Een slagerszoon
TITMIC
die ivoorsnijder werd
zonk in 2
de trots der koopvaardij
en 40 minuten
NIEUWE BOEKEN
ZATERDAG 14 APRIL 1962
BIJ BERTUS HYLKEMA OP ZOLDER
,,Hoe krijgt-ie het zo gevon
den?!" was onze eerste gedach
te toen we voor de deur stonden
van Bertus Hylkema,
de Amersfoortse ivoor- en been-
snijder, wiens merkwaardige
woning grenst aan de aloude
Koepelpoort en wordt ingesloten
tussen een gracht en een restant
van de oude wallen. Maar toen
hij de naam Molendijk had la
ten vallen de naam van de
man, die tot voor kort nog bur
gemeester van het fraaie ves
tingstadje was en die met zo
veel gevoel voor historisch
schoon elke steen spaarde die
maar gespaard kon blijven
was meteen het raadsel voor ons
opgelost. Ja Molendijk zou die
oude voldersmolen, die daar
eeuwen geleden gebouwd werd
voor de lakenbereiding, niet
hebben laten voortbestaan
Kunt u nèt denken!
Toen we aan de bel trokken
nee. geen gewone bel, maar een
lange ijzeren staaf van bijkans
een meter deed Hylkema zelf
open: een nog tamelijk jonge man
van midden in de dertig, met een
groenachtig manchesterjasje aan,
een flinke bos zwart haar en een
kleurig, gezond gezicht, waarach
ter ook een architect schuil zou
kunnen gaan. Maar dat was
hij toch niet, zoals we al wisten,
want Hylkema werd op het ter-
rejn der miniatuur-beeldhouwkunst
reeds een begrip in Nederland.
Via een breed gangportaal, met
grote plavuizen van wit marmer,
kwamen we in een vertrek dat het
midden hield tussen een moderne
wachtkamer en een ouderwets
souterrain. Het laatste vanwege de
in kleine ruitjes opgedeelde ramen
waarvan er één destijds gediend
had als doorlaat voor de as van
een schoepenrad. Intussen bleek't
het wóónvertrek te zijn, met co-
livinyltegels als vloerbedekking en
gevuld met een mengeling van
antiek gestoelte en meubeltjes
van deze tijd. Daarenboven een
minuscuul potkacheltje, dat erg
zijn best deed om het gezellig te
houden.
Nog méér kunst
,,Naast me woont nog méér
kunst", zei Hylkema, die eerst on
ze belangstelling voor het oude
bouwsel wilde bevredigen Ka
dastraal aangeduid als Plantsoen
Noord no. 2. „Dat is het vroegere
Kapelhuis, dat eveneens door de
gemeente werd gerestaureerd en
ook dienstbaar gemaakt aan het
beoefenen van een oud ambacht.
Daar hebben n.l. mejuffrouw H.
Koopmans en mejuffrouw
M. Blitterswijk haar
handweverij".
Omdat wij ons thans echter tot
x jj n kunst wilden bepalen nam
hij ons mee langs een zware
draaitrap naar een grote zolder,
die zich zowel boven zijn woon
ruimte als boven de weverij uit
strekte. Hier waren we dan in
zijn heiligdom, groot en fors en
fris, want nieuw getimmerd, met
een niet al te royale lichtinval,
di<3> een beeldend kunstenaar zo
moeilijk missen kan. En vlak voor
een klein raam van deze uitge
strekte werkplaats stond een werk
bank, met erop en ernaast aller
lei kostbare materialen, gereed
voor de messen en beitels, boren
en zagen, bestuurd door een mees
terhand.
't Was lang niet allemèèl
ivoor wat daar lag. Al is het vol
op te krijgen voor vijftig gijlden
per kilo bij een ivoorhandel op de
Prinsengracht in Amsterdam.
Want Hylkema moge dan in de
eerste plaats ivoor- en beensnij
der zijn, dat neemt niet weg, dat
hij toch ook wel eens graag zijn
krachten mag beproeven op buf
felhoren en schildpad, op potvis-
tand en walvisbaard, en op oester
schelp (parelmoer!) en edel hout.
Vandaar in een hoek van die zol
der halve boomstammen, oeroude
balken, planken van tropisch hout
die zwaar waren als lood en hard
als metaal. En verder plastic van
een bepaalde soort,, dat hij fantas
tisch materiaal noemde vanwege
de voor zijn doel soms ongekende
mogelijkheden.
Maar hij moest toegeven,
dat hij in het algemeen toch wel
verre de voorkeur gaf aan diver
se houtvariëteiten en demonstreer
de dit door een uit azobe ge
beitelde vrouwenfiguur, die met
gestrekte armen boven het hoofd
een vogel de vrijheid geeft, zacht
jes te strelen en liefhebbend te
aanschouwen.
