MORGENDE MAMMOETWET Fouchet - adjudant van De Gaulle Frans Decoster overleden Morgen begint in de Tweede Kamer de vergadering, waarnaar («renlang is uitgezien. Op de agenda staat simpel met één regeltje „wetsontwerp regeling van het voortgezet onderwijs". Feitelijk is het ontwerp maar een betrekkelijk kleine wet: slechts 117 artikelen, die samen zestien pagina's in beslag nemen. Toch spreekt men van mammoetwet, als men het erover heeft. De schriftelijke voorberei- dsnde gedachtenwisseling tussen Tweede Kamer en minister heeft n et minder dan ongeveer 350 pagina's met kleine lettertjes gevergd. Als men alle artikelen, die sinds de indiening van het ontwerp zijn verschenen, uitknipt en telt, komt men op een getal met vier cijfers. De mammoetwet wil het onderwijs, dat de jeugd na de lagere «chool kan volgen uitgezonderd het onderwijs aan de universiteiten #n hogescholen regelen. Momenteel bestaat een veelheid van regelingen voor al dit onderwijs. Het U.L.O. is bijvoorbeeld geregeld in de Lager-Onderwijswet, het gymnasium in de oude wet op het noger onderwijs. Het lyceum valt onder geen enkele wet, om de eenvoudige reden, dat deze tak van onderwijs als het ware vanzelt gegroeid is en geen enkele wetgever ertoe gekomen is, een wettelijke regeling voor het lyceum op te stellen. De niet-officiële titel „mammoetwet" dankt het ontwerp juist aan de omstandigheid, dat minister Cals als het ware alle takken en soorten van voortgezet onderwijs in dit ene ontwerp wil opnemen. De term schijnt van het a.r. Kamerlid mr. A. B. Roosjen afkomstig te zijn. Dit artikel wil een korte wegwijzer zijn voor hen, die de komende weken het Kamerdebat over de mammoetwet van nabij of via de verslagen in ons blad willen volgen. Achtereenvolgens schenken wij aandacht aan de wederwaardigheden, die het wetsontwerp tot heden heeft ondergaan, aan de inhoud van het ontwerp, aan de kritiek, die van vele zijden erop is geoefend en tenslotte aan het te verwachten resultaat. Volledigheid is uiteraard onmogelijk. Zij die volledigheid verlangen, mogen zich voorlopig troosten met de gedachte, dat de openbare behandeling in de Tweede Kamer waarschijnlijk zes weken zal duren, en dat wij dus nog volop gelegenheid krijgen, op de vele details terug te komen. PRINCIPIËLE BEZWAREN jbf 1NISTER Cals heeft het wets- ontwerp tot regeling van het voortgezet onderwijs op 29 okto ber 1958 bij de Saten-G ener aal in gediend. Wij werden toen nog ge regeerd door een kabinet-Drees, maar dat duurde niet lang meer. Twee maanden later hield dr. Drets op minister-president te zi$n. Een nieuw kabinet zonder socidisten moest worden ge- vornd. Tussentijdse verkiezingen bleien noodzakelijk. Twee zaken drukten bij de vorming van het nietwe kabinet zwaar op de maag: de mammoetwet en de kinderbij slagwet. Beide ontwerpen vorm- der. een erfenis uit de periode- Drees Bepalen wij ons thans tot het mam- moetontwerp. Al kort na de indiening kvam van confessionele zijde het verwijt, dat het ontwerp inging: tegen enkele bepalingen uit de Grondwet. Artikel 208 van de Grondwet stelt, (at de overheid het openbaar onder- vijs regelt, maar voor het bijzonder mderwljs slechts eisen van deugde lijkheid stelt, als voorwaarde voor bekostiging uit de openbare kas. In het mammoetontwerp zijn echter de belahgrijkste bepalingen voor het openbaar en bijzonder onderwijs in één hoofdstuk geregeld. Deze structuur heeft het wetsont- Wïrp Steeds behouden. Om hen, die ireenden dat het ontwerp strijdig is rret de Grondwet, tevreden te stellen, haeft minister Cals in 1959 slechts in de