Collectie Ambachtskunst Is museum apart... Draaiorgel- klanken RIJKSMUSEUM MET DERTIG ZALEN UITGEBREID van honderd Jaar geleden wart 25 jaar geleden overleden vrouw van Jupiter* NIEUWE BOEKEN ZONDAGSBLAD ZATERDAG 7 JULI 1962 Grandioos beeld van schoonheid uit acht eeuwen QM EEN totaalbeeld te ver krijgen van het vele schoons waarmee de mens xich van de twaalfde tot de negentiende eeuw omringde, is het Rijks museum te Amsterdam boeien der dan ooit de aangewezen plaats. De betreffende afdeling, waarvoor een betere verzamel naam dan de ongelukkige „Kunstnijverheid" nog niet is bedacht, is na in omvang ver dubbeld en omvat maar liefst aestig zalen. Het heeft ongeveer vier jaren van voorbereiding en nog eens drie jaar bouwen gekost, doch het resultaat is dat het Rijksmuseum van de Romaanse stijl af tot aan het Empire een grandioos overzicht kan bieden. De bouwplannen voor de dertig nieuwe zalen zijn nog het werk van de toenmalige hoofddirecteur, de in december 1961 overleden jhr. dr. D. C. Röell, wiens naam dan ook terecht is verbonden aan de prachtige aula. evenals de ove rige uitbreiding gerealiseerd on der leiding van de architecten Dick Elffers en "Ibijs Wijnalda. Museumbouwtechnisch vertoont het nieuwe complex over drie verdiepingen opgetrokken in de westelijke binnenplaats vele variaties, o.a. ovale en tienfcanti- ge zalen, waardoor tijdens de rondgang ook op dit gebied ver rassende onderbrekingen ont staan. Overrompelend Het gehele complex is uitge rust met airconditioning en met een in vele opzichten zeer gunsti ge kunstverlichting. Het kan er aus prettig toeven zijn. Deson danks is het niet onwaarschijn lijk dat de bezoeker zich in dit labyrint van zestig zalen ietwat biklemd zai voelen, ook al orn aat de veelheid van geëxposeerde kunstwerken danig overrompelt en hem misschien de kluts doet kwijtraken. De museumdirectie kan dit voorkomen, door zo snel mogelijk een in populair-weten schappelijke trant beschrijvende catalogus beschikbaar te stellen. De meer ingewijde bezoeker weet zich hier thuis in een dora- Voor de de achttiende t de Italiaanse r Zuidelijke e landen vormen «en Brussels gobe- van kerkelijk lin uit de zestiende eeuw met wa- werk stammen pentapijten van Karei V en een schoorsteenmantel uit het kasteel Ar +A van de Borranelse roofridder n ISTOrie-O raaO Maarten van Rossem de overgang naar de vroeg-zeventiende-eeuwse Mogelijk is het de lezer een ambachtskunst. Daartoe behoren «aan duizelen; wij meen- o.a. twee schitterende wandtapij- den deze opsomming toch te moe ten van de Delftenaar Francois *en «eve" 2™. Z1) he* dan vluch- Spiering. tig te onderstrepen van welke een groot belang het is, dat het Rijks- De aangrenzende zalen geven museum met een unieke collectie een indruk van het stijlvol interi- van vele duizenden pronkstukken eur der Hollandse woning uit die een welhaast allesomvattend over- tijd, o.a. een prachtige betiirvme- zicht kan bieden van de amibachts- ring uit een Dordts huis (1626). kunst sedert de middeleeuwen tot dan de nog rijkere meubelkunst van de Vlaamse barok, gegra veerd glas en sublieme stalen edelsmeedkunst van de gebroe ders Adam en Paulus van Vianen. Andere glanspunten vinden we in de zalen met blauw en Delfts polychroom aardewerk, zo esthe tisch uitgestald dat ieder werp tot zijn recht komt. i de negentiende e Het zal goed zijn, als in de nu zestig zalen rijke kunstnij- verheidsafdeling tassen de be zoekende kunsthistorici en an dere deskundigen vele nog onin- gewijden, vooral scholieren, Zeer interessant is de afdeling mengen om hier de draad beeldhouwkunst uit de zeventien- van de historie te volgen. Het is modellen ^dTd^Se? vS Van Veel DUt' te bestuderen dat het huidige Paleis op de Dam. verleden, van waaruit ons he- van de beeldhouwer Artus Quilli- den gestalte vindt. De glorietijd van het pierement is voorbij. Tegenwoordig ge ven cabaret, bioscoop, grammofoon