„Half in de schaduw van het felle licht" zware 1 shag zwaar? n Moderne opvatting over huwelijk prinsessen Een schot in de roos Militaire eer voor Ben Bella op Witte Huis Partiële dood HATAOQd t 199 DINSDAG 16 OKTOBER 1963 Zo maar een déjeuner-tje en zo maar een zwempartijtje Rol van een prins-gemaal is bijna onspeelbaar r/j; ralii fgelop :ijn ac ïede (Van onze speciale verslaggever) "OESTEEDT te weinig tijd aan zijn gezin. Besteedt niet voldoende aandacht aan wat het gezin zegt. Egocentrisch. Is vaak sarcastisch tegen mensen die hem niet liggen. Is (soms) lichtzinnig. Roekeloos. Is 's morgens zeer slecht gehumeurd. Luistert soms slecht naar wat anderen hem vertellen. Deze merkwaardige kwalificaties waardig zijn, zo zegt de auteur. Daar met de privé-secretaresse Bernhardt mejuffrouw Gilles. Men niet op laat 1 kan ze vinden in het boek „Prins Bernhard Zijn plaats en functie in de moderne monarchie", een ge autoriseerde, door Alden Hatch ge- Zelfvertrouwen sterdamse uitgeversmaatschappij I jaaBL Becht op de markt werd gebracht, volle overgave Vertalingen in het Engels en het openhartig Duits zullen spoedig volgen. Hoewel deugden. Nederland, op speciaal verzoek de Prins, de primeur kreeg, zal straks in tientallen landen van de hij jaagt zijn genoegens nog steeds met na. Hij spreekt even zijn fouten als over zijn ,.Ik heb nog steeds teveel zelfver trouwen", heeft de auteur od z'n gevarieerde en lot op zekere hoog- '«"porder opgenomen en ik vraag: Wat wiUen die denk nog teveel dat ik het altijd be ter weet. De laatste tijd treedt èèn van mijn slechtste eigenschappen te veel op de voorgrond: gebrek aan geduld en een zekere onverdraag- vork zaamheid, waarbij ik mè bovendien VrxmrMc J t J- v x 1 gemakkelijk kwaad maak. Dat is OLGENS de auteur die het leven fout Ik tracht me beheersen, van prins Bernhard in overigens j„aen zijn in niet al te straktijnlge vakjes deelt. Z 1. "fi° "K. eepteerik te ook bewogen levensgang van de echtgenoot van onze Koningin ken nis kunnen nemen. Onspeelbaar moeilijkheden bezorgen? Op die manier heb je geen leven". De zelfkennis van prins Bernhard strekt zich ook uit tot het moderne verschijnsel van teveel hooi op de heeft de geschiedenis bewezen dat de overhand. Ik probeer mezelf wijs te tot rol van prins-gemaal een der ailer- maken dat het komt doordat ik over- moeilijkste is. die men een man kan werkt ben, maar ik weet dat dit niet opdragen In een moderne, parlemen- de werkelijke oorzaak is. Die ligt in taire democratie is die rol bijna on- een gebrek aan zelfbeheersing, en ik. ,In plaats van één taak op ir nen, en die grondig te doen", den zijn thans gedrukte woorden, ik er drie en breng ze bevredigend einde". Functies f?.®!.lba5_r...A!.WO-^f."-_ In„,„„ies. !aaïf„t! die zoveel waarde hecht aan zelf- beheersing, laat me tegenwoordig soms veel te veel gaan. Als het gebeurd mezelf". T ekortkoniing De door koningin Victoria de prins Albert namelijk en de echt genoot van Koningin Juliana. De prins-gemaal, aldus nog steeds Alden Hatch, heeft alles en allen te gen zich. Zijn persoonlijkheid dreigt bedolven te worden onder de 'aiioze eerbewijzen, die zijn gemalin en vor stin worden gebracht. Het bevindt zich -, - - haU in de schaduw van het telle ■3e"'h«d tengenover zijn biograaf, licht, dat voortdurend op de troon is gericht, hij blijft een tweedeplansli- guur, die de nadelen van zijn hoge rang ten volle moet dragen, zonder dat daar als compensatie het uitoefe nen van macht tegenover staat. Conclusies kE Prins der Nederlanden vervult