Schimpscheuten van het begin verstomden al spoedig
I
HET EERSTE
KASBOEKJE
VAN HET LEGER
GEESTELIJK
LEVEN.
DEZE WEEK IN EEN WOELIGE WERELD
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 17 MAART 1962
Geloof en werken
DRIE KWART EEUW LEGER DES HEILS
Berlijnse chantage ter beïnvloeding van ontwapenings-
gesprek in Genève - Kennedy's besluit inzake kern-
proeven het hete hangijzer
ER BESTAAT verband tussen
de BrrlUnse crisis en de
ontwapeningsconferentie. die In
de afgelopen weck In Genève
la begonnen. Dat 1» «onder
meer duidelijk. Het «ou echter
onjuist «Mn te veronderstellen,
dat het de bedoeling van de
Sowjetunle is. van dc ontwape
ningsbesprekingen een verkapte
conferentie over de Berlijnse
crisis als onderdeel van het
Duitse vraagstuk te maken. Jo
seph Alsop, wiens artikelen ln
de New York Herald Tribune
regelmatig ln ons blad ver
schijnen. schreef dezer dagen,
dat naar iljn mening Berlijn
het voornaamste onderwerp van
gesprek ral rijn en dat dit
uiteraard bulten de mnferentle-
ssal het geval «al zijn. Dit Is
evenwel slechts ten dele waar.
Dat er In Genève veel over
Berlijn «al worden gesproken. Is
ongetwijfeld waar. Dat Is ook
de bedoeling van de Russen.
Daarom veroorraken «IJ dan
nok allerlei Incidenten. De Ber
lijnse crisis Is echter geen doel
In «Ichzelf voor de Russen, maar
als vauouds een middel om de
westelijke mogendheden onder
druk te setten als er gesproken
Vietnam. Laos, Kongo
Cuba. Berlijn doet telkens
dienst aLs pistool op de borst,
als mes op de keel of als de
punt van een dolk ln de rug van
het Westen. En «o Is het ook nu
weer ln Genève.
Adenauer
We voelen dan ook meer voor
de verklaring van Adenauer, dat
de kwestie Berlijn in Genève
in werkelijkheid niet op de
voorgrond zal staan. In een
vraaggesprek met DPA waar
schuwde de kanselier de weste
lijke mogendheden, niet toe te
staan, dat Berlijn in Genève
gebruikt wordt als een duim
schroef voor westelijke conces
sies inzake ontwapeningsvraag
stukken. Naar we menen te mo
gen aannemen, bestaat dit ge
vaar niet, omdat zowel Rusk
CVS) als Home «Engeland)
reed duidelijk te verstaan heb
ben gegeven, dat zij de ontwa
peningsconferentie in Genève
zijn persconferentie van woens
dag jL geen twijfel bestaan
over de ernst van de situatie,
die thans een gevolg is van de
Russische plagerijen en dreige
menten. Deze kunnen slechts
leiden tot een voortijdige be
ëindiging van de ontwapenings
besprekingen en de kans op de
De Russische premier moet
ook rekening houden met de
aankondiging door president
Kennedy van de hervatting van
proeven met kernwapens als er
voor het einde van april geen
akkoord Is bereikt over een in
ternationaal verbod onder af
doende controle. Dit voorne
men van Kennedy is het hete
hangijzer van de conferentie te
Genève. En ah» er een topcon
ferentie komt, dan «al die daar
aan voornamelijk gewijd zijn.
Frankrijk
Intussen is het wegblijven van
Frankrijk een symbool van het
gebrek aan eenheid tussen de
westelijke landen en het iso
lement, dat Frankrijk zichzelf
oplegt, aldus de New York
Times. De Gaulle is van me
ning, dat een ontwapenings
conferentie waaraan landen
deelnemen, die niet over atoom
wapens beschikken, geen enke
le kans op succes heeft en dat
in ieder geval het onderhande
len met de Sowjetunie onder
dreiging van agressie een ge
vaarlijk teken van zwakte is.
