Bevelhebber Nederlandse Strijdkrachten Prijzen landbouwgronden: zege voor mr. Marijnen? Prins Bernhard in oorlogstijd moest schaap met vijf poten zijn FLAIR Associatie Suriname:^ alleen CPN tegen bj T( d vei NIEUWE LEIDSCHE COURANT DONDERDAG 12 JULI SCHRIJFSTER WAS SECRETARESSE J^E SCHRIJFSTER van Prins Bernhard in Oor logstijd is een huisvrouw, die in Engeland woonde, en door een toeval op het secretariaat van ons Koninklijk Huis te Londen te werk werd ge steld. Van 1941 tot na de bevrijding was zij secreta resse van prins Bernhard, en maakte in die periode vele van diens belevenissen mee. Mevrouw Brave-Maks is er in geslaagd een levendig beeld van de Prins te schetsen. Met een typisch vrouwelijk oog voor het kleine detail brengt zij een nieuw soort oorlogsverhaal, zonder zich overigens in de vaak verwarring stichtende achtergronden en verbanden te verdiepen. Eenvoud en menselijkheid zijn de ken merken van haar pen op zichzelf bijzonder belangrijk, omdat karak tereigenschappen en gaven 't beste tot hun recht komen, als ze ge- interpreteerd worden opgediend. De oorlogstijd is voor prins Bernhard bepaald niet gemakkelijk geweest. Omdat hij in het middelpunt der belangstelling stond, werd hij door té veel mensen besproken. Omdat hij wars was van „red tape", zoals een formele of bureaucratische instelling in Engeland wordt genoemd, werd hij dikwijls niet begrepen. Die zelfde oorlogstijd heeft de Prins echter een stuk vorming en een nieuw hoofdstuk ervaringen gegeven. Niet prins Bernhard, maar de man Bernhard werd door de bezieling, die hij wist op te brengen en door te geven, op een voetstuk geplaatst. te (Van onze speciale verslaggever) HET droge, kort-zakelijke bericht, dat op 3 september 1944 te Lon den werd gepubliceerd, had een lan ge, zelfs indrukwekkende voorge schiedenis. Prins Bernhard was niet „zo maar" tot bevelhebber der Ne derlandse strijdkrachten benoemd. De geallieerden hadden in Zuid- Europa ondervonden dat zij op gro te steun van de ondergrondse strijd krachten konden rekenen, indien deze onder een strakke leiding ge coördineerd waren. Heerste er ver deeldheid of onderling wantrouwen, waren de onderscheidene kopstuk ken er alleen maar op uit zelf een rol bij de bevrijding van hun land te mogen spelen, dan kon het gemak, dat men wenste, wel eens in last ver- De bevelhebber der Nederlandse strijdkrachten waarbij niet in de eer ste plaats werd gedacht aan de opera tionele leiding van land-, lucht-, en zee macht moest dan ook een schaap met vijf poten zijn. Hij moest militair onderlegd zijn. op de hoogte zijn van de organisatie der illegale groepen, over tact en organisatietalent beschikken, 'l vertrouwen van de geallieerden en de ondergrondse beweging genieten, vóór alles ook boven de politieke partijen Een en ander kan worden geconclu deerd uit het zojuist verschenen boek Prins Bernhard in Oorlogstijd. De schrijfster, mevrouw M. Brave-Maks. geeft hierin een overzicht van de vijf jaar, die prins Bernhard als balling bul ten de grenzen heeft getoefd en van zijn belangrijke werk in die dagen. Meer dan de helft van het ruim tweehonderd blhdzflden tellende geschrift Is aan de acht maanden gewijd, die tussen de be vrijding van het zuiden en die van het westen lag, en die prins Bernhard hard werkend op z'n hoofdkwartier door- BEGRIJPELIJK Om nog even op dat berichtje terug te komen: Het is niet te verwonderen dat de keuze van koningin Wilhelmina ten slotte op haar schoonzoon viel. wiens voortvarendheid en improvisa tietalent in moeilijke situaties