Bezetenheid met I
NACHTFOTO'S HEBBEN EIGEN BEKORING
deed geen afbreuk aan
Breitners grote kunst
VOOR U
GELEZEN
Een Engels ambassadeur over
Hitler-Duitsland
6
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 3 MAART 1962
MEI
CWlacj een ócUilcler fotograferen
L - 1
Tweemaal Geesje Kwak in Ja
panse kimono, zoals zij vaak
voor Breitner poseerde.
HÉ
T^NKELE WEKEN geleden
ging het als sensatio-
neel bericht door het land:
,,Er zyn een paar duizend
fotonegatieven uit de nala
tenschap van George Breit-
ner tevoorschijn gekomen;
de schilder heeft er ongege
neerd gebruik van gemaakt
in zjjn beroemde doeken."
En onbezonnen stemmen
voegden er aan toe: „Deze
ontdekking betekent de
doodsteek voor Breitners
impressionisme. Nu taant
zijn roem en z'n schilderijen
Wintervertellingen, door Isak
Dlnesen. Uitgave Contact, Am
sterdam-Antwerpen.
Enigszins verbaasd vraagt men
zich af of de verhalen, die onder
de titel ..Wintervertellingen"
'..Winter's tales", vertaald door
H. J. Scheepmaker) werkelijk pas
in 1942 zijn verschenen. Ze spelen
namelijk niet alleen alle elf zich
af in het begin van de vorige
eeuw. maar ook de verteltrant
van de Deense schrijfster Isak
Dinesen roept herinneringen aan
halen gezegd. Het zijn bijzonder
knappe, romantische en soms gril
lige vertelsels, geschreven met
een Skandinavische voorkeur voor
ruige karakters tegen een impo
sante achtergrond. Ze zijn uitne
mend geschikt om gelezen te wor
den op gure winteravonden, als de
kachel heerlijk brandt en de
storm om het huis raast. Wat ons
betreft, mag haar Nederlandse
uitgever meer van haar bundels
laten vertalen.
Wilde Oceanen, door Alan Vil-
liers. Uitgave C. de Boer jr.,
Hilversum.
de geschiedenis van de scheepvaart,
primitief en avontuurlijk m de
vroegste tijden, gemechaniseerd,
groots en soms een verhaal van
vernietiging in onae moderne tijd
In vogelvlucht wordt de lezer
meegevoerd op de grote ontdek
kingsreizen. Het boek verhaalt van
piraten, slavenhalers en avontu
riers. Boeiend en avontuurlijk be
schreven. Naast veel waardering
echter rest toch kritiek. Alan Vil-
liers wekt een indruk van chau
vinisme door kleine gebeurtenissen
uit de Engelse maritieme historie
op te blazen tot ontzettend belang
rijke feiten. In werkelijkheid moe
ten deze gebeurtenissen in het niet
vallen, wanneer men ze vergelijkt
zullen in waarde kelderen,
want het naschilderen van
foto's is geen Kunst".
Wat een geluk, dat in die da
gen van voorbarige uitspraken de
griep mij te pakken had. Daar
door kon ik later, vrij van sen
satie. in alle rust de negatieven
en vele inmiddels gemaakte af
drukken bestuderen. Ook was er
tijd om mij te verdiepen in
agenda's en kladboekjes en brie
ven van Breitner en om allerlei
publicaties over de kunstenaar en
zijn werk nog eens na te lezen.
De huidige verblijfplaats van
de „schokkende vondst" is een
grote zaal van het Rijksbureau
voor Kunsthistorische Documen
tatie aan de Korte Vijverberg in
Den Haag. Het Breitner-materiaal
is hier beland door toedoen van
de heer H. Siedenburg, zoon van
de vorig jaar overleden kunsthan
delaar J. H. H. Siedenburg. aan
wie Marie Breitner de collectie
na de dood van haar man in 1923
heeft afgestaan.