Ook blijkt er uit, hoe De Gaulle
ontevreden is over de Ameri
kaans-Britse houding tegen-
Dlt Is de heer Lubbock, die ln
Orpington als liberaal een con
servatieve zetel In het Lager
huis veroverde en daarmee de
knuppel in het hoenderhok van
de Britse politiek gooide.
irompt zullen verlaten, als dc luchtcorridors
Sowjetunie zou voortgaan met liin.
het plegen van chantage ln de
van de kernbewapening. Zoals
men weet, wil De Gaulle wel
deelnemen aan een conferentie
op het hoogste niveau, wan
neer deze gaat over het verbie
den en vernietigen van kern
wapens. Chroesjtsjef heeft deze
We«t-Ber- suggestie echter van de hand
gewezen, omdat hij alleen maar
Ën president Kennedy liet op wil praten over algehele en al
gemene ontwapening,
hij wil trachten, de westelijke
mogendheden met behulp van
de neutralistische landen in gro
te verlegenheid te brengen.
De Gaulle
Destijds was De Gaulle als
hoofd van de voorlopige Franse
regering (in ballingschap) woe
dend. dat hij niet op de grote
internationale conferenties als
gelijkwaardige werd toegelaten.
Op de bijeenkomsten in Jalta en
Potsdam schitterde Frankrijk
door afwezigheid.
Dit werd ervaren als een be
lediging van het prestige van
een land, welks grandeur De
Gaulle wilde herstellen. Dank
zij diezelfde De Gaulle wordt
sinds enkele jaren Frankrijks
stem weer gehoord en wordt
er in zeker opzicht met Frank
rijk rekening gehouden. Maar
nu doet zich de op zichzelf won
derlijke zaak voor, dat De Gaul
le om moeilijk te volgen rede
nen Frankrijk isoleert van de
wereldpolitiek.
Algerije
Dat is volgens de Néw York
Times des te r
omdat hét niet
gaat een kwestie waarin De
Gaulle hardnekkiger dan wie
overigens begrijpelijk
Ongetwijfeld houdt de houding
van De Gaulle dan ook verband
met de Algerijnse kwestie, die
aan zijn laatste, belangrijkste
cn beslissende fase toe is, nl.
die waarin de macht van de on
der de O AS-Vlag schuilgaande
extremisten moet worden ge
broken. De Gaulle concentreert
zich bewust op deze kwestie.
Hij kan zich veroorloven, het
..gedoe" in de internationale po
litieke arena aan de anderen
over te laten. En het is dan
>ok zo: men zit in Genève be-
Zonder De Gaulle gaan de
sen in de Zwitserse conferéntie-
>tad toch wel door, ook wanneer
.men het toch nog ergens over
acns zou worden.
Ontzien
Dit is in wezen tekenend voor
ie positie, die Frankrijk in de
vereld inneemt. De Gaulle heeft
steeds geprofiteerd van het feit,
dat men hem zowel in het Wes
ten als in de communistische
landen heeft willen ontzien.
Daar maakt de Franse president
nog steeds gebruik van, ook bij
het streven naar verwezenlijking
van zijn plannen om Frankrijk
te maken tot woordvoerder van
een politiek, militair en econo
misch krachtig West-Europa.
De minachting, waarmede de
Gaulle de wereldpolitiek nog
steeds bejegent, omdat hij
er geen invloed op kan uitoefe
nen, zal er niet toe bijdragen,
onder de overige Europese lan
den meer enthousiasme te kwe
ken voor de Franse politieke
plannen, waarmee de commis
sie Fouchct nog steeds bezig Is.
In Bonn zal men bepaald slecht
over De Gaulle's houding te
spreken zijn.
Engeland
partijen nu geteld zijn en dat
de liberalen voorbestemd zijn
om in Engeland een domineren
de positie te gaan innemen. De
liberale partij Is typisch een
groepering, die het niet moet
hebben van de „bewuste" kie
zers. Dit geldt ln mindere ma
te voor de conservatieven en de
socialisten die op een grote vas
te aanhang kunnen rekenen.
Ontevreden
Dat de liberalen er in ge
slaagd zouden zijn, het twee
partijen-systeem te doorbreken,
staat nog niet als een paal bo
ven water. Het is bij tussentijdse
verkiezingen altijd zo geweest,
dat de partij, die verantwoorde
lijk is voor het regeringsbeleid
de steun van een soms groot
aantal ontevredenen moet mis
sen. Daar komt nog bij, dat de
situatie plaatselijk hemelsbreed
kan verschillen, omdat de per
soonlijkheid van de kandidaten
een groter rol pleegt te spelen
dan het program van de partij,
welke zij vertegenwoordigen.
