Heeft de vakbeweging
leden of supporters?
Activiteiten
van het CNV
Een woord voor vandaag
Televisie-staking was
onjuist, aldus C.N.V.
Waarde Dode Zee-rollen
niet overschatten
Eerste Chinese predikant
doctor in de theologie
2
ANDERZIJDS
Nieuw-Guinea II
der in Hervormd Nederland naar 1
aanleiding van de oproep van de
generale synode van de Neder
lands Hervormde Kerk:
7. Het meest bezwarende in de
Oproep van 18 december 1961 is
ongetwijfeld dat zij uitvoering wil
geven aan de opdracht der kerk
het evangelie van de verzoening
te prediken in het belang van de
vrede tussen de volkeren en daar
bij een derde volk. het volk van
N.-Guinea, die verzoening wil laten
betalen. Het willen laten betalen
door de Papoea's is niet zo maar
het meest hachelijke en het meest
tragische aspect van de hele kwes
tie, zoals ds. Landsman meent in
Hervormd Den Haag, maar zij is
dat van de Oproep van het Breed
Moderamen.
8. De in aant. 5 bedoelde vergis
sing betekende een in gebreke
stellen van de Nederlandse rege
ring. welke nog is aangedikt door
de aansporing dat Nederland zich
los moet maken van het hardnek
kig vasthouden aan niet te verwer
kelijken plannen en nieuwe wegen
moet ingaan. Het lijkt wel of alle
inspanningen van de regering voor
het Breed Moderamen onopge
merkt zijn gebleven.
Deze aansporing is niets anders
dan een simpele omwerking van de
ng in de Oproep van 1956
aan de Nederlandse regering
isporing
i de Nederlandse regering
zich los te maken van geliefkoosde
denkbeelden en van vaste, ver
trouwde maar gevaarlijke sche
ma's". Zo zou men dan de indruk
kunnen krijgen dat het Breed Mo
deramen in 1961 niet meer doet
dan herhalen van de in 1956 door de
G.S. zelf uitgegeven uitspraak.
Maar dat is nu eenmaal een ver
keerde indruk, omdat de regering
na 1956 zelfs meer heeft gedaan dan
wat in de Oproep van 1956 maar
van haar werd verlangd.
Door dit hopeloos dilettantisme
wordt bij de publieke opinie een
verkeerde indruk gewekt over het
beleid van de regering. Ook inter
nationaal wordt die indruk gewekt
en inzoverre is de Oproep niet nut
tig voor verzoening en vrede, maar
kan zij dienst doen als brandstof
voor de agressieve intenties van
Indonesië. Hoeveel wijzer is ook
weer in dit opzicht de Oproep der
Nederlandse bisschoppen. Het dilet
tantisme blijkt zo typisch uit de in
de Oproep van 1961 ingelaste over
weging dat de kerk juist niet wil
tornen aan de eigen verantwoorde
lijkheid van regering en volksver
tegenwoordiging.
9. Ook bij de keuze van he* tijd
stip voor zijn Oproep heeft het
Breed Moderamen zich in de we
reldlijke politiek laten betrekken.
Er is ook hierbij geen enkele le
ring getrokken uit de ervaringen
van 1956. Ook in 1956 heeft men de
G.S. verweten niet het juiste tijd
stip voor haar Oproep te hebben
gekozen. De G.S. verantwoordde
toen haar keuze met de beschou
wing ..dat het altijd wel moeilijk
zal zijn om vast te stellen, wan
neer een tijdstip gunstig is. Wel wil
zij onder uw aandacht brengen
(I.e. onder de aandacht van de
mindere vergaderingen), dat deze
overwegingen van opportuniteit en
urgentie in de beraadslagingen
geen beslissende rol hebben ge
speeld en dat dit h.i. juist is ge
weest, omdat anders de zaak te
zeer ln het politieke vlak zou zijn
Cokken". Nu heeft bet Breed
eramen een Oproep doen uit
gaan op een tijdstip dat juist be-
Saald is door het politieke effect
at daarvan werd verlangd. Ook
hier dus weerspanning en contrast
tussen het beleid van het Breed
Moderamen en het beleid van de
G.S.
