r De zin der geschiedenis DE ZOON mJAN DE LICHTE HET LEVEN een VOOR U GELEZEN ANGST ZONDAGSBLAD ZATERDAG 24 FEBRUARI 1962 ZEVEN DUITSE RADIO-SPREKERS OVER de mens zich de huiveringwekkende ..Open Society de maatschappij. waarin ieder de ander verdraagt at op aarde leeft en In onze tyd, macht heeft verworven, om alles beweegt, te vernietigen, is de vraag naar de zin der geschiedenis, naar het waarom en het waartoe, naar het doel en de betekenis, brandend aan de orde. Voor de Beierse radio werden daarover in de winter van 1960/'61 zeven lezingen gehouden, die thans in een handig boekje eikaars mening respecteert, noemt zijn bijdrage „Selbstbe- freiung durch das "Wissen". Hij verwacht alles van de kennis, het inzicht, het gezond verstand van de mens en. kiest onvoorwaarde lijk voor de Verlichting en tegen de Romantiek. Hij verwerpt alle' vooruitgangstheorieën, of ze nu van idealisten als Hegel of van onder de titel ,,Der Sinn der Geschichte in de handel zijn positivisten als Comte en Marx gebracht1). De sprekers waren Golo Mann, Karl Löwith, Rudolf Bultmann, Theodor Lith, Arnold Toynbec, Karl Golo Mann, de zoon mas Mann, die thans technische hogeschool t< gart, de nieuwe geschiedenis do- dat alleen ceert, opent met een voortreffe- afkomstig zijn, maar ook alle dergangs- en alle cyclische theo rieën. Als God de zin is van de geschiedenis dan is deze voor ons onbegrijpelijk, onvatbaar en onvoorstelbaar. Hem aansprake lijk te stellen voor al het onrecht dat gebeurt, ware godslastering. u;; Wanneer Augustinus desondanks Tho- lativerende historisme heeft hij bcproeIt religieuze opvatting i de een vast punt gevonden, de Waar- v d_ d oesohiodpnii ver- Stutt- heid van het Christen geloof Jtaanbaartemakenklik hij het Popper en Hans Urs von Balthasar, allen geleerden van naam, maar van wijd uiteenlopende levensovertuiging. land, de verlosser der De tijd heeft nu een gen, die de klassieken niet ken den. Jezus Christus staat in het middelpunt, vandaar onze chris telijke jaartelling. Hij is het be- 1CBC.U „J| luaiuJ101..c ook het eindpunt. Hij oolt Ru(j0if Bultmann, die Hl) zal weder- universiteit alleen doen door haar te vatten in het wit-zwart schema van een strijd tussen goede en boze machten die echter in ons en door ons werken. Wij zelf alleen kun nen aan de geschiedenis een zin en een doel geven. Die taak is zwaar, omdat al onze goede wil en goede ideeën ons op tragische wijze op een dwaalweg kunnen voeren, men denke slechts aan de misdaden, die tijdens de kruis tochten, de heksenprocessen enz. in naam van het Christendom werden bedreven, en hoe de no- Tegen het historisme keert zich bele ideeën van de Franse revo- opmerkelijkc ruimdenkendheid. Het is alleen jammer, dat door de veelheid aan stof zijn lezing zo weinig doorzichtig is geworden. Men moet door en door op de hoogte zijn van de hedendaagse opvattingen van de filosofie der geschiedenis, om deze theologie der geschiedenis te kunnen be grijpen. Te meer jammer, om dat hij enkele zeer opmerkelij ke dingen zegt, die de overweging ten volle waard zijn. Zo b.v. ver werpt hij de algemeen gangbare voorstelling, dat de Antieken al leen de geschiedenis als kringloop, de cyclische opvatting kenden, terwijl de Bijbel met zijn voor stelling van een begin (schepping en val), midden (de Komst van Christus) en einde (de Weder komst) de rechtlijnige doorsnede brengt. Dit is volgens Von Bal thazar onjuist. De rechtlijnige op vatting is afkomstig van de na tuurwetenschappen. Ook de Bij bel leert de kringloop van God naar de mens met als keerpunt de geboorte van Christus, waar God zelf de wereldlijke natuur JEANPAUL SARTRE Een der veelzijdigste figuren uit het hedendaagse culturele leven in Frankrijk is Jean-Paul Sartre. Hij heeft onmiddellijk na zijn eerste publicaties de aandacht getrokken. Dit was in 1936 met L'Imagination, een filosofische studie en In 