Hoe vangen de Katwijkse vissers
toch die duizenden haringen?
Haring kan 26 jaar worden
Aanbieding Koninginneharing
wortelt in een ver verleden
Wormpje steekt spaak in
wiel bij haring jacht
NA
Voor wie het naadje van de kous wil weten
Van de last worden de netten door de
-eepschieter in het nettenruim getrokken
daar opgeschoten Het werk is ont-
•d zwaar. Als de halve vleet is bin-
ïaald, geeft de schipper dan ook
innen een half uurtje rust. Als al-
i boord is, brengt de jongste man
iet haring naar ongeveer tien ka-
.ers. De gekaakte haring komt in de war-
rebak. Met het oog op het zouten van de
haring mag de mand slechts tot een be
paald gedeelte gevuld zijn. Met de war-
leutel wordt het zout door de manden
met haring gedaan, hierna wordt ze in de
ton geschoven. In de ton zelf wordt niet
gezouten.
HET ZAL u zo zachtjes aan duidelijk
zijn dat er heel wat komt kijken, v
u zo'n heerlijk mals maatje in
keelgat kunt laten glijden. De vissers doen
werk echter in de regel met plezier.
De sfeer aan boord is vaak heel goed en
altijd is er weer de spanning: zal de
vangst de moeite waard zijn, ja dan nee
Ook wat dit betreft is het beroep van
visser een echt marmalijk beroep. Psy
chologen beweren, dat het appelleert
het jachtinstinct van de man
TRdWLNET -DRIJFNET
ALS het de baas belieft" zeggen de vissers tegen hun schippers, terwijl
zij klaar staan om de netten overboord te zetten. Toestemmend
knikt de schipper: „Paaien maar en op hoop van zegen". Dan wordt de
vleet geschoten. De jacht op de haring is begonnen. Sinds mensenheugenis
hebben Katwijkse en vele andere vissersschepen de zeeën afgejaagd naar
de slanke vis. De concurrentie van buitenlandse vissers groeit echter ieder
jaar. De hoogst moderne, van staatswege gesubsidieerde Duitse vissers
schepen zijn tuk op iedere haring, die maar in de buurt van hun netten
komt. De Britse vloot is machtig en zoekt iedere vierkante kilometer van
de zee naar de slanke vis. De Russische en de Poolse vloten gaan zich
steeds meer uitbreiden. IJsland nationaliseert de visgronden die het eiland
omringen.
De Scandinavische landen zijn overge
gaan tot perfectionering van de visserij
methoden. Andere landen met kleinere
vloten doen ijverig mee in deze verbeten
concurrentiestrijd. En zullen ondanks de
ze overbevissing en de grote concentratie
van internationale vissersvloten, de Hol
landers toch nog goede successen boe
ken? Successen, die verkregen moeten
worden zonder subsidie doch met de gro
te vakbekwaamheid van de Hollandse
visser? Een angstige vraag die velen zich
zullen stellen. Maar ondanks deze pro
blemen zal de vissersvloot dit jaar weer
uitvaren op jacht naar de haring.
Haringdrijfnet
TUT uitvaren is niet gemakkelijk. Weken
•*-' van tevoren worden voorbereidingen
getroffen. Ontbreekt er maar iets aan de
ze voorbereidingen, dan gaat de schipper
een ongelukkig seizoen tegemoet.
De visserij is te splitsen in de haring-
drijfnetvisserij en de trawlvisserij. Deze
eerste tak van het bedrijf wordt beoefend
döor loggers. Dit zijn schepen met een
tonnage van 100 tot 200 brutoregisterton
Deze visserij duurt van mei tot december
Dit seizoen wordt de teelt genoemd
Zoals de naam het al zegt, wordt deze
visserij uitgeoefend met een drijfnet. De
drijfnetten zijn te onderscheiden in de
drijfvleet of Schotse vleet en de zink-
vleet of de Hollandse vleet. In Nederland
wordt bijna uitsluitend gebruik gemaakt
van de Schotse vleet. Slechts in het Ka
naal gebruiken enkele schippers nog wel
de zinkvleet
Trawlvisserij
P)E trawlvisserij wordt praktisch het
■L' hele jaar door grote loggers of traw
lers beoefend. Is de drijfnetvisserij meer
een passieve visserij de visser wacht
tot de haring in het net zwemt de
trawlvisserij zoekt de haring op Het
trawlnet verschilt dan ook aanzienlijk van
bet drijfnet.
