Gezin en school moeten
elkaar dichter naderen
Je Maintiendra
Ds. W. A. Wiersinga verliet
geref. evangelisatie
Primaire taak
voor ouders
Huiswerk
Dr. Tilanus waarschuwt
tegen het humanisme
Een woord voor vandaag
Hervormde synode richt zich
tot hoofdlegerpredikant
Italiaanse bisschoppen
vormen eigen blok
55
DONDERDAG 1 NOVEMBER 1962
Gistermiddag heeft ds. W. A. dikant afscheid genomen van z\jn
Wiersinga (links) de bekendelevenswerk. Hij wordt in deze
gereformeer.le evangelisatiepre-functie opgevolgd door ds. P. B.
Suurmond (rechts).
O 7 I kéren. Met dankbaarheid en waardering
Lts. zuurmond nam. *pr iu*™ v.»
de dienst der kerken, wetende dat zijn
zijn taak over
De Evangelisatie-sector der
Gereformeerde Kerken mag ge
rust acte de présence geven en
ze deed dat gisteren ook, midden
in de vaart van het werk, doordat
zovelen uit het hele land naar
Baarn gekomen zijn om het af
scheid te vieren van ds. Wiersin
ga als predikant in algemene
dienst. De eerste die door Gene
rale Deputaten voor het evangeli
satiewerk werd benoemd en aan
wiens enthousiaste, steeds stimu
lerende leiding het te danken is
dat wij deze wijd-vertakte organi
satie mogen bezitten.
Aldus dr. P. G. Kunst in zijn ope
ningswoord namens Generale Depu
taten voor de evangelisatie-arbeid in
de samenkomst, gehouden in de Ge
ref. Kerk aan de Oude Utrechtseweg,
waar vele prominente figuren en
medewerkers uit de dagelijkse arbeid
aanwezig waren om getuige te zijn
van de wisseling van de wacht.
In een historisch exposé schetste dr.
Kunst de ontwikkeling van het Geref.
evangelisatiewerk sinds 1923, toen de
Kerk haar positie bepaalde en uitsprak
dat ilj als instituut geroepen was de
naam van Jezus Christus uit te dragen.
Dat bet van een uitspraak kwam tot
een wei-geordend werk ls, naast Gods
zegen, te danken aan de man op de
valreep: ds. W. A. Wiersinga.
Als opvolger van wijlen ds. Hagen
van Delft wist h.j het mede door deze
in 1928 opgerichte Verbond van Geref.
Evangelisatiecommissies saambindend
en bezielend, steeds verdiepend en uit
breidend de grote plaats en betekenis
te geven die het toekwam. Zonder af
laten wees hij kerkeraden en commis
sies op de plaats der gemeente als ver
kondigster van het Evangelie.
Gelukk.g is dit alles niet het werk
van één man geweest. Er groeide
groep medewerkers, mede dank zij het
opleidingscentrum, en na de zelfstan
digwording van ,.De Nijenburgh", het
vormingswerk. Merkwaardig ls dat wel
specifiek op het terrein der evangelisa
tie de kerk in aanraking komt met al
lerlei facetten van het moderne leven,
waarom het wel eens als een ..lastpak'
werd aangezien. Hoeveel kontakten wa
ren er niet met andere kerken, „soms
tot verdacht-wordens toe", maar Wier
singa genoot, ten-volle-verdiend, aller
vertrouwen.
dienst aan Jezus Christus voortduurt tot
de grote aflossing. Zijn opvolger, ds.
P. B. Suurmond treedt hij met hetzelf
de vertrouwen tegemoet.
Aan de band van meerdere jaartal
len toonde laatstgenoemde aan hoe
klein hij zich voelt bij zijn zoveel
oudere en meer ervaren voorgangers
als dr. Kunst en ds. Wiersinga. Maar
ten slotte leerde hij van laatstge
noemde dat ook deze beleed niets te
hebben om anderen voor te zetten".
Juist wanneer de discipelen de we
reld worden Ingezonden verdwijnt hun
verbeelding en vragen zij ootmoedig:
Heer. leer ons bidden. De nood van
de discipel mag intussen nooit ego
centrisch zijn. Het moet altijd de
nood zijn om die ander. Op deze wij
ze zal de kerk, niets hebbende, toch
tegelijk alles hebben.
Nadat prof. dr. G. Brillenburg Wurth
met dankgebed deze druk-bezochte sa
menkomst had besloten, verzamelden
velen zich voor de koffiemaaltijd in
,,Het Brandpunt", bezichtigden meerde
ren ..De Jelburg" en Nijenburgh om
vervolgens de receptie bij te wonen,
die van 14.30 tot 16.30 in het Evange
lisatiecentrum werd gehouden.
