BON
Staat Nederland wel ten
volle achter onze zaak?
Europese hof houdt zich
buiten koelkastenconflict
Nieuw-Guinea nu zonder
JUNGLE PIMPERNEL
hi een. &o#tfce KiJ,
Vervaardigen van atlassen
SALARIS RIJKSPERSONEEL
Minister Toxopeus heeft in een rondschrijven aan de ministers een uit
voerige toelichting gegeven op de voorgenomen salarismaatregelen per
1 januari 1962 voor het rijkspersoneel. De minister tekent hierbij aan,
dat de toekenning der nieuwe salarissen zolang ook niet de Eerste
Kamer hoofdstuk 7a (binnenlandse zaken) zal hebben behandeld nog
een voorlopig karakter zal dragen.
De minister acht het echter van belang, dat de herziening van de
salarissen zo snel mogelijk wordt voorbereid, opdat aan de belangheb
benden zo enigszins mogelijk nog in april het hun over die maand toe
komende salaris kan worden verleend. Gedeputeerde Staten der provincies
en burgemeester en wethouders der gemeenten zijn door de minister van
binnenlandse zaken uitgenodigd voor het bij hun organen in dienst zijnde
personeel overeenkomstige voorzieningen te treffen.
PRIJSINDEXCIJFERS FEBRUARI
Het landelijk prijsindexcijfer van het levensonderhoud voor gezinnen
van hand- en hoofdarbeiders, zoals dat maandelijks door het Centraal
Bureau voor de Statistiek wordt samengesteld op basis 1951 100,
onderging van medio januari tot medio februari 1962 een geringe wijzi
ging. Het indexcijfer inclusief A.O.W./A.W.W. bleef staan op 130 en het
indexcijfer exclusief A.O.W./A.W.W. steeg van 125 naar 126.
Binnen de sector voeding gaven de indexcijfers voor aardappelen, fruit
en eieren een daling te zien, terwijl het indexcijfer voor groenten steeg.
De indexcijfers voor kleding en schoeisel vertoonden een stijging. Deze
stijging houdt verband met hèt terugkomen der prijzen op het niveau
van voor januari, in welke maand de uitverkopen plaatsvonden.
GESPREKSKOSTEN TELEFOON
Mej. mr. J. J. Th. ten Broecke Hoekstra, lid van de Tweede Kamer
(lib.) heeft de minister van verkeer en waterstaat schriftelijke vragen
gesteld over de telefoon-gesprekskosten op het platteland en in de
kleine gemeenten. De vragenstelster zegt hierin onder meer dat de tele-
foon-geabonneerden op het platteland en in de kleine steden volgens
het geldend tarief aanmerkelijk hogere gesprekskosten moeten betalen
dan de geabonneerden in de stad.
Mej. Ten Broecke Hoekstra vraagt de bewindsman of het niet billijk
is deze ongelijke tariefstelling te verbeteren of door een wijziging van de
redactie voor het abonnementstarief of door het huidige tarief te hand
haven en te bepalen, dat in elke sector volgens het lokale tarief zonder
beperking van gespreksduur kan worden getelefoneerd.
.•p-r/":
Papoea s vragen zich af:
Wie kan u
verhinderen
om deze krant
een goede kran*
te vinden?
Wat dat betreft
beslist u immers
geheel zelf!
Velen denken
er over als u.
Dat weet u.
De ebr. krant
neemt een positie
in die ver boven
vroeger ligt.
Elke dag werken we
er hard aan om dit
zo te houden en
nog te verstevigen.
U hebt daar recht op.
Zet u graag iemand op
deze bon?
Dan verdient u ter
loops „Dat zit zo".
(in envelop of op kaart
geplakt verzenden
U kunt noteren als nieuwe abonnee
Datum van ingang
BETALING PER
WEEK/MAAND/KWARTAAL/GIRO
Doorhalen wat niet van toepassing ls
Zelf was ik al abonnee. Voor het aan
brengen van bovenstaande nieuwe abon
nee heb ik dus recht op
DAT ZIT ZO
Schrijf hier uw eigen naam en adres
„Dat zit zo" 'n boek
boordevol met ongelooflijk
handige wenken i9 niet
in de winkel te koop.
