Dokter Ravenburg
De gouden haren van Tonga
v
9 4
\Fm d
KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERH
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 15 SEPTEMBER 1962
VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JE
\fANDAAG BEN IK dokter Raven burn
wezen feliciteren met zijn negentigste
verjaardag. Ik heb er zes uren voor moe
ten reizen, maar Ik heb het met blijd-
schap gedaan. Deze man, met lijn ontroe
rende menselijkheid, neemt In mijn hart
een grote plaata in. Hij Is het geweest, die
me uit de schemering haalde. Een sche
mering, waartegen mijn ogen niet opkon
den en als gevolg daarvan een schemering
in mijn slel. die mijn levensvreugde deed
verkleinen. Ja, dikwijls bijna liet sterven.
TTAN AF MIJN GEBOORTE had ik een ge-
brek aan mijn ogen. Wat er aan
scheelde, weet ik niet. het doet er ook
met toe. Dat ik binnen een straal van
ruim een halve meter de dingen slechts
vaag kon onderscheiden, heeft mijn jeugd
versomberd. In dat kleine wereldje zag ik
de voorwerpen als door een mist. Buiten
deze radius heerste voor mij volslagen
duisternis. Wat heb ik me vaak machte
loos gevoeld, als ik mijn gezonde lichaam
met kon gebruiken zoals andere leeftijdge
noten. Hoe graag zou ik mee geravot heb
ben met de jongens. Mijn ogen beletten
het me echter. Ik kon niet mee hollen,
voetballen, haasje-over spelen of wat dan
ook. Steeds stond ik er naast. Dat was
hard voor mij, een levenslustige knaap, die
het bloed in zijn aderen voelde tintelen.
Het vrolijke geschreeuw van mijn klasge
noten deed enerzijds het verlangen er bij
te behoren, groeien, anderzijds verwondde
het me. Ik kon met mee doen, ik stond er
buiten! Ook binnen de muren van het
schoollokaal vormde ik een uitzondering.
Maakten de andere leerlingen hun werk op
leien, ik kreeg een groot vel papier voor
me. waar ik mijn taak met reuzenletters
op neerschreef. De klas kon zien wat er
zich rond haar afspeelde, ik niet. Andere
kinderen konden door middel van hun blik
ken contact met elkaar opnemen, ik niet.
Door mijn gebrek werd ik noodgedwongen
geïsoleerd. Had iedere jongen en elk meis
je iemand naast zich zitten, ik had een
bank alleen. O, het is hard een randfiguur
te moeten zijn. Het doet zeer te ervaren,
dat je met volwaardig bent, dat je niet ten
volle deel kunt nemen aan het bruisende
leven, dat je lokt. Vooral als je kind bent
en je zo graag mee wilt doen. is het niet
Semakkeltjk je lot te aanvaarden. Wat heb
c me dikwijls verlaten gevoeld, als ik,
staande op de grens van het vrolijke leven,
slechts mocht luisteren naar de geneugten
van sport cn spel.
Vaak balde ik mijn kleine vuisten in de
broekzakken om de tranen tegen te hou
den cn slikte ik moeizaam de brok in de
keel weg. Tegenover de mensen probeerde
ik me flink te houden door te glimlachen.
Ja. zelfs mijn moeder trachtte ik buiten
mijn verdriet te houden. In bed heb ik
evenwel menigmaal het kussen natge-
schreid, murw geslagen door het telkens
terugkerende: je kunt niet. De hoop op
genezing was langzamerhand vervlogen.
Sinds jaren stond ik onder behandeling
van twee artsen, die niet in staat waren
me te helpen, ze konden alleen maar het
feit constateren. Eén keer in de drie maan
den moest ik bij hen komen. Het bleef dan
bij het opnemen van de toestand, meer
doen was niet mogelijk. En die toestand
veranderde niet, noch in positieve noch in
negatieve zin.
TOEN IK WEER eens een controle-be
zoekje bracht, ontmoette ik dokter Ra
venburg. Hij vertelde me. dat zijn colle
ga's met vakantie waren en dat hij hun
praktijk zolang waarnam. Hij onderzocht
mijn ogen lang en nauwkeurig. Daarna
wild# bi} JÜlaw-VBn me weten. Zelfs dingen
die in de verste verte niets te maken had
den met mijn ogen, moest ik hem meede
len. Eindelijk was hij klaar. Hij leunde te
gen zijn bureau en stond onbeweeglijk,
zonder een woord te zeggen. Zijn witte ge
stalte kon ik aan de horizon van mijn we
reld net onderscheiden. Hij bevond zich dus
vlak bij me. Het was doodstil in het ver
trek, ik hoorde slechts zijn ademhaling.
Wel tien minuten lang zweeg hij. Toen
vroeg hij: ..Ben je bang voor pijn?" Ik
richtte mijn hoofd naar hem op en ant
woordde: ..Nee dokter", terwijl do reeds
gedoofde vlam van de hoop opnieuw op
laaide. Gespannen wachtte ik wat hij ver
der zou zeggen. Zou hij me beter kunnen
Een zet!
maken? „Kom morgen met je moeder bij
me terug." beëindigde hij het onderhoud.