Bijbels
Eén facet van de vele en velerlei
beid door hem verricht is wel, dat hij
steeds benadrukte dat de kerk-mens bij
de opgebouwde organisatie diende be
trokken te worden. Op verantwoord bij
belse wijze heeft ds. Wiersinga in d«
Geref. Kerken het klimaat voor het ge
tuigenis bevorderd en verdiept. En ui
terst dankbaar is de synode voor het
grote werk, door en rond hem gebouwd.
Een bijzonder woord van grote dank
en waarderl - ging ook uit tot de schel
dende penn'ngmeester, de heer W.
den Boesterd, in 1946 door de synode
van Zwolle als enige „leek" aangewe
zen om het college van predikanten te
assisteren. Op eminente wijze toonde
deze hoe hij met „kerkegeld" om
gaan. Hij wist immer een gezond e
wicht te bewaren en deputaten hebben
steeds met vreugde deze arbeid gade
geslagen.
Grote dank
Ds. P D Kuiper voorz. van de laatst
gehouden Gen. Synode trachtte ..met
waardigheid en in goede stijl" de bij
zonder grote dank van de gehele syno
de over te brengen. Hij wees op de ver
trouwenspositie die deze functionaris in
nam en diens opvolger zal innemen.
Want de synode gaat niet over één
nacht ijs. Het belangrijke van het werk,
door ds. Wiers.nga verricht is dat we
kunnen zeggen: Hij heeft niet alleen de
kerk gediend maar ook het Koninkrijk
Gods. maar tegeliik: Niet alleen het Ko
ninkrijk Gods. óók de kerk. Hoe vaak
heeft hij niet gezegd tot mensen die
licht en leven verwachtten maar nooit
konden vinden: U staat met uw rug
naar de rijzende zon. U moet zich be-
Beroepingswerk
NED. HERV. KERK
Beroepen te Veenendaal: dr. C.
Graafland, te Woerden; te Oud-Beijer-
land: J. J Poot, te de Bilt; te Arnemui-
den: J Vroegindewey, kand. te Bleis-
w»jk; te Foudgum: J. J- J. Winckel. te
Vorchten; te Hillegersberg-Terbregge: J
v. d. Heuvel, te Ede.
Bedankt voor Woudenberg: W. Vroeg
indewey, te Barneveld; voor Leiden: J
Jongerden, te Bruchem en Kerkwijk.
GEREF. KERKEN
UNIE VAN BAPT. GEM.
Receptie
De dichte drom der dicht-opeengepak-
te bezoekers kwam tot stilstand toen
P. G. Kunst namens Generale De
putaten en uit naam van alle Gerefor
meerde Kerken ds. en mevrouw Wier-
inga hartelijk gelukwenste met deze
dag Waar ds. Wiersinga steeds heeft
aangedrongen op een prediking niet al
leen van het Woord maar ook met de
daad, wil spr. daaraan gaarne gevolg
ren en overhandigt hij zijn scheiden
collega een foto van een secretaire,
Louis XVI-stijl die straks de Hilver-
nse woning zal opluisteren. Aan de
afgetreden penningmeester W. J. den
Boesterd offreerde hij een vol-automa-
tische dia-projector met scherm als
bliik van de zeer grote waardering
voor het volbrachte en steeds accurate
Eensluidende conclusie op Nat. Studiedagen
(Van onze onderwljsredactie)
"PkE Nationale Studiedagen over
U gezin en school, die deskundi
gen op onderwijsgebied en belang
stellenden in de functie van het
gezin twee dagen in Rotterdam
bijeen hebben gebracht, zijn gis
termiddag besloten. Zij hebben de
deelnemers in de referaten van
prof. dr. Ph. J. Idenburg en dr.
J. P. Chr. de Boer blijkbaar zo
veel stof tot discussie gegeven,
dat twee rapporteurs in een ple
naire bijeenkomst slechts bondige
samenvattingen vermochten te ge
ven van de conclusies die ge
spreksgroepen hebben getrokken.
Dat met name de onderwijsspe-
cialisten duidelijk is geworden, dat
het gezin in de huidige samenle
ving meer van de school verwacht
dan het bijbrengen van parate ken
nis was de scherpst omlijnde ge
dachte, die op vel°riei wijze werd
verwoord.