Het Europese hof van justitie in
Luxemburg acht het „niet uitgeslo
ten", dat het verbod van de Duitse
firma Bosch aan zijn afnemers in de
Duitse bondsrepubliek om him koel
kasten naar Nederland uit te voeren
strijd is met de concurrentiere
gels van het E.E.G.-verdrag, doch
onthoudt zich van een principiële uit
spraak daarover.
Dit blijkt uit het arrest, dat gisteren
door de Europese rechters is gewezen
op verzoek van het gerechtshof in Den
Haag, dat het vorige jaar een zaak te
behandelen kreeg tussen twee Neder
landse firma's. Het gaat hier om een
geding tussen de N.V. van Rijn, die se
dert 1903 de enige officjële importeur
"<"i Bosch-koelkasten in Nederland is,
de Rotterdamse onderneming De
Geus en Uitdenbogerd, die in 1959 en
1960 koelkasten van hetzelfde merk in
Nederland importeerde. Deze koelkasten
waren betrokken van Duitse firma's,
die tegenover de Bosch-fabrieken de
verplichting op zich hadden genomen
deze niet naar het buitenland te ex
porteren. Deze verplichting is opgeno-
in elk contract van Bosch met af-
ïrs in Duitsland ter bescherming
het alleen-verkooprecht van zijn
vertegenwoordigers in het buitenland.
In het arrest wordt de vraag van
het Haagse gerechtshof, of dit export
verbod onder de bepalingen van artikel
an het E.E.G.-verdrag valt en dus
Savannah voldoet
aan verwachting
De Savannah, het nieuwe Amerikaanse
passagiers- en vrachtschip met kern
voortstuwing is in de haven van York-
town teruggekeerd met twee bezems in
de mast, de ene voor het perfecte werken
van de kernreactor en de andere voor
het feit, dat de proeven ten aanzien van
de wendbaarheid tot volle tevredenheid
zijn verlopen.
Bij de proeven heeft de Savannah, 's
werelds eerste koopvaardijschip met
kernvoortstuwing, de verwachtingen
overtroffen. Op een gegeven ogenblik
werd een snelheid van 24 knopen bereikt
terwijl 20 knopen gecontracteerd was.
>e 85-jarige J. H. van Haren ait
Amsterdam is aan de gevolgen van gas
vergiftiging overleden. Buren roken gas
en waarschuwden de politie, die zich
toegang tot zijn woning verschafte en
hem bewusteloos aantrof. Later op de
is hij overleden. Een scheurtje in
de gasslang bleek de oorzaak van de
vergiftiging.
in strijd zou zijn met de concurrentie
regels in de gemeenschap „niet als een
zuivere vraag van uitlegging van het
verdrag" genoemd. Voor de beantwoor
ding van deze vraag zou het Europese
hof een feitelijk onderzoek moeten in
stellen, hetgeen volgens het arrest bui
ten zijn bevoegdheden valt. Onder de
ze omstandigheden moet het hof zich
beperken tot de vaststelling dat het niet
is uitgesloten, dat verboden tot exporte
ren onder de omschrijving van artikel
85 vallen, waar wordt gesproken van
overeenkomsten, die de handel tussen
de lid-staten ongunstig kunnen beïnvloe-
Werkloosheid op
de Antillen is
niet gering
De resultaten van de volkstelling, die
januari vorig jaar op Curagao, Bonaire
en de Bovenwindse eilanden is gehou
den zijn inmiddels bekend geworden.
Op Aruba is in 1960 een eigen telling
gehouden.
De bevolking van Curagao nam var
1930 tot 1960 toe met honderdvijftig pro
cent. Op 31 december 1960 bedroeg het
totale aantal op Curagao woonachtige
personen 125.200. Op Bonaire woonden
op diezelfde datum 5800 personen. Ter
wijl op Curagao 32 pet van de bevolking
tot de beroepsbevolking kan worden ge
rekend, is dit percentage voor Bonaire
slechts 24 pet. Van de groep der eco
nomisch actieven op Bonaire is 28 pet
werkloos.
De Bovenwinden: eind 1960 telde St
Maarten 2700 personen, St. Eustatius er
Saba resp. 466 en 444. De bevolkings-
sterkte bleef de afgelopen dertig jaar op
Bonaire en de Bovenwindse eilanden
nagenoeg gelijk.
