zwar.e .shag zwaar? matador Koningskerk Leiden-Noord: nuttig en bescheiden maar niet zonder karakter en uitdrukking Volgende week de opening Zij heeft het iets meer dat haar tot kerk maakt Leidse Leger des Heils begroette kapiteins NIEUWE LEEDSCHE COURANT 3 VRIJDAG 2 NOVEMBER 1962 EEN kerk behoort een architectonische lofprijzing te zijn, zoals de liturgie dat ook is. Architectuur en liturgie gaan hierin parallel. De architectonische ex pressie is het eerbewijs van de Gemeente aan haar Heer". Dit is een van de vele uitspraken over kerkbouw. Die uitspraken zijn tegen woordig talrijk, want allerwegen wordt over kerkbouw ernstig en diepgaand na- Wie de nieuwe Koningskerk van de Hervormde Gemeente in Leiden-Noord hoek Groenoordstraat-Koningstraat) ziet. zou haast aan het tegendeel kunnen denken, want zij is een simpel gebouw, dat in geen enkel opzicht kan wedijveren met de gashouders, elektriciteitsgebouwen en P.T.T.-centrale in haar onmiddellijke nabijheid. Men zou in haar een illustratie kunnen zien van een overvleugeling van de Kerk door de „wereld", een exponent van een geseculariseerde samenleving. Zaterdagavondgebed in de Bevrijdingskerk Uitgaande van de kerkeraad van de Hervormde wijkgemeente Boshuizerwijk en de wijkrad Zuid-West van de Geref. Kerk zal met ingang van morgen in de Bevrijdingskerk (eind Montgomery- straat) op zaterdag om de veertien dagen weer een gcmeenschappeelijk avondge bed worden gehouden, dat om half 8 be gint. Het eerste is dus morgen. De ker keraden hopen, dat de opwekking om dit korte avondgebed bij te wonen ruime weerklank vindt. Het is een goede voor bereiding van de zondag. Dat is echter een voorstelling die wij niet tot de onze wensen te maken. Zij komt voort uit een misverstand. Wij moeten de waarde van een kerk niet afmeten aan haar monumentaliteit Monumentaliteit kan de lofprijzing, waarover in de genoemde definitie wordt gesproken, zeker bevorderen. Zij is onbetwist een kwaliteit van de archi tectonische verschijning, maar zij heeft ook een uitgesproken kwantitatief as pect: de afmetingen van het gebouw zijn groter dan voor het gebruik nodig Het is een hardnekkige misvatting, dat een kerk, wil zij werkelijk kerk zijn en exclusiviteit vertonen, groots en indrukwekkend moet zijn. Van het „kathedraal-complex" zijn wij nog steeds niet verlost. Concreet: er nog steeds Leidenaars. die een kerk van deze tijd alleen wensen te be oordelen (lees: veroordelen) opvattingen die een Pieters- of Marekerk deden ontstaan. Dat zijn nog eens kerken', zeggen ze dan. Én ze maken er wijde armbewegingen bij, die doen veronderstellen, dat zij het maar een uiterst bedenkelijke zaak vinden, dat de Kerk zo in het ..defensief' is gedrongen. Waar is haar brede en hoge invloed gebleven? Bescheiden in omvang De steden zijn zo groot geworden, dat het nut van het bestaan der wijkge- meenten voor de bevordering van de onderlinge gemeenschap niet meer valt te ontkennen. Deze ontwikkeling heeft vanzelfsprekend ook invloed op de kerk, met name op de afmetingen van de kerk. Geen grote centrale kerken meer. die een Gemeente, tot haar schade, het risico bezorgen dat er steeds méér men sen wegblijven omdat het er nooit ple zierig bezet is en omdat je daar zo kil van wordt maar kerken die behalve ex clusief (want dat zullen ze moeten blij ven!) nuttig, functioneel, desnoods hui selijk, gezellig en warm zijn. De bescheidenheid een persoonlijk maar waarom niet ook een kerkelijk sieraad in omvang behoeft het getui genis naar buiten niet te verflauwen. De kerk moet in haar omgeving een teken zjjn. De economie van de kerk voogdij spreekt mee, maar mag het ka rakter van de kerk niet aantasten. Zij mag de Gemeente niet zomaar een „on derdak" bezorgen. Architect kerkeraad en opdrachtgever hebben tot taak om naast dat onderdak ook dat „surplus" waarmee de kerk haar karakter, haar