opschriften boven het omstreden hoofdstuk een wijziging aangebracht. Cp 21 juni 1960 verscheen het voor lopig verslag van de Tweede Kamer. Minster Cals diende op 8 februari 1961 ziji memorie van antwoord in. Zij ging vergezeld van een nota van wijziging, wóardoor ongeveer de helft van de ar- tilelen van het ontwerp min of meer ingrijpend werd gewijzigd. Het laatste voorbereidende woord was irtussen van de zijde van de kamer nog net gesproken. In de voorzomer van hit vorig jaar heeft tussen minister Chls en de Kamercommissie van voor- brreiding een mondeling overleg plaats gehad, dat zeven volle dagen in beslag nam. Uit dit overleg resulteerde een darde nota van wijzigingen. De veranderingen, die hierin werden voorgesteld, waren betrekkelijk be perkt. Dit was enigszins teleurstellend voor hen, die rekenden op de verkla ring van minister Cals. volledig open te ataan voor alle suggesties, die hem uit de Kamer bereikten. Toch bracht de commissie op 18 januari eindverslag uit: ondanks ernstige bezwaren, die bij een aantal Kamerleden waren blijven bestaan, achtte zij de openbare behan deling van het wetsontwerp voldoende voorbereid. SCHOOLSOORTEN Volgens de bepalingen van het wets ontwerp is het voortgezet onderwijs te onderscheiden in: voorbereidend weten schappelijk onderwijs: hoger, middel baar en lager algemeen voortgezet on derwijs: hoger, middelbaar en lager be roepsonderwijs; en andere vormen van voortgezet onderwijs. Voorbereidend wetenschappelijk on derlijs (v.w.o.) wordt gegeven aan gymnasia, athenaea en lycea, elk met een cursusduur van zes jaar. Minister Cats denkt erover, het Grieks niet als verplicht eindexamenvak voor het gym- nasium-B vast te stellen. Hoger algemeen vormend onderwijs (h.a.v.o.) wordt gegeven aan scholen met' een cursusduur van vijf jaar. De ze scholen zijn de practische opvol ger; van de h.b.s. Zij, die thans naar de h.b.s. gaan om vervolgens verder te studeren aan een universiteit of hoge school, zullen in de foekomst het athe naeum kiezen. Middelbaar algemeen vormend onder wijs im.a.v.o.) wordt gegeven aan scho len met een cursusduur van drie of vier jaar. Dit schooltype wordt de opvolg ster T m rtar In het eerste leerjaar van scholen voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs en voor algemeen vormend onderwijs worden dezelfde vakken ge geven. Deze bepaling heeft tot doel, dat leerlingen,die tot de ontdekking zijn gekomen, niet het juiste schooltype te hebben gekozen, nog in het eerste jaar zonder schade naar een ander school soort kunnen overgaan. Op het gym nasium kan in 'dit eerste brugjaar wel latijn worden gegeven. Beroepsonderwijs wordt gegeven aan scholen voor technisch onderwijs, huis- houd- en landbouwhuishoudonderwijs, landbouwonderwijs, middenstandsonder- wijs, economisch en administratief on derwijs en kunstonderwijs. In het eerste jaar wordt aan de scholen voor lager beroepsonderwijs lager algemeen vormend onderwijs ge geven. Dit beoogt een ruimere algeme ne ontwikkeling van de leerlingen. Het wetsontwerp houdt voorts de mo gelijkheid open, dat een aantal scholen zich verenigt in een scholengemeen schap. Het regelt tamelijk uitvoerig de acten, die voor het geven van onderwijs nodig zijn. OPENBAAR ONDERWIJS Op aandrang van TECHNISCHE BEZWAREN. Andere bezwaren gelden de zg. plan procedure en de (hoge) normen. die worden aangelegd voor de oprichting van nieuwe openbare scholen en voor de subsidiëring van bijzondere scholen voor voortgezet onderwijs. Het beginsel, dat momenteel geldt voor de lagere scholen en nog geldt voor het u.l.o. melijk