een c
Drinken in spijkerbroek of jaquet
'Ruimte
voor ons.
..neem
geen
cocktaills
van
Waldo
voor jietóen
Er uit gelicht
De lagere
school
Op uiigekeken
ZATERDAG 10 MAART 1962
i verhaal, dat vertelt hoe het kan gaan....
Op deze pagina óók
Of hoe het soms gaat!
Neem vooral geen cocktails aan van Waldo had Marjo gezegd. Mix
zelf of kijk wat erin gaat Ze zijn daar nogal van half-om-half en
beetje straffer en voor je 't weet ben je als een gieter
heen willen. Ongelovig had ik haar aangekeken.
één keer geweest, zei ze resoluut. Het was
liefst
precies mi
„Kom jij ook?" Ik ben
pan.
Bij twaalven. Ingetrapte pinda's en zoutjes, gesneuvelde glazen.
Waldo die steeds erger morsend zorgt dat de glazen vol blijven. Paul
die op de tafel is gezakt en met z'n hoofd op z'n armen slaapt. Het
summiere licht van 'n paar kaarsen, die flakkeren als deuren opengaan.
Het dansen dat langzaam aan een loom cheek to cheek pas op de plaats
is geworden.
Ik denk aan Marjo en ga bij elk vol glas na een paar slokjes een
andere plaat opzetten, waar Waldo me steeds luidruchtiger voor wil
belonen. Hopelijk kunnen kamerlindes beter tegen alcohol dan ik, want
ik kieper m'n zoveelste glas op de al vochtige aarde leeg.
Net als ik weer een pelgrimage heb gemaakt, struikelend over de
benen van Ella en Bert die het niet eens merken en aan m'n rok
getrokken wordt door Nico, die een lange monoloog tegen z'n glas
onderbreekt om mij te vragen of ik ook zie, dat er een varkentje in
zit, stelt Waldo een nieuw spelletje voor. Het is een soort pandverbeu
ren waarvan de grootste attractie de bepaling is, dat slechts grote
kledingstukken als pand gelden. Ik maak me klein achter de hoge
stoel, waarin Ityoo nog steeds tegen
het varkentje praat en sluip als
er een verhitte strijd is over "n
hemd van Rob de tuin in.
De volumeknop van de pickup
is de hele avond nog geen moment
uit de uiterste stand teruggedraaid.
Ik heb 'n plaat van Gershwin op
gezet en leun tegen de muur. Bo
ven het lawaai van het spel is het
goed te horen: „a woman is a
sometimes thing".
Er is ook nog iets anders te ho
ren. Het gierende niet te stuiten
lachen van Cora, die lacht met een
geluid dat te klein is voor haar
keel, haar lichaam schokt van ple
zier. Ze loopt op haar kousen
wankelend langs de uiterste rand
van het vijvertje en de oudste
broer van Waldo vindt het maar
wat prettig haar te redden. Hij
zoent haar zoals hij dronk daarnet
Er zit een scheur in haar jurk. Ik
twijfel niet of hij weet er meer
De muziek is abrupt afgebroken, ze roepen binnen mijn naam. Cora
wordt meegetrokken de schaduw in. Haar lachen klinkt zachter. De
lampion die boven het vijvertje hing vat vlam en valt in het water.
Terwijl Ik kijk hoe de vlammetjes doven en het oppervlak zich glad
strijkt is daar ineens het gezicht van Rob voor het mijne. D dag, zegt
hij D dag. de pick-up is k kapot Nou moet jU mij bij komen zitten
want de pickup is kapot eerlijk is eerlijk. Hij pakt me by de schouder
„eerlijk is eerlijk", maar ik glip snel langs hem heen en sla de glazen
deuren achter me dicht Het gezelschap in de kamer is aardig uit
gedund. Ik probeer niet te denken aan de verhaaltjes van Marjo over
wat er dan in de andere kamers gebeurt Het is hier trouwens knus
genoeg geworden. Ik stap op Waldo toen en vraag hem een taxi te
bellen. Lodderig kijkt hij me aan. Ik herhaal het. Begrijpt hij me?