Uit het rapport blijkt voorts, dat der
tien procent van de totale beroepsbevol
king van Curagao werk zoekt.
Vooral onder de jongeren is de werk
loosheid groot. Van de eigenlijke Antil
liaanse beroepsbevolking op Curagao
moet zeventien procent als werkloos
worden beschouwd.
Er blijken volgens het rapport slechts
geringe mogelijkheden te bestaan thans
werkende niet-Antillianen te vervangen
door Antillianen. Met zekerheid kan wor
den geconstateerd, dat vervanging van
nite-Antillianen uitgesloten kan worden
geacht in die beroepen, welke een mid
delbare of hogere opleiding vereisen.
In het rapport staat ook, dat vastge
steld is, dat in de wetenschappelijke en
verwante beroepen werkzame personen
ruim de helft tot de Europese Neder
landers behoort. Met name gaat het
hier om onderwijzend personeel en tech
nici. Ook in de leidinggevende functies
worden veelal Europese Nederlanders
aangetroffen, namelijk 35 procent van
het totaal.
Drink_^^
de enige
echte
voor mensen die kwaliteit verlangen t
Argentijns kabinet is
thans gereed
President Jose Maria Guido heeft enige
oppositie van militaire zijde tegen de be
noeming van Federica Pinedo tot minis
ter van economische zaken weten weg te
praten. Het kabinet van acht ministers,
dat de natie door de komende moeilijke
tijden zal moeten heenloodsen, is thans
gereed.
Terzelfdertijd heeft ex-presiderut Arturo
Frondizi zijn politieke aanhangers ver
zocht te bedaren en de nieuwe regering
geen strobreed meer in de weg te leggen.
De 67 jaar oude Pinedo, een liberale
economist die voorstander is van een vry
handelsverkeer, zal de portefeuille van
economische zaken, een van de belang
rijkste van het kabinet, beheren.
De militairen maakten bezwaar tegen
de voorwaarden van Pinedo. dat hem de
vrije hand gelaten diende te worden bij
de keuze van zijn medewerkers.
Nuttige diensten bewijst deze
helikopter bij het in veiligheid
brengen van bemanning en
lading van het vrachtschip
Chickasaw, dat in een felle
nië is gelopen bij Santa
Barbara. Bergingsspecialisten
worden met deze helikopter
aan boord van het wrak ge
bracht en bemanningsleden
mee terug genomen, terwijl
ook delen van de lading naar
een bergingsschip worden
overgebracht.
Maarschalk Konjef, commandant van
de Russische strijdkrachten in Duits
land, heeft zijn leedwezen betuigd over
het incident van vorige maand, toen
Oostduitse politie in de buurt van de
Berlijnse sectorgrens op een Ameri
kaanse militaire missie schoot. Dit is
meegedeeld door de Amerikaanse op
perbevelhebber in Europa, generaal
Bruce Clarke. i
Dr. J. V. de Bruyn, het hoofd
van de afdeling bevolkingszaken
van de dienst van binnenlandse
zaken in Nederlands Nieuw-
Guinea, beter bekend als „Jungle
Pimpernel", heeft gisteren met
zijn echtgenote Nieuw-Guinea
voorgoed verlaten. Deze kenner
bij uitstek van land en bevolking
kwam reeds in 1939 naar het Ne
derlandse gebiedsdeel, dus vlak
voor de oorlog. Tijdens de oorlog
bleef hij op eigen verzoek in het
centrale bergland achter en als
leider van de zogenaamde Oak-
tree-party heeft hij de inlichtin
gendienst onschatbare diensten
bewezen. Zijn bijnaam, „Jungle
Pimpernel", stamt uit die tijd.
Naar zijn mening wordt de ontwik
keling in Nieuw-Guinea het best ge
typeerd door het feit, dat de Papoea's
met steeds meer zelfvertrouwen de
toekomst tegemoet gaan, terwijl dit
bij de Nederlanders in deze onzeke
re wereld juist steeds minder wordt.
De heer De Bruyn vertelde, dat de
verandering, die zich in de bevolking,
in de 23 jaar dat hij er heeft ge
werkt, heeft voltrokken indrukwek
kend is.