Wat de socialisten betreft is er
thans toch wel reden om aan
te nemen, dat de afval in hun
gelederen nog steeds doorgaat.
Overigens kan die afval alleen
al tot uiting zijn gekomen in het
wegblijven van de stembus, het
geen zowel conservatieven als
socialisten bepaald wel parten
moet hebben gespeeld.
Militant
In de situatie van vandaag is
de liberale partij ln Engeland
de meest militante groepering,
die er wellicht het best in is ge
slaagd, haar mensen naar het
stemlokaal te krijgen. Al met
al ls er voor premier Macrnil-
lan cn voor de socialistische
leiders reden te over om een
grondig onderzoek ln te stellen
naar de liberale successen.
Als de algemene verkiezingen
eenmaal voor de deur staan,
te laat zijn.
kan het wel t
De tussentijdse verkiezingen,
die in de afgelopen week in En
geland werden gehouden, zul
len waarschijnlijk weinig in
vloed uitoefenen op de houding
van de Britse delegatie op de
ontwapeningsconferentie in Ge
nève. Weliswaar wijzen de uit
slagen van drie van dergelijke
verkiezingen er op, dat de libe
ralen belangrijke vorderingen
blijven maken ten koste van d-.
de socialis
ten.
Maar hel zou voorbarig zijn.
hieruit af te lelden, dat de gou
den dagen van belde grootste
ken. Ze hielden stand. Niets kon
hen er van weerhouden voort te
marcheren „in 's Heren naam".
Ze trokken door de steden en
de dorpen, ze brachten er hun
muziek en hun liederen, en hun
blijmoedigheid. En ze wonnen
langzaam aan terrein. Ze over
wonnen de vijand door de liefde
Gods, oneindig groot.
In de dagboeken van hun korp
sen staan de onbegrijpelijkste
dingen genoteerd. Ze vertellen
de mens verloren, door God ge
red". Van een kroegbaas, die
zijn klanten op de pof schonk,
en, om beter aan zijn trek te ko
men, met dubbel krijt schreef,
en die door een Heilssoldaat tot
Christus kwam en daarna alle
drank, in zijn café aanwezig, in
de goot liet weglopen. En van
een vrouw, die haar leven had
vergooid en met wie geen goed
garen meer viel te spinnen,
maar wier harde hart door een
hand haar toegestoken door een
Heilssoldate in stukken brak, en
toen de weg naar Christus zag.
De dagboeken van de korpse.i
vertellen het boeiende verhaal
van Gods wonderlijke wegen met
mensenkinderen.
Vraag
De vraag: waarom?
Waarom dat werk begonnen
en waarom, in weerwil van al
les voortgezet?
Dit is het antwoord: het
werd in Nederland begonnen
omdat Schoch, Govaars en Ty
ler waren aangeraakt door de
vonk van de Goddelijke liefde,
omdat God hun ogen had ge
opend voor „vergeten groepen",
omdat zij iets begrepen hadden
van Gods kracht, die uit modder
en drek juwelen kan scheppen.
Zij begonnen omdat zij een nood
zagen. Zij begonnen omdat zij
zich door God wilden laten ge
bruiken. En het werk ging door
omdat die liefde Gods de mens,
zelfs tegen zijn wil, voortdrijft,
anderen ten zegen.
Vijfenzeventig jaar Leger des
Heils in Nederland. Driekwart
eeuw een stroom van mannen
en vrouwen, die wisten, dat zij
waren gered om anderen te
redden.
„Tirrrtn zij ood r
STRIJDKRE"
het gedrang voor de deur hield
op. enige lieden gingen stil naar
buiten en wij konden onze sa
menkomst voortzetten."
Laster
Waarom hielden zij vol. ook
toen de laster haar kop begon op
te steken en de tegenaanval re
gelrecht werd ingezet?
Want de laster bleef niet uit.
Een dagblad schreef over de
eerste samenkomst: „Na afloop
ontbrak het niet aan gesprekken,
waaruit bleek, dat velen de me
ning waren toegedaan, dat deze
godsdienstoefening het werk was
van overspannen zenuwen, en al
lerminst op een uiting van waar
achtig godsdienstig gevoel of/ op
een opwekking van een gezond
verstand aanspraak mag maken".
