<:^Ürouwelyk tl\uió\ront 0pen briel Blad Doe eens wat met noedels ZATERDAG 19 MEI 1962 y Geld is er niet, maar toch VOOR ALLE ARUBANEN IN ONS LAND VEEL WERK IN 2 (VROUWEN) HANDEN Aruba vormt, zo u weet, met de twee andere eilanden Curasao en Bonaire de Nederlandse Antillen, de eilanden groep ten noorden van Suriname, die bij het Koninkrijk der Nederlanden behoort. In ons land leven op het ogenblik ruim twaalfhonderd Arubanen. En niet een van de namen van al die jeugdige Arubanen ontbreekt in de kartoteek van de secretaresse van de Stichting Soeiedad Aruba, mevrouw S. Hendriks-Bremen in Arnhem. Deze stichting doet haar best ervoor, het contact met en tussen de leden van deze grote groep Arubanen, die over het hele land verspreid wonen, te onderhouden. Het is aan haar contacten met de Arubaanse regering te danken, dat steeds weer nieuwe groepen jongeren hier de studie kunnen vol gen waarvoor in eigen land geen gelegenheid is. Daar hou den de studiemogelijkheden op bij de hogere burgerschool. De Stichting Soeiedad Aruba, die zonder financiële steun van het gouvernement moet werken, doet nog meer. Zij schept, door intensieve voorbereiding, door afspraken in zie kenhuizen en met doktoren, de mogelijkheid dat Arubanen die een zware of zeldzaam voorkomende operatie moeten ondergaan, in ons land zo snel mogelijk geholpen kunnen worden. Ook heeft zij de zorg over een kleine twintig ge brekkige kinderen. Het grootste deel van al dit werk ligt in handen van me vrouw Hendriks. De Stichting Soeiedad Aruba bestond in april drie jaar. Lang daarvoor begon mevrouw Hendriks in haar eentje echter al met het werk, dat in '59 officieel in de stichting werd gevat. se jongeren. De Antilliaan heeft het hier lang niet altijd gemak kelijk, oipdat men hem niet kent. en niets van zijn geboorteland Denk eens aan spaghetti, ma caroni en noedels. Of aan schelp jes, vlindertjes en andere vorm pjes van één der degen, waarvan eerstgenoemde alombekcnde za ken gemaakt worden. Of weet u nog niet wat noedels zijn? Lintjes van 'n deeg bestaande uit bloem, eieren en 'n weinig boter. U vindt ze bij uw voedselmagazij- nen in gedroogde toestand, maar u kunt ze ook zelf maken: Houd uw deeg zo stijf mogelijk en rol er meest dunne plakken van uit op 'n licht bebloemde bank nf ta fel. Van de plakken snijdt u vervolgens zeer smalle reepjes. (De stijfheid van het deeg zal de hoeveelheid der eieren bepalen; driehonderd gram van het eind- produkt helpt u vier personen aan noedels.) Al deze meelspijzen kookt u gaar in ruim water: honderd gram meelspijs in één liter ko kend water. De stokken, in hun geheel of in stukken gebroken, de linten of de vormpjes verdwijnen in het hevig kokende water, liefst in 'n pan die aanmerkelijk te groot is. Het water, nu even van de kook zijnde, moet de ingewor pen zaken enige minuten met rust laten, wat voor die ingewor pen zaken funest zou zijn, is het niet dat u ze los houdt van de bo dem met 'n schuim- of andere spaan, totdat het water ander maal aan de kook is, als gevolg waarvan de bruisende vloed de meelspijs zwevende houdt én ver van onderlinge samenklitting of het vastkoeken aan de bodem. Op dat tijdstip kunt u de pan verla ten. Tot over hoeveel minuten? Kijk. dat zal de ervaring u weer leren! Er is immers altijd ver schil in dikte en overigens ook in hardheid van spaghetti, macaroni en noem maar op. Houd om te beginnen elke meelspijs eerst maar 'n twaalf minuten aan de kook. En neem er dan 'n stokje of vormpje uit om er, er op bij tende, de gaarheid van te bepa len. Laat