Vervolgens slenterde Hylkema
van deze werkbank-voor-hout weer
terug naar die voor ivoorbewer
king, waar een kleinere figuur
Op een andere werkbank stond
een vrouwebeeld, wet de armen
gestrekt omhoog, die een vogel
zijn vrijheid willen teruggeven.
,j\laar bet is nog niet af...."
Vader gaf 't voorbeeld
met mergpijpen
toen hij ermee ophield. Ik wilde
naar de Kunstnijverheidsschool te
Amsterdam en dat gebeurde in
1946 ook, om de afdeling beeldhou
wen te bezoeken.
Toen ik daar klaar was ben ik
zelfstandig gaan werken, aanvan
kelijk vooral in hout, terwijl mijn
vader, die nu 73 is, en ook in
hout zijn mannetje staat, zich
toch maar in hoofdzaak met been
bezig houdt. In Friesland is hij
nog een der weinigen, die deze
oude Friese volkskunst beoefent
En ook hij weet nog steeds ko
pers voor zijn produkten te vin
den.
Ik krijg opdrachten van kunst
handels en particulieren, waaron
der bijvoorbeeld deze grote hou
ten haardplaat, waarvan het af
gietsel straks in de schouw van
een rijke mijnheer komt te staan.
En deze hanenvechter is weer
voor een ander bestemd, die een
paar centen voor zoiets over
heeft. Maar nogmaals, zonder die
lessen zou het toch niet gaan."
Leerling
plastic I
Bescheiden omvang
Hij pakte het crèmekleurige
beeldje op en herinnerde ons er
aan, dat olifantstanden nu een
maal nooit zo omvangrijk kunnen
worden als bomen uit de tropische
De kunstenaar Hylkema in zij
atelier. IJren en uren kan hij i
zitten op die grote zolder, al-
leen met een stukje ivt
waaruit hij de schoonste figuren
en vormen weet te ontwikkelen.
Er was inmiddels een oude
Amersfoorter binnengestiefeld, die
zich blijkbaar met z'n A.O.W. zat
te vervelen. Daarom wilde hij
Hylkema vragen, of deze hem
wat op weg wilde helpen met de
houtsnijkunst. En waarom zou Hyl
kema hem niet helpen, waar hij
zélf tot nu toe zo prachtig van
alle kanten geholpen was.
„Kijk, dit doe ik tegenwoordig
ook al", zei hij enthousiast.
Hij toonde ons kaarten
derland, vervaardigd va
en in braille, bestemd voor een
blindeninstituut te Bussum. Eén I
kaart met enkel de provinciegren-
zen en de voornaamste rivieren
erop; één met de voornaamste
steden en dorpen; en weer één I
alleen met de spoorlijnen erin ge- I
per6t. Op die manier krijgen blin
de kinderen voetje voor voetje de i
aardrijkskunde onder de knie. I
Vroeger kende men iets derge
lijks ook wel, maar toen werd
alles in stevig papier gedrukt, dat I
altijd het euvel had, weldra veel
van het hoogtebeeld te verliezen.
Voor zulk werk is plastic even- I
eens ideaal. Je kunt het in zach- I
te toestand bewerken en daarna
laten verharden totdat het haast
onverwoestbaar wordt. Met als
uitgangspunt een moederkaart v
dus ivoren kunstvoorwer- daarnaast sneed hij in mergpijpen zink, die zóveel afdrukken toe
pen altijd van bescheiden
vang moeten zijn. DOch hoe be
scheiden dan vaak ook, het
koeien. Eerst aarzelend en staat, dat elke scholier
i wegend, doch op den plastickaart kan beschikken....
s aan het einde
vaardigheid, die c
i genot, die ivo- hele gezin verbaasde. Hij kende
i paardjes, lepel- ten slotte nog maar één moeilijk- zijn verhaal. Hij greep
tjes, haargespen, vouwbeentjes ,en heid, niL een compromis te vinden links en rechts om zich heen, r
stukje gereedschap of
andere gebruiksvoorwerpen
keurig te bekijken en even te be
tasten. Honderden uren arbeid
stond daar bijeen, arbeid ver
richt in alle eenzaamheid en stilte.
Al kon men op die zolder ook wel ker en harder pleegt te zijn.
ik heb daar
de indruk krijgen, in een tim-
merwinkel te zijn beland. Want En ik werd
stond daar niet in een voor de kin
deren afgerasterde hoek een echte ook
draaibank, een lintzaag, een
kelzaag met slijp- en boorkop,
natslijpsteen en nog zoveel m
Weliswaar niet zo heel
groot, maar met elkaar toch
indrukwekkend genoeg,
om Hylkema's aanduiding
van die plek met „machine
hal" te rechtvaardigen.
