Dokter Ravenburg De gouden haren van Tonga v 9 4 \Fm d KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERH ZONDAGSBLAD ZATERDAG 15 SEPTEMBER 1962 VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JE \fANDAAG BEN IK dokter Raven burn wezen feliciteren met zijn negentigste verjaardag. Ik heb er zes uren voor moe ten reizen, maar Ik heb het met blijd- schap gedaan. Deze man, met lijn ontroe rende menselijkheid, neemt In mijn hart een grote plaata in. Hij Is het geweest, die me uit de schemering haalde. Een sche mering, waartegen mijn ogen niet opkon den en als gevolg daarvan een schemering in mijn slel. die mijn levensvreugde deed verkleinen. Ja, dikwijls bijna liet sterven. TTAN AF MIJN GEBOORTE had ik een ge- brek aan mijn ogen. Wat er aan scheelde, weet ik niet. het doet er ook met toe. Dat ik binnen een straal van ruim een halve meter de dingen slechts vaag kon onderscheiden, heeft mijn jeugd versomberd. In dat kleine wereldje zag ik de voorwerpen als door een mist. Buiten deze radius heerste voor mij volslagen duisternis. Wat heb ik me vaak machte loos gevoeld, als ik mijn gezonde lichaam met kon gebruiken zoals andere leeftijdge noten. Hoe graag zou ik mee geravot heb ben met de jongens. Mijn ogen beletten het me echter. Ik kon niet mee hollen, voetballen, haasje-over spelen of wat dan ook. Steeds stond ik er naast. Dat was hard voor mij, een levenslustige knaap, die het bloed in zijn aderen voelde tintelen. Het vrolijke geschreeuw van mijn klasge noten deed enerzijds het verlangen er bij te behoren, groeien, anderzijds verwondde het me. Ik kon met mee doen, ik stond er buiten! Ook binnen de muren van het schoollokaal vormde ik een uitzondering. Maakten de andere leerlingen hun werk op leien, ik kreeg een groot vel papier voor me. waar ik mijn taak met reuzenletters op neerschreef. De klas kon zien wat er zich rond haar afspeelde, ik niet. Andere kinderen konden door middel van hun blik ken contact met elkaar opnemen, ik niet. Door mijn gebrek werd ik noodgedwongen geïsoleerd. Had iedere jongen en elk meis je iemand naast zich zitten, ik had een bank alleen. O, het is hard een randfiguur te moeten zijn. Het doet zeer te ervaren, dat je met volwaardig bent, dat je niet ten volle deel kunt nemen aan het bruisende leven, dat je lokt. Vooral als je kind bent en je zo graag mee wilt doen. is het niet Semakkeltjk je lot te aanvaarden. Wat heb c me dikwijls verlaten gevoeld, als ik, staande op de grens van het vrolijke leven, slechts mocht luisteren naar de geneugten van sport cn spel. Vaak balde ik mijn kleine vuisten in de broekzakken om de tranen tegen te hou den cn slikte ik moeizaam de brok in de keel weg. Tegenover de mensen probeerde ik me flink te houden door te glimlachen. Ja. zelfs mijn moeder trachtte ik buiten mijn verdriet te houden. In bed heb ik evenwel menigmaal het kussen natge- schreid, murw geslagen door het telkens terugkerende: je kunt niet. De hoop op genezing was langzamerhand vervlogen. Sinds jaren stond ik onder behandeling van twee artsen, die niet in staat waren me te helpen, ze konden alleen maar het feit constateren. Eén keer in de drie maan den moest ik bij hen komen. Het bleef dan bij het opnemen van de toestand, meer doen was niet mogelijk. En die toestand veranderde niet, noch in positieve noch in negatieve zin. TOEN IK WEER eens een controle-be zoekje bracht, ontmoette ik dokter Ra venburg. Hij vertelde me. dat zijn colle ga's met vakantie waren en dat hij hun praktijk zolang waarnam. Hij onderzocht mijn ogen lang en nauwkeurig. Daarna wild# bi} JÜlaw-VBn me weten. Zelfs dingen die in de verste verte niets te maken had den met mijn ogen, moest ik hem meede len. Eindelijk was hij klaar. Hij leunde te gen zijn bureau en stond onbeweeglijk, zonder een woord te zeggen. Zijn witte ge stalte kon ik aan de horizon van mijn we reld