Jan Veldkamp, hij hoort ons" c PALEIS OP DE DAM v'ERÈÜT k HBfIWEÊ HÉT Tij GAAT KEREN - NOG, EVEN - AAJ4: oah Veldkamp Geschikt gemaakt voor bewoning c ZATERDAG 16 JEM 1962 De schepping van de ver maarde zeventiende eeuwse bouwmeester Jacob van Cam- pen, het koninklijk paleis op de Dam te Amsterdam, zal. bijzondere omstandigheden voorbehouden, over twee en half jaar niet alleen in de oude luister zijn hersteld maar tevens voldoen aan de eisen,die de bewoning ervan in onze moderne tijd vraagt. De eerste fase van de restauratie, waar mee in 1960 werd begonnen, is voltooid. Met de tweede fase, die nog bijna drie jaar in be slag zal nemen, is reeds een begin gemaakt. Tijdens de duur van deze tweede fase zal het paleis beslist niet kunnen wor den gebruikt ook niet voor de traditionele Nieuwjaarsreceptie. Het gehele meubilair nl. be ter is te zeggen het gehele in terieur wordt voorlopig op geslagen in een grote loods te Weesp. Jacob van Campen heeft, zoals bekend mag worden geacht, nooit de opdracht ontvangen een paleis te bouwen. Wat hij ontwierp was een stadhuis voor de machtige stad Amsterdam. Dit stadhuis heeft hij niet mogen voltooien. On enigheid met Heren Burgemees- teren was oorzaak, dat hij zich te rugtrok en de afbouw moest overlaten aan Daniel Stalpaert, die bij de afbouw hier en daar van de oorspronkelijke plannen is afgeweken. Verandering De vroede vaderen van Am sterdam hadden Van Campens schepping in gebruik tot de Fran se tijd. In 1808 gelastte Lodewijk Napoleon het stadsbestuur hun stadhuis te ontruimen. Hij besloot het als paleis te gaan gebruiken. De architect B H. W. Ziezenis kreeg de opdracht het bewoon- SDe achtergrond oan 'n wenend beeld illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllltlllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllll j re. fr\n Toen wc veertien dagen geleden lieten zien, dat de burgerij van het Betuwse stadje Huissen met niet minder dan 13 lijsten deelnam aan de ver kiezingsstrijd voor een nieuwe gemeenteraad, (wat overigens maar tot een bezetting van 12 van de 13 zetels leidde, omdat de candidaten van lijst 2, die werden gekozen, familie van elkaar wa ren) maakten we o.m. gewag van enkele stunts van lijst 11, de carnavalspartij, die op plastische wijze de- mon*streerde hoe uitstekend ze wel was; en die voorts een zekere Jan Veldkamp ten tonele voerde. Dit laatste door in het gazon voor het gemeentehuis een wit beeld van een wenende man te plaatsen, met ernaast een bord op palen, ingedeeld als brief kaart, waarop aan de naar Zevenaar gedeporteerde oud-Huissenaar werd bericht, dat hij zijn heimwee nog maar even moest verbijten, daar het tij weldra zou keren. „Hij hoort bij ons", stond bovendien nog onderaan de voet van het beeld vermeld. OAN KOM j£TERUG GEDEPORTEERDE QU5>, DROOG JE TIENEN Vc.nlfiKrtj PAT p.NZ.e.W .N> JE BENT &EBN VEE NAAR EEN MENS UES EILUF Ul\ i Hoe zot ook dit staaltje van stembus-activiteit voor de buiten staander aandeed, toch bleek ons uit een gesprek met een der raadskandidaten, in casu de heer baar te maken en toen dit was geschied voorzag de koning het van een kostbare meubilering in empirestijl. die thans nog geheel tot de volledigste ter wereld behoort. Deze Lodewijk Napoleon was in zijn hart de Nederlanders niet slecht gezind. Hij gaf Amster damse meubelmakers opdracht het meubilair dat hij nodig had te vervaardigen. Onder deze meu belmakers was een zekere Breit- spraak, wiens