Fotograaf
Het verhaal gaat, dat de kunst
handelaar zijn merkwaardig bezit
zou hebben geheim gehouden uit
vrees voor beschadiging van
Breitners reputatie en de daar
mee gepaard gaande waardever
mindering van diens werk. Dit
lijkt mij niet erg aannemelijk,
want toen Breitner op de toppen
van zUn kunst leefde, werd er al
over gesproken dat hij een fana
tieke fotograaf was. En hij stond
ln deze voor die tijd nog nieuwe
hobby niet alleen. Ook gebruikten
meer kunstenaars de foto als
hulpmiddel.
Breitner zelf kan er nooit een
geheim van hebben gemaakt. De
ze robuuste, fel bewogen mens.
die het leven puurde als een bij
de honing, moet welhaast als een
bezetene met zijn „kiekkast" heb
ben geopereerd. Alles wat Am
sterdam tot Amsterdam maakte,
legde hij vast. Ongerept geble
ven roem in oude gebouwen, ver
donkerde glorie van historische
buurten, verleden en vernieuwing.
Maar vooral zocht hij het leven
zelf te betrappen, de argeloze
mensen, zoals ze waren toen hij
plotseling opdook.
Trilling
met gebeurlijkheden, die
veel belang zijn geweest
ontwikkeling van Europa er
hun stempel drukken op het
wereld gebeuren
een arbeider, staande in een ge
heel andere houding. Breitner»
tafereel is bovendien drukker be
volkt; er zijn twee heimachines
bij gekomen, de horizont is ver
der weg en ook wijdser en het
silhouet is gewijzigd.
„Geproefd"
Er is dus geen sprake van na
schilderen. De prent heeft Bneit-
ner slechts herinnerd aan de
sfeer die hij ter plaatse moet
hebben „geproefd". Niet de foto,
maar pas het schilderij kon de
„ziel" achter de dingen onthullen
nadat een groot kunstenaar eerst
die ziel in verf had gevangen.
Hij stond in een van die ty
pisch Amsterdamse straten vol
pakhuizen die Breitners liefde
voor de historie prikkelden. Hij
hoorde het vergrauwd gesteente
amechtig fluisteren van avon
tuurlijke tropenvaart en rijke
handel. De foto werd een nuchte
re, lege prent. Maar zie wat hij
er van maakte. De opslpgplaat-
sen kwamen dichterbij. Het ge
fluister ging over in kloeke taal;
de duidelijk verstaanbare taal
van het leven, waarbij historie en
perspectivisch lijnenspel niet wer
den omgebogen, doch wel een
andere realiteit kregen.
En nu dan een willekeurige
greep uit de vele kimonostukken,
waarvoor 'de Scheveningse Geesje
Kwak model stond. Is dit een
overtuigend bewijs van brutaal
fotogebruik? Een belachelijke
veronderstelling. Zou èen psycho
logisch kleurgevoelig man als
Breitner pijnlijk turen op een
primitief zwart-wit plaatje, waar
hij het leven zelf in volle toon-
rijkdom voor zich had?
Hulpmiddelen
Het schilderij lijkt weliswaar
op de foto, doch het kreeg onder
de adem van een meester zijn
zelfstandig bestaan als kunst
werk. Al zou men een plaatje via
de ruitjestechniek in z'n contou
ren precies overbrengen, dan nog
is dit allerminst garantie voor
een wezenlijke schepping. Daar
om kunnen Breitners foto's
slechts worden gezien als hulp
middelen, van geen andere waar
de dan de getekende of geschil
derde voorstudie.
De tevoorschijn gekomen foto's,
naarschap. Evenmin verbannen
zij hem uit de voorste rij van
impressionisten. Al hetgeen hij
schiep, blijft zijn impressie van
het leven zoals hij het hoogst in
dividueel onderging en dat werk
kan nooit een mechanische copie
van de werkelijkheid worden ge
noemd.