(Van
onderwljsredactie)
ONDER alle wensen die op de
Nationale Studiedagen over gezin
en school zijn geuit (en die soms
diep in het wezen van het onder
wijsbestel Ingrepen) was er een
die niet zozeer de filosofische als
wel de praktische kant betrof: er
zijn over het huiswerk-probleem
duidelijke woorden gezegd.
Vele gezinnen lijden onder de
last van het huiswerk. Is het
billijk dat kinderen zich 's avonds
als hnn krachten goeddeels zijn
verbruikt verdiepen in vijf ver
schillende vakken? Werkt dat geen
oppervlakkige kennis in de hand?
En in alle discussie-groepen die
op het huiswerk-probleem zijn
gestuit, bleek men eensgezind van
mening te zijn, dat het zinloos ls
dat de kinderen tot één uur
's nachts werken. Dan liever, zo
als andere deelnemers voorstel
len iets kappen, omdat het on
derwijs toch niet meer volledig
ioloog dr. C. D. Saai heeft in
zijn samenvatting voornamelijk aan
dacht geschonken aan het functiever-
van het gezin. Algemeen was men
oordeel dat het gezin zijn kern
functies dient te behouden. Het gezin
behoort verantwoordelijk te blijven voor
de primaire opvoeding, de scholen moe
ten de secondaire opvoeding voor hun
rekening nemen. De primaire opvoeding
zij gericht op de persoonlijke betrek
kingen binnen het gezin. Binnen zijn
grenzen werkt ook de koesterende func-
ontstaan emotionele banden en
het gezin biedt zowel de volwassene als
het kind veiligheid. Dan kunnen de in
dividuen die het gezin vormen zichzelf
zijn en laat de sfeer toe, dat spannin
gen uitgepraat worden. Deze drie be
langrijke kernfuncties dienen bewaard
te blijven. Dat daarnaast de school
flexibele randfuncties (gezondheidszorg,
ontspanning) overneemt, kan het gezin
slechts ten goede komen, mits de gren
zen niet vervagen.
Uit de veelheid van wensen die de
congresgangers naar aanleiding van de
beide referaten hebben geuit, willen we
*7 enkele kort formuleren:
Was het gezin vroeger gericht op
arbeid, thans, in wat wij een modern
gezin noemen, domineert het gesprek,
dat is de nooit eindigende dialoog
tussen ouders en kinderen. De vraag
is nu in hoeverre de school een bij
drage kan leveren tot dit nieuwe- sa
menbindende element. Culturele ma
nifestaties uitgaande van de school
kunnen dienstbaar zijn, maar dan
moeten de ouders ook actief bij die
uitingen betrokken worden.
Uit de referaten was de discussie
groepen ook gebleken, dat de opvoe
ding die de ouders geven een dualis
tisch karakter draagt: in het prille
begin wordt het kind geleerd zelfop
offering te betrachten en de belan
gen van de groep (het gezin) te la
ten prevaleren, terwijl in de school
leeftijd de nadruk gelegd wordt het
de goede prestatie, waarmee het com-
petitieëlement zijn intrede doet.
In de school treedt al evenzeer een
accentverschuiving op; de kleuter
school stelt het kind als eenheid cen
traal. later voeren de intellectuele
functies de boventoon. Om nu het kind
te blijven zien in zijn totaliteit zou
de de ouders moeten deelnemen aan
schoolactiviteiten, terwijl aan de an
dere kant de docent, bijvoorbeeld
door middel van huisbezoek, ook een
meer volkomen kijk op de leerling
zal krijgen.
i Vroeger, zo noteerde dr. Saai, ging
het allemaal veel eenvoudiger. Er
was een cultuurpakket, dat nagenoeg
ongewijzigd kon worden doorgegeven
aan de volgende generatie. Dat pak
ket was toereikend. Nu, in wat uiten
treuren de dynamische maatschappij
is genoemd, dient men steeds meer
kennis te vergaren. Zou het daarom
niet zinvol zijn beperkingen te over
wegen? Welke ouders kunnen nu nog
een complete opvoeding geven? Con
clusie: een zeer nauwe samenwerking
tussen school en gezin wordt met de
dag belangrijker.
Ver. chr. volksonderwijs
humanistisch
geven, dat ook
kan worden gesubsi-
de openbare scholen
Dr. H. W. Tilanus, voorzitter
van de Vereniging voor Christe
lijk volksonderwijs, heeft van
morgen bij de opening van de
algemene vergadering van deze
organisatie in Utrecht een waar
schuwend geluid laten horen te
gen het sterk opdringen van het
humanisme, ook op het gebied
van het onderwijs.