net onderscheiden. Hij bevond zich dus vlak bij me. Het was doodstil in het ver trek, ik hoorde slechts zijn ademhaling. Wel tien minuten lang zweeg hij. Toen vroeg hij: ..Ben je bang voor pijn?" Ik richtte mijn hoofd naar hem op en ant woordde: ..Nee dokter", terwijl do reeds gedoofde vlam van de hoop opnieuw op laaide. Gespannen wachtte ik wat hij ver der zou zeggen. Zou hij me beter kunnen Een zet! maken? „Kom morgen met je moeder bij me terug." beëindigde hij het onderhoud. Ik stond op en vertrok. Hij bracht gen." Nog nooit heb ik de weg naar huis zo snel afgelegd. Het duizelde in me. Stel je voor, dat mijn ogen weer gezond werden! Dan zou er een eind komen aan mijn ver drietig en afgezonderd bestaan. Ik zou mee kunnen doen! Ik zou echt kunnen le ven. Ik zou..., ja ik zou alles kunnen doen. Bang voor pijn was ik niet. Ik leed elke dag immers pijn en die pijn was veel groter dan ik zou moeten doorstaan. Als ik maar beter werd! Mijn apathische houding was eensklaps verdwenen en veranderd in opgewonden heid. Uitgelaten kwam ik thuis en vertelde wat dokter Ravenburg had gedaan en ge zegd. „Maak je niet al te blij, jongen." zei mijn moeder zacht, ..anders kon de te leurstelling wel eens des te groter worden." „Nee." antwoordde ik stellig, „ik geloof, dat het kan." Er was weer hoop in mijn hart gekomen en die maakte me sterk. Ik had vertrouwen in dokter Ravenburg. Hij zou me helpen, dat geloofde ik beslist. De volgende morgen ging mijn moeder mee. Aan haar zwijgzaamheid merkte ik. dat ze even gespannen was als ik. Voordat we naar binnen gingen, zei ze: „Hoop niet te veel. kerel." Even later zaten we voor dokter Ravenburg. „Er is een kans, dat zijn ogen na een behandeling weer nor maal zijn." vertelde hij mijn moeder. „Die kans is echter klein. Dat moet U zich goed realiseren. Faal ik. dan is Uw zoon blind en is hij er nog erger aan toe. Het wordt dus er op of er onder. Het risico is groot. Denkt U rustig na, voor U een besluit neemt." „Doen." zei ik, voordat mijn moeder kon antwoorden. „U hoort het." reageerde ze. „Koos wil het en dan zal ik me er niet tegen verzetten." „Goed", ant woordde dokter Ravenburg, „kom dan vol gende week dinsdag om tien uur in het ziekenhuis. Hij hoeft niet te blijven. Wel zullen zijn ogen veertien dagen verbonden moeten zijn." Hij wendde zich tot mij en zei: „Denk er aan Koos. dat de kans klein is en dat de uitkomst wel eens anders kon zijn, dan jij zo stellig verwacht. Bereid je daarop'voor." „U zult slagen", zei ik be slist, „ik voel het." „Jij bent een dapper ventje", glimlachte hij, terwijl hij ons uit liet. DE DAGEN die volgden, waren geladen. Ik verlangde naar de dinsdag, de dag, waarop ik geholpen zou worden. In mijn gedachten leefde ik vooruit. Stel je voor, weer gewoon te kunnen zien! Heerlijk zou dat zijn! Ik zou kunnen rennen in plaats van behoedzaam voort te gaan. Ik zou kunnen fietsen, ik zou de vogels, de zon, maan en sterren kunnen zien. Ik zou het stadsleven, dat ik nu alleen maar hoorde, kunnen gadeslaan, ja ik zou echt genie ten! Een koortsachtige vreugde overweldigde mij bij mijn dromerijen. Zien, te kunnen zien! Was er iets mooiers denkbaar? Mijn eenzaamheid zou worden doorbroken. Ik hoefde niet langer op een afstand te staan, maar ik zou worden opgenomen in het ge wone leven. Men zou de aparte zorg voor mij laten schieten en me gewoon behande len. Ik zou niet meer gehandicapt zijn. De dagen duurden lang, maar-eindelijk brak de dinsdag aan. Ik was 's morgens vroeg wakker, nu zou het gaan gebeuren. Aan tafel probeerden vader en moeder nog maals me ervan te doordringen, dat de mogelijkheid van succes gering was. Ze wilden me een onverwachte teleurstelling en groot verdriet besparen. „Ik weet het wel", antwoordde ik, „maar ik geloof niet. dat ik volslagen blind zal worden. Ik zal over een poosje kunnen zien, ver zien!" „Laten