nazaten later naar Amerika emigreerden en daar hun naam veranderden in Bright. Kort voor de Tweede Wereldoor log, kwam een zekere heer Bright, die in Europa zijn vacantie door bracht informeren of' er in het paleis nog meubilair was. dat zijn voorvader had vervaardigd. In die dagen was juist een bundeltje _aankoop-rekeningen van het meu- 'bilair bij het ontruimen van een kast te voorschijn gekomen en daaraan had de heer Bright het te danken, dat zijn wens kon wor den vervuld. Tien miljoen Na de Franse overheersing kreeg de stad Amsterdam van ko ning Willem I haar stadhuis te rug. maar er werd bepaald, dat er steeds voor hem enige vertrek ken disponibel moesten blijven. Het stadsbestuur nam dit graag aan, doch op 4 maart 1814 werd aan de soevereine vorst het pro visioneel gebruik van het aan de stad gecedeerde paleis aangebo- Wel werden in het begin van deze eeuw vele pogingen aange wend het paleis weer als raadhuis in gebruik te nemen, doch ze mislukten. En in 1935 kwam aan alle onzekerheid een einde toen het stadsbestuur besloot het eigen domsrecht op Van Campens we reldwonder aan het rijk af te staan tegen een vergoeding van tien miljoen gulden. Begrijpelijk is het. dat in de loop van de eeuwen het stadhuis- paleis inwendig hier en daar een ander aanzien kreeg. Er is nog al eens aan getimmerd. Er wer den kamertjes gemaakt, schotten neergezet, ramen werden veran derd. muren en plafonds kregen Doel de restauratie i is in de eerste plaats dit prach tige nationale monument zoveel mogelijk zijn oorspronkelijke ka rakter terug te geven. En daar naast de brandveiligheid zo hoog mogelijk op te voeren. Tevens wordt de gelegenheid te baat ge nomen een aantal voorzieningen te treffen, die de bewoning prak tischer maken. Nadat eerst de gevels waren hersteld is men nu begonnen aan de restauratie van het inwendige. Op het ogenblik reeds hebben tal van zalen, trappen en gangen hun oorspronkelijke grootte en ligging herkregen. Bij de restau ratie kwam veel schoons te voor schijn, o.m. in de Weeskamer een fraai gebeeldhouwd en geschil derd plafond, dat jarenlang onder een laag witte kalk was verbor gen (zie foto). Aan de behoefte aan meer ruimte heeft men kunnen voldoen door tussen de funderingen op kelderniveau een nieuwe verdie ping te maken. Hier zijn o.m. in gericht een zilverkamer, een por- celeinkamer, een glaskamcr. de landbouwer, die miliiair werd Hij lachte vergenoegd de grootgrondbezitter. Vele en uitgestrekt waren zijn bezit tingen in Palestina. Zij waren van weinig waarde, want niets wilde er groeien. Hij had re den om verblijd te zijn. Een omvangrijke lal» grond had hij voor een zeer schappelijke prijs verkocht. Of grond? Be ter was te spreken van een moeras. Was het op zijn an dere bezittingen al moeilijk vruchten te verbouwen, op zijn eigendom in Galilea was het zelfs onmogelijk. Doodsplaats noemde hij het gebied, want de malariamug was er venij nig en groot in aantal. En juist dat moeras had hij ver kocht. De Arabieren mochten dan het Zionisme vrezen, vol gens hem was er geen reden toe. Dc terugkeer naar Zion zou vanzelf doodbloeden als de Jo den hun idealisme en energie op moerassen moesten uitvie ren. Aanmerkelijk betere stuk ken grond in Palestina behoor den tot zijn bezittingen, maar juist het moerasgebied in Gali lea. de Doodsplaats wilden zij hebben voor hun kolonisatie werk De Perzische grootgrondbezit ter wist het zeker: het plan van