1937 met L e Mur in de Nouvelle Revue Fran?aise. Hij was toen trouwens ook niet zo jong meer en reeds sinds 1931 gymnasiumleraar te Le Havre. De volle aandacht viel op hem door zijn romancyclus Les chemins de la liberté in de naoorlogse jaren en door zijn toneelstukken. In later jaren is de belangstelling voor persoon en werk wel geluwd en heeft vooral zijn politieke bedrijvigheid velen van hem vervreemd. aanneemt, heilsgeschiedenis is i de In concrete situatie is gekomen, komen aan het eind der tijden. Christus brengt het heil niet één volk, maar voor alle me luuuuu U1C- Daarmee is de geschiedenis uit- dj d gebouwd tot wereldgeschiedenis. °l0OS PiP" Uit dit nieuwe besef speculeren van de bijbelkn- volgende geslachten verder over tiek de eschatolo- de oorsprong, het verloop en het gische toekomst- doel der geschiedenis als totali- verwachting van teit. De beschouwing van Augus tinus over de Staat Gods staat der wereld is daarbij verstdragende betekenis. Eerst tus verwerpt. Dit met de Verlichting in de 18e komt de grote verandering, Golo Mann kort beschrijft. Löwith sluit hierbij aan. Deze, filosoof, die na eerst in Japan Testament en de geschiedenis uitglijdingen laatste Oor- de deel en Weder- i de komst van Chris- Geleerden van formaat gaven zienswijze pocalypti- die sche verwachtin- indringeqd gen, die hij radi caal naar het terrein der mythologie onderwerpen aan de kritiek vo.. erwijst. Hij is een aanhanger ons verstand, waardoor wij dwaling fanatieke goede ideeën en de geschiedenis leert ons, dat wij ons tegen alle fanatisme moeten verzetten. Onze zingeving moet daarom worden gedragen door ethische princi pes. Onze zelfbe vrijding die ons leert ook onze eigen ideeën te Amerika gedoceerd te hebben, stellen der existentiefilosofie. De vraag thans (sedert 1952) een leerstoel in de filosofie te Heidelberg be- want de kleedt, is begonnen als leerling niet de links gerichte existentia- der geschiede- als geheel heeft geen nens staat niet buiten en het eind der geschiede- Zinvol is slechts de vraag hoe zich op standpunt ei meester. In bekendheid, doordat zijn bestreed zijn leer- moet zijn verantwoordelijkheid land verwierf hij voor zijn beslissingen beseffen 1953 daarvoor is nodig kennis verschenen werk „Weltgeschichte verleden. Existeren sluit und Heilsgeschehen'; in vertaling toekomst gericht zijn werd opgenomen in de Aula-poe- we ket-editie onder de titel „Wereld- ba; Vastere bodem Op vastere bodem staat de R.- een lezing ,,Vom Sinn der Ge schichte in der Bibel" (Van de der geschiedenis in de Bijbel). Zijn voordracht laat zien, hoe ook .-"V" ïVrfon hMiik in R.-Katholieke kringen met de rl?" ™T z«?toekow°e 3»; Problemen der geschiedenis ge- gen de eigenmachtige filosofie der de kennis geschiedenis zoals deze in de 18e hem nodig eeuw ontstond en ten slotte via voor deze c. het idealisme en het positivisme vinden bij Paulus de 19e eeuw uitliep op het his- f":i dfij worsteld wordt. Hij geeft het bij belse grondpatroon, maar in mo- tinrir derne inkleding. Het Oude Testa- Rultmann meent ment gee£t de voorbereiding, het Bultmann meent imr-,,ii;n. n» K>rk deze opvattmgen steun [lus en Augustinus, daarbij wel geheel torisme, dat alles relatief stelde, willekeurig te werk. De christelij ke leer bestaat doordat het alle idealen, - én zingevingen beschouwde als eerste plaats uit die produkten van de eigen tijd en de zoening en de genade. De resultaten van het historisch pro ces zelf. Tegenover dit alles re de is wel vrij m rijn beslissingen, Vergelek(,n bij de verwereldlijkte maar z„n verantwoordelijkheid Kel?k der MJiddcleeu m'aar heid telTen^' J$Jg SÉ positieve SM Nieuwe de vervulling. De Kerk draagt bet heil in Christus uit over de gehele wereld, de heils geschiedenis de kem der wereld je geschiedenis. Hij vat echter de Kerk niet op als instituut, maar als een geestelijk organisme. De Reformatie