automatisch subsidie bij eer pa aid aantal leerlingen wordt in zekere zin verlaten. Scholen, die aan de (hoge) oprichtingsnormen voldoen, zullen in het ongunstigste geval, afhankelijk van de wil van de minister van onderwijs, nog vijf jaar moeten wachten, voordat het rijk over de brug komt. Dan is nog als groot bezwaar naar voren gebracht, dat minister Cals ir deze ene mammoetwet onderwijssoor ten wil onderbrengen, die in feite niets met elkaar te maken hebben. Hierop hebben onder meer een aantal organi saties van leraren bij het neutrale en christelijke v.h.m.o. gewezen. Naar hun mening moet in een aantal apar te wetten meer gedetailleerd worden geregeld wat minister Cals thans sum mier in één grote wet wil onderbren gen. de voorstanders van het openbaar onder wijs heeft minister Cals de oude om schrijving opgeno men, dat het open baar onderwijs „onder het aanleren van gepaste en nuttige kundigheden dienstbaar wordt gemaakt aan de ont wikkeling van de verstandelijke ver mogens der leerlingen, aan hun licha melijke oefening en aan hun opleiding tot alle christelijke en maatschappe lijke deugden". Aan elke openbare school wordt een oudercommissie verbonden. Aan de openbare scholen worden op verzoek van kerkelijke gemeenten of van plaat selijke kerken de leerlingen in de gele genheid gesteld, godsdienstonderwijs te volgen. Als er binnen redelijke afstand van de woning van de leerling geen openba re school aanwezig is, mag aan deze leerlingen op grond van hun godsdien stige gezindte de toegang tot een ge subsidieerde bijzondere school niet wor den ontzegd. Op deze bijzondere scholen mogen deze leerlingen niet worden ver plicht, de godsdienstlessen bij te wo- De minister stelt elk jaar een drie jarenplan op, waaruit men kan opma ken, welke openbare en bijzondere scholen voor voortgezet onderwijs in de nabije toekomst voor oprichting of subsidiëring in aanmerking komen. In het wetsontwerp staat, dat scholen met een bepaald aantal leerlingen in ieder geval een plaats op het plan krijgen en dat de subsidiëring in elk geval aanvangt, nadat de school vijf achtereenvolgende jaren in het plan is opgenomen. Aan de bekostiging komt een einde, als de onderscheiden schoolsoorten ge durende een bepaald aantal jaren min der dan een in het wetsontwerp ge noemd aantal leerlingen telden. Voor Lycea en m.a.v.o.-scholen, alsmede v.w.o.-scholen, die zijn opgenomen in een scholengemeenschap, voorkomend in gemeenten met minder dan 50.000 in woners. gelden mildere opheffingsbepa lingen. Belangrijk is nog het overgangsrecht, uiteraard kunnen, als het wetsontwerp tot wet is verheven, de nieuwe bepalin gen niet van de ene dag op de andere worden ingevoerd. Een geleidelijke overgang gedacht wordt aan tien jaar is noodzakelijk. De overgangs bepalingen worden geregeld in een aparte wet. In deze overgangswet wordt ook bepaald, wanneer de mammoetwet in werking treedt. Gezien de ingewik keldheid van de stof is minister Cals er nog niet in geslaagd, de overgangswet bij de Staten-Generaal aanhangig te maken. TOCH HAALBAAR? EN TOCH STRAKS AANVAARDBAAR? meer kritiek dan in deze luttele regels kon worden samen gevat. Klemmend rijst dus de vraag: „Zal minister Cals het redden? Het werd reeds geschre ven: veel onderwijsmensen hopen van niet. van adressen van deze strekking zijn bij de Tweede Kamer ingediend met het doel de Kamerleden van dit standpunt te overtuigen. Humanistische voorstanders van het openbaar onderwijs zijn ontstemd, om dat op openbare scholen wel godsdienst onderwijs mag in zekere zin zelfs moét worden