De oecumenische wereldconferentie te Edinburgh 0 (0 0) 0) 0 o E E E E '5 3 SC 3 SC 3 SC d) d) ZONDAGSBLAD ZATERDAG 4 AUGUSTUS 1962 DE WERELD 25 JAAR GELEDEN door G. PUCHINGER „Onze hoop rust op ons gemeenschappelijk geloof. Dat geloof is méér dan een intellectueel ja-zeggen op leerstellingen; het is de overgave van onze totale persoon in de handen van een trouwe Schepper en genadige Verlosser. Wanneer tvij het geloofsbegrip op deze manier verstaan, dan zijn ivij één in het geloof, maar helaas ook en dat is wellicht voor onze doeleinden van groot belang .één in de zwakheid en onvolmaaktheid van ons geloof. Wij zijn één in het geloof, omdat het ons diepste hartsverlangen is, ons geheel aan Hem over te geven; wij zijn één in de zwakheid van ons geloof, omdat in ons allen dit verlangen overwoekerd is door vooroordeel en zelf inbeelding, door koppigheid en zelftevredenheid: „Heer! Wij geloven, kom onze onge lovigheid te hulp!" Dr. WILLIAM TEMPLE Aartsbisschop van York. Opcningspreek van de conferentie van Edinburgh op dinsdag 3 augustus 1937. „Ons geloof moet meer zijn dan het vertrouwen dat ons er toe brengt ons op Hem te verlaten; het moet dat diepere geloof zijn, dat ons er toe brengt, op Hem te wachten. Niet wij kunnen de wonden van Zijn lichaam helen. Wij komen wel bijeen en be raadslagen, en dat is juist. Maar niet door flinke plannen en nuttige maatregelen kun nen wij de Kerk Gods bijeenvergaderen. Slechts wanneer wij nader tot Hém komen, ko men wij ook dichter tot elkander. Wij kunnen echter niet van óns uit nader tot Hem komen. Voor zover wij werkelijk met Hem gemeenschap hebben, danken wij dit niet aan eigen streven, maar aan Zijn overgave aan ons." Dr. WILLIAM TEMPLE Aartsbisschop van York. Openingspreek van de conferentie van Edinburgh op dinsdag 3 augustus 1937. In juli 1937 vond de oecume nische conferentie van de Stockholmbeweging „Life and Work" (1925) plaats te Oxford. Een maand later, in augustus werd te Edinburgh de conferen tie gehouden, die een voortzet ting was van de Lausannebewe- ging Faith and Order" (1927). Terwijl de Oxfordconferentie zich voornamelijk bezig hield met het vraagstuk van de posi tie van de Kerk en het geloof in deze wereld, en dus een sterk practisch accent had, waarbij de Kerk en de kerken zich naar buiten richtten, wierp de Edinburghse conferentie zich met name op wat wij het eigenlijke oecumenische vraag stuk, gelijk men het tegenwoor dig al weer noemt: van kerken tot Kerk. Voor ons, die vijfentwintig jaar later leven, is het bijna vanzelf sprekend, dat de oecumenische beweging én de practische vraag stukken van de Kerk tegenover de wereld overdenkt en stelt, é.i de interne kerkelijke strijdvragen tot een oplossing poogt te bren gen. In die dagen waren beide vraagstukken echter nog in af zonderlijke organisaties onderge bracht, en besprak mep zè op twee aparte conferenties, te Ox ford en te Edinburgh. Toch gevoelden de leiders van beide conferenties en beide bewe gingen heel goed aan, dat één der eerste eison waarvoor de oecumenische beweging zich ge steld zag was: de eenheid vr.u eigen optreden. Welk een ver warring zou het "wekken wanneer zelfs de oecumenische beweging naast elkaar werkende organisa ties kende, allebei met de bedoe ling kerkelijk één te maken wat ten onrechte volgens haar kerke lijk gescheiden leefde. Het jaar 1937 betekent daarom een belangrijke stap naar de een heid van organisatie en handeling binnen de brede oecumenische beweging. Aan het einde van de oecumenische conferentie te Edin burgh kon de toen nog protestant se theoloog dr. W. H. van de Pol op 18 augustus 1937 volkomen te recht in het Algemeen Handels blad schrijven: ..De vereeniging