een c Drinken in spijkerbroek of jaquet 'Ruimte voor ons. ..neem geen cocktaills van Waldo voor jietóen Er uit gelicht De lagere school Op uiigekeken ZATERDAG 10 MAART 1962 i verhaal, dat vertelt hoe het kan gaan.... Op deze pagina óók Of hoe het soms gaat! Neem vooral geen cocktails aan van Waldo had Marjo gezegd. Mix zelf of kijk wat erin gaat Ze zijn daar nogal van half-om-half en beetje straffer en voor je 't weet ben je als een gieter heen willen. Ongelovig had ik haar aangekeken. één keer geweest, zei ze resoluut. Het was liefst precies mi „Kom jij ook?" Ik ben pan. Bij twaalven. Ingetrapte pinda's en zoutjes, gesneuvelde glazen. Waldo die steeds erger morsend zorgt dat de glazen vol blijven. Paul die op de tafel is gezakt en met z'n hoofd op z'n armen slaapt. Het summiere licht van 'n paar kaarsen, die flakkeren als deuren opengaan. Het dansen dat langzaam aan een loom cheek to cheek pas op de plaats is geworden. Ik denk aan Marjo en ga bij elk vol glas na een paar slokjes een andere plaat opzetten, waar Waldo me steeds luidruchtiger voor wil belonen. Hopelijk kunnen kamerlindes beter tegen alcohol dan ik, want ik kieper m'n zoveelste glas op de al vochtige aarde leeg. Net als ik weer een pelgrimage heb gemaakt, struikelend over de benen van Ella en Bert die het niet eens merken en aan m'n rok getrokken wordt door Nico, die een lange monoloog tegen z'n glas onderbreekt om mij te vragen of ik ook zie, dat er een varkentje in zit, stelt Waldo een nieuw spelletje voor. Het is een soort pandverbeu ren waarvan de grootste attractie de bepaling is, dat slechts grote kledingstukken als pand gelden. Ik maak me klein achter de hoge stoel, waarin Ityoo nog steeds tegen het varkentje praat en sluip als er een verhitte strijd is over "n hemd van Rob de tuin in. De volumeknop van de pickup is de hele avond nog geen moment uit de uiterste stand teruggedraaid. Ik heb 'n plaat van Gershwin op gezet en leun tegen de muur. Bo ven het lawaai van het spel is het goed te horen: „a woman is a sometimes thing". Er is ook nog iets anders te ho ren. Het gierende niet te stuiten lachen van Cora, die lacht met een geluid dat te klein is voor haar keel, haar lichaam schokt van ple zier. Ze loopt op haar kousen wankelend langs de uiterste rand van het vijvertje en de oudste broer van Waldo vindt het maar wat prettig haar te redden. Hij zoent haar zoals hij dronk daarnet Er zit een scheur in haar jurk. Ik twijfel niet of hij weet er meer De muziek is abrupt afgebroken, ze roepen binnen mijn naam. Cora wordt meegetrokken de schaduw in. Haar lachen klinkt zachter. De lampion die boven het vijvertje hing vat vlam en valt in het water. Terwijl Ik kijk hoe de vlammetjes doven en het oppervlak zich glad strijkt is daar ineens het gezicht van Rob voor het mijne. D dag, zegt hij D dag. de pick-up is k kapot Nou moet jU mij bij komen zitten want de pickup is kapot eerlijk is eerlijk. Hij pakt me by de schouder „eerlijk is eerlijk", maar ik glip snel langs hem heen en sla de glazen deuren achter me dicht Het gezelschap in de kamer is aardig uit gedund. Ik probeer niet te denken aan de verhaaltjes van Marjo over wat er dan in de andere kamers gebeurt Het is hier trouwens knus genoeg geworden. Ik stap op Waldo toen en vraag hem een taxi te bellen. Lodderig kijkt hij me aan. Ik herhaal het. Begrijpt hij me? We gaan in ieder geval de gang op. Ik loop vast in de richting van de telefoon, maar Waldo grijpt m'n pols. „Ik begrijp jou wed", zegt hij moeilijk, „jij bent jaloers. Maar dat hoeft niet