DE PAUSELIJKE ENCYCLIEK TEGEN HITLER 0 '5 15 0 0 0 3 Na het „zeuren, zeuren, zeuren" van de heer G. van Dijk (veertien dagen geleden in deze rubriek meegenomen) is er zóveel post binnengekomen, dat we uren hebben zitten lezen. En tenslotte een keus moesten maken, omdat niet alle reacties in deze hoek kunnen worden samengeperst. De teleurgestelden, die hun mening hier niet zien afgedrukt, krijgen een brief thuis. Met de hand geschreven dit laatste ter compensatie. E E E L E VOOR ONS L IK dj d) 3 E tl 3 E ZONDAGSBLAD ZATERDAG 31 MAART 1962 DE WERELD 25 JAAR GELEDEN <foor G. PUCHINGER „Een bijzonder waakzaam oog moet Gij, Eerwaarde Broeders, In het zeil houden, wanneer godsdienstige grondbegrippen van bun wezenlijke inhoud worden beroofd en in wereldlijke zin worden veranderd van betekenis." „Mit brennender Sorge" (14 maart 1937) ..V ie het ras, of het volk. of de staat, of de staatsvorm, de dragers van het staatsgezag of andere funda mentele elementen van menselijke gemeenschapsvorming die binnen de aardse ordening een belangrijke en respectabele plaats bezetten uit hun aardse positie losmaakt, ze verheft tot de hoogste norm van alle waarden, ook van de religieuze, en ze in afgodendienst vergoddelijkt, hij keert de door God geschapen en door God ingestelde orde der dingen om en vervalst ze. Zulk een geloof is ver verwijderd van het ware geloof in God en van een levensopvatting, die uit dit geloof voortvloeit." „Mit brennender Sorge" (14 maart 1937) Op zondag 17 januari 1937 vertoefden de vijf Duitse prelaten, die de rooms-katholieke kerk in Duitsland bestuurden, aan het ziekbed van paus Pius XI. Alom begreep men dat de zeer slechte verhouding tussen de roomskatholieke kerk en Hitler- Duitsland besproken werd, maar men voprzag niet dat aan het ziekbed een zo grote beslissing zou vallen als inderdaad het geval was. Op 20 juli 1933 immers had Pius XI een concordaat met de nieuwe Duitse regering gesloten, dat op 10 september geratificeerd was. Nadat Hitier op 30 januari 1033 Duits rijkskanselier was gewor- den. legde hij op 1 februari de volgende verklaring af: „De re gering is besloten het christen dom krachtig te verdedigen als de basis van heel onze zedelijke orde. Moge de Almachtige Zijn zegen op ons werk doen nederda len". Deze verklaring werd op 23 maart 1933 nog uitvoeriger en duidelijker herhaald met de woorden: „De nationale regering ziet in de twee christelijke belij denissen wezenlijke factoren voor het behoud van de ziel van het Duitse volk. De regering zal de verdragen. die deze confessies met de verschillende rijken heb ben gesloten, respecteren. De re gering is besloten aan de twee christelijke belijdenissen de in vloed te verzekeren, die hun op de school en in de opvoeding toe komt. Heel het streven van de regering is er op gericht -een toe stand van vrede en eendracht te scheppen tussen kerk en staat. Wij houden de geestelijke krach ten van het christendom voor on ontbeerlijke elementen van de ze delijke verheffing van het Duitse volk. Wij wensen onze betrekkin- gen met de Heilige Stoel verder te ontwikkelen". Dit scheen in overeenstemming met wat Hitier eens in zijn boek ..Mein Kampt" had geschreven: ..De taak der beweging is niet die van een godsdienstige her vorming maar van een politieke reorganisatie van het volk. Ze ziet in beide confessies waarde volle steunpilaren voor het be houd van ons volk". Door velen werd het sluiten van het concordaat mét groot misnoe gen vernomen, aangezien het Hit- Ier gezag, ja goodwill bezorgde, overal waar men enig