der beide oecumenische bewegin gen zal, behalve veel geld-, tijd-, en energiebesparing, het voordeel hebben, dat aan voor de groote massa zoo verwarrende veelheid van soorten en namen van „oecu menische bewegingen en pogin gen" een einde komt. Dit is een van de voornaamste resultaten van Oxford en Edinburgh beide". Waarde De conferentie van Edinburgh heeft ook op ander gebied heel belangrijk werk verricht in de ge schiedenis der oecumenische be weging. Haar eigenlijk ideaal werd op vrijdag 25 juni 1937 door dr. W. H. van de Pol heel pre cies in het Algemeen Handels blad geformuleerd: ..Het einddoel is niet minder dan dit: volkomen herstel van de eenheid der "'erk in geloof en in kerkstructuur. De methode is echter niét die van een kunstmatige fabricatie van plannen en voorstellen tot kerk- hereeniging. Het naaste doel is dat van de opsporing van de ver borgen eenheid, die er ondanks alle gescheidenheid en misver- stand toch is". Wie deze conferentie wil beoor delen zou er onjuist aan doen in zijn beoordelingsnorm specifiek terug te vallen ip typisch Ne derlandse toestanden, zoals die met name sinds 1834 zijn ont staan. of zelfs ook maar sinds 1517. De problemen liggen dieper, uitgestrekter en historisch gaan ze terug tot ver vóór de Refor- Hoewel ook de Nederlandse groei en het verval in kerkelijk opzicht begrepen zijn in de ge schiedenis der wereldkerk dient men steeds te bedenken dat Iede re Christen, zonder ooit eigen naaste omgeving te mogen ver geten. geroepen is méde verant woordelijkheid te dragen voor de wereldkerk, en koor al wat de ze aan geschiedenis heeft doorge maakt. Door ons geloof en door onze zonden zijn wij verbonden aan al wat de kerk aan glorie des geloofs en tegenstand tegen Christus te zien heeft gegeven. Het zou even onjuist zijn te ver geten dat wij verbonden zijn aan de totaliteit van de Kerk, als on ze taak in de localiteit van de Kerk te verwaarlozen. Het vraagstuk van de totaliteit en de localiteit der Kerk is één der moeilijkste vraagstukken waarvoor voor- en tegenstanders van de oecumenische beweging zich zien gesteld. Maar dat wij rijpheid, de maat van de wasdom met beide te maken hebben staat der volheid van Christus", vast! De waarde van de conferentie van Edinburgh groqt geweest". Zij heeft ze Heer Jezus Christus, het vleesgeworden Woord Gods. Wij zijn één in verbondenheid aan Hem, als Hoofd der Kerk, als Koning der koningen en Heer der heren. Wij zijn één in de er kenning, dat deze verbonden heid uitgaat boven elke andere binding, die aanspraak op ons zou kunnen doen gelden. Deze eenheid berust niet op onze eensgezindheid of onze William Temple opende zijn eenswillendheid. Zij is gegrond coniereniie preek met de woorden: ,fie in Jezus Christus Zelve, die leef- °Pzlcm eenheid der Kerk, die ons ge- de, stierf en opstond om ons tot loof en onze hoop verbeiden, de Vader te brengen en die door grondt zich op de eenheid Gods de Heilige Geest woont in Zijn op de enigheid van Zijn ver- Kerk. Wij zijn één, omdat wij led'egewerkt om de diverse schillen én de gevoelens van loofsovereenkomst in kaart - - - - brengen en zelfs op papier vast lossingsdaad in Jezus Christus, ailen voorwerp zijn van de lief- te leggen, en zij heeft dit naar De „ene God en Vader van al- de en de genade Gods, door vermogen gedaan binnen wereld- len" beantwoordt aan het „één Hem geroepen om in de gehele verband, zonder de locale kerken jichaam en één geest". De een wereld te getuigen van Zijn heid van de Kerk Gods is een heerlijk Evangelie, eeuwig feit; onze opgave be- Onze eenheid is een eenheid daT!a!t™v,rtaTdUrw £7535 TC «in oer- door de Zwitser Ernst Staehelin, P*n> maar ze tot gestalte te deeld tn