10. Ds. Landsman heeft in Her
vormd Den Haag van 30 decem
ber 1961 geschreven, dat de Op
roep van 1961 in het verlengde ligt
van het beleid dat in 1956 leidde
tot de zo aangevochten en eerst nu
algemeen aanvaarde ..Oproep tot
bezinning" van 1956. BIJ een on
derzoek van deze uitspraak blijkt
zij eigenlijk nergens te kloppen.
Vooreerst kan men buminilk
volhouden dat de Oproep van 1956
algemeen is aanvaard.
Zij moest reeds in 1956 nader
ln HM
de i_.
van 20 december 1956. Aan
was van vele zijden gevraagd de
Oproep terug te nemen, baar door
een andere te vervangen of haar
door een brede toelichting te doen
volgen. De G.S. heeft in de gere
zen bezwaren aanleiding gevonden
tot verdere toelichting en verdedi
ging in haar brief van 20 decem
ber 1956 welke dus niet meer is
besproken in de classicale vergade
ringen, welke n.a.v. de Oproep in
september 1956 waren gehouden
en tot de toezegging dat aan de
raad voor de zaken van Kerk en
Theologie zou worden gevraagd
zich nader te bezinnen op de ver
houding van Kerk en Overheid en
op richtlijnen en grenzen voor het
spreken der Kerk op sociaal-ethisch
en politiek terrein in verband met
de vragen van het kolonialisme, in
aansluiting aan de door haar ge
noemde punten: Gods gerechtig
heid, de leiding Gods in de ge
schiedenis en de theocratie. Deze
toezegging hield verband met het
feit. dat aldus twijfel was blijven
bestaan t.a.v. de vraag of deze
Oproep wel een wezenlijk verband
hield met de apostolische opdracht
der Kerk (art. VIII der Kerkorde,
waarop teruggrijpt art. 19 van Or
dinantie 4).
Onderstreept moet worden, dat
de G.S. het gewicht van deze twij
fel voorlopig meende te kunnen
dragen op de overweging dat haar
schrijven ..slechts" een Oproep tot
bezinning en géén herderlijk schrij
ven had willen zijn (brief van 20 de
cember 1956). De oproep van het
Breed Moderamen van 1961 stelt in
de plaats van de vraag naar bezin
ning pretentievolle richtlijnen aan
de regering. De Kerk zal zich moe
ten afvragen of deze richtlijnen in
overeenstemming zijn met het in
1956 beloofde onderzoek van de
raad voor de zaken van Kerk en
theologie en dat kan ik voorshands
niet aannemen en zeker niet waar
de Oproep de Indonesische verlan
gens t.a.v. Nieuw-Guinea recht
vaardig noemt, het verlangen naar
eigen volksbestaan van de Pa
poea's aan de Indonesische verlan
gens ondergeschikt maakt en de
Papoea's wil offeren om de ver
zoening tussen Indonesië en Neder
land te kopen.
Deze richtlijnen kunnen m.I. on
mogelijk steun vinden in de apos
tolische opdracht of in de belijde
nis der kerk. Zij raken noch het
apostolaat, noch het belijden, maar
dragen een uitsluitend wereldlijk en
politiek karakter, welke waarde
men er vanuit die gezichtshoek ook
aan zou willen toekennen.
Tot slot nog enige opmerkingen
over de competentie van het Breed
Moderamen. Het lijkt mi? niet zon
der meer aannemelijk, dat het
Breed Moderamen zijn bevoegdheid
tot het uitbrengen van deze Oproep
van december 1961 heeft kunnen
ontlenen aan de machtiging, welke
door de G.S. op 7 februari 1961 aan
het Moderamen werd gegeven. Zo
als hierboven werd aangetekend
past de Oproep van december 1961
niet bij de brieven van de Synode
van 27 juni 1956 en 20 december
1956. De G.S. kan niet hebben be
doeld. dat haar eigen getuigenis
door het Breed Moderamen eenzij
dig en eigenmachtig zou worden ge
wijzigd en omgebogen. Ook 'e keu
ze van het tijdstip was fout (aant.
9). De G.S. heeft ook niet gedele
geerd aan de Synodus contracts,
maar waarschijnlijk bedoeld een
overleg met de regering door tus
senkomst van de gedeputeerde bij
de Overheid. De G.S. beeft aan
haar delegatie de voorwaarde ver
bonden dat zij ,,zo nodig" zou wor
den bijeengeroepen om zelf te kun
nen besluiten.
