van hen zon trouwen. Zij haalde 's nacnts ui: wat zij overdag had geweven He- was vooral Telemachos, die blce> geloven dat zijn vader nog in 'c ven was. Op raad van de godn Pallas Athene trok hij cr op ui om nieuws over zijn vader in u winnen. Inderdaad vernam hij dat Odysseus nog moest leven. Op Ithaka teruggekeerd werd hij cp nieuw door de jonkers belangd De terugkeer van zijn vadfi bracht echter redding. Samen me: Odysseus doodde Telemachos ce jonkers, die Penelope een nieuw huwelijk wilden opdringen. Me vrouw Cramer-Schaap maakte cr een levendig verhaal van. Friso Henstra zorgde voor passende il lustraties. want soms moeten we heel stil zijn om onszelf te herinneren want soms moeten we onze ogen dichtdoen om onszelf niet te vergeten luister dan naar jezelf en fluister want je bestaan zal je vergeten k\jk dan en teken jezelf in de wolken want de tijd zal je ogen verdrinken die je vergat INEKE GROOTVELD Den Haag) Mijn blinde dochter Zwanger van een nieuw jaargetijde, groen worden, je weet het de kat is weggelopen zijn mand is koud. je ziet met je oren de vogels op de schuur zit een duif hij koert, in het gras zijn mussen ze vechten. iedere avond langzaam donker worden het sluiten van gordijnen, iedere morgen langzaam licht worden je voeten op het koude zeil. met je handen kijk je naar mijn lichaam spelen je vingers met mijn grijze haar, ik word oud je weet het. JAN GROEN (Den Haag) 3 x PIET Een zeilend Rus raakte in Sneek met boot en al totaal van streek waardoor hij gans in naam althans geen zeerob, maar een walrus bleek Een Vlaamse gaai. die in Moerbeke de Franse spraakkunst had bekeken stierf van verdriet toen hij subiet zeer vloeiend koeterwaals ging spreken. Een vrouw'lijk schaap uit Soerendonk dat onbezorgd jenever dronk is drooggelegd nadat 't terecht het leven aan een oorlam schonk Foto: Chris Stapels E i 0 2 2 IB JQ 8 J. 8 2 L 8 I ER UIT GELICHT L. v. V. (Zwijn- I Idrecht). Jij tekent beter dan je schrijft. J. A. B. iRotter- I dam" Wat het is: poëzie is het niet. 't Zegt niet veel IJ. S. i Rotterdam) Njet. IK.V. (Rotterdam) Je beeld was wel wat geforceerd voor zo n uitgangs- I punt. We zouden I bijna hebben ge zegd: „ook al aan Ide sigaar?", maar we zeggen het niet. N.B. iRotterdam) Mag herhaling dan I de toverkracht van I de reclame zijn, voor gedichten gel- I den iets andere T. K. (Kinder- Idijk). 't Is te ho pen, dat jouw vulling gaan IP. M. iDen Haag) Je gedicht: toe nou, wij houden niet van dat hoge kouwe Je foto's: I hand niet te cli cheren en tech- Inisch niet om te gillen, herfst: be ter. maar t kon I X. Y. Z. Gezakt. maar op het nip pertje. Stuur nog I eens wat. Menen K. van V. (Rot terdam) En dat allemaal met dal I doodgewone baan tje Is 't soms Ieen vervelend baantje Haagse F.eBee. het gaat niet mee. mis- I schien dat Sint er 1 iets aan vindt J. P. (Leiden) I Geef 'm van ka- L. V. (Den Haag) Wij dromen daar Lrr De psycholing Een grinzel te Surhuisterveen is gisteren ontsnapt. Het diertje is vrij slecht ter been doch heeft een fiets gegapt. Zijn durfje vond men, vreemd genoeg, onder een stroel te Aalst. De badman, die men ondervroeg, sprak slechts: Het heeft geraalst. De oorzaak dezer handeling is, zoals men weet, een trauma dat als lammeling bij grinzels vaak optreedt. Doch volgens bladzij 110 van 't laatste boek van Freud is 't beestje slechts een psycholing, dus, dames, kijk goed eut! HANS BOONSTRA (Amsterdam) Kinderen kinderen kennen het geheim dromen om te zetten in daadwerkelijke fantasie. In het struikgewas zoeken ze bomen, in het park voeren ze eenden en denken aan morgen als er kuikens zullen zijn, in een stille hoek van de kamer praten ze tegen iemand, die er niet is, ze drinken zich vol limonade en laten buurmeisjes voor dokter spelen vogels hebben vleugels, zeggen ze omdat de bomen hoog zijn, alleen de ooievaar gebruikt ze om over daken te vliegen. „Glim- schatertjes

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 17