We gaan in ieder geval de gang op. Ik loop vast in de richting van
de telefoon, maar Waldo grijpt m'n pols. „Ik begrijp jou wed", zegt
hij moeilijk, „jij bent jaloers. Maar dat hoeft niet hoor, ik
wijeh
Twee straten verder is een patathalletje nog open. Er is gelukkig
een toilet waar ik m'n polsen onder de kraai, kan houden ra
gezicht wassen met heerlijk gewoon water. Als ik t
DE mens is een verwoed gebruiker
van ..langzame vergiften" en ter-
fie. Dat we dus bij grote hoeveelheden
vergif binnen halen, in de meeste ge
vallen met open armen nog wel, hoeft
ons dat wat betreft de twee genoem
den niet zo zeer te verontrusten; ons
lichaam heeft zich daar zelf al tegen
teweer gesteld. Met alcohol liggen de
papieren anders. Een Frans gezegde
mag dan luchthartig de zaak als volgt
stellen: „De alcohol doodt langzaam,
dat komt goed uit, we hebben alle tijd",
wij vonden juist dit vergif belangrijk
genoeg om er een pagina over te bren-
Juist nu het carnaval de sluizen weer
wijd open heeft gezet (dit was een di-
rekte aanleiding tot het maken van de
ze pagina) maskers op, veel drinken en
je wordt een ander mens
Zo kan het gebeuren dat u tegenkomt:
Een gesprek met mensen achter een
biertje, en Wat de lagere school er aan
doet van Cees van Dop, over het waar
om van het drinken door Leo Kleyn en
tenslotte vertelt Yolanda de Vries hoe
het op alcoholfeesten kan gaan en soms
ook gaat. Duelloog: Cees van Dop. ver
der ook weer Fronttaai. Tenslotte de mo
derubriek (Notre boutique) en „Wat is
Pornografie" van Wim Rouw.
i maag probeer te dempen met e
naast me veelbetekenend, kijkt me z
kan hem niet eens ongelijk geven.
later de alcohol
grote zak frites, snuift de man
i en draait me z'n rug toe. Ik
YOLANDA DE VRIES
daaronder daartussen de ogen
gedeeltelijk uitgepikt
door vernielzucht.
in hei midden
beginnend op de straat
de vierkante mond,
die onregelmatig ademhaalt.
rond de mond de grondverf lippen.
in de ademtocht staat een eenzaam
baas vant het binnenste, deze
ruilt fietsen
tegen een kaartje 3 bij 4.
gelijk oversteken,
stom wisselen, zorgvuldig steekt
wiel tussen twee tanden, onder
deel in de bijna
gesloten cirkel, tevreden
plooit de kluize
naar z'n gezicht.; spuugt in
het gat waar de
tocht vandaan komt.
klant
i cht.
In de grensstreek tussen poëzie
proza komt men tegenwoordig,
meer dan vroeger, rondzwervende
„infiltranten" tegen, die zowel on
der de wetgeving van het poëzie
als het prozagebied vallen.
De naamgeef-honger der Neder
landse critici heeft ertoe geleid,
dat deze tussenvorm als proza-ge-
dicht of „proëzie" geboekstaafd
ter. Deze proëzie is nl. te veel een
vergaarbak geworden; wanneer
men niet weet onder welke noe
mer het werk gerangschikt moet
worden, moet het maar een pro-
za-gedicht heten. Misschien komt
dit wel door het feit dat men zich
nog te veel zand in de ogen laat
strooien door een brokkelige ma
nier van noteren. Met even goed
recht zouden we een hartstochte
lijk, lyrisch prozastuk of een sterk
episeh-getint gedicht, na een typo
grafische verandering, tot het
doorgangsgebied „proezie" kunnen
rekenen. Het criterium is echter:
worden er zowel poëtische als pro
zaïsche taalmiddelen gebruikt,
onafhankelijk dus van een bepaal
de typografische structuur. Is dit
het geval dan kunnen we gevoeg
lijk spreken van een mengvorm
of proëzie.
Het ons toegezonden stuk
„Ruimte voor fietsen" van J.
Marnand valt duidelijk in tweeën
uiteen. Het eerste gedeelte zouden
we, niet alleen vanwege de ma
nier van noteren, kunnen typeren
als een gedicht, het tweede, on
danks het niet-functioneel wegla
ten van de hoofdletters en de frag
mentarische notatie, als proza.
