Jan Veldkamp,
hij hoort
ons"
c
PALEIS OP
DE DAM
v'ERÈÜT k HBfIWEÊ
HÉT Tij GAAT KEREN
- NOG, EVEN - AAJ4:
oah Veldkamp
Geschikt gemaakt voor bewoning
c
ZATERDAG 16 JEM 1962
De schepping van de ver
maarde zeventiende eeuwse
bouwmeester Jacob van Cam-
pen, het koninklijk paleis op
de Dam te Amsterdam, zal.
bijzondere omstandigheden
voorbehouden, over twee en
half jaar niet alleen in de
oude luister zijn hersteld maar
tevens voldoen aan de eisen,die
de bewoning ervan in onze
moderne tijd vraagt. De eerste
fase van de restauratie, waar
mee in 1960 werd begonnen, is
voltooid. Met de tweede fase,
die nog bijna drie jaar in be
slag zal nemen, is reeds een
begin gemaakt. Tijdens de duur
van deze tweede fase zal het
paleis beslist niet kunnen wor
den gebruikt ook niet voor de
traditionele Nieuwjaarsreceptie.
Het gehele meubilair nl. be
ter is te zeggen het gehele in
terieur wordt voorlopig op
geslagen in een grote loods te
Weesp.
Jacob van Campen heeft, zoals
bekend mag worden geacht, nooit
de opdracht ontvangen een paleis
te bouwen. Wat hij ontwierp was
een stadhuis voor de machtige
stad Amsterdam. Dit stadhuis
heeft hij niet mogen voltooien. On
enigheid met Heren Burgemees-
teren was oorzaak, dat hij zich te
rugtrok en de afbouw moest
overlaten aan Daniel Stalpaert,
die bij de afbouw hier en daar
van de oorspronkelijke plannen
is afgeweken.
Verandering
De vroede vaderen van Am
sterdam hadden Van Campens
schepping in gebruik tot de Fran
se tijd. In 1808 gelastte Lodewijk
Napoleon het stadsbestuur hun
stadhuis te ontruimen. Hij besloot
het als paleis te gaan gebruiken.
De architect B H. W. Ziezenis
kreeg de opdracht het bewoon-
SDe achtergrond oan 'n wenend beeld
illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllltlllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
j re. fr\n
Toen wc veertien dagen geleden lieten zien, dat
de burgerij van het Betuwse stadje Huissen met
niet minder dan 13 lijsten deelnam aan de ver
kiezingsstrijd voor een nieuwe gemeenteraad,
(wat overigens maar tot een bezetting van 12
van de 13 zetels leidde, omdat de candidaten van
lijst 2, die werden gekozen, familie van elkaar wa
ren) maakten we o.m. gewag van enkele stunts van
lijst 11, de carnavalspartij, die op plastische wijze de-
mon*streerde hoe uitstekend ze wel was; en die
voorts een zekere Jan Veldkamp ten tonele voerde.
Dit laatste door in het gazon voor het gemeentehuis
een wit beeld van een wenende man te plaatsen,
met ernaast een bord op palen, ingedeeld als brief
kaart, waarop aan de naar Zevenaar gedeporteerde
oud-Huissenaar werd bericht, dat hij zijn heimwee
nog maar even moest verbijten, daar het tij weldra
zou keren. „Hij hoort bij ons", stond bovendien nog
onderaan de voet van het beeld vermeld.
OAN KOM j£TERUG GEDEPORTEERDE
QU5>, DROOG JE TIENEN Vc.nlfiKrtj
PAT p.NZ.e.W .N>
JE BENT &EBN VEE
NAAR EEN MENS
UES
EILUF
Ul\
i
Hoe zot ook dit staaltje van
stembus-activiteit voor de buiten
staander aandeed, toch bleek ons
uit een gesprek met een der
raadskandidaten, in casu de heer
baar te maken en toen dit was
geschied voorzag de koning het
van een kostbare meubilering in
empirestijl. die thans nog geheel
tot
de
volledigste ter wereld behoort.
Deze Lodewijk Napoleon was
in zijn hart de Nederlanders niet
slecht gezind. Hij gaf Amster
damse meubelmakers opdracht
het meubilair dat hij nodig had
te vervaardigen. Onder deze meu
belmakers was een zekere Breit-
spraak, wiens nazaten later naar
Amerika emigreerden en daar
hun naam veranderden in Bright.
