<:^Ürouwelyk tl\uió\ront
0pen briel
Blad
Doe eens wat met noedels
ZATERDAG 19 MEI 1962
y
Geld is er niet,
maar toch
VOOR ALLE ARUBANEN
IN ONS LAND
VEEL WERK IN 2 (VROUWEN) HANDEN
Aruba vormt, zo u weet, met de twee andere eilanden
Curasao en Bonaire de Nederlandse Antillen, de eilanden
groep ten noorden van Suriname, die bij het Koninkrijk der
Nederlanden behoort.
In ons land leven op het ogenblik ruim twaalfhonderd
Arubanen. En niet een van de namen van al die jeugdige
Arubanen ontbreekt in de kartoteek van de secretaresse van
de Stichting Soeiedad Aruba, mevrouw S. Hendriks-Bremen
in Arnhem.
Deze stichting doet haar best ervoor, het contact met en
tussen de leden van deze grote groep Arubanen, die over het
hele land verspreid wonen, te onderhouden. Het is aan haar
contacten met de Arubaanse regering te danken, dat steeds
weer nieuwe groepen jongeren hier de studie kunnen vol
gen waarvoor in eigen land geen gelegenheid is. Daar hou
den de studiemogelijkheden op bij de hogere burgerschool.
De Stichting Soeiedad Aruba, die zonder financiële steun
van het gouvernement moet werken, doet nog meer. Zij
schept, door intensieve voorbereiding, door afspraken in zie
kenhuizen en met doktoren, de mogelijkheid dat Arubanen
die een zware of zeldzaam voorkomende operatie moeten
ondergaan, in ons land zo snel mogelijk geholpen kunnen
worden. Ook heeft zij de zorg over een kleine twintig ge
brekkige kinderen.
Het grootste deel van al dit werk ligt in handen van me
vrouw Hendriks. De Stichting Soeiedad Aruba bestond in
april drie jaar. Lang daarvoor begon mevrouw Hendriks in
haar eentje echter al met het werk, dat in '59 officieel in de
stichting werd gevat.
se jongeren. De Antilliaan heeft
het hier lang niet altijd gemak
kelijk, oipdat men hem niet kent.
en niets van zijn geboorteland
Denk eens aan spaghetti, ma
caroni en noedels. Of aan schelp
jes, vlindertjes en andere vorm
pjes van één der degen, waarvan
eerstgenoemde alombekcnde za
ken gemaakt worden. Of weet u
nog niet wat noedels zijn? Lintjes
van 'n deeg bestaande uit bloem,
eieren en 'n weinig boter. U
vindt ze bij uw voedselmagazij-
nen in gedroogde toestand, maar
u kunt ze ook zelf maken: Houd
uw deeg zo stijf mogelijk en rol
er meest dunne plakken van uit
op 'n licht bebloemde bank nf ta
fel. Van de plakken snijdt u
vervolgens zeer smalle reepjes.
(De stijfheid van het deeg zal de
hoeveelheid der eieren bepalen;
driehonderd gram van het eind-
produkt helpt u vier personen aan
noedels.)
Al deze meelspijzen kookt u
gaar in ruim water: honderd
gram meelspijs in één liter ko
kend water. De stokken, in hun
geheel of in stukken gebroken, de
linten of de vormpjes verdwijnen
in het hevig kokende water, liefst
in 'n pan die aanmerkelijk te
groot is. Het water, nu even van
de kook zijnde, moet de ingewor
pen zaken enige minuten met
rust laten, wat voor die ingewor
pen zaken funest zou zijn, is het
niet dat u ze los houdt van de bo
dem met 'n schuim- of andere
spaan, totdat het water ander
maal aan de kook is, als gevolg
waarvan de bruisende vloed de
meelspijs zwevende houdt én ver
van onderlinge samenklitting of
het vastkoeken aan de bodem. Op
dat tijdstip kunt u de pan verla
ten. Tot over hoeveel minuten?