is een stap vooruit. God terug. De -s een verticale cirkel, die de horizontale van de geschiedenis der mensheid in de ..volheid des tijds" snijdt. Het re ligieuze tijdsbegrip kan volgens Von Balthasar, en dit is zeer be langrijk, nooit anders dan cy clisch worden gedacht, want het mondt uit in de eeuwigheid, en dit kan met het zuiver wereldlij ke van de rechtlijnigheid, zoals het naturalisme en de natuurwe tenschap dit aanhangen, nooit het geval zijn. Van formaat Al deze zeven radio-sprekers zijn geleerden van formaat, die voor de stof die zij behandelen een geheel leven van studie ach ter de rug hebben en daar over talloze boeken en artikelen heb ben geschreven. Dit is een voor deel, in zoverre dat zij wel met de stof volkomen vertrouwd zijn. De verkorte vorm, waarin zij ge dwongen worden hun gedachten voor de microfoon samen te vat ten, heeft echter het nadeel, dat zij niet altijd even gemakkelijk en soms zelfs moeilijk te volgen zijn. Ik hoop hen met mijn korte sa menvattingen niet al te veel on recht te hebben gedaan. Wie het boekje lezen wil en ten volle be grijpen, doet goed er bij elk der schrijvers een groter werk van zijn hand, waarin hij dezelfde stof uitvoeriger en doorzichtiger be handelt, naast te leggen. De uitvoerige literatuuropgave aan het eind biedt daartoe de gelegen heid. Men toetse het geheel aan het bekende werk van prof. dr. H. Berkhof, Jezus Christus, de zin der geschiedenis, waarin men veel van het hier behandelde zal terugvinden of zien bekritiseerd. DR. J. C. H. DE PATER 1) Der Slnn der Geschichte.. Sieben Essays.. herausgegeben von Leonhard Reinisch (Verlag C. H. Beek, München. 1961). P.S. In mijn artikel over de „Duitse geschiedschrijving" van 27 januari jl. abusievelijk gezet „Verneil" in plaats van prof. E. Vermeil uit Parijs. Veelzijdig Veelzijdig is wel een woord, dat bij deze man past. De basis van de door hem opgebouwde geestes- piramide wordt gevormd door het beroemde L'Etre et le Néant, een proeve van een fenomenolo gische ontologie, een boekwerk van honderden pagina's. Nog steeds houdt de filosofie Sartre bezig, getuige het dit jaar ver schenen eerste deel van een Cri tique de la ralson dialectlque, in omvang gelijk aan het bovenge noemde boek. Wie op simpele wijze de wijsgerige ideeën van deze denker wil leren kennen, le ze L'Existentlalisme est un hu manisme (1946), in hetzelfde jaar in Nederlandse vertaling versche nen bij Stols. Dat bescheiden boekje is met Latijnse helderheid geschreven en vormt een uitste kende inleiding tot de gedachten- wereld van Sartre. Zijn visie op mens en wereld draagt ook zijn romanwerk. De drie delen van Les chemins de la liberté wachten op hun afsluiting in een vierde deel, maar, naar verluidt, beschouwt de schrijver dit werk als mislukt en zal de voltooiing uitblijven. Een nog betere demonstratie van zijn denkbeelden geven zijn toneelstukken, o.a. het eerste Les Mouches (1943) en het ge weldige Le Diable et le Bon Dieu (1951). Het meest toegankelijk Het essayistisch werk van Sar tre is zeer uitgebreid. Het is gro tendeels verschenen in zijn tijd schrift Les Temps Modernes en later samengebracht in de drie bundels Situations. Aan de filosoof, roman- en to neelschrijver, essayist en criticus moet men toevoegen de reporter, de scénarist en de politicus. Wat dat laatste aangaat, zijn politieke werkzaamheid heeft hem weinig roem gebracht. Sartre nadert dicht tot het communisme, maar wie. als hij, zijn geestelijke zelf standigheid niet wil opofferen, wordt door de discipelen van Le nin en Stalin niet aanvaard, hoog stens bij gelegenheid gebruikt als instrument. Walging derscheid tussen het antieke en het Christeijke geschiedbegrip heeft laten varen, een afdoend verweer heeft gevonden tegen de probemen van het historisme, mag men betwijfelen. Goede Vrijdag, een spel in ver zen door John Masefteld. Be werking Bert Voelen. Wending- toneelbibliotheek serie V, deel I. L'itgave Boekencentrum N.V. 