de Joden moest mislukken. Niet alleen omdat het moeras en de malariamug de kolonisten zou vellen, maar ook omdat zij on bekend waren met het land en het klimaat Uit Rusland waren zij afkomst.g. En daar waren zij studenten, hier zouden ze met hun handen moeten werken nooit van zoiets gehoord. Een nederzetting waarin alles van allen en niets van één hunner persoonlijk was. Twaalf jonge mensen afkomstig uit Rusland waren het die in 1910 de eerste kibboets stichtten in de Doods- -• 1 :-i Ga- Op 19 cn 20 juni zal de minister van landbouw van Israël, Mosje Dayan (oud- opperbevelliebber van het leger) een bezoek aan ons land brengen. Een mede werker schreef voor ons Zondagsblad deze bijdrage over 'deze markante figuur. Thans zijn het bloeiende tuinen. Nieuw leven ontstond in de eer ste kibboets, die zij Deganja noemden. Maar ondanks de ont stellende ontberingen die de pio niers moesten doorstaan, on danks ziekten en tegenslagen werd het idealisme niet geblust. Sommigen die aan de wieg van de kibboets hadden gestaan, meenden nog meer te kunnen doen voor de opbouw van het land door een mosjaf te stich- ten. een nederzetting die het midden houdt tussen een kib boets en het gewone boerenbe drijf. Zij trokken naar Emek Jisraeel en stichtten daar de eerste mosjaf, Nahalal. Dayan Collectief Raad had hij die jongemer.- sen nog gegeven want van alles vond hij nog het vreemdste, dat ze niet voor eigen gewin de grond vruchtbaar wilden maken, maar met veronachtzaming van c-igen belang de lasten en baten collectief wilden dragen. Een kibboets wilden zij opzetten, hadden zij gezegd. Hij had nog Een echtpaar was onder deze stichters, afkomstig uit Deganja. Dayan noemden zij zich Met hen kwam hun zoontje, dat in 1915 werd geboren. Op hem brachten de ouders het idealis me over Mosje noemden zij hem. Mosje, naar de Oudtesta mentische leider van het Jood se volk. Hij zou in onze dagen een nieuwe leider van Israël worden. Twee dagen zal hij of ficieel in Nederland Mosje Dayan. Op 19 en 20 juni zal hij in Nederland -zijn onder auspiciën v,an de State of Israël Bonds om kenois te maken met de Joodse gemeenschap in Ne derland en voor het voeren van besprekingen ten einde het ideaal dat hij zich voor ogen heeft ge steld te kunnen verwezenlijken. Gedroomd zullen zijn ouders hebben van de toekomst van hun zoon. Een toekomst ten dienste van het Joodse volk. Als agrariër zullen zij hem heb ben gezien. Mosje Dayan werd meer. Als Israëlisch minister van landbouw heeft hij zich tot taak gesteld de Negeb vrucht baar te maken. Een vijfjaren plan heeft hij daarvoor ooge- zet. Pionierden zijn ouders jn het onvruchtbare Galilea en la ter in de Emek. Mosje Dayan zet hun werk voort in de even onvruchtbare Negeb. De vrucht- baarmaking van de Negeb. het bijbelse zuiderland, waar niets wil groeien is voor Israël van groot belang voor het vestigen van nieuwe immigranten, die in een toenemende stroom het .and binnenkomen Lange pijpleidin gen lopen van het noorden van Israël naar deze woestijn om er water heen te brengen om het land te bevloeien. In de komende jaren zullen in de Negeb 3000 kibboetsicm moe ten worden gesticht om het land vruchtbaar te maken. Op den duur zullen in de Negeb twee miljoen mensen kunnen wonen. De carrière van Mosje Dayan als minister van landbouw is een merkwaardige. Eu waar schijnlijk is het niet het einde van zijn loopbaan. Opvolger ding kreeg. Een opleiding die hij