Als voorbeeld noemde hij een gebeur
tenis uit '39, die nu onvoorstelbaar
schijnt. Tijdens een inspectiereis in 1939
langs de zuidwest-kust zei een Mimi-
kaan, terneergeslagen en zonder enig
zelfrespect: „Kita orang bangsa Papoea
sadja Wij zijn maar Papoea's".
JAPANNERS
Dezer dagen heeft dr. De Bruyn twee
grote tamme varkens naar de Wis
selmeren laten brengen als geschen-
voor zijn vele vrienden onder, de
Kapaukoes. Deze inlanders heb
ben Jungle Pimpernel in de oorlogs
jaren verschillende malen het leven
gered. In mei 1943 bevonden de Ja
panners zich op twee dagmarsen
van de Wisselmeren, waar het
hoofdkwartier van Jungle Pimper
nel was. De Japanners wisten dat
hij daar zat en sommeerden hem
met zijn radio's naar de kust te
komen.
Uiteraard negeerde hij deze bevelen
hij kon zich volkómen veilig voelen.
want zijn Papoea's hielden hem con
stant op de hoogte van de bewegingen
der Japanners. Maar de Jappen hebben
hem de gehele oorlog niet met rust ge
laten. Voortdurend werd hij achterna
gezeten.
GEHARD
Ondanks het gevaar breidde de groep
van Jungle Pimpernel zich uit. Aanvan
kelijk waren het alleen de Nederlanders
Rudy Gout en Berger, samen met een
ratjetoe van zes Indonesische rassen.
Later werd de groep aangevuld met 28
Kapaukoes, berg-Papoea's, die uiterst
gehard waren en driemaal zo snel kon
den patrouilleren als Jungle Pimpernel
en zijn mannen.
Na de evacuatie ging dr. De Bruyn
naar Australië, waar hij in 1944 com
mandant werd van een eenheid van 300
man van de inlichtingendienst. In 1946
was hij weer terug in Biak. In 1950 en
1951 studeerde hij etnologie in Leiden.
De studie, welke normaal drie jaar
vergt, volbracht hij in tien maanden. In
1952 werd hij geplaatst op het kantoor
voor bevolkingszaken in Hollandia,
waarvan hij de laatste vijf jaren hoofd
is geweest.
Voor de laatste maal zal hij nu deze
maand, samen met zijn vriend Nicolaas
Jouwe, te New York Nieuw-Guinea ver
tegenwoordigen op de dertiende zitting
van de V.N.-commissie voor niet-zelfbe-
sturende gebieden. Op 1 augustus zal hij
te Noumea in Nieuw-Caledonia de func
tie aanvaarden van het „Urbanisation
Research Information Centre" van de
Zuidpacificcommissie.
(Van een onzer redacteuren)
Hoe denkt de Papoea-gemeenschap
die in Nederland voor studie-doel
einden vertoeft over om het eens
ambtelijk uit te drukken de hui
dige stand van zaken met betrek
king tot het vraagstuk Nieuw-Gui
nea? Is er sprake van een eenheid
in visie? Om met die laatste
vraag te beginnen: ja, er is een op
merkelijke eenheid in visie, die men
geneigd moet zijn zelfs gematigder
te noemen dan de gedachten die on
getwijfeld in Nieuw-Guinea zélf
Welnu, om maar met de deur in huis
te vallen: bij het voortschrijden der
ontwikkeling kan men zich in deze
kring niet aan de indruk onttrekken
dat men meer bevreesd moet zijn voor
wat „Den Haag" gaat doen dan wat
beoogd wordt in Djakarta, waarvan
u al jarenlang wéét wat men
heeft. Een vrees, die men
grondt op de ontwikkeling zoals die tot
op heden is gelopen in de kwestie
Nieuw-Guinea en de houding die Ne
derland daarbij heeft aangenomen. De
angst namelijk dat Nederland tenslotte
ten opzichte van het Papoea-belang
zal retireren. Zij het niet „de jure"
dan toch „de facto".
Wat de overgrote meerderheid van
de tot oordelen in staat zijnde Papoea-
bevolking op dit ogenblik wil mag als
bekend worden verondersteld: géén
integratie van Nieuw-Guinea in de
Indonesische Republiek. En men rede
neert verder: wie dit toch zou menen
te moeten bewerkstelligen, om welke
redenen dan ook, stelt zich lijnrecht
tegenover de wil van de bevolking.