Geen mengvorm of een proza-ge-
aicht dus. Nee, twee typische vor
men naast elkaar. Of liever ge
zegd na elkaar. Erg veel effect
geeft dit niet. Het eerste gedeelte
is een beeldende beschrijving van
het gebouw waaronder de fietsen-
stalling is gelegen. Het prozage
deelte geeft een aantal handelin
gen weer. Naast de vormen val
len dus ook de inhouden van de
twee stukken zover uiteen, dat er
met de beste wil van de wereld
geen argument te vinden is „ruim
te voor fietsen" te definiëren als
proza-gedicht.
In het poëzie-gedeelte gebruikt
de dichter als hulpmiddel om de
werkelijkheid van het gebouw hel
derder weer te geven het beeld
van een gezicht. De ramen zijn
ogen geworden en de ingang
naar de stalling een wijdopen-
staande mond. Boven in de gevel
van het gebouw staat het jaartal
1847. De poëtische logica en dus
ook de kinderlijke logica is een
andere dan de logische logica.
Daarom zegt de dichter: het Ruis
heeft 1847 rimpels, kijk maar. het
staat er toch op. Daaronder daar
tussen de ogen, zegt J. Marnand,
zijn de ramen. Onder of tussen of
boven de rimpels, het is bijna niet
te zeggen waar. De tocht wordt
ademhaling, treffende dingen
staan in dit gedicht. Het prozage
deelte heeft ons echter weinig ge
daan. Soms even een persoonlijke
kijk op de dingen zoals: „Hij
ruilt fietsen tegen een kaartje 3
CEES VAN DOP
00000000000000000000000000000000000000000000000000000000000MMM001
hun leven kunnen maken. En
wachten maakt dorstig. Be
halve het biljart heeft het I
café nog andere aantrekke-
lijkheden. Er heerst een apar
te sfeer, die op velen een I
onweerstaanbare aantrek-
kingskracht uitoefent. Veel
meer misschien nog dan het
bier; want het is opvallend
dat als men aan jonge kna
pen op de man af vraagt of I
zij dat bier nu werkelijk zo
lekker vinden, zij ontkennend
antwoorden! Zij gaan naar I
cafés omdat de „anderen"
ook gaan, omdat zij op een
barkruk willen zitten, omdat I
de schemerlampjes en pluche
tafelkleedjes appelleren aan
hun gezelligheidsinstinct. En I
dat alles is verkrijgbaar te-
gen de geringe prijs van een
glas bier, waarop je natuur- I
A. H. Oegstgeest We hebben wel
begrip, maar we kunnen het niet
Piet F. Delft Het wil i
De negentiende-eeuwse Pieter Stastok Senior wordt wreed zijn knusse Hollandse binnen- jjjk n^et de j,eje avond kunt
I huisje uitgestuurd om de rekening te vereffenen, die hem door de twintigste-eeuwse nozem
neemt, en zelfs nog één tot-
j en beatnik gepresenteerd wordt. dat tenslo"e aIs de schemcr"
Het w een hard gelag voor
I hem. maar hij draagt nu een-
maal de schuld ran de „bezo
pen" toestand die in de exclu-
I sieve wereld van „het is de
hoogste tijd, heren!" heerst.
I Zelden heeft de „burger" zo
in diskrediet gestaan als in
onze twintigste eeuw. Twee
I wereldoorlogen waren vol
doende om een generatie te
doen denken dat wat vroeger
als het hoogste ideaal werd
I gezien, in feite niets anders
was dan de laagste vorm van
I menselijke beschaving. De
twintigste eeuw reageert fel
en bitter op de negentiende.
Idoor alles wat die eeuw tot
negentiende eeuw stempelde
overboord te zetten. De stof
Id ie bij die reactie vrijkomt,
u de nozem, de jongen die in
I plaats van ijverig te blokken
voor het diploma dubb el-
boekhouden. zijn tijd door
brengt op des „negentienden-
I eeutrsen" duivels oorkussen,
in de twintigste eeuw omge-
toverd tot een café met juke-
I box, biljart en een barman
1 (of -juffrouw) die tapt en ge-
Itapt is. Hier vindt hij de ge-
zelligheid die hij thuis on
danks, of dankzij, de televi- I
Isie mist.