overigens maar kort in praktijk kon brengen, omdat hij tegen zijn wil het militaire ambt bekleedde. Zijn militaire carrière heeft Dayan in feite te danken aan de Engelsen. Zoals alle jongemannen in die jaren in Palestina trad hij toe tot de Hagana, de Joodse verzets beweging te gen de Britse mandataris, die de immigratie van Joden in Palestina ernstig beknotte. Tot langdurige gevan genisstraf werd Mosje Dayan veroordeeld. Jaren die hij door zou moeten brengen in de ge vangen.s van Akko. Twee jaar heeft hij daar echter maar in de kerker moeten zuchten, want de Engelsen in de strijd met Duitsland gewikkeld, deden een beroep op hem, zich ter beschik king te stellen van de Britse spionagedienst. Dayan. die in Engeland een mil.taire oplei ding kreeg, werd ingezet als leider van een Joodse spionage- groep in Syrië. Zij hadden tot taak de weg te bereiden voor de gealiieerde troepen. Bij i die -erd Hij geniet de gunst Ben ruchten als zijn opvolger schouwt. Die gunsten heeft Mos je Dayan gekregen als militair. Het was Israëls premier die Mosje Dayan in bescherming nam toen deze als generaal po litieke redevoeringen g.ng hou den. Het was het begin van Da yans terugkeer naar de land bouw waarvoor hij zijn oplei- Mosje Dayan gewond linkeroog, waar hij sedertdien een zwarte lap voor draagt. Na dat de strijd tussen Duitsers en de vrije wereld ten einde was. trad hij weer toe tot de Hagana Chef-staf In de Arabisch-Israëlische krijg van 1948 was hij comman dant van de Joodse troepen ir. de nieuwe stadswijk van Jeruza lem. Nadien nam hij op Bhodos dee! aan de wapenstilstandsbe sprekingen. In 1953 benoemde dc Israëlische regering hem tot chef-staf van het leger Daar door kwam het dat hij in de be faamd geworden Sinai-strijd aan het hoofd stond van 45.000 man Israëlische troepen- die in ze ./en dagen tijds het Egyptische 'egcr in de Sinai wist te verslaan, om de Negeb te bevrijden van Egyptische moordcommando's die leven en werken in de Ne geb onmogelijk maakten. Maar nauwelijks was deze oorlog voor bij. waarin hij als 38-jarige de wereld verbaasd deed staan van het bliksemtempo van zijn le ger. of hij d.ende zijn ontslag :n. De landbouwer die militair was geworden verkoos de land bouw boven de hoogste militai re post als opperbevelhebber Mosje Dayan g;ng met verlof en koos de politiek. In 1956 reeds werd hij als minister van landbouw in de regering opge nomen Opnieuw richtte hij zich op de Negeb Nu aanvallen niet deze woestijn met spoed worden bevolkt en bebouwd. Een vijfja renplan heeft hij hier recentelijk voor opgesteld. Evenals zijn ouders in Deganja en Nahalal verricht hij hiermee pioniers werk. Teneinde dit werk zo goed mogelijk te doen voert hij in tal van landen besprekingen. Te openlegging van de Negeb zal hem ook naar Nederland voe- \r\ nieuu/e luister kleedkamers voor de hofmees ters, en enkele keukenruimten. In totaal heeft de eerste herstel fase een winst van 625 vierkante meter vloeroppervlak opgeleverd. Als de tweede fase is voltooid zal daaraan nog 150 vierkante me ter zijn toegevoegd. De gevangeniscellen, die tij dens Lodewijk Napoleon als wijn kelders waren ingericht, zullen die bestemming behouden. Met de eerste restauratie fase was een bedrag gemoeid van ongeveer drie miljoen. Zij omvatte een derde van de tota le restauratie. Hoewel de werk zaamheden voor de tweede fa se nog niet zijn aanbesteed en men dus nog niet weet hoeveel die tweede fase gaat