Schimpscheuten van het begin verstomden al spoedig I HET EERSTE KASBOEKJE VAN HET LEGER GEESTELIJK LEVEN. DEZE WEEK IN EEN WOELIGE WERELD ZONDAGSBLAD ZATERDAG 17 MAART 1962 Geloof en werken DRIE KWART EEUW LEGER DES HEILS Berlijnse chantage ter beïnvloeding van ontwapenings- gesprek in Genève - Kennedy's besluit inzake kern- proeven het hete hangijzer ER BESTAAT verband tussen de BrrlUnse crisis en de ontwapeningsconferentie. die In de afgelopen weck In Genève la begonnen. Dat 1» «onder meer duidelijk. Het «ou echter onjuist «Mn te veronderstellen, dat het de bedoeling van de Sowjetunle is. van dc ontwape ningsbesprekingen een verkapte conferentie over de Berlijnse crisis als onderdeel van het Duitse vraagstuk te maken. Jo seph Alsop, wiens artikelen ln de New York Herald Tribune regelmatig ln ons blad ver schijnen. schreef dezer dagen, dat naar iljn mening Berlijn het voornaamste onderwerp van gesprek ral rijn en dat dit uiteraard bulten de mnferentle- ssal het geval «al zijn. Dit Is evenwel slechts ten dele waar. Dat er In Genève veel over Berlijn «al worden gesproken. Is ongetwijfeld waar. Dat Is ook de bedoeling van de Russen. Daarom veroorraken «IJ dan nok allerlei Incidenten. De Ber lijnse crisis Is echter geen doel In «Ichzelf voor de Russen, maar als vauouds een middel om de westelijke mogendheden onder druk te setten als er gesproken Vietnam. Laos, Kongo Cuba. Berlijn doet telkens dienst aLs pistool op de borst, als mes op de keel of als de punt van een dolk ln de rug van het Westen. En «o Is het ook nu weer ln Genève. Adenauer We voelen dan ook meer voor de verklaring van Adenauer, dat de kwestie Berlijn in Genève in werkelijkheid niet op de voorgrond zal staan. In een vraaggesprek met DPA waar schuwde de kanselier de weste lijke mogendheden, niet toe te staan, dat Berlijn in Genève gebruikt wordt als een duim schroef voor westelijke conces sies inzake ontwapeningsvraag stukken. Naar we menen te mo gen aannemen, bestaat dit ge vaar niet, omdat zowel Rusk CVS) als Home «Engeland) reed duidelijk te verstaan heb ben gegeven, dat zij de ontwa peningsconferentie in Genève zijn persconferentie van woens dag jL geen twijfel bestaan over de ernst van de situatie, die thans een gevolg is van de Russische plagerijen en dreige menten. Deze kunnen slechts leiden tot een voortijdige be ëindiging van de ontwapenings besprekingen en de kans op de De Russische premier moet ook rekening houden met de aankondiging door president Kennedy van de hervatting van proeven met kernwapens als er voor het einde van april geen akkoord Is bereikt over een in ternationaal verbod onder af doende controle. Dit voorne men van Kennedy is het hete hangijzer van de conferentie te Genève. En ah» er een topcon ferentie komt, dan «al die daar aan voornamelijk gewijd zijn. Frankrijk Intussen is het wegblijven van Frankrijk een symbool van het gebrek aan eenheid tussen de westelijke landen en het iso lement, dat Frankrijk zichzelf oplegt, aldus de New York Times. De Gaulle is van me ning, dat een ontwapenings conferentie waaraan landen deelnemen, die niet over atoom wapens beschikken, geen enke le kans op succes heeft en dat in ieder geval het onderhande len met de Sowjetunie onder dreiging van agressie een ge vaarlijk teken van zwakte is. Ook blijkt er uit, hoe De Gaulle ontevreden is over de Ameri kaans-Britse houding tegen- Dlt Is de heer Lubbock, die ln Orpington als liberaal een con servatieve zetel In het Lager huis veroverde en daarmee de knuppel in het hoenderhok van de Britse politiek gooide. irompt zullen verlaten, als dc luchtcorridors