zij zozeer had leren waarderen. Als verbindings officier was hij voldoende militair on derlegd; hij kende de illegaliteit had ar ook altijd volle belangstelling voor getoond op de punten tact en orga nisatietalent had hij zijn sporen ver diend, en zijn karaktereigenschappen en zijn positie als prins verschaften, in po litiek opzicht, de zo noodzakelijke waar borgen. Of hij krachtige leiding kon uit oefenen, zou in grote mate afhangen van de vrijheid van handelen, die her., vergund zou worden. Op deze wijze leerde de Prins vlie genBoven: zoals het hoort, bene den zoals het wel eens kan gaan... Schietoefeningen in Engeland. In de beginperiode van zijn bal lingschap kreeg prins Bernhard instructie van een Britse sergeant. Voor prins Bernhard was de benoeming een grote verrassing, aldus de schrijf ster. Er restten hem slechts enkele da gen voor de voorbereiding van zijn over tocht naar het vasteland, want hij ver trok al op 6 september. Die laatste da gen waren voor zijn personeel overigens als een nachtmerrie. Terwijl op de be nedenverdieping tenten werdne uitge pakt en bekeken, dicteerde hU vanuft dc badkamer op de eerste verdieping nog instructies aan de typiste, die zijn woorden achter de gesloten deur trachtte op te vangen. voor improvisatie en kamp ging. Toen prinses Juliana uit Canada overkwam (men verwachtte glOOl immers dat Nederland spoedig bevrijd zijn?» werd zij zo gegrepen door de (lOlipClSSlllQSVCrUlOQBll linS kreeg. Na overal elders te hebben i opmerkte zich aangeklopt, kwam zij ten slotte ook bii „Hier in Limburg kennen wij allen de verhalen van de drukke bedrijvigheid op het hoofdkwartier van de Prins, terwijl de niets presterende grijsbaarden va regering zitte te suffen in hun weelde rig ingerichte bureaus." Een uiteraard wat overtrokken i stelling van zaken doch niettemin vleiend voor prins Bernhard en staf. Buiten zijn reguliere werk als bevel hebber der Nederlandse strijdkrachten een voornamelijk coördinerende taak kreeg de Prins een menigte van persoonlijke verzoeken te behande len. Burgers, die meenden onrechtvaar dig behandeld te zijn, deden vaak in de volgende trant een beroep op hem: „Koninklijke Hoogheid, mijn huis is kapotgeschoten, ik woon met mijn kinderen in de schuur en mijn man in Duitsland GEVORDERD „Koninklijke Hoogheid, ik ben ge meente-arts in en ik had er alles voor elkaar om het ziekenhuis in te richten voor de vele tbc-pa- tiënten, die er op ditrinoment onder de bevolking, en vooral onder de evacués zijn. Nu hebben de geallieerden het ge hele ziekenhuis gevorderd. Zou het niet mogelijk zijn dat er althans één vleu gel te mijner beschikking blijft?" „Koninklijke Hoogheid, het Militaire Gezag heeft mijn auto gevorderd en daar ik slecht ter been ben en mijn auto zelfs van de Duitsers mocht blij ven gebruiken, zoudt gij misschien In gevallen, waarin hulp inderdaad dringend noodzakelijk was, deed de Prins wat hij kon met bijvoorbeeld een voedselpakketje, wat medicijnen, die hij nog wel uit Engeland kon betrekken, of via „relaties". Daar was dat meisje, dat door een parachutist in de knie ge schoten was, en mank zou blijven als speciale chirurgische behande- Schade aan het rechtsgevoeT (Van onze parlementsredactie) "VTA DE eindstemming over de Mammoetwet zou de Tweede Kamer van- -1- daag beslissen of de prijsbeheersing van landbouwgronden op 1 jan. a.s. kan worden beëindigd (regeringsvoorstel), of dat ze nog enige jaren moet worden gehandhaafd (initiatiefvoorstel-Vondeling). Gezien de uit eenlopende meningen over deze zaak