MORGENDE MAMMOETWET
Fouchet - adjudant
van De Gaulle
Frans Decoster
overleden
Morgen begint in de Tweede Kamer de vergadering, waarnaar
(«renlang is uitgezien. Op de agenda staat simpel met één regeltje
„wetsontwerp regeling van het voortgezet onderwijs". Feitelijk is
het ontwerp maar een betrekkelijk kleine wet: slechts 117 artikelen,
die samen zestien pagina's in beslag nemen. Toch spreekt men van
mammoetwet, als men het erover heeft. De schriftelijke voorberei-
dsnde gedachtenwisseling tussen Tweede Kamer en minister heeft
n et minder dan ongeveer 350 pagina's met kleine lettertjes gevergd.
Als men alle artikelen, die sinds de indiening van het ontwerp zijn
verschenen, uitknipt en telt, komt men op een getal met vier cijfers.
De mammoetwet wil het onderwijs, dat de jeugd na de lagere
«chool kan volgen uitgezonderd het onderwijs aan de universiteiten
#n hogescholen regelen. Momenteel bestaat een veelheid van
regelingen voor al dit onderwijs. Het U.L.O. is bijvoorbeeld geregeld
in de Lager-Onderwijswet, het gymnasium in de oude wet op het
noger onderwijs. Het lyceum valt onder geen enkele wet, om de
eenvoudige reden, dat deze tak van onderwijs als het ware vanzelt
gegroeid is en geen enkele wetgever ertoe gekomen is, een wettelijke
regeling voor het lyceum op te stellen.
De niet-officiële titel „mammoetwet" dankt het ontwerp juist aan
de omstandigheid, dat minister Cals als het ware alle takken en
soorten van voortgezet onderwijs in dit ene ontwerp wil opnemen.
De term schijnt van het a.r. Kamerlid mr. A. B. Roosjen afkomstig
te zijn.
Dit artikel wil een korte wegwijzer zijn voor hen, die de komende
weken het Kamerdebat over de mammoetwet van nabij of via de
verslagen in ons blad willen volgen. Achtereenvolgens schenken wij
aandacht aan de wederwaardigheden, die het wetsontwerp tot heden
heeft ondergaan, aan de inhoud van het ontwerp, aan de kritiek, die
van vele zijden erop is geoefend en tenslotte aan het te verwachten
resultaat. Volledigheid is uiteraard onmogelijk. Zij die volledigheid
verlangen, mogen zich voorlopig troosten met de gedachte, dat de
openbare behandeling in de Tweede Kamer waarschijnlijk zes weken
zal duren, en dat wij dus nog volop gelegenheid krijgen, op de vele
details terug te komen.
PRINCIPIËLE BEZWAREN
jbf 1NISTER Cals heeft het wets-
ontwerp tot regeling van het
voortgezet onderwijs op 29 okto
ber 1958 bij de Saten-G ener aal in
gediend. Wij werden toen nog ge
regeerd door een kabinet-Drees,
maar dat duurde niet lang meer.
Twee maanden later hield dr.
Drets op minister-president te
zi$n. Een nieuw kabinet zonder
socidisten moest worden ge-
vornd. Tussentijdse verkiezingen
bleien noodzakelijk. Twee zaken
drukten bij de vorming van het
nietwe kabinet zwaar op de maag:
de mammoetwet en de kinderbij
slagwet. Beide ontwerpen vorm-
der. een erfenis uit de periode-
Drees
Bepalen wij ons thans tot het mam-
moetontwerp. Al kort na de indiening
kvam van confessionele zijde het
verwijt, dat het ontwerp inging: tegen
enkele bepalingen uit de Grondwet.
Artikel 208 van de Grondwet stelt,
(at de overheid het openbaar onder-
vijs regelt, maar voor het bijzonder
mderwljs slechts eisen van deugde
lijkheid stelt, als voorwaarde voor
bekostiging uit de openbare kas. In
het mammoetontwerp zijn echter de
belahgrijkste bepalingen voor het
openbaar en bijzonder onderwijs in
één hoofdstuk geregeld.
Deze structuur heeft het wetsont-
Wïrp Steeds behouden. Om hen, die
ireenden dat het ontwerp strijdig is
rret de Grondwet, tevreden te stellen,
haeft minister Cals in 1959 slechts in
de opschriften boven het omstreden
hoofdstuk een wijziging aangebracht.