respect had voor het Vaticaan. Anderen daarentegen zagen in het concor daat een wijze geste van de zij van redenen gevangen genomen. Dat was het lot van de rooms- katholieken: de protestanten ver ging het evenzo. Het was duidelijk dat ondanks het gesloten concordaat dc rooms katholieke kerk in openlijke oor log verkeerde met het Nazi-régi- pai s rus xi Door Hitier tot bondgenoot te ken, voorkwam men zijn vijand schap. zo redeneerden velen. Her concordaat geschonden Op 7 februari 1934 plaatste het Vaticaan. per decreet van het Heilig Officie, het boek „Der My- thos des 20. Jahrhunderts" van Alfred Rosenberg op de index van verboden boeken. In tegenstelling tot de meestal gevolgde praktijk wérd thans de reden van het ver bod in het kort aangegeven: „Het boek veracht en verwerpt totaal alle dogma's der katholieke kerk, ja zelfs de grondslagen van de christelijke godsdienst zelf. Het verdedigt de noodzakelijkheid om een nieuwe germaanse religie of kerk in te stellen en verkondigt het beginsel: „Thans ontwaakt ♦en nieuw geloof: de mythe van het bloed, het geloof, dat men met het bloed ook ten slotte het goddelijk wezen van de mens verdedigt: het geloof, verankerd in het duidelijkste weten, dat het Noordse bloed dat mysterie uit maakt. hetwelk de oude sacra menten heeft vervangen en over- In januari 1934 waren in Duits land reeds diverse priesters ge vangen genomen. In het zelfde jaar bestreden kardinaal Faulha- ber van München en minister Göbbela elkaar in redevoeringen. Aan de Duitse bisschoppen werd de toegang tot de radio ontzegd, terwijl ook hét openlijk voorlezen van herderlijke brieven van de kansels werd tegengegaan. Het rooms-katholieke persbu reau van Duitsland, dat onder lei ding stond van de bekende Jezuïet dr. Fried rich Muckermann te Munster, werd gesloten; vrijwel alle belangrijke rooms-katholieke bladen werden verboden: rooms- katholieke jeugdverenigingen wer den opgeheven; diverse bisschop pelijke paleizen werden aan on derzoek door de politie blootge- gesteld: medewerkers van het episcopaat werden zonder opgave Kardinaal Faulhaber Michael von Faulhaber, aarts bisschop van München (1869 1952) was één der leiders van het rooms-katholiek verzet tegen al deze Nazi-maatregelen. In januari 1934 losten twee nazi's zelfs scho ten op het raam van zijn werk vertrek. Op 18 februari 1934 viel de kardinaal in een vastenpreek de beginselen van het nationaal- socialisme aan. een jaar later protesteerde hij tegen de aantas ting van het christelijk onderwijs in Duitsland. Op 14 juni 1936 pro testeerde de kardinaal opnieuw, thans ten bate van de rooms-ka tholieke jeugdorganisaties. Op zondag 14 februari 1937 zou de kardinaal opnieuw spreken in de St. Michaelkerk te München 1er gelegenheid van de kronings datum van paus Pius XI. Men be greep. dat er meer zou geschieden dan een herdenking van de paus- kroning: het volk stroomde naai de kathedraal. Uren van te voren waren er reeds plaatsen bezet, een uur voor de aanvang waren er reeds 7000 mensen in de kerk, en moest deze voor verdere kerkgangers gesloten worden. Men begreep dat de kardinaal zou spreken over de verhouding tot het Nazi-régime, want hij was in Rome geweest voor beraad Zijn aanklacht tegen Hitler in deze dienst is inderdaad wereld bekend geworden. De kardinaal merkte onder meer op: „Het ini tiatief voor het sluiten van het concordaat is niet van de kerk ge komen maar van Hitler zelf. Door met het nieuwe Duitse bewind een verdrag aan te gaan, heeft het Va ticaan vertrouwen getoond in de nieuwe Duitse