Kort voor de Tweede Wereldoor
log, kwam een zekere heer Bright,
die in Europa zijn vacantie door
bracht informeren of' er in het
paleis nog meubilair was. dat zijn
voorvader had vervaardigd. In
die dagen was juist een bundeltje
_aankoop-rekeningen van het meu-
'bilair bij het ontruimen van een
kast te voorschijn gekomen en
daaraan had de heer Bright het
te danken, dat zijn wens kon wor
den vervuld.
Tien miljoen
Na de Franse overheersing
kreeg de stad Amsterdam van ko
ning Willem I haar stadhuis te
rug. maar er werd bepaald, dat
er steeds voor hem enige vertrek
ken disponibel moesten blijven.
Het stadsbestuur nam dit graag
aan, doch op 4 maart 1814 werd
aan de soevereine vorst het pro
visioneel gebruik van het aan de
stad gecedeerde paleis aangebo-
Wel werden in het begin van
deze eeuw vele pogingen aange
wend het paleis weer als raadhuis
in gebruik te nemen, doch ze
mislukten. En in 1935 kwam aan
alle onzekerheid een einde toen
het stadsbestuur besloot het eigen
domsrecht op Van Campens we
reldwonder aan het rijk af te
staan tegen een vergoeding van
tien miljoen gulden.
Begrijpelijk is het. dat in de
loop van de eeuwen het stadhuis-
paleis inwendig hier en daar een
ander aanzien kreeg. Er is nog
al eens aan getimmerd. Er wer
den kamertjes gemaakt, schotten
neergezet, ramen werden veran
derd. muren en plafonds kregen
Doel
de restauratie i
is in de eerste plaats dit prach
tige nationale monument zoveel
mogelijk zijn oorspronkelijke ka
rakter terug te geven. En daar
naast de brandveiligheid zo hoog
mogelijk op te voeren. Tevens
wordt de gelegenheid te baat ge
nomen een aantal voorzieningen
te treffen, die de bewoning prak
tischer maken.
Nadat eerst de gevels waren
hersteld is men nu begonnen aan
de restauratie van het inwendige.
Op het ogenblik reeds hebben tal
van zalen, trappen en gangen
hun oorspronkelijke grootte en
ligging herkregen. Bij de restau
ratie kwam veel schoons te voor
schijn, o.m. in de Weeskamer een
fraai gebeeldhouwd en geschil
derd plafond, dat jarenlang onder
een laag witte kalk was verbor
gen (zie foto).
Aan de behoefte aan meer
ruimte heeft men kunnen voldoen
door tussen de funderingen op
kelderniveau een nieuwe verdie
ping te maken. Hier zijn o.m. in
gericht een zilverkamer, een por-
celeinkamer, een glaskamcr.
de landbouwer, die miliiair werd
Hij lachte vergenoegd de
grootgrondbezitter. Vele en
uitgestrekt waren zijn bezit
tingen in Palestina. Zij waren
van weinig waarde, want niets
wilde er groeien. Hij had re
den om verblijd te zijn. Een
omvangrijke lal» grond had
hij voor een zeer schappelijke
prijs verkocht. Of grond? Be
ter was te spreken van een
moeras. Was het op zijn an
dere bezittingen al moeilijk
vruchten te verbouwen, op zijn
eigendom in Galilea was het
zelfs onmogelijk. Doodsplaats
noemde hij het gebied, want
de malariamug was er venij
nig en groot in aantal. En
juist dat moeras had hij ver
kocht. De Arabieren mochten
dan het Zionisme vrezen, vol
gens hem was er geen reden
toe.