Ik stond op en vertrok. Hij bracht
gen."
Nog nooit heb ik de weg naar huis zo
snel afgelegd. Het duizelde in me. Stel je
voor, dat mijn ogen weer gezond werden!
Dan zou er een eind komen aan mijn ver
drietig en afgezonderd bestaan. Ik zou
mee kunnen doen! Ik zou echt kunnen le
ven. Ik zou..., ja ik zou alles kunnen doen.
Bang voor pijn was ik niet. Ik leed elke
dag immers pijn en die pijn was veel
groter dan ik zou moeten doorstaan. Als
ik maar beter werd!
Mijn apathische houding was eensklaps
verdwenen en veranderd in opgewonden
heid. Uitgelaten kwam ik thuis en vertelde
wat dokter Ravenburg had gedaan en ge
zegd. „Maak je niet al te blij, jongen."
zei mijn moeder zacht, ..anders kon de te
leurstelling wel eens des te groter worden."
„Nee." antwoordde ik stellig, „ik geloof,
dat het kan." Er was weer hoop in mijn
hart gekomen en die maakte me sterk. Ik
had vertrouwen in dokter Ravenburg. Hij
zou me helpen, dat geloofde ik beslist.
De volgende morgen ging mijn moeder
mee. Aan haar zwijgzaamheid merkte ik.
dat ze even gespannen was als ik. Voordat
we naar binnen gingen, zei ze: „Hoop niet
te veel. kerel." Even later zaten we voor
dokter Ravenburg. „Er is een kans, dat
zijn ogen na een behandeling weer nor
maal zijn." vertelde hij mijn moeder. „Die
kans is echter klein. Dat moet U zich goed
realiseren. Faal ik. dan is Uw zoon blind
en is hij er nog erger aan toe. Het wordt
dus er op of er onder. Het risico is groot.
Denkt U rustig na, voor U een besluit
neemt." „Doen." zei ik, voordat mijn
moeder kon antwoorden. „U hoort het."
reageerde ze. „Koos wil het en dan zal ik
me er niet tegen verzetten." „Goed", ant
woordde dokter Ravenburg, „kom dan vol
gende week dinsdag om tien uur in het
ziekenhuis. Hij hoeft niet te blijven. Wel
zullen zijn ogen veertien dagen verbonden
moeten zijn." Hij wendde zich tot mij en
zei: „Denk er aan Koos. dat de kans klein
is en dat de uitkomst wel eens anders kon
zijn, dan jij zo stellig verwacht. Bereid je
daarop'voor." „U zult slagen", zei ik be
slist, „ik voel het." „Jij bent een dapper
ventje", glimlachte hij, terwijl hij ons uit
liet.
DE DAGEN die volgden, waren geladen.
Ik verlangde naar de dinsdag, de dag,
waarop ik geholpen zou worden. In mijn
gedachten leefde ik vooruit. Stel je voor,
weer gewoon te kunnen zien! Heerlijk zou
dat zijn! Ik zou kunnen rennen in plaats
van behoedzaam voort te gaan. Ik zou
kunnen fietsen, ik zou de vogels, de zon,
maan en sterren kunnen zien. Ik zou het
stadsleven, dat ik nu alleen maar hoorde,
kunnen gadeslaan, ja ik zou echt genie
ten!
Een koortsachtige vreugde overweldigde
mij bij mijn dromerijen. Zien, te kunnen
zien! Was er iets mooiers denkbaar? Mijn
eenzaamheid zou worden doorbroken. Ik
hoefde niet langer op een afstand te staan,
maar ik zou worden opgenomen in het ge
wone leven. Men zou de aparte zorg voor
mij laten schieten en me gewoon behande
len. Ik zou niet meer gehandicapt zijn. De
dagen duurden lang, maar-eindelijk brak de
dinsdag aan. Ik was 's morgens vroeg
wakker, nu zou het gaan gebeuren. Aan
tafel probeerden vader en moeder nog
maals me ervan te doordringen, dat de
mogelijkheid van succes gering was. Ze
wilden me een onverwachte teleurstelling
en groot verdriet besparen. „Ik weet het
wel", antwoordde ik, „maar ik geloof niet.
dat ik volslagen blind zal worden. Ik zal
over een poosje kunnen zien, ver zien!"
„Laten we het hopen en bidden", zei va
der, terwijl hij de handen vouwde en God
smeekte het werk van dokter Ravenburg
te doen slagen. Dat gebed sterkte me nog
meer in de overtuiging, dat ik zou gene-
8. Uit een parttj Szekely-Rayna (Boedapest 1962
het 2
pleeg
bracht ons naar dokter Ravenburg. die ons
vriendelijk begroette. „Het zal niet zo heel
lang duren", zei hij tegen mijn moeder. U
kunt wel in het dagverblijf wachten." Moe
der kuste me en verliet ons. terwijl dokter
Ravenburg me meenam naar een kleine
zaal. Ik wist. dat ik pijn zou lijden, maar
ik vreesde niet. Ik wilde beter worden en
die wil deed me alles verdragen. Moedig
ging ik dan ook met hem mee.