's-Gravenhage. John Masefield, thans 83 jaar en sinds 1930 ,,Poet Laureate", schreef in 1918 zijn Lijdensspel ,,Good Friday", een stuk, dat door zijn strakke bouw en ingetogen verswerk een vporbeeld mag he ten van een verantwoorde behan deling van eèn zo delicaat onder werp als het lijden en sterven van onze Heiland. De figuur van Christus zelf wordt niet ten tonele gevoerd. De Romeinse centurio Longinus doet van het Kruisge- beuren als bode verslag, terwijl een blinde bedelaar op de ma nier van het koor in e enGriekse tragedie in zijn reacties de die pere geestelijke achtergronden van Jezus' lijden onder woorden brengt. Bert Voeten heeft dit stuk in het Nederlands bewerkt; enkele noodzakelijke bekortingen aange bracht, zodat het zich uitnemend als lekespel laat opvoeren. De N.C.R.V. heeft er in april 1960 een televisie-opvoering van gebracht. Een welkome aanwinst voor de Wendingtoneelbibliotheek. Ev. G. Wie vlucht voor een leeuw, door Jacob Klein-Haparash. Uit gave A. W. Bruna en Zoon, Utrecht. Een boek bij uitstek voor de lange winteravonden (868 blz.!). Zes delen telt het. samengevoegd in een fraaie band. Het verhaal speelt zich af in Roemenië vlak voor de laatste wereldoorlog. Klein-Haparash schildert er de al gehele verwarring in van een on zekere tijd, een tijd van intriges, van strijd van machts- en belan gengroepen, van angst van men sen, die hun vrijheid bedreigd Nóg is er vrede en nóg houdt de aristocratie haar feesten. Maar aan de grenzen dreigen de harde wetten van de Sowjetstaat en die van de nationaal-socialistische we reld. Tegen deze achtergrond vol spanningen laat de schrijver zijn romanfiguren leven. Het zijn er talrijke, wat snel tot verwarring leidt. Daarom is op de eerste twee pagina's een rol verdeling" opgenomen. Een interessant en ondanks zijn lijvigheid boeiend boek, dat een goed beeld geeft van de excessen waartoe opgedrongen ide ologieën kunnen leiden. Twijfel Deze twijfel wordt versterkt als men de bijdrage ,,Die Selbstbe- sonderung des Sinnes der Ge schichte" gaat bekijken. Zij is van de hand van de 80-jarige emeritus-hoogleraar in de filosofie te Bonn Theodor Lith. De titel is moeilijk vertaalbaar. Hij be doelt te zeggen, dat het probleem van de zin der geschiedenis zelf verbijzondering eist. Het as een geleerd filosofisch gedach- tenspinsel, dat met een plan Gods in de geschiedenis geen re kening wil houden. Van een doelgerichtheid der geschiedenis als geheel wil hij niet weten, maar evenmin van een volkomen zinloosheid. De zii uit de uitkomsten derlijk tijdperk af de i valt af te lezen 'an ieder afzon- deze hangt ding geven. De vrije wil ten goede en ten kwade en van zijn beslissing hangt het af, hoe de zin zal zijn. Deze door loopt alle variaties van wijsheid en dwaasheid, van edelaardigheid en gemeenheid, waarin ons ge spleten geslacht zich uitleeft. Op een ander terrein brengt ons Toynbee, die met zijn algemeen bekende grote Geschiedenis der beschavingen weer terugkeerde naar de cyclische beschouwing der geschiedenis, zoals deze bij de Antieken, met name bij de Grieken werd gevonden: „Sinn oder Sinnlosigkeit" (Zin of Zin loosheid?) betitelt Toynbee zijn bijdrage. Hij wil het antwoord vinden in de religie; niet bij de Christelijke religie alleen maar bij alle grote godsdiensten der wereld. Deze houden alle vol dat zij de alleen geldige Waarheid verkondigen en bestrijden elkaar. Pas als zij deze houding zouden laten varen, kan men misschien beter dan heden zeggen, of de ge schiedenis zinvol of zinloos is. Het is zwaar geschut, dat Toyn bee hier in het bijzonder tegen de Christenen in stelling brengt. De oorzaak van het verval in de nieuwe geschiedenis ligt niet zo zeer in de intellectuele, maar in de morele sektor. Het is begon nen met de morele veroordeling van de misdaden die