de meelspijs niet te zacht worden. De Italiaan is van mening dat er nog nèt iets te bij- •üirlfCrCrirCtifüirirü-üirifti-irCitrü-ilirü-itirifü-Crüicirü-Criritiriririririiiriiii-ü-hirir <~V[aai het a la £fean ^Pcitou -£ Jean Paton, de in Parijs en ver daarbuiten welbekende ontwerper, ü- stuurde een puur foto's naar de krant, die een goede indruk geven g -f- van met name zijn mode-details. Dit plaatje nemen we mee, zodat misschien handige naaisters, die zonder knippatroon toch goede g resultaten weten te bereiken, iels kunnen maken a la Jean Paton. U. Het pakje links op de foto heeft een gerende rok en een jasje met korte rechte mouwtjes. Het accent valt hier op de eronder gedragen 3, ■C blouse, voorzien van een zwierige strik uit hetzelfde materiaal. S- Voor feestelijke gelegenheden creëerde hij middeneen uitte japon met een soort queue en losse panden, die bovenaan als een ïj- lus worden samengeknoopt. IVit is ook de avondjapon rechts boven. De grote, lang vallende strik is van zacht rose. En ten slotte geheel r> rechts een eenvoudig, maar sjiek jurkje in een zijden imprimé, g waarbij het accent op de hals valt. ri ten moet zijn. Enfin, kookt u na die twaalf minuten nog langer door, de verorbgring van het ge kookte zal u leren of u juist of verkeerd handelde, 'n Kookboek moet nooit precieze kook-, bak- of braadtijden opgeven; het een en ander is afhankelijk van teveel steeds veranderende factoren. Uw meelspijs is gaar. U werpt alles in 'n vergiet en u laat het uitlekken. Dit, wanneer u uw meelspijs direct doorgeeft, in- plaats van aardappelen of rijst, bij welk vlees- of visgerecht dan ook. Na uitlekking kunt u nog wat ..opbakken" in weinig uitgebruiste boter in de koekenpan. Bevindt de meelspijs zich in de door te geven schotel, dat doet u er in de meeste gevallen goed aan er wat geraspte kaas over te strooi en. (Bijv. als hij gepaneerd var kens- of kalfsvlees begeleidt ol groentes met 'n gebonden melk- sausje.) Wilt u met uw ga ar gekookte stokken, linten of schelpen iets in- gewikkelders uithalen, spoel ze dan uitvoerig af onder de koud- waterstraal. En zet ze onder koud water te wachten op de dingen die komen gaan. Zoals b.v.: SPAGHETTI A LA MILANAISE U maakt de saus die de naam la milanaise" op z'n mi- lanees draagt door tot moes ge hakte uien lichtbruin te - bakken boter, door er tomatenpuree aan toe te voe gen en reepjes ham of gerookte ossetong, alsook schijfjes cham pignon en wellicht 'n vermurwd teentje knoflook. Na bij gie ting van wat water of bouillon laat u het geheel door het aan de kook te houden 'n kwar tiertje eigen" worden met el kaar. Zout en peper en wat wor- cestershire-saus brengen de fijne saus op smaak. Nu neemt u uw gereedstaande meelspijs, doet hem uitlekken in een vergiet en werpt hem op de saus. En u vermengt het een en ander, waar na u afproeft en eventueel verder op smaak brengt met zojuist ge noemde hartigheden. De milanese meelspijs, nu vol komen gereed zijnde, kan ook de wereld in ,,au gratin" of „grati- né": In 'n vuurvaste schotel en rijkelijk bestrooid met kaas, in- en-in gloeiend gemaakt in 'n be hoorlijk hoog verhitte oven en tenslotte verrijkt met 'n gesmol ten en later goud-bruin gebakken bovenlaag. Wanneer u het er goed af brengt bij de bereiding van bo venbeschreven schotel, dan weet u direct dat u onnoemelijk veel meelspijs-gerechten kunt maken, als u de vrije loop geeft aan uw fantasie, afdeling culinaire zaken. De gare meelspijs zelf wordt al tijd op dezelfde wijze gaargekookt en kan na afspoeling lang van te voren onder