*n 16-jarig
leger verslagen
I
duello
QY Uit
o
Ruimte
voor ons
Bob
Wallagh
Notre Boutiq
ZATERDAG 30 JUNI 1962'
TN DEN BEGINNE, in het avond-
volle dorpscafé aan de voet
van de blauwe bergen, was er
slechts een oogtastend strelen
vanuit twee onbezette landstre
ken.
Enkele dagen later, gisteren,
waren het hun stemmen, die el
kaar bestreken tot een melodie
van zachte zangen regen en hij
schreef zijn naam „Michaël" in
iet witte meisjesboek, dat lag
in de handen van haar hart.
TNE JONGE ochtend zweefde in vage
IJ nevelsluimeringen door de sterven
de grijzen van de nacht, maar was nog
niet voldoende tot leven gekomen om
de warme streling van de ademzon te
begrijpen en te ontvangen.
In deze tijd van natuurlijke gereed
making om het nieuwe ontwerp van de
dag te beoordelen, gleden twee geschei
den mensschaduwen langs de laatste
zeven huizen van het bergdorp. (Aan
de kant van de ochtendvochtige grind
weg sliepen zeven oude vrouwen. De
oogluiken dichtgeknepen en de dak
mutsen diep over de kalkruwe gezich
ten getrokken).
De twee schaduwen volgden zwijgend
de stemmen van hun oorzaak: Micha
el en Vera, een bruine beuk en een
blanke berk. Hun twee stemmen be
wogen zich rond als zoekende pel
grims in de stilte, want het samen
gaan van de stemmen (d.w.z. luiste
ren en fluisteren) was slechts enkel»
dagen oud. Het zoeken bleek uit de
stem van de jongen: een vochtige fak
kel. die de kleine witte vlinders in het
binnenste van zijn aarde voor haar oren
zichtbaar maakte. Bijna vleugelloze
vlinders, die wezenlijk het daglicht
schuwen omdat ze in grotten geboren
(Kinderen die in de duisternis gebo
ren sterven tot morgenlicht, dat altijd
de schaduw blijft vermijden.).
De lichtschuwe gedachten vlinders
moeten dus met zorg behandeld wor
den. Een verkeerde ademzucht is
reeds genoeg om ze te verminken en
ze te doen veranderen m belachelijke,
soms afschuwwekkende rupsen.
De stem van het meisje was elleeo
maar mooi.
Een stem die slechts bloeide, in
prachtige kleuren. tegen de steile
muur rond haar gedachten. Waar was
de tuinpoort? De toegang naar de
diepgelegen tuin met de tandbloemen
van de toenadering, de balsemkruiden
van de overgave en de heilige lelies
van de Liefde? Slechts op enkele
plaatsen groeide de klimop van de ge
negenheid over de grauwe, gesloten
muur. Muur. MUUR. Achter de stem
men gleden de schaduwen, de muis-
schuwe sluipers; ze likten stemmeloos
de vier hielen van de stemmen. (Ik
noem schaduwen: overblijfselen van
de duisternis, symbolert van de angst,
vijanden in de rug).
Op een morgen beklommen een
jongen en een meisje een berg. Ze
rustten verschillende keren op hun
tocht en keken in een dal: waterwit
te lijnen, dakrode driehoeken, koren-
gele vierhoeken, bladgroene veelhoe
ken en luchtblauwe oneindigheid. Op
de smalle grens van morgen en
middag bereikten zij de top van de
berg. Beneden in het dorp zeiden de
berggidsen: ,.Het is een weersge
steldheid voor mistvormingEn
terstond gleed er een sluier rond de
berg.
De mist was sterker dan het zon
licht, dus geen schaduwen. Anders ge
zegd: alios was schaduw geworden.
Het licht bestaat bij de
gratie van de duisternis.
Volledig licht bestaat
niet.
Volledige duisternis
bestaat wel.
/"WERAL SCHADUW is overal angst.
"Er waren niet alleen beklemming
aanjagende vijanden in de rug. Nee,
nu vijanden uit alle denkbare richtin
gen.
De jongensstem en de meisjesstem
waren twee middelpunten van één gro
te mist bol. angstcirkel.
In hun doodsangst smolten de mid
delpunten samen tot begrip.