ook binnen enkele fracties valt de uitslag van de stemming moeilijk te voorspellen. Waarnemers houden het echter op een kleine overwinning voor de regering. Voorzover de standpunten niet reeds van tevoren definitief waren bepaald, is de keuze er gisteravond voor de nog aarzelende Kamerleden niet makkelijker op geworden. Want zowel prof. Vondeling als de ministers Marijnen (landbouw) en Beerman (justitie) hebben hun respectieve voorstellen zeer bekwaam en boeiend verdedigd. gejaagde sfeer dat zij opmerkte zich wel wat overbodig te voelen. Of i niet iets voor haar te doen was, zij ten einde raad. Ja, natuurlijk! Op het laatste moment naaide Hare Ko ninklijke Hoogheid nog een paar kno pen aan de prinselijke winterjas Van de drie Dakota's (waarin twee ieeps), waarmee op 6 september naar Amiens werd gevlogen, werd er natuur lijk één door de Prins bestuurd. Van Amiens reed de pas benoemde bevel hebber der Nederlandse strijdkrachten via Brussel naar Diest eveneens in België), waar hij geruime tijd in een tentenkamp verbleef. In deze periode schreef hij aan een in Engeland ver blijvende vriend: „Het is hier bar koud en ik zou al bevroren zijn geweest, als Martin z'n hond - Red.) me 's nachts niet warm hield.'" I.ÉON DEGRELLE Een veel beter onderdak vond hü in het voormalige ..Steenkasteel" van de grote schilder Rubens. Eind oktober nam hy zijn Intrek In Chateau Wlttouck dat aan de rand van Brussel lag. en dat als verblijfplaats van de gevluchte. Bel gische fasclstenlelder. Léon Degrelle, bad gediend. De laatste had er twee paar zijden lakens en een welvoorziene wijnkelder achtergelaten, die als luxes door de Prins en zijn staf werden begroet. Na een enorme hoeveelheid voorbe reidend werk te hebben verricht, m ook tientallen plaatsen in bevrijd ge bied te hebben bezocht, installeerde de Prins zich op 1 december in het oude belastingkantoor aan de Bredase Ha ven. Het ging allemaal erg proviso risch: Er was haast geen meubilair, er was nog geen papier, er wart geen schrijfmachines. Toch is het te spoedig gekomen, want wat „organi seren" betreft hadden de stafleden de meesten met vier jaar ervaring geen complexen. Het was merkwaardig, dit kale kantoor, waar plotseling veel mensen bijeenkwamen, die elkaar abso luut niet kenden, en waar niet iedereen direct wist welke taak hem was toebe dacht, in zeer korte tijd een team groei de, dat uitmuntte in saamhorigheid, en dat wars was van elke vorm van bu reaucratie. Volgens mevrouw Brave-Maks waren dc door dc Prins geleide, wekelijkse stafvergaderingen als een openbaring. Het gezelschap burgers, beroeps- en reserve-officieren, intellectuelen en min der geschoolden was dikwijls weinig zakelijk, maar steeds wist de Prins met veel tact en kennis van zaken het ge sprek terug te leiden naar het onder werp dat van belang was. Hij bleek in staat dc kwintessens uit een probleem te lichten, opgeblazen zaken tot hun nor male proporties terug te brengen, en onopvallend diegene tot spreken te bren gen. die deed vermoeden een goed idee te hebben, of met dc beste oplossing te Zou er ooit zo hard gewerkt zijn als op dat kantoor? vraagt de schrijfster DAT TEMPO „Wij durven gerust te zeggen niet, en dat is maar goed ook, geen mens zou dat tempo veel langer hebben kunnen volhouden. De werk zaamheden werden slechts onderbro ken voor eten en slapen; het laatste meestal te kort en het eerste gebruikt als uitstekende gelegenheid om het een of andere probleem eens nader te be kijken. Wie de Prins en zijn medewer kers in die dagen heeft zien