In dit verband noemde dr. Tilanus
tikel 47 van het wetsontwerp op het
voortgezet onderwijs dat door de Tweede
Kamer is aangenomen. In dit artikel
wordt de mogelijkheid geschapen,
openbare scholen
mingsonderwijs
overheidswege
dieerd.
Het humanisme dringt zich thans
grote felheid in het volksleven in. aldus
dr. Tilanus, die herinnerde aan de op
richting van het Centrum voor Humanis
tische vorming, deze maand. De voor
zitter van het Humanistisch verbond, dr.
J P. van Praag, liet er bij die gelegen
heid. volgens hem, geen twijfel aan be
staan. dat de humanisten ook in de toe
komst positief en constructief
verdere bloei va
willen bijdragen
Dr. Tilanus meent, dat men er teveel
van uitgaat, dat alle buitenkerkelijken
als humanisten kunnen worden aange
merkt. Men wil op deze manier
openbare school als het ware
manistische zuilenschool maken,
hij Maar ik geloof dat de voorstanders
van de openbare school er ernstig over
moeten nadenken, of zij de openbare
school hiermee wel dienen. Dr. Tilanus
acht het de plicht van de christelijke
onderwijsorganisaties waakzaam te zijn
en zich de uitspraak van Luther voor te
houden: „Als in een school Gods Woord
niet regeert, raad ik niemand dat hij zijn
kind daarheen zendt".
Met zorg ziet dr. Tilanus de inwer
kingtreding van de zogenaamde Mam
moetwet tegemoet. Het ontwerp bevat,
volgens hem. verschillende elementen
die bedenkelijk zijn met het oog op de
ontwikkeling van het onderwijs in Ne
derland. Het kan, als de Eerste Kamer
het wetsontwerp ook aanvaardt, nog wel
jaren duren voor de wet van kracht
wordt. Naar het oordeel van dr. Tilanus
loopt men er hier en daar echter al op
vooruit onder meer door de instelling
van een inspecteur-generaal voor het
onderwijs en door het creëren van een
afzonderlijke inspectie voor u.l.o. en
vglo. waardoor deze scholen nu al van
het lager onderwijs worden losgemaakt
Dr Tilanus deed ook nog enkele mede
delingen over een eventuele samenwer
king tussen de drie grote christelijke
organisaties van schoolbesturen, de Ver
eniging voor christelijk nationaal school
onderwijs, de Vereniging voor christelijk
volksonderwijs en het Gereformeerd
schoolverband. Het overleg, dat begin
1962 werd geopend, zal worden voort
gezet. De gedachten gaan allereerst uit
naar een gemeenschappelijk inspecto
raat, gemeenschappelijke jaarvergade
ringen. publikaties en dergelijke, omdat
wel gebleken is, dat de problemen in de
persoonlijkheid. Deze opvoeding moet
de eerste plaats in het gezin gebeu-
■L Prof. Fleig stelde vast dat de
ouders vrijheid moet worden gelaten in
de schoolkeuze en dat deze vrijheid van
schoolkeuze geen verhoging van kosten
mag inhouden.
Vragen over brief
Calmeyer aan
Herv. synode
Het lid van de Tweede Kamer, de
heer Lankhorst (PSP) heeft de minis
ter van defensie schriftelijk gevraagd of
de bewindsman wil mededelen of de
brief, die de staatssecretaris van defen-
(koninklijke land- en luchtmacht)
r aanleiding van het rapport van de
generale synode der Nederlandse Her
vormde Kerk „het vraagstuk van de
kernwapenen" tot de hoofdlegerpredi-
kant heeft gericht, een persoonlijk dan
el een dienstschrijven was.
Indien het laatste het geval is, wil de
minister dan de tekst van die brief o
leggen en mededelen of de inhoud
van zijn instemming heeft, zo vraagt de
heer Lankhorst. Hij wil verder weten
welke betekenis moet worden gehecht
aan het feit, dat de brief wel aan de
hoofdlegerpredikant, met afschrift aar
de legerpredikanten, en niet aan de
hoofdvlootpredikant, met afschrift aar
de vlootpredikanten, is gezonden.
Indien het een persoonlijke brief var
de staatssecretaris aan de hoofdleger
predikant betreft, zo vraagt de heer
Lankhorst, waarop berustte dan de op
dracht om deze brief in afschrift aar
alle legerpredikanten te zenden?
Strookt de handelwijze van de staats
secretaris met de inzichten der regering
omtrent de juiste verhouding tussen
kerk en staat, zo wil de heer Lankhorst
tenslotte weten.