En trekt u nu maar langs de
van Breitnersfeer geladen stads-
taferelen, langs zijn „kinderen
van ons volk", z'n kimonovrou
wen en „waspitten", zijn martia
le rossen en afgesloofde werk
paarden, zijn cavalleristen en
naakten, want eerst dan rijst hij
levensgroot voor u op, zoals hij
zichzelf op 28 maart 1882 vanaf
zijn Haagse ziekenhuisbed be
schreef aan zijn Rotterdamse be
schermer A. P. van Stolk: „Ik
zal de mensch schilderen op de
straat en in de huizen, de stra
ten en huizen die ze gebouwd
hebben, 't leven vooral. Le pein-
tre du peuple zal ik trachten te
worden of liever ben ik al omdat
ik het wil".
Deze brief van een zieke duidt
op een aspect, dat, voorzover mij
bekend, ln geen enkele publicatie
over de foto-ontdekking is aange
roerd. Breitner leefde namelijk
moeizaam. In vele epistels klaag
de hij over kwalen. Vaak ontbrak
hem de energie of de inspiratie.
Wie zal er achter komen hoe
dikwijls hij tot het maken van
schetsen physlek niet in staa*
was en daarom zo hartstochtelijk
zijn flitsende camera hanteerde?
Om hetgeen zijn bijziende ogen
voor zijn gevoelig kunstenaars
hart registreerden, langer vast te
houden. Of misschien veeleer om
dat hij bang was, zijn fel op
laaiend vu
dat hij
grootseh"
het „iels"
vezels van
verspillen
waarachtigsch
kunnen maken;
hij met alle
ziel verlangde.
TON HYDRA
0000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000k
(Vervolg van pag. 5)
Contact- met anderen
Moeilijk was de situatie voor
Henderson, doordat onder opper
gezag van Hitler, in feite drie
personen leiding gaven aan de
Duitse buitenlandse politiek; von
Neurath, von Ribbentrop en Ro
senberg. De verhouding met von
Neurath, een diplomaat uit de
oude school, die mei Hitler was
meegegaan, was opperbest. Von
Neurath was in Londen ambassa
deur geweest, en Henderson
schrijft over hem: „Hij en zijn
vrouw waren in Engeland buiten
gewoon populair geweest en ik
mocht hen beiden geweldig
graag" (pag. 46).
Hoeveel slechter was de ver
houding met von Ribbentrop,
„die altijd grofheid en kracht
verwarde" (pag. 254).
Von Ribbentrop vond de Engel
sen decadent, liet niet na dat
overal te zeggen, en stimuleerde
de oorlogsdrang in Duitsland:
„op het laatst besefte ik dat,
voor zover het in zijn macht lag,
niemand meer gedaan had om
de oorlog te verhaasten, dan hij.
Voor dat feit is er geen hel in
Dante's Inferno erg genoeg voor
von Ribbentrop" (pag. 101-102).
Voor de rest leest men in zijn
mémoires hoe Henderson, afge
zien van Himmler, ook von Blom
berg, Goebbels, Hess, Funk en de
chef der S.A. Lutze, een zekere
persoonlijke waardering niet ont
houdt; „Funk was een zeer gast
vrij mens, en het gelukkigst,
wanneer hij een glas wijn of bier
dronk met zoveel vrienden als hii
bij elkander kon krijgen. Lutze
was officier in de oorlog van 1914
geweest, en ik mocht zowel hem
als zijn vrouw graag" (pag. 221-
222).
Concessies
Dat alles neemt niet weg dat
de ambassadeur tevens vervuld
was van afschuw over veel wat
in Duitsland plaats vond, bijvoor
beeld het werk van de Gestapo:
„gedurende heel mijn tijd in
Duitsland heb ik nooit opgehou
den er op te schelden tegen al
len, die naar mij wilden luiste
ren" (pag. 27).