De muur rond haar gedachten werd
geslecht. De vroeger onbereikbare
tuin bloemen groeiden nu willig over de
bouwval heen. De jongen Michaël liet
zijn kleine witte vhnders naar de geu
rende bloemen zweven en hij merkte
dat verschillende bloemen nog in knop
stonden.
De berggidsen in het dorp vertel
den aan de gasten: „Bij mist is het
't beste je voeten niet te verplaatsen,
want elke stap kan een misstap zijn,
(Kalf en put!!)
De hotelgasten tuurden met lage
hoofden door de kleine vensters naar
de niet zichtbare bergtop en knikten.
nE MIST WORDT ERGER" zei
SJ Michaël.
..Ja, de mist wordt zeker erger".
Hij: ..het is het beste om hier maar
te blijven zitten, want je kan met
geen mogelijkheid zien waar je loopt.
Nu aan de afdaling beginnen is levens
gevaarlijk. Desnoods blijven we van
nacht hier."
Zij: ..Kunnen we het niet proberen?
Als we heel voorzichtig lopen?"
Er
Zij: ..We moeten wel. Michael,
anders zijn we niet voor het avond
eten in het hotel."
(Als we hier langer blijven zitten,
zijn we niet voor het donker in het
hotel. Wat zullen de hotelgasten niet
tegen elkaar fluisteren wanneer zij
ons laat in de avond van een berg
tocht terug zien komen.)
De mistdieren gleden met uitgera
felde huiden over de rotspunten en
vervormden zich steeds groter, steeds
ondoorzichtiger. Onpeilbaar werden de
nauwe kwikpoorten, waardoor de dier
lijke fantasieën hun verwaaide win-
teradem deden vloeien; zwevend in
trage daling.
De scherpgeslepen stilte, die binnen
het mrsthol hing. onthulde een angst.
Niet een angst, die als een kleine,
bruine kever in de smalle keel wroet.
(Een angst voor een bepaald iets.)
Geef mij je handen
Reet mij je handen liefste
want met mijn handen moet ik
mijn ogen toch bedekken
om niet die wereld te zien
geef mij je handen liefste
want met mijn handen moet ik
mijn oren toch bedekken
om niet die wereld te horen
waar waanzin waarheid is
waar woorden wapens zijn
waar zwetsers wijzen zijn
geef mij je handen liefste
want met mijn handen moet ik
je toch strelen
om die wereld te scheppen
waar liefde waarheid is
waar geld zonder waarde is
waar woorden overbodig zijn
De liefde bestaat bij de
gratie van de haat.
Volledige liefde bestaat
niet.
Volledige haat
bestaat wel.
Nee een angst die volstrekt is. De
angst, die onafhankelijk is van tijd
en plaats. De oerangst, die op de bo
dem van de binnenzee ligt; tussen
het lichtgroene leven en het onder
grondse van de dood.
Deze angst stuwde door de bloedri
vieren van Vera en deed haar gestal
te optrekken aan een schuinomhoog-
gerichte lichaamsschreeuw. Met strui
kelende voeten en evenwichtzoekende
armen rende zij door de wapperende
de versteende gebaren op en
zweefde gewichtloos langs de berg
helling naar beneden. Ik ben dood,
dacht Michaël. Dit moet het leven na
de dood zijn. Die witblauwe druppels
gekristaliseerd licht waar ik nu op
loop, kunnen niet van deze aarde
zijn. Die stemmen uit het ademdal
van vele ogen rond mij. Die ogen.
die loeren waar de verte leeft. Ik
herken ze niet.
O, Vera visgeluiden klagen je han
den
versnipperd in het dartelend waaien
marmeren onmacht
is de nacht
waarin bedauwde fonteinvlinders
wegvloeien
in de onhoorbare golving van je
hart
Dit hart
zo ruim en leeg
leven onder het gehe
melte van de Zon.
Psyc
Het is een oude waarheid dat
ons denken verloopt via tegen
stellingen. De eerste indruk die
wij kregen bij het lezen van de
bundel ..kindervragen" van Pie-
ter van der Schaft uit Rotterdam,
die wij ditmaal i.p.v. een ge
dicht bespreken, was ongunstig.
