i REACTIES GEESTELIJK LEVEN In Russisch Azië wordt gebeden Gebedskring één geneesmiddel voor noden van de kerk „Groeten aan allen 1 in de Kreupelstraat" DEZE WEEK IN EEN WOELIGE WERELD ZONDAGSBLAD ZATERDAG 23 JUNI 1963|FSfl Brood of beter brood Een krant wordt gemaakt door een team van mensen Daarom weet wie de ene pagina verzorgt, maar nau welijks wat er op een andere pagina komt. En zo kon het onlangs gebeuren in het zondagsblad dat op de volgende pagina Bladzij: Beter brood „broodno dig" We hebben lang naar die twee naast elkaar staande koppen zitten staren. Daar zagen wij het verschil tus sen Oost en West. het verschil tussen welvaartssta ten en onderontwikkelde gebieden. De ene zou geluk kig zijn met brood. De andere verlangt alleen nog maar naar beter brood. O. ik weet wel dat die tegenstelling er altijd is ge weest. Vroeger was er de tegenstelling tussen arbei der en werkgever. Nu hebben wij al lang geen ar beiders meer. Het zijn werknemers geworden. In dat woord zit veel meer zelfstandigheid; veel meer eigen waarde dan in het wat laatdunkende woord arbei der". Maar toen de arbeider een werknemer werd, krompen tegelijkertijd de afstanden van de wereld in. De verre vriend werd een naaste buurman, de oceaan een sloot die met een sprong genomen kan worden. En zo zijn de tegenstellingen gebleven tussen de rijken en de ar- En de rijken van nu zijn evenmin tevreden als de rij ken van de vorige eeuw. Zij willen steeds meer. Wij roepen om steeds beter. Beter brood in een tijd waar in geen slecht brood meer wordt gegeten is kenmer kend voor onze levensinstelling. En wij zien even wei nig van de nood van Pakistan, of India of waar ook ter wereld, als baas Petersen van de nood van zijn tering-knecht Jan Jansen in de vorige eeuw ten spijt. Maar een christen mag niet koud blijven onder de nood van zijn buurman, al was hij gisteren nog maar een verre en vooral vreemde vriend. Paulus riep de gemeenten van Europa en Klein-Azië op om te collecteren voor de arme en vervolgde gemeente van Jeruzalem. Maar ook reeds in het Oude Testa ment waren alle mogelijke regelingen getroffen voor de armen, die ook toen niet arm mochten blijven. Geen rijke boer had het recht al het graan te oog sten. Er moest vat blijven voor de armen. Geen geldeiser had het recht bezittingen voor goed over te nemen. Altijd kwam weer het jubeljaar waarin de bezitting terug viel in het beheer van de men sen die ze verspeeld hadden. Liefdadigheid komt in het Oude Testament nauwelijks voor, maar wel zorg voor de minder bedeelden. Zij werden niet in leven gehouden. Hen moest de kans gegeven worden om weer te kunnen leven. Dat is de christelijke op dracht van de welvaartsstaat ten opzichte van de minderbedeelden. I KENTERING IN BEVINDELIJK JARGON DS. A. M. LINDEBOOM Enkele weken geleden bestrafte een communistisch dagblad in Rusland een vrouw, omdat ze haar dochtertje te gen haar zin meenam naar een gebeds samenkomst. Ds. A. M. Lindeboom uit Staphorst werd niet getroffen door het feit dat er kritiek op deze moeder was. maar wel door het feit dat in het verre Tasjkent in Azië baptisten wekelijks bijeen ko men om te bidden. Deze predikant, die rpeds lang in zijn eigen kring ijvert voor het herstel van de bidstond, waar werkelijk door alle aanwezigen gebeden kan worden, prijst in onze krant deze vrouw en stelt haar tot een voorbeeld. Hij ziet in haar voorbeeld een oproep aan de gelovigen in ons land om samen met haar in de ze Nieuwtestamentische overlevering te Niet zo lang geleden publiceerde het communistische jeugdblad Komsomolskaja Prawda een bericht dat de dochter van een vrouw in Tasjkent zich over haar moeder beklaagd had, omdat deze haar tegen haar rin meenam naar de gebedssamenkomsten van de baptisten. We kunnen de vraag of die dwang van haar moeder werkelijk zo zwaar geweest is verder in bet midden laten. Wat echter ieder interesseren zal is het feit, dat daar in het hartje van Azië gelovigen voor gebed samen komen. Dit brengt ons vanzelf