Rooms-Ka- tholieken en Protestanten tegen elkaar hebben begaan in naam van het christendom tijdens de godsdienstoorlogen. Optimisme De pessimistische kijk van Toynbee wordt afgewisseld door de wel zeer optimistische van Karl Propper, die. geboren in Wenen, thans hoogleraar in Lon den is. Popper, de strijder voor de Vragen blijven schrijnen Bij de N.V. Arbeiderspers te Amsterdam is van de hand van de Vlaamse schrijver Louis-Paul Boon (geb. 1912) een vervolg verschenen op de in 1957 gepubliceerde roman De bende van Jan de Lichte. Het vervolg heet De zoon van Jan de Lichte. Het geldt hier een geschiedenis naar historische gegevens uit de achttiende eeuw. Jan de Lich te was de zoon van een kroeg baas, die het schuim van Vlaanderen: landlopers, die ven, bedelaars, zigeuners en paupers in een soort organi satie had weten te verenigen. Een poos ging het goed, maar door verraad en tegenstand in eigen kring mislukte de droom van deze wonderlijke idealist. Op het schavot te Aelst ein digde Jan de Lichte, met zijn voornaamste aanhangers, het avontuurlijke leven. Met deze terechtstelling, najaar 1748, be gint het vervolg. Sommigen zijn de dans ontsprongen: Tone de Breteur, de moordenaar. Jan Cottenier, de Zot van Wor- teghem genaamd. Jan de Vos. de Waalse tweeling Jean en Jacques Couvreur en Embo. die de penningmeester van de ben de is geweest. De veertienjari ge dievegge Marieke Bleecker, Annemic Declerck, Judoca Spruyt en andere vrouwen en kinderen worden verbannen, na dat de niet-zwangeren onder hen zijn gebrandmerkt. Daar mee beginnen dan de nieuwe avonturen, waarvan men met enige verbazing constateert, dat het navertellen gemakkelijk een kolom zou kunnen vullen, ter wijl het boek slechts 240 blad zijden telt, met een niet-grote bladspiegel en duidelijke letter. Dit bewijst al dadelijk de ver telkunst van de auteur. Vijf hoofdstukken Boon heeft zijn boek in vijf hoofdstukken verdeeld: De ver trapten. de schurken, de heili gen. de bloedhonden en de ge lukzakken. Achtereenvolgens laat hij aan het woord Marieke Bleeckc Judoca Spruyt, de on- way, over wie Albert Helman LOL'IS PAUL BOOX practische dromer Pater Goda- mus. die een dorp van verlich te filosofen wil stichten, Embo de organisator, die een betere wereld wil, maar oen wredere wereld schept en tenslotte Louis de Lichte, voor wie het beter zou zijn geweest als hij niet de zoon van zijn vader geweest wa re. De vertellers wisselen dus (meer dan een doorzichtige fic tie is het niet, want dc stem blijft Boons stem), maar het verhaal schrijdt onderwijl ver der. Boon heeft een harde jeugd gehad, is lang ziek geweest en heeft zichzelf moeten vormen. Hij maakt door zijn werk de in druk. te behoren tot die in we- het januarinummer van De Gids zulk een treffend opstel schreef. Boon onderscheidt zich door zijn wat met een mo determ heet sociale bewogen heid. In wezen vraagt hij zich af: hoe kan het uitvaagsel ge red worden en maatschappelijk leren functioneren? Daarbij is hij, mede door zijn eigen erva- Èeden. die het volk niet werke lijk kende). Evenmin is hij een doctrinair, die de werkelijkheid gewelddadig in leerstellige giet vormen persen wil. Maar dan komt hij ook niet verder dan een schrijnende vraag. Constateren Bovendien speelt het boek twee eeuwen terug. Het sociale vraagstuk in Vlaanderen van nu is niet hetzelfde als dat in het Vlaanderen van ongeveer 1750. Daarom kan men ook niet van een strekking spreken, anders dan op indirecte wijze. De his torische gegevens schijnen vrij te zijn bewerkt, zodat we hier niet te maken hebben met een roman die zonder meer het ver leden wil schilderen. De stof sprak tot het hart van de au teur. De rauwheid van mensen, toestanden en gebeurtenissen beantwoordde aan zijn behoefte aan felle en zware accenten. Het was alles zo erg, dat de schrijver geen omhaal of dik doenerij nodig had. Boon schil dert dan ook niet, hij