kosten, kan worden gerekend op een totaalbedrag van ongeveer ze ven miljoen gulden. Maar voor dit bedrag bezit Nederland dan een paleis dat door zijn prach tige architectuur sterk de aan dacht zal-trekken. dat het hier in feite een zaak be trof van bittere ernst: het gemis aan huisvesting voor oude man nen. Want Jan Veldkamp, gebo ren 21 april 1832 te Huissen en sinds enige tijd opgenomen in de Pelgromsstichting. Marktstraat 20 te Zevenaar. was een slachtof fer daarvan. En dat is hij tot op heden eigenlijk nog. Vóór de oorlog beschikte Huis sen wèl over een tehuis voor oude. alleenstaande mannen, dank zij de Gelderse grootgrondbezitter Her man Cremer. die in 1896 overleed en voor zulk een huis 30.000 naliet. Door allerlei oorzaken kwam het echter pas in 1926 tot stand. Het kreeg de naam Cre- merstichting en bleek inderdaad in een behoefte te voorzien. Maar de krijgsverrichtingen vernielden véél in Huissen. waaronder het zgn. Damesgesticht, het jeugdge- bouw en nog andere instellingen der R.K. kerk. met als gevolg, dat de niet-verwoeste Cremerstich- ting aan haar oorspronkelijke be stemming onttrokken werd. Ze is thans jeugdhuis. De oude, alleen staande vrouwen kregen weer on derdak in het herstelde Damesge sticht. voor bejaarde echtparen werden huisjes gebouwd, doch voor oude, alleenstaande mannen ia er nog niets.... Het waren zekere gebeurtenis sen rondom Jan Veldkamp die op min of meer schokkende wijze de aandacht op dit manco vestigden, hetgeen voor ,,Lies Elluf" aanlei ding was, er een programmapunt van te maken. ,,A1 hoor ik niet bij „Lies El luf", zo zei ons de heer Derk- scn voornoemd, „toch heb i k de kat de bel aangebonden want ik leerde Jan al 40 jaar geleden kennen, toen ik nog een hummel tje was. Zijn ouders en de mij ne woonden nl. maar 50 meter van elkaar af. Het was altijd een beste vent, die voor iedereen klaar stond cn daarom door allen op de handen gedragen werd. Totdat hij op 14 februari jl. plotseling uit on ze gemeente verdween... Maar laat ik bij het begin be ginnen. Hef begin Als jonge kerel trok Jan naar Duitsland, omdat daar in die da gen beter verdiend werd dan in ons eigen landje. Hij werkte er in de mijnen, op steenfabrieken, bij Krupp enz gedurende welke tijd hij een keer of drie per jaar naar huis kwam. Want méér kon niet lijden. En zo omstreeks 1920. toen zijn moeder weduwe werd. keerde hij voor goed naar Huissen terug. Behalve wat spaar centen bracht hij nog 800 mark mee. daar hij in Duitsland zijn rechterduim had verspeeld en zijn recht op een blijvende uitkering van de Ongevallenwet voor dat bedrag had afgekocht. Hetgeen destijds nog mogelijk was. doch niet erg verstandig. Met dat geld begon hij hier wat straathandel. Eerst met een wagen met vis en later, toen hem die negotie niet meer beviel, met een kastje met garen cn band. Elke ochtend trok hij er op uit, vandaag eens naar dit gehucht en morgen naar een ander en 's avonds kwam hij in Huissen weerom. Dat heeft hij zo volgehouden tot de meidagen van 1940. Veel had hij niet nodig, daar hi; vrijgezel was en bleef er. dus alleen maar voor z'n moe der en zichzelf hoefde te zongen. Daar Huissen op zekere dag ge- evacueerd moest worden, kwam Jan in Vreeswijk terecht, waar hij er de straathandel aan moest geven. De Duitsers verboden zul ke negotie immers. Hij ging toen maar een beetje bedelen al mocht dat evenmin door over al kleine klusjes op te knappen, en daar het een