geestelijke uitdrukking verkrijgt vei lig te stellen. Iemand heeft eens gezegd, dat elk kerkgebouw een unicum is. Kerkbouw in uniforme serie is onmogelijk. Een kerk is een eigen realisering van geestelij ke gegevens en doelstellingen. Dat is wel degelijk ook van toepassing op de klei ne wijkkerk. Zó moet ook de Koningskerk in Leiden-Noord worden bezien. Zij vraagt een beoordeling naar de maat staf en het inzicht van déze tijd en naar de mogelijkheden en wenselijk heden van onze eigen situatie. Interieur van de Koningskerk naar het liturgisch centrum. De door de genuanceerde gele hand vormsteen al levendige aan- dachtswand wordt nog verrijkt met een smeedijzeren figuur, die de wonderbare visvangst voor stelt. Links op het centrum de tafel, in het midden de kansel en rechts de doopvont. Foto's N. van der Horst. Onze situatie. Is zij anders dan dat de Kerk verkeert temidden van een geseculariseerde samenleving? Haar positie is naar menselijke berekening gereduceerd. Er is waarlijk niets op- bouwends te verwachten van een met smartelijke heimweegevoelens terugblikken naar een verleden, waar in haar invloed het gehele bestaan nog doortrok. Die veranderde staat van de Kerk heeft zijn praktische consequenties, zowel in de verkondi ging en de methodiek van de Kerk als in haar bouwprogramma. Dage lijks wordt zij geconfronteerd met de werkelijkheid dat velen zich niet meer door haar laten aanspreken. Zij kan nog „slechts" terugvallen op haar Koning en de boodschap waar mee zij haar omgeving van dienst wil zijn. Majestueuze verheffing en monumentale pronk zijn er in het algemeen niet meer bij - Dienstgebouw Toen dan ook de vraag moest wor den beantwoord, hoe groot de Konings kerk wel zou moeten worden, lag het voor de hand dat de kerkvoogdij het kerkbezoek aan de schoolaula Mamix- straat.. waar al enige jaren dienst wordt gehouden, ging peilen en later als norm aannam, ervan overtuigd zijnde dat een bescheiden grootte van de kerk het resultaat dus van een reëel onderzoek geen afbreuk behoefde te doen aan haar exclusieve bestemming en de uit drukking daarvan. Er zouden 232 vaste zitplaatsen komen, op te voeren met los se stoelen tot ongeveer 325. „Er komen hier niet zoveel woningen meer bij. het bezoek aan de aula wettigt deze omvang en bovendien is de kerk een schakel tus sen de Bethlehemkerk in de Kooi en de Marekerk", luidde de kerkvoogdelijke argumentatie. Geen enkele reden dus om van de Ko ningskerk een architectonisch pronkstuk te maken. Zelfs afgezien van economi sche factoren zou zij slechts beperkt in grootte en eenvoudig, maar waardig en schoon moeten zijn. Een middel om de bewoners van deze wijk, waar velen het contact met de Kerk kwijt zijn en waar de Kerk opnieuw moet gaan dui delijk maken dat haar het verlossende Woord voor de wereld en de enkele mens is toevertrouwd, in gemeenschap t.e brengen met de ongeziene dingen. De Koningskerk is niet méér dan een dienstgebouw voor en van de Koning. Zij is nuttig maar niet nuch ter. Zij heeft in haar uitdrukking dat „iets méér" waardoor zij zich wezen lijk van het utilitaire gebouw onder scheidt. Wie haar binnen en buiten rustig 'en onbevooroordeeld bekijkt, zal komen tot een positieve waarde ring, al hoeft dat niet te betekenen dat geen enkele bedenking zou zijn aan te voeren. De kerk een ontwerp van de ar chitecten G. Hamerpagt en J. de Gruy- ter te Arnhem en gebouwd door de gebr. Den Ouden te Alphen aan den Rjjn heeft een demontabel centrum (verhoogd, preekstoel midden, doopvont rechts, tafel links), zodat, zij ook voor niet-liturgische doeleinden is te gebrui- Een kritische vraag is, waarom de or gelgalerij tegenover het centrum is benut voor een geringe vermeerde ring van het aantal zitplaatsen en de grote zaal in het bijgebouw (80 a 100 zitplaatsen) niet zo is gesitueerd dat zij. indien nodig, bij de kerkruimte