„Wie gelooft wat wij gehoord hebben?" het lijkt een ver
zuchting, maar het is maar een half citaat; Jesaja laat er
namelijk onmiddellijk op volgen: en aan wie is de arm
des Heren geopenbaard?" Het verhaal van de wortel die ont
luikt ondanks de dorre aarde, de sombere typering van de
man van smarten het is geen mensenwerk maar Gods werk.
Het is Gods hand die de heilsgeschiedenis, de enige geschiede
nis van deze wereld, leidt op Zijn wijze. EnGod open
baart dat op Zijn wijze.
Zo komt die vraag, die verzuchting zo ge wilt, in een heel
ander licht te staan. Ook het geloof is het werk van God. Hij
openbaart Zijn heilsgeschiedenis aan de werelden hij
opent voor dat heil het hart van ieder van Zijn kinderen. We
hebben het geschreven: miljoenen zijn zalig geworden omdat
zij geloofd hebben in die Man van smarten, want elk van die
miljoenen, ieder afzonderlijk, is er 'door God toe gebracht.
Hoe? Ieder op Gods wijze. Maar die eenling die daar staat bij
een open graf, die de zandkuil ziet èn de boodschap hoort over
opstanding en een nieuw leven. Wees eerlijk: gelooft die een
ling dan wèl dat dat koude graf het eind is van alles?
Over „Vraagstuk kernwapenen'
Calmeyer heeft
bedoeling stuk
niet begrepen
Het moderamen van de gene
rale synode van de Nederlandse
Hervormde Kerk wil graag een
gesprek hebben met de hoofleger-
predikant en met de hervormde
predikanten die deelnemen aan de
geestelijke verzorging van de
krijgsmacht. Deze wens heeft het
moderamen te kennen gegeven in
een brief die het heeft gestuurd
aan de hoofdlegerpredikant. On
derwerp van het gewenste gesprek
Concilie beperkt debatten niet
drie organisaties vrijwel dezelfde zijn.
In het jaarverslag van de vereniging
C.V.O. wordt vermeld dat het aantal
scholen dat bij de vereniging is aange
sloten in het afgelopen jaar met zestien
steeg tot 1090.
Arabisch kinderhuis
ontvangt 150.000
uit Joods legaat
De in 1930 overleden Joodse heer
Chaim Marco Besso beschikte in zijn
testament dat driehonderdduizend gul
den moest worden geschonken aan de
„armen van Palestina". Toen onlangs
het testament werd opengemaakt vroe
gen de nabestaanden zich af hoe de
laatste wilsbeschikking ten uitvoer te
brengen. In 1930 bestond Palestina nog
en waren de armen in dat land zowel
Joden als Arabieren.
Thans is Palestina verdeeld en staan
Arabieren vijandig tegenover Israël.
Hoe dienen de driehonderdduizend gul
den nu te worden uitbetaald? Palestina
bestaat niet meer en het zou vreemd
zijn als een Joodse erfenis ten goede
zou komen aan Arabieren, die wellicht
schieten.
Een Salomo's oordeel was hier no
dig. De helft van het legaat gaat naar
de jeugd-Alija in Israël, een soort jeugd
rode kruis, en de andere helft wordt
ter beschikking gesteld aan een mis
siepost in Jeruzalem. Deze heeft nu
het geld aan een Arabisch kinderhuis,
het St. Margaretshuis in Nazareth, ge
schonken, onder voorwaarde dat een
zaal van hét tehuis naar de heer Besso
genoemd zal worden, opdat de kinde
ren zullen weten dat een Joods man
een deel van hun opvoeding betaalt
Proefbundel met
102 gezangen
Zeer waarschijnlijk zal nog dit jaar
een proefbundel met 102 gezangen het
licht zien. samengesteld door de sectie
gezangen van de hervormde commissie
voor het psalm- en gezangenboek. In
deze bundel worden opgenomen schrift
gezangen. liederen uit de oude kerk, uit
de Duitse reformatie, de Engelse kerk,
benevens oud- en nieuw-Nederlandse lie
deren. In verband met het verlangen van
de Oecumenische Raad van Kerken in
Nederland om ten aanzien van het kerk
lied tot een zo groot mogelijke samen
werking te komen is er naast het con
tact, dat reeds gelegd werd met de Ge
reformeerde Kerken en de Evangelische
Broedergemeente, thans ook contact op-
Dr. K. A. M. Bogaert: benoemd aan
de koninklijke militaire academie te
Breda tot buitengewoon hoogleraar in
de economie.
Het tweede Vaticaanse concilie
zal, naar het zich laat aanzien,
zeker twee of drie jaren duren.