de uitwendige vormen ontdekt, dat de In Edinburgh ge- brengen. Waar Christus in de van ons leven in Christus, om- bij voorbaat te verwaarlozen. Wie het verslag leest van oe Engelsman Leonard Hodgson, vandaag hun waarde hebben be houden, zowel voor de voo voor de tegenstanders der menUche beweging. Ook-wié het met diverse uit spraken van Edinburgh met eens is. moet groot respect opbrengen voorde daar geleverde arbeid, hetgeen ook moeilijk anders te verwachten was, gegeven de sa menwerking van zoveel Christe nen, die, ieder in eigen land een leidende plaats innamen. Een leidende rol speelden de Engelse theologen dr. William Temple en Arthur Haedlam. de bisschop van Gloucester; de Zwe den Gustav Aulén en Anders Ny- gren; de Amerikaan dr. John Mott, de Fransman Mare. Boeg- ner, om slechts de allerbekend- sten van de vele honderden afge vaardigden te noemen. Ook diverse Nederlanders wa ren aanwezig op het congres: de hoogleraren Berkelbach van der Sprenkel en De Zwaan, dr. J. G. Geelkerken, dr. J. C. Wissing, W. H. v. d. Pol, dr. Visser 't Hooft, de Oud-Katiholieke mgr. Rinkel, om opnieuw slech'ts enke len te noemen van de Nederland se delegatie. e u-ereldconf- e Edinburgh in .1937. lijke normen. Daarom zijn wij verzekerd van een eenheid, die dieper gaat dan onze verdeeld- telijk geloof en Christelijk leven lurt"£2 ontdekking o1 uitvin. riders van dmg van mensen, 21) n,n geen ze eenheJid 'van doe, de oecumenische beweging. stuk de onllnitkelino non belicliaarrld moet morden, dat Op eminente wijze heeft hij de- het geschiedsverloop: zij zijn de a d wereld onenbaar ze zeer zware zeer ingewikkelde gave Gods. Dat geldt niet slechts *r%hoewei wij nog™ conferentie geleid. van haar historische oorsprong, klaar Op woensdag 11 augustus 1937 maar zeer precies ook ,-erscheen in het Algemeen Han delsblad een interview met dr. William Temple, waarin bijzonder- ke chrisUn- de welke uitwendige i deze eenheid moet aanne- ïlgende opmerkl wedergeboorte van ieder geloof wCfgYlZYZ dYt"eike"'m- en leven van tedere o/2onderl,)- rechte pp(Jfn9 somtnulerki„0 in de dingen van het Koninkrijk Gods de gescheiden kerken dich ter tot elkander zal brengen, doordat het wederzijds verstaan toeneemt en de goede verstand- Conferentie „Wat ik als verschil zie tus- schen Lausanne en Edinburgh? Wel in de eerste plaats de de- burghs(, con(erentie luidden: 1. toeneemt en de gelijke voorbereiding voor deze genac|e van onze Heer Jezus houding groeit. De hoofdthemata der Ed Lausanne conferentie. H eigenlijk een experiment, 't tus e Was het begin van een groot Kerk werk, maar men stond vreemd cramenten. tegenover de vragen naar de Kerk wa,5 Christus. 2. De Kerk van Chris- het Woord van God. Christus: Ambt i Wij doen een beroep op onze De mede-Christenen van alle ker- zulk een samenwerking w_._ eredienst. UI*,U ue Uun méthode en de mogelijkheden. Over al deze onderwerpen is én hgi(J fg bezien opdat deze WUI. dT„roo,e™èterê: -ggenon/en: ,e 2i,n keriis geweest van Lausanne ,n ^1^..^ 1927. Thans lipt tuasen Lausan- - .„tgëlegd. Zowel ne en Edinburgh een tijdperk tegenstanders, die werkelijk met van tien jaar. In deze fien jaar kennis van zaken willen oordelen heeft men naar een methode over deze belangrijke historische gezocht om het oecumenische fase in de eucumenische bewe- werk en een eventueele oecu- ging. doen er goed menische wereldconferentie zoo boekwerk^ uitgekomen vruchtbaar mogelijk te maken. Deze methode is gevonden te leren van hen. die van ons verschillen; te trachten de be- als lemmeringen uit de weg te rui- -net men, die door onze verdeeld- zaken willen oordelen heid ontstaan en de uitbreiding uan het Evangelie in de niet- Christelijke