werken van dc zon- en feestdagen, ook Kerst mis, ging alleen een uurtje af voor de kerkgang begrijpt dan ook best dat hy zijn grieven eens in een brief aan een Nederlandse instantie in Brussel „Tot mUn verbazing kon ik vanmid dag in Brussel niemand aan de tele foon te spreken krijgen. Dit Is niet de eerste keer en daar w(j Iedere zondag en vaak halve nachten doorwerken, Is het zeer vervelend als men op het bu reau Brussel zelfs geen telefoonwacht om niet te spreken van een officier, kan krijgen." Een Amerikaanse voorlichtingsoffi- cicr. die Limburg bezocht, moet eens aan zijn superieuren hebben geschre- aangeklopt, kwam zij ten slotte ook bij prins Bernhard terecht, die haar nog diezelfde dag in zijn eigen vliegtuig naar Engeland liet brengen met eigen-. Prof. Vondeling sprak (per microfoon) vanaf zijn zitplaats. Hij maakte een han dig gebruik van de argumenten vai vertegenwoordigers van de „regerings fracties". die zich tegen het niet-verlen- gen van de wet op de vervreemding van de landbouwgronden hadden verklaard Tegenover hun wensen nam hij ter vergroting van levensvatbaarheid van zijn voorstel een zeer tegemoetkomen de houding aan. Zo verklaarde hij Id tweede termijn, zich niet te zullen ver zotten tegen een amendement om de vervreemdingswet te verlengen tot 1 jan 1967 in plaats van tot 1 januari 1968 zoals in het initiatief-voorstel is voorge steld. Een dergelijk amendement bleef gisteravond echter achterwege. De heer Vondeling bleek, in tegenstel ling tot andere Kamerleden, niet onder de indruk te zijn gekomen van het adre» van de broederschappen der notar en kandidaat-notarissen. In dit stuk wordt gewezen op de talloze ontduikingen van de vervreemdingswet en op de onmoge lijkheid om daartegen op te treden. „Dit is óf opschepperij, öf de notarissen hebben geen begrip van hun taak. Ze mogen immers geen overdrachten bevorderen waarvan ze de overtuiging hebben dat er een luchtje aan zit. Mogelijk is ei sprake van „wishfull thinking": de nota rissen willen misschien graag losse prijzen hebben", aldus de heer Vondeling. HM besloot zijn betoog met de opmerking dat de meeste boeren voor handhaving van de prijsbeheersing zijn. „Zij zullen ons dankbaar zijn als wij daartoe be sluiten". De minister van justitie mr. Beerman was het niet eens met prof. Vondeling' laatdunkende visie op de notarissen. Zn achtte hij het uitgesloten, dat er ten over staan van een notaris zwarte grondprii- zen worden betaald. Terecht hebben de notarissen erop gewezen, dat geen wet zo stelselmatig is ontdoken als juist dt vervreemdingswet. „Deze zon der ge rechtigheid heeft nooit in het zenith maai altijd aan de westelijke kim gestaan", aldus de minister. Het bedenkelijke is. dat men de ontduiking niet heeft gevoeld als een schending van het recht Het zou struisvogelpolitiek zijn dit niet te erken- Wetsontduiking is verwerpelijk en kan ln een rechtsstaat niet worden getole reerd. Ze kan op zichzelf ook nooit een reden zyn om een wet ln te trekken. Er is echter een verschil tussen een omgaan en een ontduiking van de wet. Het punt waar het op aan komt is volgens de minister dit, dat een wet die niet nage leefd wordt en waarvan de nakoming niet met sancties kan worden afgedwon gen, zijn bestaansgrond verliest en inge- handig geschreven instructies voor zijr eigen arts. In zijn later naar Apeldoorn overge plaatste hoofdkwartier speelde de Prins actieve rol ln de voedselactie. die ongetwijfeld duizenden het leven heeft gered. Ook bij dc capitulatie te Wagc- ningen eindelijk de witte