Het Leger was ten strijde ge
trokken, maar de vijand was
Nieuwe tijden vragen ook nieuwe
kleding. Niets in de uniformen
van de muzikanten van de huidige
muziekkorpsen wijst op de snit
ran vroeger.
niet van zins zich zonder slag of
stoot over te geven. „Terwijl de
vorige avond een troep volks
door de politie was uiteenge
jaagd, die het lokaal aan de Ge
rard Doustraat met stenen beko
gelde, had gisteravond ander
maal voor dat lokaal, en voor de
woning van kapitein Tyler, een
volksoploop plaats. Men dreigde
de ruiten in te slaan en er werd
weer met stenen geworpen. De
politie voorkwam erger schan-
In Kampen „hadden dagen ach
tereen 's avonds ernstige ongere
geldheden plaats. Het volk, opge
hitst door kroegbazen, trachtte
de samenkomsten te verhinderen.
De burgemeester was ten slotte
genoodzaakt de staat van beleg
af te kondigen". En in „Bever
wijk brulde men: Weg met het
perfide Albion, de zaal werd
daarna kort en klein geslagen...".
Groei
Waarom toch zetten zij het
werk voort? Niet alleen omdat
het Leger groeide.
En het groeide tegen de ver
drukking in. Steeds groter werd
het aantal, dat zich schaarde
achter de vlag van Bloed en
Vuur. En steeds groter het aan
tal „dat op samenkomsten op de
zondaarsbank neerknielde en zijn
zonden beleed". Na één jaar wa
ren er zeven korpsen, 21 officie
ren, elf kadetten, 3000 bekeerden
en was er een verkoop van 13.000
exemplaren van De Heilssoldaat.
Met de week werd het Leger
groter. Steeds meer mannen en
vrouwen trokken er op uit. Zij
hielden samenkomsten op hoeken
van straten en op pleinen, zij
gingen de kroegen in en de
„slechte buurten", en ze zongen
van O zee van Gods liefde, en ze
getuigden van hun Heiland, Die
hen had gered. Zij vertelden van
hun vroeger leven, hoe dor dat
was en leeg, en hoe vol nu. Ze
getuigden van hun grote blijd
schap dat ze Christus hadden le
ren kennen.
En dat was hun loon. Ze wer
den uitgejouwd en nagefloten, uit
gescholden voor Halleluja-hoedje
en voor Zuster in de Heer, er
werden schimpdichtjes op hen
gemaakt, de ruiten van hun wo
ningen vlogen vaak aan diggelen,
ze werden de risée van de buurt,
van de fabriek en van kantoor,
en er waren er die door hun fa
milie werden verstoten, en uit
hun werk werden gezet.
Waarom
Waarom toch waren zij dat
werk begonnen en waarom zetten
zij het voort?
Want ze wisten niet van wij-
Iedere dag van mijn leven en iedere stap die ik doe
binnen het kader en in het werk van het Leger des
Heil», besef ik meer en meer de relatieve waarde van
geloof en werken. Meer dan ooit ben ik er van over
tuigd geraakt dat goede werken zonder het geloof on
mogelijk zijn; dat zijn werken die werkelijk zin hebben.
De mens die niet vast gelooft in de soevereiniteit van
God. het kwaad van de zonde, de oordeelsdag, de za
ligheid van de hemel, en de verdoemenis van de hel;
de mens die niet gelooft in het offer dat aan het kruis
werd gebracht, samen met het feit dat door het ver
goten bloed zijn zonden zijn vergeven en hij een thuis
in de hemel heeft gekregen, zal of helemaal geen
„heilswerk" verrichten voor zijn generatie, of hij zal
het zo lauw doen dat het geen cent meer waard is als
hij het probeert.
Aan de andere kant raak ik er steeds vaster van
overtuigd dat een geloof zonder die werken dood is,
en dat. als er werkelijk een zaligmakend, een verlos
send geloof bestaat, het alleen maar gevoed' kan wor
den door een voortdurende, zelfopofferende, ernstige
overgave aan goede werken. Het zou even zinloos zijn
om te verwachten dat je jezelf in leven kunt houden
«onder ademhalen, eten. en drinken als vol te houden
dat je een hartstochtelijk, liefdevol, enthousiast geloof
in God kunt bewaren zonder te bidden, zonder ver
leiding te weerstaan. Christus te belijden, zielen te
redden en een heilig leven te leiden; dat wil dus zeg
gen zonder de wereld, het vlees en de duivel voortdu
rend tegen te staan.