we het hopen en bidden", zei va der, terwijl hij de handen vouwde en God smeekte het werk van dokter Ravenburg te doen slagen. Dat gebed sterkte me nog meer in de overtuiging, dat ik zou gene- 8. Uit een parttj Szekely-Rayna (Boedapest 1962 het 2 pleeg bracht ons naar dokter Ravenburg. die ons vriendelijk begroette. „Het zal niet zo heel lang duren", zei hij tegen mijn moeder. U kunt wel in het dagverblijf wachten." Moe der kuste me en verliet ons. terwijl dokter Ravenburg me meenam naar een kleine zaal. Ik wist. dat ik pijn zou lijden, maar ik vreesde niet. Ik wilde beter worden en die wil deed me alles verdragen. Moedig ging ik dan ook met hem mee. Toen ik enige tijd later naar mijn moe der werd geleid, was mijn hoofd in een dik verband gewikkeld. Mijn ogen brandden me in mijn hoofd. Nu zag ik niets meer. Ik was hulpeloos, doch ik voelde me niet ongelukkig. Het was gebeurd, ik stond er achter. En al was de uitkomst nog onbe kend en twijfelachtig, het maakte me niet bang. In mij was het zeker weten, dat slechts veertien dagen duisternis me scheidde van het licht. En wat betekenen dan twee weken? Moeder omringde me deze weken met bijzondere zorg. Zo veel ze kon, was ze in mijn nabijheid. Ze deed al les om de veertien dagen zo aangenaam mogelijk voor me te maken. Ze had me echter niet telkens voor moeten houden, dat ik niet te veel moest geloven in een succesvolle uitkomst. Ze bedoelde het goed. maar haar woorden maakten me bang. Toen er één week voorbij was, sloop de twijfel en daarmee de angst in mijn hart. In die ogenblikken voelde ik me neerslachtig en verlaten, moeders liefde volle toewijding ten spijt. Maar dan was er weer de hoop, die me zei, dat moeder ongelijk had. De nieuwe dag zou aanbre ken! De laatste dagen duurden lang, ik leefde tussen hoop en vertwijfeling. Nu eens zong het in me, dan weer overviel me de vrees. Ik was blij, dat de dagen vol pijnlijke onzekerheid voorbij waren en mijn moeder me naar dokter Ravenburg bracht. Ik zou weten wat mijn lot zou zijn. Toch was mijn gang naar de dokters woning geen opgewekte. De vrees voor goed blind te zijn, groeide gestaag. Ik trilde over mijn gehele lichaam en het klamme zweet brak me aan alle kanten uit. Mijn keel leek toegeknepen. O. als mijn ogen dood zouden zijn! De kans op genezing was immers klein?! Met knikken de knieën en loodzware voeten stapte ik het koele huis binnen. Eenmaal bij dokter Ra venburg, werd ik evenwel volkomen rustig. De kalmte van de arts sloeg op mij over, mijn angst ebde weg. „Zo Koos,", sprak hij me toe. „we gaan die doekjes er eens af halen." Hij pakte me bij de hand en nam me mee naar een andere kamer, tenmin ste dat meende ik. „Als ik het verband van je ogen doe en je ziet niets, schrik dan niet, want je bent in een duister vertrek". (Vervolg) Het meisje lachte harte lijk. „Je bent een grappema- ker. hoor. Ik ben Tonga, de dochter van Graaf Wie- dewier. De Grote Tove naar heeft mij ontvoerd en in dit paleis onderge bracht. In een oud boek. dat helemaal gescheurd was, heeft hij namelijk een toverrecept gevonden waar voor gouden haren nodig zijn. Dus had hij iemand nodig, die gouden haren heeft. Maar omdat het boek zo oud en gescheurd is en vol vlekken zit, heeft hij het recept nog altijd niet kunnen ontcijferen. Al drie jaren lang probeert hij het tovermiddel te vin den. dat heel machtig schijnt te zijn. Maar hij kan het niet vinden. Er moeten gouden haren aan te pas komen, dat is at les wat hij weet. Maar wat hij nu met die gouden haren moet doen. of bij ze moet koken of bakken of braden...dat kan hij maar niet ontdekken En zolang hij het niet heeft ontdekt. blijft hij mij gevangen hcu- „Wat een mispunt", gromde Frederïk. „O. ik word wel goed verzorgd en het paleis is mooi... ik mag ook in de tuin wandelen," vertelde Tonga. „Een paar weken geleden heb ik eindelijk een