De bemanning van een drijfnetlogger
bestaat uit vijftien koppen: een schipper,
een stuurman, twee machinisten, zes ma
trozen. twee oudsten, een jongste, een
reepschieter en een afhouder. Als het
«chip naar het oordeel van de schipper
genoeg heeft gevangen, loopt de logger
de haven binnen. De volgende dag verza
melt de bemanning zich weer bij de ha
ven. De schipper is inmiddels naar het
kantoor van de rederij geweest en heeft
daar het loon van de bemanning in ont
vangst genomen De schipper hoort dan
gelijk wanneer hij weer zal uitvaren. Hij
'eikt het loon uit en zegt de bemanni
leden wanneer ze weer aan boord moeten
lelijk weinig te doen voor de
vissers. Er wordt wat gepraat, de blazen
worden opgepompt en er moet worden
wachtgelopen. Zodra de visgronden zijn
bereikt stelt de schipper zijn echolood in
om de vis op te sporen. Meestal na vier
uur wordt er dan geschoten, dit is het
overboord zetten van de netten.
De volle vleet van een logger bestaat
uit 100 tot 110 netten. Als alle netten uit
staan dan is de totale lengte van de
drijfvleet 3 kilometer. Tijdens het schie
ten ligt de logger met de kop op de wind
en vaart hij heel langzaam achteruit. Door
een paar matrozen worden de netten uit
het ruim naar boven gehaald en over
houten rollen overboord gezet. Deze ma-
rozen worden steeds afgewisseld, omdat
dit werkje buitengewoon zwaar is.
De seizings, die dienen om het net aan
de onderzijde aan de reep te verbinden,
worden door de stuurman op de reep
vastgezet. Dan gaat de schietvlag in top,
zodat ieder schip kan zien dat in de om
geving van de logger netten uitstaan.
Schotse blazen
AAN de netten zijn peervormige, met
lucht gevulde blazen gehangen. De
zogenaamde Schotse blazen. Deze blazen,
die meestal wit of oranje zijn geschilderd,
dienen om de netten zwevend te houden.
Als er zeven netten in zee staan wordt
op de reep in plaats van de Schotse blaas
een joon gezet. Deze joon is een grote
dobber met een of twee vlaggen. De joons
dienen om aan te tonen waar de netten
staan. Uren achtereen blijft nu de logger
achter de vleet tot het tijdstip is aange
broken, dat de vleet wordt binnengehaald
Voor het halen wordt de reep met enige
slapen om de kop van de winch, een t
stel dat dient voor het binnenhalen
de vleet, vastgelegd. Zodra de winch
gaat draaien, wcrdt het schip naar
vleet toegetrokken. Tussen de voormast
en de brug zijn langs de boorden met be
hulp van houten planken krebben ge
bouwd Tussen beide krebben zijn ovei
de gehele breedte vakken gemaakt door
middel van uitneembare planken.
Zwaar werk
DEZE ruimte wordt wel de last ge
noemd. Drie matrozen nemen plaats
bij de uiteinden van een krebbe. Doordat
men het net aan de bovenzijde en onder
zijde binnenhaalt, komt het breeduit
de rol binnen. In de geïmproviseerde
krebben staan, zes vissers naast elkaar,
die de haring uit het net schudden. De
haring valt dus in de last of in de kreb
ben. De jongste steekt de blazen va
netten.
QNZE vissersbevolking is altijd zeer Oranjegezind geweest. Omgekeera
heeft ons vorstenhuis altijd veel belangstelling voor het wel en wee
van de vissers aan de dag gelegd. Deze verheugende wisselwerking wor
telt in oude tradities. Het aanbieden van de zogenaamde Koninginne
haring enige weken nadat het malse en gezonde zeebanket voor het eerst
is aangevoerd, is een van de gebruiken die uit het zeer verre verleden
stammen.
In de middeleeeuiwen was voor de be
volking van de Nederlandse duinstreek
de visserij het hoofdmiddel van bestaan.
De graven van Holland hielden een be
schermend oogje in het zeil. Zy waakten
weliswaar feodaal, maar daarom niet
minder effectief over de belangen van
hun horigen. Als tegenprestatie ontvin
gen de graven een beloning in nat/ura,
de zogenaamde hofvis.