Neen, subsidie had hij
nog nimmer ontvangen. Als
hij maar voortdurend op
drachten krijgt en het aan
tal lessen, dat hij op en
kele scholen geeft, blijft
aanhouden, zal hij het wel
rooien. Zonder die lessen
zou het beslist niet gaan,
daar i voorsnijden een zeer
tijdrovend werkje is.
Toen we hem vroegen,
waarom hij dan aan zo'n
wankel bestaan was begon
nen, ikregen we een ver
haal te horen, waartegen
niet veel meer in te bren
gen was. „Mijn vader", zo
onthulde hij, had een sla
gerij in Luinje'berd. een
Fries gehucht ten noord
oosten van Heerenveen,
den erg lang konden du
ren. Zo kwam hij'ertoe uit
de meest massieve botten
van runderen, de pijpbeen-
deren en schouderbladen,
voorwerpen te gaan snij
den: honden en zo, van al
lerlei ras. Want vader was
altijd een hartstochtelijk
jager, waardoor hij steeds
honden, hazen, patrijzen
etc. om zich heen had. Dat
jagen verschafte hem wat
afwisseling in zijn doodse
omgeving, zolang tenminste
de jacht geopend was. En
zijn hobby, welke volwassen, ja stukje hout. En hij staarde wat
over die grote zolder met nu en
dan een opmerking als: „Dat
moet ik nog eens afmaken", „dat
bijna klaar" en „dat is mis-
Maar goed, hij leverde het 'm.
n ik werd een beetje jaloers op
zijn artistieke prestaties, zodat ik lukt...'
ook eens een stukje bot afkookte,
reinigde en met een figuurzaagje
ging bewerken. Kortom,
overge-
Niemand zal het ooit kunnen verklaren
ilanic, in die dagen het grootste schip ter wereld,
■an door deskundigen was verklaard, dat het „on-
aar" was, liep op 11 april 1912 vandaag een halve
geleden) op een ijsberg. Het schip ging onder en
?ze ramp verloren 1500 mensen het leven. Zo zag
kenaar IT illy Stöuer de ondergang van het schip,
taakte zijn beroemd geworden plaat naar verhalen
van overlevenden.
Niemand zal het ooit kun
nen verklaren!
In 1898 verscheen van de
hand van de Amerikaan Mor
gan Robertson de scheepsro-
man Futilité, een boeiend boek
over de ondergang van een
oceaanreus, Titan genaamd,
die in een aprilnacht na een
botsing met een ijsberg in de
Atlantische Oceaan met het
merendeel der opvarenden in
de diepte verdween. Veertien
jaar later, op 14 april 1912,
vandaag vijftig jaar geleden,
stootte de trots van de White
Star Line, Titanic geheten, op
zijn maidentrip van South
ampton naar New York bij de
Grand Banks in de Noordelij
ke Atlantische Oceaan tegen de
voet van een ijsberg en het
verging, twee uur en veertig
minuten na de botsing en
het merendeel der opvarenden
vond de dood in de golven.
De Titanic verging op de
zelfde manier en onder dezelf
de omstandigheden als de ver
zonnen Titan van Morgan Ro
bertson,
Niemand zal het ooit kunnen
verklaren!
De Titanic was het grootste
passagiersschip ter wereld. Het
mat 46.328 brt, het had een leng
te van 882 voet, de bemanning
telde 892 koppen en het kon ac
commodatie bieden aan 2650
passagiers. Het was gebouwd op
Harland Wolff te miljoenen waarde
de werf
Belfast, naar een ontwerp
ir. Andrews, en het heette, dat werden gelicht,
het niet kon vergaan.
Op 11 mei 1911 liep de Tita
nic van stapel. Daarna was er
nog een jaar nodig voor de af
bouw. Want naar de wens
et eind van de tocht de Blau- brug voelt men een licht scha- He
■e Wimpel in zijn mast ging vende beweging, feitelijk niet de cet
oeren. moeite waard om er aandacht aan
Tweeëndertig miljoen had te besteden. En toch kon op dat
2t schip de White Star moment de Titanic al worden ,,e
Line gekost en het had voor afgeschreven. In minder dan
boord, tien seconden Is het schip
t s.s. Carpathia was één van de
ste schepen, die bij de plaats
de ramp kwam en veler leven
d door de bemanning van dit
schip gered.
toen in Southampton de ankers stuurboordzijde als een rijpe
gelicht, voor tientallen loen opengereten, over een leng-
miljoenen, o.m. aan edelstenen te van driehonderd voet.
die flonkerden om de hals van
de rijke vrouwelijke passagiers. Rust
de White Star Line zou het schip tanic de thuishaven,
niet alleen het grootste
ook het mooiste ter wereld moe
ten worden. Op 1 april 1912
maakte het zijn officiële proef
vaart en op 3 april arriveerde
het in Southampton van waaruit
het zijn maidentrip naar New
York zou beginnen.
