Slechts glimpjes te zien van bezoek
Afgewende
ondergang
Prinsessen op
de Oranje
Honderden tuurden achter hekken van Keukenhof naar gasten
Als een groep
toeristen
Na precies zeventien jaar
Oud RAF-man omhelst
pet-vinder G. Stout
Op weg naar de
Keukenhof
ZEVENTIEN jaar geleden 2 mei
1945. Lancaster-toestellen van
de RAF scheren laag over de huizen
en droppen voedselpakketten; tien
tallen malen hebben dezelfde vlieg
tuigen bombardementsvluchten naar
Duitsland gemaakt nu gooien ze
voedsel inplaats van bommen, blikjes
met vlees, complete maaltijd.-n. cho
colade en sigaretten voor de honge
rende bevolking van Rotterdam.
9
DONDERDAG 3 MEI 1962
10
„Hij sliep half", zegt ze. „Jammer, dat ik hem
wakker heb gemaakt. Ik geloof, dat-ie niet meer
heeft dan een stevige verkoudheid."
„Gelukkig", zegt Bart. „Dan is-ie met een dag
of wat weer op de been."
„Als het niet méér dan een verkoudheid is,"
meent Teeuw. Hij is niet zo gauw overtuigd en zijn
denken is de hele tijd al somber geweest. Hij vindt,
dat Claessen wel wat erg gauw gerustgesteld
schijnt te zijn. Swaentje h'oort in zijn toon zijn twij
fel en dat prikkelt haar een beetje. Teeuw moet
nu niet dc stemming drukken
„Jij ziet alles zwart vanavond", zegt ze verwij
tend. Ze heeft zijn stemming al dadelijk aange
voeld, toen hij van Erkelens vertelde. Goed het is
een schadepost als je twee beesten missen moet en
het kan best wezen, dat in de stad de ziekte erg is
maar daarom hoef je nog niet dadelijk te doen,
of er geen ander ziekte meer bestaat dan pokken.
Gerrit kan morgen best weer in orde zijn.
„Zeker, dat kan", geeft Teeuw toe. „En ik hoop
het van harte. Maar er is meer dan de ziekte." En
als ze alle drie vragend naar hem kijken, begint
hij te vertellen, wat hij over Baltus Muys heeft
gehoord. Maar dat is hier helemaal geen nieuws:
Bart Claessen kent die geruchten en verhalen ook
al. Alleen hij hecht er niet veel waarde aan. aan
wat die glazenmaker uit Goudriaan verkondigt. De
vent deed beter, zich bij zijn werk te houden in
plaats van stad en land af te reizen met zijn zo
genaamde profetieën. De lui de kop op hol maken,
dat doet hij en heus. dat is niet nodig. De tijden
zijn al zorgelijk genoeg!
Juist dat bewijst, dat Muys gelijk heeft, voert
Teeuw tegen. Hij kan zich niet ontworstelen aan
de indruk, die het verhaal van Erkelens op hem
heeft gemaakt en hij gaat breed zitten om te be
togen. dat er toch maar pest en pokken zijn, en
dat er oorlog gaat komen. Swaentje ziet dat. Zij
weet dat haar vrijer koppig kan zijn als een muil
ezel. wanneer hij eenmaal begint en ze weet óók
dat haar vader moeilijk tegenspraak kan ver
dragen.
„Misschien heeft Erkelens overdreven", zegt ze.
„Je kunt feitelijk niet goed oordelen over wat die
man beweert, als je hem niet zelf hebt gehoord."
door H TE MERWE
„Dat zou ik best willen," zegt Teeuw. „En als
ik de kans krijg, doe ik het ook."
„Wacht dan tot zolang", bromt Bart Caessen.
„Wat mij betreft, duurt het tot sint juttemis."
„Dan hebben we voorlopig nog de tijd", meent
moeder. „En vader kan er dan nog een paar
nachtjes over slapen, of hij mee zal gaan om te
luisteren of niet."
