OPEN PAGINA GEWOONTE d' Er uit gelicht %uimte voor ons. ZATERDAG 2 JIM 1962 Op deze niet aangekondig de open pagina (we wilden eerst een soort opruiming houden in ons „archief") vertellen we je gelijk maar. dat er op 30 juni pagina komt. Maar dan met een enigszins andere inhoud, waar jullie dus voor gaan zorgen. Wanneer de spullen binnen moeten zijn, lees je in een apart berichtje. ff IE tl ID JE GEHAD {TILLEN HEBBEN De rubriek tge)vraagfd) gesprek heeft nieuue aam De voorraad is uitgeput en als je je favoriet door i portretschrijvers op de pagina vereeuwigd wilt zien, zaak ons een briefje te sturen. We leveren interv malen. Vertegenen, verliefden, vereerders, schrijft ons OPEN PAGINA OP 30 JUNI De volgende Open Pagina zal zoals gezegd zaterdag 30 juni verschijnen. We wekken Ieder op om in te sturen, gedichten en/of verhalen. Alles is welkom, al kunnen we niet garanderen of alles er ook In komt. Dat hangt nog altijd van de kwaliteit (en ook een beetje van de kwantiteit) af. Graag inleveren 12 Juni. Die ochtend stond hij vroeg op. Hij sprong uit zijn bed met de bedoeling het wereldrecord hoog springen te verbeteren, hetwelk mislukte, poetste naar eer en ge weten zijn tanden, schrobde zijn gezicht, als ware hij in zijn diensttijd de toiletten aan 't cor veeën. toen hy nog als gewoon soldaat alleen al met zijn mili tair voorkomen de heer Chroetsjef deed besluiten de oorlog nog een poosje uit te stellen, en begon zich te kleden met de zorg van een iemand, die weet, zich alleen nog te kunnen handhaven door *r van top tot teen verzorgd uit tezien. Toen hij wakker was gewor den. wist hij, dat er vandaag iets bijzonders met hemi ging gebeu ren, maar -wat -wist hij niet meer. Zijn hoofd gonsde nog van de drank en van het probleem, dat zijn vrienden gisteravond opge worpen hadden. Zij hadden na melijk Abraham gezocht, die de mosterd was gaan halen. Zij had den gisteravond laat gegeten en toeft wensten zij de mosterd na de maaltijd. Zij hadden om Abra ham getndd, die wist toch waar de mosterd was. maar Abraham was zoek. Zij hadden op het politiebureau aangifte gedaan, maar de briga- oier van dienst had hen niet kun nen helpen, want de laatste tijd werden er alleen nog maar von delingen met een kwartje in de hand gevonden. Wel zegde hij hen toe het te noteren. Van zo veel plichtsbetrachting hadden zij paf gestaan, ondanks die lage sa larissen deden die mensen toch tnaar hun plicht. In een belendend café waren zij 'oen verder gaan zoeken, want ae zoon van een bierfabri- kant had Abraham, zo meende hij. wel eens in een flesje bier gezien. Toen hadden zij bier ge dronken. tot het. uit alle gaten die het menselijk lidhaam kan opbrengen, was gespoten meteen 'elneid die alleen nog een vrij willige brandweer uit een dorp, vaar sinds mensengeheugenis geen brand meer was geweest, kon opbrengen. Teen herinnerde hij zich alleen r.og maar de opmerking, dat zij moesten roeien met de riemen, die ze hadden. Hij was toen weg- geroeid en bij een veilige haven aangeland, 's Nachts, toen de te lefoon ging. bemerkte hij pas. dat hij in zijn eigen bed was aan gekomen Nu wist hij niets meer. wat *t: -t er vandaag toch gebeu- Hij zag wel een zwart pak met etn gri.nze hoed hangen, maar hij had een kater en met een cironkemansgemakzuoht besloot hij maar de zaak te laten han gen, zoals hij hing. en te gaan kijken, of er nog zwarte koffie te- ecn billijkt prijs te krijgen was. Hij slapie zijn kamer uit, liet zich de "trap afrollen, wist door een handige schijnbeweging de kat te ontwijken, die