Men moge zich in Nederland uitputten
door op wetenschappelijke wijze aller
lei interpretaties van het zelfbeschik
kingsrecht te geven, voor de Papoea's
is er maar één interpretatie: wij en
wij alleen willen ons staatkundige lot
bepalen. Het zou voor Nederland
inderdaad heel wat eenvoudiger zijn
als de Papoea's werkelijk naar een
samengaan met Indonesië verlangden,
maar dat is nu eenmaal niet het geval.
En daarbij: maakt Indonesië zo'n
verlangen dan by de Papoea's wak
ker? Het lijkt er niet erg op. Zo
zijn de nuchtere feiten.
Nu is daar inderdaad het bij her
haling voor haar rekening genomen
woord van de Nederlandse regering,
dat zij de Papoeabevolking niet tegen
haar wil aan een andere natie mag
overdragen; dat de door haar toege
zegde zelfbeschikking inderdaad richt
snoer blijkt in de toekomst. Maar
anderzijds meent de regering te moe
ten onderhandelen met Indonesië,
wat toch waarlijk niet alleen wil zeg
gen dat zij gaat meedelen dat de
Papoeabevolking geen aansluiting
wénst. Dat is trouwens geen nieuws
ook.
Waaróm wil de Nederlandse rege
ring onderhandelen met Indonesië
over de toekomstige status van
Nieuw-Guinea? Men ként de redene
ring: omdat „de omstandigheden die
Nederland nu eenmaal niet alleen in
de hand heeft daartoe nopen", omdat
„Nederland als kleine natie in feite in
een onmogelijke positie verkeert met
het probleem", omdat „Nederland
voor wat het bepaald wel het liefst
zou willen met Nieuw-Guinea, nl. dit
land volledig voeren tot zelfstandig
heid of zelfbeschikking, onvoldoende
ssteun kan vinden bij en hulp kan ver
wachten van het buitenland gezien de
niet te negéren aanspraken die Indo
nesië laat gelden".
Vanwaar het gevoel van Nederland
dat het vrij geïsoleerd staat in dezen?
Terwijl het hele probleem van zelfbe
schikking toch eigenlijk terug te bren
gen is tot zeer eenvoudige proporties,
want het gaat hier toch om een vol
komen gerechtvaardigd verlangen van
een volk, een verlangen dat interna
tionale rechtsgrond heeft. Zou het
kunnen zijn omdat Nederland zich
daar van de aanvang af niet volledig
met hart en ziel achter heeft gesteld?
Heeft het ten opzichte van het buiten
land in dezen wellicht een overbeschei-
den houding aangenomen, ja, zelfs een
zeker vertoon van angst ten toon ge
spreid? Overdreven gezegd van: Blaas
tegen ons en we vallen om? En zou
dit alles er niet toe hebben kunnen
leiden dat Nederland in die onmoge
lijke positie is gaan verkeren, dat het
op weinig hulp van het buitenland kon
rekenen en. dat Indonesië een
steeds agressiever houding ging aan-
Nederland had namelijk ook zelfbe
wust de wereld duidelijk kunnen ma
ken dat het met alle haar ten dienste
staande middelen de zelfbeschikking
aan de Papoea's garandeerde, omdat
déze taal in de wereld, met name ook
I Een Schots onderwijs
instituut heeft uit een en
quête bij onderwijzers
geconcludeerd, dat door
de invloed van de televi
sie de jongens op straat
oneerlijk knokken. De
jongens doen de ruwe en
oneerlijke methoden, die
zij op de t.v. zien, na
en zij houden zich niet
aan de oude en onge
schreven regels van het
gevecht op de vuist.
Zelfs tegenstanders die
op de grond liggen, wor
den getrapt.
I De zes wassen beelden
uit Engeland, voorstel
lende de zes vrouwen
van Hendrik de Achtste,
die volgende week naar
Vancouver zouden vlie
gen, krijgen plotseling
haast „nu zij gehoord
hebben, dat hun konink
lijke echtgenoot zich
vandaag al naar het
vliegveld van Vancouver
begeeft om hen af te ha
len".