Kijk. dat zal de ervaring u weer
leren! Er is immers altijd ver
schil in dikte en overigens ook in
hardheid van spaghetti, macaroni
en noem maar op. Houd om te
beginnen elke meelspijs eerst
maar 'n twaalf minuten aan de
kook. En neem er dan 'n stokje
of vormpje uit om er, er op bij
tende, de gaarheid van te bepa
len. Laat de meelspijs niet te
zacht worden. De Italiaan is van
mening dat er nog nèt iets te bij-
•üirlfCrCrirCtifüirirü-üirifti-irCitrü-ilirü-itirifü-Crüicirü-Criritiriririririiiriiii-ü-hirir
<~V[aai het a la £fean ^Pcitou
-£ Jean Paton, de in Parijs en ver daarbuiten welbekende ontwerper, ü-
stuurde een puur foto's naar de krant, die een goede indruk geven g
-f- van met name zijn mode-details. Dit plaatje nemen we mee, zodat
misschien handige naaisters, die zonder knippatroon toch goede g
resultaten weten te bereiken, iels kunnen maken a la Jean Paton. U.
Het pakje links op de foto heeft een gerende rok en een jasje met
korte rechte mouwtjes. Het accent valt hier op de eronder gedragen 3,
■C blouse, voorzien van een zwierige strik uit hetzelfde materiaal. S-
Voor feestelijke gelegenheden creëerde hij middeneen uitte
japon met een soort queue en losse panden, die bovenaan als een ïj-
lus worden samengeknoopt. IVit is ook de avondjapon rechts boven.
De grote, lang vallende strik is van zacht rose. En ten slotte geheel r>
rechts een eenvoudig, maar sjiek jurkje in een zijden imprimé, g
waarbij het accent op de hals valt. ri
ten moet zijn. Enfin, kookt u na
die twaalf minuten nog langer
door, de verorbgring van het ge
kookte zal u leren of u juist of
verkeerd handelde, 'n Kookboek
moet nooit precieze kook-, bak-
of braadtijden opgeven; het een
en ander is afhankelijk van teveel
steeds veranderende factoren.
Uw meelspijs is gaar. U werpt
alles in 'n vergiet en u laat het
uitlekken. Dit, wanneer u uw
meelspijs direct doorgeeft, in-
plaats van aardappelen of rijst,
bij welk vlees- of visgerecht dan
ook. Na uitlekking kunt u nog wat
..opbakken" in weinig uitgebruiste
boter in de koekenpan. Bevindt
de meelspijs zich in de door te
geven schotel, dat doet u er in
de meeste gevallen goed aan er
wat geraspte kaas over te strooi
en. (Bijv. als hij gepaneerd var
kens- of kalfsvlees begeleidt ol
groentes met 'n gebonden melk-
sausje.)
Wilt u met uw ga ar gekookte
stokken, linten of schelpen iets in-
gewikkelders uithalen, spoel ze
dan uitvoerig af onder de koud-
waterstraal. En zet ze onder koud
water te wachten op de dingen
die komen gaan. Zoals b.v.:
SPAGHETTI A LA MILANAISE
U maakt de saus die de naam
la milanaise" op z'n mi-
lanees draagt door tot moes ge
hakte uien lichtbruin te - bakken
boter, door
er tomatenpuree aan toe te voe
gen en reepjes ham of gerookte
ossetong, alsook schijfjes cham
pignon en wellicht 'n vermurwd
teentje knoflook. Na bij gie
ting van wat water of bouillon
laat u het geheel door het aan
de kook te houden 'n kwar
tiertje eigen" worden met el
kaar. Zout en peper en wat wor-
cestershire-saus brengen de fijne
saus op smaak. Nu neemt u uw
gereedstaande meelspijs, doet
hem uitlekken in een vergiet
en werpt hem op de saus. En u
vermengt het een en ander, waar
na u afproeft en eventueel verder
op smaak brengt met zojuist ge
noemde hartigheden.
De milanese meelspijs, nu vol
komen gereed zijnde, kan ook de
wereld in ,,au gratin" of „grati-
né": In 'n vuurvaste schotel en
rijkelijk bestrooid met kaas, in-
en-in gloeiend gemaakt in 'n be
hoorlijk hoog verhitte oven en
tenslotte verrijkt met 'n gesmol
ten en later goud-bruin gebakken
bovenlaag.
Wanneer u het er goed af
brengt bij de bereiding van bo
venbeschreven schotel, dan weet
u direct dat u onnoemelijk veel
meelspijs-gerechten kunt maken,
als u de vrije loop geeft aan uw
fantasie, afdeling culinaire zaken.