Cp 21 juni 1960 verscheen het voor
lopig verslag van de Tweede Kamer.
Minster Cals diende op 8 februari 1961
ziji memorie van antwoord in. Zij ging
vergezeld van een nota van wijziging,
wóardoor ongeveer de helft van de ar-
tilelen van het ontwerp min of meer
ingrijpend werd gewijzigd.
Het laatste voorbereidende woord was
irtussen van de zijde van de kamer nog
net gesproken. In de voorzomer van
hit vorig jaar heeft tussen minister
Chls en de Kamercommissie van voor-
brreiding een mondeling overleg plaats
gehad, dat zeven volle dagen in beslag
nam. Uit dit overleg resulteerde een
darde nota van wijzigingen.
De veranderingen, die hierin werden
voorgesteld, waren betrekkelijk be
perkt. Dit was enigszins teleurstellend
voor hen, die rekenden op de verkla
ring van minister Cals. volledig open te
ataan voor alle suggesties, die hem uit
de Kamer bereikten. Toch bracht de
commissie op 18 januari eindverslag
uit: ondanks ernstige bezwaren, die bij
een aantal Kamerleden waren blijven
bestaan, achtte zij de openbare behan
deling van het wetsontwerp voldoende
voorbereid.
SCHOOLSOORTEN
Volgens de bepalingen van het wets
ontwerp is het voortgezet onderwijs te
onderscheiden in: voorbereidend weten
schappelijk onderwijs: hoger, middel
baar en lager algemeen voortgezet on
derwijs: hoger, middelbaar en lager be
roepsonderwijs; en andere vormen van
voortgezet onderwijs.
Voorbereidend wetenschappelijk on
derlijs (v.w.o.) wordt gegeven aan
gymnasia, athenaea en lycea, elk met
een cursusduur van zes jaar. Minister
Cats denkt erover, het Grieks niet als
verplicht eindexamenvak voor het gym-
nasium-B vast te stellen.
Hoger algemeen vormend onderwijs
(h.a.v.o.) wordt gegeven aan scholen
met' een cursusduur van vijf jaar. De
ze scholen zijn de practische opvol
ger; van de h.b.s. Zij, die thans naar
de h.b.s. gaan om vervolgens verder te
studeren aan een universiteit of hoge
school, zullen in de foekomst het athe
naeum kiezen.
Middelbaar algemeen vormend onder
wijs im.a.v.o.) wordt gegeven aan scho
len met een cursusduur van drie of vier
jaar. Dit schooltype wordt de opvolg
ster T m rtar
In het eerste leerjaar van scholen
voor voorbereidend wetenschappelijk
onderwijs en voor algemeen vormend
onderwijs worden dezelfde vakken ge
geven. Deze bepaling heeft tot doel,
dat leerlingen,die tot de ontdekking zijn
gekomen, niet het juiste schooltype te
hebben gekozen, nog in het eerste jaar
zonder schade naar een ander school
soort kunnen overgaan. Op het gym
nasium kan in 'dit eerste brugjaar wel
latijn worden gegeven.
Beroepsonderwijs wordt gegeven aan
scholen voor technisch onderwijs, huis-
houd- en landbouwhuishoudonderwijs,
landbouwonderwijs, middenstandsonder-
wijs, economisch en administratief on
derwijs en kunstonderwijs.
In het eerste jaar wordt aan de
scholen voor lager beroepsonderwijs
lager algemeen vormend onderwijs ge
geven. Dit beoogt een ruimere algeme
ne ontwikkeling van de leerlingen.
Het wetsontwerp houdt voorts de mo
gelijkheid open, dat een aantal scholen
zich verenigt in een scholengemeen
schap. Het regelt tamelijk uitvoerig de
acten, die voor het geven van onderwijs
nodig zijn.
OPENBAAR
ONDERWIJS
Op aandrang van
TECHNISCHE BEZWAREN.