zwakke plek in de Groene Muur gevonden, zodat ik ook in bet bos kan komen. Maar dat is zo onmetelijk groot dat ik de uitgang er van niet kon vinden. Soms. DOOR THEA BECKMAN midden in de nacht sluip ik naar buiten en ga zoeken. De vorige nacht vond ik een jongeman. Hij lag te slapen en zag er moe en hongerig uit. Het was qjet ver hier vandaan en ik heb wat eten en drinken voor hem neergezet" „Ja", lachte Frederik. „Dat klopt Dat was ik. Nog wel bedankt, Tonga." „Maar toen kon ik je zien!" riep het meisje ver baasd. „Ik begrijp er zelf ook niets van," zuchtte Frede rik. „Eigenlijk is het jam mer dat je me niet ziet, want ik ben een heel knap pe jongeman." „Wat doen we nu?" vroeg het meisje. „Ik ben heel blij dat je de weg naar mijn gevangenis hebt gevonden... maar daarmede ben ik nog niet thuis. En ik verlang zo naar mijn vader en moeder." „Ik zal je wel bij hen brengen," beloofde Fre derik gul. „Hoe?" „Gewoon, door het bos." „Maar dat is zo onmete lijk groot en..." en de uitgang is niet te vinden, wil je zeggen? Ach kom... ik ben ook ingekomen!" frwljl I Oen gering» «>«un, meende tillNeen, dan wij arme partij- speler». die het helemaal op eigen kraclit moeten doen. Wij moeten maar op ons eigen oordeel vertrouwen, hoe onbetrouwbaar dat ook moge zijn. Niemand die o n komt met het gerac van de redacteur van et rubriek, dat wij nu écht^ei verder ij. terwijl hij de windsels begon af te wikkelen. Dit duurde niet lang en toen ik mijn ogen kon openen, keek ik in het ge spannen gezicht van dokter Ravenburg. „Dokter", zei ik, „ik zie, dat U een witte jas aan hebt endat U huilt" Tranen van ontroering stonden in zijn ogen. Hij greep me bij de schouders en jubelde: „Het is gelukt, kom mee naar je moe der." Ik volgde hem als in een droom, overstelpt door het geluk te kunnen zien. Alles, zelfs de dode dingen, lachten me vrolijk toe. Ik kon zien, de wereld was een paradijs! ONGEVEER EEN WEEK later kregen we een brief van dokter Ravenburg met het verzoek of ik vrijdag aanstaande bij hem in het ziekenhuis wilde komen. Niet begrijpend zag ik mijn ouders aan. „Mis schien wil hij je ogen nog eens zien", ver onderstelde vader. Hij vergiste zich ech- In het "zaaltje, waarin we ons bevonden, zaten zeven en zestig heren. „Witjassen", noemde ik ze in mijn gedachten. Ietwat verlegen met mijn houding onder al die vreemde blikken, zag ik mijn weldoener aan. Hij lachte vriendelijk en zei: „Koos, ik heb deze mannen jouw geval verteld en nu wilden ze je graag zien. Vandaar dat ik- je gevraagd heb even hier te komen.' zweeg en keek me met een eigenaardige glans in zijn ogen aan. Toen vervolgde hij: „Ik heb hen gezegd, dat je je moedig, heel moedig zelfs, hebt gedragen. Geef hen allemaal maar een hand, dan kunnen je goed bekijken." Ik wist niet wat ik aan had en schroomvallig stapte ik op de eerste man af cn stak hem de hand toe. Die stond op, schudde mijn hand en over handigde me daarna een zilveren gulden. Ik ging naar de tweede en drukte hem de hand. Ook van hem kreeg ik een gulden. Eveneens de derde, vierde enzovoort. Nooit vergeet ik dat ogenblik! Ik had een blauw windjack aan en telkens wanneer ik een geldstuk kreeg, stopte ik het hier achter. Ik kreeg een kleur van opwinding over de ze verrassende gebeurtenis. Eindelijk had ik ze allen gehad en keek ik naar dokter Ravenburg. Die stond met de armen over elkaar geslagen toe te zien. Om zijn mond speelde een glimlach. Hij kwam naar me toe en liet me uit. Bij de deur gaf ook hij me een hand en een zilveren munt. ter wijl hij zei. „Het beste Koos en tot ziens." Met een bolstaand windjack vol guldens en een hart vol geluk begaf ik me naar huis en prees me gelukkig deze man ontmoet te hebben. ONZE BRIEVENBUS miiiHiiiiiniii Dag nichten en neven, Hoe gaat het met jullie? Wat krijgen jullie al weer veel huiswerk! Het wordt nu hard blokken voor het eerste