bij de vraag, hoe het met zulke gebedssamenkomsten eigenlijk zit. Zijn deze er nog op andere plaatsen? En wat zegt de bijbel er van. En als wij dergelijke samenkomsten niet kennen, moeten wij ze dan gaan organiseren? Een dominee preekte over het zesde gebod. Het was in Amster dam. Na afloop van dc dienst gtog één van de kerkgangers, prof. dr. D. P. O. Fabhis. de consistoriekamer binnen. De hoog leraar van de Vrije Universiteit had de gewoonte om ougezouten zijn mening te «eggen, zonder aanzien des persoonv Dat was wel eerlijk, maar niet altijd tac tisch: een reden waarom velen niet met hem sympathiseerden. Wat hij evenwel na die preek over „gij zult niet doodslaan" te gen de dominee zei. was stellig terzake: ..Ja, dominee, wat gij gezegd hebt is alles waar cn goed, maar gij hebt niet zó gepreekt dat ik de kerk uitga bi de over tuiging: «o'n doodslager ben Ik!" Fabius ging er dus vanuit, dat dc verkondiging pas aan haar doel beantwoordt wanneer de kerkganger zichzelf als zondaar heeft herkend. Dat is een goed calvinistische opvatting. Want pas bij de mens die zich heeft leren kennen als een zóndaar, ontstaat Als ieder maar meedeed Via „De Band", liet rontarior- gaan van de krrk van Culemborg, vernemen wy dat in liet parorliir- blad van een kerk in California. (Verenigde Stalen) een bericht ver- scheen dat door de dominee ul- daar zelf werd geautoriseerd: «Zozietdekerk Moet verkondiging schuldbesef o( verzet opleveren? behoefte aan genade. En zo mag de prediking dan besloten worden volgens het beproefde recept „een rijke Christus voor een arme zon- Het kan ook zijn, dat degene die „onder het Woord" zit, zich niet als zondaar wenst te laten ontmaskeren. Toen ds. J. C. Sik kel uit Den Haag de eveneens uit de doleantie bekende ds. K. Fern- hout in Dordrecht had bevestigd, verklaarde een vrouw van Sikkels sermoen: „Onder zo'n preek kan een mens niet dezelfde blijven. Je moet je onderwerpen óf je moet er met gebalde vuist tegen- Dat is dan ook wel gebeurd. Jo hannes de Doper ondervond aan den lijve hoe zondaars reageren als hun de waarheid wordt aan- Jezegd. En is het zo ook niet met ezus zelf gegaan? Jodocus van Lodenstein, om streeks 1672 predikant te Utrecht, bespeurde in ziin eerste gemeen te Zoetermeer allerlei tekenen van wereldsgezindheid. Dobbelen, ker misbezoek, dronkenschap en zon dagsontheiliging waren daar t. Nog kort i ded uit.... «I»bij Gevolg: sabotage van de kerk diensten, bedreigingen en plage rijen voor de dominee. Een sla ger, die de dominee aan zag ko men, haalde snel een emmer met bloed en smeet de inhoud tegen de dominee aan. Men heeft zelfs ge probeerd Lodenstein te verdrin ken. Maar het lukte niet en Lo denstein preekte onverdroten voort, Eind van de zaak was. dat ve len in Zoetermeer zich bekeerden. Dc dominee won de liefde van tein het Woord te Zoetermeer. En hij dacht aan wat de Spreukendichter zei: „Wie een mens bestraft, zal daarna gunst vinden méér dan wie met de tong vleit." Niet zeer aandoenlijk Overigens gebeurt het niet zo vaak dat een gemeente in opstand komt tegen de prediking. Op veel plaatsec is het zoals in „Het lees- Sezelschap van Diepenbeek" van e Diepenbekers gezegd wordt: „Zij waren over het algemeen niet zeer aandoenlijk. Hun gelaat behield steeds dezelfde kleur, ook al werden hun in de preek zaken voorgeworpen, die een fijner ge organiseerde huid geheel van tint zouden hebben doen veranderen. De meisjes alleen sloegen in zulk geval de ogen neder. De mannen en de jongens bleven altijd op het zelfde punt staren, waar zij op gekeken hadden toen de preek be- Een onmiddellijke reactie op de preek zegt ook niet alles. De wer king van het gesproken woord laat zich moeilijk nagaan. Soms kan iemand verslagen zijn na de preek, of blij, maar een paar uur later is alles alweer vergeten. Een ander die misschien even on bewogen als dc Diepenbekers de verkondiging aanhoorde komt er toch niet los van. Dan hoeft het niet eens een beste preek te wezen. Ds. S. H. Buyten- dijk, in