een kater tn de buurt rook en met kop en «taart omhoog haar weg vervolg de. Hij rolde de kamer in. wist oei. voordat zijn moeder hem «ag. cp te staan, kuste haar voor ™n hele week goedemorgen esloc' der cl L - - kuste hem terug op of het haar een grote zelf-over winning had gekost en begon maar koffie te malen. Hij vroeg haar. wat er van daag aan de hand was. ,Je trouwt, geloof ik. vanmid dag". antwoordde zij verstrooid. ..Ook dat nog", daoht hij. ..nou ja. dat moet toch ook gebeuren, eenmaal moet je door de zure appel heen bijten". Hij hajpte in een zure appel, die blijkbaar verdwaald was. want hij lag alleen op tafel. ..Het valt todh wel mee", mompelde hij. Soms speel ik maar wat dood op een dag in de zon langs een morgen in de zomer of in een avond met een gewone utitte speel ik soms als een jongen een jongen zonder naam speel ik maar wat dood speel ik het moment dat ik ben als de dood naar handen zie die zich voor mij ontvouwen naar woorden vraag die mij willen staande houden daarom uit verlies en omdat god de taal gebood daarom ben ik soms als de dood. Bovenstaand gedicht van D Zaal bewijst opnieuw dat het wel mogelijk is een reli gieus vers te schrijven in het moderne idioom. Iets dat voor al oudere lezers schijnbaar als een onmogelijkheid voorkomt. Een religieus gedicht. Wij we ten nog steeds niet wat dat precies is. De stelling dat ieder goed gedicht een religieus ge dicht is, lijkt ons bijzonder aanvaardbaar. Het heeft in ieder geval weinig te maken met het te pas en te onpas gebruiken van catechisatie- termen en oud-testamentische vergelijkingen. Sfeer, een veel misbruikt woord, is hier toch wel op zijn plaats. Het gedicht van Zaal roept, tot in het rit me toe, sterke herinneringen op aan de eerste bundels van Hans Andreas. Waar deze laat ste echter zijn levensvreugde uitzingt in ..muziek voor ktjk- ditren" daar is de eerste zich zee*- wel bewust van de be trekkelijkheid van leven en dood beide. De sleutel tot een beter be grip van dit vers schuilt in de laatste regel „Daarom ben ik D. ZAAL soms als de dood". Als de dood zijn betekent zowel bang zijn (de meestgebruikte betekenis) doch is ook een vergelijking: zijn of eruit zien als de dood. Terwijl er in de eerste stro fen nog sprake is van spelen met de doodsgedachte wordt dit spelen in de laatste strofe soms „beangstigend" werke lijk. Waarom? En in diezelfde strofe geeft hij ook een ant woord „uit verlies" en „omdat God de taal gebood". Dat wil zeggen: omdat Hij telkens weer woorden kwijtraakt, om dat alles stroomt, omdat de taal een onmogelijke materie is orr er iets mee te doen en omdat desondanks wij de op dracht hebben er iets van te maken. En pas als wij sterven, zullen wij eindelijk begrijpen wat btr precies betekent „in den beginne was het Woord". Als er werkelijk woorden zijn om ons staande te houden. Daarom is dit gedicht een vooruitlopen op de volmaakt heid van het woord. Op het ge dicht dat doden op zal wekken. HANS KREUZEN als een vogel zingen van de doodgewone dingen, een witte wolk, een bloesemtak, wat zacht gekleurde regen als een vogel proeven van het late zonlicht, mij zachtjes laten wiegen op de wind, de ogen even dicht MIA VAN LUTTERVELT €)nmackt tot Lieldz^, In liefde is de mens gedoemd tot dwalen omdat hij enkel Hef had zonder trouw en ik geworden uit dit eeuwig falen voel schrijnend deze misstap, ook in jou Wat ben He meer dan mens met bloed dat stroomt uit wonden die verliefde woorden sloegen toch gaf je nog. in dit bedrogen liefdesspel de dingen die mijn dwaze