Toen ik enige tijd later naar mijn moe
der werd geleid, was mijn hoofd in een dik
verband gewikkeld. Mijn ogen brandden
me in mijn hoofd. Nu zag ik niets meer.
Ik was hulpeloos, doch ik voelde me niet
ongelukkig. Het was gebeurd, ik stond er
achter. En al was de uitkomst nog onbe
kend en twijfelachtig, het maakte me niet
bang. In mij was het zeker weten, dat
slechts veertien dagen duisternis me
scheidde van het licht. En wat betekenen
dan twee weken? Moeder omringde me
deze weken met bijzondere zorg. Zo veel ze
kon, was ze in mijn nabijheid. Ze deed al
les om de veertien dagen zo aangenaam
mogelijk voor me te maken. Ze had me
echter niet telkens voor moeten houden,
dat ik niet te veel moest geloven in een
succesvolle uitkomst. Ze bedoelde het
goed. maar haar woorden maakten me
bang. Toen er één week voorbij was, sloop
de twijfel en daarmee de angst in mijn
hart. In die ogenblikken voelde ik me
neerslachtig en verlaten, moeders liefde
volle toewijding ten spijt. Maar dan was
er weer de hoop, die me zei, dat moeder
ongelijk had. De nieuwe dag zou aanbre
ken! De laatste dagen duurden lang, ik
leefde tussen hoop en vertwijfeling. Nu
eens zong het in me, dan weer overviel
me de vrees. Ik was blij, dat de dagen vol
pijnlijke onzekerheid voorbij waren en
mijn moeder me naar dokter Ravenburg
bracht. Ik zou weten wat mijn lot zou
zijn. Toch was mijn gang naar de dokters
woning geen opgewekte. De vrees voor
goed blind te zijn, groeide gestaag. Ik
trilde over mijn gehele lichaam en het
klamme zweet brak me aan alle kanten
uit. Mijn keel leek toegeknepen. O. als
mijn ogen dood zouden zijn! De kans op
genezing was immers klein?! Met knikken
de knieën en loodzware voeten stapte ik het
koele huis binnen. Eenmaal bij dokter Ra
venburg, werd ik evenwel volkomen rustig.
De kalmte van de arts sloeg op mij over,
mijn angst ebde weg. „Zo Koos,", sprak hij
me toe. „we gaan die doekjes er eens af
halen." Hij pakte me bij de hand en nam
me mee naar een andere kamer, tenmin
ste dat meende ik. „Als ik het verband
van je ogen doe en je ziet niets, schrik dan
niet, want je bent in een duister vertrek".
(Vervolg)
Het meisje lachte harte
lijk.
„Je bent een grappema-
ker. hoor. Ik ben Tonga,
de dochter van Graaf Wie-
dewier. De Grote Tove
naar heeft mij ontvoerd
en in dit paleis onderge
bracht. In een oud boek.
dat helemaal gescheurd
was, heeft hij namelijk een
toverrecept gevonden waar
voor gouden haren nodig
zijn. Dus had hij iemand
nodig, die gouden haren
heeft. Maar omdat het boek
zo oud en gescheurd is en
vol vlekken zit, heeft hij
het recept nog altijd niet
kunnen ontcijferen. Al
drie jaren lang probeert
hij het tovermiddel te vin
den. dat heel machtig
schijnt te zijn. Maar hij
kan het niet vinden. Er
moeten gouden haren aan
te pas komen, dat is at
les wat hij weet. Maar
wat hij nu met die gouden
haren moet doen. of bij ze
moet koken of bakken of
braden...dat kan hij maar
niet ontdekken En zolang
hij het niet heeft ontdekt.
blijft hij mij gevangen hcu-
„Wat een mispunt",
gromde Frederïk.
„O. ik word wel goed
verzorgd en het paleis is
mooi... ik mag ook in de
tuin wandelen," vertelde
Tonga. „Een paar weken
geleden heb ik eindelijk een
zwakke plek in de Groene
Muur gevonden, zodat ik
ook in bet bos kan komen.
Maar dat is zo onmetelijk
groot dat ik de uitgang er
van niet kon vinden. Soms.
DOOR THEA BECKMAN
midden in de nacht sluip ik
naar buiten en ga zoeken.
De vorige nacht vond ik
een jongeman. Hij lag te
slapen en zag er moe en
hongerig uit. Het was qjet
ver hier vandaan en ik heb
wat eten en drinken voor
hem neergezet"
„Ja", lachte Frederik.
„Dat klopt Dat was ik.
Nog wel bedankt, Tonga."
„Maar toen kon ik je
zien!" riep het meisje ver
baasd.
„Ik begrijp er zelf ook
niets van," zuchtte Frede
rik. „Eigenlijk is het jam
mer dat je me niet ziet,
want ik ben een heel knap
pe jongeman."
„Wat doen we nu?"
vroeg het meisje. „Ik ben
heel blij dat je de weg
naar mijn gevangenis hebt
gevonden... maar daarmede
ben ik nog niet thuis. En ik
verlang zo naar mijn vader
en moeder."