had kunnen worden gevoegd. Juist omdat de kerk zelf zo bescheiden is. zou een flexibele wand tussen kerk en zaal Dit is de Koningskerk in Leiden- Noord die volgende week dins dagavond wordt geopend. Kosten: f 350.000 Het geheel kost f 350.000 De kerk voogdij hoopt steun te ontvangen van de overheid (subsidieregeling) en de landelijke Kerkbouwactie. De kerk is 6.5 meter hoog. 12 m breed en 20 m lang. Haar open ijzeren klokkestoel, van de grond af oprijzend, is 16 meter hoog; er komt een antieke klok in, afkomstig uit de Lakenhal. Het wijkcentrum bevat een grote zaal, een kamer voor de kerkeraad, een ver trekje voor de koster, een gang met gar derobes en vele kasten, een spreek- en onderzoekkamer voor een arts (wijkver pleging) en een keuken. Sanitair, ver lichting, vloerbedekking, gordijnen, de kleuren, het houtwerk, het meubilair, de muur- en plafondbehandeling, het alles geeft een moderne en verzorgde indruk. Men kan zich wel afvragen, of een groeiend jeugdwerk hier niet spoedig afscheid zal moeten ïjemen wegens ruimtegebrek. Niet-traditionele vormen van jeugdwerk zullen hier hun vleugels niet kunnen uitslaan. Men zal hebben gedacht, dat daarvoor in Noord nog andere gelegenheden zijn (honken). De muren zijn opgetrokken van twee soorten gele handvormsteen. Men vindt ze terug in het interieur, waar zowel de aandachts- als de orgelwand (tegen over elkaar) niet is gesausd, hetgeen bij alle soberheid de „natuurlijke" leven digheid zeer bevordert. Door in de leng te van de kerk tussen het stoelenplan en het brede zijpad langs de raamzijde enige ijzeren kolommen te plaatsen, voorkwam de architect dat de ruimte een koud zaalkarakter kreeg. In de kerk staan zwarte stoelen. De eventueel bij te zetten stoelen hebben een andere kleur. Preekstoel, doopvont en tafel zijn een ontwerp van de archi tect. Voor de betimmering werden twee edele houtsoorten gebruikt. De vloerbe dekking is van houtgraniet. De vloer het centrum bestaat uit grote te gels van Noors natuursteen. Het licht komt binnen aan de west zijde via grote ramen tot de halve hoog te (daarboven betimmering) en een glas- reep over de gehele lengte van de kerk onder het plafond. Deze reep vindt boven de zandsteenkleurig oostmuur terug. Voorstellingen Tegen de aandachtswand is een smeed ijzeren figuur aangebracht, de wonder bare visvangst voorstellende. Het kruis, als bezegeling, erboven. Niemand zal kunnen vrezen, dat hierdoor de aandacht van het eigenlijke wordt afgetrokken; het zal er juist naartoe leiden. Aan de hui ten ka nt vraagt boven de deur een kleurig reliëf de aandacht Het brengt ons in relatie met de christe lijke ikonografie, waarin de leeuw de evangelist Marcus symboliseert de ade laar Johannes, de mens Matthëus en de stier Lucas. In de voorgevel van de kerk zijn behalve de door ds. Ottevanger ge plaatste steen, die herinnert aan het be- van de bouw, twee voortbrengselen tegelceramiek gemetseld, die onder scheidenlijk de duif, als symbool van de Heilige Geest, en de vis. het Christus symbool, voorstellen. Onder het centrum is de verwarmings kelder (oliestook) met grote bergruimte. Op de galerij moet een orgel komen. Voorlopig wordt de zang aan een sterk harmonium begeleid. De kerk, die door een fraai aange legde tuin wordt omgeven, wordt vol gende week dinsdagavond om half 8 ge opend. Er komt ook een avond voor de wijkbewoners. Ds. P. L. Schoonheim, de consulent van de Marewijk, hoopt zo wel de openingsdienst als de wijkbijeen komst te leiden. Theo 01 of speelde in Leiden Brittens vioolconcert NEEM DAN lichter dan zwaar, pittiger dan halfzwaar. "KT Kerstzegels ook dit jaar weer te koop Het is ccn traditie geworden dat men ter gelegenheid van kerstmis of nieuwjaar cliëntèle, zakenrelaties, vrienden en bekenden een speciale kerstgroet doet toekomen, waarvoor men een speciale kerstzegel gebruikt. De Koninklijke