De gare meelspijs zelf wordt al
tijd op dezelfde wijze gaargekookt
en kan na afspoeling lang van te
voren onder koud water gereld
staan: In afwachting van hel
mogen uitlekken en vervolgens
verdwijnen in kaassaus, tomaten
saus, béchamel, paprika-saus enz.
enz. Ham. worstsoorten, resten
vlees, kazen, vis, garnalen e.a.
geven inhoud en smaak aan de
Eén badpak
is antiek
Een echt mooi en goed zittend
badpak kost soms nogal wat,
vooral als we niet meer in de
slanke teenagersmaten vallen.
Hebben we eenmaal zo'n fraai
exemplaar aangeschaft, dan voe
len we ons in de schaarse zo
mermaanden al heel luxueus.
Twee badpakken is voor heel
wat Nederlandse vrouwen nóg
luxer, maar meestal wordt zo'n
tweetal dan gevormd door het
l te
i het
klein bruin jongetje van elf jaar gaat met onzekere stappen
de vliegtuigtrap op, nagekeken door een jonge vrouw. Bij de
ingang kijkt hij nog even om, lacht een beetje en knikt als hij de
boodschap meekrijgt: „Groeten thuis".
Beiden, de vrouw en de jongen, hebben hetzelfde geboorteland:
Aruba. De vrouw, mevrouw S. Hendriks-Bremen uit Arnhem, die
is getrouwd met een Nederlander, woont hier al meer dan tien m
jaar. De jongen is haar pleegkind. Enkele jaren geleden kwam hij plaatsje
naar Nederland, gebrekkig: doofstom. Hier wachtte hem een betere wijzen. Hij leeft met Nederland
verzorging, dan daar, op Aruba, gegeven kon worden. mpp TT mopt nagaan: met de wa-
Een kleine schuwe jongen was helpen nog maar sc
hij toen, die bang opkeek nr J r
de vreemde, blanke mensen i
zich heen en voelde dat hij
dit land geen eigen plaatsje had.
De Antilliaan kent Nederland,
zoals wij onze eigen provincie ker-
Op de kaart kan hij eJk
enig belang 'SBê
t nagaan: met de
tersnoodramp in '53 kwam er on
middellijk geld en kleding van de
Antillen. En voor het zilveren hu-
gelijk kinderen hierheen te laten welijksfeest van de Koning.
Die plaats heeft hij toch gekre- kunnen krijgen. Maar
gen, in een flat in Arnhem-Zuid, ja**
in het kleine gezin Hendriks,
Daarin werd hij als een zoon op- zo
genomen, naast de twee dochter- wij
stich
ting heeft geen geld, wij krijgen
geen enkele subsidie en wat wij
Hendriks.
krijgen
land ben geholpen.
tjes
De jongen leerde o.--- - -
zich verstaanbaar te maken. Hij ons eigen geld. We hebben op het
kon niet meer genezen, maar hij ogenblik bijna twintig gebrekkig-
werd klaargemaakt
'ereld van sprekende
sen. Toen kwam, begin
jaar, het verzoek v
om hun zoon weer eens te
gen zien. En met dat verzoek
er direkt een probleem:
spreekt nu Nederlands, maar
leert hij zo snel zijn eigen taal,
het Papiaments, zodat hij
oudets kan vertellen
Prins had de bevolking veel geld
Aanhankelijk
„Wij zijn veel aanhankelijker
dan de Nederlanders. Daarvan
heeft de Nederlander geen idee.
Men denkt bovendien, dat de An
tillen nog steeds onontwikkeld
in d>3 laatste tien jaar
hü WJM* WW»»»# gebrekkige »iS,IUk
te leven kinderen van 9 tot 21 jaar, voor y.
wat ze nodig hebben: contact met
de eigen mensen. Daar doen ze zich
pas helemaal voor, zoals ze zijn:
omdat ze onder elkaar zijn. Daar
praten ze veel, ze krijgen een na
si-maaltijd. ze maken muziek en
ze dansen wat. Maar het droevi
ge is dat er eigenlijk ook voor
zulke avonden geen geld is. We
zouden een geluidsinstallatie moe
ten hebben, een pick-up en ander
werkmateriaal." Wat er tekort is
op zo'n avond, betalen de stich
tingsleden dan maar uit eigen
zak. „Onze grootste wens is een
opvangcentrum, waar de jonge
lui kunnen studeren, eten en
slapen, en hun vakantie kunnen
doorbrengen".
„Dat geld is onze grootste zorg.
We hebben werk volop, maar
niets in kas." Zo was het lang
daarvoor al, toen mevrouw Hen
driks op eigen houtje zich het
lot van de jongeren aantrok.