koud water gereld staan: In afwachting van hel mogen uitlekken en vervolgens verdwijnen in kaassaus, tomaten saus, béchamel, paprika-saus enz. enz. Ham. worstsoorten, resten vlees, kazen, vis, garnalen e.a. geven inhoud en smaak aan de Eén badpak is antiek Een echt mooi en goed zittend badpak kost soms nogal wat, vooral als we niet meer in de slanke teenagersmaten vallen. Hebben we eenmaal zo'n fraai exemplaar aangeschaft, dan voe len we ons in de schaarse zo mermaanden al heel luxueus. Twee badpakken is voor heel wat Nederlandse vrouwen nóg luxer, maar meestal wordt zo'n tweetal dan gevormd door het l te i het klein bruin jongetje van elf jaar gaat met onzekere stappen de vliegtuigtrap op, nagekeken door een jonge vrouw. Bij de ingang kijkt hij nog even om, lacht een beetje en knikt als hij de boodschap meekrijgt: „Groeten thuis". Beiden, de vrouw en de jongen, hebben hetzelfde geboorteland: Aruba. De vrouw, mevrouw S. Hendriks-Bremen uit Arnhem, die is getrouwd met een Nederlander, woont hier al meer dan tien m jaar. De jongen is haar pleegkind. Enkele jaren geleden kwam hij plaatsje naar Nederland, gebrekkig: doofstom. Hier wachtte hem een betere wijzen. Hij leeft met Nederland verzorging, dan daar, op Aruba, gegeven kon worden. mpp TT mopt nagaan: met de wa- Een kleine schuwe jongen was helpen nog maar sc hij toen, die bang opkeek nr J r de vreemde, blanke mensen i zich heen en voelde dat hij dit land geen eigen plaatsje had. De Antilliaan kent Nederland, zoals wij onze eigen provincie ker- Op de kaart kan hij eJk enig belang 'SBê t nagaan: met de tersnoodramp in '53 kwam er on middellijk geld en kleding van de Antillen. En voor het zilveren hu- gelijk kinderen hierheen te laten welijksfeest van de Koning. Die plaats heeft hij toch gekre- kunnen krijgen. Maar gen, in een flat in Arnhem-Zuid, ja** in het kleine gezin Hendriks, Daarin werd hij als een zoon op- zo genomen, naast de twee dochter- wij stich ting heeft geen geld, wij krijgen geen enkele subsidie en wat wij Hendriks. krijgen land ben geholpen. tjes De jongen leerde o.--- - - zich verstaanbaar te maken. Hij ons eigen geld. We hebben op het kon niet meer genezen, maar hij ogenblik bijna twintig gebrekkig- werd klaargemaakt 'ereld van sprekende sen. Toen kwam, begin jaar, het verzoek v om hun zoon weer eens te gen zien. En met dat verzoek er direkt een probleem: spreekt nu Nederlands, maar leert hij zo snel zijn eigen taal, het Papiaments, zodat hij oudets kan vertellen Prins had de bevolking veel geld Aanhankelijk „Wij zijn veel aanhankelijker dan de Nederlanders. Daarvan heeft de Nederlander geen idee. Men denkt bovendien, dat de An tillen nog steeds onontwikkeld in d>3 laatste tien jaar hü WJM* WW»»»# gebrekkige »iS,IUk te leven kinderen van 9 tot 21 jaar, voor y. wat ze nodig hebben: contact met de eigen mensen. Daar doen ze zich pas helemaal voor, zoals ze zijn: omdat ze onder elkaar zijn. Daar praten ze veel, ze krijgen een na si-maaltijd. ze maken muziek en ze dansen wat. Maar het droevi ge is dat er eigenlijk ook voor zulke avonden geen geld is. We zouden een geluidsinstallatie moe ten hebben, een pick-up en ander werkmateriaal." Wat er tekort is op zo'n avond, betalen de stich tingsleden dan maar uit eigen zak. „Onze grootste wens is een opvangcentrum, waar de jonge lui kunnen studeren, eten en slapen, en hun vakantie kunnen doorbrengen". „Dat geld is onze grootste zorg. We hebben werk volop, maar niets in kas." Zo was het lang daarvoor al, toen mevrouw Hen driks op eigen houtje zich het