Als het Breed Moderamen ten
onrechte heeft verzuimd de gele
genheid om te beslissen aan de Ge
nerale Synode te laten, dan schept
dat feit alleen reeds ernstige pro
blemen voor het gezag van deze
Oproep voor de Kerk.
Het is voor de Kerk en voor alle
kerkelijke lichamen, ambtsdragers
en gemeenteleden van het grootste
belang, dat zo spoedig mogelijk zal
worden uitgemaakt of in deze Op
roep van het Breed Moderamen
werkelijk de stem van de Kerk
heeft geklonken.
Dr. Albeda niet pessimistisch
(Van
s soc.-econ. redactie)
Dreigt de vakvereniging lang
zamerhand te verschralen tot
een apparaat dat zijn eigen gang
gaat en dat alleen nog gefinan
cierd wordt door een groot aan
tal supporters? Dr. W. Albeda,
secretaris van het C.N.V., is van
mening dat dit gevaar dikwijls
overschat wordt.
Men gaat te veel af op de op
komst in de ledenvergaderingen,
die inderdaad niet indrukwek
kend is. En voorts geldt te veel
als maatstaf de bereidheid van
de mensen om in hun vrije tijd
als propagandist voor de vak
bond op stap te gaan.
Dr. Albeda vraagt er echter
aandacht voor, dat de vakvereni
ging nooit op een te groot deel
van de vrije tijd van de mensen
beslag mag leggen. De vele an
dere mogelijkheden tot besteding
van de vrije tijd voor de arbei
der, moeten juist gezien worden
als resultaat van de emancipatie
van de werknemersgroep.
Een verblijdend groot aantal le
den is nog bereid in het bedrijf de
idealen van de vakvereniging naar
voren te brengen. Deze leden ziet
men echter maar zelden op de ver
gaderingen.
Anderzijds vraagt dr. Albeda er
aandacht voor, dat vele leden, die
in de praktijk wel voor de idealen
van de vakvereniging opkomen, hier
bij dikwijls nog gehinderd worden
door een gebrek aan kennis. Eigen
lijk zou ieder lid van de vakvereni
ging een bepaald minimum aan ken
nis en inzicht moeten hebben met
betrekking tot alles wat er op so-
ciaaleconomisch gebied gebeurt.
Dr. Albeda verklaart zich daarom een
warm voorstander van meer scholing
en vorming binnen de kring van de
werknemersvakbeweging. Hij acht dit
noodzakelijk om de leden de taakver-
andering van de vakbeweging in de
moderne samenleving te doen begrijpen
en om daardoor tevens de positie van
de vakbeweging te versterken.
Andere wegen
Aan het onderwerp: Scholing en Vor
ming, is een speciaal nummer van
Evangelie en Maatschappij, het kader-
orgaan van het C.N.V., gewijd.
In het ook reeds hierboven geciteerde
artikel betoogt dr. Albeda, dat de vak
bondspers en de voorlichting in de le
denvergaderingen niet meer voldoende
zijn om de leden der vakverenigingen
de vereiste kennis en het vereiste in
zicht bij te brengen. Er kan niet meer
aangesloten worden op aanwezig veron
derstelde kennis, opgedaan in de jeugd
vereniging en het gezin. De jeugdver
enigingen verschaffen deze kennis in
steeds mindere mate. Op de technische
scholen wordt het vak maatschappij
leer" nog gegeven, maar een grote
groep van Mulo- en H.B.S.-leerlingen
gaat het maatschappelijk leven in, on
gehinderd door enige kennis van deze
maatschappij.
Het januari-nummer van
Evangelie en Maatschappij, het
kaderorgaan van het C.N.V., is
geheel gewijd aan het onderwerp
Scholing en Vorming. Hiernaast
geven wij een weergave van de
belangrijkste opvattingen, die in
de artikelen van dit nummer
naar voren komen.
Het scholingswerk van het
C.N.V. ts thans geheel onderge
bracht in het ..J. R. Slotemaker
de Bruine Instituut", dat zyn
scholingscentrum heeft in de
Talma-hoeve onder Oud-Millin-
gen
Binnen het C.N.V.-verband
bestaan op het ogenblik de vol
gende vormen van scholing en
vorming:
1. Een kaderschool met name
voor jongere bestuurders (drie
perioden van vier weken in
internaatsverban d
2. Streekcursussen, die in ver
schillende plaatsen 's avonds
gegeven worden voor leden
van ondernemingsraden enz.