„Het begon eigenlijk zo: toen
ik op Aruba onderwijzeres was,
kende iedereen daar me. Toen ik
hier pas woonde, kreeg ik al
briefjes om allerlei inlichtingen
van Arubaanse ouders, die hun
kinderen hier wilden laten stude
ren. Ik gaf ze die inlichtingen al
tijd, maar niemand had er enig
benul van, dat dit mij veel post
zegels, telefoongeld en zelfs reis
geld kostte. Kwam zoon of doch
ter naar Nederland, dan vroegen
de ouders mij, of ik hun kind een
beetje in de gaten wilde houden.
Vaak kwamen jongelui bij me
thuis." x
Maar er kwamen er steeds
meer naar Nederland. En daarom
was het goed, dat dit werk m
'59 in een stichting werd getrok
ken.
„Ik laat de moed niet zakken,
want het zal ten slotte, over een
jaar of zes, acht. met die subsidie
wel goed komen", zegt mevrouw
Hendriks, als haar hulp wat te
veel geld uit de huishoudpot
vraagt. „En mijn man helpt me
zoveel hij kan."
Op het ogenblik heeft zij weer
een paar gasten, onder wie een
vader, wiens dochter in Utrecht
een hartoperatie moest onder
gaan. Het was een zware opera
tie, die op Aruba niet gedaan kon
worden. Daarom kwamen vader
en dochter voor een maand of
drie naar Nederland, de vader bij
de familie Hendriks in huis. Vo
rige week is de operatie gebeurd
en mevrouw Hendriks is met de
vader een paar dagen in het zie
kenhuis gebleven, om op de uit
slag te wachten.
internaten en gezinnen
vorig hebben gevonden. Ouders met
de ouders geld betalen natuurlijk zelf. En
de Arubaan is over 't algemeen
niet arm, bovendien is iedere
gulden van hem hier 1.1"
Maar 't gouvernement geeft
geen financiële
gegaan. Wij hebben bijvoor
beeld grote olieraffinaderijen, en
veel Arubanen leven van het toe-
risme. Ze hebben het goed, maar
Het Is een land In opkomst, al-
waard les loopt er n.og: niet 20 S.eordend,
Tho..~~
■is Mortis, werkzaam bij de
lenansf olieraffinaderij op
de gast
thuis" in Nederland, van zijn le
ven op school, op straat en in
het gezin, en door zijn landgeno
ten als een der hunnen wordt ge
accepteerd?
Hef lukte
Het lukte, in een klein half jaar.
Iedere dag zaten zij tegenover
elkaar, mevrouw Hendriks, die op medepatiëntje,
Aruba onderwijzeres was, A"
jongen. En hij keek maar,
lang, naar haar gebaren,
ogen, haar mond. Woordje
woordje leerde hij weer de taal te'krijgen, maar tot i
die in zijn kleuterjaren tegen hem der resultaat. Dat
daarom komen veel jonge
Daarom Arubanen naar Ne
derland. Op so
ciaal en kultureel
gebied kunnen ze
hier veel leren."
Aruba, één van de gasten
mevrouw Hendriks, tijdens
„buitenlands verlof".
zijri zijn er zoveel moeilijkheden,
zijn „De hulp begint te schemeren,
maar de grote groep van re
geerders ziet er 't nut nog niet
van in. Zo zitten we nu met een
meisje dat niet kan lopen." Deze jongelu:
Dat meisje is eigenlijk ontsla- vormen straks, een
waar ze werd verzorgd, ze mag maal terug in de
gen uit de verpleeginrichting ^Test, de intellec-
naar huis, maar ze kan niet, ze tuelengroep waar-
heeft geen rolstoel. Ze gebruikt u[t de bestuurders
zolang een rolstoel J
...vJepatiënt5"'
de niet blijven. H
aren- ,,Geld voor een rolstoel is er iangrijk dat die
haar niet, haar ouders hebben het niet. jongeren, die van
voor We proberen nu geld voor haar gouvernement 'n
subsidie
overtocht krijgen,
kans heb-
nog wel
Die lessen waren moeilijk, voor
beiden. Maar toen de vakantie
aanbrak, en ook het geld
overtocht er was, reisde c
Arubaan helemaal alleen
vliegtuig naar zijn eiland, vooi
een vakantie van drie maanden.
heel triest",
de gebrekkige hier
stichting, ben, en aat zt
waarvan mevrouw Hendriks de naar hun zin h
motor is. Twaalfhonderd Antiliia- ben, „En zijn
Geld
leven op het ogenblik onder moeilijkheden, dan
Nederlandse volk. Zij wonen kunnen ze altijd
bij ons terecht".