Bij herlezing dachten wij echter
„toch niet zo gek voor een debu
tant van achttien jaar". Onze
conclusie en tevens onze kritiek
is een synthese van deze twee ge
dachten. De bundel lijkt als twee
druppels water op het werk van
jonge dichters, die regelmatig in
de jongerentijdschriften debute
ren. Het heeft geen persoonlijk
geluid, doch is ook weer niet zo
CEES VAN DOP
achter het leven.
j\/fICHAEL VOELDE de vangarmen
■L*-1 van de beklemming rond zijn li-
chaam, maar hij merkte niet dat zijn
zintuigen traag de verbindingen met
de buitenwereld verbraken
Langzaam zakte hij weg in de dras
sige bodem van de diepe gedachten-
spleet en verdween buiten het eindige
van de waarneembare wereld. Zijn
geest bracht hem tot aan de begrip
loze en verstandloze oneindigheid;
het Eiland in de ziel.
Thant heeft Nederland het plan Bunker aanvaard. In Nederland
(echter) van nieta
Monter en opgewekt vierde „Old Bill Malbert", de oudste inwoner van
Engeland, vorig jaar nog zijn 107e verjaardag. Althans hij «ei, dat hij 107
was geworden, maar toen op de burgerlijke stand in Huddersfield, waar de
hoogbejaarde woonde, een» navraag werd gedaan en de secretarie de zaak
in Malberta geboorteplaats (Londen) naging, bleek dat „Old Bill" wel oud
was, maar geen 107. Hij »a« namelijk „nog maar" 89. Op zijn verjaardag
kreeg hij de laatste jaren steeds een gelukstelegram van koningin Elizabeth...
Uit doorgaans welingelichte bron vernamen we, dat „Old Bill" toch niet
ao gek geredeneerd heeft, want hij was 18 jaar toen hij werd geboren...
Een Duitse boerenknecht is veroordeeld tot een lichte gevangenisstraf
wegens een poging tot moord op een oude vrouw, van wie hij geloofde dat
het een heks wat. De rechtbank hield bij het bepalen van de straf rekening
inet het bijgeloof dat in het dorp van verdachte nog sterk leeft onder
de bevolking.
Naar onze mening is een dergelijke achterlijke gedachtekronkel alleen
uit te roeien door middeleeuwse „tuehtigingen", zoal» stokslagen, rad
braken ena.
In China is het bouwen van niet produktieve gebouwen en bet kopen
ran auto's voor sommigen verboden, volgen» het volksblad van Peking.
waarom mag dit blaadje dan nog verschijnen?
het volledig verdriet
veilig was ik:
de stenen op mijn buik
en om my heen als tegenwicht
de kleine dingen van slaap:
havens van vrouwen, schildering
1:
donker Water. boeken
en gestolen stemmen,
zo veilig.
maar de verleiding van schaduw naa
doo
is te groot te zacht en te wenkend
dus: ga ik
iedereen doet stappen tegenwoordig -
ook ik
omwille van leven
omwille van scheiding
uit de warme armen van volledig
nu sta ik dan beslist in het licht
even denk ik aan schaduw
aan dood
aan de slaap ertussen
maar de zon schreeuwt van leven,
steen riet en populieren
alles is zo scherp
alles blijkt
ao ten veel schrijnender verdriet.
ik heb gezegd dat ik ging
nu moet ik moet ik
verder:
met zon in de scheuren van mijn hart
en het breken van adem
in mijn keel.
het zal wel lukken
iedereen zegt het
het zal wel:
bloemen buigen hun droefheid naar zon
paarden huilen voorzichtig in de ochtend
en de kleine meisjes
de glazen meisjes
die net niet verdrinken in lucht
alles gaat verder
alles lukt
ik doe ik doe ik maak
ik zeg ik maak ik zeg
ik speel
ik speel uitermate luchtig
met strenge mogelijkheden
met koe en paard,
BERT JANSMA
Slechts kinderen
Kleuren zijn uitgestorven
de tram is niet geel
alleen een vervoermiddel
vogels zijn niet rood en blauw
alleen vleugels en een staart,
de mensen in de stad hebben geen ogen
alleen grijze netvliezen.
Slechts kinderen kennen de regenboog
die in glazen knikkers woont,
begrijpen dat toverballen
de eieren van een kameleon zijn,
alleen kinderen weten
dat hoog in de bomen
dc kraamkamer van het blauw is.