regering, in een tijd, dat andere landen haar met een zekere reserve beschouwden, of zelfs met wantrouwen Men kan in kerkelijke kringen thans horen zeggen: Waarom hebben wij nog een concordaat als er toch geen acht op wordt geslagen? Zonder het concordaat worden wij ook gehangen, en met het concor daat worden wij eerst verdronken en dan gehangen De priesters zijn niet bevreesd de hongerdood te sterven wanneer de staatssub sidies zouden ophouden, maar het vertrouwen in de Duit«e regering zou in de ogen van de gehele we reld een hevige schok ondergaan". Eind februari 1937 maakte het Duitse ministerie van binnenland se zaken bekend dat het voort aan verboden was, de namen van hen. die hun lidmaatschap van de kerk opzegden, publiekelijk be kend te maken, hetzij door afle zing van de kansels of anderszins. Tevens werd het voornemen gepu bliceerd diverse rooms-katholieke scholen in Beieren op te heffen van staatswege. De „Osservatorc Romano" van het Vaticaan merk te in haar kolommen op dat ook dit weer een inbreuk was op het gesloten concordaat van 1933. Op zondag 7 maart sprak Ro senberg op een bijeenkomst te Berlijn van 90.000 partijfunctiona rissen: ..Wij kunnen de klasse- strijd niet te boven komen, indien de confessionele geschillen niet verdwijnen ...wij eisen één Füh- rer, één rijk en één verenigd volk. Het is dus onmogelijk de opvoe ding der jeugd toe te vertrouwen aan godsdiensten, die elkaar we derkerig uitsluiten". Het was dui delijk dat dit een nieuwe aanslag aankondigde op de confessionele jeugdorganisaties. De Encycliek Op 19 maart 1937 deed Paus Pius XI plots de encycliek Divi- ni Redeniptoris, over het goddelo ze communisme verschijnen. Op zondag 21 maart 1937 werd plots van alle rooms-katholieke kansels de encycliek „Mlt brennender Sorge", met brandende zorg. voor gelezen. over de situatie van de rooms-katholieke Kerk in Duits land.... De in het Duits gestelde ency cliek begon aldus: ..Door een zware bezorgdheid gedrukt en met steeds stijgende verbazing houden Wij sinds lang het oog gericht op de lijdensweg van de Kerk en op de toenemen de nood van de gelovigen, man nen en vrouwen, die in geest en in handelen dc Kerk trouw zijn gebleven in het land en onder het volk, dat St. Bonifacius eenmaal het licht en de blijde boodschap heeft gebracht van Christus en het Godsrijk. Onze bezorgdheid is niet ver licht door de berichten, die naar waarheid en plicht de vertegen woordigers van het Hoogwaardig Episcopaat Ons hebben gebracht, toen zij Ons aan Ons ziekbed zijn komen bezoeken. Veel troostrijks en verheffends uit de strijd hun ner gelovigen hebben zij Ons ver haald. maar daarnaast moesten zij wel oneindig veel bitters en kwaads vermelden, ondanks hun grote liefde voor hun volk en va derland en hun toeleg om een wél- overwogen oordeel te vestigen Toen Wij hun verslag hadden aangehoord, mochten Wij in inni ge dankbaarheid jegens God met de Apostel der liefde zeggen: „Ik ken geen groter vreugde dan wanneer ik hoor: mijn kinderen wandelen in de waarheid" '3 Joh. 4). De verantwoordelijkheid van Ons Apostolisch ambt eist, dat Wij vrijuit spreken. Wij willen aan U en aan de gehele Christe lijke wereld de werkelijkheid in het volle gewicht voor ogen stel len. Daarom zijn Wij verplicht daar aan toe te voegen: Wij ken nen geen zwaarder bezorgdheid, geen dieper herderlijk leed dan wanneer Wij horen: velen verla ten de weg der Waarheid (2 Petr. 2:2). Eerbiedwaardige Broeders, in de zomer van 1933 stelde de Rijksregering Ons voor. de onder handelingen over een Concordaat weer