en televisie de mens vóór- geprepareerde aandoening en zieletroost. De behoefte, die de brave burger heeft aan griezelverhalen, ongelukken en misda den, wordt nu langs geïndustrialiseerde en gecommercialiseerde weg door tientallen kranten, beeldromans en door de bovenge noemde audio-visuele hulpmiddelen bevredigd. Die geven de ge legenheid, ervaringen die krachtens zijn moraal hem verboden zijn, uit te leven; de door maatschappelijke normenyebondene filister kan zo toch zijn onderbewuste driften in de fantasie af reageren. Hoe gebeurde dit een eeuw ge- de burgers) in oude spelling met leden? Op jaarmarkten stond dan al de dwaze plaatjes uit te ge- vaak een zanger op een bankje ven. 1) De laatste zijn nog het (vandaar de Duitse naam Bankel- interessantste. In Arabië zien we sanger) en zong een griezelig lied, een ruiter, die op een hobbel- dat hij daarna verkocht, verlucht paard door de woestijn (palmen!) met een groot aantal pakkende galoppeert. Klein Azië wordt ge- plaatjes, voorloper van de beeld- karakteriseerd door een mooie roman uit onze tijd. Er verandert slavin, die op een ezel zit, ter- minder dan we somtijds denken, wijl daarachter heilige leeuwen op de vlucht slaan. Aardige gedachte naast werk van Hendrick de Keyzer en Rombout Verhuist het middelpunt vormen. TON HYDRA Dit is het beroemde bureau van de keurvorst van Trier, omstreeks 1765 met verbluffende kunstvaardigheid gemaakt door Abraham en David Roentgen. Het is een aardige gedachte, een in 1849, dus vlak na de revo lutie van 1848, anoniem versche- tieke satire verbood, maar ook waakte over de zedelijkheid van Actuele betekenis heeft de nood kreet (vrij naar Goethe): Nach Algerien, nach Algerien Lass mich in den Osterferien Hoher Alter! lass mich gehn! lager wal geraakte Prachtig voorbeeld van Engels glas, door de Hollandse kunste naar tTillem F or turn in 1757 .gestipt" met de charmante voor stelling van een musicerend paar. do, vol zinverrukker.de confronta- Les met ambachtelijk hoog-ver fijnde kunstvormen. Veel ervan, dat wel reeds museumbezit was, niet eerder kon worden ge- Jachtzaal Dan is het de Jachtzaal die de bezoeker verrast, vooral door het achttien meter lange wandtapijt, en betekenis na de bloei van de Delftse fabriek omstreeks 1650 geweven. De zaal bevat voorts enige interessante schoorsteenstukken uit Amster damse woningen. Het zeldzame goudleer-behang, toond. is door de uitbreiding thans dat op vele zeventiende eeuwse op sublieme wijze ingevoegd in schilderijen voorkomt, is in wer- het overzicht van stralende cul- keiijkheid te bewonderen in de tuurfacetten. volgende zaal, waarna van kost- In de .nieuwbouw" vloeien de baar hout «smaakte meubelen uit So weit ist es jetzt gekom- Da&s den Kopf man abge- Aard van zijn werk In 1957 is het twintigste sterf- Dit lot ondergaat elke compo- tijden meen. Verrassend constateren hoe knap de inrich ters erin zijn geslaagd, als het ware de draden van de ontwikke ling der sierkunst zichtbaar te maken. Verwantschap in expres sie in de landen van herkomst, alsook de overgangen van de ver schillende stijlperioden zijn hier boeiend chronologisoh aaneenge schakeld af te lezen van prachti ge wandtapijten, hoogtepunten van meubelkunst, zilver- en aarde werk, kant. sublieme stalen van interieurkunst (zoals gebeeldhouw de schoorsteenmantels en goudle deren behangselscostuums en van talloze andersoortige, kunstig vervaardigde gebruiksvoorwerpen Keizerlijk bezil De lengte van een normaal dag bladartikel is niet voldoende om zelfs maar een summier beeld te geven van wat er in de dertig nieuwe zalen is te zien. De omme gang door de uitbreiding begint zowel historisch als naar volgor de van de zalen na de kunst van de tweede helft van de gouden eeuw aandacht vragen. Hier staan ook Chinese lakschermen. Poppenhuizen land werden herdenkingsconcer ten gegeven, waarin zijn vier omstreeks sovms