volgens de auteur tenminste zes er veeleisende functies. Als militair hij Inspecteur-Generaal van het Ne- dan ben ik woedend op derlandse leger en lid van de Nationa le Verdedigingsraad. Binnen het ka der van de nationale economie is hij niet alleen een goodwill kwekende bui tengewoon ambassadeur, maar ook commissaris van de KLM. de Konink lijke Hoogovens en Fokker. Hij pro pageert een Verenigd Europa en ls de instigator van de Bilderbergconfe- renties, welke de de Amerikaanse veel v Er zijn sterke krachten aan het werk. zo schrijft hij, om zijn integri teit te ondermijnen: de luxe en praal, die een vanzelfsprekend ornament van zijn leven vormen, het gevlei van mensen, die op persoonlijk voordeel bedacht zijn, en het gevaarlijkste van alles het ontbreken van iedere verantwoordelijkheid, behalve die van een goed echtgenoot en koninklijk ge- Het vasthouden aan de eigen ambi ties is bijzonder moeilijk. Het winst motief, dat zovelen van ons tot daden aanzet, ontbreekt hier volkomen. De echtgenoot van een koningin kan zich eenvoudig niet met geld verdienen in laten; en hij behoeft dat ook niet te doen. Daar komt nog bij dat eigenlijk iedereen ertegen is dat hij iets uit voert. De conservatieve hofaristocra tie zou dat beschouwen als een on waardige inbreuk op de traditie. De iets meer moderne politici, die de re gering vormen, volgen zijn activiteiten met intens wantrouwen, omdat zij er een mogelijke belaging van de demo cratie van verwachten, terwijl de ge wone burger geneigd is in zijn werk zaamheden alleen maar een poging le zien tot zelfverheffing, waardoor de koningin op de achtergrond zou kun nen geraken. Eigenschappen WAT voor eigenschappen moeet de echtgenoot van een koningin heb ben? O.m. deze. aldus Alden Hatch: Een sterk karakter en een onver zettelijke vastberadenheid. Een groot indrukken, zelfvertrouwen, dat hij als een pantser "i jg draagt. Liefde en begrip ter beheer sing van de verhouding tussen hem en zijn vorstin-echtgenote. Trouw aan zijn nieuwe vaderland en eerbied voor de wetten en gebruiken. Gevoel voor humor om zich over de onvermijdelij ke frustraties heen te helpen, de ver veling, de onbescheidenheid van bewon deraars etc. Een onstuitbare en on- ----- ------ - - u zelfzuchtige ambitie, gericht op het d,at ik iedereen met argwaan bezie. Kotzebue. doen van constructief werk, bij voor- Ik weet dat ik vaak ernstig teleur zal keur ten behoeve van volk cn wereld beide. Een ijzersterk gestel en een nimmer falende charme. Prins Bernhard beschikt inderdaad Bernhard als zandruiter over al deze eigenschappen, naast een tijdens het in 1950 gehouden Lon- aantal andere, die minder bewonderens- cours Hippique te Rotterdam. In Bangui, in het voormalige Franse Kongo, liet prins Bernhard zich in 2960 met een jeugdig kampongmeisje fotograferen. der toe te geven dat het een fout is Het betreft zijn gewoonte vertrouwen op grond van bevordering betere betrekkin gen tussen Europa en de Verenigde Staten ten doel hebben. Behalve president van de „Fondation Euro- péenne de la Cul ture", is hij dit te vens van de „Fédé- ration Equestre In ternationale", die het toezicht heeft op alle internatio nale evenementen de paardesport, met inbegrip van het betreffende deel van de Olympische Spelen. Volgens het boek is het de voorma lige Nederlandse ambassadeur in Pa rijs, dr. Loudon, ge weest, die de toen in Parijs werkende prins Von Lippe- Biesterfeld indirect in contact bracht met de Nederland se Koninklijke fa milie. Hij was het die de voor de Olympische Spelen naar