lot van de jongeren aantrok. „Het begon eigenlijk zo: toen ik op Aruba onderwijzeres was, kende iedereen daar me. Toen ik hier pas woonde, kreeg ik al briefjes om allerlei inlichtingen van Arubaanse ouders, die hun kinderen hier wilden laten stude ren. Ik gaf ze die inlichtingen al tijd, maar niemand had er enig benul van, dat dit mij veel post zegels, telefoongeld en zelfs reis geld kostte. Kwam zoon of doch ter naar Nederland, dan vroegen de ouders mij, of ik hun kind een beetje in de gaten wilde houden. Vaak kwamen jongelui bij me thuis." x Maar er kwamen er steeds meer naar Nederland. En daarom was het goed, dat dit werk m '59 in een stichting werd getrok ken. „Ik laat de moed niet zakken, want het zal ten slotte, over een jaar of zes, acht. met die subsidie wel goed komen", zegt mevrouw Hendriks, als haar hulp wat te veel geld uit de huishoudpot vraagt. „En mijn man helpt me zoveel hij kan." Op het ogenblik heeft zij weer een paar gasten, onder wie een vader, wiens dochter in Utrecht een hartoperatie moest onder gaan. Het was een zware opera tie, die op Aruba niet gedaan kon worden. Daarom kwamen vader en dochter voor een maand of drie naar Nederland, de vader bij de familie Hendriks in huis. Vo rige week is de operatie gebeurd en mevrouw Hendriks is met de vader een paar dagen in het zie kenhuis gebleven, om op de uit slag te wachten. internaten en gezinnen vorig hebben gevonden. Ouders met de ouders geld betalen natuurlijk zelf. En de Arubaan is over 't algemeen niet arm, bovendien is iedere gulden van hem hier 1.1" Maar 't gouvernement geeft geen financiële gegaan. Wij hebben bijvoor beeld grote olieraffinaderijen, en veel Arubanen leven van het toe- risme. Ze hebben het goed, maar Het Is een land In opkomst, al- waard les loopt er n.og: niet 20 S.eordend, Tho..~~ ■is Mortis, werkzaam bij de lenansf olieraffinaderij op de gast thuis" in Nederland, van zijn le ven op school, op straat en in het gezin, en door zijn landgeno ten als een der hunnen wordt ge accepteerd? Hef lukte Het lukte, in een klein half jaar. Iedere dag zaten zij tegenover elkaar, mevrouw Hendriks, die op medepatiëntje, Aruba onderwijzeres was, A" jongen. En hij keek maar, lang, naar haar gebaren, ogen, haar mond. Woordje woordje leerde hij weer de taal te'krijgen, maar tot i die in zijn kleuterjaren tegen hem der resultaat. Dat daarom komen veel jonge Daarom Arubanen naar Ne derland. Op so ciaal en kultureel gebied kunnen ze hier veel leren." Aruba, één van de gasten mevrouw Hendriks, tijdens „buitenlands verlof". zijri zijn er zoveel moeilijkheden, zijn „De hulp begint te schemeren, maar de grote groep van re geerders ziet er 't nut nog niet van in. Zo zitten we nu met een meisje dat niet kan lopen." Deze jongelu: Dat meisje is eigenlijk ontsla- vormen straks, een waar ze werd verzorgd, ze mag maal terug in de gen uit de verpleeginrichting ^Test, de intellec- naar huis, maar ze kan niet, ze tuelengroep waar- heeft geen rolstoel. Ze gebruikt u[t de bestuurders zolang een rolstoel J ...vJepatiënt5"' de niet blijven. H aren- ,,Geld voor een rolstoel is er iangrijk dat die haar niet, haar ouders hebben het niet. jongeren, die van voor We proberen nu geld voor haar gouvernement 'n subsidie overtocht krijgen, kans heb- nog wel Die lessen waren moeilijk, voor beiden. Maar toen de vakantie aanbrak, en ook het geld overtocht er was, reisde c Arubaan helemaal alleen vliegtuig naar zijn eiland, vooi een vakantie van drie maanden. heel triest", de gebrekkige hier stichting, ben, en aat zt waarvan