Sowjetunie zou voortgaan met liin. het plegen van chantage ln de van de kernbewapening. Zoals men weet, wil De Gaulle wel deelnemen aan een conferentie op het hoogste niveau, wan neer deze gaat over het verbie den en vernietigen van kern wapens. Chroesjtsjef heeft deze We«t-Ber- suggestie echter van de hand gewezen, omdat hij alleen maar Ën president Kennedy liet op wil praten over algehele en al gemene ontwapening, hij wil trachten, de westelijke mogendheden met behulp van de neutralistische landen in gro te verlegenheid te brengen. De Gaulle Destijds was De Gaulle als hoofd van de voorlopige Franse regering (in ballingschap) woe dend. dat hij niet op de grote internationale conferenties als gelijkwaardige werd toegelaten. Op de bijeenkomsten in Jalta en Potsdam schitterde Frankrijk door afwezigheid. Dit werd ervaren als een be lediging van het prestige van een land, welks grandeur De Gaulle wilde herstellen. Dank zij diezelfde De Gaulle wordt sinds enkele jaren Frankrijks stem weer gehoord en wordt er in zeker opzicht met Frank rijk rekening gehouden. Maar nu doet zich de op zichzelf won derlijke zaak voor, dat De Gaul le om moeilijk te volgen rede nen Frankrijk isoleert van de wereldpolitiek. Algerije Dat is volgens de Néw York Times des te r omdat hét niet gaat een kwestie waarin De Gaulle hardnekkiger dan wie overigens begrijpelijk Ongetwijfeld houdt de houding van De Gaulle dan ook verband met de Algerijnse kwestie, die aan zijn laatste, belangrijkste cn beslissende fase toe is, nl. die waarin de macht van de on der de O AS-Vlag schuilgaande extremisten moet worden ge broken. De Gaulle concentreert zich bewust op deze kwestie. Hij kan zich veroorloven, het ..gedoe" in de internationale po litieke arena aan de anderen over te laten. En het is dan >ok zo: men zit in Genève be- Zonder De Gaulle gaan de sen in de Zwitserse conferéntie- >tad toch wel door, ook wanneer .men het toch nog ergens over acns zou worden. Ontzien Dit is in wezen tekenend voor ie positie, die Frankrijk in de vereld inneemt. De Gaulle heeft steeds geprofiteerd van het feit, dat men hem zowel in het Wes ten als in de communistische landen heeft willen ontzien. Daar maakt de Franse president nog steeds gebruik van, ook bij het streven naar verwezenlijking van zijn plannen om Frankrijk te maken tot woordvoerder van een politiek, militair en econo misch krachtig West-Europa. De minachting, waarmede de Gaulle de wereldpolitiek nog steeds bejegent, omdat hij er geen invloed op kan uitoefe nen, zal er niet toe bijdragen, onder de overige Europese lan den meer enthousiasme te kwe ken voor de Franse politieke plannen, waarmee de commis sie Fouchct nog steeds bezig Is. In Bonn zal men bepaald slecht over De Gaulle's houding te spreken zijn. Engeland partijen nu geteld zijn en dat de liberalen voorbestemd zijn om in Engeland een domineren de positie te gaan innemen. De liberale partij Is typisch een groepering, die het niet moet hebben van de „bewuste" kie zers. Dit geldt ln mindere ma te voor de conservatieven en de socialisten die op een grote vas te aanhang kunnen rekenen. Ontevreden Dat de liberalen er in ge slaagd zouden zijn, het twee partijen-systeem te doorbreken, staat nog niet als een paal bo ven water. Het is bij tussentijdse verkiezingen altijd zo geweest, dat de partij, die verantwoorde lijk is voor het regeringsbeleid de steun van een soms groot aantal ontevredenen moet mis sen. Daar komt nog bij, dat de situatie plaatselijk hemelsbreed kan verschillen, omdat de per soonlijkheid van de kandidaten een groter rol pleegt te spelen dan het program