CIJFERS
Wie de cijfers ziet die het I
I Centraal Bureau voor de Sta-
tistiek met betrekking tot het
alcohol-misbruik onder jonge-
Iren verschaft, is geneigd te
menen dat het nogal meevalt.
Maar degene die, de betrek
he id die nooit in cijfers is
uit te drukken komt tot
een heel andere conclusie. En
als men van bevoegde zijde
hoort dat het alcoholmisbruik
in een stad als Leiden een
ontstellend probleem is. be--
grijpt men dat de cijfers
slechts een zwakke fagade
vormen waarachter de wer
kelijkheid zich angstvallig ver
borgen houdt.
Natuurlijk kan men niet
volstaan met de constatering
van het feit dat er gedronken
wordt. Waarom wordt er ge
dronken?
Uit het bovenstaande is dit
al gebleken: men tracht te
breken met alles wat „bur
gerlijk" is of zou kunnen zijn.
De lefschopper uithangen is
nog altijd een aantrekkelijke
vorm van vrijetijdsbesteding.
Wie daar uit zichzelf niet ach
ter mocht komen, wordt er
wel op gewezen door de mees
ters op dit gebied. Ook het
mee-willen-doen is één van
de belangrijkste oorzaken van
het verschijnsel. Zoals men in
de militaire dienst ineens
stoer mil doen door bier te
gaan drinken.
HET GROENE LAKEN
Niet alleen het groene pak
echter, ook het groene laken
houdt verband met alcohol.
Het is geen uit de lucht ge
grepen bewering dat velen tot
drinken komen, uitsluitend
om van de andere voordelen
die een café biedt, te kunnen
genieten. En niets vormt een
zo hechte eenheid met het
„pilsje" als de biljartkeu.
Waar kan men beter biljar
ten dan in het café? Tijdens
de weekends zitten er dan
ook heel wat jongens van 17
a 18 jaar geduldig te wach
ten totdat zij de stoot van
lampjes gedoofd worden de
prijs voor de gezelligheid toch
wel hoger geweest is dan de
prijs voor een enkel glas bier, I
en dat niet alleen in finan-
cieel opzicht.
In dit licht gezien zou het I
een oplossing zijn om een ca
fé in te richten waar alles ge-
boden wordt, wat men van I
een café verwacht, behalve
het bier. omdat het daar ir\
eerste instantie toch niet om I
te doen is. Mogelijk is dit dè I
oplossing van een nijpend
probleem. Maar terwijl wij I
dit schrijven, twijfelen wij
toch weer, want uit het café
aan de overkant waait ons I
het luidkeels gezongen en ter- I
gende refrein van een popu
lair liedje in de oren, waarin
wij er met klem op gewezen I
worden, dat: ..dat (wat het
ook zijn moge) nog niet zo
erg is, als een café zonder I
LEO KLEYN
I
Beste M.,
Enkele dagen geleden ben ik voor
de derde maal overgeplaatst. Het
lijkt er veel op, dat ik nu mijn
uiteindelijke bestemming heb ge
vonden. De minister heeft mij
u-aardig gekeurd om bij de „parate
troepen" te dienen en men heeft
mij proberen duidelijk te maken,
dat een dergelijk predikaat als:
„paraat" geen loze term is, zoals ik
vroeger geneigd was aan te nemen
(de trouwe lezers slaan onze pagina
over de dienstplicht er nog maar
eens op na).
Reeds de eerste avond werden de
soldaten uit hun eerste slaap gewekt
door een sergeant, die kostte wat
het kost een voetinspeklie wilde
houden. Opmerkelijk was het feit,
dat slechts diegenen vuile voeten
hadden, die juist op deze dag als
nieuwelingen waren aangekomen.
Snel moest men zich aankleden en
zich opstellen voor het geboutv. Na
een korte inleiding door de sergeant
werd er een kort maar danig slopend
programma afgewerkt. De armzalige
soldaten moesten zich keer op keer
in een dikke laag sneeuw storten,
daar doorheen kruipen, weer op
staan en dat zo vervolgens een keer
of tien herhalen. Inmiddels had zich
een lachende menigte verzameld, die
van achter het vensterglas zich
stampt een afkeer in!