Andere bezwaren gelden de zg. plan
procedure en de (hoge) normen. die
worden aangelegd voor de oprichting
van nieuwe openbare scholen en voor
de subsidiëring van bijzondere scholen
voor voortgezet onderwijs. Het beginsel,
dat momenteel geldt voor de lagere
scholen en nog geldt voor het u.l.o.
melijk automatisch subsidie bij eer
pa aid aantal leerlingen wordt in zekere
zin verlaten. Scholen, die aan de (hoge)
oprichtingsnormen voldoen, zullen in
het ongunstigste geval, afhankelijk van
de wil van de minister van onderwijs,
nog vijf jaar moeten wachten, voordat
het rijk over de brug komt.
Dan is nog als groot bezwaar naar
voren gebracht, dat minister Cals ir
deze ene mammoetwet onderwijssoor
ten wil onderbrengen, die in feite niets
met elkaar te maken hebben. Hierop
hebben onder meer een aantal organi
saties van leraren bij het neutrale en
christelijke v.h.m.o. gewezen. Naar
hun mening moet in een aantal apar
te wetten meer gedetailleerd worden
geregeld wat minister Cals thans sum
mier in één grote wet wil onderbren
gen.
de voorstanders van
het openbaar onder
wijs heeft minister
Cals de oude om
schrijving opgeno
men, dat het open
baar onderwijs „onder het aanleren
van gepaste en nuttige kundigheden
dienstbaar wordt gemaakt aan de ont
wikkeling van de verstandelijke ver
mogens der leerlingen, aan hun licha
melijke oefening en aan hun opleiding
tot alle christelijke en maatschappe
lijke deugden".
Aan elke openbare school wordt een
oudercommissie verbonden. Aan de
openbare scholen worden op verzoek
van kerkelijke gemeenten of van plaat
selijke kerken de leerlingen in de gele
genheid gesteld, godsdienstonderwijs
te volgen.
Als er binnen redelijke afstand van
de woning van de leerling geen openba
re school aanwezig is, mag aan deze
leerlingen op grond van hun godsdien
stige gezindte de toegang tot een ge
subsidieerde bijzondere school niet wor
den ontzegd. Op deze bijzondere scholen
mogen deze leerlingen niet worden ver
plicht, de godsdienstlessen bij te wo-
De minister stelt elk jaar een drie
jarenplan op, waaruit men kan opma
ken, welke openbare en bijzondere
scholen voor voortgezet onderwijs in
de nabije toekomst voor oprichting of
subsidiëring in aanmerking komen. In
het wetsontwerp staat, dat scholen
met een bepaald aantal leerlingen in
ieder geval een plaats op het plan
krijgen en dat de subsidiëring in elk
geval aanvangt, nadat de school vijf
achtereenvolgende jaren in het plan
is opgenomen.
Aan de bekostiging komt een einde,
als de onderscheiden schoolsoorten ge
durende een bepaald aantal jaren min
der dan een in het wetsontwerp ge
noemd aantal leerlingen telden. Voor
Lycea en m.a.v.o.-scholen, alsmede
v.w.o.-scholen, die zijn opgenomen in
een scholengemeenschap, voorkomend
in gemeenten met minder dan 50.000 in
woners. gelden mildere opheffingsbepa
lingen.
Belangrijk is nog het overgangsrecht,
uiteraard kunnen, als het wetsontwerp
tot wet is verheven, de nieuwe bepalin
gen niet van de ene dag op de andere
worden ingevoerd. Een geleidelijke
overgang gedacht wordt aan tien
jaar is noodzakelijk. De overgangs
bepalingen worden geregeld in een
aparte wet. In deze overgangswet wordt
ook bepaald, wanneer de mammoetwet
in werking treedt. Gezien de ingewik
keldheid van de stof is minister Cals er
nog niet in geslaagd, de overgangswet
bij de Staten-Generaal aanhangig te
maken.
TOCH
HAALBAAR?
EN TOCH STRAKS AANVAARDBAAR?
meer kritiek dan in
deze luttele regels
kon worden samen
gevat. Klemmend
rijst dus de vraag: „Zal minister Cals
het redden? Het werd reeds geschre
ven: veel onderwijsmensen hopen van
niet.
van adressen van deze strekking zijn bij
de Tweede Kamer ingediend met het
doel de Kamerleden van dit standpunt
te overtuigen.
Humanistische voorstanders van het
openbaar onderwijs zijn ontstemd, om
dat op openbare scholen wel godsdienst
onderwijs mag in zekere zin zelfs
moét worden gegeven, maar geen
onderwijs van geestelijke strekking op
humanistische grondslag. Het Huma
nistisch Verbond heeft in enkele adres
sen de Tweede Kamer van zijn bezwa
ren op de hoogte gesteld.
