due lie
'Ruimte
voor ons.
Dromen vannacht
examen
WAAR
Er uit gelicht
<^kapóody in blu<z^
ZATERDAG 10 FEBRUARI 1964
Hier dan de lang beloofde
verhalen-Open Pagina met
niet minder dan één verhaal.
We hebben er meer ontvan
gen, wees daarvan over
tuigd. Die hebben we echter
af moeten keuren. Wees
daar ook maar van over
tuigd.
Maar goed, we brengen
een verhaal van Tom Etty
uit leidschendam, wat ge
dichten, wat Dwarsfluiters
en wat dies meer zij. We
twijfelen er niet aan of deze
pagina zal weer verslonden
worden.
Noire bouiique
I Een jurk,
I die je beu bent
Avond. Mijn boot vaart over 't water
En jij bent weer mijn reisgenote.
Wie roeit ons? Langzaam wordt het later.
Dan vliegt een witte oneindig grote
Vogel voorbij. En in de nacht
Klinkt nog de stilte der gitaren:
Het tuinfeest duurt. Men praat en lacht
Alsof wij nooit vertrokken waren.
Wij zijn voorgoed op reis gegaan.
En even wordt de boot verlicht,
Er zijn geen wolken voor de maan
Je glimlacht om mijn wit gezicht,
Mijn clownstenu, mijn rode mond.
Je hoeft je nooit meer te verbazen.
Eens droomde ïk dat dit bestond,
Een oud receptenboek, twee glazen
En een viool, als de bagage
Voor deze nachtelijke reis;
En ik en jij de equipage.
Maar ach, helaas, men is niet wijs
En lacht, verward, om zulke dromen.
Toch varen wij. Alles is stil, alleen
De riemen die in 't water komen
Maken geluid. Je vraagt: „Waar gaan we heen?"
Dan roep je hulpeloos om mij:
De wind. De boot slaat om. Er klinken
Stemmen. ,JCijk naar de bomen, kind, zij
Strelen de hemel". Wij verdrinken.
BERT JANSMA
Geluk is zo fragiel en haast on- van deze innerlijke toestand is
grijpbaar uitstekend tot woorden gebracht
voor hen die geen ladder bezit- de "gels:
„het is tastbaar zonder aan te
te zien door niet te kijken
te horen door niet te luisteren
geluk is overal te vinden
maar niet door zoeken"
van stille dromen
geluk zit in een blad papier,
een neonlicht, een groot station
en niemand ziet het
een blik, een woord, soms een
gebaar,
onuitgesproken woorden
en iedereen heeft haast --
toch is het tastbaar zonder aan _!.hei|. _sl!jy1Leid_ Y®rkrii-
te raken
te zien door niet te kijken
te horen zonder luisteren
geluk is overal te vinden
maar niet door zoeken
binnen door een draaideur en
stapten in een van de liften die
klaarstonden in de hall De man
drukte op de enige knop. Looven-
daal haalde diep adem. „Bent U
Tussen winter en lente kun
je iets doen met een jurk, die I
je een beetje beu bent Zoals
dit Uit die jurk knip je een
spreken. ,,Zo. U bent er", zei hij
de examinator had meegekregen.
„Juist. Het gewone recept,"
mompelde de man. „Stapt u
maar weer in."
„Gaan we terug?" vroeg Loo-
„£r vendaal toen zij van het parkeer
den*terrein de weg opdraaiden. Het
i alleen maar om iets te zeg-
IV—vormig stuk, dat je op
lapje nieuwe stof legt.
't Spreekt dat het een goede
combinatie moet worden (bij
Dit is het einde van deze
nieuwsuitzending." Willem Loo-
vendaal wachtte even tot de
juiste tijd was omgeroepen, zet
te zijn horloge gelijk en draaide
de knop van de radio om. Van
uit de achterkamer, waar de
rest van het gezin nog rond de
ontbijttafel zat, hoorde hij het
heldere geluid van messen en
vorken op de borden en de zach
te, wat zeurderige stem van zijn
moeder die bezig was zijn jong
ste broertje te voeren. Geërgerd
stond hij op en ging de gang in.
Door het raam b\) de kapstok
zag hij dat het nog steeds regen
de. Hij trok zijn jas aan en ging
de kamer weer binnen om af
scheid te nemen.
„Nou, dan ga ik maar", zei hij
snel om de altijd goed bedoelde
maar irriterende raadgevingen
van zijn moeder niet te hoeven
aanhoren.