van de partij, welke zij vertegenwoordigen. Wat de socialisten betreft is er thans toch wel reden om aan te nemen, dat de afval in hun gelederen nog steeds doorgaat. Overigens kan die afval alleen al tot uiting zijn gekomen in het wegblijven van de stembus, het geen zowel conservatieven als socialisten bepaald wel parten moet hebben gespeeld. Militant In de situatie van vandaag is de liberale partij ln Engeland de meest militante groepering, die er wellicht het best in is ge slaagd, haar mensen naar het stemlokaal te krijgen. Al met al ls er voor premier Macrnil- lan cn voor de socialistische leiders reden te over om een grondig onderzoek ln te stellen naar de liberale successen. Als de algemene verkiezingen eenmaal voor de deur staan, te laat zijn. kan het wel t De tussentijdse verkiezingen, die in de afgelopen week in En geland werden gehouden, zul len waarschijnlijk weinig in vloed uitoefenen op de houding van de Britse delegatie op de ontwapeningsconferentie in Ge nève. Weliswaar wijzen de uit slagen van drie van dergelijke verkiezingen er op, dat de libe ralen belangrijke vorderingen blijven maken ten koste van d-. de socialis ten. Maar hel zou voorbarig zijn. hieruit af te lelden, dat de gou den dagen van belde grootste ken. Ze hielden stand. Niets kon hen er van weerhouden voort te marcheren „in 's Heren naam". Ze trokken door de steden en de dorpen, ze brachten er hun muziek en hun liederen, en hun blijmoedigheid. En ze wonnen langzaam aan terrein. Ze over wonnen de vijand door de liefde Gods, oneindig groot. In de dagboeken van hun korp sen staan de onbegrijpelijkste dingen genoteerd. Ze vertellen de mens verloren, door God ge red". Van een kroegbaas, die zijn klanten op de pof schonk, en, om beter aan zijn trek te ko men, met dubbel krijt schreef, en die door een Heilssoldaat tot Christus kwam en daarna alle drank, in zijn café aanwezig, in de goot liet weglopen. En van een vrouw, die haar leven had vergooid en met wie geen goed garen meer viel te spinnen, maar wier harde hart door een hand haar toegestoken door een Heilssoldate in stukken brak, en toen de weg naar Christus zag. De dagboeken van de korpse.i vertellen het boeiende verhaal van Gods wonderlijke wegen met mensenkinderen. Vraag De vraag: waarom? Waarom dat werk begonnen en waarom, in weerwil van al les voortgezet? Dit is het antwoord: het werd in Nederland begonnen omdat Schoch, Govaars en Ty ler waren aangeraakt door de vonk van de Goddelijke liefde, omdat God hun ogen had ge opend voor „vergeten groepen", omdat zij iets begrepen hadden van Gods kracht, die uit modder en drek juwelen kan scheppen. Zij begonnen omdat zij een nood zagen. Zij begonnen omdat zij zich door God wilden laten ge bruiken. En het werk ging door omdat die liefde Gods de mens, zelfs tegen zijn wil, voortdrijft, anderen ten zegen. Vijfenzeventig jaar Leger des Heils in Nederland. Driekwart eeuw een stroom van mannen en vrouwen, die wisten, dat zij waren gered om anderen te redden. „Tirrrtn zij ood r STRIJDKRE" het gedrang voor de deur hield op. enige lieden gingen stil naar buiten en wij konden onze sa menkomst voortzetten." Laster Waarom hielden zij vol. ook toen de laster haar kop begon op te steken en de tegenaanval re gelrecht werd ingezet? Want de laster bleef niet uit. Een dagblad schreef over de eerste samenkomst: „Na afloop ontbrak het niet aan gesprekken, waaruit bleek, dat velen de me ning waren toegedaan, dat deze godsdienstoefening het werk was van overspannen zenuwen, en al lerminst op een uiting van waar achtig godsdienstig gevoel of/ op een opwekking van een