hoor, ik wijeh Twee straten verder is een patathalletje nog open. Er is gelukkig een toilet waar ik m'n polsen onder de kraai, kan houden ra gezicht wassen met heerlijk gewoon water. Als ik t DE mens is een verwoed gebruiker van ..langzame vergiften" en ter- fie. Dat we dus bij grote hoeveelheden vergif binnen halen, in de meeste ge vallen met open armen nog wel, hoeft ons dat wat betreft de twee genoem den niet zo zeer te verontrusten; ons lichaam heeft zich daar zelf al tegen teweer gesteld. Met alcohol liggen de papieren anders. Een Frans gezegde mag dan luchthartig de zaak als volgt stellen: „De alcohol doodt langzaam, dat komt goed uit, we hebben alle tijd", wij vonden juist dit vergif belangrijk genoeg om er een pagina over te bren- Juist nu het carnaval de sluizen weer wijd open heeft gezet (dit was een di- rekte aanleiding tot het maken van de ze pagina) maskers op, veel drinken en je wordt een ander mens Zo kan het gebeuren dat u tegenkomt: Een gesprek met mensen achter een biertje, en Wat de lagere school er aan doet van Cees van Dop, over het waar om van het drinken door Leo Kleyn en tenslotte vertelt Yolanda de Vries hoe het op alcoholfeesten kan gaan en soms ook gaat. Duelloog: Cees van Dop. ver der ook weer Fronttaai. Tenslotte de mo derubriek (Notre boutique) en „Wat is Pornografie" van Wim Rouw. i maag probeer te dempen met e naast me veelbetekenend, kijkt me z kan hem niet eens ongelijk geven. later de alcohol grote zak frites, snuift de man i en draait me z'n rug toe. Ik YOLANDA DE VRIES daaronder daartussen de ogen gedeeltelijk uitgepikt door vernielzucht. in hei midden beginnend op de straat de vierkante mond, die onregelmatig ademhaalt. rond de mond de grondverf lippen. in de ademtocht staat een eenzaam baas vant het binnenste, deze ruilt fietsen tegen een kaartje 3 bij 4. gelijk oversteken, stom wisselen, zorgvuldig steekt wiel tussen twee tanden, onder deel in de bijna gesloten cirkel, tevreden plooit de kluize naar z'n gezicht.; spuugt in het gat waar de tocht vandaan komt. klant i cht. In de grensstreek tussen poëzie proza komt men tegenwoordig, meer dan vroeger, rondzwervende „infiltranten" tegen, die zowel on der de wetgeving van het poëzie als het prozagebied vallen. De naamgeef-honger der Neder landse critici heeft ertoe geleid, dat deze tussenvorm als proza-ge- dicht of „proëzie" geboekstaafd ter. Deze proëzie is nl. te veel een vergaarbak geworden; wanneer men niet weet onder welke noe mer het werk gerangschikt moet worden, moet het maar een pro- za-gedicht heten. Misschien komt dit wel door het feit dat men zich nog te veel zand in de ogen laat strooien door een brokkelige ma nier van noteren. Met even goed recht zouden we een hartstochte lijk, lyrisch prozastuk of een sterk episeh-getint gedicht, na een typo grafische verandering, tot het doorgangsgebied „proezie" kunnen rekenen. Het criterium is echter: worden er zowel poëtische als pro zaïsche taalmiddelen gebruikt, onafhankelijk dus van een bepaal de typografische structuur. Is dit het geval dan kunnen we gevoeg lijk spreken van een mengvorm of proëzie. Het ons toegezonden stuk „Ruimte voor fietsen" van J. Marnand valt duidelijk in tweeën uiteen. Het eerste gedeelte zouden we, niet alleen vanwege de ma nier van noteren, kunnen typeren als een gedicht, het tweede, on danks het niet-functioneel wegla ten van de hoofdletters en de frag mentarische notatie, als proza. Geen mengvorm of een proza-ge- aicht dus. Nee, twee typische vor men naast elkaar. Of liever ge zegd na elkaar. Erg