Maar met dat al gevoelt men
dat hij in omgang en daden veel
concessies heeft gedaan, die ons
dubieus voorkomen.
Zo woonde hij in 1937 de Neu-
renberger Partijdagen bij, teza
men met de vertegenwoordigers
van Frankrijk en Amerika. De
Partijdagen zijn critisch beschre
ven (pag. 64-70), maar de aanwe
zigheid der drie ambassadeurs
heeft aan deze „dagen" onnodig
gezag gegeven in binnen- en bui
tenland. Dat begreep Hitier zeer
wel: „Herr Hitler was bij die ge
legenheid vriendelijker tegen mij
persoonlijk dan bij een van de
andere, waar ik hem ontmoette.
Hij was ongetwijfeld verheugd
over de aanwezigheid voor den
eersten keer, van de Britse,
Franse en Amerikaanse vertegen
woordigers. en hij gaf te kennen
dat hij deze nieuwigheid aan
mijn initiatief toeschreef" (pag.
70).
De kwaliteit van de meeste fo
to's is niet zo best. Ze zijn niet
temin duidelijk het werk van een
man, die met een speciaal zin
tuig voelde waar het leven „tril
de". Ze houden lets van de tril
ling vast en zij geven veel prijs
omtrent Breitners karakter en
zijn stemmingen, alsook over zijn
speuren naar hechter vormen,
naar uitgebalanceerde composi
ties en naar vernieuwende ele
menten tevens.
Het is bijzonder interessant,
hier aan de hand van enige foto's
en daarop aansluitende werken na
te gaan. wat Breitner eigenlijk
heeft gedaan.
die het financieel kennelijk beter
heeft dan de bezige arbeiders. De
witte boord en het plechtstatig
pak plus de bolhoed stempelen
hem tot heer. Misschien de aan
nemer of een directeur, dan wel
zomaar een belangstellende bur
ger in goeden doen
Het schilderij vertoont echter
MAAK VAN UW CAMERA
EEN „NACHTBRAKER"
Verreweg de meeste mensen
gaan aan fotograferen denken
als de zon schijnt en dat vindt
zijn oorzaak ln de vooroorlogse
fotografie met boxjes en langza
me films.
Maar een moderne
óók een moderne box levert
uitstekend werk bij avond of
nacht, zowel binnens- als buitens
huis.
De flitsfotografle-blnnen laten
we nu even rusten en we willen
het ln dit artikel hebben over
de nachtfotografie.
U hebt daar voor nodig: een
camera (geladen met een „snel
le" film van 24-27 din), een zon-
nekap op de camera-lens, een
draadontspanner en een statief.
De beide laatste zijn niet he
lemaal onontbeerlijk, doch wel
erg wenselijk.
Een geroutineerde amateur
verstaat het kunstje om de ont-
spannerknop 20 sekonden en lan
ger in te drukken, zonder de ca
mera te bewegen (al zal hij dit
slechts doen wanneer hij zijn
draadontspanner vergeten is).
Het statief kan desnoods vervan
gen worden door de camera te
plaatien op een muurtje, stoep
rand. autokap o.i.d. Vooral in de
stad zijn legio onderwerpen te
vinden voor stemmingsvolle
avond- of nachtfoto's.
Te voet
ook een beeld kan roemen tan
de rrouw die baar moeili/ke
man dapper terzijde stond, doch
gelegd naast de tekening, her
kent men in de kleding tan de
twee keutelende dames het
gtantelpakje van Marie.
Men dient zijn zwerftochten te
voet te maken, omdat men
slechts dón de mogelijkheden
ziet, die de automoblUist of
bromfietser ontgaan.
In tegenstelling tot vele ande
re takken van fotografie lukt de
avondfotografie doorgaans beter
wanneer het geregend heeft of
er een lichte mist hangt.