Ne derlandse Centrale Vereniging tot be- ijding van de tuberculose, het over koepelend lichaam van alle op dit ter- werkzame verenigingen, geeft voor 1962 een kerstzegel uit. De Leidse Vereniging tot .bestrijding der tuberculose en de Vereniging tot. be hartiging der belangen van tuberculose patiënten in Nederland, afdeling Leiden, zijn speciaal belast met de verkoop van de zegels in Leiden. De opbrengst komt ten goede aan de Provinciale Zuidhol landse Vereniging tot bestrijding der tuberculose en de Vereniging tot behar tiging der belangen van tuberculose patiënten in Nederland. De prijs van de zegels is 5 cent per stuk en ze zijn verkrijgbaar in boekjes honderd stuks a f5. Reclame aan lichtmasten Het bedrijfsleven toont grote belang stelling voor de mogelijkheid om recla mes aan lichtmasten aan te brengen, zo delen B. en W. van Leiden de gemeente raad mee. Tot nu toe zijn ongeveer zestig huurovereenkomsten gesloten. Bovendien worden met verscheidene gegadigden nog onderhandelingen gevoerd. Naar ge lang van de plaats van de lichtmasten variëren de huurprijzen van f 150,- tot f 400,- per jaar. TT ET tweede abonnementsconcert *-■*- van het Residentie-Orkest, bracht ons behalve een nogal rommelig pro gramma weinig momenten van grote inspirerende muziekvreugde. De volgorde Haydn - Reger - Britten - Dvorak lijkt ons, zeker waar het gaat om de Ballet-Suite van Reger en vier Slavische Dansen van de Boheemse meester, niet bijzonder doordacht. En voorts verwonderde het ons dat het in vorige seizoenen gewoonlijk zo uitnemende orkest thans zo ge woontjes en middelmatig musiceert waarbij Van Otterloo er alleen zo nu en dan in slaagt zijn musici uit deze sleur omhoog te krijgen. Haydns symfonie no. 101, de Klok, naar ons gevoel toch al niet de beste der 12 symfonieën die Haydn voor zijn Engelse reizen schreef, klonk schools en in het langzame deel zelfs vrij slordig Wellicht had het oude uurwerk behoefte aan smeerolie. Gelukkig werden we met Regers Bal let-suite op. 130 enigermate schadeloos gesteld Ook al behoort deze componist der Duitse laat-romantische periode niet tot onze persoonlijke voorkeur, deze op Schumanns Carnaval geïnspireerde en toch in gedurfde harmonieën geschreven suite mist een zekere charme niet. Voor al Colombine, Arlequin en Pierrot et Pierrette bevatten een directe lyriek, die we in veel orgelwerk van Reger tever geefs zoeken. Van Otterloo slaagde er hier gelukkig in het orkest mee te krij gen, zodat een zeer redelijke, fraai ge nuanceerde verklanking volgde. Na de pauze werd dit peil evenwel niet gehandhaafd. In Brittens vioolcon cert toonde het orkest dezelfde aarzeling tegenover de partituur, die ook de solist Theo Olof scheen te besluipen. Dat hij, na enkele jaren geleden reeds Bergs be langwekkende concert hier gespeeld te TT ET Leger des Heils heeft geen ander doel dan mensen ertoe te brengen AA Christus als hun verlosser te aanvaarden. God bedient zich van men sen voor de verkondiging van zijn Evangelie en wij dienen als verkon diger èn als dienaar ons werk te doen. Want wij prediken niet onszelf, maar Cristus Jezus als de Heer. Aldus de nieuwe bevelvoerende officier van het Leidse Leger des Heils, kapiteine F. A. G. de Klark, tijdens de be groetingssamenkomst van gisteravond in de korpszaal. Tevoren had de nieuwe kapiteine E. Berman dankwoorden gesproken voor het hartelijke welkom dat haar en kapiteine De Klark was bereid. „Ik hoop, brd en vertrouw dat God het ons samen zal doen gelukken," volgde kapiteine Berman Een aantal afdelingsvertegenwoordi gers had tevoren welkomstwoorden ge- richt^tof de beide kapiteine?, -die "kapi tein en mevrouw Van Engelen opvol gen. Het kopr zong, de kinderen (onder leiding van sergeant-majoor zuster A. Hanno) hadden een begroetingslied in gestudeerd. volwasesnen verwelkomden eveneens zingend de beide officieren. De