I Het bakenlicht van het
Empire State Building
in New York zal van
avond niet ontstoken
worden en tot 1 juni ge
doofd blijven om trekvo
gels, die naar het noor
den terugkeren, niet in
de war te brengen. Aan
getrokken door het licht
zijn in het verleden veel
vogels tegen het ge
bouw gevlogen.
I Wie lang bij de politie
heeft gediend, kan veel
verhalen. Dit bleek giste
ren nog eens duidelijk op
het hoofdbureau van po
litie in Utrecht, waar
een honderdtal gepensio
neerden de gast was van
het Utrechtse politie
korps. De oud-gedienden
vonden het bijzonder
moeilijk om alles te be
grijpen. In hun tijd was
een auto een wonderding
en nu stonden ze versteld
van het wagenpark van
de politie. De mobilo
fooninstallatie ging hele
maal boven hun petje en
er waren velen die hun
grijze hoofd meewarig
schudden, toen men in
de meldkamer een poli
tieman hoorde spreken
met een collega, die in
een auto reed. De oudjes
konden zich op één punt
meten met hun jongere
collega's; ze waren hen
hierin zelfs de baas: het
vertellen van sterke ver
halen.
I In de Europawijk te
Mol in België zal donder
dag de eerste steen wor
den gelegd voor een Eu
ropese school ten behoe
ve van kinderen der
Euratom functionarissen
en andere buitenlanders,
die werkzaam zijn in het
atoomcentrum aldaar.
I Gisteren is een serie
van vier nieuwe zegels
uitgekomen van het Va-
ticaan. De postzegels zijn
gewijd aan de bestrij
ding van de malaria. Er
zijn twee afbeeldingen:
een malariamug en een
moeraslandschap.
I In 1961 consumeerden
de Nederlanders in to
taal 513.675 ton vlees,
ruim 7000 ton meer dan
in 1960. De consumptie
per hoofd van de bevol
king bleef echter bijna
gelijk, namelijk 44.1 kilo
gram. Varkensvlees
werd minder gegeten,
terwijl het gebruik van
rundvlees steeg.
Het vervaardigen van atlassen ls
in onze eeuw een ongewisse bezig
heid. Immers, wanneer de kaarten
zijn gedrukt en alles keurig is inge
bonden, is de kans geenszins denk
beeldig dat een schreeuwerige en
weinig presterende natie zich geroe
pen voelt andere landen te gaan be
vrijden, zodat na een korte spanne
tijds allerlei grenzen anders komen
te liggen. Trouwens, dit is geen ver
schijnsel van onze tijd alleen, want
de tsaar van Rusland, de koning
van Pruisen en de keizer van Oos
tenrijk waren ook geen voorstanders
van de status quo.
Wanneer deze he-
vrede met elkaar
verkeerden, deed
voorstel een spelle
tje te spelen. Dat
spelletje heette de
„Poolse deling",
waarbij ze elkaar
en zichzelf stukken van Polen toewe
zen. Tot héél Polen was opgedeeld.
Toen behoefde van die verdwenen
natie geen landkaart meer te wor
den gemaakt. Zó kunnen de proble
men natuurlijk óók worden vereen
voudigd.
Laten we echter niet te ver afdwa
len. We spraken over het ongewis
se in de a tlassenindustrie. Van één
ding kunnen de kaartentekenaars
evenwel volkomen zeker zijn: zij
hebben in het geheel slechts vier
kleuren nodig om alle landen die
aan elkaar grenzen een verschillen
de kleur te geven.
Er zijn verscheidene punten op
aarde waar drie gebieden aan el
kaar grenzen, zodat alleen al op die
punten drie kleuren nodig zijn. La
ten wc als voorbeeld eens de provin
cie Utrecht nemen, ingesloten door
Gelderland, Noordholland, Zuidhol
land en een stukje IJselmeer. Hier
grenzen drie provincies op twee ver
schillende plaatsen aan elkaar. Des
ondanks kan met vier kleuren wor-
TOCH IS
HET ZO!
den volstaan. „Mis", zult u zeggen,
„want als het IJselmeer nu eens
geen water, maar een twaalfde pro
vincie was (en we gaan daar hard
naar toe), zou een vijfde kleur no
dig zijn". Integendeel, die twaalfde
provincie zou dan de kleur van
Zuidholland kunnen krijgen, want
die provincie grenst wel aan drie an
dere, maar niet aan het IJselmeer.