Garmisch- Partenkirohen ver trekkende prins Bernhard sugge reerde een beleefd heidsbezoek aan koningin Wilhelmina en prinses Juliana te brengen, die daar ook zouden zijn. Het werd „zo maar een déjeuner-tye". waar het schuchtere begin van een romance uitgroeide. Prins Bernhard en prinses Juliana gingen samen skieën; hij zijn eerste briefwisseling op ganig. tekortkoming in mijn Gl'Ote UUr karakter", verklaart de Prins mid dels de pen van Hatch. „Zoals het een rEN JAAR LATER, is 1936, sloeg voordeel is dat ik over een zekere het grote uur. In een volledig ge- charme beschik, is dat laatste een han- heim gehouden bijeenkomst in Bac!- dicap. Ik neig duidelijk tot optimisme Weissenburg bij de Zwitserse plaats wat betreft vertrouwen in mensen. Maar Gstaad zaten aan de ene «kant konin- ik vind het eigenlijk niet zo erg. Ik gin Wilhelmina en prinses-Juliana en ben liever te goed van vertrouwen, aan de andere kant prins Bernnard en met het risico van teleurstellingen, dan zjjn jn Parijs wonende tante, gravin Koningin Wilhelmina, die de jonge, de Duitse prins gaarne mocht, voerde daar met de laatste zeer openharti ge gesprekken, Met zijn eerste voor waarde dat men hem zou toestaan „een taak te vervullen naast de grondwettelijk voorgeschrevene" ging de vorstin onmiddellijk ak koord. „Ik geloof dat u nuttig werk zoudt kunnen doen op economisch en financieel gebied", zei H.M. „Dat zijn dingen, waarvoor u belangstel ling hebt en waarvan u blijkbaar verstand hebt". „Er is nog iets", voegde prins Bern hard er volgens de biografie aan tce. ..Het is me bekend dat Juliana's va der geen staatsinkomen had. Een der gelijke positie zou mij zeer onaange naam zijn. Ik kan geen geld aanvaai- den van uw familie en het zal u wel duidelijk zijn dat ik uit eigen midde len de enorme kosten niet kan bestrij denDe staat zal mij een inkomen moeten geven dat mij de mogelijkheid biedt om te voldoen aan de eisen, die mijn positie stelt. Dan zal ik verant woordelijk zijn voor mijn eigen finan ciën. Als ik mijn vrouw om geld zou moeten vragen, zou dat alleen maar onaangename problemen veroorza- ,,U weet waarschijnlijk", antwoord de koningin Wilhelmina, ,,dat de Ne derlandse grondwet de functie van Het koninklijk gezin, de Duitse overval, in Huis ten Bosch. Links prinses Beatrix; op de knieën van prins Bernhard prinses Irene. prins-gemaal niet kent. Die titel be staat niet en er zijn dus ook geen voor zieningen getroffen, op grond waarvan aan de prins-gemaal een inkomen kan worden toegekend... Dat kan misschien wel veranderd worden." DE „voorlopige verloving" zou vol gens de „overeenkomst van Bad- Weissenburg" drie maanden geheim worden gehouden. De pers kreeg er echter spoedig lucht van, waardoor reeds op 8 september 1936 de offi ciële verloving werd bekend gemaakt. In het laatste hoofdstuk van het 350 pagina's tellende boek heeft de auteur net over een „staatszaak", waarin prins Bernhard zijn eigen principes heeft, welke hij ook resoluut zal ver dedigen. Die „staatszaak" in kwestie is de toekomst van de prinsessen. Ten aanzien van dit punt heeft prins Bernhard tegen Hatch gezegd: „De tijd is voorbij, waarin de ouders uitmaakten met wie hun kin deren zouden trouwen. Mijn vrouw en ik voelen daar niets voor. Ken huwelijk kan slechts duurzaam ge luk brengen als het op de gewone manier tot stand komt: ,,Ik vind je aardig. Ik word verliefd op je. Goed! Laten we er dan eens over nadenken en kijken, of we nog van elkaar zullen houden, als de eerste romantische verliefdheid voorbij is. Kunnen wij