Ieder jaar orga
niseert de Stichting
Soeiedad Aruba,
de stichting-zon-
der-geld,
Mevrouw Hendriks, secretares
se van de Stichting Soeiedad Aru
ba in Nederland, die het „thuis
front" is voor alle Arubanen in
ons land. vertelt: „Op Aruba zijn
de middelen om gebrekkigen te
hier, studeren hier op onze hoge
scholen en universiteiten of wer
ken op scholen, in ziekenhuizen,
in laboratoria; overal kom je ze
tegen. En toch. wat weten wij
eigenlijk van deze Antillianen?
„Het is zo vervelend dat de noetlngsavond voor
Nederlanders geen flauw benul Arubanen uit het
hebben van de volksaard en de hele land in Grave
levenswijze van de Antilliaan", (N.B.). Daar in de
zegt mevrouw Hendriks. omtrek wonen veel
„Daardoor ontstaan botsingen Antillianen. „Je
tussen Nederlandse en Antilliaan- merkt daar zo goed
Amerikaanse vrouw zou dit ech
ter beslist onvoldoende vinden.
In de V.S. betekent het bezit van
drie badpakken zo ongeveer wel
het minimum: eentje voor de
zon. eentje voor het water en
eentje, waarmee men zich in een
strandrestaurant kan vertonen....
Daarom wordt er per jaar in
Amerika ook voor 150 miljoen
dollar aan damesbadpakken ver
kocht! Daarvoor zijn allerlei oor
zaken op te noemen, zoals kor
tere werkweek, grotere welstand
en steeds meer nieuwe zwemba
den. Een heel belangrijke faktor
is ook: de geweldige en heel
goed uitgekiende publiciteit die
de fabrikanten het badpak mee
geven en waaruit men kan leren
dat drie badpakken toch wel het
Zó wordt het een
zacht eitje
't Is niet bevorderlijk voor het
gerecht, noch voor het humeur
van de bereidster ervan, als eiwit
zich niet van een dooier laat schei
den, indien het recept dit aangeeft.
Nu is dit „scheiden", zoals dat in
ons keukenjargon heet, niet altijd
gemakkelijk. De ene keer blijft
er eiwit bij de dooier achter, de
andere keer breekt het geel en
zitten we er helemaal mee. Met
behulp van een trechter, zo ner-
inner ik me uit de tip-rubnek.
zouden goede resultaten te bena
len zijn. Sinds kort zijn er ech
ter óók uiterst simpele, maar niet
temin handige instrumentjes te
koop. die. op een bakje of kopje
geplaatst, de dooier van het stuk
geslagen ei tegenhouden, terwijl
het wit door een gleufje in het
'oakje loopt. Ze zijn van plastic
en kosten maar een paar dubbel
tjes, deze keukenhulpjes.
W.TE waren v erhuisd, en het
W vroor hard. We stuurden de
oudste twee naar school en stook
ten kachels. Ik waste het jong
ste kind was acht maanden
bet hoogstnoodzakelijke, en zat
voor de rest met ons dienstmeis
je en de kleintjes knus in de ka
mer. Kisten met boeken, wach
tende kasten lieten we dicht on
der het motto: het wordt ééns
lente. Soms haastten we ons naar
de keuken, kookten even en zorg
den dat de vaat niet op het aan
recht vastvroor. We breiden en
naaiden, en ter afwisseling schreef
ik tóen al: brieven.