op te nemen. Zij knoopte het voorstel vast aan een reeds ja ren geleden door haar opgesteld ontwerp. Wij hebben aan dit voorstel gevolg gegeven. Toen Wij tot Uw aller bevrediging dc on derhandelingen lieten afsluiten met een plechtige overeenkomst, leidde Ons de plicht om te zor gen voor de vrijheid van de Ker kelijke heilszending in Duitsland en voor het welzijn van de zielen, die haar zijn toevertrouwd; maar tevens leidde Ons de oprechte be geerte. een wezenlijke dienst te bewijzen aan het Duitse volk in zijn verdere vreedzame ontwikke ling en welvaart. Daarom hebben Wij toen. on danks menige ernstige bedenking. Ons zelf het besluit afgedwongen om Onze toestemming niet te wei geren. Wij wilden doen al wat een mens vermocht om aan Onze trouwe zonen en dochteren in Duitsland de beklemming en het lijden te besparen, die anders on der de toenmalige omstandighe den zeker zouden zijn te verwach ten geweest. Wij wilden allen door deze daad bewijzen, dat Wij, alleen zoekende Christus en wat is van Christus, niemand de vre- deshand van de Moederkerk wei geren. als hij die niet zelf van zich afstoot". Vervolgens merkte de ency cliek'op dat dit doel niet bereikt was, al deed de rooms-katholieke kerk wat zij kon. en al bleef zij hopen. Het doel van deze ency cliek was thans te waarschuwen het geloof te bewaren, en te waarschuwen tegen een vals Godsbegrip en tegen leuzen van volk. De paus der geloof in Christus God niet gediend kan worden. Ook mag men het geloof in het Oude Tes tament niet verlaten, noch het afge op de Bijbelse betekenis woorden openbaring, geloof, on sterfelijkheid en erfzonde, be grippen die in Duitsland werden vervalst. De paus wees er op dat deemoed en genade centraal dien den te staan bij een Christelijk volk. Alleen het Christelijk geloof kon grondslag zijn van een juiste zedeleer. Gewezen werd op de rechten der ouders bij de opvoe ding. Ten slotte werd de jeugd le- trouwen voor de toekomst. Reactie De voorlezing van de encycliek in de rooms-katholieke kerken in Duitsland op Palmzondag 1937 was een volkomen verrassing Eerst in de late zaterdagavond waren de afschriften van dc en- cycliek door het gehele land aan de rooms-katholieke pastorieën afgegeven. De bisschop van Berlijn, graaf von Preysing, las de belangrijk ste gedeelten van de encycliek zelf voor in de Hedwichkirche. De indruk op de gelovigen, en op de gehele wereld was groot. Men had een zo scherpe reactie van het Vaticaan op het Hitier- régime niet verwacht. Het Alge meen Handelsblad van maandag 22 maart 1937 besprak beide en cyclieken. en merkte op: „Wat de tweede Encycliek betreft, zij is van inhoud geheel anders, maar haar toon is zeker niet min der agressief tegen de politiek der Duitsche nationaal-socialisten dan die van de eerste tegen de politiek der communisten. Er was stellig heel wat meer moed toe nodig om de Duitsche nationaal- socialistische dictatuur in haar eigen huis aan te vallen dan een verbod uit te vaardigen van sa menwerking met communisten". Direct nam de Duitse Gestapo alle teksten van de encycliek, die zij te pakken kon krijgen, in be slag. en in de Duitse pers mocht de tekst van de encycliek niet ge publiceerd worden. Hiertegen pro testeerde de Nuntius van het Va ticaan te Berlijn. Mgr. Orsenigo. bij de Duitse regering. De Duitse Rijksregering protes teerde via haar gezant bij het Va ticaan tegen de encycliek, maar de staatssecretaris van het Vati caan, kardinaal Pacelli (de latere Paus Pius XII), wees het protest waardig en beslist af. Op Paaszondag 28 maart 1937 