Dat is een duidelijke zinspeling op het feit, dat
moeder Bettekee het voor vanavond laat genoeg
vindt. De jongelui begrijpen dat ook zo en Teeuw
staat op om naar huis te gaan. Swaentje loopt met
hem mee naar buiten ze staan nog een poos op
het donkere erf
Als het meisje in het vertrek terugkomt, liggen
haar ouders al achter de bedsteedeuren.
Het weer is de laatste weken zachter geworden.
De wind heeft de lucht schoongewaaid en langs
een lichte voorjaarshemel drijven slechts hier en
daar een paar wolkjes. Teeuw heeft het paard
voor de tentwagen gespannen en hij komt het erf
van de Claessens oprijden. Swaentje en hij zullen
vanmiddag op stap: er is feest in Hoornaar en daar
gaan ze samen naar toe. Vér is het niet, maar dp
jongelui vinden het prettiger met het gerei te
gaan, dan te lopen.
Als ze Hoornaar binnenkomen is het al druk. Er
zijn heel wat lui uit de dorpen in de buurt ge
komen je zou zeggen: meer dan anders. Komt
dat, omdat de mensen er es uit willen zijn in deze
sombere dagen? Omdat ze afleiding verstrooiing
(Van een onzer verslaggevers)
Vrijwel de gehele middag heeft er
gisteren rodn Keukenhof een zwaar
(Rijks)politiecordon gelegen. Vele
tientallen politiemannen waren op
de been om eventuele ongenode gas
ten met strenge hand buiten het
bloemenpark te houden. Het bezoek
van de vorstelijke gasten was strikt
privé en het gedeelte van de tuin dat
voor dit bezoek was vrijgehouden,
was dan ook hermetisch afgesloten.
Althans, er mocht niemand binnen.
Maar buiten langs de weg bleven hon
derden dicht opeengepakt achter de
hekken staan, want zo nu en dan liet
de dichte bossage rond het park toch
nog een glimpje toe van de vorstelijke
bezoekers tijdens de wandeling. In
de verte zag men, meestal onherken
baar, het kleurig geklede gezelschap
in kleine groepjes langs de paden en
de vijver lopen. Zo nu en dan stil
staand om fraaie gazons te bewon
deren.
Op de brug op de Hoge Sluis bij de
Sarphatistraat sprong op dat moment
echter een rijksrechercheur moedig op
de weg om de sportwagen tot stoppen te
dwingen. De Fransen reden op de recher
cheur in. maar nog juist kon deze weg
springen.
Toen de wagen was gestopt, werden de
fotografen gesommeerd naar buiten te
komen, wat met een kort handgemeen
en enkele gebroken portierruiten ge
paard ging. De tegenstribbelende foto
graaf werd achter in een rijksauto ge
zet en naar het Prof. Tulpplein bij het
Amstelhotel gebracht.
Vele andere rijksrechercheurs moesten
er aan te pas komen om de collega's van
de Franse fotograaf te beletten hem te
ontzetten. De gevangene probeerde nog
zijn fototoestel met de foto's van de hof-
auto naar buiten te werken. Toen dat
niet lukte, gooide hij het filmrolletje uit
het portierraampje, maar dat kwam
ongelukkigerwijs juist in handen van een
van de rechercheurs terecht.
Collega-fotografen snelden toe, boos
uitroepend ,.le travail, le travail", maar
de rechercheur bleef kalm en zei slechts
„daar heb ik niets mee te maken". Ove
rigens. lang werd de „gevangene" niet
vastgehouden. Een paar uur later stond
hij weer op de Keukenhof om daar het
vertrek van de Koninklijke stoet voor
zijn krant vast te leggen
Kamer en vorstelijk
Althans, probeerde duidelijk te
maken. Want niemand verstond de
fiere Hollandse adjudant. „U moet
hier weg", zei hij nors. En toen, toen
hij merkte dat hij althans door de
buitenlandse persvertegenwoordigers
niet werd verstaan: is er iemand die
Engels spreekt? Iemand vertaalde en
de fotografen ruimden mopperend
het veld, één van hen mompelend
„good old Dutoh feeling for duty".