ogen vroegen Je weet het nu. ook ik heb je niet liefgehad Ik voel de plicht een and're boodschap uit te dragen En toen je vroeg om iets. dat ik niet geven kon heb ik. begrijp het toch. je liefde afgeslagen derluik open en priemt zijn ge meen afgemeten keelgeluid in on ze ruimte, ieder uur meer en har der om ons langzaam te pijnigen en krankzinnig te maken. Oh, ik haat hem, ik haat hem. Waar om zijn er geen jongens met ka- tapults, die vogels doodschieten, zodat hij met een laatste slag op^de witte hel boven ons zal Deze kamer is vals. het huis een echoput voor vertier zoeken de dagjesmensen. Maandag gillen buurvrouwen, die de was buiten hangen ..Heeft u het al gehoord buurvrouw, heeft u het al gehoord. al ge hoord gehoord?" Verdrinkt je stemmen, jullie in je eigen was- teilen, laat ze bellenblazend zin ken naar de bodem. Woensdagmorgen dansen de vuilnisemmers op de balkonne tjes. „Het is tijd. het s tijd, tijd." Waarvoor is het tijd? Er bestaat geen tijd. nee, er be staat geen tijd. Hebben jullie het goed gehoord, er bestaat geen tijd. Stop hem in jullie asemmers. stop hem onderin, zodat hij niet kan ontsnappen en straks door een ploegschaar aan stukken ge reten wordt tussen vermolmde koekoeksklokken en koemest, waarop straks rode bloemen zul- eln bloeien, die de hemel zullen bewuiven en de zon uitnodigen om in hun kelk te komen Laat het water, waarmee jullie de trap schoonmaken, naar be neden huppelen, door de sluizen naar de zee stromen, waar het kan spelen met de golven, vis sen het drinken om te leven en koraaldieren het gebruiken om een nieuwe wereld te bouwen. Maar jullie praten, praten, ïodde- len onder elkaar. Stemmen, al leen stemmen. De stemmen van de buren fluisteren in de muren, lachen in de naden van het be hang. De geur van vorige bewo ners huist tussen de houten vloer planken. Stof en stank van men sen zweeft door de kamer. Ik heb zoéven de ramen wijd opengezet. Maar de zon is paars gewor den. De torens in dc verte wor den met zwarte verfstreken tegen een rode hemel gesmeten. Zonder enige tekening, als een ondoor dringbare muur. staan de daken, tv.-antennes, duiventillen. Schoor stenen spuwen vette roet op de huizen en gebouwen. De wind ligt zieltogend in de lucht. De zwarte, levenloze boomskeletten dringen doodsbeenderen de hemel Huizenrijen marcheren zegevie rend door de straten. Voorop loopt het huisvestingsbureau, zwanger baart hij winkelstraten, pleinen, torenflats. De mensen juichen, fanfares brengen een se renade voor ons huis. Mijn trom melvliezen weigeren stuk te sprin gen. Mijn handen ontklemmen het raam, dat niet meer dicht wil. De wasserij aan de overkant hangt bioscooplakens voor de ge vel. Over het doek schuiven hui zen in cinemascope voorbij, trams razen scheurend door de bocht, de afrastering wordt verbroken, toeschouwers gillen. Treinen ver slinden het platteland, in tunnels wordt de nacht geboren. De men sen klappen en wachten op de hoofdfilm. Ik stop mijn oren dicht, mijn ogen persen zich sa men. Mijn man vecht verwoed met de piano, ik ga naast hem zitten en leg mijn hoofd op het klankbord. Naast ons timmert mijn buurman nieuwe kasten. Het klopt in mijn bloed, lichaam, tot m'n hartslag zich aanpast. Ik wil het niet meer horen. Houdt op. Houdt u a.u.b. op Ik kan niet meer. Ga weg a.u.b.. ga weg. Het is de schuld van dit huis. Het praat en ademt, lacht en be driegt. Morgen ga ik naar de be grafenisondernemer. het moet dood. Ja. ik zal bloemen op het graf zetten. Ik zal een plechtig heid houden met ambtenaren van bouw- en