rapport. Ja, het gaat nu echt herfst worden, meisjes en jongens. De bladeren vallen al van de bomen en over zes dagenis het zo ver. Maar niet getreurd hoor! We kunnen dan ook nog heerlijk van het buitenzijn genieten, want dan is het ook prachtig in de natuur met al die mooie kleuren. Misschien komt de zon ons ook nog veel verwennen en kunnen we echt nog wel eens een keertje naar het strand gaan. Wat zon dat fijn zijn! Vergeten jullie niet je naam onderaan de brief te schrijven? Tante Jos krijgt nog steeds brieven zonder naam en dat staat toch niet netjes? We moeten echt geen kleine anonieme brievenschrijvertjes worden hoor! ■■lil De oplossing van de puzzel Ls: horizontaal, kas, slof, hoed, auto, tas, koe, klok, bed, uil, doos, peer en smid. Vertikaal (dus van links naar rechts) krijgen we sleu telbloem. Do hoofdprijs gaat naar Le- nle Buytendljk Gorlnchem. Dc troostprijzen krijgen thuisgestuurd Jan Bot Vlaar- dlngen, Ada Brandwijk Gies- sendam en Lenie Buys1 Nieuwpoort. Lang zullen ze leven! Adrle de Groot, Beppie v. d. Heu vel, Arie van Meijeren, Geri Molenaar en Marijke Ree- deker van harte gefeliciteerd met jullie verjaardag van de nichten en neven. We gaan nu de brieven be antwoorden. Ja nu kreeg ik een briefje van een meisje dat op 4 sep tember naar de mulo is ge gaan. Waar zij woont weet ik ook niet. Vergeet je niet meer je naam onder de brief te schrijven? Heerlijk dat je iedere dag kan gaan zwem- het op de Ho- Rudolf Akkerhuis, Rotter dam. Heb je genoten? Heer lijk dat je ook nog op de boot hebt geslapen. Waarom schreef jij niets, Bcrty v. d. Akker, Schiedam? Geweldig dat jij broertje hebt gekregen, Mar griet Aksc. den Haag. Theo is is een mooie naam hoor! Mag je hem ook weieens vasthouden? Kan hij al beetje lachen? Was het fijn bij oma? Jij hebt ook al zo'n liei broertje gekregen. Joop Al- bias, Rijsoord. Nou en of ik Johan een leuke naam vind. Is Lijdie jouw zusje? Is hij stil eeweest in dc kerk? Oef, meisjes jongens wat staat er middenin de tekening een gro te zak met goud- Hoe zou hij daar gekomen zijn? De vraag is nu, welke weg naar de zak gaat. Ver tellen jullie dat maar eens ir oplossing, welke weg je moest ne men om bij de zak te komen. Zenden jullie de oplossing in voor dinsdag 18 september? ieSaH3eScKSCgaK8<!Sa<ScS<*<S<£cKSeg^^ rlan nog rtkf p*r opmerken Maar r ie weten dat dM *1 8 I I -Louhl (Varna 1962) 7 A:^I AAI X 6 i 5 tl L A 4 S' IE 9 A 1 f k 8 O i E i 'W 2 ■»- 9 F! X an 1 T mW B a b c d e f g h «n.-' hoog is. Wat zijn de mensen klein hè als je daar zo hoog Hoe heb jij het op je ver jaardag gehad, Nelly van Antwerpen, Monster? Je schrijft er helemaal niets over. Zijn je vriendinnen niet geweest? Ben jij nog bruin geworden aan het strand? Wat heb je allemaal op de handwerkles gemaakt? Natuurlijk mag jij ook een nichtie worden, Ingrid van Apeldoorn, Vlaardingen. Har telijk welkom hooor! In wel ke klas zit jij? Heb je nog meer zusjes en broertjes? Jammer dat jij niets schreef, Ineke Arensman, Zierikzee. til éëweésf in~_de_ "kerk' Heb W een aardiSe 3"f- Prachtigdat "ulhe er alle-i^,^aa"tje maal zo dichtbij mochten Baak' hchcvmingcn? Leer jij slaan. Jammer dat Berrie ve"'0 w0> e00"l? Vind Je met mee kon Heeft hij alles,00"3'"1 Duok m°°,? Heb al goed op de band kunnen ho- |.ens .®®n Pf138... gewonnen, ren? Nou of de Euromast100" dikwijls naar het strand geweest? Wat kreeg ik van jou een mooie kaart toegestuurd, Li- da en Annelies Baardman, Hardinxveid - Giessendam. Hebben jullie genoten in Haamstede' Ik miste jullie brief deze keer. Hoe komt dat? Er zijn zoveel meisjes en jongens die nog aan de beurt zijn. Wijntje Baars, Slie drecht. Schrijf jij alleen Van jou kreeg ik ook al kantie? Ben jij nog aan het logeren geweest? Jij moet al vroeg naar school hoor Mary Baljeu, Honselersdijk. Krijg je veel huiswerk? Nou en of tante Jos een pret tige vakantie heeft gehad. Jammer dat het zo gauw voorbij is. Gaan jullie alle maal naar Prinsjesdag? Veel plezier hoor! Doe jij er de volgende keer 'een briefje bij, 'Henk Bas- tiaans, Schiedam. OPLOSSING VAN DE VORIGE PUZZEL Horizontaal: 1. Vianen, 6. duo, 8 Clinge, 13. melati. 