vlag.' stond hU vooraan In de rij van degenen die de hooghartige eisen van de Duitse generaal Blaskowitz onverbiddelijk af- VERDEDIGING Dat mevrouw Brave-Maks geen blad oor de mond neemt, als het op de verdediging van haar vroegere „baas aankomt, blijkt wel uit het volgende ci taat: „Er is wel eens schamper opgemerkt dat de Prins geen „echte" generaal was. dat hij er te jong voor was. Daar schuilt een kern van waarheid in. maar >en om zijn militaire capaciteiten benoemde generaal deze heterogene, uit militairen, arbeiders, intellectuelen Prins Bernhard achter het stuur wiel van zijn jeep „ergens in Branbant". en huisvrouwen bestaande verzetsge- meenschap had moeten leiden, zou de ongetwijfeld grote energie van het ver zet niet zo snel in goede banen zijn ge leid en zou er niet uiteindelijk toch zo veel begrip gegroeid zijn tussen de lei ders der eertijdse illegalen en de rege ring. Het zou gegaan zijn, zoals in sommige andere landen, waar het ver zet in een hoek werd geveegd en in dit stofnest een voedingsbodem vormde van onlusten, stakingen, ja, zelfs revolu ties. Maar de Prins, met zijn jeugd en zijn in Londen vergaarde kennis van wat er omging in zakenman of politi cus. soldaat of diplomaat, oud of jong. wist de positieve ideeën van het verzet die zich in negatieve ontevredenheid uitten, wanneer deze gedwarsboomd werden, op te vangen en er gebruik van te maken." trokken moet worden, omdat ze schade toebrengt aan het rechtsgevoel en de rechtsnorm. Dit nu geldt voor de ver vreemdingswet. Als belangrijke oorzaak van de uitholling van deze regeling noemde de minister de tijdelijkheid, steeds gebonden is geweest Mr, Marijnen De minister van landbouw, mr. Marij nen zei. dat de regering na de discussie in de Kamer eens temeer overtuigd is van de juistheid van haar standpunt, dat nu het ogenblik is gekomen om tot de vrije prijsvorming voor landbouwgron den over te gaan. Het ingrijpen door de overheid in de contract-vrijheid is alleen onder bijzondere omstandigheden geoor loofd. Zodra daarvan geen sprake meer is en dat is nü het geval moet het mechanisme van de vrije prijsvorming worden hersteld. De zg, generatie-drnV maakte destijds de prijsbeheersing nood- zakelijk, maar die druk is nu sterk var. minderd. In het kader van de E.E.G. moeten wu ons tijdig voorbereiden op de vrije mark» met vrije concurrentie-verhoudingen We kunnen die E.E.G.-ontwikkelingen niet tot 1967 of '68 afwachten. Het is zaak dat wij nü onze concurrentiekracht ver hogen door een optimale doelmatigheid in het grondgebruik te bevorderen.. ..Die doelmatigheid hebben we op het ogenblik al broodnodig", aldus de minister. Over een mogelijke prijsstijging als gevolg v» de opheffing der prijsbeheersing maakL de minister zich in het geheel geen zotl gen. De rentabiliteit van de bedrijvf aan moet de stijging van de kostprijs v$ vertr landbouwprodukten kunnen opvangen. Er is volgens de minister ook gei1 reden om de landbouwkundige toef wate sing te handhaven. Men zal terzaK zijn vertrouwen moeten hebben in de eiggiste verantwoordelijkheid van de inditx.^ter 1 duele ondernemer. De prijsontwikk» ling moet nu eerst worden afgewaclfar "dl De regering zal de vinger aan de paar pit houden. Na een aantal jaren kan cti. worden nagegaan of er reden is e#Ü jj®: (nieuwe) regeling voor landbouwkuP het dige toetsing in het leven te roePen^^^ Nieuw initiatief was Bij de replieken lieten de K.VP.