wereld in de weg virciaa* staan, en voortdurend te bidden voor die eenheid, die naar wij geloven de wil onzes Heren hJe alleen eventuele critiek gcfum is voor Zijn Kerk. het gemeenschappelijk bestu- de€rd kan zijn, maar men langs Tevens willen i Tevens willen wij verklaren aan allen, wie en waar dan ook, met verzekerd te zijn, dat Christus voor de eenheid van de wereld deeren van hetzelfde onderwerp dls weg ook'emgermate en het uitwisselen van de ver- druk krijgt op welke wijze kregen resultaten. hoeveel ernst en inspanning Zoo heeft ieder land zijn eigen over en weer met elkaar gespro- met haar huidige verwarring en studiegroep gehad en een afzon- ken is. Vast staat dat het verslag conflicten de enige hoop is. Wij derlijke bijdrage geleverd als m theologisch opzicht in ieder ge- u,cten dat dit voorbereiding voor deze wereld- zeer belangrijk materiaal ver conferentie. Hierdoor zijn de schaft Het is daarbij zeer boeiend menschen. voorzoover ik uit ge- 5? iaar 1"larl«kc spreien kan opmaken, zeer L- moedigd herlezen. Evenals de conferentie van Ox- ze verdeelde Op dinsdagmorgen 3 augustus ford gaf ook de Edinburghse sa- wereld de 1937 werd het congrès in de High menkomst een boodschap uit. Kirk of St. Giles te Edinburgh ge- uiteraard korter was. dan die dH!!rtAisschopkCv"'Yoïk p"ric" ™crrd»t0ded"igemi1kebeu'Icume'S onze verdeeldheid: te over Efese 4:13: ..totdat wij al- sche kwestie bepaalde. Het getui- len de eenheid des geloofs en der genis van Edinburgh luidde: volle kennis van de Zoon Gods bereikt hebben, de mannelijke «Wij zijn één in geloof in on- getuigenis verzwakt wordt door onze ver deeldheid. Toch zijn wij één in Christus en in de gemeenschap formaat te Ziin« Geestes. Wij bidden, dat overal in de- verbijsterde zich mogen die wenden tot Jezus Christus onze Heer, die ons één maakt on- Hij hen tesamen binde, die door vele wereldlijke belangen van elkander verwijderd zijn, en dat de wereld eindelijk vrede en Verschil Mt tot gestalte te deeld brengen. Waar Christus in de van o vöerde*' discussies* en**"opgestefde harten der mensen is, daar is dat wij op verschillende wijze uitspraken thans nog volkomen de Kerk; waar Zijn geest aan verstaan, welke Zijn wil is voor actueel zijn, en als pioniersarbeid 't werk is, daar is Zijn lichaam. Zijn Kerk. Wij geloven echter, dat een diepere kennis gemeenschappelijk verstaan van de waarheid, welke is in Je zus Christus, zal leiden. Wij erkennen ootmoedig, dat onze verdeeldheid tegen de wil van Christus is, en wij bidden God in Zijn barmhartigheid de dagen van onze scheiding te ver korten en ons door Zijn Geest naar volkomen eenheid te lei den. Wij zijn dankbaar, dat wij ge durende de laatste jaren nader tot elkander gebracht zijn; vooroordelen zijn overwonnen, misverstanden uit de weg ge ruimd, en wij zijn zij het dan ook nog in beperkte mate dichter genaderd tot het doel van een gemeenschappelijke overtuiging. Wij mogen dankbaar verkla ren. dat op deze conferentie de Geest God s ons bereid heeft ge maakt om van elkander te leren, ons ruimer blik in de waarheid heeft geschonken en onze gees telijke ervaring heeft verrijkt. Wij hebben onze harten tesa- men opgeheven in gebed, de- Dr. Temple zelfde liederen gezongen en sa- Voorzitter van deze conferentie De Kerk is geen vereniging van erkennen ^elkander^over was de Anglicaanse aartsbisschop mensen, die een ieder Christus van York (later aartsbisschop als zijn Heer heeft gekozen; zij aemeenVrh^ZJllfZ rhïHtoiZVÏ van Canterbury) dr. William een gemeenschap van men- Christelijke Temple. Wie Canterbury bezoekt spn waar„an Christus pen ieder }f.eJwacll^in9 en gemeenschappe- kan aan de stille kloostergang zicli nereniod ^eft