JAN ROOS
PIERRE DE RONSARD
MIGNONNE, ALLONS VOIR
SI LA ROSE
Mijn lief laat ons de roos gaan zien,
Die deze morgen weer misschien
Haar purpren mantel heeft ontsloten,
Haar bladeren weer heeft ontplooid
Opdat zij nu als u getooid
Met zonlicht zal zijn overgoten.
Ach zie toch, in zo weinig tijd.
Mijn lief, is zij haar blaad'ren kw\jt,
Is zij van zomerpracht ontdaan.
O onbegrijplijke natuur.:
Hoe kort is schoonheid slechts
van duur.
Een enkle dag is haar bestaan.
Geloof me lief, kort is de tijd.
En bloei duurt nooit een eeuwigheid.
Nu draagt het vruchtbaar jaar nog
kelken,
Dus zing en dans en wees verheugd,
Pluk nu de bloemen van uw jeugd,
Voordat ze' als deze bloem verwelken.
BERT JANSMA.
slecht dat het direct naar de
prullemand zou moeten.
De bundel bestaat uit gediqhten
en een tweetal prozastukjes. De
kwaliteit van de poëzie is dit
maal niet zoals gewoonlijk
beter dan die van het proza. In
de prozagedeelten, waarin Van
der Schaft tracht te komen tot
een inpassing van poëtische tech
nieken in het prozaverhaal en
hij past dit hoofdzakelijk toe in
de monologen komt hij zeer
zeker tot een aanvaardbaar ge
heel. Dit proza blijft echter als
experiment belangrijker om de
vorm dan om de inhoud.
De kwaliteit van de poëzie loopt
belangrijk uiteen. Wat bijvoor
beeld te denken van het volgende
fragment uit „wij allen tesa-
wij zijn schoften
wij zijn niet bang
wij lachen
banngg!
hahahaha
schoften
bange ellendelingen
Er staat meer van dit puberaal
geschreeuw in de bundel. Teveel.
Hiertegen wegen enkele goede re
gels, enkele poëtische vondsten
niet op. Om de schaal der kri
tiek niet te veel naar een kant
te laten doorslaan willen wij de
lezers het gedicht „winterstilte",
een der beste uit de bundel, niet
onthouden:
voorzichtig wikkel ik
mijn handen in watten
en verberg ze achter
mijn ogen
angstig
om de stilte te raken
en kijk stilzwijgend
naar de zwarte aarde
De totaal indruk blijft echter
ongunstig. Wij kunnen dan ook
moeilijk eindigen met de tot ge
meenplaats versleten wens dat de
dichter de beloften die dit werk
inhoudt waar zal weten te ma
ken. Want die-beloften zijn'er té
mager voor. Is dat er misschien
de oorzaak van, dat de dichter
de bundel zelf heeft uitgegeven?
HANS KREUZEN
Het verschijnsel
Het 498e Zwarte Beertje is een
boekje dat pretendeert „een gedetail
leerde karakteristiek van het ver-
schijnsel Bardot en haar persoonlijk-
_1 niet l
bladzijden het beeld dat ons bij
het horen van de naam BB voor ogen
zweeft en toont aan dat de „amore
le. sensuele Francaise" in werkelijk
heid een „hard werkende jonge
vrouw" is. Bob Wallagh kan het we. Vooi
ten. want hij is hoogst persoonlijk bij^^^,
haar op bezoek geweest, niet alleen,
om vast te stellen dat ze een peig-g
noir droeg „die gestreeld werd door
het briesje van de bossen, waarin de
Parijzenaar verademing zoekt" (die
Wallagh, hoe komt hij erop), maar""
ook om te kunnen vertellen dat BB
in haar „vie privée" een beminnelij-
ke gastvrouw is, die tussen neus en
lippen door Baudelaire en Stendhal
citeert en dol is op fietsen en dieren.
Behalve een verslag van dit bezoek
is het boekje ook nog de neerslag van
Bob Wallagh's diepe nadenken over
de achtergronden van het Bardotver
schijnsel. Dat alles in een stijl, zo
vlot, dat men soms vreest dat Wal-
lagh over zijn eigen flux de bouche-
rige zinnen zal struikelen. Maar hij is
genoeg journalist om dat niet te doen.