samen een succes ma ken van ons huwelijk?" Als liet niet zo gaat, zouden wij er voor on ze dochters niets- voor voelen." Hard werkend IEMAND van koninklijken bloede? Niet beslist noodzakelijk, heeft de auteur uit zijn gesprekken met de Prims opgemaakt. Als mogelijkheid heeft hij uit de mond van de laatste genoteerd: „Een hard werkende zoon uit een algemeen geachte familie. Ik kan me niet voorstellen dat mijn dochters gelukkig zouden worden met de een of andere leegloper. Ik ben er zeker van dat de man van hun keuze iemand zou moeten zijn, die iets bereikt in de handel of de industrie, in de weten schap of in de kunst, of op nog ander terrein. Het is altijd moeilijk om de ware man te vinden, maar daarover behoeven we ons voorlopig geen zor gen te maken. Als ze verliefd worden, goed! Als ze nog wat wachten, vmd ik dat ook best, want ik wil graag dat ze nog een poosje van hun vrijheid genieten en wat meer van de wereld „Alleen. IN dat zelfde laatste hoofdstuk wordt nog van enkele bijzonder angstige momenten verhaald, welke prins Bern hard bij het onderwaterzwemmen ir West-Indië meemaakte, en die hem voor goed van zijn enthousiasme deze nieuwe sport genazen. „Mijn vrienden gingen één één terug", registreerde de door Alden Hatch gebruikte bandrecor- der, „en plotseling was ik alleen Ik had ook terug moeten gaan, want ik had nog niet veel erva ring... Ik vermoed dat ik te sr.el gezwommen heb, of dat de stoftoevoer onklaar is geraakt. Ik kreeg niet genoeg lucht. Ik tracht te me van de zware camera, die oir m'n hals hing, te ontdoen maar ik raakte in verwarring, ging naar oppervlakte, en ontdekte dat ik leen was en een heel eind van kust. Ik rukte de camera af mijn mondstuk verdween Toen drukte het lood om m'n del me omlaag. Ik kreeg veel ter binnen en slaagde er niet ir van het lood en de zuurstoftank te ontdoen. Ik kwam te op een rif, wat een geluk wa: me tien meter meer ar rechts had bevonden, zou ik voor goed verdwenen zijn in diep water. Een lid van het gezelschap, de heer Ras ters, zag me toevallig naar me toe. Hij dook, bevrijdde me van m'n uitrusting en bracht me bewusteloos boven"... De Gaulle weer voor radio en televisie Officieel is bekendgemaakt, dat de Franse president, generaal De Gaulle, donderdag een rede zal houden, die door radio en televisie wordt uitgezonden, en wel om één uur en om acht uur (Ned tijd.) Met *ijn reeds diep in de nationale boek over prins Bernhard beeft de Amerikaanse auteur Alden Hatrh een scbot in de uitgeverij had nam landen srhadu Becht icn bir r de Prins der Nedei i 64-jarige Hatch, wie prins Bernhard nog nimmer gepubliceerde tientallen personen, die nauwe relatie met het Hof onderhielden of onder houden, waren trouwens even open- Hij heeft zich geheel op het schrij- op biografieën van mensen, op wie de publieke schijnwerper lange tijd stond of staat gericht. Zo verschenen van zijn hand o.m. levensverhalen van Woodrow Wilson, Franklin D. Roosevelt, de weerbarstige Ameri- kaanse tankgeneraal Patton. generaal De Gaulle en paus Pius XII, waartoe hij, bijzonder genoeg, als protestant werd aangezocht. Het boek „Prins Bernhard Zijn plaats en functie in de moderne monarchie" werd evpneens als op dracht uitgewerkt. Initiatiefnemer is namelijk de uitgeverij Becht, die op zijn verzoek een biografie over de Prins der Nederlanden te laten schrij ven het volgende antwoord van tdijk ontving: rekeni jven, achter de fei- lelijke juistheid ervan moet ik kun nen -taan. Dit houdt in, dat ik mijn volledige medewerking moet kunne Hie ik