nodigde de bisschop van Berlijn, Mgr. von Preysing in een predi katie in de kathedraal te Berlijn, de gelovigen uit bij de nationaal- socialistische autoriteiten schrifte lijk te protesteren tegen de ophef fing van rooms-katholieke scholen, en merkte op dat de regering de boodschap van de paus, vervat in diens encycliek, genegeerd had, Ook kardinaal Faulhaber wek te in München opnieuw tot verzet op. De Duitse politie legde op woensdag 31 maart beslag op 41, en op donderdag 1 april op 25 buitenlandse kranten, waarin uit voerig over de encycliek geschre ven werd. Inderdaad reageerde de Hitier- regering in het pu-bliek nauwelijks op de encycliek; slechts langs di plomatieke weg liet zij haar grote verontwaardiging blijken. Op donderdagavond 1 april sprak Rudolf Hess te Hamburg, en merkte in zijn toespraak op: ..Ons volk weet. dat politiseren de priesters vroeger als partijlei ders onder het mom van gods dienst er toe hebben meegewerkt om Duitsland aan de rand van de afgrond van het bolsjewisme te brengen. Ons volk weet. dat men het bosjewisme niet met pamflet ten. waarin vervloekingen zijn vervat, kan overwinnen. Even min zal men daarin slagen door middel van verklaringen, in zorge- lijke termen vervat. Ons volk weet. dat op het werk van Hitier Gods zegen rust. Het Duitse volk zal niet dulden, dat men zijn zo duur bevochten eenheid zal versto ren. Het zal als één man voort- marcheren". Na hem sprak dr. Ley: „Op de ze aarde geloven wij alleen aan Adolf Hitler. Wij geloven aan een God in den hemel, Die ons heeft geschapen, en Die ons leidt. Wij geloven, dat God ons Adolf Hitler heeft gezonden, opdat hij ons zal leiden naar geluk en vreugde". Als om de negatie volkomen te maken. verzoende Hitier zich juist in deze dagen met de god loochenaar generaal Ludendorff. Begin april 1937 verklaarde Lu dendorff aan het persbureau Ha- va s: „Dit Christendom is een buitenlandse godsdienst, welke in strijd is met onze overgeërfde aard....wij staan voor het volgen de alternatief: óf ons te ontdoen van het christelijk dogma en het mysterie der incarnatie van het Duitse volk te verwezenlijken, óf onder te gaan in het bederf van een mensheid zonder samenhang". Erger dan met deze woorden kon het nauwelijks gezegd wor den! Dat de gehele positie van het Christendom in Duitsland er zeer ernstig voorstond, onderstreepte Karl Barth nog eens, toen hij na een bezoek aan Engeland, eind maart aan de pers verklaarde: „Het ware te wensen, dat de kerken buiten Duitsland beter de betekenis van de stijd der Duitse kerk begrepen: het betreft niet alleen de vrijheid in de kerk. maar een strijd der kerk tegen een nieuwe godsdienst niet een wijsbegeerte of slechts een in boeken en tijdschriften besproken zienswijze, maar een religie, die zich om een Staat en personen zo als Hitier concentreert. Deze nieuwe religie is ook een nieuwe macht in de wereld. Sinds Mo hammed is het Christendom nooit zo bedreigd geweest als thans in Duitsland". Op zondag 4 april preekte ds. Niemöller in Berlijn-Dahlem. en deelde mee dat aan tien predikan ten het spreken verboden was, en dat dertien uit hun parochies ver dreven waren. En hij vervolgde: „Dit aantal is misschien niet zo groot, maar erger is het, dat onze predikanten en onze gelovigen door de Staat als openbare vijan den worden beschouwd en behan deld. Christus zelf wordt als open bare vijand beschouwd. De vervolging van Christenen en van Christus wordt bedreven in naam van een wet, welke Wet tot bescherming van Volk en Staat" heet. Het is een leugen, indien men