Merkwaardig is dat waar hij op
houdt journalist te zijn* en de filosoof
gaat uithangen (waarbij hij verras-
sende wijsgerige waarheden debiteert,-
zoals „Geluk is een kwestie van de ziel
en die weerspiegelt zich in het oog"),
opeens zijn vlotheid verliest en tot"
een merkwaardig verwrongen prozaiKITCI
vervalt, getuige een zin als deze:'1^11-1
„Wij kunnen ons oog evenwel niet
verhinderen te stralen van geluk,
noch ervan' die doffe triestheid ver-
wijderen, wanneer die er soms is".
Brigitte Bardot heeft in Bob Wal
lagh een warm pleitbezorger gevon
den. Dat hoeft niemand te verwonde
ren. want hij teert op de faam die zij
ook in ons land heeft. Voorlopig kan
hij nog wel voort, want er zijn nog Vereis
vele verschijnselen die duister zullenJen e
blijven zolang Wallagh er geen gede-
tailleerde karakteristiek van gegeven(jebod
LEO KLEYNt0°r'
Bert J. (Den Haag). We hebben eo
de indruk dat je dag en nacht de
tachtigers leest. Iets van jongere leef
tijd hebben we gehouden. Vind je het
SÜ erg als we het iets anders zetten, bij
voorbeeld uit k.v.fc.'
klicIjF
prima momenten tussen (voorbeeld,
nep-magdalena). Jammer genoeg
kwam je in de meeste gedichten niet
verder dan die momenten. Als je veel
overtolligs (in woorden) eens liet schie
ten?
N.S. (Den Haag-Utrecht). Het thuis
front waakt met je mee. Meer kunnen
we echter niet voor je doen.
Jan R. (Scheveningen). Wat is ge
stuurd én geplaatst wordt zogezegd
ons eigendom. Of beter: dat gaat in
het archief. Wat we niet nemen (uit
jouiw laatste zending b.v.) krijg je te
rug. Heel even wat de tekeningen be
treft: jammer dat „Kiekeboe" niet
meer bestaat....
Serieus wat je gedichten aangaat:
soms wat té gewild, te vlug neerge
schreven. Iets meer zelfkritiek zou het
allemaal stukken verbeteren. Ten slot
te het verhaal: we hebben bijna alle
stations van Nederland in voorraad....
of anders: weinig origineel gegeven.
P.F. (Rotterdam). Waarom doe je
zo? (zie ook t.v.-programma, dat be
gint met d.o.d.)
Rolf H. (Steenwijk). We sluiten ona
van harte aan bij jouw reldeldeldel
als je zonder liefde aan het kussen
slaat. Over je verhaal hebben we het
nogal uitvoerig gehad, 't Probleem was
wie-zijn-wie. Knap geschreven, jam
mer genoeg iets te onduidelijk. Als
je daar nog iets aan kunt doen? Er
komen nog meer open pagina's! 1
Peter B. (Delft). Heet jouw vader
pok Peter? Met de strekking van je
gedicht zijn we 't eens, niet met de
vorm ervan.
Joan de G. (Sprang Capelle). Je keu
ze van onderwerp hoeft nog niet een
wat „gedragen" toon in te houden,
't Moet allemaal veel frisser, veel
meer een eigen gezicht hebben.
Solli
CYI
Indu
Jan Paul B. (Apeldoorn). Te prate-
rig. te geforceerd en soms niet logisch.
En dat terwijl je het beter kunt....
Frans van W. (Leiderdorp) Voor ons
vas het een nóg heviger desillusie! En
ïelachen dat we hebben.
MeJ. J.P. (Leiden). Hoe heet jij (tus
sen haken) van voren? Niet tussen ha-
ken: Helemaal niet slecht! Er zaten geen poëzie.
Voordat je met va
kantie gaat kun je mis
schien nog net dit ge
makkelijke strand-
hemd maken. Je kunt
het over je badpak
aantrekken voor wan-
dëldoeleinden of ge
woon als het koud
wordt. Wat de lengte
betreft is dit jack hy
permodern. Desnoods
zou je een stuk van
een jurk kunnen af
knippen en hem op
kunnen fleuren met
een knoopsluiting aan
de zij-kant en een losse
knoopceintuur. Anders
koop je een leuke
badstof of een aardige
lap stevig linnen. Het
model spreekt eigenlijk
voor zichzelf; wel wil
len we je aanraden te
gen de hals en de
mouwsgaten een beleg
te zetten.