mevrouw Hendriks de naar hun zin h motor is. Twaalfhonderd Antiliia- ben, „En zijn Geld leven op het ogenblik onder moeilijkheden, dan Nederlandse volk. Zij wonen kunnen ze altijd bij ons terecht". Ieder jaar orga niseert de Stichting Soeiedad Aruba, de stichting-zon- der-geld, Mevrouw Hendriks, secretares se van de Stichting Soeiedad Aru ba in Nederland, die het „thuis front" is voor alle Arubanen in ons land. vertelt: „Op Aruba zijn de middelen om gebrekkigen te hier, studeren hier op onze hoge scholen en universiteiten of wer ken op scholen, in ziekenhuizen, in laboratoria; overal kom je ze tegen. En toch. wat weten wij eigenlijk van deze Antillianen? „Het is zo vervelend dat de noetlngsavond voor Nederlanders geen flauw benul Arubanen uit het hebben van de volksaard en de hele land in Grave levenswijze van de Antilliaan", (N.B.). Daar in de zegt mevrouw Hendriks. omtrek wonen veel „Daardoor ontstaan botsingen Antillianen. „Je tussen Nederlandse en Antilliaan- merkt daar zo goed Amerikaanse vrouw zou dit ech ter beslist onvoldoende vinden. In de V.S. betekent het bezit van drie badpakken zo ongeveer wel het minimum: eentje voor de zon. eentje voor het water en eentje, waarmee men zich in een strandrestaurant kan vertonen.... Daarom wordt er per jaar in Amerika ook voor 150 miljoen dollar aan damesbadpakken ver kocht! Daarvoor zijn allerlei oor zaken op te noemen, zoals kor tere werkweek, grotere welstand en steeds meer nieuwe zwemba den. Een heel belangrijke faktor is ook: de geweldige en heel goed uitgekiende publiciteit die de fabrikanten het badpak mee geven en waaruit men kan leren dat drie badpakken toch wel het Zó wordt het een zacht eitje 't Is niet bevorderlijk voor het gerecht, noch voor het humeur van de bereidster ervan, als eiwit zich niet van een dooier laat schei den, indien het recept dit aangeeft. Nu is dit „scheiden", zoals dat in ons keukenjargon heet, niet altijd gemakkelijk. De ene keer blijft er eiwit bij de dooier achter, de andere keer breekt het geel en zitten we er helemaal mee. Met behulp van een trechter, zo ner- inner ik me uit de tip-rubnek. zouden goede resultaten te bena len zijn. Sinds kort zijn er ech ter óók uiterst simpele, maar niet temin handige instrumentjes te koop. die. op een bakje of kopje geplaatst, de dooier van het stuk geslagen ei tegenhouden, terwijl het wit door een gleufje in het 'oakje loopt. Ze zijn van plastic en kosten maar een paar dubbel tjes, deze keukenhulpjes. W.TE waren v erhuisd, en het W vroor hard. We stuurden de oudste twee naar school en stook ten kachels. Ik waste het jong ste kind was acht maanden bet hoogstnoodzakelijke, en zat voor de rest met ons dienstmeis je en de kleintjes knus in de ka mer. Kisten met boeken, wach tende kasten lieten we dicht on der het motto: het wordt ééns lente. Soms haastten we ons naar de keuken, kookten even en zorg den dat de vaat niet op het aan recht vastvroor. We breiden en naaiden, en ter afwisseling schreef ik tóen al: brieven. Het was op zo'n middag dat ik, lekker pennend aan één van mijn zusjes overzee, een grijze bont jas langs de ramen zag flitsen, gevolgd door de bel. „Wie kan er bij dit weer.." mompelde ik, naar de voordeur gaande, en zie daar stond een jonge, vrij knappe vrouw. Stond? Ze was met vier stappen binnen en zei: „Zie, zo, ik kom maar eens even ken nismaken. Mijn dochtertje ver telde dat er een jongen bij haar in de klas was gekomen die zo en zo heette, en toen zei ik: kind dat kan niemand anders zijn dan een joggie van die en die. zijn grootouders