leuke vent was. had hij het best. Koperslager Na de oorlog trok hij er in de omgeving van Huissen weer op uit. deed handel in allerlei koper werk dat hij, knap koperslager als hij was, zelf thuis maakte. Hij heeft dat volgehouden tot hij in aanmerking kwam voor een uitkering krachtens de Noodwet Ouderdomsvoorziening. Zijn moe der was inmiddels overleden, doch hij had haar huisje geërfd en kon dus wel zo ongeveer rondscharre len. Daar hij voorts door allerlei mensen werd aangeklampt als er een lastig karweitje verricht moest worden, kreeg hij nogal eens een extraatje, zodat hij niets te kla gen had. Maar Jan werd ouder, kon niet zelf meer voor het huishouden zorgen en in Huissen was er geen plaats voor hem in een inrichting Het had er dan ook niet zo best voor hem uitgezien, als niet de caféhouder A. W. Siepman zich zijn lot had aangetrokken. Die twee kenden elkaar ook al tientallen jaren omdat het eveneens buren waren. Ja. de oude Jan heeft zelfs alle kinderen van Siepman leren lopen. Vandaar dat de fa milie Siepman. toen Jan er zelf niet meer toe in staat was. voor zijn eten zorgde, voor zijn was e.d. Het werd zodoende gewoonte dat als Jan s ochtends was op gestaan. hij in 't café een bakje koffie ging drinken en z'n ontbijt je naar binnen werkte, waarna hij een .vandelig maakte of bij slecht weer naar zijn huisje terug ging. 's Middags werd hem warm eten gebracht en 's avonds werd er weer gezorgd voor een boterham. Op die manier werd de boe; I als briefkaart ingedeelde bord. de carnavalspartij op het ter ts van hel raadhuis plaatste, om gerij. Opdat de Cr srlog. rusthuis als Jan Veld- Jan Veldkamp, zoals hij t oor t fotograaf poseerde in het terrain tan de Pelgromsslich met de bus via Arnhem een be zoek aan zyn geliefde geboorte plaats brengen. Dat heeft hij al een keer gedaan, 's Avonds bracht een dochter van Siepman hem weer naar Zevenaar terug. Maar ach, het b 1 ij f t een noodoplossing en ik vind het schandalig, dat Huissen met zijn achteneenhalfduizend in woners 17 jaar na de oorlog nóg niet voor zijn oude zonen een rustig plekje wist te scheppen afgezien dan natuurlijk van het kerkhof.... En we zijn vastbesloten voor men sen als Jan Veldkamp hard te gaan vechten. Dat beeld voor het raad huis. dat er wel niet lang zal blijven staan, daar het een aan klacht vormt tegen alles wat in Huissen autoriteit bezit, moet ge als een symptoom van onze vecht lust zien. Thans maakt de carna valspartij er handig reclame mee. maar dat is van minder belang, zo besloot Derksen. Op bezoek Wc hebben de moeite genomen Jan Veldkamp óók eens op te zoeken en wc zijn met gemengde gevoelens huiswaarts gegaan. Want het grote, haast een eeuw oude gebouw, waarin hij een plek je kreeg, bleek tot dc laatste plaats bezet. Zodat Jan genoegen moest nemeu met cm deel van het souterrain, dat zich zowel rechts als links van dc statig* trappen der inrichting uitstrekt. Een nogal wantrouwend zuster- te Zevenaar. tje met een zwarte kap op, liet ons tot hem toe. En ofschoon het langgerekte vertrek uiterst sober was gemeubileerd, bezat het toch voor hem nog aardig draaiende nog enige sfeer en was het kraak- gehouden. maar op den duur was zindelijk. Maar zoals Jan daar niet te voorkomen dat hij aan zwijgend stond, met zijn armen lijve vervuilde. Jan Veldkamp jGUnend op een fiófte Vertsferbahk. Inzameling als enig geluid het tikken een oude klok werd gehoord, voel- de hij zich niet bepaald opge- Vu Ik sprak er dus e< Siepman, waarna we besloten dat ik de zaak op het raadhuis gaan bespreken. Dat gebeurde, H de maatschappelijk wlrkster werd °a" r.""