De graven werden opgevolgd door de
Stadhouders, Staatkundig kreeg ons
land een geheel ander aanzien. De gra
felijke belasting behoorde tot het ver
leden, maar ''e stadhouders werden toch
steeds getrakteerd op haring. Hiervoor
werd het neusje van de zalm of in dit
geval van de haring uitgekozen. Omdat
Vlaardingen in die tijd onze enige
haringstad was, kwam de „Hollandse
Nieuwe" die waardig gekeurd wend op de
stadihoudelijke dis te verschijnen daar
vandaan. Ervaren keurmeesters bogen
zich over de vaten en pas na lang wikken
en wegen werd de presentharing uitge
kozen.
"tvÊ LIEFDE voor het Oranjehuis zat
er bij de Nederlandse vissers diep
in. Zelfs Prins Willem de Vijfde, de
laatste stadhouder, kreeg tijdens zijn
ballingschap in Brunswylk nog een vaatje
haring toegeczonden. Het continentale
stelsel deed de haringvisserij tijdens het
woelige Napoleontische bewind de das
om. De bommen hieven op het strand
liggen.
Een paar vermetele vissers probeerden
met smokkelen nog een boterham te ver
dienen maar de meeste schepen waren
tot werkeloosheid gedoemd. Men pro
beerde de keizer zadht te stemmen door
hem in Parijs een vaatje haring aa
bieden, maar de beheerser liet lidh
hierdoor niet vermurwen.
De zee bleef voor onze vissers verbo
den gebied.
In 1814 was het met de Franse c
heersing gedaan. Ons land was vri,
de haringvissers konden bun beroep
Nog één van die traditionele
beelden, die niet meer zo vaak
op de gevoelige plaat kunnen
worden vastgelegd. Over een
tijdje is het wellicht zo, dat men
deze karakteristieke bezigheid
alleen nog maar van foto's kent.
De vleet wordt van het want-
veld gehaald om straks aan
boord van de logger te worden
gebracht.
weer uitoefenen. Onmiddellijk werd de
historische draad opgenomen. De present-
haring moest nu aan een Koning worden
aangeboden, Koning Willem I.
JAREN ACHTEREEN was dit een prive-
lege van Vlaardingen, daar alleen in
deoe Stad haring werd aangevoerd. De
plaatselijke rederijen beconcurreerden
elkaar natuurlijk wel. Het was voor de
maatschappijen een grote eer en ook
een mooie reclame de leverancier van de
hoflharing te zijn. Zodra de eerst haring
was aangevoerd, snelden sjezen en paar
den van Vlaardingen naar Den Haag om
de race naar het Paleis te winnen. Dit
spektakel trok altijd veel bekijks. Langs
de gehele route stond het zwart van de
nensen. De winnaar ontving een konink
lijke beloning van 20 dukaten.
Tot 1892 was dit een Vlaardingse aan
gelegenheid, maar daarna kregen ook
Scheveningen en Katwijk een vinger
in de haringpap. Nu wordt in deze drie
vissersplaatsen door de hoogste autoriteit
op keurgebied, de hoofdcontroleur van
de Nederlandse haringcontröle, de Hol
landse Nieuwe nauwkeurig op kwaliteit
beproefd Pas als hij er zeker van is, dat
de haring aan de hoogste eisen voldoet,
wordt een depuatie naar het Paleis Soest-
dijk gezonden om een vaatje aan de
Koningin aan te bieden.
Deze delegatie bestaat uit de hoofldcon-
troleur, de burgemeester van de „win
nende' gemeente, die schipper die de
„koninklijke" haring heeft aangevoerd
en een controleur. Vaak was dit een
Katwijkse delegatie want het produkt
dat door de drijfnebvissers uit deze ge
meente wordt aangevoerd, staat kwalita
tief in hoog aanzien.
T\IT CEREMONIEEL is allerminst
een dorre zaak. De Koningin stelt dit gen kan verblijven.