woningtoezicht, maar verdwijn, verdrink in de veenbo- dcm. waarop je staat, of sterf ge woon, van ouderdom. JAN ROOS dat ik in staat al zijn een huis uit puin te bouwen met raadseltekens als stenen en blinde ramen een tuin vol dekadentie etn geluidloze wind van ondoordachtheid ik ben in de lichtstad van de liefde geweest ik heb geprobeerd teder te glimlachen op witte daken van lichit maar ik wist niet dat ik terug zou keren tot land dat in stilte is meegereisd en waar liefde en wreedheid hetzelfde zijn CLAESINA HULZEBOSCH sStadórecf Dr stand in ilr ruimtevaart- *trjjd at than* 2 -2, *chreef een dagblad juichend na .Je |e*lv- de rondt hieht van Carpentei la, waarom gaan ie eigenlijk i .oetballen? keer -nrltreinen laten rijden t ren maximumsnelheid dagbl I ja. wi unr.lt op I motief ont 1 nter Ja. de minister Enkele inbreker* tot de wi van onder schappen, mr. J. M. L. Th. Cal» aan de Van Alkemadrlaan in Den Haag. Vermist worden juwelen waartan de waard.- nog niet he kend ia en een geldbedrag van 60.- Dat ie nou de mammoetwet heisben laten liggen wachten" dachten wy dat bij juist van drfrn. nig ver-tand heeft Melluk ia vurrukkulluk. t Rrmco Camper t bljjkcn* een Idikatir van liet Nederland* duizend p.k motor. Zouden dc Duitser* echt weten dat je pa* met een s lieid van 2.Ï0 Lm van de gr kan komen? Schrijf het een spits vuistgevecht verticaal in veelvoud heengedacht rechtboven staat zoals het ligt een hergrijsd heelal eindeloze reigers luisterik breed gekleed in vreemdvormige vleugels reusachtig glijdend in een kleurverklaren ontgrenzing Hazeslaap schuilt de stad boven asphalt: zwart geslagen grijs huizen houden halt en duiken weg onder hun vervormde steken in stad niets dan hardheid ter verwekening stad is steen gestorven leven. CEES VAN DOP lillik iedere avond dezelfde gezichten zeggen dit is gisteravond en het regent en het regende gisteren en sinds eergisteren is het niet meer bij te drinken al hebben we glazen met de bodem in dertien glazen verder iedere avond vrouwen zien met dezelfde huid onder het vel van anders gekleurde kleren uit hun mond de woorden horen ik hou van je en er niet meer in geloven immers op hun lippen de smaak van sigaretten merken zo bekend dat raden alleen nog reclame is iedere avonden met oude ogen de goudvissen muziek voeren en horen hoe zij wegzwemmen wegens gebrek aan zuurstof en een overvloed koperroest iedere gisteravond weggaan de lucht zien en weten er is geen maan meer sinds morgen ARIE GELDERBLOM W. v. S. Den Haag R I P C. den D. Deventer De New York Times stond niet op je lijstje. elhure VI hebben velen hen op een I andere wijze leren kennen, de Japanner» gelden .1. een irerge- vorlig volk. Toen onlang» lij- den* een epidemie van hond.dol- beid in een *tad 11700 honden inne»ten worden afgemaakt, kwa men de stadsbestuurder» nadien I hijeen om de geerten der over- I leden honden om vergiffrni* te vragen Wat i» erger: hond*dol- I heul of gebedadolhcid? 1 ontboezeming bereid i klaren dal Campcrt» roman leder en treffend stoeien mei laai" is Treffend ia in if geval wel, dat juist Campert v deae mclk«tunt werd uitverko want in zijn boek wordt I wot afgedronken. Alleen g melluk De WestduiKe apoorwegen de toenemende Hildegard B. Den Heeg, Een lan- geen gedicht. He iet ook niet hele- Riet de J. Schiedam Bloempjes verwelken, scheepjes vergaan, maar eruit gelicht blijft altijd bestaan. C. R. Rotterdam We hebben er jaren op gewacht, maar toen het kwam, konden we het niet lezen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 18