en hele familie ken ik, nou ja, maar we komen toch allemaal uit dezelfde stad, wat u!" „Dat hoor ik al", antwoord de ik geamuseerd, „doe uw man tel uit, dan zal het me duidelij ker worden." Zij mikte een flu welen hoedje met veel geflonker op de kapstok, en bleek, toen ze uit het bont was. lange oorben gels te hebben, van glas uiter aard. „Knap kind geweest, vroe ger" dacht ik, en ik trommelde haar de kamer binnen. Ik had geen notie wie ze kon zijn, maar ze stak direct van wal, en toen ze twee, drie cigaretten gerookt had haar hand ging automa tisch naar het pakje als ze de asbak had bewerkt hadden we twintig gemeenschappelijke ken nissen, en dat niet alleen: voor het eerst van mijn leven wist ik ook hun salarissen. Het bleek dat ieder wel „wat" had in zijn be staan: misère in het huwelijk, of iets raars in de familie, u kent dat. Om wat dichter bij huis te geraken, vroeg ik haar hoe zij in onze nieuwe stad was beland, en toen bleek dat zij, heel jong al gescheiden van haar eerste man, en in het bezit van een dochter tje, iemand had ontmoet wiens moeder in onze straat woonde. Zij was met de iemand getrouwd en bewoonde nu een étage van zijn ouderlijk huis. Zelf was hij op zee. Haar kind was inmiddels zeven, en op de lagere school. Andere kinderen waren er nog niet. Veel bezigheden had ze niet: voorlopig kon ze op ons als nieuws op dat ..gekke stel" dat wij wa ren. zoals ze bij het afscheid zei, lachend roepend dat ze gauw weer kwam, op ons „kleuterschooltje" kinderen, op al ons hebben en houden, even verder. ME dagen die volgden waren druk. En ik vergat haar al weer half, tot ik door de straat lopend op een morgen, twee ogen door een brievenbus zag kijken, ogen zo vreemd en starend dat ik schrok. Meteen had zij dc deur al open. „Woon je hier?" „Ja, kom even binnen" Maar daarvoor heb ik bijna nooit tijd. Ergens even tijd verdoen past in mijn leven niet. niet omdat ik me daar te goed voor voel, maar om dat ik altijd zo'n daverend dag programma heb. „Toe, even", zei ze. „dat helpt me over de post heen, want als er wéér geen brief van mijn man is...." En cr was geen brief. Ik voel nog mijn ontstemming bij het zien van dat slordige rijtje kamers, dat luste loze rommeltje, en ik geloof dat bij het zien daarvan enig be- wustworden bij mij ontstond van wat mijn briefschrijver, voor wie dit hele verhaal is, „methodiek" Het moet me op dat moment geïrriteerd hebben dat een jong, gezond mens haar leven zo ver klungelde in oude kamerjassen en roken 's ochtends en ijdeltuiteri- ge opschik 's middags, om van de hopeloze avond maar te zwijgen. „Daar moeten we wat aan doen" moet ik gedacht hebben, en van toen af was het alleen nog maar een kwestie van de-manier-waar op. Dat laatste woord, dat is me thodiek. Die wisselt' naar persoon en omstandigheden. Voor mijzeif wil het zeggen dat ieder die ik op mijn weg ontmoet, tegen wie ik als het ware aanloop, letter lijk mijn naaste wordt, al had ik hem of haar uit mezelf nooit ge- Nu moet u, briefschrijver, niet vallen over die correspondentie met mevr. de J. Ik zou het liever helemaal niet hebben over twee erlei methodiek, uw woorden want het maakt alles zo program matisch. Mevr. de J. race'te heus niet met een programma op de fiets naar iemand toe. maar zij was wel degelijk innerlijk gedre ven. Ik heb hoop ik, duidelijk ge zegd hoe ik dit respecteer. Ik be grijp die brandende ijver toch nog wel geloof ik. Er is zo weinig tijd meer in deze wereld, en als we nu alles maar verdoezelen en er grapjes over maken, terwijl de de J., hoe