bereid, echter de biograaf iemand is die volkomen fris en onbe vangen tegenover zijn onderwerp staat, waarvan hij iedere afstand, die hij wenselijk acht, moet kunnen nemen. Ik verafschuw iedere vorm van mooischrijverij. Een boek als dit moet de werkelijkheid weergeven, of het komc niet tot stand. Als u de knul iwijzi daai i ik tor interviews, die Hatrh rnhard heeft gehad over wat hij goed of fout heeft ge daan", heeft hij de vorige week nog in Nederland gezegd, „maar over datgene wat hij prerirs heeft gedaan en wat de mensen kan interesseren" is een meesterwerk ontstaan, dat een srherpe analyse geeft van de man, die het Koninklijk Huis en het Nederlandse volk zo na aan 't hart ligt- \erschillende aspecten van deze doende bi o'grafiehebb™" e^eed""/» ons nummer van gisteren behandeld. Omdat er nog zoveel meer te vertel len is, hebben we gemeend opnieuw een greep uit het hoek te doen. waarhij op het woordje „greep" wel een bijzonder accent moet vallen. BEGROTINGSONDERWIJ S De begroting van het departement van onderwijs, kunsten en weten schappen voor 1963 zal volgende week in een openbare commissiever gadering van de Tweede Kamer worden behandeld. De agenda omvat 197 punten. Hierin zijn o.m. opgenomen de vijfdaagse werkweek bij het onderwijs, de invloed van de Europese integratie op het onderwijs, de salariëring van onderwijskrachten, verkeersonderwijs, de huisvesting van studenten (o.a. de campus-gedachte», ontgroening, de subsidiëring voor jeugdvorming, de ontwikkeling van de sporttoto, „doping", be stemming tweede televisienet en derde radioprogramma en „Veronica". VRAGEN OVER ONTGROENING Dr. W. H. Vejmooten (soc.) heeft verzocht mondelinge vragen te mogen stellen aan de ministers van onderwijs, kunsten en wetenschap pen, landbouw en visserij en justitie. Aangezien de Kamer donderdag 18 oktober niet vergadert, is de voorzitter voornemens in de vergadering van dinsdag, 16 oktober, voor te 6tellen in deze vergadering onmiddellijk gelegenheid tot het stellen van de vragen te geven. Indien de Kamer zich met dit voorstel verenigt, zal de heer Vermooten vragen of de ministers niet van mening zijn, gelet op de in de laatste jaren bij herhaling ge hoorde ernstige klachten over kwalijke ontgroeningspraktijken, dat er in het algemeen bij de ontgroening, met name van de mannelijke studen ten, sprake is van een toenemende verruwing, die de grenzen van het strafbare bij herhaling bedenkelijk benadert en nu en dan zelfs over schrijdt. Tevens vraagt hij of de ministers bereid zijn, een commissie in het leven te roepen, die een grondig onderzoek instelt naar de ont- groeningspraktyken aan alle rijksuniversiteiten en hogescholen, voor zo ver het de mannelijke studenten betreft, en de Kamer van de resultaten van dat onderzoek in kennis te stellen. MESSEN EN LUCHTBUKSEN Is het niet noodzakelijk, gezien het toenemende aantal gevallen van geweldpleging met messen, stiletto's, knipmessen e.d. de verkoop van dergelijke wapens te beperken en onder controle te brengen, gelijk dit is geschied ten aanzien van vuurwapenen in de vuurwapenwet? Zo wordt gevraagd in het voorlopig verslag van de commissie voor justitie uit de Tweede Kamer op het wetsontwerp tot vaststelling van de begro ting van het departement van justitie voor 1963. Geldt dit voorts niet ten aanzien van luchtbuksen e.d. gezien de kans op ongelukken met dit .speeltuig"? VOORVERPAKTE LEVENSMIDDELEN In het voorlopig verslag van de commissie voor justitie uit de Tweede Kamer over het wetsontwerp tot vaststelling van de