En daarom kun je zonder geloof geen werken hebben
en zonder werken zul je geen geloof hebben. Beide sa
men vormen een prachtig span. Laat ze naast elkaar
optrekken. Zij zullen je de overwinning schenken en
bovendien het paradijs in het hiernamaals.
WILLIAM BOOTH
DIT is de vraag, die zich blqft opdringen nu het Leger des Heils
binnenkort zgn vijfenzeventigjarig bestaan in Nederland hoopt
te vieren: wat heeft dat drietal toch bewogen te beginnen en
vol te houden?
Er werd niet op gewacht en er was niet om gevraagd, het had er f> en waardering
zelfs alle schjjn van, dat het zaad, dat de volgelingen van William
Booth, die „Engelse dweper en fantast," hier wilden gaan uit- j
strooien op rotsachtige bodem zou vallen en niet tot ontkieming zou
komen.
Want de stemming was tegen. Kort voor de eerste samenkomst
nog velde een Haarlemse predikant, die in Londen een meeting van
het Leger had bygewoond, in een vooraanstaand dagblad een ver
nietigend oordeel.
en bewondering
kwamen er voor
p in de plaats
„De generaal vertelde
schreef hij dat men nu ook
in Amsterdam zou beginnen en
dat bijna alle Hollandse dagbla
den ongunstig over het Verlos-
singsleger spraken, en ik dacht:
goddank. Wij hebben de zaal ver
laten, toen mevrouw Booth be
weerde, dat een soldaat van het
Leger geboren werd door de wer
king des Geestes, en wij waren
dankbaar na wat wij gehoord en
gezien hadden, dat ons dit geluk
niet te beurt is gevallen."
En in een" ander blad gaf een
ingezonden-stukken-schrijver de
mening weer van de gemiddelde
Nederlander: „Uit het" oogpunt
van godsdienst en goede smaak
mag men verwachten, dat deze
nieuw ingevoerde plant niet tie
ren zal op Neerlands grond".
Drie
Wat heeft hen toch bewogen?
Het waren er drie, die hun
schouders onder het werk van
het Leger in Nederland zetten,
drie mannen, in maatschappelijk
opzicht sterk van elkaar verschil
lend. Ferdinand („Papa") Schoch,
was een aristocraat, telg uit een
officiersfamilie van naam, zelf
een gepensioneerd officier, Ger-
rit Juriaan Govaars was een
christelij'k onderwijzer, die 's zon
dags in het zaaltje van de evan
gelisatievereniging ..Emmanuel"
an de Amsterdamse Gerard Dou
straat het zangkoortje leidde of
een strijkje dirigeerde, en John
Keely Tyler was een tot beke
ring gekomen Engelse oud-ma
troos van een der Harwich-boten.
Zij kenden elkaar reeds lang,
hun „liefde tot de Heer" had hen
bij elkander gebracht. Schoch,
een godvrezend man, zoals zijn
dochter, de latere mevrouw Oli-
Khant-Schoch, van hem getuigde,
ad ontslag, genomen uit de mili
taire dienst om zich aan Gods
zaak te kunnen wijden. Govaars,
door bijzondere omstandigheden
in Londen gekomen, ontmoette
daar de Legermoeder, Catherine
Booth, die hem vroeg of het
werk van evangelisatie onder de
armsten en ellendigsten hem niet
de moeite waard leek om er een
heel leven aan te wijden en
hij zei: ja! En Tyler ten slotte
had na een samenkomst van het
Leger in Harwich aangeboden in
opleiding te gaan tot officier, en
hij was aangenomen.
Gods zegen te vragen op onze
poging."
Die eerste samenkomst werd
„een heerlijke overwinning", rap
porteerde commissioner Railton,
die uit Londen was overgekomen,
aan het Engelse hoofdkwartier.
„Om half zeven 's morgens be
gaven we ons op weg om, gelijk
we dachten, met een klein aan
tal vrienden te bidden en een ze-
5en te vragen voor het wachten-
e werk van die dag. Maar zie!
een nieuwsgierige menigte wacht
te al om binnengelaten te wor
den. en keek met belangstelling
naar het wapen van het Leger,
dat voor de eerste maal de gevel
van de zaal versierde. Meer dan
tweehonderd mannen en vrouwen
bestormden de zaal."