„Ik zal je wel bij hen
brengen," beloofde Fre
derik gul.
„Hoe?"
„Gewoon, door het bos."
„Maar dat is zo onmete
lijk groot en..."
en de uitgang is niet
te vinden, wil je zeggen?
Ach kom... ik ben
ook ingekomen!"
frwljl
I Oen gering»
«>«un, meende tillNeen, dan wij arme partij-
speler». die het helemaal op eigen kraclit
moeten doen. Wij moeten maar op ons eigen
oordeel vertrouwen, hoe onbetrouwbaar dat ook
moge zijn. Niemand die o n komt
met het gerac van de redacteur van et
rubriek, dat wij nu écht^ei
verder
ij. terwijl hij de windsels begon af te
wikkelen. Dit duurde niet lang en toen ik
mijn ogen kon openen, keek ik in het ge
spannen gezicht van dokter Ravenburg.
„Dokter", zei ik, „ik zie, dat U een witte
jas aan hebt endat U huilt" Tranen
van ontroering stonden in zijn ogen. Hij
greep me bij de schouders en jubelde:
„Het is gelukt, kom mee naar je moe
der." Ik volgde hem als in een droom,
overstelpt door het geluk te kunnen zien.
Alles, zelfs de dode dingen, lachten me
vrolijk toe. Ik kon zien, de wereld was een
paradijs!
ONGEVEER EEN WEEK later kregen we
een brief van dokter Ravenburg met
het verzoek of ik vrijdag aanstaande bij
hem in het ziekenhuis wilde komen. Niet
begrijpend zag ik mijn ouders aan. „Mis
schien wil hij je ogen nog eens zien", ver
onderstelde vader. Hij vergiste zich ech-
In het "zaaltje, waarin we ons bevonden,
zaten zeven en zestig heren. „Witjassen",
noemde ik ze in mijn gedachten. Ietwat
verlegen met mijn houding onder al die
vreemde blikken, zag ik mijn weldoener
aan. Hij lachte vriendelijk en zei: „Koos,
ik heb deze mannen jouw geval verteld en
nu wilden ze je graag zien. Vandaar dat ik-
je gevraagd heb even hier te komen.'
zweeg en keek me met een eigenaardige
glans in zijn ogen aan. Toen vervolgde hij:
„Ik heb hen gezegd, dat je je moedig, heel
moedig zelfs, hebt gedragen. Geef hen
allemaal maar een hand, dan kunnen
je goed bekijken." Ik wist niet wat ik
aan had en schroomvallig stapte ik op de
eerste man af cn stak hem de hand toe.
Die stond op, schudde mijn hand en over
handigde me daarna een zilveren gulden.
Ik ging naar de tweede en drukte hem de
hand. Ook van hem kreeg ik een gulden.
Eveneens de derde, vierde enzovoort. Nooit
vergeet ik dat ogenblik! Ik had een blauw
windjack aan en telkens wanneer ik een
geldstuk kreeg, stopte ik het hier achter.
Ik kreeg een kleur van opwinding over de
ze verrassende gebeurtenis. Eindelijk had
ik ze allen gehad en keek ik naar dokter
Ravenburg. Die stond met de armen over
elkaar geslagen toe te zien. Om zijn mond
speelde een glimlach. Hij kwam naar me
toe en liet me uit. Bij de deur gaf ook hij
me een hand en een zilveren munt. ter
wijl hij zei. „Het beste Koos en tot ziens."
Met een bolstaand windjack vol guldens en
een hart vol geluk begaf ik me naar huis
en prees me gelukkig deze man ontmoet
te hebben.
ONZE BRIEVENBUS
miiiHiiiiiniii
Dag nichten en neven,
Hoe gaat het met jullie? Wat krijgen jullie al weer veel huiswerk! Het wordt
nu hard blokken voor het eerste rapport. Ja, het gaat nu echt herfst worden, meisjes
en jongens. De bladeren vallen al van de bomen en over zes dagenis het zo ver.
Maar niet getreurd hoor! We kunnen dan ook nog heerlijk van het buitenzijn
genieten, want dan is het ook prachtig in de natuur met al die mooie kleuren.
Misschien komt de zon ons ook nog veel verwennen en kunnen we echt nog wel
eens een keertje naar het strand gaan. Wat zon dat fijn zijn!
Vergeten jullie niet je naam onderaan de brief te schrijven? Tante Jos krijgt
nog steeds brieven zonder naam en dat staat toch niet netjes? We moeten echt
geen kleine anonieme brievenschrijvertjes worden hoor!
■■lil
De oplossing van de puzzel
Ls: horizontaal, kas, slof,
hoed, auto, tas, koe, klok,
bed, uil, doos, peer en smid.
Vertikaal (dus van links
naar rechts) krijgen we sleu
telbloem.
Do hoofdprijs gaat naar Le-
nle Buytendljk Gorlnchem.
Dc troostprijzen krijgen
thuisgestuurd Jan Bot Vlaar-
dlngen, Ada Brandwijk Gies-
sendam en Lenie Buys1
Nieuwpoort.