De straten zijn dan nat en la
ten de wonderbaarlijkste lichtre
flecties zien en bovendien is er
méér licht, doordat het licht
van lantaarnpalen, etalages e d.
weerspiegeld wordt op het natte
Soms zijn deze weerspiegelin
gen alleen al het onderwerp voor
een geslaagde foto
Het is ondoenlijk een lange
lijst van fotomotieven in dit ar
tikel af te drukken, maar ieder
die een wandeling door zijn
eigen stad maakt vindt er bin
nen een uur ettelijke.
- Niet moeilijk
»rt
De techniek van dit soort fo
tografie is echt niet zo moeilijk.
Wel bestaan er sinds kort licht
meters, die zelfs het licht van
een enkele lantaarnpaal of van
de maan kunnen meten, doch
wie van een onderwerp drie op
namen maakt, b.v. 10, 20 en 30
sekonden, heeft gegarandeerd bij
deze drie één geslaagde.
Dit is geen raad die wij u ge
ven om u zoveel mogelijk film
pjes te laten verbruiken: zelfs de
geroutineerde vakfotograaf doet
het precies zo, alleen maakt hij
er misschien nog een paar meer!
Avondopnamen kan men ook
uit de hand maken, met bv. 1/25
sekonde, doch dan dient men te
beschikken over een camera met
een lichtsterke lens van b.v.
f:2.8 of f:2.
En zelfs dan doet men wijs
door de opnamen te maken kort
na het invallen van de scheme
ring.
In een winkelstraat of ander
druk stadsdeel is altijd wel zo
veel licht, dat men handig pro
fijt kan trekken van etalagever
lichting, licht van voorbijrijden
de auto's en van lantaarnpalen.
Schemering
De schemering is trouwens
toch een zeer geschikte tijd voor
stemmingsvolle avondopnamen.
De schaduwen zijn dan nog
niet zo diep, dat ze roetzwart
op uw foto worden en u komt
tot redelijk korte belichtingstij
den bij gebruik van snelle films.
Tijdens dit overgangsuur van
dag naar nacht kunt u zelfs kleu
renopnamen „uit de hand" ma
ken. wanneer u een van de super
snelle kleurenfilms in uw came-
Daglichtomkeerfilm verdient in
zo n geval de voorkeur boven
een kunstlichtfilm. omdat dan de
avonddonkere hemel natuurlijker
en het licht van gloeilampen
wordt weergegeven.
Ook de huidskleur komt op
een daglichtfilm beter uit. Ten
zij u het licht van voorbijrijdende
auto's en fietsen bewust in bet
beeld wilt hebben, vermijdt u dit
licht door uw hand voor de zon-
nekap te houden tijdens de op
name en het tellen van de sekon
den tijdelijk te onderbreken.
Bijvoorbeeld, u telt: een-en-
twintig, twee-en-twintig (daar
komt een auto; u wacht tot hij
voorbij is en gaat verder met
tellen) drie-en-twintig, etc.
Vooral in de winter kunt u
voor dit karwei nog beter een
hoed of een pet gebruiken dan
Door de warmte van uw hand
kan nl. de lens beslaan en later
snapt u maar niet hoe uw foto
onscherp kan zijn.
Sneeuw
Over winter gesproken: avond
opnamen met sneeuw hebben een
heel aparte bekoring en boven
dien heldert de sneeuw vele scha
duwen prachtig op. Probeert u
het maar eens.
Wie zelf zijn vergrotingen
maakt, moet de eerste keer niet
schrikken, wanneer hij zijn pa
pier razendsnel „zwart" ziet
worden in de ontwikkelaar.
Meestal zal blijken, dat er
zelfs dan nog niet lang genoeg
belicht is bij het vergroten. U
moet de belichting nl. regelen
naar de donkere partijen in het
negatief.
Roetzwarte schaduwen zullen
immers altijd roetzwart blijven,
maar de hoge lichten mogen niet
te kaal zijn.