Drijvend hotel
De ogen van heel de wereld
waren op de Titanic gericht. De
groten der aarde waren uitgeno
digd de maidentrip mee te ma
ken en geen van hen had be
dankt, Miljonairs, kunstenaars,
staatslieden, bankiers, zij al
len waren er op gebrand op dit
drijvende hotel, luxueus tot in
details en technisch geperfectio
neerd als geen ander schip, naar
Amerika over te steken en er
getuige van te zijn, dat het aan
Niemand denkt
iicxcu «e» De Titanic
York. de haven, die het nooit
bereiken.
bourg en Queenstown i
De omliggende schepen snel
len op topsnelheid toe. De Car
pathia laat weten, dat het bin
nen vier uur bij de Titanic kan
zijn. Gevaar? De scheepskapel
blijft spelen. Nee, geen Nearer
„1 ramp. my God to Thee, zoals de legen-
nood? Onmoge- de wil, maar, naar overlevenden
nieuwsgierig naar hebben verklaard, een koraal
de Anglicaanse kerk, Herfst
de afloop. Er komt geen onge-
Fees!
rustheid. De scheepskapel blijft genaamd,
voortgaan met het spelen van Q|/\fr
opgewekte muziek. Eerst twintig JlOr
minuten na de aanvaring, als
Het slot komt nog onverwacht.
Om kwart voor elf in de dè^Titanic "reeds U1CT1 Uc, v«=*
avond van veertien april vaart „twintig voet water heeft ge- Twee
het schip op volle kracht over -
het noordelijk deel van de At-
maakt i
i de
,?-e s'e™m.ta« het eerste noodsein uitgezonden
aan boord is geweldig. In de tal- op M iisberg 'gestoten.
leest hebben zware averij, Titanic.
pas- breedte 41.46 N lengte 50.14 W."
begint te zinken wordt ijsberg. Captain Smith weet.
dat zijn schip verloren is. Steeds
ijsberg gestoïen. dieper zakt de voorsteven weg I
- het water.
Om tien minuten over twee in
de morgen geeft de Titanic de
voor u besproken
Serie medische raad. Uitga
ve Koninklijke Uitgeverij Er
ven J. J. TUI, Zwolle. Versche
nen delen: Hoge bloeddruk:
Allergische ziekten; Reuma;
Constipatie. Alle delen zUn ver
talingen.
De vier reeds uitgegeven deel-
In voorbereiding zijn n
deeltje over hartkwalen
deeltje over gedeeltelijke doof
heid.
rijke zalen viert
hoogtij. Weliswaar zijn i_.
sagiers, die hun hut reeds heb
ben opgezocht, maar het meren
deel amuseert zich nog met mu
ziek en met dans, met gesprek
en met spel.
Iedereen is tevreden en geluk
kig. Captain E. J. Smith, com
modore van de White Star Line
niet het minst. Over twee da
gen hoopt hij New York binnen
te lopen en hij weet dat hem
daar een grootse ontvangst
wacht. Glimlachend laat hij zijn
blikken glijden over de passa
giers, die aan zijn hoede zijn
toevertrouwd, de heren in stem- ,T
mig zwart, de dames in kleuri- Van aUe kanten wordt de r
ge kostbare avondtoiletten, ge- comst van de Titanic gerustge- tanic al
ringd en omhangen met waar- |J'e">- komt. Het Duitse s.s er nog op de wereld mensen. I
devolle juwelen, fonkelende rin- u^t 153 ^1 ten zuid- die het bericht nauwelijks kun-
~-\ËSg£2?~m- 0^58 4' Sa^d^Titïnic".? "-«'L0™1»TwM I
Langzaam tikt de scheepsklok <Ln,d<! Molmt Tempel I'®,.! .1!. '„""P. "E.1:' ÏÏ5:
Vandaag 50 jaar
geleden
strijd op. Bijna loodrecht staat
het op het water. De muziek
zwijgt plotseling. De lichten wor
den gedoofd. Alles aan boord wat
glijden kan, begint te glijden,
mensen en dingen. Van uit de
reddingboten zien de geredden
verstard hoe de Titanic in steeds
sneller tempo begint te zinken.