ChHr van de eeuwenoude Kathedraal ZfL„i™?X£e.eJhJ zijn graf vinden, en bedenken, Laat niemand menen dat deze conferentie, zulks in tegenstelling tot die van Oxford, geen rekening hield met de buitenkerkelijke no den. Het verschil tussen Oxford en Edinburgh blijft ook hier een accentverschil. Zo las de voorzit ter, dr. Temple, een boodschap voor die toegezonden werd aan de niet aanwezige Duitse delegatiele den: „Voor uw groeten en goede wensen zijn wij oprecht dank baar. Ten diepste betreuren wij, dat gij en andere Duitse vrienden niet aan de conferentie deel kunt nemen; wij zijn er ons ten volle van bewust, dat dit een groot ver- lies voor onze arbeid betekent. In de nood waarin uw kerken zich bevinden, delen wij ten diepste. In ons hart weten wij ons één met alle Christenen van uw land, die in nood verkeren; met diepe eerbied staan wij tegenover de standvastigheid en moed van uw getuigenis; en wij bidden, dat God een spoedig einde aan uw nood maken wil en u in een Zege voeren zal als vrucht van het Christelijk geloof." Toch blijft voor ons niet zozeer primair van bëtekenls de diverse getuigenissen van deze conferen tie, alsw-el het zeer goed door dachte theologische materiaal van het congres en de grondig voor bereide en technisch hcMer ge voerde discussies, zoals dlc zijn vastgelegd in het verslag van Hodgson en Staehelin. Dr. Visser 't Hooft Het is vanuit deze beide confe renties, te Oxford en te Edin burgh. dat de arbeid van dr. Vis ser 't Hooft in de loop van vijfen twintig jaren een grote betekenis heeft gekregen. Vijfentwintig jaar geleden stond het orthodoxe protestantis me van Nederland, d.w.z. de spe cifiek Calvinistische kerken, nog vrijwel buiten de problematiek van dit werk. Daarin is verandering gekomen: ook binnen de door Calvijn sterk beïnvloede ..afgescheiden" gere formeerde kerken komen steeds meer stemmen op, die deel wen sen te nemen aan de arbeid der oecumenische beweging, terwijl opvalt d^t daartegenover bijna wekelijks in pers en op vergade ringen stemmen zijn waar te ne men van zo grote emotionele ge ladenheid tégen de oecumenische beweging, dat men moet consta teren dat ook bij de scherpste te genstanders der oecumenische beweging binnen het Calvinis tisch front op zijn minst reeds sprake is van een emotionele bin ding aan dc oecumenische bewe ging. ook al is die dan van sterk negatieve aard. De aard van die emotionele bin ding kan gevaarlijk zijn. omdat zij wellicht mede opkomt uit ge brek aan zakelijke analyse en aau directe confrontatie. Het is daarom juist ons na vijf entwintig jaar aan de hand van de discussies en rapporten van Oxford en Edinburgh zélf in te denken in de idealen en zorgen van de oecumenische beweging, want geen groter gevaar bestaat er dan een afwijzing van een be weging zónder haar positieve as pecten volop in rekening te bren gen. Wellicht zijn inzake de discus sie binnen het Calvinistische kamp, tussen voorstanders en te genstanders van de oecumenische beweging, van belang enige uit spraken van dr. Visser 't Hooft, die hij op dinsdagavond 6 april 1937 deed voor de Nederlands Hervormde predikantenvergadc- ring, in zijn rede ..Oxford cn Eidnburgh 1937", luidende: „Het gaat om een nieuw ge sprek over Thomas van Aquino en Luther-CalvijnEr be staat geen vluchtheuvel, waarop men kan samenkomen. Ieder moet spreken uit eigen kerkelij ke positie. Ten opzichte van de geloofsvraag blijven we gebon den aan Gods Woord. Kerkelijke eenheid kan niet georganiseerd, wel geconstateerd worden. De oecumenische beweging mag geen gelegenheid zijn tot kerke lijke machtspolitiekDe een- heidsvraag moet niet losge maakt worden van de waar- heidsvraag. Van een symphom- sche eenheid