de vorige eeuw een be kwaam prediker, zat eens onder de verkondiging van een collega. Nu behoeft, wat de bijbel be treft, er niet lang onzekerheid te zijn. Het bekendste voorbeeld is wellicht dat van Handelingen 12 als Petrus in de gevangenis zit en de gelovigen „vergaderd zijn in gebed" (vs. 12). Toch zijn er nog genoeg andere uitspraken in het Nieuwe Testament, waaruit blijkt dat de gelovigen ook buiten de kerkdienst om bij elkaar kwa men om samen te bidden. Als in de brief aan de Efeziërs de chris tenen worden opgewekt om onder elkander te spreken in psalmen, lofzangen en geestelijke liederen en ten allen tijde de Here Jezus te danken, is dit niet wel denk baar zonder gebed. Het volgende hoofdstuk spoort trouwens aan om „bij elke gelegenheid" te bid den en "te smeken voor alle heili gen en ook voor Paulus (Ef. 5:19, 20; 6:18; vgl. ook Kol. 2:16). Als we dan in het algemeen be denken dat aan dè ene kant het gebed in het Nieuwe Testament Zijn reactie luidde: „De preek was dun, maar o God. maak mij Bij het bezoek aan een zieken huis maakte de Zutphense predi kant J. C. A. Fetter kennis met een ongelovige arbeider met wie hij veel gesprekken voerde. De man. die in schamele omstandig heden verkeerde, kwam len hem niet, want ze wekten al leen op tot liefde en ze striem den niet het onrecht waaronder de arbeiders in die tijd gebukt gin- De arbeider schreef daarover een briefje aan de dominee. „Ter wijl ik deze Letteren tot u richt, zit mijn vrouw half nakend te Weenen", stond er. Onmiddellijk trok ds. Fetter er op uit bij wat bemiddelde vrienden en na korte tijd kon hij een aardig sommetje bij de arbeider brengen, waardoor het gezin uit de nood was. Reac tie, van de arbeider: „Dominee, je bent beter dan je preken!" Averechtse reacties Toen de Duitse predikant en schrijver Otto Funcke als kandi daat in het fabrieksstadje Langen- berg in Wappert al preekte, sprak hij terloops ook over de zonde van het vloeken ^n in het algemeen over het onenristehjk gebruik van platte en minderwaardige taal. Eigenaardig was de uitwerking van die woorden op een ruwe ar beider, die, thuisgekomen, met de vuist op tafel sloeg, daarbij met tranen in de ogen uitschreeuwde: „De duivel mag mij halen als ik na deze preek óóit nog eens vloek!" heus wel „het voornaamste stuk der dankbaarheid" is, en aan de andere kant dat de gemeen schapsgedachte toen aanzienlijk sterker was dan in onze meer in dividualistische tijd, is het niet teveel gezegd dat de gebedskring teruggaat tot op het Nieuwe Tes tament. Ten slotte kan nog wor den gewezen op berichten uit de eerste periode van de kerkge schiedenis, waaruit eveneens blijkt dat men wist wat het was samen te bidden. Er is dus alle reden om te spreken over gebeds samenkomst en overlevering. Bidstonden En dan is het verblijdend dat deze overlevering niet alleen te Tasjkent in het verre Azië in stand wordt gehouden. Vooral de baptisten- en vrij-evangelische ge meenten kennen nog bidstonden. In ons land poogt tevens het Zen dingscentrum van de Gerefor meerde Kerken reeds jarenlang het oprichten van gebedskringen voor de zending te bevorderen, en dat niet zonder succes. Op grond van een gehouden onderzoek mag men aannemen dat er binnen de Gereformeerde Kerken tot hon derdvijftig van zulke gebedskrin gen zijn. Richten wij vervolgens onze blik naar het buitenland, dan vinden we ze daar ook. Bekend is dat de vermaarde zendingsspe cialist dr. John Mott (tl955), als hij de jonge gemeenten bezocht, kon „ruiken" of daar in alle stil te ook gebedssamenkomsten wer den gehouden. Was het geestelijk leven van zo'n gemeente bloei end, dan vroeg hij of er daar soms ook een gebedskring was. En dan was zelden zijn vermoe den onjuist. En een bekend predi ker uit Boedapest, ds. Josef Far- kas, vertelde enige jaren geleden ook hoe hij het had: „Velen heb ben mij gevraagd waarin het ge heim bestaat dat in onze gemeen te zoveel mensen kerkdiensten bezoeken. Ik antwoord daar al tijd op: Ik heb één enkel geheim: ik heb ontdekt, dat het preken mijn krachten en mogelijkheden ver te boven gaat. Daarom heb ik biddende mensen om mij heen verzameld, zodat wij deze boven menselijke dienst samen met hun effectieve hulp proberen te ver richten". Zo weet ik ook van een gebedskring ergens in Zwitserland, die elke veertien dagen bijeen komt. Het staat trouwens vast. dat het buitenland in deze dingen dikwijls verder was dan wij. Zeldzaamheden Het is dus duidelijk dat we niet behoeven te zeggen, dat de oor spronkelijke nieuwtestamentische overlevering overal is afgebroken. Aan de andere kant valt niet min der op dat aparte gebedsbijeen komsten in ons land toch nog steeds tot de zeldzaamheden be horen. De wenselijkheid dat hier in verandering komt kan aller eerst worden aangetoond op grond van de vele noden die er zijn, en waarvan we bijna dage lijks het een en ander vernemen. Vier daarvan zou ik nu willen In de eerste plaats denk ik dan aan de oecumenische beweging. We voelen allen meer dan vroe ger de gescheurdheid van de kerk als een zonde. Tegelijk echter be seffen we dat al onze oecumeni sche wensen omringd zijn door moeilijkheden, die we niet kun nen oplossen, en door gevaren, die we bijna niet kunnen vermij den. De oecumenische opdracht is prachtig en mooi, en toch ont breekt het ons aan de kracht en de wijsheid haar te volbrengen. In de tweede plaats weten we dat een belangrijk deel van de christelijke kerk wordt vervolgd. Natuurlijk is de situatie niet over al gelijk, maar als we de namen noemen van landen als Oost- Duitsland, Hongarije, Rusland, China, Spanje en Colombia weten we toch dat de kerk het daar overal moeilijk heeft. We kunnen niet veel voor die mensen doen, maar hoe staat het met ons bid den? In de derde plaats horen we dagelijks hoe ernstig de toestand in de wereld is: de hongergebie- den, het bloedvergieten, het ge- oorlog. Het is zuiver SSMMüMii gebedssamenkomsten kan daar voor toch worden gebeden? En ten slotte denk ik dan ook aan de zending. Wij moeten geen ogenblik voorbijzien dat deze twintigste eeuw, die ons ver schrikt door zijn huizenhoge el lende en stormachtige ontwikke ling, toch een zendingseeuw is bij uitnemendheid. Was wel ooit sinds Christus' hemelvaart de zending zo veelomvattend, zo uit gebreid als nu? Maar zouden we dan als gelovigen ook niet eens apart samenkomen om voor dit prachtig verschijnsel te danken en tegelijk er semen voor te bid den? Natuurlijk zouden met even veel recht nog andere noden zijn te noemen, maar deze vier zijn toch sprekend genoeg om ons te herinneren aan wat het Nieuwe Testament zegt: „Zij waren ver gaderd in gebed". Geneesmiddel Tegelijk kan de wenselijkheid van zulke gebedsbijeenkomsten ook nog worden benaderd van een andere kant. Er breekt in on ze dagen algemeen het besef door dat. al zijn we verder nog zo or thodox, we toch van de nieuwtes tamentische sfeer door een brede strook gescheiden zijn. Laten we maar eens vragen: wat voor men- het toch die destijds te in gebed ws derd? Natuurlijk kan wijzen op hun zwakheid: terwijl ze naar alle waarschijnlijkheid ook baden voor de bevrijding van Petrus, konden ze de verhoring van dat gebed zelf niet geloven. Beschuldigden ze het dienstmeis je niet van wartaal? (Hand. 15:15). Maar ondanks deze zwak heid ook deelnemers aan een gebedskring hebben hun gebre ken waren ze meer dan wij overtuigd dat de gemeente be: stuurd werd door Christus. Beter dan velen tegenwoordig wisten ze wat ze temidden van nood en aanvechting moesten doen. Nu zou het onjuist zijn te beweren dat de huidige ingezonkenheid der kerk alleen door gebedssa menkomsten kan worden gene zen. Stellig is er meer te doen. Maar zou hierin toch niet een ge neesmiddel liggen tegen velerlei kwalen? Gebedskringen Natuurlijk is diezelfde brede strook er oorzaak van, dat het nogal moeilijk is de mensen hier voor warm te krijgen. Terwijl ze de oude overlevering niet kennen, hebben ze bezwaar tegen dit „nieuwe". Om een voorbeeld te noemen: gelukkig wemelt het in