gezond verstand aanspraak mag maken". Het Leger was ten strijde ge trokken, maar de vijand was Nieuwe tijden vragen ook nieuwe kleding. Niets in de uniformen van de muzikanten van de huidige muziekkorpsen wijst op de snit ran vroeger. niet van zins zich zonder slag of stoot over te geven. „Terwijl de vorige avond een troep volks door de politie was uiteenge jaagd, die het lokaal aan de Ge rard Doustraat met stenen beko gelde, had gisteravond ander maal voor dat lokaal, en voor de woning van kapitein Tyler, een volksoploop plaats. Men dreigde de ruiten in te slaan en er werd weer met stenen geworpen. De politie voorkwam erger schan- In Kampen „hadden dagen ach tereen 's avonds ernstige ongere geldheden plaats. Het volk, opge hitst door kroegbazen, trachtte de samenkomsten te verhinderen. De burgemeester was ten slotte genoodzaakt de staat van beleg af te kondigen". En in „Bever wijk brulde men: Weg met het perfide Albion, de zaal werd daarna kort en klein geslagen...". Groei Waarom toch zetten zij het werk voort? Niet alleen omdat het Leger groeide. En het groeide tegen de ver drukking in. Steeds groter werd het aantal, dat zich schaarde achter de vlag van Bloed en Vuur. En steeds groter het aan tal „dat op samenkomsten op de zondaarsbank neerknielde en zijn zonden beleed". Na één jaar wa ren er zeven korpsen, 21 officie ren, elf kadetten, 3000 bekeerden en was er een verkoop van 13.000 exemplaren van De Heilssoldaat. Met de week werd het Leger groter. Steeds meer mannen en vrouwen trokken er op uit. Zij hielden samenkomsten op hoeken van straten en op pleinen, zij gingen de kroegen in en de „slechte buurten", en ze zongen van O zee van Gods liefde, en ze getuigden van hun Heiland, Die hen had gered. Zij vertelden van hun vroeger leven, hoe dor dat was en leeg, en hoe vol nu. Ze getuigden van hun grote blijd schap dat ze Christus hadden le ren kennen. En dat was hun loon. Ze wer den uitgejouwd en nagefloten, uit gescholden voor Halleluja-hoedje en voor Zuster in de Heer, er werden schimpdichtjes op hen gemaakt, de ruiten van hun wo ningen vlogen vaak aan diggelen, ze werden de risée van de buurt, van de fabriek en van kantoor, en er waren er die door hun fa milie werden verstoten, en uit hun werk werden gezet. Waarom Waarom toch waren zij dat werk begonnen en waarom zetten zij het voort? Want ze wisten niet van wij- Iedere dag van mijn leven en iedere stap die ik doe binnen het kader en in het werk van het Leger des Heil», besef ik meer en meer de relatieve waarde van geloof en werken. Meer dan ooit ben ik er van over tuigd geraakt dat goede werken zonder het geloof on mogelijk zijn; dat zijn werken die werkelijk zin hebben. De mens die niet vast gelooft in de soevereiniteit van God. het kwaad van de zonde, de oordeelsdag, de za ligheid van de hemel, en de verdoemenis van de hel; de mens die niet gelooft in het offer dat aan het kruis werd gebracht, samen met het feit dat door het ver goten bloed zijn zonden zijn vergeven en hij een thuis in de hemel heeft gekregen, zal of helemaal geen „heilswerk" verrichten voor zijn generatie, of hij zal het zo lauw doen dat het geen cent meer waard is als hij het probeert. Aan de andere kant raak ik er steeds vaster van overtuigd dat een geloof zonder die werken dood is, en dat. als er werkelijk een zaligmakend, een verlos send geloof bestaat, het alleen maar gevoed' kan wor den door een voortdurende, zelfopofferende, ernstige overgave aan goede werken. Het zou even zinloos zijn om te verwachten dat je jezelf in leven kunt houden «onder ademhalen, eten. en drinken als vol te houden dat