is geen sprake. Er is geen verschil van accent, doch van wezenskenmerken van de Kerk en van Gods Woord De oecumenische conferenties mogen geen surrogaat worden voor de Una-Sancta". UI Q L UI 0 s O 10 d) L m .2 O (0 0) L O 4* UI m O (Q L tt GROEN En nu de tweede Open Pagina, eentje op smalle basis deze week. Dit laatste slechts wegens gebrek aan (duur) papier. Wij bieden je deze ruimte, terwijl we ons zelf vrij ademend ophouden tussen het groen der bossen, met wit ijs, bij kalkrotsen of gewoon in het groen der weilanden. In ieder geval blijven wij het groen-wit-groen van ons dagblad hooghouden, baantje voor baantje. Welis waar bij stukjes en beetjes, want ook deze keer ontbreekt een onderwerp, met andere woorden: een onderwerploze pagina is weer het onderwerp. üoor t^inda Ik heb niet genoten die dag. De zon zwom in het water van de lucht en vo gels pikten vreemdkleurig mooi glas uit de branding en slepen daar de horizon nog rechter mee. De vele mensen op het strand lachten, droegen glanzende doorzichtige kleren als ze gezwommen hadden, maar ik ge noot niet die dag. Jij smeerde een andere jongen in met zonnebrandolie, langzaam, misschien ge nietend van zijn huid („nu moet je je op je rug draaien. Jaja, zo is het goed") misschien zelfs gevaarlijke woorden sprekend met je vingertoppen, met je stukjes zacht vel daar. „Haar nagels zijn gelukkig niet lang. Zij bijt nog nagels." En ik lag er maar bij, las in Het Stenen Bruidsbed van Harry Mulisch (je had het in je tas naast een leeg colaflesje en het rubbe ren pompje van het luchtbed waar ik op lag) steeds weer het midden van pagi na 27: „Klopt er iets niet?" „Alles klopt', zong Ludwig Alles klopt". Maar Linda heeft nog nooit tegen me gezegd dat ze van me houdt, al omhelst ze me en lacht ze als ik zeg dat haar hals weer warm is vandaag." Die dag zei ik het niet, lag ik, deed mijn ogen open en dicht, open: Frans en Michele spelen naast mij het beken de spel van gisteravond en overmorgen en volgende week, zij drinken samen uit een colaflesje (Michele bijna niet drin kend en Frans het hoofd achterover) en zetten het als het leeg is ondersteboven in het zand. Dicht: jij lacht, je lichaam moet een beetje schokken, je zegt „Dat moet je niet doen, Harm, maar meen je het?" „Ik heb geen geld meer om Cola voor haar te kopen". Open en dicht, begreep niet, waarom ik bleef liggen, toen je met Harm naar zee ging, een glanzende jurk kopen, waarom ik je niet kuste toen je je over me heen bukte om te kijken of ik sliep. Of was het om de kam te pakken, die gevallen was toen je het schuim van de zee uit je haar wilde kammen of het zand of het zout of Harm ging weg, moest zijn glanzende huid weer gaan schuren langs het betonnen kostuum van Rotterdam, jij zei „Daag", veel mensen gingen weg, trokken hun grauwe kleren aan, waardoor ze lelijker werden en ook wij werden weer lelijk. Zelfs jij. Ja. Frans en Michele verdwenen, lieten het flesje in het zand staan (later werd het door de hond van een op knakworstjes- kauwende Duitse familie plat in het zand gedrukt) en gingen met de trein terug naar Rotterdam. Wij liepen langs het strand, zeiden niets; keken naar de man die de bad stoelen rechtzette (de logge monsters met de monden tot aan hun navel, die de avond en de nacht opeten omdat al leen de dagen belangrijk voor hen zijn als de badgasten in hun keel kruipen, hun hoofden, de adamsappels) koken niet meer of jij keek naar mij omdat ik met mijn schoenen door de plassen wa ter liep die de scheiding vormden tussen het droge en natte strand. Wij kusten el kaar. maar mijn mond bleef de mijne, de jouwe de jouwe en mijn tong was een vermoeide vis. De strandstoel ach ter ons geeutpde. „Wij