-eKe? Engeljaertink en Van Rijckevorsel blijkct^ 'd| dat zij noch voor het regeringsvoorst(Delft noch voor het initiatief van de h« eei^ Vondeling veel voelen. „Misschien zal a elkaa] nacht mij raad verschaffen", verzuchtU^ ui de heer Engelbertink. De heer Va Rijckevorsel verraste de Kamer met e^iftgblai nieuw denkbeeld. Hij overwoog om L win, zijner tijd een initiatief-voorstel in te dif wat d nen, waarin de prijsbeheersing zou woi^^ den vervangen ''oor het Duitse stels^jng waarbij de gronaoverdracht is onderworp pen aan voorafgaande goedkeuring va^. dg de grondkamer, die toestemming tot ovei dracht kan weigeren als in het betrokke geval van prijsopdrijving sprake i Slechts als de heer Vondeling namei^ zijn fractie zou kunnen verklaren eey00R dergelijk initiatief-voorstel straks te zul len steunen, wilde de heer Van Rijckt vorsel „in de boot van de heer Vond»specia; ling stappen". Prof. Vondeling reageerde hier nog flauwtjes op. Hij beloofde elk voorst» BUFFJ dat tot een verbetering van de situali wj leidt, te zullen steunen. Een verklariq N I namens zijn fractie wilde hij echter nil geven. Hij wees er voorts op, dat de gis bale prijsbeheersing die de heer Va Ryckevorsel voorstaat, nu al mogelijk i op grond van de vervreemdingswet. AUTC Zuidamerikaans temperament a. in de Tweede Kamer i (Van onze parlementsredactie) DE TWEEDE KAMER heeft gistermiddag haar bijeenkomst als Koninli 1 rijksparlement besloten met de aanvaarding van het wetsontwei A tot goedkeuring van de associatie van Suriname met de E.E.G. Alleen o--J communist Bakker stemde tegen, ondanks het uitdrukkelijk verzoek va' de Surinaamse gedelegeerde mr. Ooft om dit niet te doen. „Ik geloof, drf ook de heer Bakker van Suriname houdt, maar laat hij dan zijn stem aa> Cd! de associatie geven", zo riep de Surinamer uit. Het antwoord van de con» munist luidde: „Wie hart heeft voor Suriname zal zich moeten keren tegel de koppeling van dit land aan een politiek blok als de E.E.G.". -i De ministers Korthals en Luns en de gevolmachtigde ministers van Suriname en de Nederlandse Antillen, de heren Pos en Lampe. nebben gistermiddag de Ne derlandse Kamerleden en de Surinaamse gedelegeerden, die woensdag over de associatie het woord hadden gevoerd, geantwoord. Minister Korthals sprak de hoop uit, dat het niet de laatste keer zal zijn dat parlementariërs uit de West aan beraadslagingen in het Koninkrijks- parlement deelnemen. De rijksband kan alleen diep verankerd zijn als ze tot uiting komt en beleefd wordt in het per soonlijk contact. De minister verwachtte van de asso ciatie veel goeds voor Suriname. De af zetmogelijkheden worden er belangrijk door vergroot en dit zal de lust om in Suriname te investeren bevorderen. De economie van het land zal dan minder afhankeiyk worden van de thans be staande exportmarkt van overwegend agrarische produkten. Ook een vergro ting van de bauxlet-export naar de E.E.G.-landcn ligt in het verschiet. Drs, Korthals erkende, dat het Statuut aan wUziging onderhevig moet zyn, óm dat de wereld voortdurend ln beweging De Interpretatie van het Statuut Is voorbehouden aan de ministerraad van het Koninkrijk, waarin de gevolmach tigde ministers van Suriname en de An tillen hun woord meespreken. Wat de Surinaamse wens tot zelfstandige behar tiging van buitenlandse belangen be treft: op het ogenblik studeren drie werkgroepen op deze zaak. Daarnaast wordt reeds thans bezien wat terzake binnen het kader van het Statuut moge- lyk Is. Minister Luns betreurde hel. dat de P.v.d.A.