14. steeds, 15. R.D., 17. sap. 18. dop, 20. Lea, 21. v.L, 22. dom. 24. rakel, 26. lat, 27. emoe, 28. Bemelen, 30. Deli, 31. net. 32. Pau, 33. ges, 35. ale. 36. kaste, 38. ge bed. 40. Endor. 42. erker. 44. Irmin, 47. Edda, 48. non. 49, Ezau. 50. saldo, 52. Assen, 54. onder, 56. eerst. 58. Terek. 60. men. 62. set. 64. Gen, 65. bod. uier. 68. Meteren. 71. kadi. 72. Idc. 74. reden. 76. rue, 77. de. 78. net. 80. leg. 81. ras. 33. S.V., 84. Selene. 85 emotie. 87 Nispen, 88. Rijn, 80. Borger. Zo vaak heb jij (och nog niet geschreven. Marrle Bate laan. Bodegraven? Dit vijfde keer! Hoe vind je Frans? Jij hebt een mooie te kening gemaakt hoor. Harte lijk bedankt! Geweldig dat jij nu blok- kaart, Mattie fluitles krijgt Truus v. d. Berg, den Haag. Vind je het fijn? Wordt het kleedje mooi? Heerlijk dat jij zo hebt genoten in Ermelo? Boompje verwisselen is leuk hoor! Be dankt voor jullie mooie kaart. Ik was er erg blij mee! Jammer dat Ria nu precies in de vakantie mazelen kreeg. Dikkie v.d. Berg. den Haag. Kon mamma helemaal niet weg? Fijn dat jullie mee mochten rijden. Hoe gaat het op school? Wil jij een nichtje worden, Femmie v. d. Berg. Z\ tante Jos vergeten was. Plet Bezemer, Sliedrecht. Krijg je nu ook Frans op school? Ben jij nog aan het logeren ge weest in de vakantie? Wat heb jij genoten van de „bots autootjes". Waarom schreven jullie niets Loes en Astrid Bliek. Wil jij een nichtie worden, Gerda Blok, Slikkerveer? Fijn dat jullie, op een boer derij wonen. Grappig die klei ne biggetjes. Groeien ze goed? Jij kan natuurlijk al tijd fijn spelen op de boerde rij. Heb je nog meer zusjes en broertjes? Bedankt voor je tekening hoor! Fijn dat ik zo'n mooie kaart van je kreeg Hansje Blljleven, Leiderdorp. Heer-? lijk dat jij zo in de bossen hebt genoten. Heb je nog eekhoorntjes gezien? Wat jouw prijs? Waarom schreef jij niets, Sela Boekema, Rotterdam? Jij hebt een verre reis ge maakt hoor Fieke Boclhou- wer, Pljnacker. Ben je bruin geworden? Je hebt natuurlijk veel kunnen zwemmen. Is Arie ook meegeweest? Heb je al veel op ae handwerkles gemaakt? Jij hebt ook al zo'n fijne vakantie gehad, Wim den Boer, Beesd. Hoe vind je de aardrijkskundeles? Welke spelletjes hebben jullie allemaal gedaan, Kees Bol, Voorburg? Jammer dat het veel geregend heeft in de vakantie. Heb je mooie films gezien? Heb je nog eekhoorn tjes zien springen? Hoe vind je het nu op school? Fijn dat jullie goed weer hadden in de Efteling, Lenlc Bolluyt, Dinteloord. Ja die sprookjes zijn leuk hoor! Hoe vond je het in Blijdorp? Het raadsel vind ik erg moeilijk hoor. Schrijf je me het de volgende keer? Tante jos i s 27 oktober jarig. Waarom schreef jij niets Bertjan Borsje, Rotterdam? Volgende keer wel? Anneke Bos, 14 jaar, Kerk- weg 23 in Pijnacker, wil graag een correspondentie vriendin hebben. Wie wil met haar schrijven? Ben je het al weer gewend op school Marjan Bos, Bleis- wijk? Hoe vindt Gerda het op school? Heb jij een fijne va kantie gehad? Grappig dat Marian nog i'n klein broertje heeft, de| Marjolein Bos, Naaldwijk. ïp Krijg je al zoveel huiswerk mee? Ben jij vaak naar het strand geweest? ab cdefgh t Uit een portd Ga*tony-ArcukVlch, i Lenlngrad-Boedapesl 1962) ±1 A A A MaO DA, publiceerden onder de 1 Deze «lelling kwam v I Te7'l! Kxe7 2 Txg8t e >ok. En dat in 1697! inwlnat. Een bekend t Pormth-AloU: 1Tc2' 2 Dx»2 Dxd4 3. FgS De.V 4 Kh4 b3 5 Dc6 T(6 8 Dc8t Kh7 7. Pf8t Txre 8 Dx(8 Df2t idodeUjk) 9 R3 g5' 10. Kh3 PxMt' en wit gaf het op. Er volgt U. gxft Df3 of 11. Kg4 De2 r abcdefgh Wit aan zet won. Horizontaal: 1. zoon van Noach. 4. boerderij. 