En dan is het schip verdwenen,
het laatste wat men van uit de
reddingboten ziet ondergaan is
het topje 1
de i
Sambals voor Sweelinck, door
Pim Hofdorp. Uitgave Van Hoe
ve, Den Haag.
het algemeen inter- HoMoü.^Dat"ÏÏgïlm P«£!
essant om gelezen te worden, ni€Uwe speurdersroman in de
zelfs voor artsen. De deeltjes ge- Haagse Mysteriereeks. Deze
ven een, voor de leek, uitgebrei- naam is bijzonder juist gekozen,
de indruk van bepaalde ziekte- want „Haagscr" boeken dan dc-
beelden. Men moet zich echter af- ze kennen wij niet. Dat is een
vragen, of het wenselijk is de Ie- ï,0°'deel v0°r dcJtagSn"rs: ,P,m
,OT. - Hofdorp weet ongelooflijk veel ïn-
zer en leek in de meeste ge- teressante dingen te vertellen
vallen waarschijnlijk zelf ecu lij- over allerlei Haagse wijken
der aan de beschreven ziekteditmaal over de omgeving van
té ver mee te voeren in de pro- het Sweelinckplein maar een
blematiek, de mogelijkheden, nadeel voor alle anderen, want
maar ook de onmogelijkheden ïneu1.a5re'c vaP couleur loca-
van de ziektebeelden. Het moet pirn
Firn Hofdorp schrijft zijn boeken
niet uitgesloten geacht worden, met vaart €n verve, maar als de-
dat deze serie bij sommigen mo- tective hebben ze toch eigenlijk
gelijk juist onrust zaait, en dan te weinig om het lijf om boeiend
zou deze serie geen winst bete- te zijn voor hen die Den Haag
kenen. nauwelijks kennen.
jewLicu, iuiiReicuae rul- c.
generalende broches, prachti- Carpathia^
""Tempel de ramp 1
de tijd weg Het wordt elf uur maar 50 toor van de White Star Line
half twaalf. Het feest loopt ten FuU sPeed begeven de schc- nog de hoop, dat er een ver
einde. Meer passagiers besluiten Pen zich naar dc Plaats des on Bissing met een ander schip is
zich ter ruste te begeven. Mor- hails- De Carpathia voert zelfs gemaakt. De Titanic is im-
gen komt er weer een dag, met Zljn normale snelheid van veer- mers onzinkbaar!
weer grootse dinprs en m.Cr tien knopen op tot meer dan
feesten zeventien knopen. Tot de lijsten komen, de lijs-
En terwijl de passagiers el- Terwijl dc marconist van de ten met de namen van hen,
kaar zorgeloos goedenacht Titanic de schepen op de hoog- die met het schip zijn onder-
wensen, tuurt de uitkijk op zijn Je houdt van de toestand, komt gegaan: 1.517 namen van
hoge post door dc heldere 5 voorste dek reeds geheel on mannen en vrouwen en kinde-
3at"e hrt'TchS'. da?"hij he' ooit
o^taïten'IXrievTrTaSt- bouwde niet onrtnkbaL ,s ditMv™rtd P
bergen. Om vijf over half twaalf t,e" minuten over twaalf «lestijd vermeid,
is alles nog veilig. De Titanic worde" .de eerste reddingboten De wereld is diep geschokt
vaart nog steeds met grote snel- 2^ri 'ven 8j caPtaul en ontzet. Hoe is deze ramp
1,eid' en kinderen^dch moeten"gereed ™"/JiinknEr is seen
En dan gebeurt het. Om tien maken het schip te verlaten. "rand ontstaan, geen paniek,
minuten over half twaalf. Op Dan eerst begrijpen de mees- geen plotseling zinken. Tij
dat tijdstip wordt over het lot te passagiers, dat dc dood hen dens de botsing met de ijs-
van 's werelds grootste passa- begint aan te grijnzen. Maar berg was de nacht helder en
gierssehip beslist. Ineens ont- toch... Er ontstaat geen paniek, dc zee kalm. Twee uur en
dekt de uitkijk een Ijsberg. Hij allen blijven kalm. Niet eens veertig minuten heeft men de
waarschuwt de brug. Dc brug volledig bemand worden de red- tijd gehad het srhin te veria
laat nog bijdraaien en de water- dingboten neergelaten. Vrouwen ge"ad het sch,P veria-
dichte schotten sluiten, maar dc weigeren hun man te verlaten
ramp heeft zich al voltrokken en blijven aan boord. De Tita- Niemand zal het ooit kunnen
en niemand weet het. Op de nic zinken? verklarenl