Andere voorstanders van het openbaar
onderwijs zijn van mening, dat ouder
commissies niet thuis horen bij onder
wijs, dat geheel door de overheid wordt
geregeld. Zo leven aan de zijde van het
openbaar onderwijs tal van wensen,
die straks in de Tweede Kamer onge
twijfeld met kracht zullen worden ver
dedigd.
TE WEINIG VRIJHEID?
De bezwaren van de voorstanders
van het bijzonder onderwijs zijn
uiteraard van geheel andere aard.
Wij beperken ons thans tot de be
zwaren, zoals die met name uit pro
testants-christelijke kring naar voren
zijn gebracht.
Het hoofdbezwaar is, dat het mam
moetontwerp de vrijheid van richting én
inrichting van het bijzonder onderwijs
bedreigt. Op dit punt is een nadere uit
eenzetting over de structuur van het
ontwerp nodig. In de eerste plaats moet
worden opgemerkt, dat de mammoetwet
een raamwet zal zijn: de grote lijnen
worden aangegeven, zeer veel details
zullen door de minister van onderwijs in
algemene maatregelen van bestuur
dus buiten het parlement om worden
vastgesteld.
Daarnaast doet zich bij dit wetsont
werp de welhaast unieke situatie voor,
dat de regels, die de overheid voor het
openbaar onderwijs vaststelt, en de
eisen van deugdelijkheid, waaraan het
bijzonder onderwijs moet voldoen om
subsidie te krijgen, voor het meerendeel
in hetzelfde hoofdstuk zijn onderge
bracht en gelijkluidend zijn. Deze for
mulering wijkt geheel af van de klas
sieke onderwijswetgeving. waarin de be
palingen voor het openbaar onderwijs
de subsidievoorwaarden voor het bij-
sor het bijzonder onderwijs te bezitten.
Velen achten dit bezwaarlijk. De Ver
eniging tot bevordering van de studie
var de Franse Taal heeft bovendien de
Kamers laten weten, teleurgesteld te
zijn omdat in dit brugjaar slechts één
vreemde taal (het Duits) en niet het
Frans zal worden onderwezen.
BRUGKLASSE
Behalve principieel getinte bezwa
ren worden van vele zijden ook onder-
wijs-technische bedenkingen tegen het
ontwerp aangevoerd. Eén ervan
geldt de brugklasse. Als wij thans een
dergelijke brugklasse kenden, zou in
het eerste leerjaar van gymnasium
(latijn uitgezonderd), h.b.s. en u.l.o.
precies dezelfde stof worden onderwe
zen. Pas daarna zou per schoolsoort
het onderwijs meer uiteenlopen.
De kamerleden, die bij de behandeling
van de mammoetwet het woord voeren,
hebben in het algemeen een zeer open
oog voor de belangen van het onder
wijs. Doorgaans luisteTen zij ijverig
naar de wensen, die de onderwijsmen
sen hun voorhouden. Ze zijn echter meer
dan verlengstukken van het voortgezet
onderwijs: men pleegt hen politici te
In het mammoetdebat zullen dus
ook politieke overwegingen een rol
spelen: de voorkeur voor de huidige
politieke samenwerking, de wens
de politieke loopbaan van minister
Cals die door sommigen wordt be
schouwd als de man, die KVP en
VAN „EUROPA" NAAR ALGERIJE
Christian Fouchetdie tot Franse de Franse generaal een beroep op
STROOM VAN KRITIEK
Veel voorstanders van het bijzonder
I onderwijs zien hier een grote adder
onder het gras. Een van de meest fer-
\vente bestrijders van hel mammoe t-
ontwerp, dr. A. la Fleur, voorzitter
Zeker, minister Cals is luid gepre- van de Contactcommissie voor het
jzen om de grootsheid van visie, die christelijk onderwijs, vindt dat in de
aan het mammoetontwerp ten grond- benadering „an minister Cals de doel-
s as :Hït Maar tu.der ,os klonk ei, matigheid teveel op de voorgrond
klinkt de kritiek uit alle gelederen i staat Dit leM A e?toe dat de
van de onderwijswereld. Het merk- ,ieid jn het WetsontWerp rich zoveel
waardige verschijnsel doet zich daar-1 rK,Me„ v00rbehmlit dal geen garan-
btj voor, dat voorstanders van het ties aanwezig zijn dat de „rijhefd
inrichting
Hoge commissaris voor Algerije is
benoemd, heeft 20 jaar lang de
zaak van generaal Charles de
Gaulle gediend. Hij was 29 jaar
oud, toen hij zich in een Engels
vliegtuig verborg om na de ineen
storting van het Franse leger in
de Tweede Wereldoorlog naar
Londen te reizen. De volgende dag
stelde hij zich ter beschikking van
De Gaulle en diens vrije Franse
strijdkrachten. Hij meldde zich bij
De Gaulle op 18 juni 1940, de dag,
waarop de toen nog weinig beken-
openbaar onderwijs betogen, dat het
ontwerp moet worden verworpen.