8. lichaamsdeel, 12 vordering, 13. vrijbuiter. 14. werktuig van de kunstschilder. 15. voorzetsel. 16 wijzer van een kompas. 17. plaats voor duiven, 18, term bij het boksen* <afk i. 19 stapel. 21. voor, 22. schel, 24. metaalsoort. 26. de dondergod bij de Germanen. 28. troefkaart, 31. nachtgewaad. 33. vast. stevig. 34. stad in Italië. 36. scheikun- dig element (afk 38. achterdeel van de hals. 40. masker (Ind.). 41 boomloot, 43. berg aan het Vierwoudstedenmeer, 44. zelfkant. 45 onvoorzien geval. 47. boom. 49. voorzetsel. 50. gemeente in Z. Holland, 51. mijnheer (Eng.). 53. zelfkant. 55. bijwoord, 56. spijker. 58. ontkenning tEng.), 61. deel van de helm, 62. afgeslo ten hokje. 64. adellijke titel op Java, 66 bijwoord. 68. bekend dier. j 69 zuigbuis, 70. bruto lafk 71. klein kind. 73. gemeente N. Brabant. 74. land in Europa (afk.), 75. aansporin) dan toch. 76. eiland tussen Sicilië en Tunis, 77. hoffeest J Verticaal: 1. munt in Nederland. 2. leemte. 3. spil van een wiel. In 1 4 «oort kachel, 5 samenscholing. 6 plechtige gelofte. 7 dag der £ato' 78 nen 79 ten 81 rob week afk. 8. overdekte marktplaats. 9.telwoord. 10. waterdoorla- m ,ir ii !h R6 *2' I tend, 11 sprakeloos, 13. hoofddeksel. 14. dikke boterham. 17. voor- zetsel. 20 verlegen, 22. danspartij. 23. Europeanen, 25. knopje op een priktol. 27. onachtzaam. 28. bedrog (bargoens). 29. brilschans, 30. persbureau. 32. koninkrijk in 't midden van de Himalaya, 34. I landschap in Beneden-Egypte. 35. plotselinge rijzing van het zée- I water bij eb op de Zeeuwse kusten. 37. ontzaglijk, 39. waterdiepte tussen hoge oevers, 40. touw om iets vast te leggen (scheeps term), 42. sein. 46. huisdieren, 48. puntig voorwerp. 51. jongens naam, 52. voordracht van een gedicht, 54. kleefmiddel. 56. houten den geschreven. In de linker bakje. 57. melaatsheid. 59. lijst. 60. rivier in Rusland. 61. huisdier, bovenhoek vermelden- Puzzel 63. onderricht. 65. reinigingsmiddel. 67. waterloop (gewestelijk). oovennoek vermelden. .Puzzel uitroep. 69. vlies, vel, 72. inhoudsmaat (afk. 73. muzieknoot, voorzetseL dam. 7. Ospel. 8. cel, 9. leer, 10. Ida, 11. N.S., 12. editie, 16. domein. 19. oker. 21. vallei, 23. mot, 24. reute. 25. leger, 26. Lea. 28. bas. 29. neb, 32. par does. 34. seizoen. 36. kodde, 37. ernst, 38. genet. 39. drank, 40. cis. 41. del, 43. Kos, 45. mud. 'tfi- nor- 51. Ameide. 52. aster, 75 aansporing: vooruit 53. negen, 55. Exodus. 57. rem, .">9. ren. 60. Muiden. 61. r.ee, 63. mede. 65. bar, 66. Diever, 69. teler, 70. Regen, 73. oele, 75. INZENDINOFN Inzendingen worden vóór don derdag a.s. op ons bureau ver wacht. Oplossingen mogen uit buitend op een briefkaart ..De Grote Tovenaar zal ontdekken dat ik ben ont snapt en de spotvogel uit zenden om mij weer op te sporen." zuchtte Tonga. „Hij kan mij immers niet zien," lachte Frede rik. „Maar mij wel," zei Ton ga droevig. „Stil. ik moet nadenken." zr - v pV Tjng zitten. „Neen," zei hij na een poosje. „Ik kan niet den ken met een droge keel en cci .Cge maag." Tonga lachte weer en ver liet dc kamer. Een kwar tier later keerde ze terug met een groot dienblad, waarop brood, boter, een gebraden kippetje, een ap- peltaart en een kruik limo- (Volgende week verder) jullie op de handwerkles? Fijn dat jij je lieve kleine broer ook weieens mag helpen Diny Breedveld nw. Lekkerland. Mag je hem ook in het badje doen? Hoe gaat het op de huishoudschool? Heb je al gekookt? Waarom schreven jullie niets, Robje, Rieteke en En- no Bregman, Hoogvliet? Heerlijk dat jullie zo fijn hebben kunnen sjoelen, Cor- rle Bremmer, Rotterdam. Jij hebt het toch ook al eens ge wonnen? Tante Jos is 27 ok tober jarig, hoor Corrie! Heb jij al mooie slingers gemaakt jor 28 september? Wist jij niets te schrijven *f}§ Roelof v. d. Brink Wasse- Jullie moesten al weer heel vroeg naar school Corrie Brinkman, Maasland. Ho vind je het op