Waar je ook komt in Katwijk, waar
werkzaamheden worden verricht
die iets met de visserij hebben te ma
ken, daar tref je de jeugd aan. Hier
is een Katwijks knaapje behulp
zaam bij het aan boord rollen van
tonnetjes haring, die naar Noorwe
gen worden verscheept. Het is op het
eerste gezicht wat vreemd, dat Kat
wijkse haring naar Noorwegen
wordt gebracht, een land waar men
zelf een flinke vissersvloot heeft,
maar de achtergrond hiervan is, dat
de Noren deze Katwijkse haring als
een verfijnde delicatesse beschou
wen. Het gaat hier om de fijnste
kwaliteit maatjesharing, die op zee
is gekaakt en daarna direct het
koelhuis is ingegaan. De vaatjes op
de foto zijn van de firma D. F
Meerburg. Ze worden met een bin
nenschuif van de firma weduwe C.
de Wit naar Rotterdam vervoerd,
vanwaar ze met een vrachtschip
naar Bergen in Noorwegen gaan.
bezoek altijd zeer op prijs en ontvangt
de gasten allerhartelijkst. In de Paleis
tuin staat alt-ijjfc een gezellig zitje gereed
de deputatie een uurtje ongedwoa-
r\E CLUPEA HARENGUS is te v
delen in de voorjaarspaaier en
najaarspaaiier, al naargelang de kuit
de lente of in het najaar wordt gescho
ten. Onze vissers maken slechts jacht
op de najaarspaaiers. Vroeger visten n
wel eens op voorjaarspaaiers. Deze v
kwam toen nog in de Zuiderzee voor.
De theorie, dat er slechts één soort
haring zou bestaan kwam na uitgebrei
de onderzoekingen op losse schroeven
te staan, want er waren wezenlijke
schillen te ontdekken. De haring in de
noordelijke zeeën verschilt in aantal
rugwervels van zijn soortgenoot in zui
delijker streken.
De vissers merkten ook, dat de theo
rieën over de trek 'van de haring
de pool naar de Doggersbank en
Haringvloot ligt
Engelse wal om bij het Kanaal weer
terug te keren naar de pool, louter
fantasie waren. De haring trok welis
waar in grote scholen, maar er bestond
slechts een trek naar een paaigebied en
een trek naar het voedselgebied.
Toch verdeelt de huidige visser de
haring nog in soorten van de vang-
plaats. Hij spreekt dus van: noord- en
zuidmaatjes. Engelse- en Hollandse - wal -
haring en Kanaalharing.
TVE HARING wordt verdeeld naar
ontwikkeling, leeftijd, verwerking.
Naar ontwikkeling wordt de haring
verdeeld in:
a) Maatjesharing. Deze haring heeft nog
geen hom of kuit.
b) VoEe haring ook wel volle maatjes
genoemd. De hom of kuit is dan al
bij de vis aanwezig.
c) Kuitzieke of homzieke haring. Var
deze haring zit de kuit of hom al
varensree
r\E vlaggetjesdagen hoogtepunt
van de Nederlandse hralngvisserjj
vallen dit jaar op 19 en 20 mei.
Op 19 mei ls er feest. Voordien is er
heel wat gebeurd. De vloot is gedu
rende de laatste weken uit haar win
terslaap gewekt en visklaar gemaakt.
Men staat weer aan het begin van
een nieuwe teelt. Die teelt het sei
zoen heeft iets weg van een boek
met onbeschreven bladzijden. Wat zal
het worden? Er zijn vele vragen in
de wereld der visserij. De eeuwenoude
traditionele vleetvisserij neemt in om
vang af, de trawlvisserij op haring
wordt van steeds meer betekenis. Vele
problemen zijn daarvan het gevolg.
Maar hoe het zij: zaterdag 19 mei
ia het vlaggetjesdag. Dan worden
feestelijkheden gehouden. Ditmaal ligt
het accent daarvan op Vlaardingen.
Aan de vooravond heeft de kransleg-
ging plaats by het monument voor dc
gebleven vissers. Er wordt niet gespro
ken. Een mannekoor zingt enkele lie
deren. Door haar soberheid steeds een
treffende plechtigheid.
Scheveningen en LJmuiden bepalen
zich bij onderlinge afspraak tot
de viering van de Oud-Hollandse vlag
getjesdag: het rijk pavoiseren van de
vloot met een passende omlijsting van
muziek.
Zondag is het in Vlaardingen. Sche
veningen en IJmuiden „kijkdag". Geen
feestelijkheden, maar een dag waarop
men rustig kan genieten van dit stuk
folklore: de vloot gereed tot haring-
vangen. fraai geschilderd, rijk bevlagd
Maandag 21 mei. 's morgens om zes
uur gaan de trossen los. Dan is het
buisje9dag. Zo genoemd naar het in
vroeger jaren gelijktijdig uitzeilen van
de haringbuizenvloot. Gelet op de voor
schriften ten aanzien van het zouten
van de haring en de vaststelseling vaD
de eerste dag van verkoop wordt een
haringrace als voorgaande jaren niet
verwacht. Maandag 28 mei, zal de
eerste haring van het nieuwe seizoen
worden verkocht. Dan zijn ze er: de
malse maatjes!
los.
d) De ijle of iele haring.
hom of kuit al is geschoten.