I omdat het een bedreiging, vormt
I voor het openbaar onderwijs, terwijl
voorstanders van het bijzondere on
derwijs tot eenzelfde conclusie ko-
I men, omdat naar hun mening de
vrijheid van het bijzonder onder
wijs dreigt te worden beknot. Laten
wij de bezwaren eens nader bezien.
De voorstanders van het openbaar on
derwijs lopen vooral te hoop. omdat het
de voorstanders van het bijzonder on
derwijs is toegestaan om op eigen kos
ten scholen voor voortgezet onderwijs
op te richten en in stand te houden. Als
echter een gemeente de oprichting van
een openbare school wenselijk acht.
mag zij niet beginnen voordat de mi
nister van onderwijs daarvoor toestem
ming heeft verleend. Dit is een onge
lijke behandeling, menen de voorstan
ders van het openbaar onderwijs. Tal
Ifs de daarmee
.enhangende vrijheid vun
richting, een levensfactor voor het bij
zonder onderwijs, in de toekomst zal
zijn gewaarborgd.
Concreter uitgedrukt: de gelijkheid
van regels zij het dan onder een
verschillende betiteling voor het open
baar en bijzonder onderwijs is één ge
vaar. Het feit. dat de minister van on
derwijs zelf een zeer groot aantal de
tails zal kunnen regelen, vormt een
andere bedreiging.
Veel hangt intussen af van de mentali
teit van de komende ministers van on
derwijs. Zijn zij het bijzonder onder
wijs goed gezind, dan valt nauwelijks
gevaar te duchten. Zijn zij het niet, dan
zullen zij waarschijnlijk tamelijk veel
bevoegdheden bezitten om het bijzonder
onderwijs in een ongewenst keurslijf te
dringen. Minister Cals heeft bij herha
ling betoogd, een warmkloppend hart
Christian Fouchet, de Franse am
bassadeur in Denemarken, die de
eerste Franse Hoge Commissaris in
Algerije zal worden.
zijn landgenoten in Frankrijk deed,
de strijd voort te zetten.
Na de bevrijding van Frankrijk trad
Fouchet in de diplomatieke dienst van
zijn land. Hij werkte in 1944 als secre
taris van de Franse ambassade te
Moskou en werd later als gedelegeer
de van de voorlopige Franse regering
naar de Poolse regeringen te Lublin
en Warschau gezonden. Fouchet was
de Franse gedelegeerde bij de regering
van India en van 19451947 consul-
generaal in Calcutta.
Toen De Gaülle zijn R.P.F. opricht
te verliet Fouchet de diplomatieke
dienst. Hij werd lid van het hoofd
bestuur van de nieuwe partij en van
1947 tot 1951 algemeen gedelegeerde
voor het district Parijs. Vervolgens
werd hij afgevaardigde naar de Na
tionale vergadering.
Naar momenteel wordt aangenomen
zal minister Cals de meeste steun kun
nen verwachten van zijn geestverwan
te KVP en van de oppositiepartij, de
Partij van de Arbeid. Dit wil natuurlijk
niet zeggen, dat beide groeperingen niet
tal van wensen ter tafel zullen brengen.
Het is echter niet te verwachten, dat zij
tegen het wetsontwerp zullen stemmen.
Het meest onzeker is nog de houding
van de christelijk-historische en anti
revolutionaire Tweede-Kamerfracties.