Het is middag. Zojuist is de
aardrijkskundeles in de vierde
klas van de lagere school afgelo
pen. De atlassen worden opge
borgen en de kaart, die voor de
klas hangt is door één van de
leerlingen opgerold. De onderwij
zer wacht tot het stil is en wan
neer dit het geval is zegt hij:
„Vanmiddag gaan we fijn een op
stel maken. Een heel bizonder op
stel waar je heel goed je best op
moet doen, want je kan er een
prijs mee winnen. Jullie krijgen
van mij allemaal een blaadje
waar zes tekeningen opstaan.
Eerst bekijken jullie de plaatjes
heel goed en dan schrijven jullie
een verhaal over de tekeningen.
Een opschrift mogen jullie zelf
bedenken."
De opstelwedstrijd waar de on
derwijzer het over had is uitge
schreven door de Nationale Com-
Het is een uur of negen in de zijn. moeten we even s
avond, wanneer we een klein, ternis wennen. Achter
als „artistenkroeg- hekend staand blissement ontwaren
café in de binnenstad ietwat om- Éflft Mg
l™E;l£Sl kaarr matig worden besche-
i ons te mera.
We gaan aan de bar zitten en
bestellen bij de dienstdoende „kee
per" voor het eerst een koffie.
Zwarte koffie krijgen we.
Uit onze jaszak halen we eer
verfrommeld pakje sigaretten en
oieden een langharig, blond meis
je naast ons een sigaret -
.Graag" zegt
de duis- feest werd gehouden waarbij twee* grijpelyk is het dus wanneer men
vV vaten bier van kant werden ge- de bewustzijnsdrempel kunstma-
maakt. Nee. ik drink met veel; tig tracht te verlagen.^ Het is ech-
enkele gUgen op feestjes of als ik eei
mensvormige contouren, die door pesthui heb. Waarom ik drink'
j_ Con „aai- laar vel eden omda
ik dus niet
missie tegen het Alcoholisme. De
ze zesde schoolwedstrijd bestaat
behalve uit het maken van een
opstel, nog uit het kleuren van
een plaat en het maken van een
tekening in „vrije expressie-"
vorm. Het meedoen met een be
paald onderdeel is natuurlijk af
hankelijk van de leeftijd der leer-
Deze zesde wedstrijd staat wat
vormgeving en ideeën betreft in
een ontwikkelingsstadium en staat
dan ook open voor nieuwe ideeën
en practische wenken. Het pretti
ge is dat er een goede samen
werking is met verschillende an
dere Westeuropese landen zodat
er een uitwisseling van ervarin
gen kan plaatsvinden.
Of de jaarlijke acties positieve
gevolgen hebben is uiteraard
moeilijk te zeggen, vooral ook
omdat het geruime tijd duurt
de kinderen in aanraking komen
met alcohol. Van groot belang is
echter, dat men heeft ingezien
dat bij de zedelijke opvoeding van
de jeugd het gebruik van alcohol
o.m. bij het wegverkeer sterk ont
raden moet worden, in de eerste
plaats als bepaald facet van de
noodzakelijkheid der liefde tot de
naaste.
CEES VAN DOP
kostelijk vermaakte met de caprio
len der .Jtillers".
Om het bloed weer iets op tem
peratuur te brengen, werd er enige
malen om het kazerneterrein gelo
pen. Ten slotte werden de ongeluk-
kigen naar het waslokaal getrans
porteerd, met de veters van de
schoenen werden de voeten vastge
bonden en in deze hulpeloze slaat
natgespoten. Men gebruikte eenvou
dig de brandslang, die voor dit doel
speciaal werd aangebracht.
Dit was dus onze ontgroening, een
flauwe afspiegeling van studenten-
tradities, maar niet bepaald vol van
inlellektuele vondsten. Het was alle
maal nog al erg lichamelijk georiën
teerd en ging met veel gevloek en
gebas gepaard. Zo'n ceremonie her
haalt zich elke twee maanden; het
verveelt nooit: er zijn immer lachers
te vinden. Waar moet je trouwens
ergens anders om lachen? De keuze
is slechts beperkt tot het ongeluk
van de ander en zodra die ander op
z'n week-endjes bouwt en geen
„douwen" riskeert, blijft er een grote
leegte achter.