Het was op zo'n middag dat ik,
lekker pennend aan één van mijn
zusjes overzee, een grijze bont
jas langs de ramen zag flitsen,
gevolgd door de bel. „Wie kan er
bij dit weer.." mompelde ik,
naar de voordeur gaande, en zie
daar stond een jonge, vrij knappe
vrouw. Stond? Ze was met
vier stappen binnen en zei: „Zie,
zo, ik kom maar eens even ken
nismaken. Mijn dochtertje ver
telde dat er een jongen bij haar
in de klas was gekomen die zo
en zo heette, en toen zei ik: kind
dat kan niemand anders zijn dan
een joggie van die en die. zijn
grootouders en hele familie ken
ik, nou ja, maar we komen toch
allemaal uit dezelfde stad, wat
u!" „Dat hoor ik al", antwoord
de ik geamuseerd, „doe uw man
tel uit, dan zal het me duidelij
ker worden." Zij mikte een flu
welen hoedje met veel geflonker
op de kapstok, en bleek, toen ze
uit het bont was. lange oorben
gels te hebben, van glas uiter
aard. „Knap kind geweest, vroe
ger" dacht ik, en ik trommelde
haar de kamer binnen. Ik had
geen notie wie ze kon zijn, maar
ze stak direct van wal, en toen
ze twee, drie cigaretten gerookt
had haar hand ging automa
tisch naar het pakje als ze de
asbak had bewerkt hadden we
twintig gemeenschappelijke ken
nissen, en dat niet alleen: voor
het eerst van mijn leven wist ik
ook hun salarissen. Het bleek dat
ieder wel „wat" had in zijn be
staan: misère in het huwelijk, of
iets raars in de familie, u kent
dat. Om wat dichter bij huis te
geraken, vroeg ik haar hoe zij in
onze nieuwe stad was beland, en
toen bleek dat zij, heel jong al
gescheiden van haar eerste man,
en in het bezit van een dochter
tje, iemand had ontmoet wiens
moeder in onze straat woonde.
Zij was met de iemand getrouwd
en bewoonde nu een étage van
zijn ouderlijk huis. Zelf was hij
op zee. Haar kind was inmiddels
zeven, en op de lagere school.
Andere kinderen waren er nog
niet. Veel bezigheden had ze niet:
voorlopig kon ze op ons als nieuws
op dat ..gekke stel" dat wij wa
ren. zoals ze bij het afscheid zei,
lachend roepend dat ze gauw weer
kwam, op ons „kleuterschooltje"
kinderen, op al ons hebben en
houden, even verder.
ME dagen die volgden waren
druk. En ik vergat haar al
weer half, tot ik door de straat
lopend op een morgen, twee ogen
door een brievenbus zag kijken,
ogen zo vreemd en starend dat
ik schrok. Meteen had zij dc
deur al open. „Woon je hier?"
„Ja, kom even binnen" Maar
daarvoor heb ik bijna nooit tijd.
Ergens even tijd verdoen past in
mijn leven niet. niet omdat ik me
daar te goed voor voel, maar om
dat ik altijd zo'n daverend dag
programma heb. „Toe, even", zei
ze. „dat helpt me over de post
heen, want als er wéér geen
brief van mijn man is...." En cr
was geen brief. Ik voel nog mijn
ontstemming bij het zien van dat
slordige rijtje kamers, dat luste
loze rommeltje, en ik geloof dat
bij het zien daarvan enig be-
wustworden bij mij ontstond van
wat mijn briefschrijver, voor wie
dit hele verhaal is, „methodiek"
Het moet me op dat moment
geïrriteerd hebben dat een jong,
gezond mens haar leven zo ver
klungelde in oude kamerjassen en
roken 's ochtends en ijdeltuiteri-
ge opschik 's middags, om van de
hopeloze avond maar te zwijgen.
„Daar moeten we wat aan doen"
moet ik gedacht hebben, en van
toen af was het alleen nog maar
een kwestie van de-manier-waar
op. Dat laatste woord, dat is me
thodiek. Die wisselt' naar persoon
en omstandigheden. Voor mijzeif
wil het zeggen dat ieder die ik
op mijn weg ontmoet, tegen wie
ik als het ware aanloop, letter
lijk mijn naaste wordt, al had ik
hem of haar uit mezelf nooit ge-
Nu moet u, briefschrijver, niet
vallen over die correspondentie
met mevr. de J. Ik zou het liever
helemaal niet hebben over twee
erlei methodiek, uw woorden
want het maakt alles zo program
matisch. Mevr. de J. race'te heus
niet met een programma op de
fiets naar iemand toe. maar zij
was wel degelijk innerlijk gedre
ven. Ik heb hoop ik, duidelijk ge
zegd hoe ik dit respecteer. Ik be
grijp die brandende ijver toch nog
wel geloof ik. Er is zo weinig tijd
meer in deze wereld, en als we
nu alles maar verdoezelen en er
grapjes over maken, terwijl de
de J., hoe kunnen
dan ooit verantwoorden. Ik zég
het ze in ieder geval, en als dat
gebeurd is. blijf ik bidden. Ge
meenschap, daar is het woord, is
voor mij, altijd dan nog mevr. de
J. aanhalend, daar waar ik met
anderen onophoudelijk kan bid-
KIJK, en daar heb ik nu steeds
iets duidelijk willen maken, en
dat begreep u, briefschrijver,
goed: een zodanige gemeenschap
sluit de persoon in kwestie, be
halve dan als voorwerp van ge
bed, buiten. Dat zou ik nooit kun
nen. Ben ik zoveel beter? Omdat
ik geen glazen bengels in mijn
oren heb of eens wat pret wil
hebben 's avonds met een paar
aardige lui die je op een gin-and-
tonic fuiven? Mag het soms, als
er weer geen brief is uit Rio of
Dublin.