gegeven, maar geen onderwijs van geestelijke strekking op humanistische grondslag. Het Huma nistisch Verbond heeft in enkele adres sen de Tweede Kamer van zijn bezwa ren op de hoogte gesteld. Andere voorstanders van het openbaar onderwijs zijn van mening, dat ouder commissies niet thuis horen bij onder wijs, dat geheel door de overheid wordt geregeld. Zo leven aan de zijde van het openbaar onderwijs tal van wensen, die straks in de Tweede Kamer onge twijfeld met kracht zullen worden ver dedigd. TE WEINIG VRIJHEID? De bezwaren van de voorstanders van het bijzonder onderwijs zijn uiteraard van geheel andere aard. Wij beperken ons thans tot de be zwaren, zoals die met name uit pro testants-christelijke kring naar voren zijn gebracht. Het hoofdbezwaar is, dat het mam moetontwerp de vrijheid van richting én inrichting van het bijzonder onderwijs bedreigt. Op dit punt is een nadere uit eenzetting over de structuur van het ontwerp nodig. In de eerste plaats moet worden opgemerkt, dat de mammoetwet een raamwet zal zijn: de grote lijnen worden aangegeven, zeer veel details zullen door de minister van onderwijs in algemene maatregelen van bestuur dus buiten het parlement om worden vastgesteld. Daarnaast doet zich bij dit wetsont werp de welhaast unieke situatie voor, dat de regels, die de overheid voor het openbaar onderwijs vaststelt, en de eisen van deugdelijkheid, waaraan het bijzonder onderwijs moet voldoen om subsidie te krijgen, voor het meerendeel in hetzelfde hoofdstuk zijn onderge bracht en gelijkluidend zijn. Deze for mulering wijkt geheel af van de klas sieke onderwijswetgeving. waarin de be palingen voor het openbaar onderwijs de subsidievoorwaarden voor het bij- sor het bijzonder onderwijs te bezitten. Velen achten dit bezwaarlijk. De Ver eniging tot bevordering van de studie var de Franse Taal heeft bovendien de Kamers laten weten, teleurgesteld te zijn omdat in dit brugjaar slechts één vreemde taal (het Duits) en niet het Frans zal worden onderwezen. BRUGKLASSE Behalve principieel getinte bezwa ren worden van vele zijden ook onder- wijs-technische bedenkingen tegen het ontwerp aangevoerd. Eén ervan geldt de brugklasse. Als wij thans een dergelijke brugklasse kenden, zou in het eerste leerjaar van gymnasium (latijn uitgezonderd), h.b.s. en u.l.o. precies dezelfde stof worden onderwe zen. Pas daarna zou per schoolsoort het onderwijs meer uiteenlopen. De kamerleden, die bij de behandeling van de mammoetwet het woord voeren, hebben in het algemeen een zeer open oog voor de belangen van het onder wijs. Doorgaans luisteTen zij ijverig naar de wensen, die de onderwijsmen sen hun voorhouden. Ze zijn echter meer dan verlengstukken van het voortgezet onderwijs: men pleegt hen politici te In het mammoetdebat zullen dus ook politieke overwegingen een rol spelen: de voorkeur voor de huidige politieke samenwerking, de wens de politieke loopbaan van minister Cals die door sommigen wordt be schouwd als de man, die KVP en VAN „EUROPA" NAAR ALGERIJE Christian Fouchetdie tot Franse de Franse generaal een beroep op STROOM VAN KRITIEK Veel voorstanders van het bijzonder I onderwijs zien hier een grote adder onder het gras. Een van de meest fer- \vente bestrijders van hel mammoe t- ontwerp, dr. A. la Fleur, voorzitter Zeker, minister Cals is luid gepre- van de Contactcommissie voor het jzen om de grootsheid van visie, die christelijk onderwijs, vindt dat in de aan het mammoetontwerp ten grond- benadering „an minister Cals de doel- s as :Hït Maar tu.der ,os klonk ei, matigheid teveel op de voorgrond klinkt de