begroting voor 1963 wordt de vraag gesteld of de minister van justitie het gezien de ontwik keling van het zelfbedieningsbedrijf niet in het belang zowel van de bonafide handel als de consument acht dat de wetgeving aan het ver anderde koopsysteem wordt aangepast. Verwezen wordt daarbij naar een persbericht dat in de 6taat New York een wetsvoorstel is ingediend waar bij met het oog op de zogenaamde voorverpakte levensmiddelen de ver melding wordt voorgeschreven van het nettogewicht, de prijs per pond en de verkoopprijs, alsmede de aanwezigheid van een weegschaal, waarop de koper het gewicht kan controleren. AFTREDEN SPIERENBURG De minister van buitenlandse zaken a.L (prof. dr. J E. de Quay) heeft antwoord gezonden op de schriftelijke vragen, die de Tweede-Kamer leden dr. W. J. Schuyt (kafch. v.) en drs. F. M. Nedertiorst (soc.) hadden gesteld naar aanleiding van het voorgenomen aftreden van de heer D. P. Spierenburg als vice-voorzitter van de Hoge Autoriteit van de E.G.K.S. De heer Spierenburg, zo staat in dit antwoord, heeft enige tijd geleden de Nederlandse regering in kennis gesteld van zijn voornemen zijn functie mede om redenen van persoonlijke aard, neer te leggen. Aangezien het voorts de Nederlandse regering bekend was, dat de heer Spierenburg genegen was wederom in Nederlandse staatsdienst te treden, heeft de regering hem een functie in de buitenlandse dienst in uitzicht gesteld. Over de vraag of de Nederlandse regering iemand zal kunnen voor dragen voor de vervulling van de vacature, kunnen nog geen medede lingen worden gedaan. Het is de minister niet bekend op wiens initiatief de publikatie6 die daags voor het ontslagverzoek in de pers zijn verschenen, zijn geschied. DE echte, PIJNSTILLER Kiespijn... maar ook andere plagende pijnen stilt u het snelst met WITTE KRUIS, (poeders, tabletten of cachets I) De Salicyl-vrije pijn stiller, die géén maag- klachten veroorzaaktl Geen bemiddeling in kwestie-Cnba De Algerijnse premier Ben Bella is gisteren met saluutschoten ont vangen op het Witte Huis in Wash ington. President Kennedy zei na de 'ontvangst met militaire eer in zijn welkomstwoord, dat Algerije „nu een grote rol heeft te spelen, niet alleen in Afrika, maar in de gehele wereld". Kennedy bracht in herinnering, dat hij zich in het ver leden ook reeds ten gunste van Algerijnse onafhankelijkheid heeft uitgesproken. In zijn antwoord dankte Ben Bella de president voor zijn „duidelijk en moedig standpunt ten gunste van Algerijnse onaf hankelijkheid vele jaren geleden". Ken- 1027. Verscheidene malen hebben we na de oorlog in de dagbladen kunnen lezen van patiënten die een operatie ondergingen en wier hart tijdens deze ingreep ophield met kloppen. Volgens de gebruikelijke gedachtengang was de persoon in kwestie dus overleden, maar dat bleek toch niet het geval, want de doktoren slaagden er in soms na aanzienlijke tijd de hartslag te herstellen, zodat de patiënt de ope ratie kon overleven. Deze gevallen spreken in het al gemeen sterk tot onze verbeelding niet in het minst door de opschrif ten, waarmee dergelijke berichtjes gesierd plegen te worden („Een do de weer tot leven gewekt!"). We krijgen daardoor de indruk als zou den de wetten die het leven beheer sen, dank zij de vorderingen der wetenschap. hun onvergankelijkheid hebben verloren. En sommigen weten niet eens, of 7.jj zich daarover wei kunnen verheu gen, waarbij zij uiteraard niet de patiënt, maar het verschijnsel zelf op het oog hebben. Het komt ons voor. dat degenen die door een dergelijk onbehagen