veel effect geeft dit niet. Het eerste gedeelte is een beeldende beschrijving van het gebouw waaronder de fietsen- stalling is gelegen. Het prozage deelte geeft een aantal handelin gen weer. Naast de vormen val len dus ook de inhouden van de twee stukken zover uiteen, dat er met de beste wil van de wereld geen argument te vinden is „ruim te voor fietsen" te definiëren als proza-gedicht. In het poëzie-gedeelte gebruikt de dichter als hulpmiddel om de werkelijkheid van het gebouw hel derder weer te geven het beeld van een gezicht. De ramen zijn ogen geworden en de ingang naar de stalling een wijdopen- staande mond. Boven in de gevel van het gebouw staat het jaartal 1847. De poëtische logica en dus ook de kinderlijke logica is een andere dan de logische logica. Daarom zegt de dichter: het Ruis heeft 1847 rimpels, kijk maar. het staat er toch op. Daaronder daar tussen de ogen, zegt J. Marnand, zijn de ramen. Onder of tussen of boven de rimpels, het is bijna niet te zeggen waar. De tocht wordt ademhaling, treffende dingen staan in dit gedicht. Het prozage deelte heeft ons echter weinig ge daan. Soms even een persoonlijke kijk op de dingen zoals: „Hij ruilt fietsen tegen een kaartje 3 CEES VAN DOP 00000000000000000000000000000000000000000000000000000000000MMM001 hun leven kunnen maken. En wachten maakt dorstig. Be halve het biljart heeft het I café nog andere aantrekke- lijkheden. Er heerst een apar te sfeer, die op velen een I onweerstaanbare aantrek- kingskracht uitoefent. Veel meer misschien nog dan het bier; want het is opvallend dat als men aan jonge kna pen op de man af vraagt of I zij dat bier nu werkelijk zo lekker vinden, zij ontkennend antwoorden! Zij gaan naar I cafés omdat de „anderen" ook gaan, omdat zij op een barkruk willen zitten, omdat I de schemerlampjes en pluche tafelkleedjes appelleren aan hun gezelligheidsinstinct. En I dat alles is verkrijgbaar te- gen de geringe prijs van een glas bier, waarop je natuur- I A. H. Oegstgeest We hebben wel begrip, maar we kunnen het niet Piet F. Delft Het wil i De negentiende-eeuwse Pieter Stastok Senior wordt wreed zijn knusse Hollandse binnen- jjjk n^et de j,eje avond kunt I huisje uitgestuurd om de rekening te vereffenen, die hem door de twintigste-eeuwse nozem neemt, en zelfs nog één tot- j en beatnik gepresenteerd wordt. dat tenslo"e aIs de schemcr" Het w een hard gelag voor I hem. maar hij draagt nu een- maal de schuld ran de „bezo pen" toestand die in de exclu- I sieve wereld van „het is de hoogste tijd, heren!" heerst. I Zelden heeft de „burger" zo in diskrediet gestaan als in onze twintigste eeuw. Twee I wereldoorlogen waren vol doende om een generatie te doen denken dat wat vroeger als het hoogste ideaal werd I gezien, in feite niets anders was dan de laagste vorm van I menselijke beschaving. De twintigste eeuw reageert fel en bitter op de negentiende. Idoor alles wat die eeuw tot negentiende eeuw stempelde overboord te zetten. De stof Id ie bij die reactie vrijkomt, u de nozem, de jongen die in I plaats van ijverig te blokken voor het diploma dubb el- boekhouden. zijn tijd door brengt op des „negentienden- I eeutrsen" duivels oorkussen, in de twintigste eeuw omge- toverd tot een café met juke- I box, biljart en een barman 1 (of -juffrouw) die tapt en ge- Itapt is. Hier vindt hij de ge- zelligheid die hij thuis on danks, of dankzij, de televi- I Isie mist. CIJFERS Wie de cijfers ziet die het I I Centraal Bureau voor de Sta- tistiek met betrekking tot het alcohol-misbruik onder jonge- Iren verschaft, is