Dc terugkeer naar Zion zou
vanzelf doodbloeden als de Jo
den hun idealisme en energie
op moerassen moesten uitvie
ren. Aanmerkelijk betere stuk
ken grond in Palestina behoor
den tot zijn bezittingen, maar
juist het moerasgebied in Gali
lea. de Doodsplaats wilden zij
hebben voor hun kolonisatie
werk
De Perzische grootgrondbezit
ter wist het zeker: het plan van
de Joden moest mislukken. Niet
alleen omdat het moeras en de
malariamug de kolonisten zou
vellen, maar ook omdat zij on
bekend waren met het land en
het klimaat Uit Rusland waren
zij afkomst.g. En daar waren
zij studenten, hier zouden ze
met hun handen moeten werken
nooit van zoiets gehoord. Een
nederzetting waarin alles van
allen en niets van één hunner
persoonlijk was. Twaalf jonge
mensen afkomstig uit Rusland
waren het die in 1910 de eerste
kibboets stichtten in de Doods-
-• 1 :-i Ga-
Op 19 cn 20 juni zal de
minister van landbouw van
Israël, Mosje Dayan (oud-
opperbevelliebber van het
leger) een bezoek aan ons
land brengen. Een mede
werker schreef voor ons
Zondagsblad deze bijdrage
over 'deze markante figuur.
Thans zijn het bloeiende tuinen.
Nieuw leven ontstond in de eer
ste kibboets, die zij Deganja
noemden. Maar ondanks de ont
stellende ontberingen die de pio
niers moesten doorstaan, on
danks ziekten en tegenslagen
werd het idealisme niet geblust.
Sommigen die aan de wieg van
de kibboets hadden gestaan,
meenden nog meer te kunnen
doen voor de opbouw van het
land door een mosjaf te stich-
ten. een nederzetting die het
midden houdt tussen een kib
boets en het gewone boerenbe
drijf. Zij trokken naar Emek
Jisraeel en stichtten daar de
eerste mosjaf, Nahalal.
Dayan
Collectief
Raad had hij die jongemer.-
sen nog gegeven want van alles
vond hij nog het vreemdste, dat
ze niet voor eigen gewin de
grond vruchtbaar wilden maken,
maar met veronachtzaming van
c-igen belang de lasten en baten
collectief wilden dragen. Een
kibboets wilden zij opzetten,
hadden zij gezegd. Hij had nog
Een echtpaar was onder deze
stichters, afkomstig uit Deganja.
Dayan noemden zij zich Met
hen kwam hun zoontje, dat in
1915 werd geboren. Op hem
brachten de ouders het idealis
me over Mosje noemden zij
hem. Mosje, naar de Oudtesta
mentische leider van het Jood
se volk. Hij zou in onze dagen
een nieuwe leider van Israël
worden. Twee dagen zal hij of
ficieel in Nederland
Mosje Dayan. Op 19 en 20 juni
zal hij in Nederland -zijn onder
auspiciën v,an de State of Israël
Bonds om kenois te maken met
de Joodse gemeenschap in Ne
derland en voor het voeren van
besprekingen ten einde het ideaal
dat hij zich voor ogen heeft ge
steld te kunnen verwezenlijken.
Gedroomd zullen zijn ouders
hebben van de toekomst van
hun zoon. Een toekomst ten
dienste van het Joodse volk.
Als agrariër zullen zij hem heb
ben gezien. Mosje Dayan werd
meer. Als Israëlisch minister
van landbouw heeft hij zich tot
taak gesteld de Negeb vrucht
baar te maken. Een vijfjaren
plan heeft hij daarvoor ooge-
zet. Pionierden zijn ouders jn
het onvruchtbare Galilea en la
ter in de Emek. Mosje Dayan
zet hun werk voort in de even
onvruchtbare Negeb. De vrucht-
baarmaking van de Negeb. het
bijbelse zuiderland, waar niets
wil groeien is voor Israël van
groot belang voor het vestigen
van nieuwe immigranten, die in
een toenemende stroom het .and
binnenkomen Lange pijpleidin
gen lopen van het noorden van
Israël naar deze woestijn om er
water heen te brengen om het
land te bevloeien.
In de komende jaren zullen in
de Negeb 3000 kibboetsicm moe
ten worden gesticht om het land
vruchtbaar te maken. Op den
duur zullen in de Negeb twee
miljoen mensen kunnen wonen.
De carrière van Mosje Dayan
als minister van landbouw is
een merkwaardige. Eu waar
schijnlijk is het niet het einde
van zijn loopbaan.
Opvolger
ding kreeg. Een
opleiding die
hij overigens
maar kort in
praktijk kon
brengen, omdat
hij tegen zijn
wil het militaire
ambt bekleedde.