consta teert. Boon noemt zijn roman met een soort galgenhumor het ..vrolijke". En wat het „vro me" betreft: Pater Godamus, die zijn klooster ontvlucht om zijn vage bedoelingen aan het restant van de bende duidelijk te maken, is niet zó verlicht ge worden, of hij doorsteekt zich met een Franse sabel wanneer de sansculotten van een kerk een paardenstal willen maken. Deze brute consequentie van een verlichte filosofie ging hem te ver. Onverbloemd perk! De burgerlijke moraal, de burgerlijkheid in het alge meen. wordt gezift als de tar we. In de literatuur openbaart zich een drang tot waarheid, in de zin van onverborgenheid. Het lijkt soms wel of men hier voor uitloopt op de nieuwtestamenti sche profetie, dat er niets ver borgen is dat niet zal worden ontdekt en niets verzwegen dat niet zal worden geweten. Bij een auteur als Boon, die al le zwoelheid mist en bij wie de sexualiteit. wélke erge dingen hij ook vertelt, een der vele as pecten is van het menselijk le ven. zelfs in de verdierlijking, voelt men dat hij dit alles ver telt op hoop tegen hoop dat er iets positiefs uit kan ontstaan. Ik sprak van een indirecte strekking en die zou dan deze kunnen zijn: Hoe moet het in de maatschappij met de mens die getekend is door afkomst en milieu, hoe vangen we de zelf kant op? Men kan zeggen: de schrijver laat ons met deze vraag zitten, en: er is toch georganiseerde sociale Ook kan men vragen hier niet als de enige de religi vrolijk boek". Hier- vragen. afdoende oplossing wordt althans gei zijn natuurlijk buiten-literaire alleen dit waar. dat de figuren in deze roman, die ver schrikkelijk lijden en doen lijden. door een wonderlijke straal van hoop verlichte le vensaanvaarding zorgt voor wat is litteratuur waard, die zulke vragen niet op roept? De bedoeling, de ver dienste en de begrensdheid van de auteur Is dan. dat hij ervoor heeft gezorgd dat de opgewor pen vragen blijven schrijnen. C. RIJNSDORP. IllllillllllllllilllllllliillllllllllllliHllll maakt Roquentin niet. Ze komt in zijn overwegingen niet voor. Maar wel is er de innerlijke dood, die hij, na de mislukte ontmoeting met Anny, de vroegere geliefde, over zich voelt komen. „Heel mijn leven ligt achter mij.... Nu ga ik doen zoals An ny, mezelf overleven. Eten, sla pen. Slapen, eten. Langzaam zachtjesaan bestaan, zoals de bo men. zoals een plas water, zoals de rode bank van de tramwagen. De Walging laat me een kort res- Eijt. Maar ik weet. dat ze terug- omta dat is mijn normale toe- Lichtglimpen Er zijn lichtglimpen in dit don ker. Waarom zou de geleerde, die Roquentin is, ettelijke jaren gegeven hebben aan de voorstudie Van één der eerste prozawerken van Sartre, La Nausee, (1938) is nu een vertaling, uitstekend ver zorgd door v. d. Aardweg, ver schenen bij Bruna, onder de titel Walging. Het is een beklemmend boek. dat een mens tekent in zijn walging en angst voor de hem omringende wereld. Antoine Roquentin is een een zaam man, die, na lange reizen in het buitenland, sinds enkele ja ren in een stad, die de schrijver Bouville doopt, maar die, als men op enkele aanwijzingen af mag gaan, vermoedelijk Le Havre is, zijn woonplaats in die tijd, ge schiedkundige onderzoekingen ver richt voor een werk. dat hij zal schrijven over een figuur uit het eind der 18e eeuw. Deze man heeft met niemand werkelijk contact, geestelijke ge meenschap. In zijn leven zijn de bibliotheek, zijn kamer, zijn ca fé; soms wisselt hij enige woor den met mensen, wier weg de zij ne kruist. In dagboekvorm be schrijft hij nu zijn armzalige be levenissen; een ontmoeting, opge vangen woorden, een zondagmor gen of -middag. Hij wacht op iets, dat niet komt, of, nabijgekomen, weer wegglipt. Geen spoor van menselijke warmte, geen blik van verstandhouding; alleen kille een zaamheid en een beklemmende, 80rf>s tót een gevoel van walging opstijgende wanhoop, die hem kan overvallen te