Wandelen in de Keukenhof: van links naar rechts zijn te onder
scheiden: groothertogin Charlotte van Luxemburg, prins Jean van
Luxemburg, prins Bernhard, keizerin Farah, koningin Juliana, koning
Olav, koningin Fabiola, de Sjah van Perzië, koningin Elizabeth en
prins Philip.
vmvvmmv.i'v
Wandelen in de Keukenhof: even zorgzaam als altijd luistert koning
Boudewijn naar zijn gemalin, koningin Fabiola.
Wandelen in de Keukenhoftwee vorstinnen in een geammeera ge
sprek: koningin Juliana en koningin Elizabeth.
willen zoeken en es aan wat anders willen denken
dan aan ziekte en oorlog? Je zou het wel zeggen,
want de stemming is al dadelijk uitgelaten. Ge
wild uitgelaten. Je hoort roepen en lachen: je hoort
schreeuwen en gieren. Eigenlijk staat dit hele
uitgaan Teeuw maar matig aan, en had Swaentje
er niet op aangedrongen, dan was hij net zo lief
thuisgebleven. Maar goed: hij heeft het meisje
haar zin gegeven en de korte rit heeft hem in wat
opgewekter stemming gebracht. Doch zodra ze
Hoornaar binnenrijden cn het lawaaierige feest
rumoer horen, zakt die stemming. Hij rijdt naar
de dorpsherberg en spant uit. En dan hoeven ze
niet eens ver te zoeken naar vermakelijkheid.
Want de waard heeft een paar ganzen beschikbaar
gesteld voor het ganstrekken en de pret i.s op een
stuk land achter zijn taveerne in volle gang.
Tussen twee wilgen is een touw gespannen;
daar h'angt een gans met saamgebonden poten
aan, de kop omlaag. Een paar boerenzoons op
het ongezadeld paard rijden er om beurt onder
door grijpen naar de hals van het krijsende dier
en trachten de kop af te rukken. Het gejoel van
de kijkers overstemt haast het schelle schreeuw-
geluid van het gemartelde dier. Aanmoedigend ge
roep, spottend gelach als er wéér iemand niet ln
slaagt de kop los te scheuren gillen van een
meisje dat nog juist op tijd kan uitwijken voor
een zwaar boerenpaard, dat door zijn berijder in
grappig bedoelde dreiging in haar richting wordt
gedreven: het vormt alles met elkaar een kakofonie
van geluiden, die opzwepend werkt op de meeste
feestelingen. Swaentje kijkt dadelijk geïnteres
seerd toe daar komt Hans Berkel. een jonge
kerel uit Minkeloos. Swaentje kent hem heel goed
cn het heeft niet aan Hans gelegen, dat de ken
nis niet is verdiept. Maar Swaentje voelde meer
voor Teeuw en sedert heeft ze Hans nog meer op
een afstand gehouden dan vroeger al. Als hij ln
matige draf tussen de bomen doorrijden zal, waar
de gans gillend cn spartelend hangt, ziet hij
Swaentje cn Teeuw en het is duidelijk, dat h(J er
nü vooral alles op zet, om de kop tc veroveren.
Swaentje kijkt gespannen toe en zelfs Teeuw heeft
een ogenblik belangstelling
(Wordt vervolgd)
Dan kwamen uit de rijen toeschou-
wers-op-een-afstand de gissingen. Of het
nu koningin Elizabeth was of Fabiola, of
wel prinses Beatrix of de Zweedse prin
ses Margaretha. Maar éénmaal wisten de
kijkers achter de hekken het zeker:
daar liep prins Bernhard (pijp in de
mond) hand in hand met Marijke.
En bij iedere Koninklijke verschijning
tussen de kleurenpracht stelden langs
de afzetting de persfotografen hun tele
lenzen in en werden plaatjes geschoten.
paar
(Van ooize parlementsredactie)
Dr. Korten harst deelde gisteren
de Tweede Kamer mee, dat hij maan
dag j.l. het Koninklijk paar persoon
lijk mede namens de Kamer geluk
heeft mogen wensen. H.M. had hem
verzocht haar hartelijke dank voor
deze gelukwens aan de Kamer over
te brengen.