Zijn militaire
carrière heeft
Dayan in feite
te danken aan
de Engelsen.
Zoals alle
jongemannen in
die jaren in
Palestina trad
hij toe tot de
Hagana, de
Joodse verzets
beweging te
gen de Britse
mandataris, die de immigratie
van Joden in Palestina ernstig
beknotte. Tot langdurige gevan
genisstraf werd Mosje Dayan
veroordeeld. Jaren die hij door
zou moeten brengen in de ge
vangen.s van Akko. Twee jaar
heeft hij daar echter maar in
de kerker moeten zuchten, want
de Engelsen in de strijd met
Duitsland gewikkeld, deden een
beroep op hem, zich ter beschik
king te stellen van de Britse
spionagedienst. Dayan. die in
Engeland een mil.taire oplei
ding kreeg, werd ingezet als
leider van een Joodse spionage-
groep in Syrië. Zij hadden tot
taak de weg te bereiden voor
de gealiieerde troepen.
Bij
i die
-erd
Hij geniet de gunst
Ben
ruchten als zijn opvolger
schouwt. Die gunsten heeft Mos
je Dayan gekregen als militair.
Het was Israëls premier die
Mosje Dayan in bescherming
nam toen deze als generaal po
litieke redevoeringen g.ng hou
den. Het was het begin van Da
yans terugkeer naar de land
bouw waarvoor hij zijn oplei-
Mosje Dayan gewond
linkeroog, waar hij sedertdien
een zwarte lap voor draagt. Na
dat de strijd tussen Duitsers en
de vrije wereld ten einde was.
trad hij weer toe tot de Hagana
Chef-staf
In de Arabisch-Israëlische
krijg van 1948 was hij comman
dant van de Joodse troepen ir.
de nieuwe stadswijk van Jeruza
lem. Nadien nam hij op Bhodos
dee! aan de wapenstilstandsbe
sprekingen. In 1953 benoemde
dc Israëlische regering hem tot
chef-staf van het leger Daar
door kwam het dat hij in de be
faamd geworden Sinai-strijd aan
het hoofd stond van 45.000 man
Israëlische troepen- die in ze ./en
dagen tijds het Egyptische 'egcr
in de Sinai wist te verslaan,
om de Negeb te bevrijden van
Egyptische moordcommando's
die leven en werken in de Ne
geb onmogelijk maakten. Maar
nauwelijks was deze oorlog voor
bij. waarin hij als 38-jarige de
wereld verbaasd deed staan van
het bliksemtempo van zijn le
ger. of hij d.ende zijn ontslag
:n. De landbouwer die militair
was geworden verkoos de land
bouw boven de hoogste militai
re post als opperbevelhebber
Mosje Dayan g;ng met verlof
en koos de politiek. In 1956
reeds werd hij als minister van
landbouw in de regering opge
nomen Opnieuw richtte hij zich
op de Negeb Nu aanvallen niet
deze woestijn met spoed worden
bevolkt en bebouwd. Een vijfja
renplan heeft hij hier recentelijk
voor opgesteld. Evenals zijn
ouders in Deganja en Nahalal
verricht hij hiermee pioniers
werk. Teneinde dit werk zo goed
mogelijk te doen voert hij in tal
van landen besprekingen. Te
openlegging van de Negeb zal
hem ook naar Nederland voe-
\r\ nieuu/e luister
kleedkamers voor de hofmees
ters, en enkele keukenruimten.
In totaal heeft de eerste herstel
fase een winst van 625 vierkante
meter vloeroppervlak opgeleverd.
Als de tweede fase is voltooid
zal daaraan nog 150 vierkante me
ter zijn toegevoegd.
De gevangeniscellen, die tij
dens Lodewijk Napoleon als wijn
kelders waren ingericht, zullen
die bestemming behouden.