De oudste haring die men heeft ge
vangen, was 26 jaar. De mogelijkheid
is echter niet uitgesloten, dat de haring
nog ouder kan worden. Deze oude ha
ringen, de Sloeharingen, komen vooral
bij Zweden voor. De leeftijd kan men
bepalen naar de ringen van de schub»
ben. Een eenjarige haring heet bliek,
een jaar later noemt men hem to ter.
Aan boord van hot vissersvaartuig
ondergaat de haring een bewerking. Da
haring wordt gekaakt om de vis te la
ten leegbloeden. Hierdoor wordt hy mooi
blank. Daarna wordt zij gezouten om
bederf tegen te gaan. Het zout veroor
zaakt osmose, zodat het vocht uit de
haring trekt. Direct hierna wordt de
haring in tonnen gedaan. In één last
gaan zeventien kantjes. Een kantje is
een ton direct na het zouten aan boord
gevuld.
Als zeventien kantjes aan de wal wor
den overgepakt of bijgevuld, blijkt dat
men met zeventien kantjes slechts veer
tien tonnen vult. Dit uitzakken van de
haring komt door het slinken van de
Naar de bewerking van de haring
wordt hy onderscheiden in:
a) Groene haring. Dit is gekaakte, licht
gezouten haring.
b) Pekelharing. Gekaakt en normaal
gezouten.
c) Steur haring. Ongekaakte haring, die
echter wel is gezouten.
d) Verse haring of ijsharing. Met deze
haring is niets gebeurd.
A DE spannende haringjacht van vorig jaar, waarbij een Katwijkse
logger als eerste uit de strjjd kwant, deze keer jammer genoeg geen
wedstrijd. Het Produktschap voor vis en visprodukten heeft verordend,
dat de haringteelt weliswaar op 21 mei begint, maar dat de verkoop van
gezouten haring van de nieuwe teelt pas mag plaats hebben op 28 mei.
Deden de schippers anders hun uiterste best reeds na een paar dagen de
malse maatjes aan te voeren, dat heeft nu beslist geen zin. Ze mogen toch
niet worden verkocht.
slechts 16 gevallen van de ziekte ge
constateerd, een uiterst gering aan
tal, indien men zich realiseert, dat
er in deze periode ongeveer een half
miljard groene en lichtgezouten ha
ringen zijn gegeten. Bovendien ls er
veel kans, dat de getroffenen wal-
kaakharing hadden gegeten, dat is
geen echte groene haring, maar ha
ring uit het koelhuis, die aan de wal
is gekaakt en daarna heel licht ge
zouten.
Om echter elk risico uit te sluiten ls
de bovengenoemde verordening in het
leven geroepen, die voorschrijft de ha
ring langer en in een hoger zoutgehalte
te zouten. Daardoor worden de larven
gedood en is het geringste gevaar voor
de volksgezondheid tot nul gereduceerd.
Tevens zal nu het verschil tussen de
walkaakharing en de nieuwe haring zo
duidelijk te constateren zijn, dat geen
handelaar het weer met de walkaak durft
te wagen.
Het zal thans z» zijn. dat maandag 28
mei een hele 9erie schepen tegelijk aan
de kant komt met als gevolg, dat er dan
zo'n 3000 kantjes ineens op de markt ko
men. De prijzen zullen daardoor niet hoog
zijn. Aan de kar zal de eerste haring
niet veel duurder zijn dan 0,75 per
stuk.
Aanstichter
De aanstichter van deze minder spec
taculaire gang van zaken is de zoge
naamde haringworm, een microscopisch
Klein diertje, dat in de ingewanden van
de haring zit en bij mensen ziektever
schijnselen kan oproepen. Wanneer de
haring behoorlijk gezouten wordt, sterft
de larve en is er voor de mens geen
enkel gevaar. De ziekte trad in het ver
leden uitsluitend op na het eten van
grote hoeveelheden ongezouten haring of
haring die zeer licht was gezouten en
bovendien zeer snel na de vangst werd
geconsumeerd.
Van 1955 tot en met 1960 zijn