je een hartstochtelijk, liefdevol, enthousiast geloof in God kunt bewaren zonder te bidden, zonder ver leiding te weerstaan. Christus te belijden, zielen te redden en een heilig leven te leiden; dat wil dus zeg gen zonder de wereld, het vlees en de duivel voortdu rend tegen te staan. En daarom kun je zonder geloof geen werken hebben en zonder werken zul je geen geloof hebben. Beide sa men vormen een prachtig span. Laat ze naast elkaar optrekken. Zij zullen je de overwinning schenken en bovendien het paradijs in het hiernamaals. WILLIAM BOOTH DIT is de vraag, die zich blqft opdringen nu het Leger des Heils binnenkort zgn vijfenzeventigjarig bestaan in Nederland hoopt te vieren: wat heeft dat drietal toch bewogen te beginnen en vol te houden? Er werd niet op gewacht en er was niet om gevraagd, het had er f> en waardering zelfs alle schjjn van, dat het zaad, dat de volgelingen van William Booth, die „Engelse dweper en fantast," hier wilden gaan uit- j strooien op rotsachtige bodem zou vallen en niet tot ontkieming zou komen. Want de stemming was tegen. Kort voor de eerste samenkomst nog velde een Haarlemse predikant, die in Londen een meeting van het Leger had bygewoond, in een vooraanstaand dagblad een ver nietigend oordeel. en bewondering kwamen er voor p in de plaats „De generaal vertelde schreef hij dat men nu ook in Amsterdam zou beginnen en dat bijna alle Hollandse dagbla den ongunstig over het Verlos- singsleger spraken, en ik dacht: goddank. Wij hebben de zaal ver laten, toen mevrouw Booth be weerde, dat een soldaat van het Leger geboren werd door de wer king des Geestes, en wij waren dankbaar na wat wij gehoord en gezien hadden, dat ons dit geluk niet te beurt is gevallen." En in een" ander blad gaf een ingezonden-stukken-schrijver de mening weer van de gemiddelde Nederlander: „Uit het" oogpunt van godsdienst en goede smaak mag men verwachten, dat deze nieuw ingevoerde plant niet tie ren zal op Neerlands grond". Drie Wat heeft hen toch bewogen? Het waren er drie, die hun schouders onder het werk van het Leger in Nederland zetten, drie mannen, in maatschappelijk opzicht sterk van elkaar verschil lend. Ferdinand („Papa") Schoch, was een aristocraat, telg uit een officiersfamilie van naam, zelf een gepensioneerd officier, Ger- rit Juriaan Govaars was een christelij'k onderwijzer, die 's zon dags in het zaaltje van de evan gelisatievereniging ..Emmanuel" an de Amsterdamse Gerard Dou straat het zangkoortje leidde of een strijkje dirigeerde, en John Keely Tyler was een tot beke ring gekomen Engelse oud-ma troos van een der Harwich-boten. Zij kenden elkaar reeds lang, hun „liefde tot de Heer" had hen bij elkander gebracht. Schoch, een godvrezend man, zoals zijn dochter, de latere mevrouw Oli- Khant-Schoch, van hem getuigde, ad ontslag, genomen uit de mili taire dienst om zich aan Gods zaak te kunnen wijden. Govaars, door bijzondere omstandigheden in Londen gekomen, ontmoette daar de Legermoeder, Catherine Booth, die hem vroeg of het werk van evangelisatie onder de armsten en ellendigsten hem niet de moeite waard leek om er een heel leven aan te wijden en hij zei: ja! En Tyler ten slotte had na een samenkomst van het Leger in Harwich aangeboden in opleiding te gaan tot officier, en hij was aangenomen. Gods zegen te vragen op onze poging." Die eerste samenkomst werd „een heerlijke overwinning", rap porteerde commissioner Railton, die uit Londen was overgekomen, aan het Engelse hoofdkwartier. „Om half zeven 's morgens be gaven we ons op weg om, gelijk we dachten, met een klein aan tal vrienden te bidden en een ze- 5en te