De debatten zullen vrij zijn en
blijven. Het presidium wenst
vooralsnog de bisschoppen geen
beperkingen op te leggen dan
de tien-minuten-spreektijd welke
Het contact tussen ouders en 1 j.
school heeft blijkens de samenvatting door het reglement worat aan-
bevolen. Dit heeft een gezagheb
bend lid van het concilie-secre
tariaat gisteren verklaard. Het
voorstel van de aartsbisschop van
Mechelen, kardinaal Suenen-s, om
het aantal sprekers tot vijftig per
onderwerp te beperken of een
spreker per nationale of regiona
le groep toe te laten, schijnt dus
voorlopig van de hand te zijn ge
wezen.
Verwacht werd dat de beraadslagin
gen over de liturgische vernieuwing
tussen 15 en 20 november ten einde
zullen open. Niet zeker is of daarna
nog een nieuw rapport in behandeling
kan worden genomen. Wel is van ver
schillende zijden aangedrongen op spoe
dig begin met het rapport over „de
kerk". Dit is echter nog niet in druk
verschenen. In brede kring schijnt ove
rigens bezorgdheid te bestaan over de
visie welke aan dit rapport van de
theologische commissie ten grondslag
ligt.
Blokvorming
Inmiddels lijkt het er op of de blok
vorming doorgaat. Nu hebben weer de
Italiaanse bisschoppen besloten om drie
maal per week afzonderlijk bijeen te ko
men. Zij hebben uit hun midden tien
commissies opgericht, parallel met de
tien commissies van het concilie. Zi;
volgen hierin het voorbeeld van de Afri
de directeur van het Onderwijs
kundig Studiecentrum A. J. S. van
Dam velen bezig gehouden. Hoewel
een nadere informatie nuttig is, en
een sfeer van vertrouwen schept, kan
de praktijk soms bijzonder belemme
rend werken(een leraar met 300
400 leerlingen kan slechts theoretisch
in nader contact treden met de
ouders). De school zou wel iets kun
nen ondernemen. Al liet men maar
de massale ouderavonden vervallen en
werd er een gesprek georganiseerd met
ouders van leerling-n uit één klas.
Het resultaat zou een grotere openheid
zijn en het gesprek zou niet verzan
den in abstracties.
Ten besluite van de studiebijeenkomst
heeft gistermiddag prof. dr. P. Flcig.
verbonden aan het Duitse ministerie van
onderwijs, gesproken over „gezin en
School in Europees perspectief".
Prof. Fleig zei het noodzakelijk te
achten, dat men in een toekomstig ver
enigd Europa moet bedenken, dat het
culturele leven, ook binnen de kleinste
eenheid, volledige vrijheid moet worden
gegeven. „Als men de cultuur regelt,
socialiseert men de geest", aldus prof.
Fleig. Hij vervolgde met te stellen,
dat ter wille van de eenheid van Euro
pa een cultuurprincipe gevonden moet
worden, aan de hand waarvan de
Europese landen hun schoolwezen kun
nen opbouwen. Hij was van mening dat
de opvoeding en de vorming van het
kind wortelt in religie en wereldbe
schouwing en zich derhalve moet be
palen tot de kern van de menselijke
kaanse bisschoppen die reeds eerder uit
hun midden tien soortgelijke commis-
es hebben benoemd.
De Zuidamerikaanse bisschoppen zul
len onder leiding van de aartsbisschop
van Mexico een eigen vast secretariaat
vestigen in het gebouw van de Caritas
Internationalis. De Westeuropese bis
schoppen vergaderen reeds van het be
gin af aan afzonderlijk van tijd tot
tijd om zich door specialisten te laten
voorlichten.
Herwaardering
In deze bisschoppelijke conferenties op
regionale basis wordt in het bijzonder
aandacht besteed aan twee onderwer-
namelijk het rapport over litur
gie dat op het moment in behandeling
is en een gewijzigd rapport over dit
onderwerp, dat onder leiding van deze
t isschoppelijke conferenties (en met van
de zogenaamde centrale commissie) tot
i is gekomen. Het tweede onder
werp is dat van de herwaardering
van het bisschopsambt een heet hang
ijzer omdat op dit punt de strijd wordt
uitgestreden tussen hen die nog verder
willen -gaan op de weg van het vorige
Vaticaanse concilie dat de onfeilbaar
heid van de paus erkende, en hen die
de bisschoppen groter verantwoordelijk
heid willen schenken.