ons land van christelijke zang verenigingen. Maar hoeveel ver baasde ogen staren u aan. als ge vraagt: „Waarom nu wel apart samenkomen om te zingen en niet om samen te bidden? Dat ver bindt het Nieuwe Testament toch met elkaar?". Dikwijls hoort men ook de opmerking dat de dominee het 's zondags in de kerk wel doet, of dat het even goed thuis kan. alleen, en dat men niet be grijpt waarom dit nu samen moet. Dat is dan nog allemaal die brede strook, die men blijk baar moeilijk kan oversteken. Toch zijn er altijd ook anderen, die ja zeggen. Soms na enige tijd I Idag bij van de gereformeer de gemeenten. Ongetwijfeld een eigenaardige gewaarwor- Iding. Een paar duizend men sen zitten in de uiterst moder ne jaarbeurshallen op ouder wetse manier psalmen te zin- I gen; dus langzaam in tempo I en op hele noten. Toch gaat daar geven te behoren bij een ge- Imeenschap, die zich weinig aan trekt van het veranderd ritme van de tijd. Die nog goeds moeds een hele dag zijn ver- Imaak vindt in het luisteren naar de zendingstoespraken (zeg maar gerust: preken) van zeven dominees. I Vernieuwing I Natuurlijk ontkomen ook de gereformeerde gemeenten niet aan wat aangeduid wordt als |„het veranderd levenspatroon". Dat zie je al aan de kle ding. Ouderen gaan doorgaans Inog in het zwart, maar de in groten getale aanwezige jon geren en de middengeneratie is gekleed als de rest van de I bevolking. Ook in de taal breekt de vernieuwing zich baan. Het viel Imij op, dat het specifiek oudge reformeerd jargon eigenlijk in hoofdzaak werd gebezigd door de oudere predikanten. I„Och Here, mocht het wezen dat gij ons towaamt te bezoe ken", of: „Och de Here mocht het nog willen dat ook het hei- Idendom een paerel kwam te hechten aen de middelaers- kroon van onze volzaeligen Ver- IHet klinkt vreemd, voor som migen misschien belachelijk, wanneer men een dominee I hoort verzekeren dat was niet op de zendingsdag dat er drieërlei zuchten is over de ellende. Bedoeld wordt de el- I lende, waar in de verloren I mens verkeert. Men kan zuch ten over de ellende, zuchten Iin de ellende en zuchten uit de ellende. Zuchten over de ellen de is een ijdele schoon vrome I vertoning. Je kunt namelijk ge heel vrijblijvend kermen over de vervallen staat van de mens; sommigen doen dat ook I helemaal automatisch. Maar het is niets waard. Zuchten in ellende is óók het ware niet. Je kunt je im- Imers in je verdorvenheid toch nog knap op je gemak voe len; je zit in de put en klaagt I daarover, maar feitelijk wil je er niet eens uit Zuchten uit de ellende is het ware zuchten. De zondaar die I dat doet, hijgt naar zijn ver- I lossing. „Ach", zei die domi nee, „dan kan het lijken als- of je leeft in de tijd der af- aarzeling. soms ook ineens: dan is het alsof het voorstel tot een gebedskring onmiddellijk in slaat: „Ja, dat moesten we toch doen". Ze vinden het dan bijna vreemd dat ze hieraan niet eer der dachten. Zulke mensen leven op als men hun vertelt hoe vaak het gebed, dat op zulke samen komsten werd opgezonden, op wonderlijke wijze werd verhoord. Is het in de gebedsbrieven van het Zendingscentrum niet zo, dat er dikwijls eerst de voorbede voor een of andere nood wordt ge vraagd. en dan enkele maanden later de dankzegging voor de ver horing? Onlangs kreeg ik een brief van een mij onbekende vrouw ergens uit Oost-Europa. Veertig jaar ge leden was ze als kind enige tijd in Nederland geweest. Ze kende nog een beetje onze taal. Ze had enkele weken voordat ze mij schreef een paar handen gehad. Dat circuleerde daar blijkbaar! Daarin had ze ook iets gelezen over een gebeds kring en mijn adres. En in ge brekkig Nederlands schreef ze mij een brief over haar aanvech- scheiding; je bent al je leun- sels en steunsels kwijt!" Een ander hoorde ik eens zeggen: „Als de zondaar tot zijn harte inkeert, hoe bevindt hij zichzelven dan? Een kooi vol onrein gevogelte!" Onmacht Het christenleven wordt een rondtobben met elkaar of in je eentje. Niemand is er die i goed doet, ook niet