Jaap, Dirk Jansz., Willem dwijnt niet, verdwijnt nooit. Dit moge voor de trouwe bewonde- Jan Zwart wellicht wat 1700 de kleinste was wan Mar- Hendrik en Piet, alsook zijn be- bitter, wat ondankbaar klinken, het niet als zodanig be- garetha de Ruyter, de admiraals- kendste leerling Feike Asm», een toch dochter vele snuisterijen en an- grote rol speelden. De N.C.R.V. doeld. Want wij beschouwen de dere exquise gebruiksvoorwerp- rond Jan Zwarts gehele orgel- werkzaamheden van Jan Zwart jes, de rijke kunstnijverheid uit oeuvre uit en in artikelen over de tijd van stadhouder Willem III leven en werk van deze organist en o.a. Parijse gobelins uit het kon men zich over zijn betekenis paleis van Versailles, zijn de nader beraden, schakels naar de kunst van de achttiende eeuw. waarvan het Waarschijnlijk heeft men nü. Rijksmuseum zoveel bezit, dat vijf jaar na deze grote posthume niet uit het gezichtspunt van zijn tijd, de jaren van ongeveer 1914 tot 1937. maar uit het ge zichtspunt van ónze tijd. Wat heeft de tijd van nü aan Jan Zwart te danken, wat kan nü - - Gar. "r^n nog steeds in hem gewaardeerd ai* h*>t uraro ppn roifo»aniHrt hulde, de herdenking van Jan net ais net ware een zelfstandig Zwart>s 85ste geboorte- en 25ste worden, wat is „voorbijgegaan?' museum kan worden genoemd. sterfjaar (hij leefde van 20 augus- Daarop komt het tus 1877 tot 13 juli 1937) in wat AoltWlAM/Jo AA|IU. rustiger banen willen houden. In ACntTiCnOC CCUW Den Haag geeft Jan Zwarts zoon Dirk Jansz. op 12 juli in de We beperken ons weer tot Evang. Lutherse Kerk een In Me- slechts enkele aanduidingen: een mori^m-concert, waarin op het unicum is het in opdracht van programma naast composities Lodewijk XIV gemaakte rustbed, van zijn vader, als de Sombere voorts de apothekersgast van het Muziek over Psalm 103: 8, enke- Delftse gilde destijds voor exa- ie bewerkingen van geestelijke mens gebruikt 's werelds bes- liederen en een Trio over Psalm te collectie Saksisch porselein, 6. werken van J. S. Bach en Cé- Chinees aardewerk, meubelen in sar Franck vermeld staan. Dus Louis XV-stijl, enige van de be- geen programma, uitsluitend aan roemde „Witjes" van Jacob de Jan Zwart gewijd, zal men op- Wit. miniaturen van de toenmald- merken, ge wooncultuur, een galerij met Daarmee óók de fjguur, het m de mens Jan Zwart, i blinde verering be- hem allerminst hulde. Und van Jan Zwarts werk: Jan Zwart trók publiek, de kerken, waarin hij orgelconcerten gaf, waren stampvol, en de algehele belang stelling voor het orgel groeide ge stadig. Aan Jan Zwart is de her leving van het orgel, van de or gelmuziek te danken. Hij hief het orgel uit het verval, waarin het was geraakt, hij bracht in de or gelkunst, het bespelen en het be heersen van het orgel, het onder zoeken van de orgelhistorie, het heit'7 wWoêndê"^^raanjedukL waarderen van de orgelmuziek, Zo de schoenmaker Einem aus der Geistlichkeit: Dies ist keine Kleinigkeit. Aan het slot van dit gedicht zien we de delinquent op een stoel vastgebonden zitten, een brede bloedstroom gulpt uit zijn hals en een dansende duivel springt met zijn ziel weg. Er gebeuren ook verheugender dingen. Een verlamde freule wordt bij de aanblik van de hei lige rok in Trier plotseling gene zen. Ging ze op krukken daar heen, het laatste plaatje toont haar dansend in avondtoilet. Freifrau von Droste-Vische- ring, viva Vischering, Noch selb'gen Tags zu Tanze ■ging, ti ta Tanze ging, Dies Wunder güttlich grau- Geschah im Jahre tausend Achthundert vier und vierzig, nicht glaübt, der irrt sich. Griezelig Het griezelige heeft echter de boiventoon, wat reeds in de titels ,Höch*t schanderhafte Begeben- dienstmeisje het slechts middel Jan Zwart zelf. Maar i langde hij ook niet. Geslaagd Vechter Nu 25 jaar na zijn dood JAN ZWART kunnen wij constateren dat de or- gelrenaissance in volle gang is, en makkelijk kunnen volgen, moest dat Jan Zwart dus in