Lang zullen ze leven! Adrle
de Groot, Beppie v. d. Heu
vel, Arie van Meijeren, Geri
Molenaar en Marijke Ree-
deker van harte gefeliciteerd
met jullie verjaardag van de
nichten en neven.
We gaan nu de brieven be
antwoorden.
Ja nu kreeg ik een briefje
van een meisje dat op 4 sep
tember naar de mulo is ge
gaan. Waar zij woont weet ik
ook niet. Vergeet je niet meer
je naam onder de brief te
schrijven? Heerlijk dat je
iedere dag kan gaan zwem-
het op de Ho-
Rudolf Akkerhuis, Rotter
dam. Heb je genoten? Heer
lijk dat je ook nog op de boot
hebt geslapen.
Waarom schreef jij niets,
Bcrty v. d. Akker, Schiedam?
Geweldig dat jij
broertje hebt gekregen, Mar
griet Aksc. den Haag. Theo is
is een mooie naam hoor!
Mag je hem ook weieens
vasthouden? Kan hij al
beetje lachen? Was het fijn
bij oma?
Jij hebt ook al zo'n liei
broertje gekregen. Joop Al-
bias, Rijsoord. Nou en of ik
Johan een leuke naam vind.
Is Lijdie jouw zusje? Is hij
stil eeweest in dc kerk?
Oef, meisjes
jongens wat staat
er middenin de
tekening een gro
te zak met goud-
Hoe zou hij daar
gekomen zijn?
De vraag is nu,
welke weg naar
de zak gaat. Ver
tellen jullie dat
maar eens ir
oplossing, welke
weg je moest ne
men om bij de
zak te komen.
Zenden jullie
de oplossing in
voor dinsdag 18
september?
ieSaH3eScKSCgaK8<!Sa<ScS<*<S<£cKSeg^^
rlan nog rtkf
p*r opmerken Maar
r ie weten dat dM
*1 8
I I
-Louhl (Varna 1962)
7
A:^I
AAI
X
6
i
5
tl
L A
4
S' IE
9
A 1
f k
8
O i
E
i
'W
2
■»-
9 F!
X an
1
T mW
B
a b c d e
f g h
«n.-'
hoog is. Wat zijn de mensen
klein hè als je daar zo hoog
Hoe heb jij het op je ver
jaardag gehad, Nelly van
Antwerpen, Monster? Je
schrijft er helemaal niets
over. Zijn je vriendinnen
niet geweest? Ben jij nog
bruin geworden aan het
strand? Wat heb je allemaal
op de handwerkles gemaakt?
Natuurlijk mag jij ook een
nichtie worden, Ingrid van
Apeldoorn, Vlaardingen. Har
telijk welkom hooor! In wel
ke klas zit jij? Heb je nog
meer zusjes en broertjes?
Jammer dat jij niets
schreef, Ineke Arensman,
Zierikzee.
til éëweésf in~_de_ "kerk' Heb W een aardiSe 3"f-
Prachtigdat "ulhe er alle-i^,^aa"tje
maal zo dichtbij mochten Baak' hchcvmingcn? Leer jij
slaan. Jammer dat Berrie ve"'0 w0> e00"l? Vind Je
met mee kon Heeft hij alles,00"3'"1 Duok m°°,? Heb al
goed op de band kunnen ho- |.ens .®®n Pf138... gewonnen,
ren? Nou of de Euromast100" dikwijls naar het
strand geweest?
Wat kreeg ik van jou een
mooie kaart toegestuurd, Li-
da en Annelies Baardman,
Hardinxveid - Giessendam.
Hebben jullie genoten in
Haamstede' Ik miste jullie
brief deze keer. Hoe komt
dat?
Er zijn zoveel meisjes en
jongens die nog aan de beurt
zijn. Wijntje Baars, Slie
drecht. Schrijf jij alleen
Van jou kreeg ik ook al
kantie? Ben jij nog aan het
logeren geweest?
Jij moet al vroeg naar
school hoor Mary Baljeu,
Honselersdijk.
Krijg je veel huiswerk?
Nou en of tante Jos een pret
tige vakantie heeft gehad.
Jammer dat het zo gauw
voorbij is. Gaan jullie alle
maal naar Prinsjesdag? Veel
plezier hoor!
Doe jij er de volgende keer
'een briefje bij, 'Henk Bas-
tiaans, Schiedam.
OPLOSSING VAN DE
VORIGE PUZZEL
Horizontaal: 1. Vianen, 6. duo,
8 Clinge, 13. melati. 14. steeds,
15. R.D., 17. sap. 18. dop, 20.
Lea, 21. v.L, 22. dom. 24. rakel,
26. lat, 27. emoe, 28. Bemelen,
30. Deli, 31. net. 32. Pau, 33.
ges, 35. ale. 36. kaste, 38. ge
bed. 40. Endor. 42. erker. 44.
Irmin, 47. Edda, 48. non. 49,
Ezau. 50. saldo, 52. Assen, 54.
onder, 56. eerst. 58. Terek. 60.
men. 62. set. 64. Gen, 65. bod.
uier. 68. Meteren. 71. kadi. 72.
Idc. 74. reden. 76. rue, 77. de.