- °P®nde d® deur. ...Deze gang gen het intereseerde hem r
lijks. De pijn in zijn hoofd was
uitgevloeid in een doffe berus
ting. Toen de man niet antwoord
de sloot hij de ogen en ging i
uitlopen en dan de laatste deur
aan Uw linkerhand. Dat
wachtkamer. Uw naam wordt wel
Wanneer U klaar bent ue mj Qe ogen en on_
komt U maar naar^ beneden. Ik deruitgeschoven op de voorbank
„De stad," dacht hij toen de
auto, haast onmerkbaar, vaart
minderde. Starend door de voor
ruit zag hij de flats van de bui-
vertrek, was leeg. Er hing
muffe warmte. Hij ging op het de wagen de~~Hoogstraat
puntje van een der bruinhouten seling ging -hij
banken zitten en keek op zijn hor-
loge. Het was blijven stilstaan op woog zich aarzelend
schieten. Zij naderden het cen
trum. Met gierende banden schoot
Plot-
overeind zitten. Slechts enkele
tientallen meters voor hen be-
wat slun-
ijbekend voorkwam. Verbijsterd
om me voor te bereiden, vroeg keek kij opzij naar de chauffeur,
hij zich af. De warmte maakte die geen aanstalten maakte
hem slaperig. „Ik moet me
centreren, c-o-n-c-e-n-t-r-e-r-i
dacht hij. „Het is te belangrijk Loovendaal wilde iets doen,
of zelfs maar uit te
wijken. Er lag een vastberaden
trek als gebeiteld om zijn mond.
loodzwaar hini
angst en machteloosheid in zijn
Hij schrok wakker toen zijn ledematen. Ademloos zag hij als
werd afgeroepen. Er zat
de wachtkamer.
afschuwelijke droom
verspreid door grijze gestalte levensgroot op zich
zwijgend. Zijn afstormen. Onverwacht draaide
i gedessineerde jurk een et-
ten lapje, bij een effen jurk I
iets met een motief of van een I
I aardige ladyroy). Knip de V-
vorm op de nieuwe lap uit I
met een overslag van tien een- I
I timeter en naai er aan weers
kanten vier knopen op. In de I
jurk zelf maak je dan knoops- I
I gaten. Je kunt er (zoals op
deze tekening van Magda I
Stemerdi'ik) nog een bijpassend
kraagje bij maken.
In de Engelse stad Coventry zal
deae maand een begin worden
gemaakt nwt de bouw van een
wolkenkrabber van seventien
verdiepingen. Er wordt een cen
traal trappenhuis gebouwd en
vervolgens denkt men eerst de
bovenste verdieping ie bouwen
en do rest er aan op te hangen.
Moeten we dan ook eerst hele
maal naar boven om in de kelder
terecht te komen?
Eerst heeft men in Trier de
ooievaara weggejaagd omdat er
te veel kinderen kwamen. Nu
moet men wilde eenden aanschaf
fen, omdat er te veel kikvorsen
komen. Morgen moet men de
wilde eenden wegjagen, omdat er
te weinig poeliers ign. En over
morgen sal men de ooievaars wel
weer terugroepen om dit tekort
Indonesië wil een vliegkamp-
schip kopen. ^Hoogmoedswaanzin
of psychologische oorlogvoering?"
vraagt de Volkskrant zich af.
Overbodige vraag. Wij houden
het op het eerste!
Buiten was het kouder dan hij
had gedacht. Er was nog niet
veel verkeer in de straten; er
heerste een merkwaardige rust
die eerder bij een zondag dan bij
een gewone werkdag paste.
Hij nam de bus naar de bin
nenstad en stapte uit voor het
stadhuis, vanwaar het nog onge
veer een kwartier lopen was
naar het gebouw waar het exa
men zou worden afgenomen. Met
de handen in zijn jaszakken slen
terde hij over het trottoir, bleef
voor elke etalage staan zonder
naar iets bepaalds te kijken.