korpssergeant maj oor mevr. Stol- te bereidde de officieren erop voor, dal in Leiden een geestelijk en lichamelijk zware taak voor hen ligt. „Doch a; vaard ons. want hiertoe heeft God gezonden." Tot het korps en de overige aanwezigen zei de sergeant-majoor: „Aanvaard uw officieren uit de hand /an God." Korpssecretaris C. Weisz en korpskadet- Subsidiebeleid in Leiden Streeft het college van B en W. naar en zodanige bepaling van het subsidie bedrag, dat er een voldoende prikkel voor de gesubsidieerde instellingen bestaat om met de opvoering van de eigen inkom sten ernst te maken? Meent het college dat dit streven gunstige resultaten heeft? hebben enkele leden van de Leidse raad W gevraagd. Zij antwoorden- een aantal in de loop der jarer vastgestelde subsidieregelingen is de sub sidiemaatstaf zodanig gekozen (een be paald percentage van met name aange- n lasten in het bijzonder salaris lasten c.a.). dat de instellingen in vol doende mate worden gestimuleerd eigen Inkomsten te verwerven. Aangezien in gevallen het subsidie louter afhan kelijk is van bepaalde lasten, zijn de in stellingen in staat over een ruimere armslag te beschikken al naar gelang de eigen inkomsten worden opgevoerd. Ook komt het voor, dat de hoogte van he» subsidie rechtstreeks verband houdt met de vaste eigen inkomsten der instelling B. en W. moeten hieraan evenwel toe- voegen, dat de mogelijkheid tot verwer ving van eigen inkomsten in de gegeven omstandigheden niet in alle gevallen aanwezig is en stellig aan zekere gren zen is gebonden. Op dit punt ligt hel vraagstuk voor de betrokkenen niet anders dan bij de gemeente zelf het Houdt met name dc methode van sub sidiëring op basis van exploitatietekor- liet het gevaar in. dat de gesubst dieerde instellingen geen moeite doen tot vergroting van de eigen middelen' Deze methode van subsidiering houdt Inderdaad dit gevaar In. B. en W. streven er dan ook naar. deze wijze van subsidiëring zoveel mogelijk te vervangen door een. waarbij naar vaste maatstaven wordt gesubsidieerd. Het onderscheid tussen de stijging van het totaal aan subsidies aan instellingen van overwegend particuliere aard en da: aan instellingen van overwegend ge meentelijke aard is in geen geval aan een verschillend subsidiebeleid toe te schrij ven. De stijging wordt voor het grootste deel veroorzaakt door de Leidse Muziek school, een geheel nieuwe inrichting onderwijs, en de Sportstichting. llllilimiiiHU HOOIGRACHT 54 LEIDEN PRINS BERNHARDSTR. SI NOORDWIJ IC tenleidster Van Galen richtten het woord tot de nieuwe kapiteines, waarna de zevenjarige Joke Werverman (Advertentie) LANGE LEDEREN JASSEN zwart en bruin mei schriftelijke garantie 169.- „DE GAZELLE" hebben en daarvoor nog andere heden daagse concerten, thans de moeite geno men heeft dit opus van Engelands meest begaafde componist van deze eeuw in studie te nemen, verdient onze grote waardering. Waarschijnlijk ziet hij meer in het concert van Britten dan wij, want an ders zou hij zich zoveel moeite niet hebben getroost. Vooral het moderato con moto lijkt ons vrij ondankbaar voor het instrument geschreven met die ge wild wrange staccato-dubbelgrepen. De flageoletten-dubbelgrepen aan het slot van dit deel zijn uiterst moeilijk zuiver te realiseren en Olof dolf hier dan ook het onderspit. Trouwens er waren meer passages waarvan hij de viooltechnische pro blemen nog niet helemaal meester leek. Het vivace doet in elk geval wat frisser en natuurlijker aan dan het langdradige en moeizame eerste deel; hier komen wat Strawinsky- achtige synkopen en onverwachte ca priolen het klankbeeld wat opvrolij ken. Doch al spoedig, via een af mattende cadens, belanden we dan in een triest, Sibelius-achtig land schap (of moeten we hier aan de in Engeland zo bewonderde Vaughan Williams denken?), dat ten slotte te recht komt in een wel poëtische be