zijn levens een melodie kunnen herkennen zilverwerken, prachtige voorbeel den van rococo- en Louis XVI- stijl, een ovale zaal waar de invloed van de oudheid duidelijk Bezinning Jan Zwart dan vocht zijn leven daarom <ta*te hij zich dus uit in het idioom, dat het publiek ver stond en graag hoorde, n.l. dat van de 19e eeuwse Romantiek, Men delssohn, César Franck en zijn school. Want anders kwam het publiek toch niet Das Herzblut tut sogleich rausspriteen, 'Sie sinket urn und um. Der falsche Schuster von Treuenbrietzen Der steht um sie herum. Een goed voorbeeld van een beeldroman vinden we in de „Höchst wahrhaftige, anfanigs zuckersüsse am Ende aber tra- gisch-scheussliche Geschichte Liebenden Eduard und wordt de schatkamer met lerlei frappante kunstwerkjes, een denking vaj dat de grote her- 1957 een bezinning betekenis van deze volledig ingerichte Duits en Hollands porselein, belkunst van bet Empire en gou- organist te weeg gebracht heeft, den tafelgerei, dit alles geeft in Het Is immers altijd zó. dat naar- df'eéuw g€S<alte aa" act>t!icn" m.tt men in de tijd verder ver- wijderd raakt van een bepaalde lang voor een hernieuwde langstelling voor het orgel en voor de orgelkunst in algemene, wij dere zin. Daarin wilde hij zijr Schepper dienen. Hij wilde dt mensen terugbrengen, terugsie pen naar het orgel, hen de schoonheid van het „koninklijk Verder instrument" openbaren, hen de oren openen voor de kracht van Maar had hij eenmaal zijn het godsdienstige lied, psalm of bliek gekregen, dan ging hij i gezang, op het orgel. Met dit der en kwam hij tot de echte doel schreef hij zijn composities, gelmuziek. In zijn wekelijkse loont ook weer de moeite werken lich erleuchteten Zeiten zurWar- voor orgel te schrijven. Laten nung und Ergötzung vorgestellt wii dan ook niet het Haarlemse und mit Bildern verziert durch wij aan ook niet net Haarlemse Jodocus Buchsbaumerl". Orgelconcours vergeten, waar om Aldus de beknopte titel. Alle de beste improvisatiekunst gestre- tien „versjes" luiden: den wordt. En als jongste loot De i komt ten slotte iets figuur. dichterbij in de intieme 1 waar de bekende déror- tuumontwerper Metten Koornstra hoekjes, beschouwen. De tijd schift dan bet werk in een blijvend gedeel- zijn poppen^bêkieedde met Fran- te en in een gedeelte, dat „ver se en Nederlandse costuums uit leden", voorbijgegaan is. deze zuiverder gaat di® hij du» omboog naar zijn pu- dioconcerten. .bloeiende orgelboom" moet het improvisatieconcours in Bolsward vermeld worden. Welk een rijke oogst van zulk een werkzaam leven! De tijd van nü zijn „orgelavon- heeft inderdaad heel veel aan bliek. Want een componist, een den" vroeg hij aandacht voor de Jan Zwart te danken, „vinder" van zijn eigen taal en grote orgelmeesters, voor de gro- vorm, een „Bach" wilde hij niet te orgelkunst. En nu komen wij zijn. Het publiek moest hem ge- tot de grote en blijvende waarde Roman van J. B. Charles Detail van een 18e-eeuws wandtapijt gemaakt in de „Manufacture des Gobelinste Parijs. Dit tapijt met een in medaillon gevatte operascène op een fond van bloeiend rode kleur, dient mede ter illustratie van de overgang naar de Louis XVl-stijl. voor u besproken Bijbelse verkenningen, door dr. H. J. Heering. ds. W. P. ten Kate en dr. J. Spero» Weiland, l ltgave Boekencentrum. Den Haag. Dit boek wil een gids zijn in de voor ons vreemde wereld waarin het oude testament is ontstaan. Het is met archaeologisch. maar bespreekt kernelementen uit net oude testament; Abraham als emi- e God neb loaan, nei v civuim, de functie van de koning. priester, de profeet, de ..knecht van Jahwe", enz. Wat er over wordt gezegd is boeiend en in veel opzichten origineel. Uiteraard zal niet ieder het met al wat hij in dit boek leest, eens zijn. Echt po pulair is dit uit artikelen in ..Wen ding" voortgekomen boek niet. Voor theologen en ontwikkelde niet ,.vak"-mensen echter een uitgave