Juist het summiere karakter van hel
wetsontwerp en de grote zeggenschap,
die nog aan de minister van onder
wijs wordt gelaten, heeft met name
in c.h. kring bezwaren gewekt. Daar
tegenover staat, dat een c.h. studie
commissie tot aanvaarding van hel
ontwerp heeft geadviseerd.
Het is intussen wel duidelijk, dat
met name de antirevolutionairen aan
vankelijk zullen pogen, door middel van
amendementen verbeteringen in hel
wetsontwerp aan te brengen. Uiteraard
wil dit nog niet zeggen, dat een derge
lijke constructieve houding uiteindelijk
zal uitmonden in instemming met het
hele wetsontwerp.
Onderwijs is een zaak voor het
hele volk, heeft minister Cals de
vorige week in de Eerste Kamer
gezegd. Wat kan men hieruit
leren? Vooral dat een belangrijk
wetsontwerp als het ontwerp tot
regeling van het voortgezet onder
wijs pas zegenrijk kan werken, als
het kan bogen op de instemming
van een zo groot mogelijk deel
van de volksvertegenwoordiging.
Als Kamer én minister de komen
de weken wijsheid en de juiste
verdraagzaamheid aan de dag
leggen, kan met meer vertrouwen
het eindresultaat van het overleg
tegemoet worden gezien.
Prinses Gracia gaat
weer film maken
Prinses Gracia van Monaco voor
haar huwelijk met prins Rainier Gra
ce Kelly gaat weer filmen, zo
maakte het paleis gisteren officieel
bekend.
Grace krijgt een rol in een film
in Alfred Hitchcock, die gebaseerd
zal zijn op een roman van de Engels-
Winston Grahgm. De prinses, die
I voor haar spel in „The country girl"
Toen Pierre Mendes-Franee in 19541m" C™'» in i»?4 0scar
aan de macht kwam werd Fouchetm dr" üm
benoemd tot minister voor Tunesische gespeeld.
WOLLEN POLO-PULLI'S
VELE VOORDELEN
ideaal voor ons klimaat.
blijft goed in modeL
voor alle leeftijden.
Marokkaanse zaken. Fouchet ver
gezelde Mendes-France in 1954 op
diens dramatische vlucht naar Tunesië, j
die leidde tot de binnenlandse auto- j
noinie en uiteindelijke onafhankelijk- J
heid voor Tunesië.
De prinses zal de film maken tijdens j geweest.
m vakantie in de Verenigde Staten.
Grace Kelly ontmoette prins Rai-
ler indertijd toen zij aan de Rivièra
irbleef voor de verfilming van ..To
catch a thief" waarin Gary Grant
Dc Gaulle ontbond de R P F in 1956 h"aJ. was. Zij trcraiode
Vlaamse protestant
met toneelliefde
Dezer dagen is te Grimsbergen
in België, waar hij de laatste jaren
bij zijn kinderen woonde, de pro-
testants-Vlaamse schrijver Frans
Decoster overleden, auteur van het
vroeger veel gelezen verhaal „De
Bijbel in het Smidshuis" en andere
Vlaamse romans. Jaak Frans De
coster was de zoon van een arme
Vlaamse landbouwer, een vroom
rooms-katholiek gelovige, wiens
leven een onuitwisbare indruk
naliet op zijn met fantasie begif
tigde zoon.
Toen er in de twintiger jaren in ons
land veel te doen was over de „toneel
kwestie" voelde Decoster, die Neder
land had leren kennen in de oorlogs-
i toen hij protestants aalmoezenier
in het kamp van Zeist, zich tegen-
de broeders boven de Moerdiik
eens een buitenbeentje. Hij hield
nl. veel van toneel en kon niet inzien,
dat Christus hem dit verbood. Alleen,
hij koos zijn stukken „met zorg" zoals
hij mij in 1925 vertelde. „Ik ben rooms-
katholiek opgevoed, zei hij. Mijn vader
kruisdrager in onze dorpskerk. Dat
al toneel. Bij de grote uitgang
droeg hij (en dan had hij, de eenvoudi
ge landman, een schoon, zwart kleed
met een wit kleed daarover) de
(de vlag), zo groot als een schuur-
poort. En als ik mijn vader dan zag
dan fonkelden mijn ogen en werd ik
koud van ontroering. Op Palmzondag
droeg vader het Kruis en dan ging hij
met de steel van het Kruis driemaal op
de oude kerkpoort om binnen gelaten
te worden. Dat verbeeldde de intocht
van Jezus in Jeruzalem. Toen ik twaalf
jaar was heb ik zelf in de processie de
twaalfjarige Jezus uitgebeeld die de ge
leerde doctoren uit dp tempel onder
vroeg en verbaasde. Ik had een schoon,
rood kleed aan, ik, de arme jongen die
anders zo schamel gekleed ging...."