Voorbereiding
Het concilie staat op het ogenblik nog
voor een geheel nieuwe organisatorische
moeilijkheid. De 74 rapporten, die de
centr. commissie reeds zijn gepasseerd
en aan het concilie zullen worden voor
gelegd zijn nog niet zo ver gereed dat
zij ook gedrukt kunnen worden. Er zijn
veel te veel amendementen naar vo
ren gekomen, die vaak ver uiteen lie
pen en het bleek ondoenlijk deze alle
maal te verwerken. Daarom zijn de on
afgewerkte stukken nu ter hand - ge
steld aan de voorzitters van de tien
commissies met het verzoek of zij ze
verder willen voorbereiden voor de be
handeling in de plenaire zitting.
zal zgn het synodale geschrift:
„Het vraagstuk van de kernwa
penen" en bovendien de brief met
bijlage van staatssecretaris Cal
meyer die hij zond aan de hoofd
legerpredikant en waarin hjj be
paalde bezwaren tegen het syno
dale geschrift naar voren bracht.
Omdat het moderamen van mening is
dat de heer Calmeyer „de bedoeling van
het synodaal geschrift niet geheel juist
heeft weergegeven", gaat het in deze
aan de hoofdlegerpredikant - vooruitlo
pend op het eventuele gesprek - reeds
op die brief met bijlage in. Het stelt dat
er een misvatting in het spel is, waar de
heer Calmeyer als belangrijkste be
zwaar naar voren heeft gebracht, dat de
generale synode verzuimd zou hebben
een even zwaar accent te pleiten
handhaving en verdediging van de
vrijheid als voor handhaving van de vre
de. Niet alleen m het eerste hoofdstuk
het geschrift, maar ook onder an
dere in dat over „De verantwoorde oor-
zo zegt de brief, kan gelezen wor
den dat de synode van oordeel is, dat
gerechtigheid en vrijheid als het niet
anders kan, met geweld van wapenen
moet worden gehandhaafd en verdedigd.
Welke middelen?
De vraag waar het in het geschrift om
gaat ls echter, of daarvoor ook die mid
delen mogen worden gebruikt, die. tot ge
volg hebben dat zowel aanvaller als ver
dediger ten gronde gaan en het leven op
aarde wordt vernietigd.
Het heeft het moderamen teleurge
steld, zo kan men verder in de brief le-
dat de heer Calmeyer aan het slot
zijn brief „blijkbaar suggereert, dat
de generale synode zich bij hen heeft
aangesloten die uit angst een overgave
aan de door het communisme bezielde
Sowjet-dictatuur bepleiten".
„Wij moeten er daarentegen op wijzen,
dat het wekken van angst juist het doel
n de 'balance of terror', die volgens
velen het behoud van de vrede zou waar
borgen. De generale synode heeft na
drukkelijk daartegen gewaarschuwd en
getracht betere wegen te wijzen", zo
wordt opgemerkt.
Pastoraal
Het moderamen wijst er in de brief
met nadruk op, dat het synodaal ge-
hrift in de eerste plaats van pasto
rale aard is. „Duizenden christenen
hebben met grote gewetensconflicten
te kampen door de problemen die door
het bestaan en vooral door de moge
lijke toepassing van kernwapenen wor
den opgeroepen. In deze conflicten wil
het geschrift trachten een weg te
wijzen, enerzijds opdat geen voortijdige
en onverantwoorde beslissingen wor
den genomen en anderzijds om te ver
mijden dat elke beslissing wordt ont
weken", zo wordt gezegd. De synode
verwacht van haar geschrift vooral dat
al degenen die op dit punt bijzondere
verantwoordelijkheid dragen, gedron
gen door de overtuiging dat kernwa
penen niet alleen niet kunnen maar
ook niet mogen worden gebruikt, met
te grotere inspanning die wegen zullen
bewandelen die tot het voorkomen van
oorlog zullen leiden.
Van deze brief van het moderamen
aan de hoofdlegerpredikant is een af
schrift gezonden aan staatssecretaris
Calmeyer.
JN de Troonrede is deze herfst gezegd dat we
in 1963 gaan herdenken, hoe Nederland in
1813 na de Franse bezetting herrezen is, en dat
een Comité onder leiding van Prinses Beatrix
zich zal belasten met de voorbereidselen tot de
ze plechtigheden. Het bericht schijnt met „ge
mengde gevoelens" ontvangen. Niet dat enig ka
merlid alle perken der etiquette te buiten ging
en goed- of afkeuring betuigde. Uit televisiede
batten weten we weliswaar dat de kamerleden
heen en weer stuiven als opgejaagde kippen, zo
dra enige knuppel in hun hoenderhokje valt,
maar dan zijn ze „onder ons" in vorstelijke
presentie bewaren ze hun decorum. Doch de pers
is over het algemeen nog al aarzelend in zijn
reacties geweest. Mogeliik hebben zoveel cala
miteiten na de derde dinsdag van september
ook wel het hele plan doen vergeten?