geneigd te menen dat het nogal meevalt. Maar degene die, de betrek he id die nooit in cijfers is uit te drukken komt tot een heel andere conclusie. En als men van bevoegde zijde hoort dat het alcoholmisbruik in een stad als Leiden een ontstellend probleem is. be-- grijpt men dat de cijfers slechts een zwakke fagade vormen waarachter de wer kelijkheid zich angstvallig ver borgen houdt. Natuurlijk kan men niet volstaan met de constatering van het feit dat er gedronken wordt. Waarom wordt er ge dronken? Uit het bovenstaande is dit al gebleken: men tracht te breken met alles wat „bur gerlijk" is of zou kunnen zijn. De lefschopper uithangen is nog altijd een aantrekkelijke vorm van vrijetijdsbesteding. Wie daar uit zichzelf niet ach ter mocht komen, wordt er wel op gewezen door de mees ters op dit gebied. Ook het mee-willen-doen is één van de belangrijkste oorzaken van het verschijnsel. Zoals men in de militaire dienst ineens stoer mil doen door bier te gaan drinken. HET GROENE LAKEN Niet alleen het groene pak echter, ook het groene laken houdt verband met alcohol. Het is geen uit de lucht ge grepen bewering dat velen tot drinken komen, uitsluitend om van de andere voordelen die een café biedt, te kunnen genieten. En niets vormt een zo hechte eenheid met het „pilsje" als de biljartkeu. Waar kan men beter biljar ten dan in het café? Tijdens de weekends zitten er dan ook heel wat jongens van 17 a 18 jaar geduldig te wach ten totdat zij de stoot van lampjes gedoofd worden de prijs voor de gezelligheid toch wel hoger geweest is dan de prijs voor een enkel glas bier, I en dat niet alleen in finan- cieel opzicht. In dit licht gezien zou het I een oplossing zijn om een ca fé in te richten waar alles ge- boden wordt, wat men van I een café verwacht, behalve het bier. omdat het daar ir\ eerste instantie toch niet om I te doen is. Mogelijk is dit dè I oplossing van een nijpend probleem. Maar terwijl wij I dit schrijven, twijfelen wij toch weer, want uit het café aan de overkant waait ons I het luidkeels gezongen en ter- I gende refrein van een popu lair liedje in de oren, waarin wij er met klem op gewezen I worden, dat: ..dat (wat het ook zijn moge) nog niet zo erg is, als een café zonder I LEO KLEYN I Beste M., Enkele dagen geleden ben ik voor de derde maal overgeplaatst. Het lijkt er veel op, dat ik nu mijn uiteindelijke bestemming heb ge vonden. De minister heeft mij u-aardig gekeurd om bij de „parate troepen" te dienen en men heeft mij proberen duidelijk te maken, dat een dergelijk predikaat als: „paraat" geen loze term is, zoals ik vroeger geneigd was aan te nemen (de trouwe lezers slaan onze pagina over de dienstplicht er nog maar eens op na). Reeds de eerste avond werden de soldaten uit hun eerste slaap gewekt door een sergeant, die kostte wat het kost een voetinspeklie wilde houden. Opmerkelijk was het feit, dat slechts diegenen vuile voeten hadden, die juist op deze dag als nieuwelingen waren aangekomen. Snel moest men zich aankleden en zich opstellen voor het geboutv. Na een korte inleiding door de sergeant werd er een kort maar danig slopend programma afgewerkt. De armzalige soldaten moesten zich keer op keer in een dikke laag sneeuw storten, daar doorheen kruipen, weer op staan en dat zo vervolgens een keer of tien herhalen. Inmiddels had zich een lachende menigte verzameld, die van achter het vensterglas zich stampt een afkeer in! Het is middag. Zojuist is de aardrijkskundeles in de vierde klas van de lagere school afgelo pen. De atlassen worden opge borgen