-sprekers mr. Van der Goes van Naters en mr. Kranenburg woensdag zich aan de feestelijke stemming hadden onttrokken door felle kritiek uit te oefe nen op de rol van de Nederlandse re gering by de totstandkoming van dt associatie. De bewindsman gaf toe, dai juridisch misschien niet de meest juiste vorm is gekozen, maar dit geschiedde o.m, om tijdverlies te voorkomen. De re gering heeft voorts gemeend in redelyk- heid een advies-aanvrage aan de Nw Guinea-raad niet achterwege te kunnen laten, gezien de consequenties van Su- riname's associatie voor Nw. Guinea. De advies-aanvrage vroeg niet om een oor dcel over dc associatie zelf. Uit gesprek ken met de Surinaamse minister-presi dent Emanuels is gebleken, dat de Su rinaamse regering begrip heeft voor de houding van de Nederlandse regering in De minister van buitenlandse zaken had alle begrip voor het feit, dat de snelle ontwikkeling van Suriname leidt tot groter zelfbewustzijn. Het streven een meer zelfstandige behartiging van de buitenlandse betrekkingen ls hiervan slechts één aspect. Nederland neemt hiertegenover een ruim standpunt in. Waar mogelijk zullen Surinaamse regeringsvertegenwoordigers in het In ternationale overleg worden ingescha keld. zeker als het gaat om aangelegei 1 heden die Suriname rechtstreeks aai -j gaan. „Iedere neiging tot bevoogdiij ontbreekt ons te enenmale", aldus de b Raadh windsman. Alphei Nadat de gevolmachtigde minister Suriname dr. Pos de verwachting h^— uitgesproken, dat voor de associatie d deuren in Suriname wyd open zulla gaan voor de industrialisatie, repucew den nog o.m. de heren Lachmon, Ooi en Pengel. De heer Lachman noeml) minister Korthals „een waardig opvol ger van willen minister Kernkamp Omhelzinj :ei, dat de Suriname» \]QOV jven. Het zou bruta.' U De fractieleider van de National Partij Suriname, de heer Pengo besloot het debat met een briljal speechje. waarin hij o.m. aandadl vroeg voor het verschil in mental! teit tussen Nederlanders en Surine mers. „Ons temperament." zo zei hi Alph „is Zuid-Amerikaans. Wanneer wj in het parlement een vrouw omh^"— zen. is dat voor. ons een doodeenvon» dige zaak.Deze opmerking ver wekte uiteraard grote hilariteit i j de Kamer. De hecT Pengel j redelijk willen blijven, en onredelyk zyn, wanneer zy zoude) trachten het internationale lot v! derland te bepalen. Het gaat echter ni( aan, dat Suriname in internationale oi ganen (als de E.E.G.) medevertegeo woordigd wordt door mensen, die nil -|-| eens weten waar Suriname ligt. „Als wij ons zouden houden aan ai—l, letter van het Statuut dan zouden cop p flictsituaties ontstaan. Dan krijgt u moej^ lÜkheden." zo vervolgde hy. verlangde hij, dat Suriname een prei derante positie krijgt in aangelegenhl ten, die Suriname aangaan. Het Konlnï rijk zal ook sterker komen te staan I de wereld als duidelijk vast staat, dat stem van Suriname niet is „his master) I voice". Wij willen," aldus de heer Per gel. „zelfstandig worden, niet alied in staalkundige, maar vooral in econO mischc zin. Want staatkundige zelfstaq Alle digheid is geen cent waard zonder ec« nomische onafhankelyhkeid." Namens de hele delegatie dankte i heer Pengel de Kamer voor de betoon» gastvrUheld. „WU hebben van uw zale gebruik kunnen maken en we hebb# mogen drinken zoveel als we maar wi den. En straks hopen w(j uw drankc Van nog te kunnen nuttigen," zo riep hU oi Alph der gelach uit. Na het spreekgestoelte hebben verlaten omhelsde de heer Po gel weliswaar geen omarming bleef toch niet uit. Daarvi was de forsgebouwde K.V.P.-i Van Meel hel voorwerp. 5/eer in 'f g«%in f D(Vieiilobbek," m lm I Uw OLIEI

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 10