Langzaam voelde hij een vage
onrust in zich opstaan; daar was
weer het gevoel of zijn maag
zweefde. Plotseling overviel hem
de angst dat het weer zou gaan
als de beide vorige keren, toen
hij ook hier had rondgelopen en
bij iedere stap de kennis uit zich
voelde wegvloeien om ten slotte
met een vacuum in zijn hoofd
tegenover de examinator te zit
ten. Het angstzweet prikte door
zijn huid. Aan iets anders den
ken, doorlopen, kijken... Gedach
teloos stak hij de straat over ter
wijl in zijn hoofd formules en af
leidingen in een krankzinnig
tempo dooreentuimelden. Wanho
pig balde hij zijn handen tot vuis
ten, kaim blijven, kalm blijven,
KALM BLIJ...Als bij ingeving
keek hij naar links en bleef op
hetzelfde ogenblik verstijfd van
schrik op de rijbaan staan, zag in
een flits een grote Amerikaanse
wagen op zich aansuizen. In
stinctief maakte hij zich klein,
een nutteloos gebaar van afweer,
en opende de mond om te....
Een glazen muur
Opeens stond de wereld stil. De
botsing, de pijn bleef uit, niet be
grijpend richtte hij zich op. Zon
der een geluid tc maken wi
wagen op een handbreedte
hem blijven staan. Het was of de
glanzende bumper tegen een gla
zen muur tot rust was gekomen.
Hij keek om zich heen. Er klonk
geen geluid in de anders zo la- Toen hlJ eindelijk zweeg, adem- aan gestencilde examenroos-
waaierige Hoogstraat. Voorbijgan- ,n"'
®ers stonden als etalagepoppen op
Alles wat je doet om het geluk
te zoeken leidt tot niets. Het ge-
:s niet door menselijke han-
id of sluwheid te verkrij
gen. Zonder er naar te streven 1
staat het plotseling voor je. Het
komt a.h.w. in eens uit de lucht
vallen. En voel je, dat het geluk
er is, dan kan je het toch niet I
aanraken.
„Geluk is overal te vinden,
JOKE ENGELS maar niet door zoeken", zegt de
dichteres. Een onwillekeurige i
De dichter tracht op zijn eigen- reeks van vindplaatsen van het j
aardige wijze een gevoel of een geluk illustreert deze uitspraak. I
gedachte, welke diep in zijn in- In een blad papier, een neonlicht
nerlijk verborgen is aan het een groot station, een blik, een
licht van de oppervlakte te bren- woord, enz. zit het geluk, want
gen; bepaalde woorden worden op het is overal te vinden. Maar de-
een bepaalde manier gerang- gene die het met gebruikmaking
schikt, (inhoud en vorm.). van alle denkbare middelen wil
De scheppende daad van de zoeken zal nooit gelukkig zijn,
dichter is het m woorden zicht- Het vreemde is dat een mens,
baar maken van wat er in zijn die gelukkig is. zijn omgeving zo j
binnenste afspeelt. beleeft, dat hij overal en bij
De lezer heeft een op zijn minst iedereen blijheid en geluk vindt,
even grote scheppende taak. Hij °P Bomansachtige wijze zou je
moet de letters vormen tot woor- kunnen zeggen „Heb je het, dan
- je het overal. Heb je het niet, i
Pi Po_ zie je het nergens".
plaatst (Bert Jansma). De' woot- rff<- vav
den moeten weer omgevormd CEES VAN DOP,
worden tot gevoelens en gedach-
ten" "B B* -B -B-
Cees Buddingh' heeft in zijn es- I
say over de dichter Lucebert de
taak van dichter en lezer op bij
zonder scherpe wijze geformu
leerd. Hij schrijft: „De dichter
concretiseert zoveel mogelijk, de
lezer abstraheert zoveel moge
lijk."
Dit abstraheren zal echter tel
kens op een andere manier ge
beuren. Elk mens bezit nu een
maal een unieke gedachtenwereld
en iedereen zal het gedicht op
zijn wijze interpreteren. Wan
neer wij in een Duelloog een in
terpretatie van een gedicht ge
ven dan zal dit altijd één van de
vele mogelijkheden zijn. Het is
zelfs zo dat een gedicht bij iede
re lezing van één en dezelfde le
zer telkens anders zal aanslaan.
Wij hebben het gedicht „Waar"
van Joke Engels deze week op
verschillende dagen gelezen. De
eerlijkheid gebiedt ons te zeggen
dat we niet elke keer kontakt met
de gehele inhoud kregen. Bepaal-
J. R. Scheveningen Je wordt op
je verzoek geduelloogd.
F. C. V. Utrecht Request af ge-
J. W. K. Voorschoten Kritiek en
goede smaak is niet hetzelfde.
Y. P. 's-Hertogenbosch Blijf
moed houden, 't is toch zo weer
carnaval.
André R. (Voorburg) Wat je
verhaal aangaat: probeer het
eens bij zo'n aardig damesblad.