kritiek uit alle gelederen i staat Dit leM A e?toe dat de van de onderwijswereld. Het merk- ,ieid jn het WetsontWerp rich zoveel waardige verschijnsel doet zich daar-1 rK,Me„ v00rbehmlit dal geen garan- btj voor, dat voorstanders van het ties aanwezig zijn dat de „rijhefd inrichting Hoge commissaris voor Algerije is benoemd, heeft 20 jaar lang de zaak van generaal Charles de Gaulle gediend. Hij was 29 jaar oud, toen hij zich in een Engels vliegtuig verborg om na de ineen storting van het Franse leger in de Tweede Wereldoorlog naar Londen te reizen. De volgende dag stelde hij zich ter beschikking van De Gaulle en diens vrije Franse strijdkrachten. Hij meldde zich bij De Gaulle op 18 juni 1940, de dag, waarop de toen nog weinig beken- openbaar onderwijs betogen, dat het ontwerp moet worden verworpen. I omdat het een bedreiging, vormt I voor het openbaar onderwijs, terwijl voorstanders van het bijzondere on derwijs tot eenzelfde conclusie ko- I men, omdat naar hun mening de vrijheid van het bijzonder onder wijs dreigt te worden beknot. Laten wij de bezwaren eens nader bezien. De voorstanders van het openbaar on derwijs lopen vooral te hoop. omdat het de voorstanders van het bijzonder on derwijs is toegestaan om op eigen kos ten scholen voor voortgezet onderwijs op te richten en in stand te houden. Als echter een gemeente de oprichting van een openbare school wenselijk acht. mag zij niet beginnen voordat de mi nister van onderwijs daarvoor toestem ming heeft verleend. Dit is een onge lijke behandeling, menen de voorstan ders van het openbaar onderwijs. Tal Ifs de daarmee .enhangende vrijheid vun richting, een levensfactor voor het bij zonder onderwijs, in de toekomst zal zijn gewaarborgd. Concreter uitgedrukt: de gelijkheid van regels zij het dan onder een verschillende betiteling voor het open baar en bijzonder onderwijs is één ge vaar. Het feit. dat de minister van on derwijs zelf een zeer groot aantal de tails zal kunnen regelen, vormt een andere bedreiging. Veel hangt intussen af van de mentali teit van de komende ministers van on derwijs. Zijn zij het bijzonder onder wijs goed gezind, dan valt nauwelijks gevaar te duchten. Zijn zij het niet, dan zullen zij waarschijnlijk tamelijk veel bevoegdheden bezitten om het bijzonder onderwijs in een ongewenst keurslijf te dringen. Minister Cals heeft bij herha ling betoogd, een warmkloppend hart Christian Fouchet, de Franse am bassadeur in Denemarken, die de eerste Franse Hoge Commissaris in Algerije zal worden. zijn landgenoten in Frankrijk deed, de strijd voort te zetten. Na de bevrijding van Frankrijk trad Fouchet in de diplomatieke dienst van zijn land. Hij werkte in 1944 als secre taris van de Franse ambassade te Moskou en werd later als gedelegeer de van de voorlopige Franse regering naar de Poolse regeringen te Lublin en Warschau gezonden. Fouchet was de Franse gedelegeerde bij de regering van India en van 19451947 consul- generaal in Calcutta. Toen De Gaülle zijn R.P.F. opricht te verliet Fouchet de diplomatieke dienst. Hij werd lid van het hoofd bestuur van de nieuwe partij en van 1947 tot 1951 algemeen gedelegeerde voor het district Parijs. Vervolgens werd hij afgevaardigde naar de Na tionale vergadering. Naar momenteel wordt aangenomen zal minister Cals de meeste steun kun nen verwachten van zijn geestverwan te KVP en van de oppositiepartij, de Partij van de Arbeid. Dit wil natuurlijk niet zeggen, dat beide groeperingen niet tal van wensen ter tafel zullen brengen. Het is echter niet te verwachten, dat zij tegen het wetsontwerp zullen