midden der mensen. De dingen bestaan, maar hebben hun functie, hun rol verloren; ze bestaan voor hem slechts „en soi" (in zichzelf); ze zijn niet meer springplank, werk tuig, hinderpaal; ze hebben htm zin verloren. De zinloosheid van het leven overweldigt deze mens, die zon der enig geestelijk houvast rond doolt in een troosteloze woestenij. De logisch schijnende gevolgtrek king dit bestaan te ontvluchten in een vrij gekozen zelfmoord, zoals Schopenhauer die aanprees, verwachtte? Waarom zou hij met zoveel belangstelling een bezoek brengen aan het ste delijk museum en met zoveel pas sie de portretten der regenten be- commenteren. als hij zich niet voor deze figuren uit oude en mo derne tijd interesseerde? En als Anny na jaren van scheiding hem vraagt naar Parijs te komen voor een ontmoeting, aarzelt hij geen ogenblik en laat reeds alles, wat hem aan Bouville bond. los. Hij stoot ook niet de autodidact van zich af. de man, die dorst naar kennis en in de alfabetische volg orde van de catalogus alle schrij vers bestudeert, wier werken in de stadsbibliotheek voorhanden zijn, en die, in zijn pogingen zijn eenzaamheid te doorbreken, op hem gelijkt. Zo heeft Sartre verschillende elementen in het boek gedoseerd en, waar de benauwenis te sterk zou worden voor de lezer, ook lichtere tinten op zijn palet ge mengd. Wat literair talent betreft, stast dit verhaal, als men het zo noe men mag. minstens op dezelfde hoogte als zijn later romanwerk. Eigen plaats Het heeft, wat dc geest betreft, een eigen plaats in het oeuvre van Sartre. Het is niet karakteristiek voor zijn filosofie, zoals zijn to neelstukken, al is het geschreven na zijn Bcrlijnse studietijd (1933- 34), die hem in nauw contact heeft gebracht met de Duitse psy chologen en in het bijzonder met Heidegger, de grote bron van zijn Kerngedachten van Sartre's leer ontbreken in dit boek. De vrijheid van de mens, begrensd, maar reëel; zijn verantwoordelijkheid', het leven als kiezend, handelend uit-zichzelf-treden; het optimisti sche poneren van mogelijkheden, dat alles mist men hier. De walging, die in La Nausée wordt getekend, vloeit wel voort uit een element van het atheïs tische existentialisme, nl. de sub jectiviteit van het individu, die Sartre predikt en die de mens al leen zet in het heelal, zonder Schepper en Heer, zonder gege ven wet of norm. aangewezen op de wankele krachten van een ver duisterd verstand en een dwaal- zick hart. Hier ligt de ware voe dingsbodem voor angst en wan- h0°P DR. M. C. v. d. PANNE Hoofdthema van Amerikaanse roman Wie iets wil vertellen van de ze nieuwe roman van Carson MacCullers 1), die speelt in een klein stadje ln een der zuidelij ke staten van Amerika, kan niet beter doen dan eerst de vier hoofdpersonen voor te stellen. De eerste ls de drogist Malone. Het boek begint met ons nuch ter, doch aangrijpend te beschrij ven, dat er een ongeneselijke ziekte bij hem ontdekt Is. Voort aan ls hij met zijn angst en lij den op de achtergrond van het toneel aanwezig. Dan komt de oud-rechter, oud-politicus Clane, vroeger een groot man, nu li chamelijk en geestelijk afgeta keld, maar nog steeds vol le venslust, wiens grootste kwel ling het ls dat hij een sober dieet moet houden. Zijn klein zoon Jester woont bij hem. Jes ter, volwassen wordend, pro beert zich van zijn grootvader los te maken. Zijn ouders leven niet meer, zijn vader heeft zelf moord gepleegd. Hij zoekt de vriendschap van de halfbloed Sherman, een vondeling. Deze jongeman wordt gekweld door twee problemen, dat van zijn afkomst en dat van zijn verne dering als kleurling. Daardoor staat hij vol verzet ln het leven en wijst de vriendschap van Jes ter ruw terug, hoewel hij snakt naar liefde. Ogenschijnlijk vrij normale personen en vrij normale situa ties, zij het ook geen gelukkige. Maar nu laat de schrijfster ons in de verstrengeling van deze vier alledaagse levens