en de kaart, die voor de klas hangt is door één van de leerlingen opgerold. De onderwij zer wacht tot het stil is en wan neer dit het geval is zegt hij: „Vanmiddag gaan we fijn een op stel maken. Een heel bizonder op stel waar je heel goed je best op moet doen, want je kan er een prijs mee winnen. Jullie krijgen van mij allemaal een blaadje waar zes tekeningen opstaan. Eerst bekijken jullie de plaatjes heel goed en dan schrijven jullie een verhaal over de tekeningen. Een opschrift mogen jullie zelf bedenken." De opstelwedstrijd waar de on derwijzer het over had is uitge schreven door de Nationale Com- Het is een uur of negen in de zijn. moeten we even s avond, wanneer we een klein, ternis wennen. Achter als „artistenkroeg- hekend staand blissement ontwaren café in de binnenstad ietwat om- Éflft Mg l™E;l£Sl kaarr matig worden besche- i ons te mera. We gaan aan de bar zitten en bestellen bij de dienstdoende „kee per" voor het eerst een koffie. Zwarte koffie krijgen we. Uit onze jaszak halen we eer verfrommeld pakje sigaretten en oieden een langharig, blond meis je naast ons een sigaret - .Graag" zegt de duis- feest werd gehouden waarbij twee* grijpelyk is het dus wanneer men vV vaten bier van kant werden ge- de bewustzijnsdrempel kunstma- maakt. Nee. ik drink met veel; tig tracht te verlagen.^ Het is ech- enkele gUgen op feestjes of als ik eei mensvormige contouren, die door pesthui heb. Waarom ik drink' j_ Con „aai- laar vel eden omda ik dus niet missie tegen het Alcoholisme. De ze zesde schoolwedstrijd bestaat behalve uit het maken van een opstel, nog uit het kleuren van een plaat en het maken van een tekening in „vrije expressie-" vorm. Het meedoen met een be paald onderdeel is natuurlijk af hankelijk van de leeftijd der leer- Deze zesde wedstrijd staat wat vormgeving en ideeën betreft in een ontwikkelingsstadium en staat dan ook open voor nieuwe ideeën en practische wenken. Het pretti ge is dat er een goede samen werking is met verschillende an dere Westeuropese landen zodat er een uitwisseling van ervarin gen kan plaatsvinden. Of de jaarlijke acties positieve gevolgen hebben is uiteraard moeilijk te zeggen, vooral ook omdat het geruime tijd duurt de kinderen in aanraking komen met alcohol. Van groot belang is echter, dat men heeft ingezien dat bij de zedelijke opvoeding van de jeugd het gebruik van alcohol o.m. bij het wegverkeer sterk ont raden moet worden, in de eerste plaats als bepaald facet van de noodzakelijkheid der liefde tot de naaste. CEES VAN DOP kostelijk vermaakte met de caprio len der .Jtillers". Om het bloed weer iets op tem peratuur te brengen, werd er enige malen om het kazerneterrein gelo pen. Ten slotte werden de ongeluk- kigen naar het waslokaal getrans porteerd, met de veters van de schoenen werden de voeten vastge bonden en in deze hulpeloze slaat natgespoten. Men gebruikte eenvou dig de brandslang, die voor dit doel speciaal werd aangebracht. Dit was dus onze ontgroening, een flauwe afspiegeling van studenten- tradities, maar niet bepaald vol van inlellektuele vondsten. Het was alle maal nog al erg lichamelijk georiën teerd en ging met veel gevloek en gebas gepaard. Zo'n ceremonie her haalt zich elke twee maanden; het verveelt nooit: er zijn immer lachers te vinden. Waar moet je trouwens ergens anders om lachen? De keuze is slechts beperkt tot het ongeluk van de ander en zodra die ander op z'n week-endjes bouwt en geen „douwen" riskeert, blijft er een grote leegte achter. Ik heb nergens die leegte zo dui delijk gemanifesteerd