„Dat is Philip
Een van de vrouwelijke toeschouwers
rende op een van die momenten door
de afzetting heen naar de overkant van
de weg, terwijl zij riep: „Dat is prins
Philip, da» is Philip, die moet ik toch
zien". Maar de politie te paard was on
verbiddelijk en haalde de dame snel weer
terug achter de hekken, tot grote hila
riteit van de omstanders.
Overigens, de politie moest later op de
middag nog eens m actie komen. Dat
was toen de vorstelijke gasten om kwart
over vier de bloementuin verlieten en
plaats namen in de vier gereed staande
touringcars. Een groep Franse en Engel
se persfotografen had al bijna een uur
voor de ingang van het park op dit mo
ment gewacht. Maar juist toen de gasten
zich aankondigden, trad een politieadju-
dant naar voren, die de fotografen dui
delijk maakte dat zij hier niet konden
blijven staan.
iMargriet
Later ontstond bijna een incident, toen
de fotografen bij het 'wegrijden van de
bussen opnieuw probeerden op te drin
gen. Een Franse persfotograaf dreigde
op een moment door het politiecordon
heen te breken, maar kon op het laatste
ogenblik nog worden tegengehouden.
Incident
Tot een incident was het enkele uren
daarvoor wél gekomen in Amsterdam.
Daar probeerde één van de Fransen met
zijn sportwagen een Koninklijke auto met
koningin Elizabeth, prins Philip en de
hertogin van Kent. prinses Marina, op
weg naai- het Amstelhotel te passeren om
al rijdend een foto te maken van de auto.
prins Bernhard zoekt zijn plaats
op, terwijl vele gasten al (soms
voor het eerst van hun leven) in
de bus zijn gaan zitten. Derde
(Van een onzer verslaggevers)
In een van de zwaar ronkende Lan
casters zit eerste luitenant-boordschut
ter John V. Stead. Hij is belast met
het uitgooien van de zware pakketten
boven de polders, even ten noorden
van de Kralingerplas. Op de grond
ziet hij honderden mannen, vrouwen
en kinderen, die met zakdoeken naar
de Engelse toestellen wuiven.
Hij weet, dat het einde van de oorlog
dichtbij is. Op een stukje papier, dat hij
haastig uit zijn notitieboekje scheurt,
krabbelt hij een paar woorden: „Kop op.
het duurt niet lang meer HU steekt
het vodje achter het embleem van zijn
pet en gooit zijn hoofddeksel daarna
uit hel toestel. Hij ziet zijn pet op de
grond terechtkomen; een man. die in
de buurt loopt, raapt 'm op.
Woensdagmiddag, een paar minuten nu
vier. ontmoette John V. Stead op de
Luchthaven Rotterdam do man. die -
op de dag af zeventien jaar geleden -
zijn pet vond: de 72-jarige gepensioneer
de gemeentewerkman Pieter Stout uit
de Siondwarsstraat in Rotterdam-Kra
lingen. Zij hadden elkaar nog nooit ge
zien; het briefje in dc pet was het enige
contact, dat zij ooit hadden gehad, maar
desondanks begroetten zij elkaar als
oude vrienden. John Stead omhelsde de
enigszins beduusde heer Stout en zoende
diens vrouw, dochter en schoonzoon
alsof hij een familielid was, dat mei
vakantie uit het buitenland overkwam
Men kent het verhaal: Dc heer Stead
schrijft in februari een brief aan de
burgemeester van Rotterdam met het
verzoek de vinder van de vliegerpet te
helpen zoeken. De brief komt medio
maart bij de politie; de Rotterdamse
dagbladen schrijven over de wens van
van links prins Bertil, achter
hem prins Jean en prinses Jose
phine-Charlotte. Rechts o.m. de
Sjah en keizerin Farah en meer
achterin koning Olav, koningin
Elizabeth en koningin Juliana.