Ik heb nergens die leegte zo dui
delijk gemanifesteerd gezien. De
hele dag is er sprake van een einde
loze verveling. Geen wonder, dat
elke gelegenheid wordt aangegrepen
om ruzie te maken, met meubilair
te gooien, met etenswaren te smijten
enz. Vaak worden ér weddenschap
pen afgesloten wie dit of dat durft
kapot te maken: een sinaasappel
door de ruit, een mes door de bed-
detijk; de mogelijkheden zijn legio,
hoewel het alle variaties op het
thema „verveling" zijn.
Het is een weinig prettige ge
dachte, dat dit nog zo een dik jaar
moet voortduren. Geestelijk kan men
zich slechts staande houden door
het denkbeeld aan het weekend, dat
over zoveel dagen weer zal aan
breken. Blauw van de ball-point
inkt is mijn agenda. Alle maanden
tot het jaar 1963 zijn voorzien van
een tekentje: „verlof"" betekent dat
en het is elke keer weer een genot
om er een blik in te slaan. Met
onze pen stippen ue aan de toe
komst, onze gedachten zijn de tijd
ver 'vooruit, maar als we opschrik
ken uit ons gepeins blijkt het nog
steeds februari te zijn. De bomen
staan met ontbladerde takken gela
ten in de uir^d; de grijze wolken
hangen laag over hun kruinen en
alles blijft zoals het Is. Toch heb
ben we een dikke kras gezet bij de
datum waarop de poort achter ons
dicht zal gaan en thuis zal ik niet
meer behoeven te roepen: Tot over
veertien dagen!!
Wat is pornografie
Loopt in Nederland één
man rond popelend van ver
langen om de vraag: „wat is
pornografie" toe te lichten, zo
heet deze Jacques den Haan.
Het is immers bekend, dat ve
le van zijn artikeltjes in „Li
terair Paspoort" en „Maat
staf" leven bij de gratie van
dit onderwerp en niemand
slikken.
Het verwonderde ons dan
ook niet, dat toen het Ameri
kaanse werk ..Pornography
and the Law" in Nederlandse
editie onder de titel „Wat is
pornografie" zou verschijnen,
de vertaling (bewerking staat
op het omslag) in zijn handen
viel.
Het boekje verscheen enige
tijd geleden in Amerika en
was dan ook bij Nederlandse
Juristen en allen, die er uit
hoofde van hun beroep mee te
maken hebben, bekend. Waar
om brengt uitgeverij Bert Bak-
ker/Daamen het in de popu
laire pocketvorm? Omdat een
gebonden uitgave niet lonend
Het antwoord is: als men er
de bladzijden met origineel
pornografische teksten uit-
scheurt, blijven er van de 352
pagina's nog geen 200 over.
Het oplagecijfer: bij de eerste
druk reeds vijftigduizend
exemplaren doet aan een
volksuitgave denken, waar de
inhoud lang geen volksvoor
lichting is.
Terug naar de heer Den
Haan; deze poneerde jaren ge
leden in „Talking Shop" een
alleraardigst aforisme: „De
mens is een beest...dat leëst".
Dank zij de uilgevers, zei
hier aan toegevoegd. En er is
één Den Haan, die er naar
WIM ROUW
geen
matig naar de barbier
laten kortwieken). Als we binnen
achter kon blijven. Ik ben er Beaudelaire, Dylan Thomas,
vaak ziek van geweest. Nu drink Billy Holiday. Charley Parker en
ik alleen om een bepaalde sfeer Willem Kloos (vergeef me de
te hebben. Je praat veel gemak- combinatie) zijn toch duidelijke
keiijker De muziek die je hoort en afschrikwekkende voorbeelden
S i, "boek dat je leest, beleef vat, kunstenaars d.e
ie veel meer En op fuiven moet van hun eigen leven tot grotere
er een stfmulans zijn om eens een en ik geef toe soms hogere kunst-
keer jezelf te durven zijn. (Titel uitingen zijn gekomen,
van de pagn 1 j jj
Noire boutique
,,Je bent jezelf
Je danst dan veel STUDENTEN
Nog die zelfde avond zijn we
naar een studenten-sociëteit ge
weest. En hebben daar ongeveer
dezelfde vragen gesteld. Opval
lend was dat een groot deel van
de gevraagde studenten het drin-
Heiningen (reclame- \^en van alcoholische dranken
sterke drank heeftjeren^drinken tekenaar), die naast_ ons aan de thuis had geleerd Behalve door
Voor haar staat beter Kortom het lijkt of je de
een kleintje pils en in haar lin- dingen veei intenser beleeft." We
kerhand houdt ze een pocketboek- bestellen een pilsje voor ons en
je. Het boekje wordt aanleiding voor haar cn we praten gezellig
tot nader contact. Na een poosje nog enjge tijd door.