hebben peen geld meer voor de Steeds raakte ik verder van je af, soms waren wij één cel geweest en de ze deelde zich in tweeën (het mes van de horizon sneed rood in de aarde) in meer delen, want ook ons zelf begrepen wij niet meer. Ik ging je weer bekijken of je een on bekende voor me was, of ze een onbe kende voor me was. Linda, wie ben je. waar bestaat je li chaam uit, hoe groeien je haren, hoe raak je je nagels kwijt, hoe metsel je de stenen van je stem tot woorden, wie ben je? Linda zei niets, liep mee toen ik naar de rijksweg liep om te liften, stak over als ik overstak, maar zei niets. De avondwind sneed uit bomen een schutting tussen ons in. Wij gingen er gens staan, bewogen onze handen ach terwaarts alsof wij wilden zeggen: ach ter ons ligt de warmte (ook Het Stenen Bruidsbed waren we vergeten mee te nemen) achter ons ligt alles, voor ons niets. Er ging een half uur voorbij, auto's namen andere auto's met zich mee, namen het deel van de weg mee waarop andere auto's zouden kunnen stoppen. Het werd donkerder. Linda liep weg, nam het luchtbed mee em pompte het op (ik hielp haar niet, keek alleen naar haar, zij pompte lang zaam, misschien vermoeid). Ik bleef kijken nadat zij erop was gaan liggen en de ogen zuchtend sloot. Een minder hevige wind, maar de schutting werd er hoger en dikker door. Mijn ledematen bewogen zich (ik had ar geen controle meer over) maar niets was er dat haar lichaam aanraakte, han den niet, niets, ik voelde het rafelige hout van de schutting tegen mijn oor. Pijn. Linda wie ben je? Tijd maakte het onbegrip groter. Mi nuut voor minuut verwijderden wij ge dachte voor gedachte van elkaar. Mijn ledematen gingen omhoog, de de len ervan zorgden ervoor dat ik liep. Een auto stopte. Mijn hand was om hoog gegaan. Gedachtenloos stapte ik in, mijn hoofd werd direct gevuld met het bijengezoem van de auto. De man en de vrouw zeiden niets meer dan nodig was tegen mij, ze zeiden helemaal niets te gen elkaar. We reden hard. Ver weg lag Linda op het rubberen luchtbed. Om half twaalf was ik in Rotterdam en stapte uit bij het Centraal Station. Er liepen nog men sen op straat. Hun stemmen sneden mijn hersenen in stukjes (kleine gedachten). Ik stapte een telefooncel binnen, fluister de zacht voor me heen het nummer en draaide het. (De man e,n de vrouw in de auto had den niets tegen elkaar gezegd). „Linda blijft vannacht bij haar tante slapen", zei ik. Mijn laatste dubbeltje werd opge geten door deze leugen. Nadat ik met moeite de zware deur van de telefooncel weer had openge duwd, gleden mijn ogen over de huizen rondom mij: „De stenen bruidsbedden, de stenen bruidsbedden. Hierin verwij deren de mensen zich van elkaar. De afstand tussen voor en achterdeur wordt steeds groter." Een man liep op mij af, maar mijn ogen bleven kijken, zij waren dg ramen van de huizen geworden. De gordijnen werden midden in de nacht verwijderd. „Klopt er iets niet', vroeg de man. „Alles klopt", zei ik glimlachend. „Al les klopt". ARIE GELDERBLOM t olo z Chrlm Siapele om het woord de eenvoud samen zijn zij meer samen zijn zij honderd i wij grogten wij spreken wij gaan allen gewetenloos rond het woord Waternaam ik hoor in het trage v de wolken langzaam dromen eer. oude legende met een grijze vlag die dwaalt over korte rondingen: golven een vis door vogel een vogel door vis ik zwerf tussen lucht en lucht terwijl ik door het watervenster kijk hoor ik de wolken langzaam dromen CEES VAN DOP ik heb mij neergevleid in het grote bed van je zacht sprekende stem onder de bloesem beschermtak van je handen Je bent de enige die de zee haar land ontnam de vijgeboom ontwortelde

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 15