Kortom, nergens op aarde is een si
tuatie te bedenken, waar voor aan
grenzende landen méér dan vier
kleuren ter onderscheiding op land
kaarten noodzakelijk is.
We kunnen u mo
menteel twee ma
nieren aan de hand
doen om wereldbe
roemd te worden.
In de eerste plaats
door een stelsel van
landsgrenzen te tc-
kenen waarvoor
vier kleuren niet
toereikend zouden
z(jn (de sektoren van verschillende
landen die elkaar in een punt aan de
Zuidpool ontmoeten, vormen in dit
punt natuurlijk geen grenzen, want
dit punt heeft geen afmeting!) óf u
kunt beroemd worden door theore
tisch te bewijzen dat vier kleuren in
derdaad voldoende zijn. Want. deze
stelling die in de praktijk alge
meen wordt toegepast, is tot op he
den niet wiskundig bewezen kunnen
worden. Wel heeft Euler het bewijs
geleverd, dat vijf kleuren voldoende
zijn, maar voor vier kleuren heeft
nog niemand het bewijs kunnen le
veren. Wie dus beroemd wil worden
of zichzelf slapeloze nachten wil be
zorgen, grijpe zijn kans!
Over kans gesproken, weet u dat
bU een groepje van 25 wille
keurig bij elkaar gebrachte perso
nen de kans groter ls dat van en
kelen de verjaardagen samenvallen
dan dat ieder op een andere dag
Jarig is? Daarover een vo«#ende
keer.
Commentaar via
E. A. Polansky
Hedenavond vertrekt na vol
tooiing van zijn 6tudie in de
iiet-weMerse Metenschappen de
trolri
Zijn
Nieuw-Guin
plaats wordt de llaga-vallei,
nog in ontwikkeling te brengen
gebied in de binnenlanden,
waar zijn huis voorlopig een
tent zal zijn. „Ik blijf zo
lang het maar kan, want ik
houd van het land en zijn be
woners", zo was zijn antwoord
op de vraag wat hij van de
toekomst dacht.
De heer Polansky heeft tij
dens zijn studieverblijf in Ne
derland steeds een zeer intensief
contact met de hier aanwezige
Papoea's onderhouden; hij trok
als het ware dagelijks met hen
op. Vandaar dot we hem op de
valreep hebben gevraagd nog
standpunt van deze Papoea's bij
de huidige stand van zaken in
de kwestie Nieuw-Guinea. Een
verzoek. Maar hij in een kort,
kernachtig betoog gevolg aan
heeft gegeven.
Omdat er een zeker gevaar
is dat te weinig aandacht wordt
geschonken aan de stem van
degenen die toch wel in de
eerste plaats bij de ontwikke
lingen rondom de toekomstige
status van Nieuw-Guinea zijn
betrokken, leek het ons van
helung de voornaamste thans
bestaande opvattingen, die in
deze groep leven, te memoreren.
Wellicht ten overvloede: opvat
tingen, die uiteraard nog niet
de onze behoeven te zijn.
in Indonesië béter wordt verstaan. En
het had metterdaad kunnen bewijzen
dat het haar hiermee ernst was door
bij de minste poging tot agressie, ook
al uit nuttige preventie-overwegingen,
aanzienlijke versterkingen naar Nieuw-
Guinea te sturen en niet zo lang be
vreesd te dralen als het nu heeft ge
daan. Want bovendien: hoe kon Neder
land in geval van nood rekenen op
buitenlandse hulp als het zélf niet
alles deed wat in zijn vermogen lag
om het gebied en zijn bewoners
waaronder n.b. 20.000 Nederlanders
zo goed mogelijk te beschermen? Zo'n
ferme, zelfbewuste houding had wel
eens veel meer effect kunnen sorteren
dan tot nu toe helaas het geval is
geweest.