die tot verder denken aanzet, en die veel aanleidmg en stof biedt voor het geheel anders uitwerken van he: bekende. Zulke boeken zijn altijd lezenswaard. De vrouw van Jupiter Is de titel van een roman, geschre ven door J. B. Charles en uitgegeven bij Bert Bakker- Daamen N.V., Den Haag. Men kent Charles voornamelijk als dichter en als polemisch es sayist. In dit boek kan men deze oud-verzetsman leren kennen als verteller. Het is zelfs zo dat zijn gave, min of er sterke verhalen op zeer leesbare wijze te kunnen op dissen, dit boek redt; redt In die zin, dat men het (zoals mij overkomen is) geboeid kan herlezen, zonder dat men bevredigd en overtuigd ls. Hoofdfiguur De hoofdfiguur is Pieter El- borg. een student die in het verzet terechtgekomen is. Zijn vader was een fraudeur, zijn moeder stierf jong. Oom Tae- de Tadema. een Friese here- boer. die tot Pieters meerder jarigheid zijn voogd geweest is, sterft op een jachtpartij doordat bij een ongelukkige val zijn ge weer afgaat. Een nicht. Elsje blijkt als voornaamste erfgena me te zijn aangewezen, zodat Elborg het gevoel kan krijgen, dat de familie van zijn moeder de zonden van zijn vader aan hem wreekt. Met Elsje ontstaat een relatie van wederzijds be grip en vriendschap. maar voordat zich daaruit iet» duur zaams kan ontwikkelen, ver dwijnt zij uit zijn gezichtskring. Bij een overval wo: A zij gevan gen genomen. Elborg weet naar Engeland te J. B. CHARLES ontkomen. Daar ontmoet hij in •en nachtgelegenheid het meis je Joy, «en soort ontwikkelde courtisane, op wie hij verliefd wordt. Ook deze kennismaking leidt tot niets. Nu verspringt de handeling naar Canada, waar Elborg zich hervindt na een poos zijn geheugen te zijn kwijt geraakt. Hij komt terecht bij een groep binnenschippers, die hem de Verenigde Staten bin nensmokkelen. Tezamen met een ontslagen gevangene en een Joodse rabbi reist bij naar Frankrijk. Vandaar komt hij op Corsica terecht. Een familielid wü hem daar bewegen terug te keren naar bet naoorlogse Hol land, maar een oud-S.S.'er. de zelfde man die hem destijds bij zijn vlucht voor de Duitsers uit het water heeft gehaald toen hij op het punt stond te verdrinken, lokt hem in een hinderlaag en duwt hem van de rotsen, zodat hij, quasie door een ongeluk, in de zee zijn einde vindt Geen verzetsroman Charles' boek is geen verzets roman, ten eerste omdat Elborgs verzetswerk slechts een episode vormt, en ten tweede omdat de auteur aan deze figuur een die pere psychologische achtergrond wil geven. Elborg. geestelijk be last door het missen van zijn ouders en door zijn vaders schande, kende al vóór de oor log toestanden van acute exis tentiële angst. Hij had de hor ror vacui al vroeg leren kennen. Het was aan hem eenvoudig te zien geweest, dat hij geen ouders had. In Canada beleeft hij de ergste aanval van zijn leven, die hem nolens volens tot deserteur maakt: de jonge man was namelijk naar Canada met een dienstopdracht gevlogen. In de oorlog, toen van de meeste anderen de grond onder hun be staan was gaan bewegen, was die bij hem tijdelijk vaster ge worden. Zijn naaf. en agressie tegen de Duitsers kwam minder uit conventionele vaderlandslief de voort dan uit behoefte aan zekerheid, houding en actie. En dan was er de behoefte aan een vrouw, die voor hem een levens vervulling kon betekenen. Elsje is uit zijn gezichtskring verdwe nen. Misschien is ze wel dood. De hetaere Joy die Grieki leest!, nieuw-Grieks wel te ver staan lijikt voor hem die ver vuiling te gaan betekenen. Joy heeft trekken die aan Elsje Her inneren, en ook de derde vrouw, het meisje Marietta op Corsica is een verwant type: intelligent en zelfstandig. De vraag blijft open wie van de drie het had kunnen worden want Elsje blijkt de gevangen schap te hebben overleefd maar Elborgs onverwacht ein de maakt het verhaal af, om dat hijzelf is afgemaakt. Elementen De elementen voor een diepe re