stemmen. Het meest onzeker is nog de houding van de christelijk-historische en anti revolutionaire Tweede-Kamerfracties. Juist het summiere karakter van hel wetsontwerp en de grote zeggenschap, die nog aan de minister van onder wijs wordt gelaten, heeft met name in c.h. kring bezwaren gewekt. Daar tegenover staat, dat een c.h. studie commissie tot aanvaarding van hel ontwerp heeft geadviseerd. Het is intussen wel duidelijk, dat met name de antirevolutionairen aan vankelijk zullen pogen, door middel van amendementen verbeteringen in hel wetsontwerp aan te brengen. Uiteraard wil dit nog niet zeggen, dat een derge lijke constructieve houding uiteindelijk zal uitmonden in instemming met het hele wetsontwerp. Onderwijs is een zaak voor het hele volk, heeft minister Cals de vorige week in de Eerste Kamer gezegd. Wat kan men hieruit leren? Vooral dat een belangrijk wetsontwerp als het ontwerp tot regeling van het voortgezet onder wijs pas zegenrijk kan werken, als het kan bogen op de instemming van een zo groot mogelijk deel van de volksvertegenwoordiging. Als Kamer én minister de komen de weken wijsheid en de juiste verdraagzaamheid aan de dag leggen, kan met meer vertrouwen het eindresultaat van het overleg tegemoet worden gezien. Prinses Gracia gaat weer film maken Prinses Gracia van Monaco voor haar huwelijk met prins Rainier Gra ce Kelly gaat weer filmen, zo maakte het paleis gisteren officieel bekend. Grace krijgt een rol in een film in Alfred Hitchcock, die gebaseerd zal zijn op een roman van de Engels- Winston Grahgm. De prinses, die I voor haar spel in „The country girl" Toen Pierre Mendes-Franee in 19541m" C™'» in i»?4 0scar aan de macht kwam werd Fouchetm dr" üm benoemd tot minister voor Tunesische gespeeld. WOLLEN POLO-PULLI'S VELE VOORDELEN ideaal voor ons klimaat. blijft goed in modeL voor alle leeftijden. Marokkaanse zaken. Fouchet ver gezelde Mendes-France in 1954 op diens dramatische vlucht naar Tunesië, j die leidde tot de binnenlandse auto- j noinie en uiteindelijke onafhankelijk- J heid voor Tunesië. De prinses zal de film maken tijdens j geweest. m vakantie in de Verenigde Staten. Grace Kelly ontmoette prins Rai- ler indertijd toen zij aan de Rivièra irbleef voor de verfilming van ..To catch a thief" waarin Gary Grant Dc Gaulle ontbond de R P F in 1956 h"aJ. was. Zij trcraiode Vlaamse protestant met toneelliefde Dezer dagen is te Grimsbergen in België, waar hij de laatste jaren bij zijn kinderen woonde, de pro- testants-Vlaamse schrijver Frans Decoster overleden, auteur van het vroeger veel gelezen verhaal „De Bijbel in het Smidshuis" en andere Vlaamse romans. Jaak Frans De coster was de zoon van een arme Vlaamse landbouwer, een vroom rooms-katholiek gelovige, wiens leven een onuitwisbare indruk naliet op zijn met fantasie begif tigde zoon. Toen er in de twintiger jaren in ons land veel te doen was over de „toneel kwestie" voelde Decoster, die Neder land had leren kennen in de oorlogs- i toen hij protestants aalmoezenier in het kamp van Zeist, zich tegen- de broeders boven de Moerdiik eens een buitenbeentje. Hij hield nl. veel van toneel en kon niet inzien, dat Christus hem dit verbood. Alleen, hij koos zijn stukken „met zorg" zoals hij mij in 1925 vertelde. „Ik ben rooms- katholiek opgevoed, zei hij. Mijn vader kruisdrager in onze dorpskerk. Dat al toneel. Bij de grote uitgang droeg hij (en dan had hij, de eenvoudi ge landman, een schoon, zwart kleed met een wit kleed daarover) de (de vlag), zo groot als een schuur- poort. En als ik mijn vader dan zag dan fonkelden mijn