Toch vond Frans op zestienjarige leef
tijd de weg naar de Evangelische Kerk
en werd hij bijtbelcolperteur na een
vijfjarige studie aan de school voor
Vlaamse evangelisten. Gedurende de
oorlog 1914-1918 was hij protestants aal
moezenier in het kamp van Zeist. In
die jaren ontstonden zijn eerste Vlaamse
romans en enige geschriften zoals
.Vlaamse zielen in de Europese we
reldbrand" en „Ervaringen en gepein
zen van een Vlaamse vluchteling". De
coster had een goede kijk op het men-
taliteitsverschil tussen dc Vlaming cn
schreef hij onder pseudoniem Frans
van Schotelveld onder de druk van het
zakenleven zijn beste korte vertellin
gen. Allereerst de geschiedenis van zijn
vader: „Sanderke's reis naar Gods
Heil'ge zaal" en „De secret der ge
boorte vati het Kindeke in Bethlehem".
In de novelle „Sloeberke op het Fiest
van Breughel" kon hij zich helemaal la
ten gaan in het vaak humoristische
Brusselse Vlaams. De zaken slorpten
hem op. Niettemin schreef hij nog ar
tikelen voor verscheidene Hollandse
bladen, waarin zijn vaak ironische Brus
selse brieven graag werden gelezen.
Van zijn overgang van de r.k. naar
de Evangelische kerk heeft hij nooit be
rouw gehad. Decoster was een over
tuigd protestant geworden en is dat ge
bleven. Hij heeft de groei van het pro
testantisme in zijn land nog mogen be-
Toen hij zich uit de zaken had terug
getrokken, verraste hij nog eenmaal
met een sappig Vlaams verhaal „Sui-
kerbolleke", waaraan do humor van
zijn gastvrije Vlaamse echtgenote Su-
Bocvé wel niet vreemd zal zijn
P. J. R.
Fouchet leed een nederlaag, toen
hij zich als afgevaardigde herkiesbaar
stelde. Toen De Gaulle in 1958 weer
aan de macht kwam, werd Fouchet
vrijwel onmiddellijk benoemd tot
Frans ambassadeur in Denemarken.
Hij keerde zondag uit Kopenhagen
terug en begaf zich naar het Elysée
voor een gesprek met De Gaulle al
vorens tot hoge commissaris benoemd
te worden.
Fouchet is thans 50 jaar oud. On
langs kwam hij in het brandpunt van
de belangstelling als hoofd van de
commissie van zes landen, die poogt
een formule op te stellen
Politii
ïpril 1956 en heeft twee kinderen.
Meer geld voor
rampenfonds V.S.
President Kennedy heeft gisteren aan
het Congres een aanvullende som van
miljoen (i'ollar verzocht om te voor
zien in de nood in de onlangs door de
storm geteisterde Amerikaanse staten.
Het Witte Huis heeft meegedeeld, dat 25
miljoen dollar hiervan in het betrokken
Griekse prinses
krijgt f 1.000.000
als bruidsschat
Het Griekse parlement heeft gisteren
een voorstel van de regering aanvaard
om een bruidsschat van negen miljoen
drachmen (ruim één miljoen gulden) te
geven aan prinses Sophia, de oudste
dochter van koning Paul die op 14 mei
in Athene in het huwelijk zal treden
met prins Don Juan Carlos, de zoon van
de Spaanse troonpretendent.
De Partij van dc Unie van het Cen
trum en de pro-communistische Ver-
igde Democratische Partij onthielden
u stemming. In het debat, dat
zich
dat'drie dagen heeft geduurd, hadden wöord-
Jt| voerders van deze partijen zich tegen
het geven van dc bruidsschat verzet.