één. Maar velen zien dit niet in. Ze zijn aan hun onmacht en ongeloof je komt uit te roepen: „Ik zak weg in de grondeloze ieen ,,g modder". En in de benauwd- |jij bedo heid schreeuw je: achter Geef mij Jezus, of ik sterf! hebben Buiten Jezus is geen leven, "t D'et maar een eeuwig zielsverderf. tegen En wanneer het licht van de |Voelt j< verlossing gloort, wat is de mer zo sterveling dan nog? Betje Wolff ikassa de 18e eeuiwse schrijfster die Up 'Zl de draak stak met de tale Ka- 'er ook naans, liet een bekeerde ziel ,gedachl verklaren aan een onbekeerde: |chefs v „Och, ik ben zelve óók nog ken maar een kruipertje op het ge- i nadewegje". De oudgereformeerde ds. C. Overduin te Rotterdam, wiens „troostrijke brieven voor Itgr^j arme zondaren" bewaard zijn gebleven, eindigde menigmaal zijn epistels met „de groeten ij aan allen, dde in de Kreupel straat wonen". Daarmee be-l doelde hij al bekeerde gelovi- Xn di gen, die desondanks zo goed Uen ,jat beseffen hoe ver zij verwijderd |sjnds e zijn van de straat der recht- !mag nc Ja, want in de weg der be- ]eerste vinding leert ook een bekeerd |ernnfi mens, dat hij het niet van jgen zw eigen vroomheid hebben moet. Lrp„npr "u al uit Hem: |2aj jjg jt ge- ivan uj| a- -F™ „Niets uit mij zó kom ik in Jeruzalem.' mand kan wel rijke bevindin gen van Gods Geest verhalen, maar als het op sterven aan komt, gaat hij toch „met een nachtpitje de eeuwigheid in", opdat alleen de Here geëerd zou worden en niet de vrome zondaar. Vandaar dat een christen al tijd nodig heeft „een loodje om te zinken en een kurkje om te drijven". Het loodje houdt hem nederig, het kurkje zorgt dat hij de moed niet verliest. Psalmen Het jargon uit de Kreupel straat is het onze niet. Er valt heel wat aan te merken, al heeft men het vaak aan de bijbel ontleend. Maar de bijbel zegt ook andere dingen en die mogen we niet verwaarlozen. Wanneer we echter een beetje te vanzelfsprekend zijn gaan j'ubelen over onze verlossing, kan het helemaal geen kwaad om eens geconfronteerd te wor- den met de taal van de Kreu pelstraat. I Er zfln op dit gebied extre- miteiten, waaraan men zich I slechts ergeren kan. De spot van Bctjc Wolff had een dui delijke aanleiding. Maar er zit een element in, dat door dc |„middenorthodoxle" van ver schillende kerken op de ach tergrond is geschoven. I -Daarmee houdt onmiskenbaar verband de voorkeur der ge- I meenten in de hervormde- en gereformeerde kerk voor het zingen van gezangen. Op zich- Izelf daarvan niets kwaads. Maar nu de nieuwe psalmbe rijming gebruikt wordt, leer je weer dat de psalmen een gro- Itere diepgang hebben dan de gezangen. En dat daartegen over het halleluja der psal- men hoger reikt dan de jubel I der gezangen. Het bevindel Wal Ileid. Het nadeel sen uit de Kreupelstraat is ech ter, dat zij hun blijheid over de verlossing niet luid leerden klokt uiterl de p Minderheids- of coalitiekabinet in Canada - Waar toe dienen de troepenconcentraties in Rood China IAE verkiezingen voor het Ca nadese Lagerhuis hebben wel verandering maar nog geen verbetering gebracht bi dc po litieke situatie in Ottawa. Tot dusver had de Conservatieve partij van premier Dlefenbaker een grote meerderheid en wa ren dus de voorwaarden voor een krachtig regertngsbeleld aanwezig. Nu heeft geen der grote partijen een meerderheid. De Conservatieven zijn aange wezen op samenwerking met de Social Credit Party, die als een paddestoel uit de Canadese grond Is verrezen, of met dc (socialistische) New Democra tie Party, een samenbundeling van enkele kleinere groeperin gen, waarvan er een acht zetels bezette In het oude Lagerhuis. De Liberale partij van Lester Pearson zon op de medewerking van tenminste twee partijen zijn aangewezen, voor het geval een coalitiekabinet onder leiding van Dlefenbaker niet tot dc politieke mogelijkheden mocht behoren. En het zou dan ook niet behoe ven te verbazen, dat de vier partijen, die nn het Lagerhui bevolken, het er over eens wor den, binnen niet al te lange tijd op ontbinding