vragen voor het wachten- e werk van die dag. Maar zie! een nieuwsgierige menigte wacht te al om binnengelaten te wor den. en keek met belangstelling naar het wapen van het Leger, dat voor de eerste maal de gevel van de zaal versierde. Meer dan tweehonderd mannen en vrouwen bestormden de zaal." Strijd Waarom hielden zij vol, ook toen in de avond van die eerste zondag de strijd zich inzette? „Het was werkelijk een harde strijd. De duivel had aldus Railton al zijn krachten inge spannen om die strijd te voeren. Naar het ons voorkomt, gebruikt hij in Amsterdam niet dezelfde soort mensen als werktuig, dat hij elders inzet, maar hij wist zich meesterlijk te bedienen van de gretigheid van de Amsterdam mers om iets nieuws te horen. Juist toen wij langzamerhand vat op de toehoorders kregen, drong een grote schare nieuwsgierigen de zaal binnen. Tevergeefs tracht te de politie, die de gehele dag met goed resultaat ons terzijde had gestaan, de ingang te bewa ken. De menigte kwam naar binnen en door het gedrang scheen het een ogenblik alsof al les onder de voet zou worden ge lopen. Er ontstond een grote con sternatie. Vrouwen schreeuwden en trachtten zich op het platform ln veiligheid te brengen, vanwaar wij tevergeefs probeerden ieder een tot kalmte te manen. Wij zongen herhaaldelijk een refrein totdat er iets gebeurde, dat ons uit onze moeilijke positie bracht. Wij dachten niet anders dan dat de politie onze bijeen komst zou sluiten. Maar, Hallelu ja! plotseling kwam er kalmte. „Aanval" Drie mannen, die het bolwerk van tegenstand gingen bestor men. Waarom De „aanval" op Amsterdam was vastgesteld op zondag 8 mei (1887), en in de week, die hier aan voorafging werd een duizend tal strooibiljetten huis aan huis verspreid in de omgeving van het evangelisatiegebouw aan de Gerard Doustraat, waar de eer ste samenkomst zou worden ge houden. Amsterdam verkeerde in span ning, er scheen iets te broeien. Maar het drietal trok zich niet terug, ,,'s Zaterdags, in de avond schreef Tyler in zijn dagboek kwamen we met enige gelijk gezinden bijeen om te bidden en Het Leger des Heils ls in Ne derland zo maar gewoon begon nen. Feitelijk op een schoen en een slof kwam Tyler van Enge land naar ons land. Toen hij van het hoofdkwartier ln Londen op dracht kreeg zich met zijn vrouw naar Amsterdam te begeven om daar met Schoch en Govaars «ljn schouders te «etten onder het werk, beschikte hij over een ka pitaal van 75.80, en van die som moest de overtocht van Harwich naar Rotterdam en dc kosten van het vervoer van de bagage wor den betaald. Htj arriveerde In de CALVIJN, de reus uit Noyon Calvijn de reus uit Noyon, door P. A. de Rover. Uitgave De Graafschap, Aalten. Deze boeiend geschreven levens roman van een onzer grootste kerkhervormers laat de lezer zien hoe een lichamelijk zwak mens in de kracht van zijn Heer tot het uiterste vecht tegen de leer der rooms-katholiekc kerk, die zich volgens Calvijn vergrijpt aan de eer van God. Calvijn. die in zijn hart een af keer heeft van kerkelijke strijd, weet met zijn voortreffelijke bij belkennis en gesteund door zijn boezemvriend Willem Farel. het ware evangelie uit te dragen in steden en dorpen, met als middel punt Genève, Hoewel hij telkens wordt achtervolgd door de inqui sitie. „het monster met de dui zend grijpklauwen", is Calvijn er van overtuigd dat zijn strijd niet tevergeefs zal zijn. De lijfspreuk van Calvijn „slechts de dood brengt rust aan Christus' krijgs knechten". heeft de schrijver ge bruikt als leidraad voor zijn boek. dat enerzijds duidelijk weergeeft wat het betekent een navolger van Calvijn te