Aan die gedachte geeft het recente
verleden steun. Er is een land als
Portugal dat met zijn nog immer ge
voerde koloniale politiek dwars tegen
de tijdgeest ingaat. In dit verband
behoeft alleen maar Angola genoemd
te worden en de houding die de Ver
enigde Staten daartegenover op een
gegeven ogenblik ging aannemen. Por
tugal dat thans letterlijk het grootste
ongelijk van de wereld heeft dreigde
met sancties op de Azoren tegen de
Amerikanen die aldaar bases hebben,
met als gevolg een voor Portugal
gunstige ontwikkeling. Hoeveel te
meer had Nederland met een kloeke
houding inzake de volkomen recht
vaardige zaak Nieuw-Guinea niet kun
nen bereiken? Want dat het Nederland
in Nieuw-Guinea niet om „kolonialis
me" gaat heeft het de wereld in ieder
geval wél duidelijk gemaakt.
Kort cn goed: de Papoea's zijn wel
gedwóngen te neigen naar deze con
clusie: Nederland interesseert zich in
feite onvoldoende voor Nieuw-Guinea;
het stelt zich niet serieus achter de
eerlijke zaak Nieuw-Guinea. Volko
men hiermee parallel loopt de steeds
sterker wordende indruk bij de Pa
poea's dat Nederland straks geneigd
zal zijn met een formeel „elegante
oplossing", met een oplossing die uit
sluitend Nederlands gezicht kan red-
ren, genoegen te nemen. Dit wat het
regeringsbeleid betreft.
De stemming in Nederland is, voor
zover tenminste via de meeste publi
citeitsmedia aan de dag treedt, zo
mogelijk nog slechter. Wat de Pa
poea's bijvoorbeeld diep heeft getrof
fen is de afvaardiging van een aantal
moeders van in Nieuw-Guinea verblij
vende militairen naar paleis Soestdijk.
De Pappoea's vragen: Wat zouden deze
moeders ervan hebben gevonden als
ouders van Canadese militairen die
mede in ons land in 1945 moesten be
vrijden. destijds betzelfde aan de
hoogste gezagsdrager in Canada had
den gevraagd? En zouden met het
zelfde recht met opzet wordt dit
geval even puur Nederlands bezien
niet alle 20.000 Nederlanders in
Nieuw-Guinea hun moeders, voorzo
ver ze die nog bezitten, naar de
Koningin hebben kunnen afvaardigen
met de vraag waarom deze grote ge
meenschap niet voldoende werd be
schermd?
En nu zegt men tegen het volk van
Nieuw-Guinea zoveel als: Wees reëel
en tracht u toch te schikken naar uw
belangrijke nabuur Indonesië. Maar
snijdt deze vraag hout, met hoeveel
overtuigingskracht!?) zij ook wordt
uitgesproken? Deze vraag kan Nieuw-
Guinea nl. alleen maar beantwoorden
met een wedervraag: Wanneer gaat
Nederland dit beginsel ook prediken
voor West-Berlijn? Heeft het Westen
daar dan weUicht een „uitstalkast" als
symbool van de vrijheid, omdat het
dicht by huis is? Waarom lijkt het er
dan op dat Nederland een onontwik
keld volk. hetwelk, voorzover het spre-
laten?
Toch kunnen de Papoea's, al is er
het netelige probleem waar zij zich
mede door Nederland in achten ge
manoeuvreerd. nog wel enig per
spectief in de toekomst ontdekken. Ze
nebben ondanks hun onbehagen, on
danks hun kritiek, waarop in het bo
venstaande met opzet de nadruk viel,
zeer zeker eveneens begrip voor Ne
derlands moeilijkheden. Ze zijn waar
schijnlijk ook innerlijk, bereid het
Nederlandse gouvernement uit op-
portunitcitsredenen hoe node ook
los te laten om voorlopige internatio
nalisering van het landsbestuur te
aanvaarden Er zijn zelfs redenen om
aan te nemen dat zij óók geen over
wegende bezwaren zouden maken te
gen het toegang verlenen van Indone
sië in hun land, uitsluitend met de
bedoeling dat het zijn standpunt "van
man tegenover man" uiteen kan zet
ten. Maar dèn tenslotte de toepassing
van het zelfbeschikkingsrecht' Onver
kort. in volle vrijheid, riet alle moge
lijke waarborgen omgeven. Een toege-
Pi zelfbeschikkingsrecht welks uit
slag. hoe die ook uit moge vallen, door
Indonesië zal worden gerespecteerd!