rusting. Berg doet zoiets ook in zijn viool concert via een Bach-citaat doch op meer geraffineerde wijze en met een oorspronkelijkheid van stijl die Britten in 1939 blijkbaar nog niet bezat. De solist ontving geestdriftige bijval en fraaie bloemen bovendien. Na al deze inspanning had het orkest blijkbaar behoefte aan ontspanning en Dvoraks toch al niet zo fijnzinnige Slavische Dansen uit op. 46 dienden daarbij ter verontschuldiging. Wij moe ten echter toch wel vaststellen, dat wij van dit orkest meer verwachten dan van een promenade-orkest in komkommer tijd. Vele toehoorders schenen dit niet temin weinig bezwaarlijk te achten en gaven met geestdrift blijk van hun dankbaarheid. Dr. J. van der Veen hen ieder een bos chrysanten overhan- Hieraa spraken bekeringssergeante Ranselaar en majoor Stofregen (namens de gezinsbond), gevolgd door een toe spraak van kapiteine Berman. „Uit nieuwsgierigheid ben ik bij het Leger gegaan. Later, toen ik voelde dat ik door God was geroepen, zag ik pas hoe on bruikbaar ik vaak voor God was." Kapiteine De Klark vertelde, dat zU in 1925—1931 In Leiden is geweest en dat zU toen als bezoekster de opening de korpszaal aan de Hooigracht had meegemaakt. „De taak van korpsofficier is de mooiste ln het Leger des Hells, zo vol verantwoordelijkheid dat Als moeder uitvalt wat dan In deze weken hangen op verschei dene plaatsen in de stad kleurige affi ches, waarop staat „Als moeder uit- wat dan?" Bijzondere aandacht wordt hiermee gevestigd op het voor meisjes en jonge vrouwen veel voldoe ning gevende beroep van gezinsverzorg- De verzorgster doet alles wat in een goed gezin behoort tot de taak van de huisvrouw, wanneer deze tijdelijk door ziekte of om andere redenen niet in staat is haar plaats in het gezin naar behoren nemen. Haar taak omvat het in stand houden of herstellen van een ge zond gezinsleven Zij dient niet alleen huishoudelijk werk te verrichten en daadwerkelijk hulp bij de opvoeding en zorg voor de kinderen te ver lenen, maar haar taak houdt ook in de oorlichting van de huisvrouw ten aan- ien van haar functie in het gezin. Er is een groot tekort aan gezinsver zorgsters. Een voorbereiding voor dit huishoudelijke beroep met een sociale nslag geven de scholen voor de oplei ding van gezinsverzorgsters, waarvoor de toelatingsleeftijd achttien jaar en maanden is. De opleiding duurt an derhalf jaar, bestaande uit een periode in intemaatsverband van zes maanden en een jaar praktijk in de gezinsverzor ging. In het praktijkjaar ontvangt men een volledig salaris. Men kan ook als gezinshelpster werk zaam zijn, wier taak het is de huisvrouw in de huishouding te assisteren. Men kan inlichtingen krijgen bij de Commissie voor Maatschappelijk Werk der Gereformeerde kerk, De Sitterlaan 99; de Stichting Interkerkelijke Gezins zorg (waarbij aangesloten Humanitas Rijnsburgerweg 86: en de Rooms-Katho- lieke Maatschappelijke Gezinszorg. Mors singel 8. De zevenjarige Joke Werverman bood de kapiteines De Klark (rechts) en Berman (midden) bloemen aan. (Foto N. van der Horst) wQ het alleen niet afkunnen. Christus Is echter overal en altüd heerser en dat betekent een heerschappij van ge nade. liefde en redding. Dit feit dienen wij elk mens duidelijk te maken," aldus dc nieuwe bevelvoerend officier. De gehelde gebelde van Wynand Focklnk" Burgerlijke stand van Leiden GEBOREN: Jeroen, zn v C Pries en A P Heijke; Carmen, dr v P J van Rijswijk cn E E Fischer; Johan nes Jacobus, zn v C Schouten en A C den Os; Sylvia Paola Sonja, dr v C W van Amsterdam en H S v d Mey: Hillebrand, zn v II Bosman en K Schouten. GEHUWD: J W P van Marwijk en J M Brasker; A van Tongeren en J Aarts; G van de Wetering en E Zeegers. OVERLEDEN: A van Leeuwen, 76 j. vrouw; A Senden, 4 maanden, zoon; C M Wijnands, 24 j, cchtgen v B A P Augustinus.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 3