van het parle ment en het houden van nieuwe verkiezingen aan te sturen. Verklaring In onze beschouwing van vori ge week zaterdag hielden wij rekening met de mogelijkheid, dat Diefenbaker's partij een groot aantal zetels zou verlie zen. maar dat hij er nog net voldoende zou overhouden om alleen aan de macht te kunnen blijven. Wat de Liberalen be treft verwachtten wij. dat zij het grootste deel van de verlies- zetels van de Conservatieven zouden overnemen en dat de rest er van zou gaan naar de New Democratic Party. De So cial Credit Party, die tot dus ver niet in de nationale politiek aan bod was gekomen. werd volkomen buiten beschouwing gelaten, omdat zij slechts in de zgn. prairieprovincies van bete kenis was En nu is juist het verrassende element in de ver kiezingen van maandag de gro te opmars van deze partij ge weest: zij kwam van nul op 30 zetels (volgens de voorlopige uitslag). Daarmee is de grote nederlaag van Diefenbaker dan ook verklaard. Opmerkelijk De Social Credit Party ver overde zowel Conservatieve als Liberale zetels. Wat deze laat ste betreft is het opmerkelijk, dat de Social Credit Party be langrijke resultaten boekte In de provincie Quebec, het voor naamste Liberale bolwerk in Canada. Hieruit kan worden afgeleid, dat dc Liberalen meer Conservatieve zetels hebben ver overd dan de 46. die zij er nu In het Lagerhuis bij hebben ge kregen. maar dat zij een deel van bun eigen zetels aan de So cial Credit Party hebben moe ten afstaan. Ruw geschetst zou men dus kunnen zeggen, dat dc Conservatieven van hun 85 ver loren zetels er 60 hebben moe ten afstaan aan de Liberalen, 14 aan de Social Credit Party en 11 aan de New Democratic Party. Is het voor dc Conservatieven de moeite waard, binnenkort nog eens een gooi naar de meerder heid te doen, voor de Liberalen kan er weinig reden zijn om de gunstige omstandigheden van het ogenblik in eigen voordeel uit te buiten. Plannen over de politieke toekomstplan nen van de Canadese politici. Dan staat ook de officiële uit slag vast (op die van een zetel na. waarvoor door het overlijden van een kandidaat pas op 16 ju li zal worden gestemd) en weet is. Vandaag komen nl. pas de stemmen van de Canadese strijd krachten overzee binnen. Het moet niet onmogelijk worden geacht, dat de stemmen van de ze militairen in enkele distric ten tot een wijziging in de offi cieuze uitslag aanleiding zullen geven. Dat zou dus het geval kunnen zijn in districten, waar de winnende kandidaat bij wij ze van spreken met de hakken over de sloot geëindigd is. Het moet echter uitgesloten worden geacht, dat de Conservatieven nog zoveel zetels zullen behalen, dat zij weer over een meerder heid in het Lagerhuis gaan be schikken. Wellicht zal Diefenba ker overgaan tot de vorming van een minderheidskabinet, dat met een beperkt program zal aanblijven, tot vervroegde ver kiezingen worden gehouden. En misschien wordt hij het wel met de Social Credit Par Bijzonder actueel Is de con centratie van Chinese rode troe pen in de provincie Foeklen. waartegenover het grote eiland Formosa en dc kleine eilanden groep Qucmoy. Matsoe en de Pescadores zijn gelegen. In een commentaar, dat aan dit pro bleem gewijd was, heeft Joseph Alsop, de bekende Amerikaanse politieke commentator. reeds uitvoerig aandacht besteed aan de achtergronden van dit plotse linge machtsvertoon van de Chinese communisten. De ver klaring van Alsop lijkt wel voor de hand te liggen. We hebben er enkele maanden geleden al aandacht aan besteed, dat Tsjang Kai Sjek nog maar een wens heeft: vla ee.n invasie de macht op het Chinese vasteland te heroveren. En dat hij meent, dat als een dergelijke landing ooit kans van slagen zou heb ben, zij nu of nooit (dus nu) zou moeten worden onderno men. De Amerikanen voelen niets voor een dergelijke onder neming, die zij (zelfs onder dc huidige omstandigheden) als tot mislukken gedoemd zien. Een omwenteling In China kan slechts „van binnenuit" tot stand worden gebracht, zo rede neren zij. Opvallend