de Frans les? Ben je nog wel bruin geworden? Heb je de treden nog geteld? Breederland. Zuidland. Speel vaak met Lenie? Jij bent verwend hoor met zo'n mooie nieuwe jurk en prachtig vest. Welke kleur heeft het? Heb je al veel boeken? Jij bent ook al zo verwend op je verjaardag. Ineke Bree- vaart, Heinenoord. Hoe heten de boeken? Zijn je vriendin nen nog geweest? Waarom schreef jij hele maal niets Joke Brosky, Per nis? ben jij jarig Jij boft maar dat je mooi boek hebt gekregen Le nie Buys, Nieuwpoort. Heb jij lang in Sliedrecht gelo geerd? Hoe gaat het met Miep? Fijn dat ik toch sluis? Heb jij je verlanglijst brief van je kreeg Loei al klaar? Hoe heet jouw zus- Bosch, je? Veel plezier op 24 sep tember. Femmie! Wil jij de volgende keer een klein beetje duidelijker schrijven Jaap Boer, Berken- woude? Tante Jos kon het bij na niet lezen. Prachtig dat jij zo'n mooie olifant hebt ge maakt. Waarom was er bij jullie zo'n groot feest? Moest Heerlijk dat jul een zwembad krijgen, Lenie Bergwerf, Rozenburg. Was de taptoe mooi? Zit Kristine al? Waarover heb jij de op stellen gemaakt? Ben je nog naar de Beer geweest' Be dankt voor je tekeningen Buytendijk, Gorlnchem. Leuk 'dat jij iedere dag de kippen mocht voeren. Ze kenden je natuurlijk al uit de verte. Was oma blij dat je kwam? Hoe gaat het nu met je voet? Is hij weer helemaal beter? Wanneer ga je verhuizen? Wisten jullie niets te schrij ven. Anne Marie Carree en Ineke Claasen? I Jij bent verwend hoor met zo'n prachtig stoeltje Lenie Cocnradi, Vlaardingen. Heb ben jullie veel plezier gehad. Zijn al je vriendinnen I 's avonds geweest? Grappig dat golfslagbad! Het adres van Lenie is H.R. Holststraat 36b Karei Coenra- dic, Poeldijk. Fijn dat jij je >en vader zo goed helpt. Moet je I later ook tuinder worden? den Haag. Hebben T'3 boft maar dat en pappa genoten in I 'nriR aan het logeren bent de vakantie? Waar beu jij geweest a? Bakker, aan het logeren geweest? Maasland. aar heb je gelo- Wat zijn jullie verwend door f>eerdVond je het fijn dat oma en wat hebben jullie Uf w.ee.r ,n.a,'ir huis JP°®8t.-. heerlijk gesmuld van de pan- P Ae i13 3e 70 dichtbij nekoeken. Zijn je broertjes bet..b°s was cn °P ,d?, hoer- ook weer thuis? Heerlijk dat dfr!3 3e natuurlijk fijn je iedere dag kan gaan z Waarom schreef jij niets Jan Bot, Vlaardingen? Nou en of ik met vakantie ben geweest Gera Bot, Vlaar dingen. Je hebt de krant spelen. Hoe is het koken maandag gegaan Was het niet aangebrand? Ik dacht werkelijk dat jij tante Jos vergeten was Lau rence Besemer. Ter Aar. Hoeveel jaar is Margriet? p - helemaal niets begrijp ik uit jouw brief h-Kne-ïmaal-nielU>ve^Waar Heerlijk dat je zoveel hebtheb 3e °P getrakteerd? kunnen zwemmen, toen je weer thuis was. Jij bent wel I jti kantie hebt genoten. Slna den verwend hoor! Heb je al veel het eerst aan de beurt Er is Besten. Schoonrewoerd. Ben op Jt tiets gereden? Hoe lang nu helaas geen ruimte meer je nog brum geworden? Ben (blijft jouw vader weg' Ivoor. Zorgen jullie weer voor je nog op de pier geweest? Natuurlijk kan je niet altijd ccn volle bus? De letters F Nou en of het hier ook veel I vakantie hebben Jan Bouw, t.m. K zijn aan de beurt geregend heeft. Sliedrecht. Hoe gaat het opveel sterkte nichten e Wat heb jij al op de han- i school0p school denarbeidles gemaakt, Jean- Wil jij een neefje worden week. Daag nette van Beuzekom, Capelle Henk Bouwes, Krimpen a.d. a. d. IJssel. Jammer hoor, IJssel? In welke klas zit jij? dat jullie allebei ziek ge- Hoe heet jouw vriend? weest zijn. Ben je nog bruin Geweldig dal juUie zo'n geworden? Grappig dat je ,„s, hebben g^bad Ad. ook nog een hert Debt gezien. Brandwijk, Gieuendant. Heb Waren daar veel konijntjes" j. de film gezjcn, Krijg Je Ik dacht werkelijk dat jij veel huiswerk? Wat maken tot de volgende 'O-s

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 16