78. net. 80. leg. 81. ras. 33. S.V.,
84. Selene. 85 emotie. 87 Nispen,
88. Rijn, 80. Borger.
Zo vaak heb jij (och nog
niet geschreven. Marrle Bate
laan. Bodegraven? Dit
vijfde keer! Hoe vind je
Frans? Jij hebt een mooie te
kening gemaakt hoor. Harte
lijk bedankt!
Geweldig dat jij nu blok-
kaart, Mattie fluitles krijgt Truus v. d.
Berg, den Haag. Vind je het
fijn? Wordt het kleedje
mooi? Heerlijk dat jij zo hebt
genoten in Ermelo? Boompje
verwisselen is leuk hoor! Be
dankt voor jullie mooie kaart.
Ik was er erg blij mee!
Jammer dat Ria nu precies
in de vakantie mazelen kreeg.
Dikkie v.d. Berg. den Haag.
Kon mamma helemaal niet
weg? Fijn dat jullie mee
mochten rijden. Hoe gaat het
op school?
Wil jij een nichtje worden,
Femmie v. d. Berg. Z\
tante Jos vergeten was. Plet
Bezemer, Sliedrecht. Krijg je
nu ook Frans op school? Ben
jij nog aan het logeren ge
weest in de vakantie? Wat
heb jij genoten van de „bots
autootjes".
Waarom schreven jullie
niets Loes en Astrid Bliek.
Wil jij een nichtie worden,
Gerda Blok, Slikkerveer?
Fijn dat jullie, op een boer
derij wonen. Grappig die klei
ne biggetjes. Groeien ze
goed? Jij kan natuurlijk al
tijd fijn spelen op de boerde
rij. Heb je nog meer zusjes
en broertjes? Bedankt voor
je tekening hoor!
Fijn dat ik zo'n mooie
kaart van je kreeg Hansje
Blljleven, Leiderdorp. Heer-?
lijk dat jij zo in de bossen
hebt genoten. Heb je nog
eekhoorntjes gezien? Wat
jouw prijs?
Waarom schreef jij niets,
Sela Boekema, Rotterdam?
Jij hebt een verre reis ge
maakt hoor Fieke Boclhou-
wer, Pljnacker. Ben je bruin
geworden? Je hebt natuurlijk
veel kunnen zwemmen. Is
Arie ook meegeweest? Heb
je al veel op ae handwerkles
gemaakt?
Jij hebt ook al zo'n fijne
vakantie gehad, Wim den
Boer, Beesd. Hoe vind je de
aardrijkskundeles?
Welke spelletjes hebben
jullie allemaal gedaan, Kees
Bol, Voorburg? Jammer dat
het veel geregend heeft in de
vakantie. Heb je mooie films
gezien? Heb je nog eekhoorn
tjes zien springen? Hoe vind
je het nu op school?
Fijn dat jullie goed weer
hadden in de Efteling, Lenlc
Bolluyt, Dinteloord. Ja die
sprookjes zijn leuk hoor! Hoe
vond je het in Blijdorp? Het
raadsel vind ik erg moeilijk
hoor. Schrijf je me het de
volgende keer? Tante jos i s
27 oktober jarig.
Waarom schreef jij niets
Bertjan Borsje, Rotterdam?
Volgende keer wel?
Anneke Bos, 14 jaar, Kerk-
weg 23 in Pijnacker, wil
graag een correspondentie
vriendin hebben. Wie wil met
haar schrijven?
Ben je het al weer gewend
op school Marjan Bos, Bleis-
wijk? Hoe vindt Gerda het op
school? Heb jij een fijne va
kantie gehad?
Grappig dat Marian nog
i'n klein broertje heeft,
de| Marjolein Bos, Naaldwijk.
ïp Krijg je al zoveel huiswerk
mee? Ben jij vaak naar het
strand geweest?
ab cdefgh
t Uit een portd Ga*tony-ArcukVlch,
i Lenlngrad-Boedapesl 1962)
±1
A A A
MaO
DA,
publiceerden onder de
1 Deze «lelling kwam v
I Te7'l! Kxe7 2 Txg8t e
>ok. En dat in 1697!
inwlnat. Een bekend t
Pormth-AloU: 1Tc2' 2 Dx»2 Dxd4 3.
FgS De.V 4 Kh4 b3 5 Dc6 T(6 8 Dc8t Kh7 7.
Pf8t Txre 8 Dx(8 Df2t idodeUjk) 9 R3 g5' 10. Kh3
PxMt' en wit gaf het op. Er volgt U. gxft Df3
of 11. Kg4 De2 r
abcdefgh
Wit aan zet won.
Horizontaal: 1. zoon van Noach. 4. boerderij. 8. lichaamsdeel, 12
vordering, 13. vrijbuiter. 14. werktuig van de kunstschilder. 15.
voorzetsel. 16 wijzer van een kompas. 17. plaats voor duiven, 18,
term bij het boksen* <afk i. 19 stapel. 21. voor, 22. schel, 24.
metaalsoort. 26. de dondergod bij de Germanen. 28. troefkaart,
31. nachtgewaad. 33. vast. stevig. 34. stad in Italië. 36. scheikun-
dig element (afk 38. achterdeel van de hals. 40. masker (Ind.).