sturen we ons gesprek zo onopval-
ogelijk aan o^het „nutti- AANGENAMER MAKEN
Theo
i de M.Ü.L.O. ..Eén bar kwam zitten, gaf als zijn
van de jongens, waarmee ik ning Er js volgens mij mets te-
danste had een zakflesje rum bij gen het drinken. Noodzakelijk is
zich. Toen we gingen zitten goot het natUurlijk niet. maar je moet
hij wat rum in mijn glas met co- bet voigens mij zien als een pret-
ca cola. Ja. ik geloof dat dit wel tig middel om het leven iets aan-
de eerste keer was". genamer te laten verlopen. Te-
Later op de fuiven van de aca- veel
demie (ik ben
zoals bij alles, niet goed.
afgestudeerd De vraag waarom kunstenaars en
etaleuze) was er meestal al- semi-kunstenaars vaak_ veel^ drin-
•een maar sterke drank. Soms ken is^niet moeilijk
had men voor flesjes bier gezorgd
Ook heb ik wel eens meegemaakt
dat bü een van mijn vrienden een
verjaardagen, bruiloften, recep
ties ook door het dagelijks drin
ken aan tafel, voor of tijdens de
maaltijd. Terwijl ook geregeld
's avonds gedronken werd. Geen
vorm van verslaafdheid en bijna
nooit dronkenschap ten gevolge
I beantwóör- hebbende. Alleen maar een matig
den. Kunst heeft toch bijna alles drinken voor de gezelligheid,
te maken met het onderbewus-
te, bet gevoel, de intuïtie. Be- CEES VAN DOP
Heb je nog een
vest in de kast
liggen, waar je
allang op bent uit
gekeken? Doe dan
het volgende.
Je knipt dc hals
uit en stikt een
brede reep fluweel
erlangs met even
iets lager een
smallere band in
een andere tint
Doe hetzelfde aan
de onderkant, maar
mete- of vijf boven
de zoom dé brede
Je zult zo'n vest
uit notre boutique
niet meer herken
nen (zegt Magda
Stemerdink).
In Engeland bestaat het plan
de Tower Bridge af te breken en
deze door een tunnel te ver-
In de Oostduitse stad Halle
kunnen slechts luiers worden ge
kocht indien een bewijs van aan-
De communist Borst vertrekt
met het oog op zijn leeftijd uit
de Tweede Kamer. Een opvol
ger is reeds aangewezen.
Zou de C.P.N. maar niet lie
ver even wachten tot de volgende
schonk zijn hart aan een meisje,
maar voor zij inging op zijn
hofmakerij vroeg hij haar of zij
wel tegen het geluid kon, dat
zijn hart maakte. Sinds Allen nl.
vijf jaar geleden een hartopera
tie heeft ondergaan, gaat hij
door het leven met een plastic
hartklep, die het geluid maakt
van tikkende metalen naalden.
Het meisje heeft na een proef
tijd gezegd tegen het geluid te
kunnen. Kan ze tenminste haar
Schotse aard botvieren en tegen
de bun
wêik7ken'
eel i
r gordijnen
octen overleggen als
gordijnen wil kopen?
ontslagen KLM-vliegci
echtigde
zeggen,
heeft
leeftijd W. cvcmucic 8CXU.S-
leden gratis blijven vliegen, zo
is hun door de directie meege
deeld. Wij zien ze de rest vnn
hun leven nog niet in een vlieg
tuig slijten. Maar de KLM ziet
zo kennelijk wèl vliegen.
West-Duitsland, Engeland en
de V.S. hebben heslolen gezamen
lijk dc kosten te dragen van dc
verdere ontwikkeling van de lood
recht opstijgende straaljager Haw-
ker P 1127.
Waarom mag Nederland nou
eens niet meebetalen? We heb-
hen toch een tamelijk ruim op
gezette defensiebegroting?