Je gedichten hadden hier en daar
een enkele goeie regel, maar
daar kan een gedicht niet op le-
W. V. (Rotterdam). Niet zó
gedeelten van dit filosofisch best Bovendien zijn we niet gek
getinte gedicht hebben
ter telkens „de schok der her
kenning gegeven". Vooral de eer
ste drie versregels zijn bizonder
sterk geschreven. „Geluk is zo
fragiel en haast ongrijpbaar voor
hen die geen ladder bezitten
stille dromen". Het jammer
is echter dat deze regels bulten
de structuur van het geheel van
het gedicht vallen. De eerste
drie regels liggen buiten de poëti
sche „Kubus" pHÉte
P.4(POEA)ATJE-LUi\S
mag ik hem n
kan niets meer af of bij)
het verdere gedeelte.
Het bovennatuurlijke,
op Do rus.
Dicky H. (Rotterdam). Laat het
de oude Dapper eens lezen.
Hans B. (Rotterdam), 't Idee
was goed. Je hebt het alleen te
veel uitgesponnen en naar ons ge-
Het 'jammerlijke voel té mooi willen maken. Neem
- eens een rood potlood en stuur
het dan nog 's.
A. J. T. (Den Haag). Rijmen
ris nog wat anders dan dichten.
(het volmaakte: We zouden het tot 5 december
kunnen bewaren....
E. (Den Haag). We houden
„„n. De andere hebben we niet
■asthouden! gelukkig zijn, het onbevattelijke begrepen.
moet ik heen", dacht hij. „Dat angst en doodsangst door
i J- J- voorruit samenschroeiden keek
in de deuropening stond van
hoge, helverlichte zaal. In het den (was het zijn stem of die
midden een tafeltje met twee zijn andere ik, buiten, voor ae
met zwarte muil tussen de wielen van
stoelen. Een gebrilde
een kaal hoofd sloot de deur en
beduidde hem te gaan zitten. Zijn
hoofdpijn werd steeds heviger, er
trok een gloeiend purperen waas
voor zijn ogen. Vaag, van onein
dig ver hoorde hij een toonloze sloot,
stem die zinloze vragen stelde.
Zonder dat hij spreken wilde gle-
de auto), zichzelf schreeuwen. En
er was niets meer dan de stilte
die de echo's van de opgeschrik-
In het gebouw „Concordia",
2g[- waar de vroege morgen nog kil
i gangen en zalen hing, zat de
^vwhl^w^den" (SSndê ^mar 37 ongedul-
dig te wachten op zijn eerste
kandidaat. Toen de klok op tien
negen stond zette hij een
sterren die uiteenspatten
zenden vuursplinters. Hij moest
zijn ogen sluiten. Praatte, stamel
de, stotterde tot zijn lippen spron-
h»!
JL'.Si" rooi streepje achter de
Een rechter in Hongkong heeft
bevel gegeven om aan dc man,
die bg een gevecht een tand ver
loor, dien* taml terng te geven
en ook het krukje, waarmee de
tand werd aitge*lagen. De vecht
partij wat ontstaan tg de na een
«pelletje Mahjong.
Wij hebben cent een bril g©.
broken cn een knoop verloren
tgden# een spelletje Tsong-Taong,
maar hebben er nooit werk van
gemaakt. We aijn echter vaat van
plan dit ao gauw mogelgk te doen.
VREDE
Praat niet langer
ik iceet het nu
de dagen zijn voorbestemd
om oud te worden
de nachten zullen
hun glans verliezen
de zon zal langzaam
doven en de bloem
tan onze liefde
zal dan niet meer
kunnen bloeien.
A. Marja Is uit de letterkunde-
club gestoten. Stuiveling wordt
uitgemaakt voor een ambitieuse
ijdeltuit Donkersloot is boos. En
verschillende dichters aijn ont-
•temd. Eindelijk daagt, in aan
fluiting op de internationale toe
met de mijne
om deze root
tot een stil gebed.
trottoirs, het oranje knipper
licht bij de kruising flitste niet
ter aan en uit maar bleef bran
den. „Dit is niet waar", dacht
„ik droom."
Jit de auto stapte een gezette
man, een chauffeurspet op het
hoofd en een sigaar in de mond.