De meningen waren in ieder geval duidelijk ver
deeld. Sommigen smaalden: „Er valt nog al wat
te herdenken! In de laatste anderhalve eeuw zijn
we practisch alles kwijtgeraakt. Amsterdam is niet
langer het centrum van de wereldbeurs, en Indië
ging tot en met verloren: we zijn thans zowat het
kleinste stipje op de wereldkaart...!" Het zijn knies
oren, die dit zeggen vind ik.
Anderen wierpen tegen: „Hoe nu, we zijn juist
op weg naar een verenigd Europa, en we maken
deel uit van het Westerse blok. Waarom dan zo
nadrukkelijk oude koeien uit de sloot gehaald? De
Fransen zijn. innig verbonden met onze meer re
cente bezetters, onze beste kameraden geworden.
De vaderlandse geschiedenis met al die vervelende
oorlogen waarmee onze kinderen hun arme hersen
tjes afkwellen, is volkomen achterhaald. Nog daar
gelaten dat allerlei provincies tegenwoordig juist
betuigen dat we die hele geschiedenis altijd ver
keerd vertelden. Waarom dan nu deze anachronis
tische herdenking?"
Nog anderen meenden dat anderhalve eeuw te
lang geleden is. Bij een eeuwfeest heeft men nog
contact met het gebeurde. Niet dat de strijders van
toen dan als veteranen méémarcheren, maar velen
hebben deze oudgedienden nog in eigen jeugd ge
kend. De herinnering aan het verleden lééft nog.
Dat is zeker waar. De laatste oorgetuige, die mij
verhalen over de Franse bezetting deed, was een
ruim honderdjarige tijdens de Duitse bezetting. Een
merkwaardige belevenis. Op straat trokken troepen
voorbij en zongen van het bloempje Erica, maar
opeens seheen het decor te veranderen en hun
„Heil Hitier!" klonk me als „Vive l'Empereur'"
Doch terwijl men in 1913 overal dergelijke mensen
tegenkwam, die van horen zeggen wisten wat 1813
betekend had, zijn deze deskundigen thans lang ge
storven.
Toch, dwars tegen alle betweters in. handhaaf ik
mijn mening dat het plan uit de Troonrede wijs en
juist is. Om meer dan één reden. Allereerst omdat
het een bijbelse visie verraadt. God wil dat we on
ze vierdagen vieren, ons Zijn reddingen herinneren
en onze dagen zo op de juiste manier tellen. En
hoe meer we er bij stilstaan hoe we eens uit aller
lei ellende werden verlost, hoe meer we ook bepaald
vele daardoor geboden
OE WUKPREDIKANT1
Iets anders: een verenigd Europa is geen alle
gaartje, waar alle landen als vruchtjes in een bowl
ingekwakt worden. Het is een bewust samengaan
van naties, die hun eigen inbreng hebben uit eigen
achtergronden. Laten we speciaal de hoofdstukken
„Reformatie" en „Oranje" die bijéén horen
uit onze vaderlandse geschiedenis nooit vergeten; ik
heb zo de indruk dat die hoofdstukken niet overal
in Europa aan den lijve bekend zijn.
Maar er is nog een derde facet aan deze zaak.
Geef de jeugd van vandaag toch vooral wat fees
ten mee op hun levensweg. Dat is een onvergete
lijk en onwaardeerbaar geschenk. Hebben onze
Vorstin en onze niet meer piepjonge regering aan
hun eigen jeugdvreugden gedacht, toen dit plan ge
opperd werd? Zij weten dat zulke festiviteiten je
leven stempelen en richten. Want o, dat eeuwfeest
in 1913! Met duizenden kinderen samen op de Gro
te Markt in de schaduw van de Martinitoren. En
daar, ten overstaan van Koningin Wilhclmina, zin
gen: „Wat was er de leus van ons vorstenhuis im
mer? Je maintiendrai..." Misschien was de exegese
die het lied aan die leus gaf wel fout. De nadruk
viel op wat vorsten doen. en niet op wat God doet.
alleen maar mogelijk als men weet
stand houdt. Dèt zag de gelegen-
het hoofd. Dat ontdek je
lied ook al cement
..Handhaven'
dat God
heidsdichter in 1913
later wel. Maar dan
„dat harten bindt, als muren breken tot puin ia
t end..."