zijn, maar ander zijds te weinig nadruk legt op de minder goede eigenschappen van de mens Calvijn. hoofdstad met een bedrag van 28.15. Maar het geld was niet zo be langrijk en heeft in die begintijd nooit zo'n belangrijke rol ge speeld. Gebrek aan geld heeft ook later nooit de aktiviteiten kunnen remmen. Tyler kwam in Holland „met een machtig sterk geloof in Gods beloften ende Bank des Geloofs is betrouwbaar, ui terst solide". Nauwkeurig Tyler hield het kasboekje van het Leger bij. Het is gelukkig be waard gebleven. Het ls een klein kasboekje, dat gemakkelijk in een jaszak gestopt kan worden. Uit alles blijkt, dat Tyler het dage lijks bij zich droeg om onmiddel lijk de uitgaven en de inkomsten te kunnen noteren. Omdat hij Engelsman was noteerde hij de - bedragen aanvankelijk in ponden, shillings en pennies. Later, toen hij beter op de hoogte was van ons muntstelsel, ging hij over op guldens, dubbeltjes en centen. Op 16 mei 1887 noteerde hij: Dona tion from mr. C. f. Schoch ƒ200.00. op 11 mei van dat jaar gaf hij 45 centen uit voor a key for draw, en op de 31ste een kwartje voor een Staats Blad. Ja, Tyler was een nauwkeurig man. Er mochten kunnen we aannemen geen uitgaven wor den gedaan zonder zijn toestem ming. Op 25 juni schafte het Le ger zich Two Hoorretjes aan voor de som van tien gulden, en op 13 juli moest Tyler 33.60 neertellen voor een Captains uniform and Cape. Het kasboekje leert, dat er van het begin af aan vrienden van het Leger zijn geweest, die het werk financieel steunden. Ook voor de ze tijd nog grote giften staan on der Income opgenomen, giften van tientallen guldens. Maar in weer wil daarvan was elke dag opnieuw de grootste zuinigheid geboden. Op l juni was er in totaal 44.30 in kas. op 1 juli 164.63. maar op 1 augustus slechts 47.42%. Gang Nauwkeuriger dan een dagboek dit zou kunnen doen staat in dit bijna versieten kasboekje de ge- Het blad, dat het Leger des Heils uitgeeft, heette aanvankelijk rJ)e Heilssoldaat". In 1890 echter werd het omgedoopt in „De Oorlogs kreet" en sinds 1897 is de naam „De Strijdkreet". Het is een vari de oudste geïllustreerde bladen tan Nederland. schiedenis van het Leger in Ne derland beschreven. Naast een „Bybel for de zaal 1.10" en „Strings for fiddle 0.80" lezen we over uitgaven als „Rijskosten for twee naar Arnhem 5.90" en „to Rotterdam for twee 5.20". Het vertelt van de uitbreiding van het Leger zelf en van dé overwinningen, die werden be haald. Op 21 oktober werd twintig cent in de kas van het Leger ge stort als „Tobacco Geld", ver moedelijk afkomstig van een man, die een samenkomst van het Le ger had bijgewoond en zo onder «te indruk was gekomen, dat hij besloot geen geld meer aan ge notmiddelen uit te geven. Het Le ger heeft met het geld moeten woekeren. Niet elk dubbeltje, maar zelfs elke cent moest twee maal worden omgedraaid alvo rens te kunnen worden uitgege ven. En daarom was elk bedrag welkom, hoe klein en gering het ook was. Twintig centen van een man, die vermoedelijke het roken er aan had gegeven, een gulden van „een vriend", veertig centen van mr. Van Baaien en een kwartje van „een broeder". En hoe vorstelijk is de gift van 5.-. geschonken door „Een Dienstmeisje". Toen er sprake was. dat het Le ger in Amsterdam een eigen ge bouw zou gaan stichten, bleven de giften evenmin uit. De eerste gift „for our first Building" was vijftig centen, later gevolgd door een storting van 52 centen door een vriend". Op een schoen en een slof kwam Tyler naar Amsterdam, op een schoen en een slof is het Leger groot geworden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 14