beweert, dat de le den der Evangelische Kirche zich hebben schuldig gemaakt aan welke overtreding of aan welk misdrijf ook. Men heeft hun de vrijheid van godsdienst geroofd!" Sinds het jaar 1937 verkeerden de principiële rooms-ka/tholieken en protestanten in oorlog met het Hitler-regime, en de encycliek „Mlt brennender Sorge" was daar één van de tekenen van. Welke ook het oordeel moge lul den over het concordaat dat het vaticaan in 1933 met de Hitier- regering sloot, na de publicatie van de encycliek „Mlt brennender Sorge" in 1937 kon er over het oordeel van het Vaticaan over Hitler en het nationaal-socialisms niet de minste onzekerheid meer bestaan.... <A m vindt, dit niet hardop mag zoggen. Want dan zeurt ze. Maar als iemand van veer tig of twintig die appel zuur vindt, dan reageert cr nie mand met het woord zeuren. Mevrouw J. van Houweltn* gen-Baars, óók uit Leiden, tikt o.m.: „Staar te niet blind op problemen mijn vrind maar leer het begrijpen Hoe Hij je wil rijpen door goed en door kwaad, voor je eeuwige Staat Dan vindt zij dat ouderen de plicht hebben jeugd op de Enige Uitweg te wijzen. „An ders wordt voor die jongeren de wereld zo hopeloos leeg. Alles voor Zijn eer en Glo rie: als dit goed tot ons door dringt hebben wij geen be- noefte en geen tijd om rare dingen te schrijven en ge wichtig te doen. Jongeren aie Hem hebben gevonden, mo gen onuitsprekelijk gelukkig zijn. Als ik „ruimte voor ons" lees slaat de schrik m« om het hart. Wat een arro gantie, dat het zover geko men is. Hoe kan zo'n jeugd het Geluk vinden als wij ouderen hen hier niet op wij zen", aldus deze mevrouw, die haar brief vergezeld doet gaan van twee verzen van haar hand. Drie ouderen komen van daag aan het woord. Met de heer J. van Vondel uit Rot terdam zijn we gauw klaar. Hij schreef alleen maar (in héél mooie letters!)" „Zeer geachte redaktie. Mijnheer Van Dijk. heeft gelijk". We hadden die brief zélf kunnen schrijven uit 't hart ge grepen. Mejuffrouw C. A. Koen uit Leiden heeft een probleem. Waar ze mee zit. Ze legt het ons voor als ze schrijft: „blijkbaar zeur je tegenwoor- Waarom neemt de jeugd die kritiek wel van elkaar maar zeggen ze ,,o, naar die moet je niet teveel luisteren!" als een oudere de mond open doet? Daar komt dan oog bij, dat heel wat ionge men sen al kritiek hebben op an deren. die slechts een paar jaar jonger zijn 4an rij. Jeugdige onderwijzers b.v. zitten soms reeds vol op- en aanmerkingen tegen kweke lingen. 't Lijkt wel of ze hun eigen kwekelingentijd al vilf- tig jaar achter de rug heb ben." aldus vatten we deze brief samen. Tenslotte zegt deze lezeres nog, dat een oude dame van zeventig jaar, die b.v. een appel wat zuur ■IIIll «e (0 d) 'DIANIER WAAROP Met irfijnheer Van Dijk heeft ook ge lijk, mejuffrouw Coen.... Nu mogen ouderen vinden wij best kritiek leveren, 't gaat er daarbij alleen maar om de manier waar op! Als een oudere eens met een jongere wil praten, in staat is zich open te stel len voor die jongere en zich «en beetje verstaanbaar weet tc maken in diens eigen taal. zal iedere jongere ro'n gesprek alleen maar op prijs stelleniMaar soms krij gen wij de indruk, dat ouderen ons niet meer willen begrijpen. We zijn zo reëel om te erkennen dat wij ook niet in alle geval len de moed kunnnen opbrengen die ouderen te begrijpen. Om eerlijk te zijn hebben wij enigszins de indruk, dat u alleen maar naar beneden (naar de Jeugd) kijkt en niet naar boven (naar de ouderen). En wat die oude dame met haar appel betreft; we geloven, dat u bp dit punt twee zaken door elkaar