gezien. De hele dag is er sprake van een einde loze verveling. Geen wonder, dat elke gelegenheid wordt aangegrepen om ruzie te maken, met meubilair te gooien, met etenswaren te smijten enz. Vaak worden ér weddenschap pen afgesloten wie dit of dat durft kapot te maken: een sinaasappel door de ruit, een mes door de bed- detijk; de mogelijkheden zijn legio, hoewel het alle variaties op het thema „verveling" zijn. Het is een weinig prettige ge dachte, dat dit nog zo een dik jaar moet voortduren. Geestelijk kan men zich slechts staande houden door het denkbeeld aan het weekend, dat over zoveel dagen weer zal aan breken. Blauw van de ball-point inkt is mijn agenda. Alle maanden tot het jaar 1963 zijn voorzien van een tekentje: „verlof"" betekent dat en het is elke keer weer een genot om er een blik in te slaan. Met onze pen stippen ue aan de toe komst, onze gedachten zijn de tijd ver 'vooruit, maar als we opschrik ken uit ons gepeins blijkt het nog steeds februari te zijn. De bomen staan met ontbladerde takken gela ten in de uir^d; de grijze wolken hangen laag over hun kruinen en alles blijft zoals het Is. Toch heb ben we een dikke kras gezet bij de datum waarop de poort achter ons dicht zal gaan en thuis zal ik niet meer behoeven te roepen: Tot over veertien dagen!! Wat is pornografie Loopt in Nederland één man rond popelend van ver langen om de vraag: „wat is pornografie" toe te lichten, zo heet deze Jacques den Haan. Het is immers bekend, dat ve le van zijn artikeltjes in „Li terair Paspoort" en „Maat staf" leven bij de gratie van dit onderwerp en niemand slikken. Het verwonderde ons dan ook niet, dat toen het Ameri kaanse werk ..Pornography and the Law" in Nederlandse editie onder de titel „Wat is pornografie" zou verschijnen, de vertaling (bewerking staat op het omslag) in zijn handen viel. Het boekje verscheen enige tijd geleden in Amerika en was dan ook bij Nederlandse Juristen en allen, die er uit hoofde van hun beroep mee te maken hebben, bekend. Waar om brengt uitgeverij Bert Bak- ker/Daamen het in de popu laire pocketvorm? Omdat een gebonden uitgave niet lonend Het antwoord is: als men er de bladzijden met origineel pornografische teksten uit- scheurt, blijven er van de 352 pagina's nog geen 200 over. Het oplagecijfer: bij de eerste druk reeds vijftigduizend exemplaren doet aan een volksuitgave denken, waar de inhoud lang geen volksvoor lichting is. Terug naar de heer Den Haan; deze poneerde jaren ge leden in „Talking Shop" een alleraardigst aforisme: „De mens is een beest...dat leëst". Dank zij de uilgevers, zei hier aan toegevoegd. En er is één Den Haan, die er naar WIM ROUW geen matig naar de barbier laten kortwieken). Als we binnen achter kon blijven. Ik ben er Beaudelaire, Dylan Thomas, vaak ziek van geweest. Nu drink Billy Holiday. Charley Parker en ik alleen om een bepaalde sfeer Willem Kloos (vergeef me de te hebben. Je praat veel gemak- combinatie) zijn toch duidelijke keiijker De muziek die je hoort en afschrikwekkende voorbeelden S i, "boek dat je leest, beleef vat, kunstenaars d.e ie veel meer En op fuiven moet van hun eigen leven tot grotere er een stfmulans zijn om eens een en ik geef toe soms hogere kunst- keer jezelf te durven zijn. (Titel uitingen zijn gekomen, van de pagn 1 j jj Noire boutique ,,Je bent jezelf Je danst dan veel STUDENTEN Nog die zelfde avond zijn we naar een studenten-sociëteit ge weest. En hebben daar ongeveer dezelfde vragen gesteld. Opval lend was dat een groot deel van de gevraagde studenten het drin- Heiningen (reclame- \^en van alcoholische dranken sterke drank heeftjeren^drinken tekenaar), die naast_ ons aan de thuis had geleerd Behalve door Voor haar staat beter Kortom het lijkt of je de een kleintje pils en in haar lin- dingen veei intenser beleeft." We kerhand houdt ze een pocketboek- bestellen een pilsje voor ons en je. Het boekje wordt aanleiding voor haar cn we praten gezellig tot nader contact. Na een poosje nog enjge tijd door. sturen we ons gesprek zo onopval- ogelijk aan o^het „nutti- AANGENAMER MAKEN Theo i de M.