psychologische verantwoor- ding zijn aanwezig, zo bv. El borgs besef dat zijn angst reli gieus van aard is, en zijn die pe ontroering om de schoonheid van een zwane- of eendesnavel. Maar de figuur heeft zich voor het besef van uw recensent niet gesloten, evenmin als het boek zelf zich tot een eenheid geslo ten heeft. CTiarles' kracht als verteller is zijn zwakheid als romancier, in die zin dat hij zich op zijn hoofdfiguur niet vol ledig heeft geconcentreerd. Er is in hem een aanleg voor de anecdote, die hem op menige plaats verleidt tot sterke verha len die in het geheel van het boek geen functie hebben. Leo's verhaal over zijn werk als lid van de M P. (bl. 152/4). Joy s verhaal over de Ier (bl. 160), Frankie's verhaal over zijn ver leden (bl. 195). Ledermouws conversatie op bl. 202/3, het verhaal van Marietta's vader (bl. 229) en dat van Kattaar op M. 251. het is alles zeer lees baar en vaak pikant, maar het doet aan als bladvulling. Het verhoogt de gezelligheid, maar het is niet relevant. Trouwens, vooral de Amerikaanse figuren vervullen in het boek geen eigenlijke functie, ook al omdat alles te schetsmatig blijft. Er zit stof in het boek voor een breed episch werk. met schilde ring. ook van zeden, in verschei den milieus, maar dit is er niet uitgekomen Schrijver Een knappe schrijving vai treft i Dat Charles schrijven kan als men dit nog niet wist blijkt o.a. uit sommige vergelij kingen die hem ontsnappen: zo op bl. 59 waar de familie van de verongelukte Tadema om twee tafels heeft plaatsgenomen, die een acht vormen. „Van het plafond af gezien, zou het de doorsnede van een soort grote pootloze larve in zijn kokon kunnen zijn". Op bl. 97 vindt men de vergelijking van een lampetkan in een kom, met een dikke vrouw in haar keukentje. kernachtige be de landverrader op bl. 102: „Hij (ook) een landverrader, maar hij is het zoveel te meer, om- dat wij hem dat vinden en nog weer zoveel te meer. omdat hij dat weet en het erg vindt en nu komt hij alleen nog maar uit zijn moeilijkheden door het dan ook maar te wé zen, hardvochtig Dit alles neemt echter niet weg, dat Charles' boek geen grote en nauwelijks een ge slaagde roman kan heten. Dat het verhaal ..tamelijk histo risch" is. zoals de auteur ver meldt, doet hiervan weinig af. C. RIJNSDORP. Eduard und Kunigunde Kunigunde Eduard. Eduard und Kunigunde Kunigunde Eduard. Dit is trouwens feitelijk vol doende. Aan het slot staat „Mar- cia funebre; darnach soli eine fürtreffliche Musik von einem gewissen Beethoven in Wien ge- komponiret seyn". De dwaze rijmwoorden: kun- zen - tunzen tanzen). Eifer- sucht - entfucht entfacht) en^ J. H. SCHOUTEN 1.) Walter Widmer: Musen- klange aus Deutschlands Leler- kasten 176 blz. Prijs DM 7.80. Ultg. Kiepenheuer und Witsch Köln Psychotherapie en religie, door Jozef Rudin. Pastorele Cahiers no. 7. Uitgave Paul Brand N.V., Hilversum. Er is, zegt de schrijver, een gestegen behoefte zowel aan psy chotherapeutische behandeling als aan werkelijke zieleleiding door spiritueel en psychologisch erva ren priesters. Achter beide behoef ten staat onze kuituursituatie, die met de middelen tot nu toe ge bruikt bij de leiding van de mens niet meer kan worden beheerst. Ook de relatief gezonde mens heeft tegenwoordig een meer sub tiele, geestelijke leiding nodig. Met opmerkingen als deze zegt de auteur hoe dringend het pro bleem „Psychotherapie en geeste lijke leiding" is. Hij spreekt over de moeilijkheden die een goede verstandhouding tussen beide in de weg staan en wijst voorts op de feitelijke toenadering tussen beide als een gevolg van hun in nerlijke ontwikkeling. Daarbij denkt hij ook met name aan wie gevaarlijke tegenstellingen ÏTet tussen de nieuwe dieptepsycho logie en de theologischs opvat tingen. Een onderwerp waarover een protestant met vrucht naar een katholiek deskundige kan luis-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 18