Met de eerste restauratie
fase was een bedrag gemoeid
van ongeveer drie miljoen. Zij
omvatte een derde van de tota
le restauratie. Hoewel de werk
zaamheden voor de tweede fa
se nog niet zijn aanbesteed en
men dus nog niet weet hoeveel
die tweede fase gaat kosten,
kan worden gerekend op een
totaalbedrag van ongeveer ze
ven miljoen gulden. Maar voor
dit bedrag bezit Nederland dan
een paleis dat door zijn prach
tige architectuur sterk de aan
dacht zal-trekken.
dat het hier in feite een zaak be
trof van bittere ernst: het gemis
aan huisvesting voor oude man
nen. Want Jan Veldkamp, gebo
ren 21 april 1832 te Huissen en
sinds enige tijd opgenomen in de
Pelgromsstichting. Marktstraat
20 te Zevenaar. was een slachtof
fer daarvan. En dat is hij tot op
heden eigenlijk nog.
Vóór de oorlog beschikte Huis
sen wèl over een tehuis voor oude.
alleenstaande mannen, dank zij de
Gelderse grootgrondbezitter Her
man Cremer. die in 1896 overleed
en voor zulk een huis 30.000
naliet. Door allerlei oorzaken
kwam het echter pas in 1926 tot
stand. Het kreeg de naam Cre-
merstichting en bleek inderdaad
in een behoefte te voorzien. Maar
de krijgsverrichtingen vernielden
véél in Huissen. waaronder het
zgn. Damesgesticht, het jeugdge-
bouw en nog andere instellingen
der R.K. kerk. met als gevolg,
dat de niet-verwoeste Cremerstich-
ting aan haar oorspronkelijke be
stemming onttrokken werd. Ze is
thans jeugdhuis. De oude, alleen
staande vrouwen kregen weer on
derdak in het herstelde Damesge
sticht. voor bejaarde echtparen
werden huisjes gebouwd, doch
voor oude, alleenstaande mannen
ia er nog niets....
Het waren zekere gebeurtenis
sen rondom Jan Veldkamp die op
min of meer schokkende wijze de
aandacht op dit manco vestigden,
hetgeen voor ,,Lies Elluf" aanlei
ding was, er een programmapunt
van te maken.
,,A1 hoor ik niet bij „Lies El
luf", zo zei ons de heer Derk-
scn voornoemd, „toch heb i k de
kat de bel aangebonden want ik
leerde Jan al 40 jaar geleden
kennen, toen ik nog een hummel
tje was. Zijn ouders en de mij
ne woonden nl. maar 50 meter
van elkaar af. Het was altijd een
beste vent, die voor iedereen klaar
stond cn daarom door allen op de
handen gedragen werd. Totdat hij
op 14 februari jl. plotseling uit on
ze gemeente verdween...
Maar laat ik bij het begin be
ginnen.
Hef begin
Als jonge kerel trok Jan naar
Duitsland, omdat daar in die da
gen beter verdiend werd dan in
ons eigen landje. Hij werkte er
in de mijnen, op steenfabrieken,
bij Krupp enz gedurende welke
tijd hij een keer of drie per
jaar naar huis kwam. Want méér
kon niet lijden. En zo omstreeks
1920. toen zijn moeder weduwe
werd. keerde hij voor goed naar
Huissen terug. Behalve wat spaar
centen bracht hij nog 800 mark
mee. daar hij in Duitsland zijn
rechterduim had verspeeld en zijn
recht op een blijvende uitkering
van de Ongevallenwet voor dat
bedrag had afgekocht. Hetgeen
destijds nog mogelijk was. doch
niet erg verstandig. Met dat geld
begon hij hier wat straathandel.
Eerst met een wagen met vis en
later, toen hem die negotie niet
meer beviel, met een kastje met
garen cn band. Elke ochtend trok
hij er op uit, vandaag eens naar
dit gehucht en morgen naar een
ander en 's avonds kwam hij in
Huissen weerom. Dat heeft hij zo
volgehouden tot de meidagen van
1940. Veel had hij niet nodig, daar
hi; vrijgezel was en bleef
er. dus alleen maar voor z'n moe
der en zichzelf hoefde te zongen.
Daar Huissen op zekere dag ge-
evacueerd moest worden, kwam
Jan in Vreeswijk terecht, waar
hij er de straathandel aan moest
geven. De Duitsers verboden zul
ke negotie immers. Hij ging toen
maar een beetje bedelen al
mocht dat evenmin door over
al kleine klusjes op te knappen,
en daar het een leuke vent was.
had hij het best.