ogen en werd ik koud van ontroering. Op Palmzondag droeg vader het Kruis en dan ging hij met de steel van het Kruis driemaal op de oude kerkpoort om binnen gelaten te worden. Dat verbeeldde de intocht van Jezus in Jeruzalem. Toen ik twaalf jaar was heb ik zelf in de processie de twaalfjarige Jezus uitgebeeld die de ge leerde doctoren uit dp tempel onder vroeg en verbaasde. Ik had een schoon, rood kleed aan, ik, de arme jongen die anders zo schamel gekleed ging...." Toch vond Frans op zestienjarige leef tijd de weg naar de Evangelische Kerk en werd hij bijtbelcolperteur na een vijfjarige studie aan de school voor Vlaamse evangelisten. Gedurende de oorlog 1914-1918 was hij protestants aal moezenier in het kamp van Zeist. In die jaren ontstonden zijn eerste Vlaamse romans en enige geschriften zoals .Vlaamse zielen in de Europese we reldbrand" en „Ervaringen en gepein zen van een Vlaamse vluchteling". De coster had een goede kijk op het men- taliteitsverschil tussen dc Vlaming cn schreef hij onder pseudoniem Frans van Schotelveld onder de druk van het zakenleven zijn beste korte vertellin gen. Allereerst de geschiedenis van zijn vader: „Sanderke's reis naar Gods Heil'ge zaal" en „De secret der ge boorte vati het Kindeke in Bethlehem". In de novelle „Sloeberke op het Fiest van Breughel" kon hij zich helemaal la ten gaan in het vaak humoristische Brusselse Vlaams. De zaken slorpten hem op. Niettemin schreef hij nog ar tikelen voor verscheidene Hollandse bladen, waarin zijn vaak ironische Brus selse brieven graag werden gelezen. Van zijn overgang van de r.k. naar de Evangelische kerk heeft hij nooit be rouw gehad. Decoster was een over tuigd protestant geworden en is dat ge bleven. Hij heeft de groei van het pro testantisme in zijn land nog mogen be- Toen hij zich uit de zaken had terug getrokken, verraste hij nog eenmaal met een sappig Vlaams verhaal „Sui- kerbolleke", waaraan do humor van zijn gastvrije Vlaamse echtgenote Su- Bocvé wel niet vreemd zal zijn P. J. R. Fouchet leed een nederlaag, toen hij zich als afgevaardigde herkiesbaar stelde. Toen De Gaulle in 1958 weer aan de macht kwam, werd Fouchet vrijwel onmiddellijk benoemd tot Frans ambassadeur in Denemarken. Hij keerde zondag uit Kopenhagen terug en begaf zich naar het Elysée voor een gesprek met De Gaulle al vorens tot hoge commissaris benoemd te worden. Fouchet is thans 50 jaar oud. On langs kwam hij in het brandpunt van de belangstelling als hoofd van de commissie van zes landen, die poogt een formule op te stellen Politii ïpril 1956 en heeft twee kinderen. Meer geld voor rampenfonds V.S. President Kennedy heeft gisteren aan het Congres een aanvullende som van miljoen (i'ollar verzocht om te voor zien in de nood in de onlangs door de storm geteisterde Amerikaanse staten. Het Witte Huis heeft meegedeeld, dat 25 miljoen dollar hiervan in het betrokken Griekse prinses krijgt f 1.000.000 als bruidsschat Het Griekse parlement heeft gisteren een voorstel van de regering aanvaard om een bruidsschat van negen miljoen drachmen (ruim één miljoen gulden) te geven aan prinses Sophia, de oudste dochter van koning Paul die op 14 mei in Athene in het huwelijk zal treden met prins Don Juan Carlos, de zoon van de Spaanse troonpretendent. De Partij van dc Unie van het Cen trum en de pro-communistische Ver- igde Democratische Partij onthielden u stemming. In het debat, dat zich dat'drie dagen heeft geduurd, hadden wöord- Jt| voerders van deze partijen zich tegen het geven van dc bruidsschat verzet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 7