Een mogelijkheid om de con
trasten te overbruggen: geef
eerst een zo goed mogelijk ge
schatte totaal-belichting en houd
vervolgens uw twee handen on
der de vergrotingslens om het
licht af te dekken.
Door een piepklein gaatje tus
sen uw beide handen belicht u
nu de zwaar gedekte plaatsen
van het negatief een aantal se
konden langer. „Doordrukken"
heet dit bij de geroutineerden.
Deze maanden zijn bij uitstek
geschikt voor nachtfotografie en
wanneer u met wijdopen ogen de
stad intrekt, zult u beslist een
aantal onderwerpen vinden, die
een verrijking kunnen gaan vor
men voor uw album.
hij beschrijft hóé woedend Hitier
steeds was op de critiek op hem
uitgebracht in de Engelse pers:
ik trachtte bijgevolg hen, die
aansprakelijk waren voor het
voorleggen aan Hitler van de
Britse krantenknipsels (die na
tuurlijk eerst vertaald moesten
worden), er toe te bewegen enke
le ervan in de papiermand te
gooien eer ze hem bereikten.
Maar ik slaagde daar niet in,
ten minste niet voor altijd...."
(pag. 60). Deze poging moest
misschien gewaagd, maar naïef
was de veronderstelling dat deze
Typerend is ook de troost die
Henderson, na het sluiten van
„München", aan de Prime-Minis
ter Chamberlain schreef: „Mil
joenen moeders zullen vanavond
uw naam zegenen, omdat u hun
zoons voor de verschrikkingen
van de oorlog bewaard hebt. Oce
anen van inkt zullen hierna in
critiek over uw daad stromen"
(pag. 155).
Daarnaast treffen opmerkingen
van geheel ander gehalte: „Zij
zouden misschien in 't geheel
nooit besloten hebben agressie te
riskeren, indien Brittannië na
1920 sterk was gebleven" (pag.
173).
Rechtvaardige vrede
De mémoires van Henderson
bevatten geen opgewekte lectuur.
Ze geven de diep menselijke tra
gedie weer dat men in de diplo
matie het kwaad soms tot volle
ontplooiing moet laten komen, al
eer men militair kan aangrijpen.
Het is voor ons gemakkelijk
achteraf critiek op Henderson en
Chamberlain uit te oefenen, maar
vooral wij Nederlanders, die tot
het einde toe neutraal bleven,
hebben daar in zekere zin weinig
recht op!
Maar de grootste tragedie van
deze mémoires zijn wellicht gele
gen in de slotwoorden, waarmee
Henderson eindigt. „Bovenal
moeten wij precies even trouw
zijn aan, en evenzeer staan op,
onze morele beginselen en stand
punten in het gezegend uur, wan
neer de vrede weer komt, als wij
deden toen de oorlog begon. W(j
moeten bewijzen dat wij de over
winning waard waren en wij
moeten een rechtvaardige vrede
sluiten" (pag. 277).
Chamberlain was het niet gege
ven een rechtvaardige vrede te
bewaren; Churchill was het niet
gegeven een rechtvaardige vrede
te sluiten: opnieuw liggen landen
waar de tweede wereldoorlog om
begon onder vreemde tyrannle!
De vraag is niét of er reden
tot verwijt is, maar of wij récht
hebben dat verwijt tot de verant
woordelijke staatslieden te rich
ten!
Nevile Hendei son plaatste bo
ven zijn mémoires een woord uit
het Boek der Psalmen: „Ik werk
voor de vrede, maar wanneer Ik
daarvan tot hen spreek, maken
zij zich gereed voor de krijg".
In het licht van dit Bijbelwoord
kan men. ondanks alle menselij
ke fouten en mislukkingen die
men er in aantreft, toch erken
nen dat de mémoires van Nevile
Henderson een nobel en oprecht
boekwerk vormen.
Bij de citaten Is steeds verwe
zen naar de Nederlandse verta
ling der mémoires.