Koperslager
Na de oorlog trok hij er in de
omgeving van Huissen weer op
uit. deed handel in allerlei koper
werk dat hij, knap koperslager
als hij was, zelf thuis maakte.
Hij heeft dat volgehouden tot hij
in aanmerking kwam voor een
uitkering krachtens de Noodwet
Ouderdomsvoorziening. Zijn moe
der was inmiddels overleden, doch
hij had haar huisje geërfd en kon
dus wel zo ongeveer rondscharre
len. Daar hij voorts door allerlei
mensen werd aangeklampt als er
een lastig karweitje verricht moest
worden, kreeg hij nogal eens een
extraatje, zodat hij niets te kla
gen had.
Maar Jan werd ouder, kon niet
zelf meer voor het huishouden
zorgen en in Huissen was er geen
plaats voor hem in een inrichting
Het had er dan ook niet zo best
voor hem uitgezien, als niet de
caféhouder A. W. Siepman zich zijn
lot had aangetrokken. Die twee
kenden elkaar ook al tientallen
jaren omdat het eveneens buren
waren. Ja. de oude Jan heeft
zelfs alle kinderen van Siepman
leren lopen. Vandaar dat de fa
milie Siepman. toen Jan er zelf
niet meer toe in staat was. voor
zijn eten zorgde, voor zijn was
e.d. Het werd zodoende gewoonte
dat als Jan s ochtends was op
gestaan. hij in 't café een bakje
koffie ging drinken en z'n ontbijt
je naar binnen werkte, waarna
hij een .vandelig maakte of
bij slecht weer naar zijn huisje
terug ging. 's Middags werd hem
warm eten gebracht en 's avonds
werd er weer gezorgd voor een
boterham.
Op die manier werd de boe;
I als briefkaart ingedeelde bord.
de carnavalspartij op het ter
ts van hel raadhuis plaatste, om
gerij. Opdat de Cr
srlog. rusthuis
als Jan Veld-
Jan Veldkamp, zoals hij t oor t
fotograaf poseerde in het
terrain tan de Pelgromsslich
met de bus via Arnhem een be
zoek aan zyn geliefde geboorte
plaats brengen. Dat heeft hij al een
keer gedaan, 's Avonds bracht een
dochter van Siepman hem weer
naar Zevenaar terug. Maar ach, het
b 1 ij f t een noodoplossing en ik
vind het schandalig, dat Huissen
met zijn achteneenhalfduizend in
woners 17 jaar na de oorlog nóg
niet voor zijn oude zonen een rustig
plekje wist te scheppen afgezien
dan natuurlijk van het kerkhof....
En we zijn vastbesloten voor men
sen als Jan Veldkamp hard te gaan
vechten. Dat beeld voor het raad
huis. dat er wel niet lang zal
blijven staan, daar het een aan
klacht vormt tegen alles wat in
Huissen autoriteit bezit, moet ge
als een symptoom van onze vecht
lust zien. Thans maakt de carna
valspartij er handig reclame mee.
maar dat is van minder belang,
zo besloot Derksen.
Op bezoek
Wc hebben de moeite genomen
Jan Veldkamp óók eens op te
zoeken en wc zijn met gemengde
gevoelens huiswaarts gegaan.
Want het grote, haast een eeuw
oude gebouw, waarin hij een plek
je kreeg, bleek tot dc laatste
plaats bezet. Zodat Jan genoegen
moest nemeu met cm deel van
het souterrain, dat zich zowel
rechts als links van dc statig*
trappen der inrichting uitstrekt.
Een nogal wantrouwend zuster-
te Zevenaar. tje met een zwarte kap op, liet
ons tot hem toe. En ofschoon het
langgerekte vertrek uiterst sober
was gemeubileerd, bezat het toch
voor hem nog aardig draaiende nog enige sfeer en was het kraak-
gehouden. maar op den duur was zindelijk. Maar zoals Jan daar
niet te voorkomen dat hij aan zwijgend stond, met zijn armen
lijve vervuilde. Jan Veldkamp jGUnend op een fiófte Vertsferbahk.