kunnen dan ooit verantwoorden. Ik zég het ze in ieder geval, en als dat gebeurd is. blijf ik bidden. Ge meenschap, daar is het woord, is voor mij, altijd dan nog mevr. de J. aanhalend, daar waar ik met anderen onophoudelijk kan bid- KIJK, en daar heb ik nu steeds iets duidelijk willen maken, en dat begreep u, briefschrijver, goed: een zodanige gemeenschap sluit de persoon in kwestie, be halve dan als voorwerp van ge bed, buiten. Dat zou ik nooit kun nen. Ben ik zoveel beter? Omdat ik geen glazen bengels in mijn oren heb of eens wat pret wil hebben 's avonds met een paar aardige lui die je op een gin-and- tonic fuiven? Mag het soms, als er weer geen brief is uit Rio of Dublin. Nee, ik kan het haar niet „zeg gen". Maar gek genoeg kan ik het haar wel laten zeggen. Want als ik haar een avond had zien „toeren" met een paar heren, o keurig hoor. en een fles Bols mis schien, en ik vroeg later: „leuke avond gehad?", dan barstte ze los. verachtte ze zichzelf, schold ze op haar ouders die haar vroe ger mooi aangekleed hadden, meer niet. klaagde zij over het geloof dat zij verloren had toen de ker- keraad haar had vermaand bij haar scheiding, sprak ze van haar verlangen „erbij te horen" als zc soms eens in de kerk kwam haar kind (maar nee, ze kwam cr weer net zo uit, en geen r keek naar haar om)... óch. dan was je zó bij de kern van dc zaak. Eens toen zij weer zo klaag de, zei mijn man: „weet je wat je moet doen? Daarover moet je nu eens spreken op onze a.s. wijkbijeenkomst, hier in huis." „Ik? Ik kan geen lezing houden!" „Nee" zei hij, „geen lezing alsje blieft, noem het maar een babbe- lement." En zo kwam de avond. Wij woonden als het ware op de oude stadswallen, hadden grote oude kamers. Vóór ons was een wirwar van straatjes, en zo was ook de wijk een enig leuk samen raapsel van rangen en standen. Heerlijk om de groenteboer eens goed te doen, ik heb zelden met zoveel plezier een sigaar gepre senteerd. De oude opa van het verjaardagsfonds in een diepe stoel, en de dominee die van zijn cath. nog even langs kwam op mijn telefoontje, op het driepoot je van onze kinderen, huppend als in zijn studententijd van gesprek tot gesprek. En onze vriendin haar babbelement. Zelden heb ik zo'n openhartig getuigenis ge hoord. En zoveel antwoord. Iets van wat gemeenschap is, begon daar duidelijk te worden. Later CHRISTINE wrmmrmmmmm000000jrr0000000MmM000mm0rMMWM0M0r.WMMM0MMMMM00MMMMM00MMMMMMMM000M0MMMMMM00MMM4 Zoals u zich (misschien) herinnert zit cr nog altijd een aantal vakantietlps in de map, dat er vorig jaar bij is inge schoten. Ofschoon althans op dit moment het weer nog weinig aan zonnige vrije dagen doet denken, halen wc die tips nu maar eens tevoor schijn. V.'e beginnen met iets WEG OP TWEE WIELEN Als u een lange fietstocht maakt gebeurt het wel eens dat uw band leeg is, zonder dat cr een lek in zit. Zoek in zo'n geval een slootje op en laat uw band in het water draaien. Na afkoelen oppom pen en u rijdt weer rustig verder. Uw band was namelijk te warm geworden, weet me vrouw N. Martijn-Nap uit Lei den. En iedereen die er op een brommer, een motorfiets of een scooter op uit gaat en dan achterop een passagier meeneemt, denkt er toch wel aan een riem om het mid- vraagt de Den del te bevestigen, heer I. Warnaar Hoorn? Voor beide partijen is dat prettiger. De passagier kan zich aan de riem vast houden en hoeft niet steeds de kleding van de bestuurder vast te grijpen, ifts dat soms nogal hinderlijk is. Vooral bij het plotseling optrekken is zo'n riem aan te bevelen om dat door het