Strijd
Waarom hielden zij vol, ook
toen in de avond van die eerste
zondag de strijd zich inzette?
„Het was werkelijk een harde
strijd. De duivel had aldus
Railton al zijn krachten inge
spannen om die strijd te voeren.
Naar het ons voorkomt, gebruikt
hij in Amsterdam niet dezelfde
soort mensen als werktuig, dat
hij elders inzet, maar hij wist
zich meesterlijk te bedienen van
de gretigheid van de Amsterdam
mers om iets nieuws te horen.
Juist toen wij langzamerhand vat
op de toehoorders kregen, drong
een grote schare nieuwsgierigen
de zaal binnen. Tevergeefs tracht
te de politie, die de gehele dag
met goed resultaat ons terzijde
had gestaan, de ingang te bewa
ken. De menigte kwam naar
binnen en door het gedrang
scheen het een ogenblik alsof al
les onder de voet zou worden ge
lopen. Er ontstond een grote con
sternatie. Vrouwen schreeuwden
en trachtten zich op het platform
ln veiligheid te brengen, vanwaar
wij tevergeefs probeerden ieder
een tot kalmte te manen. Wij
zongen herhaaldelijk een refrein
totdat er iets gebeurde, dat
ons uit onze moeilijke positie
bracht. Wij dachten niet anders
dan dat de politie onze bijeen
komst zou sluiten. Maar, Hallelu
ja! plotseling kwam er kalmte.
„Aanval"
Drie mannen, die het bolwerk
van tegenstand gingen bestor
men. Waarom
De „aanval" op Amsterdam
was vastgesteld op zondag 8 mei
(1887), en in de week, die hier
aan voorafging werd een duizend
tal strooibiljetten huis aan huis
verspreid in de omgeving van
het evangelisatiegebouw aan de
Gerard Doustraat, waar de eer
ste samenkomst zou worden ge
houden.
Amsterdam verkeerde in span
ning, er scheen iets te broeien.
Maar het drietal trok zich niet
terug, ,,'s Zaterdags, in de avond
schreef Tyler in zijn dagboek
kwamen we met enige gelijk
gezinden bijeen om te bidden en
Het Leger des Heils ls in Ne
derland zo maar gewoon begon
nen. Feitelijk op een schoen en
een slof kwam Tyler van Enge
land naar ons land. Toen hij van
het hoofdkwartier ln Londen op
dracht kreeg zich met zijn vrouw
naar Amsterdam te begeven om
daar met Schoch en Govaars «ljn
schouders te «etten onder het
werk, beschikte hij over een ka
pitaal van 75.80, en van die som
moest de overtocht van Harwich
naar Rotterdam en dc kosten van
het vervoer van de bagage wor
den betaald. Htj arriveerde In de
CALVIJN,
de reus uit Noyon
Calvijn de reus uit Noyon,
door P. A. de Rover. Uitgave
De Graafschap, Aalten.
Deze boeiend geschreven levens
roman van een onzer grootste
kerkhervormers laat de lezer zien
hoe een lichamelijk zwak mens
in de kracht van zijn Heer tot
het uiterste vecht tegen de leer
der rooms-katholiekc kerk, die
zich volgens Calvijn vergrijpt aan
de eer van God.
Calvijn. die in zijn hart een af
keer heeft van kerkelijke strijd,
weet met zijn voortreffelijke bij
belkennis en gesteund door zijn
boezemvriend Willem Farel. het
ware evangelie uit te dragen in
steden en dorpen, met als middel
punt Genève, Hoewel hij telkens
wordt achtervolgd door de inqui
sitie. „het monster met de dui
zend grijpklauwen", is Calvijn er
van overtuigd dat zijn strijd niet
tevergeefs zal zijn. De lijfspreuk
van Calvijn „slechts de dood
brengt rust aan Christus' krijgs
knechten". heeft de schrijver ge
bruikt als leidraad voor zijn boek.
dat enerzijds duidelijk weergeeft
wat het betekent een navolger
van Calvijn te zijn, maar ander
zijds te weinig nadruk legt op de
minder goede eigenschappen van
de mens Calvijn.
hoofdstad met een bedrag van
28.15.