haalt. Wij, jongeren, (of Iemand van veertig) bijten in een appel en eten desnoods het klokhuis nog op. Maar een dame van zeventig gaat die appel schillen, maakt nette partjes, ge bruikt een schoteltje.... Dat Is een andere wereld. En zouden we ons daarin storten, dan zitten we gelijk in het bejaardenpro bleem. Niet direkt een problematiek, die bij ruimte past.... Maar, er hoeven helemaal geen proble men te zijn, volgens mevrouw Van Houwe- lingen. Als wij de Enige Uitweg maar weten te vinden. Nu willen wij graag één ding voorop stellen: ook wij als redaktieleden zijn er stuk voor stuk van overtuigd, dat ons leven hopeloos leeg zou zijn als we Hem niet zouden kennen om uw woorden aan te halen. Ook dit is voor ons een heilige zaak. Daarom kunnen wij üw „manier waar- op" niet zo waarderen. Wij begrijpen niet goed. dat u gemeend heeft iets dat zo heilig ls in rijm-woordjes te moeten gaan Inpas sen, versjes, die ergens op 5 decemberr lij ken. U noemt ons arrogant, maar wij ma tigen het ons niet aan versjes te gaan ma ken Juist op wat het hoogste in drt leven ie. Daarnaast geloven wij ook niet dat een Christen geen problemen zou kunnen hebben, van welke leeftijd hij of zü ook ia. dan jiUen u« gelijk i bejaarden probleem. culturele taak. gelukkigTaat Hilversum die het zwaarst wegen. Radio Veronica is niet meer dan een ether piraat. Een illegale zender die door handige zakenlui op ongeoorloofde wijze zijn bestaan heeft gevonden. Ala radio Veronica navolging zou vinden, kan hel gebeuren dat het hele radioverkeer ontwricht wordt. Is het pas niet gebeurd, dat een vlieg tuig is neergestort door de verplicht spontaan" ....wordt gedeeld door een dienstplichtig soldaat (niet de onze van „fronttaai") en R. van der Meurs (22 jaar, uit Zuidland). Dpi. aid 'naam en adres zijn ter redaktie bekend wil üw mening weten over het volgende. „Ter gelegen heid van het 25-jarige huwe lijksfeest van ons koninklijk paar moeten wij als militai ren een bijdrage leveren. Door de administrateur zal die bijdrage nu van onze sol dij worden afgehouden! De gene, die niets zou willen geven, moest z'n naam opge ven in de weekkamer. Hoe vindt u dat? Volgens mij zou het beter zijn geweest een bus bij de deur te plaat sen zodat leder v r ij w 11- lig iets had kunnen geven. Nu zijn we er toch enigszins toe verplicht! Zouden de .hogeren" soms bang zijn geweest, dat er niets in die bus was gekomen? Graag een mening hierover!" Verzoek van de ruimte-re- daktie: graag véél menin gen R. van Meurs is boos. Op Jan van Stralen, die in de rubriek van vorige keer iets zei over radio „Veronica". Nu kennen wij Jan niet. we drukten alleen zijn brief af. Dus hopen we dat hij er le gen kan als de heer Van Meurs zegt, dat Jan zich verlaagt tot een minder- „De radio heeft ook een bemoeiingen van een ether- piraat?' Bovendien heb ik totaal geen waardering voor de duffe manier waarop Ve ronica zijn programma's brengt en voor de weinig originele wijze, waarop ze zijn samengesteld.", zo le zen we in de brief. De heer Van Meurs is verder sterk gekant tegen reclame via radio en televisie (de onge zonde kooplust die zich bij de consument voordoet heeft dikwijls schrikbarende ge volgen). „Laten wij als jon geren eensgezind staan ach ter de christelijke partijen die dit kwaad juist trachten te weren". Méér post kunnen we (be laas) In deze rubriek niet kwijt. Met gepaste spanning wachten we weer op reacties op deze reacties.... Die wij Sraag vóór de zevende april innen hebben.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 19