41 boomloot, 43. berg aan het Vierwoudstedenmeer, 44. zelfkant.
45 onvoorzien geval. 47. boom. 49. voorzetsel. 50. gemeente in
Z. Holland, 51. mijnheer (Eng.). 53. zelfkant. 55. bijwoord, 56.
spijker. 58. ontkenning tEng.), 61. deel van de helm, 62. afgeslo
ten hokje. 64. adellijke titel op Java, 66 bijwoord. 68. bekend dier.
j 69 zuigbuis, 70. bruto lafk 71. klein kind. 73. gemeente
N. Brabant. 74. land in Europa (afk.), 75. aansporin)
dan toch. 76. eiland tussen Sicilië en Tunis, 77. hoffeest
J Verticaal: 1. munt in Nederland. 2. leemte. 3. spil van een wiel. In
1 4 «oort kachel, 5 samenscholing. 6 plechtige gelofte. 7 dag der £ato' 78 nen 79 ten 81 rob
week afk. 8. overdekte marktplaats. 9.telwoord. 10. waterdoorla- m ,ir ii !h R6 *2'
I tend, 11 sprakeloos, 13. hoofddeksel. 14. dikke boterham. 17. voor-
zetsel. 20 verlegen, 22. danspartij. 23. Europeanen, 25. knopje op
een priktol. 27. onachtzaam. 28. bedrog (bargoens). 29. brilschans,
30. persbureau. 32. koninkrijk in 't midden van de Himalaya, 34.
I landschap in Beneden-Egypte. 35. plotselinge rijzing van het zée-
I water bij eb op de Zeeuwse kusten. 37. ontzaglijk, 39. waterdiepte
tussen hoge oevers, 40. touw om iets vast te leggen (scheeps
term), 42. sein. 46. huisdieren, 48. puntig voorwerp. 51. jongens
naam, 52. voordracht van een gedicht, 54. kleefmiddel. 56. houten den geschreven. In de linker
bakje. 57. melaatsheid. 59. lijst. 60. rivier in Rusland. 61. huisdier, bovenhoek vermelden- Puzzel
63. onderricht. 65. reinigingsmiddel. 67. waterloop (gewestelijk). oovennoek vermelden. .Puzzel
uitroep. 69. vlies, vel, 72. inhoudsmaat (afk. 73. muzieknoot,
voorzetseL
dam. 7. Ospel. 8. cel, 9. leer,
10. Ida, 11. N.S., 12. editie, 16.
domein. 19. oker. 21. vallei, 23.
mot, 24. reute. 25. leger, 26.
Lea. 28. bas. 29. neb, 32. par
does. 34. seizoen. 36. kodde, 37.
ernst, 38. genet. 39. drank, 40.
cis. 41. del, 43. Kos, 45. mud.
'tfi- nor- 51. Ameide. 52. aster,
75 aansporing: vooruit 53. negen, 55. Exodus. 57. rem,
.">9. ren. 60. Muiden. 61. r.ee, 63.
mede. 65. bar, 66. Diever, 69.
teler, 70. Regen, 73. oele, 75.
INZENDINOFN
Inzendingen worden vóór don
derdag a.s. op ons bureau ver
wacht. Oplossingen mogen uit
buitend op een briefkaart
..De Grote Tovenaar zal
ontdekken dat ik ben ont
snapt en de spotvogel uit
zenden om mij weer op te
sporen." zuchtte Tonga.
„Hij kan mij immers
niet zien," lachte Frede
rik.
„Maar mij wel," zei Ton
ga droevig.
„Stil. ik moet nadenken."
zr - v pV Tjng zitten.
„Neen," zei hij na een
poosje. „Ik kan niet den
ken met een droge keel en
cci .Cge maag."
Tonga lachte weer en ver
liet dc kamer. Een kwar
tier later keerde ze terug
met een groot dienblad,
waarop brood, boter, een
gebraden kippetje, een ap-
peltaart en een kruik limo-
(Volgende week verder)
jullie op de handwerkles?
Fijn dat jij je lieve kleine
broer ook weieens mag
helpen Diny Breedveld nw.
Lekkerland. Mag je hem ook
in het badje doen? Hoe gaat
het op de huishoudschool?
Heb je al gekookt?
Waarom schreven jullie
niets, Robje, Rieteke en En-
no Bregman, Hoogvliet?
Heerlijk dat jullie zo fijn
hebben kunnen sjoelen, Cor-
rle Bremmer, Rotterdam. Jij
hebt het toch ook al eens ge
wonnen? Tante Jos is 27 ok
tober jarig, hoor Corrie! Heb
jij al mooie slingers gemaakt
jor 28 september?
Wist jij niets te schrijven
*f}§
Roelof v. d. Brink Wasse-
Jullie moesten al weer heel
vroeg naar school Corrie
Brinkman, Maasland. Ho
vind je het op de Frans
les? Ben je nog wel bruin
geworden? Heb je de treden
nog geteld?