Maar het geld was niet zo be
langrijk en heeft in die begintijd
nooit zo'n belangrijke rol ge
speeld. Gebrek aan geld heeft ook
later nooit de aktiviteiten kunnen
remmen. Tyler kwam in Holland
„met een machtig sterk geloof in
Gods beloften ende Bank
des Geloofs is betrouwbaar, ui
terst solide".
Nauwkeurig
Tyler hield het kasboekje van
het Leger bij. Het is gelukkig be
waard gebleven. Het ls een klein
kasboekje, dat gemakkelijk in een
jaszak gestopt kan worden. Uit
alles blijkt, dat Tyler het dage
lijks bij zich droeg om onmiddel
lijk de uitgaven en de inkomsten
te kunnen noteren. Omdat hij
Engelsman was noteerde hij de -
bedragen aanvankelijk in ponden,
shillings en pennies. Later, toen
hij beter op de hoogte was van
ons muntstelsel, ging hij over op
guldens, dubbeltjes en centen. Op
16 mei 1887 noteerde hij: Dona
tion from mr. C. f. Schoch
ƒ200.00. op 11 mei van dat jaar
gaf hij 45 centen uit voor a key
for draw, en op de 31ste een
kwartje voor een Staats Blad.
Ja, Tyler was een nauwkeurig
man. Er mochten kunnen we
aannemen geen uitgaven wor
den gedaan zonder zijn toestem
ming. Op 25 juni schafte het Le
ger zich Two Hoorretjes aan voor
de som van tien gulden, en op 13
juli moest Tyler 33.60 neertellen
voor een Captains uniform and
Cape.
Het kasboekje leert, dat er van
het begin af aan vrienden van het
Leger zijn geweest, die het werk
financieel steunden. Ook voor de
ze tijd nog grote giften staan on
der Income opgenomen, giften van
tientallen guldens. Maar in weer
wil daarvan was elke dag opnieuw
de grootste zuinigheid geboden. Op
l juni was er in totaal 44.30 in
kas. op 1 juli 164.63. maar op 1
augustus slechts 47.42%.
Gang
Nauwkeuriger dan een dagboek
dit zou kunnen doen staat in dit
bijna versieten kasboekje de ge-
Het blad, dat het Leger des Heils
uitgeeft, heette aanvankelijk rJ)e
Heilssoldaat". In 1890 echter werd
het omgedoopt in „De Oorlogs
kreet" en sinds 1897 is de naam
„De Strijdkreet". Het is een vari
de oudste geïllustreerde bladen
tan Nederland.
schiedenis van het Leger in Ne
derland beschreven. Naast een
„Bybel for de zaal 1.10" en
„Strings for fiddle 0.80" lezen
we over uitgaven als „Rijskosten
for twee naar Arnhem 5.90" en
„to Rotterdam for twee 5.20".
Het vertelt van de uitbreiding
van het Leger zelf en van dé
overwinningen, die werden be
haald. Op 21 oktober werd twintig
cent in de kas van het Leger ge
stort als „Tobacco Geld", ver
moedelijk afkomstig van een man,
die een samenkomst van het Le
ger had bijgewoond en zo onder
«te indruk was gekomen, dat hij
besloot geen geld meer aan ge
notmiddelen uit te geven. Het Le
ger heeft met het geld moeten
woekeren. Niet elk dubbeltje,
maar zelfs elke cent moest twee
maal worden omgedraaid alvo
rens te kunnen worden uitgege
ven. En daarom was elk bedrag
welkom, hoe klein en gering het
ook was. Twintig centen van een
man, die vermoedelijke het
roken er aan had gegeven, een
gulden van „een vriend", veertig
centen van mr. Van Baaien en
een kwartje van „een broeder".
En hoe vorstelijk is de gift van
5.-. geschonken door „Een
Dienstmeisje".
Toen er sprake was. dat het Le
ger in Amsterdam een eigen ge
bouw zou gaan stichten, bleven
de giften evenmin uit. De eerste
gift „for our first Building" was
vijftig centen, later gevolgd door
een storting van 52 centen door
een vriend".
Op een schoen en een slof kwam
Tyler naar Amsterdam, op een
schoen en een slof is het Leger
groot geworden.