worden bevangen, te weinig oog heb ben voor de hele en de partiële dood. Het is zeker waar, dat het le ven een keten van levensprocessen is en dat bij het ontbreken van één onvervangbare schakel, het geheel tot stilstand wordt gebracht. Als het hart stilstaat en dus geen zuurstof- houdend bloed door het lichaam wordt gestuwd, zal de dood van het individu onvermijdelijk zijn. Slaagt men er echter in het hart weer tot vernieuwd kloppen te brengen, dan kan de algehele dood voorkomen worden. Op dit beginsel berust bet TOCH IS HET ZO! zgn. kunsthart van prof. Jongbloed, welk apparaat het mogelijk maakt zuurstofhoudend bloed door het li chaam te stuwen, zodat de andere belangrijke organen intact en in functie blijven. Behoeft het uitvallen van een be langrijk orgaan mits de functie tijdig wordt overgenomen dus niet tot de dood van het individu te lelden, omgekeerd betekent de dood van het Individu geenszins de dood van alle organen. Het hart van koudbloedige dieren heeft men da genlang in leven kunnen houden door het met zuurstofrijk bloed te door stromen, en van geguillotineerdtn heeft men zelfs 13 uur na de terecht stelling het hart weer tot kloppen kunnen brengen, welk verschijnsel dagenlang aanhield. We zullen het hier bij laten, omdat het niet onze bedoeling is nog andere hoogst merkwaardige voorbeelden te geven, die door hun griezeligheid wellicht te veel tot de fantasie van sommige le zers zouden spreken. Onze bedoeling was slechts, te laten zien dat de partiële dood niet betzelfde is als de algehele dood van het organisme en Zodat de koppenschrijvers die uitsluitend de hartslag als maatstaf nemen, ten onrechte hebben gespro ken van „weer tot leven wekken", „de grenzen van de dood overschre den" en dergelijke fraaiigheid meer. Want hoewel de grens tussen leven en dood niet te trekken Is lijkt het toch hoogst waarschijnlijk dat In boven aangehaalde gevallen de patiënt nog niet was overleden. Mogen we hierna nog een enkel woordje zeggen over de materiële onsterfelijkheid? (Nadruk verboden). 'nedy heeft dit standpunt namelijk uitge sproken als senator in 1958. Ben Bella lonkte in de richting van de niet-gebonden landen door te zeggen, dat zijn regering zich zal gaan wijden aan „vriendschap cn begrip voor alle volke ren ter wereld". Hoge Amerikaanse autoriteiten hebben duidelijk uit laten komen, dat zU geen prüs stellen op een eventueel aanbod van Ben Bella om te bemiddelen in de kwes- tie-Cuba. Ben Bella heeft te kennen ge geven, dat hij een rol als bemiddelaar ambieert. Hij zal binnenkort een bezoek aan Cuba brengen. Kennedy en Rusk hebben hem echter uitgelegd, dat het geschil twee kernpunten heeft: de militaire en politieke banden met de Sowjetunie en de inmenging van het regime van Castro in binnenlandse aangelegenheden van Latijnsameri/kaan6e landen. Omdat Castro kennelijk deze hin derpalen in ieder geval een van de hinderpalen niet zelf kan opruimen, is bemiddeling nu zinloos, aldus de officiële Amerikaanse mening. De gedachtenwisseling tussen de twee staatslieden, die drie uur duurde, wordt „nuttig" genoemd. Kennedy heeft Ben Bella een uiteenzetting gegeven van de Amerikaanse buitenlandse politiek. Na afloop van de bespreking verhuisde Ben Bella met zijn gezelschap naar Blair House tegenover het Witte Huis voor een gesprek over landbouwkwesties en tech nische bijstand met functionarissen van de universiteit van Maryland. (Advertentie) NEEM DAN lichter dan zwaar, pittiger dan halfzwaar. U' 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 5