„Wilhelmus Cornells Jacobus Loo
vendaal, geboren 4-11-1940?"
bromde hij kortaf. Loovendaal
knikte wezenloos. „Wilt u dan
maar zo goed zijn om plaats te
nemen", zei de man en opende
het portier. „Ja maar...," wierp
Loovendaal tegen, „dat kan niet.
Hoe moet het dan met mijn exa
men?" De man begon vreugde
loos te lachen. „Daar gaan we
immers naartoe." Loovendaal
ging, nog steeds niet overtuigd, op
de met zwart leer beklede voor
bank zitten. De man stapte even
eens in. „U wist het misschien
niet, maar alle kandidaten wor
den opgehaald. Altijd." Hij wierp
het eindje sigaar uit het raam en
zette de pet acherop het hoofd.
Zij reden weg. „Maar de vorige
keer dan", begon Loovendaal op
nieuw. „Ik ga nil al voor de der
de keer op. maar ik ben altijd nog
op eigen gelegenheid gekomen."
De man haalde de schouders op.
„Ik kan het me niet erg goed
voorstellen" zei hij, „maar dat
zijn mijn zaken niet Ik doe maar
wat me gezegd wordt dat is al
les." Loovendaal keek naar bui
ten. Zij hadden de stad verlaten
en reden met grote snelheid over
een brede autoweg. „We gaan
heiemaar de verkeerde kant op",
dacht hij. „dit moet een vergis
sing zijn."
Een wachtkamer
op het terrein vóór het ge
bouw lag. Tot zijn verwondering
merkte Loovendaal op. dat ramen
geheel ontbraken. „Uitstappen",
zei de chauffeur. !tWilt U mij
maar volgen?" Zij gingen naar
gens, van een andere planeet, pakte hij zijn hoed van de ver
klonk een stem: kan ik on-
mogelijk genoegen nemen. U bent warming en trok zijn jas
afgewezen."
„Gezakt"
Buiten op de gang trok zijn
gezicht strak van het zweet. Hij
wreef zich met zijn zakdoek af
en bleef enige tijd hijgend met
het hoofd tegen de gladde muur
staan. Dan begon hij als een
slaapwandelaar te lopen; gan
gen, trappen, gangen, klapwieken
de deuren, nieuwe gangen. Einde
lijk. een bevrijdend ontwaken,
de halL De draaideur. Het won
der van de buitenlucht. De auto
waarmee hij gekomen was, stond
nog op dezelfde plaats. De chauf
feur kwam hem tegemoet. „En.,
vroeg hij. „Gezakt," hoorde Loo
vendaal zichzelf zeggen met een
stem die hij niet kende. ..Tja,
dat is het risico", zei de man.
„Geef mij de instrukties
het café aan de overkant een
kop koffie te gaan drinken.
TOM ETTY
Loovendaal haalde uit
tefeuille de enveloppe die 1
ik heb je armen verdeeld
onder de mensen
papieren schepen gevouwen
om je ogen bevaarbaar te
rond de watervoeten
ma- bladeren
ken ik heb je lief
zeggen de geborduurde
ik heb je vingers gerangschikt
je handen oud-testamentische
namen gegeven
i edelsteen
ze weten toch
deze dag smaakt naar
dove brandnetels
begerig graaft de zon zich in
als een bezige bij
bij nacht
dat in het oude tuinhuis
de koerduifsuite
voor iedereen wordt afgedraaid
en in berlijn is slechts
één stap voldoende
on nog lang te mogen leven
rood is immers troef
i 2 kanten sneed
eenentwintig jaar geleden
dat we zijn geboren
morgen gaan
vandaag heb ik alle sterren
alleen voor jou
het zijn er
och het doet er ook niet toe
slaap zacht
lieve tjits
ik weet
wat jij niet weet
de hondsdagen krijgen
weer schaduwen op de
zo zwart als de keizer
van weet ik veel
hoe de hitte buigzaam
is geworden
als een bal
I ballistisch uitgemeten
an 2 kanten sneed
i tokio drinken jonge
meisjes versgesmolten
slangenbloed
in new yersey kun je
gratis sterven
r je per ongeluk
misschien wel de liefde woont tussen
dood vunzige muren
gelukkig en zegt
dat we nog dood kunnen gaan dat he, „„geschoren
ho'e wfj "de® aarde hebben gero- ■"daehap lager ligt
ken speeldans van mijn lichaam
hoe onze adem gretig paarde rode vuurvlieg begeerte
met de wolken brand een gat in de dag
een paarse paring vol spitsvon- ik wil niets meer weten,
digheid
maar CEES WATTEL.