Inzameling
als enig geluid het tikken
een oude klok werd gehoord, voel-
de hij zich niet bepaald opge-
Vu
Ik sprak er dus e<
Siepman, waarna we besloten dat
ik de zaak op het raadhuis
gaan bespreken. Dat gebeurde, H
de maatschappelijk wlrkster werd °a" r.""?" z° m
ingeschakeld Met als resultaat. Srond bleek tc liggen dat rgn be-
wekt. Nu regende het wel toeval
lig. waardoor er van een wande
lingetje niets komen kon. Doch
daar het vertrek zó diep in de
floor die
ingeschakeld. Met als resultaat,
dat Jan naar een tehuis in het
Gelderse plaatsje Hengelo zou
worden overgebracht. Heel Huis
sen leefde met Jan mee. Er werd
een inzameling gehouden
ding. tabak, snoep en zo verliet
hij gepakt en gezakt pi
woonplaats, vergezeld
sociale verzorgster. Hoe z\
het afscheid hem echter viel,
danks alle geschenken, bew
de dikke tranen die over z'n
zicht rolden.
Daarom ging ik
later naar een zoon van Siepman
met het voorstel eens in Hengelo
te gaan kijken hoe Jan het maak
te. Zo gezegd, zo gedaan. Een ze
kere A. Wouters ging ook mee en
het was maar goed. dat we naar
Hengelo waren gegaan, want Jan
huilde als een kind zodra hij ons
de hoofden
boven die vensterbank uit kwa
men, moesten zij tussen de klei-
ne rozenstruikjes in de voortuin
lfie. doorkijken om nog wat van het
verkeer door de Marktstraat te
kunnen opvangen.
Toen we goed en wel binnen
waren en informeerden wie Jan
Veldkamp was. werd er naar hem
gewezen en draaide hij zich om.
..Je hebt de groeten van Bertus
Derksen uit Huissen", zeiden we
Jan. nadat we hem de duimloze
naar daeen Jan- naaal we nem G
L Siroman h3™1 hadden geschud.
Even speelde er een glimlach
over hem heen en hij antwoordde
maar met één woord: „Zó...."
Met zijn linkerhand rolde hij
wat met zijn horlogeketting die in
een boogje op zijn vest hing en
toen kwam hij heel langzaam met
dc praterij los. Hij had geen re
den om te mopperen op de be
handeling in de Pelgromsstichting.
Hoe hebben ze me hier „J
kunnen brengen riep hij snik- Voeding "en ligging"
kend Ik lig met vijf mun op „maarZevenaar
een kamer, stuk voor stuk gure njef
elementen. Het is een protestants
tehuis voor drankzuchtigen."
Nu
°P rijksdaalder zakgeld doe je niet
Txrm .rr 70veel tegenwoordig. Als ik het
n'n rug had.
het heel vroeger oen landgoed kon nC( ajs vroeger, nog
sen die kerels niet thuis. We
loofden hem dan ook, dat we hem
zouden halen,
meentehuis in Huissen
Laten we hopen voor Jan Veld-
gauw mogelijk weg kamp. dat zijn strijders in zijn
«a„n noar- net ge- geboorteplaats spoedig succes heb
best met de situatie
sen op de hoogte was. zich schro
melijk had vergist. Ze had ietS
opgevangen van de veelvuldige
bezoeken van Jan aan het café
van Siepman, had Jan juist thuis
aangetroffen nadat hij een paar
gekregen biertjes had gedronken
die en gene gaven hem wel
eens een biertje, maar beschon
ken was hij zelden of nooit
en toen had zij zich
maar met Hengelo
in verbinding ge
steld.
Enfin, een week
later ging een doch-
Siepman
jes reeds achter zich!
tdhuis tc hebbet
1 op las, urn dc
li ijderd. Maar d
r Hen
gelo om Jan moed
in te spreken; de
week daarop een
andere dochter, cn
kerk in Zevenaar
onderdak kreeg
Daar voelt hü zich
wat beter »p zijn
gemak, al zitten ze
vjj-
ook r
Maar jn Zevenaar.
zogezegd oud-Zeve
naar. kent hij en
kele mensen uit de
tijd dat hij er met
zijn negotie kwam.
Hij zwierf toen
nogal veel in die
contreien, zoals in
Grocssen, in Bab-
Dui\
thans een pleister
tekent. Voorts kan
Jan VeLokAtip
Hl) hoort B'j Ons