Nee, ik kan het haar niet „zeg
gen". Maar gek genoeg kan ik het
haar wel laten zeggen. Want als
ik haar een avond had zien
„toeren" met een paar heren, o
keurig hoor. en een fles Bols mis
schien, en ik vroeg later: „leuke
avond gehad?", dan barstte ze
los. verachtte ze zichzelf, schold
ze op haar ouders die haar vroe
ger mooi aangekleed hadden, meer
niet. klaagde zij over het geloof
dat zij verloren had toen de ker-
keraad haar had vermaand bij
haar scheiding, sprak ze van haar
verlangen „erbij te horen" als zc
soms eens in de kerk kwam
haar kind (maar nee, ze kwam
cr weer net zo uit, en geen r
keek naar haar om)... óch. dan
was je zó bij de kern van dc
zaak. Eens toen zij weer zo klaag
de, zei mijn man: „weet je wat
je moet doen? Daarover moet je
nu eens spreken op onze a.s.
wijkbijeenkomst, hier in huis."
„Ik? Ik kan geen lezing houden!"
„Nee" zei hij, „geen lezing alsje
blieft, noem het maar een babbe-
lement." En zo kwam de avond.
Wij woonden als het ware op de
oude stadswallen, hadden grote
oude kamers. Vóór ons was een
wirwar van straatjes, en zo was
ook de wijk een enig leuk samen
raapsel van rangen en standen.
Heerlijk om de groenteboer eens
goed te doen, ik heb zelden met
zoveel plezier een sigaar gepre
senteerd. De oude opa van het
verjaardagsfonds in een diepe
stoel, en de dominee die van zijn
cath. nog even langs kwam op
mijn telefoontje, op het driepoot
je van onze kinderen, huppend als
in zijn studententijd van gesprek
tot gesprek. En onze vriendin
haar babbelement. Zelden heb ik
zo'n openhartig getuigenis ge
hoord. En zoveel antwoord. Iets
van wat gemeenschap is, begon
daar duidelijk te worden. Later
CHRISTINE
wrmmrmmmmm000000jrr0000000MmM000mm0rMMWM0M0r.WMMM0MMMMM00MMMMM00MMMMMMMM000M0MMMMMM00MMM4
Zoals u zich (misschien)
herinnert zit cr nog altijd een
aantal vakantietlps in de map,
dat er vorig jaar bij is inge
schoten. Ofschoon althans
op dit moment het weer
nog weinig aan zonnige vrije
dagen doet denken, halen wc
die tips nu maar eens tevoor
schijn. V.'e beginnen met iets
WEG OP TWEE WIELEN
Als u een lange fietstocht
maakt gebeurt het wel eens
dat uw band leeg is, zonder
dat cr een lek in zit. Zoek in
zo'n geval een slootje op en
laat uw band in het water
draaien. Na afkoelen oppom
pen en u rijdt weer rustig
verder. Uw band was namelijk
te warm geworden, weet me
vrouw N. Martijn-Nap uit Lei
den. En iedereen die er op
een brommer, een motorfiets
of een scooter op uit gaat en
dan achterop een passagier
meeneemt, denkt er toch wel
aan een riem om het mid-
vraagt de
Den
del te bevestigen,
heer I. Warnaar
Hoorn? Voor beide partijen
is dat prettiger. De passagier
kan zich aan de riem vast
houden en hoeft niet steeds de
kleding van de bestuurder
vast te grijpen, ifts dat soms
nogal hinderlijk is. Vooral bij
het plotseling optrekken is
zo'n riem aan te bevelen om
dat door het gebruik ervan de
duopassagier niet zo gauw
iets zal overkomen.