Breederland. Zuidland. Speel
vaak met Lenie? Jij bent
verwend hoor met zo'n
mooie nieuwe jurk en
prachtig vest. Welke kleur
heeft het? Heb je al veel
boeken?
Jij bent ook al zo verwend
op je verjaardag. Ineke Bree-
vaart, Heinenoord. Hoe heten
de boeken? Zijn je vriendin
nen nog geweest?
Waarom schreef jij hele
maal niets Joke Brosky, Per
nis?
ben jij jarig
Jij boft maar dat je
mooi boek hebt gekregen Le
nie Buys, Nieuwpoort. Heb
jij lang in Sliedrecht gelo
geerd? Hoe gaat het met
Miep?
Fijn dat ik toch
sluis? Heb jij je verlanglijst brief van je kreeg Loei
al klaar? Hoe heet jouw zus- Bosch,
je? Veel plezier op 24 sep
tember. Femmie!
Wil jij de volgende keer
een klein beetje duidelijker
schrijven Jaap Boer, Berken-
woude? Tante Jos kon het bij
na niet lezen. Prachtig dat
jij zo'n mooie olifant hebt ge
maakt. Waarom was er bij
jullie zo'n groot feest? Moest
Heerlijk dat jul
een zwembad krijgen, Lenie
Bergwerf, Rozenburg. Was
de taptoe mooi? Zit Kristine
al? Waarover heb jij de op
stellen gemaakt? Ben je nog
naar de Beer geweest' Be
dankt voor je tekeningen
Buytendijk, Gorlnchem. Leuk
'dat jij iedere dag de kippen
mocht voeren. Ze kenden je
natuurlijk al uit de verte.
Was oma blij dat je kwam?
Hoe gaat het nu met je voet?
Is hij weer helemaal beter?
Wanneer ga je verhuizen?
Wisten jullie niets te schrij
ven. Anne Marie Carree en
Ineke Claasen?
I Jij bent verwend hoor met
zo'n prachtig stoeltje Lenie
Cocnradi, Vlaardingen. Heb
ben jullie veel plezier gehad.
Zijn al je vriendinnen
I 's avonds geweest? Grappig
dat golfslagbad!
Het adres van Lenie is H.R.
Holststraat 36b Karei Coenra-
dic, Poeldijk. Fijn dat jij je
>en vader zo goed helpt. Moet je
I later ook tuinder worden?
den Haag. Hebben T'3 boft maar dat
en pappa genoten in I 'nriR aan het logeren bent
de vakantie? Waar beu jij geweest a? Bakker,
aan het logeren geweest? Maasland. aar heb je gelo-
Wat zijn jullie verwend door f>eerdVond je het fijn dat
oma en wat hebben jullie Uf w.ee.r ,n.a,'ir huis JP°®8t.-.
heerlijk gesmuld van de pan- P Ae i13 3e 70 dichtbij
nekoeken. Zijn je broertjes bet..b°s was cn °P ,d?, hoer-
ook weer thuis? Heerlijk dat dfr!3 3e natuurlijk fijn
je iedere dag kan gaan z
Waarom schreef jij niets
Jan Bot, Vlaardingen?
Nou en of ik met vakantie
ben geweest Gera Bot, Vlaar
dingen. Je hebt de krant
spelen. Hoe is het koken
maandag gegaan Was het
niet aangebrand?
Ik dacht werkelijk dat jij
tante Jos vergeten was Lau
rence Besemer. Ter Aar.
Hoeveel jaar is Margriet?
p -
helemaal niets
begrijp ik uit jouw brief h-Kne-ïmaal-nielU>ve^Waar
Heerlijk dat je zoveel hebtheb 3e °P getrakteerd?
kunnen zwemmen, toen je
weer thuis was. Jij bent wel I jti
kantie hebt genoten. Slna den verwend hoor! Heb je al veel het eerst aan de beurt Er is
Besten. Schoonrewoerd. Ben op Jt tiets gereden? Hoe lang nu helaas geen ruimte meer
je nog brum geworden? Ben (blijft jouw vader weg' Ivoor. Zorgen jullie weer voor
je nog op de pier geweest? Natuurlijk kan je niet altijd ccn volle bus? De letters F
Nou en of het hier ook veel I vakantie hebben Jan Bouw, t.m. K zijn aan de beurt
geregend heeft. Sliedrecht. Hoe gaat het opveel sterkte nichten e
Wat heb jij al op de han- i school0p school
denarbeidles gemaakt, Jean- Wil jij een neefje worden week. Daag
nette van Beuzekom, Capelle Henk Bouwes, Krimpen a.d.
a. d. IJssel. Jammer hoor, IJssel? In welke klas zit jij?
dat jullie allebei ziek ge- Hoe heet jouw vriend?
weest zijn. Ben je nog bruin Geweldig dal juUie zo'n
geworden? Grappig dat je ,„s, hebben g^bad Ad.
ook nog een hert Debt gezien. Brandwijk, Gieuendant. Heb
Waren daar veel konijntjes" j. de film gezjcn, Krijg Je
Ik dacht werkelijk dat jij veel huiswerk? Wat maken
tot de volgende
'O-s