funda mentele dingen zien: de angst voor de dood bij Malone en de rechter, de angst van de blanke voor de neger en dc angst van de neger voor de blanke, en zo is dit een beklemmend boek. De Intrigue ontwikkelt zich langzaam en langzaam worden dc geheimen onthuld, die men van het begin af aanvoelt. Sher man komt als secretaris in dienst bij de rechter die zich on ledig houdt met het schrijven van brieven aan politici. Zijn doel is zo ongeveer de toestand de vrijverklaring der lijk dat Sherman genzin ondervindt bij het ken aan deze plannen, al zijn ze nog zo onzinnig. Al verstaat de rechter ook nog zo goed de kunst om alles wat onaange naam is uit zijn leven weg te duwen, de gedachte aan zijn zoon ontneemt hem soms alle rust. Op een avond vertelt hij, volkomen overstuur, alles aan zijn kleinzoon. Zijn zoon John beloofde een groot advocaat te worden. Eens nam hij de verde diging op zich van een blanke vrouw die een verhouding had met een neger. De echtgenoot klaagt de neger aan van geweld pleging een misdrijf waar voor een neger de doodstraf op staat en de neger werd veroor deeld, hoewel de vrouw de mis daad ontkende Zij verweet John dat hij om egoïstische redenen de verdediging verkeerd gevoerd had en John was door deze af stierf toen ze haar kind kreeg en dat kind was Sherman. Deze komt dit te weten doordat hij rechter. Hij wil bij hem blijven en de geest verzet drijft hem zuiden ongepast is een huis in een „blanke" straat. Onder aanvoering van de rech ter wordt er nu een moordaan- I..J huurt tijd later sterft Malone. Dit is een meesterwerk door de fijne tekening der figuren met hun levenswijze en onder linge verhouding. Zij zijn zeld zaam boeiend en aanvaardbaar, al is het wat vergezocht als Sherman een brief tot Marion Anderson richt met dc vraag of zij zijn moeder is. Op de omslag van het Boek spreekt Graham Greene er zijn waardering over uit dat C. Mac Cullers geen boodschap heeft. Dat weet ik nogal niet. Een vi sie op het leven heeft zij in ieder geval en wel een treurige. Als zoveel moderne schrijvers heeft zij eenzijdig oog voor het droevige en teleurstellende in het leven. Maar geen boodschap? Onder haar onbewogen woorden voelt men toch duidelijk een pro test tegen de vernedering der ne gers. En zo is dit een boek dat kan meehelpen de gewetens wak ker te schudden. DR. J. WYTZES 1) Clock without hands, uit gave The Cresset Press, Londen. ^peMiuitelten Festiviteiten, door Juan Goy- tlsolo, uitgave Ad. Donker, Rot terdam. Er is een Spanje, dat de toerist kent: het land van zon. Middel landse Zee, Spaanse wijn en va- cantievreugde. Er is ook een Span je van de grandeur, de hoofsheid, de noblesse. En er is ook een heel ander Spanje: dat van de eenvou dige man, van de primiviteit, de arbeid, van dooreengemengd ge loof en bijgeloof, ook wel van uit zichtloosheid, van een dodelijke grauwheid ondanks de zon, de lucht en de warme zee met het strand. Het ls dat laatste Spanje, dat het onderwerp is van Festivitei ten van Juan Goytisolo, in het Nederlands vertaald door Este- ban Lopez. Dit boek werd in Spanje ver boden. Het legde een waarheid bloot, die men daar liever bedekt zou hebben gehouden en het stel de die waarheid tegen een eucha ristisch congres, een kerkelijk feest dus. Dat is niet het feest van de volksgroep die in het boek wordt beschreven. Die groep kent alleen een feest van dromen en illusies, die vrueg of laat met de werkelijk heid in botsing komen. Het boek stelt een probleem en houdt een aanklacht in. Een oplossing geeft het niet, men zou zelfs kunnen zeggen, dat de schrijver zich voor een myste rie ziet gesteld. De vertaler zegt in een voorwoord, dat de Span jaard de enige is. d:e dit povere geheim zou kunnen onthullen. De vertaling is goed en doet de dramatische aanklacht van de schrijver volledig tot haar recht komen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 17