?" z° m ingeschakeld Met als resultaat. Srond bleek tc liggen dat rgn be- wekt. Nu regende het wel toeval lig. waardoor er van een wande lingetje niets komen kon. Doch daar het vertrek zó diep in de floor die ingeschakeld. Met als resultaat, dat Jan naar een tehuis in het Gelderse plaatsje Hengelo zou worden overgebracht. Heel Huis sen leefde met Jan mee. Er werd een inzameling gehouden ding. tabak, snoep en zo verliet hij gepakt en gezakt pi woonplaats, vergezeld sociale verzorgster. Hoe z\ het afscheid hem echter viel, danks alle geschenken, bew de dikke tranen die over z'n zicht rolden. Daarom ging ik later naar een zoon van Siepman met het voorstel eens in Hengelo te gaan kijken hoe Jan het maak te. Zo gezegd, zo gedaan. Een ze kere A. Wouters ging ook mee en het was maar goed. dat we naar Hengelo waren gegaan, want Jan huilde als een kind zodra hij ons de hoofden boven die vensterbank uit kwa men, moesten zij tussen de klei- ne rozenstruikjes in de voortuin lfie. doorkijken om nog wat van het verkeer door de Marktstraat te kunnen opvangen. Toen we goed en wel binnen waren en informeerden wie Jan Veldkamp was. werd er naar hem gewezen en draaide hij zich om. ..Je hebt de groeten van Bertus Derksen uit Huissen", zeiden we Jan. nadat we hem de duimloze naar daeen Jan- naaal we nem G L Siroman h3™1 hadden geschud. Even speelde er een glimlach over hem heen en hij antwoordde maar met één woord: „Zó...." Met zijn linkerhand rolde hij wat met zijn horlogeketting die in een boogje op zijn vest hing en toen kwam hij heel langzaam met dc praterij los. Hij had geen re den om te mopperen op de be handeling in de Pelgromsstichting. Hoe hebben ze me hier „J kunnen brengen riep hij snik- Voeding "en ligging" kend Ik lig met vijf mun op „maarZevenaar een kamer, stuk voor stuk gure njef elementen. Het is een protestants tehuis voor drankzuchtigen." Nu °P rijksdaalder zakgeld doe je niet Txrm .rr 70veel tegenwoordig. Als ik het n'n rug had. het heel vroeger oen landgoed kon nC( ajs vroeger, nog sen die kerels niet thuis. We loofden hem dan ook, dat we hem zouden halen, meentehuis in Huissen Laten we hopen voor Jan Veld- gauw mogelijk weg kamp. dat zijn strijders in zijn «a„n noar- net ge- geboorteplaats spoedig succes heb best met de situatie sen op de hoogte was. zich schro melijk had vergist. Ze had ietS opgevangen van de veelvuldige bezoeken van Jan aan het café van Siepman, had Jan juist thuis aangetroffen nadat hij een paar gekregen biertjes had gedronken die en gene gaven hem wel eens een biertje, maar beschon ken was hij zelden of nooit en toen had zij zich maar met Hengelo in verbinding ge steld. Enfin, een week later ging een doch- Siepman jes reeds achter zich! tdhuis tc hebbet 1 op las, urn dc li ijderd. Maar d r Hen gelo om Jan moed in te spreken; de week daarop een andere dochter, cn kerk in Zevenaar onderdak kreeg Daar voelt hü zich wat beter »p zijn gemak, al zitten ze vjj- ook r Maar jn Zevenaar. zogezegd oud-Zeve naar. kent hij en kele mensen uit de tijd dat hij er met zijn negotie kwam. Hij zwierf toen nogal veel in die contreien, zoals in Grocssen, in Bab- Dui\ thans een pleister tekent. Voorts kan Jan VeLokAtip Hl) hoort B'j Ons

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 13