gebruik ervan de duopassagier niet zo gauw iets zal overkomen. De laatste fietstip komt van de heer L. J. Tim an uit Den Haag die u aanraadt een ste vige kartonnen hoes voor uw kettingkast te maken als uw karretje per trein wordt ver voerd. Door het grote aantal rijwielen, dat jaarlijks per trein van het ene oord naar het andere gaat, komen be schadigingen soms vrij vaak voor. Als u in het karton twee gaatjes maakt en het inknipt bij de kruk, dan kunt u het er goed tussen schuiven en met touwtjes vastbinden. TENTEN Kamperen op een terrein waar veel tenten staan houdt soms in dat jongere kinderen tussen al die linnen huisjes het hunne niet zo gauw kun- terugvinden. Daarom zet /rouw D. Kamerman-Riet veld uit Hardinxveld-Giessen- dam altijd een oud speelgoed beest boven op de tent. Maakt het vinden veel gemakkelijker. VAKANTIEHUISJES Ook een paar ideetjes voor vakantie in een zomer huisje. Is het er 's avonds na een hete dag nog zo warm, dat u van de hitte alsmaar niet in slaap kan komen, vul dan een limonadefles met schroefdop eens mei koud wa ter en stop dat gevalletje aan het voeteneind van uw bed. Uw voeten en uzelf knappen er heerlijk van op. Prettiger is als u een warmwaterzak bij u hebt om deze voor het zelfde doel te gebruiken, zo schrijft mevrouw J. Wonder- gem uit Moerkapelle. In de meeste vakantiehuis jes is er niet al te veel ruim te om kleding op te bergen. Mevrouw Roos uit Schevenin- gen neemt daarom altijd een paar droogrekken mee, waar heel wat aan kan en mevrouw J. Hanneljk uit Rotterdam maakt van dik plastic draad een stevige vlecht. Die van on deren dichtgeknoopte vlecht komt aan een spijker te han gen en biedt gelegenheid er heel wat klerenhangers met niet èl te zware kledingstuk ken in vast te maken. Twee moeders, te weten mevrouw Bal-Warnaar uit Den Haag en mevrouw P. van der Ent uit Rotterdam maken het zichzelf óók zo gemakkelijk mogelijk als ze met haar kroost op vakantie gaan. Maanden van tevoren worden oude hemdjes, broek jes en zomerkleding, die eigen lijk niet meer goed te dragen zijn, opgespaard. Tijdens de vakantie krijgt de jeugd deze oude spulletjes aan, is de zaak vuil geworden dan wordt het gewoon in de asemmer gestopt. Geen gewas meer en tijdens de vakantie hoeven kinderen er toch niet op „z'n zondags" uit te zien. VOOR ONDERWEG Neemt u fruit mee voor onderweg en dan met name fruit, dat geschild moet wor den? Stop dan het mesje eens in een tandenborstel-etui. Dat is veilig en handig, schrijft mevrouw A. van Drie-Vree kamp uit Rotterdam. Heeft u er geen zin in met flessen limonade te sjouwen, dan helpen suikerklontjes met wat citroensap er op prima te gen de dorst. geef. mejuffrouw B. N. J. dc Jonge uit Den Haag even door. WAGENZIEKTE Ondanks alle voorzorgen II kunnen kinderen onderweg trein of auto wagenziek wc den. Vooral als u in de trein II zit is het handig een grote (Een stuk stevig plas tic draad, in een cirkel gevou wen, gaat ook goed). Mocht I het kind plotseling vervelend worden, dan blijft de zak door die ring openstaan en heeft u minstens een hand vrij om dc kleine te helpen. Zonder zo'n ring komen na re morspartijen eerder voor. ,,'t Is geen opwekkend praat- je, maar we hebben zelf al veel gemak van deze tip ge had", lees ik in de brief van mevrouw M. van der Wekken- Verbeek uit Zierikzee, die hoopt anderen met deze idee •an dienst te zijn. En met deze tip uit Zeeland is het weer gebeurd voor week. Ook de volgende i briek zal nog een (klein) aj tal zomertips bevatten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 15