Ü.L.O. ..Eén bar kwam zitten, gaf als zijn van de jongens, waarmee ik ning Er js volgens mij mets te- danste had een zakflesje rum bij gen het drinken. Noodzakelijk is zich. Toen we gingen zitten goot het natUurlijk niet. maar je moet hij wat rum in mijn glas met co- bet voigens mij zien als een pret- ca cola. Ja. ik geloof dat dit wel tig middel om het leven iets aan- de eerste keer was". genamer te laten verlopen. Te- Later op de fuiven van de aca- veel demie (ik ben zoals bij alles, niet goed. afgestudeerd De vraag waarom kunstenaars en etaleuze) was er meestal al- semi-kunstenaars vaak_ veel^ drin- •een maar sterke drank. Soms ken is^niet moeilijk had men voor flesjes bier gezorgd Ook heb ik wel eens meegemaakt dat bü een van mijn vrienden een verjaardagen, bruiloften, recep ties ook door het dagelijks drin ken aan tafel, voor of tijdens de maaltijd. Terwijl ook geregeld 's avonds gedronken werd. Geen vorm van verslaafdheid en bijna nooit dronkenschap ten gevolge I beantwóör- hebbende. Alleen maar een matig den. Kunst heeft toch bijna alles drinken voor de gezelligheid, te maken met het onderbewus- te, bet gevoel, de intuïtie. Be- CEES VAN DOP Heb je nog een vest in de kast liggen, waar je allang op bent uit gekeken? Doe dan het volgende. Je knipt dc hals uit en stikt een brede reep fluweel erlangs met even iets lager een smallere band in een andere tint Doe hetzelfde aan de onderkant, maar mete- of vijf boven de zoom dé brede Je zult zo'n vest uit notre boutique niet meer herken nen (zegt Magda Stemerdink). In Engeland bestaat het plan de Tower Bridge af te breken en deze door een tunnel te ver- In de Oostduitse stad Halle kunnen slechts luiers worden ge kocht indien een bewijs van aan- De communist Borst vertrekt met het oog op zijn leeftijd uit de Tweede Kamer. Een opvol ger is reeds aangewezen. Zou de C.P.N. maar niet lie ver even wachten tot de volgende schonk zijn hart aan een meisje, maar voor zij inging op zijn hofmakerij vroeg hij haar of zij wel tegen het geluid kon, dat zijn hart maakte. Sinds Allen nl. vijf jaar geleden een hartopera tie heeft ondergaan, gaat hij door het leven met een plastic hartklep, die het geluid maakt van tikkende metalen naalden. Het meisje heeft na een proef tijd gezegd tegen het geluid te kunnen. Kan ze tenminste haar Schotse aard botvieren en tegen de bun wêik7ken' eel i r gordijnen octen overleggen als gordijnen wil kopen? ontslagen KLM-vliegci echtigde zeggen, heeft leeftijd W. cvcmucic 8CXU.S- leden gratis blijven vliegen, zo is hun door de directie meege deeld. Wij zien ze de rest vnn hun leven nog niet in een vlieg tuig slijten. Maar de KLM ziet zo kennelijk wèl vliegen. West-Duitsland, Engeland en de V.S. hebben heslolen gezamen lijk dc kosten te dragen van dc verdere ontwikkeling van de lood recht opstijgende straaljager Haw- ker P 1127. Waarom mag Nederland nou eens niet meebetalen? We heb- hen toch een tamelijk ruim op gezette defensiebegroting?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 18