In Peking kent men dit Ame rikaanse standpunt. Het houdt er blijkbaar rekening mee. Dat de Amerikanen bijzonder goed geïnformeerd zijn over de Chi nese troepenbewegingen, valt in dit licht bezien niet te verwon deren. Dat geen geheimzinnig heid wordt betracht, kan twee bedoelingen hebben: de meest voor de band liggende is. Tsjang Kai Sjek de lust te ontnemen, zijn zo fel begeerde invasie te beginnen; de andere kan zijn. de Amerikanen om de tuin te leiden door nu te doen alsof de troepenconcentraties een teken van zwakte zijn en straks op een letterlijk en figuurlijk „on bewaakt ogenblik" te kunnen toeslaan. We moeten nl. niet vergeten dat het voor Peking niet voldoende is. het bewind van Tsjang Kai Sjek op Formo sa te neutraliseren. En daarom moet een onverwachte aanval op Quemoy en Matsoe zeker niet als een hersenschim worden be schouwd. Ook voor de Chinese communisten geldt, dat de aan val vaak de beste verdediging Afleiding De Chinese communisten heb ben thans meer dan ooit behoef te aan een afleidingsmanoeuvre. Zij hebben met enorme binnen landse moeilijkheden te kampen, die zeker niet nit de weg ge ruimd kunnen worden, als het huidige straffe regime blijft voortbestaan. Nu kan men op twee manieren een regime wij zigen. Men kan de tengels laten vieren en wat gematigder figu ren naar voren schuiven. Maar dan bestaat dc mogelijkheid, dat zulks als een teken van zwakheid wordt uitgelegd en de val van het regime slechts verhaast. Daarom kan men ook de druk vergroten en de greep op de massa nog versterken. Dat zon kunnen door een oorlogssituatie te kweken, de staat van beleg af te kondi gen en zonder pardon op te tre den tegen ieder, die zich te gen de maatregelen van de ro de meesters in Peking zon dur ven verzetten. Ook dan bestaat de mogelijkheid, dat de val van het regime wordt verhaast, om dat honderden miljoenen Chine zen wanhopig gemaakt zouden knnnen worden. Niettemin heb ben de Chinese communistische leiders in dc dertien jaren na de val van China getoond, dat zij er zo nodig niet voor zullen te rugschrikken, de weg van de massa-vernietiging te kiezel!. op de molen van Chroesjtsjef zijn. Want een dergelijke stap zou neerkomen op erkenning van een volkomen falen van de plan nen van Mao Tse Toeng en op een zegevieren van de opvattin gen van Chroesjtsjef binnen het gehele communistische kamp. Het is opvallend, dat het ru moer in de buurt van Quemoy en Matsoe is ontstaan op een ogenblik, dat het in de rest van de wereld tamelijk rustig is. Chroesjtsjef heeft dezer dagen nog gezegd, dat zijn land er niet aan denkt, om Berlijn „te vech ten". Dezelfde Chroesjtsjef juichte bijzonder enthousiast de „politieke vrede" toe, die in Laos tot stand is gekomen (a) leidt zij nog een onzeker be staan). Nergens bestaat een dreigende toestand. En nu ko men de Chinezen plotseling weer met Quemoy en Matsoe voor de dag. eenzelfde situatie schep pend als in 1958, toen de crisis in het Middenoosten na de revo lutie in Irak plotseling niet meer accuut bleek te zijn. Van de adempauze die toen ontstond maakten de Chinezen direct een dankbaar gebruik. Welk doel Sowjetunie Ook het (zeker niet alleen meer ideologische) conflict met de Sowjetunie spreekt hierbij een hartig woordje mee. Een matiging van het communisti sche bewind in China zou koren concentraties in Foeklen zijn georganiseerd. Mo gelijk is het een voorzorgsmaat regel, die duidt op een explosie ve situatie op het Chinese vas teland. Alsop gaat hiervan uit en concludeert dat het zenden van voedsel (door zijn landgenoten voorgesteld) dc communistische leiders in de kaart zou spelen. De kans op een militair conflict Iaat hij volkomen bulten be schouwing. Wellicht doet hij dat terecht. De Amerikaanse rege ring zal er echter goed aan doen, met meer dan één moge lijkheid rekening te houden, het ene te doen en het andere niet na te laten. Want als een kat bi het nauw zit, kan zij rare spron- -ic- de p bakj.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 14