De laatste fietstip komt van
de heer L. J. Tim an uit Den
Haag die u aanraadt een ste
vige kartonnen hoes voor uw
kettingkast te maken als uw
karretje per trein wordt ver
voerd. Door het grote aantal
rijwielen, dat jaarlijks per
trein van het ene oord naar
het andere gaat, komen be
schadigingen soms vrij vaak
voor. Als u in het karton twee
gaatjes maakt en het inknipt
bij de kruk, dan kunt u het
er goed tussen schuiven en
met touwtjes vastbinden.
TENTEN
Kamperen op een terrein
waar veel tenten staan houdt
soms in dat jongere kinderen
tussen al die linnen huisjes
het hunne niet zo gauw kun-
terugvinden. Daarom zet
/rouw D. Kamerman-Riet
veld uit Hardinxveld-Giessen-
dam altijd een oud speelgoed
beest boven op de tent. Maakt
het vinden veel gemakkelijker.
VAKANTIEHUISJES
Ook een paar ideetjes
voor vakantie in een zomer
huisje. Is het er 's avonds na
een hete dag nog zo warm,
dat u van de hitte alsmaar
niet in slaap kan komen, vul
dan een limonadefles met
schroefdop eens mei koud wa
ter en stop dat gevalletje aan
het voeteneind van uw bed.
Uw voeten en uzelf knappen
er heerlijk van op. Prettiger
is als u een warmwaterzak
bij u hebt om deze voor het
zelfde doel te gebruiken, zo
schrijft mevrouw J. Wonder-
gem uit Moerkapelle.
In de meeste vakantiehuis
jes is er niet al te veel ruim
te om kleding op te bergen.
Mevrouw Roos uit Schevenin-
gen neemt daarom altijd een
paar droogrekken mee, waar
heel wat aan kan en mevrouw
J. Hanneljk uit Rotterdam
maakt van dik plastic draad
een stevige vlecht. Die van on
deren dichtgeknoopte vlecht
komt aan een spijker te han
gen en biedt gelegenheid er
heel wat klerenhangers met
niet èl te zware kledingstuk
ken in vast te maken.
Twee moeders, te weten
mevrouw Bal-Warnaar uit
Den Haag en mevrouw P.
van der Ent uit Rotterdam
maken het zichzelf óók zo
gemakkelijk mogelijk als ze
met haar kroost op vakantie
gaan. Maanden van tevoren
worden oude hemdjes, broek
jes en zomerkleding, die eigen
lijk niet meer goed te dragen
zijn, opgespaard. Tijdens de
vakantie krijgt de jeugd deze
oude spulletjes aan, is de
zaak vuil geworden dan wordt
het gewoon in de asemmer
gestopt. Geen gewas meer en
tijdens de vakantie hoeven
kinderen er toch niet op „z'n
zondags" uit te zien.
VOOR ONDERWEG
Neemt u fruit mee voor
onderweg en dan met name
fruit, dat geschild moet wor
den? Stop dan het mesje eens
in een tandenborstel-etui. Dat
is veilig en handig, schrijft
mevrouw A. van Drie-Vree
kamp uit Rotterdam.
Heeft u er geen zin in met
flessen limonade te sjouwen,
dan helpen suikerklontjes met
wat citroensap er op prima te
gen de dorst. geef. mejuffrouw
B. N. J. dc Jonge uit Den
Haag even door.
WAGENZIEKTE
Ondanks alle voorzorgen II
kunnen kinderen onderweg
trein of auto wagenziek wc
den. Vooral als u in de trein II
zit is het handig een grote
(Een stuk stevig plas
tic draad, in een cirkel gevou
wen, gaat ook goed). Mocht I
het kind plotseling vervelend
worden, dan blijft de zak
door die ring openstaan en
heeft u minstens een hand
vrij om dc kleine te helpen.
Zonder zo'n ring komen na
re morspartijen eerder voor.
,,'t Is geen opwekkend praat-
je, maar we hebben zelf al
veel gemak van deze tip ge
had", lees ik in de brief van
mevrouw M. van der Wekken-
Verbeek uit Zierikzee, die
hoopt anderen met deze idee
•an dienst te zijn.
En met deze tip uit Zeeland
is het weer gebeurd voor
week. Ook de volgende i
briek zal nog een (klein) aj
tal zomertips bevatten.