3. Vierdaagse vervolgcursussen,
die een aanvulling en afslui
ting zijn van de streekcursus
sen (vier dagen in intemaats-
verband
4. Sociale studieclubs voor plaat
selijk kader.
5. Cursussen voor plaatselijk ka
der, met name afdelingsbe
stuursleden.
6. De organisatie Werkende
Jeugd, die de jeugdige leden
en de ongeschoolde bedrijfs-
jeugd opvangt.
7. Eendaagse studieconferentie,
waarin voorlichting wordt ge
geven over actuele vraagstuk
ken aan bezoldigde en onbe
zoldigde bestuurders.
8 Ten slotte dient in deze rij
nog genoemd te worden het
maandelijks verschijnend ka
derblad van het C.N.V.: Evan
gelie en Maatschappij.
de
venswijsheid. Naast de leerschool
praktijk moet er voor deze mens
opleiding zijn, waar een introdul
economie, sociologie en sociale psycho- j
logie niet ontbreekt.
De christelijke vakbeweging zal zo j
annen en vrouwen kunnen kweken, die
inzien waarom het gaat in de samenle
ving, die de samenleving willen zien in
het perspectief van het Evangelie, aldus
dr. Albeda.
een ander artikel wijst de heer I.
an Leerdam, economisch medewer-
can de Chr. Metaalbedrijfsbond er
op. dat behalve het C.N.V. ook de aan
gesloten bonden scholings- en vormings
werk kunnen opzetten. Hij maakt hier
de vergelijking met een pocketboek dat
het duurdere boek niet overbodig
maakt, maar juist het lezen stimuleert.
Nagegaan dient te worden wat er in
het belang van het personeelsbeleid in de
ondernemingen kan worden bereikt.
De georganiseerden zullen recht moe
ten krijgen op het deelnemen aan cur
sussen met doorbetaling van loon. Ook
zullen de mogelijkheden van massa
communicatiemiddelen als de televisie
het scholings- en vormingswerk
de vakbeweging nagegaan dienen
te worden, aldus de heer Van Leerdam.
Het moet als een lopend vuurtje door het land zijn gegaan:
een man, die niets menselijks meer in zich had vanwege de
huiveringwekkende greep, die duivelse geesten op zijn geest
en zijn lichaam hadden, is genezen. En direct werd erbij
verteld, dat een zekere Jezus uit Nazareth hem van die ver
schrikkingen had bevrijd. Als de man het zélf niet had
verteld en als de mensen het niet met eigen ogen en oren I
hadden kunnen constateren, dan zou niemand het hebben
geloofd. Maar nu kunnen zij niet ontkennen: het is zo. En
dan, zo staat er in Marcus vijf te lezen, verwonderen de
mensen zich. Er is verwondering over hetgeen buiten alle j
gewone" verhoudingen valt. Velen zullen niet hebben geweten
wat zij ermee aan moesten en zij zullen zich opnieuw het
verhaal hebben laten vertellen door de man zelf. De bevrij
ding van Jezus leidt tot verwondering maar het gaat er nu
maar om, of het daarbij blijft of niet. Verwondering kan
namelijk vrijblijvend zijn: na kennismaking van het vreemde
gaat men over tot de orde van de dag. Wanneer in verband
met het bevrijdende werk van Jezus Christus de verwonde
ring niet leidt tot de overgave, tot de aanbidding, is zij niet
meer dan een tijdelijke opwinding. Maar wie echt gelooft, dat
God hem of haar heeft aangenomen en dat nog elke dag doet
in Jezus Christus, die gaat van verwondering tot verwondering.
Voor hem of haar is dit de enige werkelijkheid!
Advertentie
BESCHERM
RDTER5EPT
(Van onze soc.-econ. redactie)
Het stakingswapen is een bij
zonder gevaarlijk wapen en het
hoort in een democratische sa
menleving niet thuis, tenzij het
gebruikt wordt als een laatste
middel om een halsstarrige
werkgever te bewegen tot wijzi
ging van zijn standpunt.
Deze opmerking maakt de re
dactie van De Gids, orgaan van
het C.N.V., in een naschrift bij"
een artikel over de staking van
de televisie-medewerkers vorig
jaar.
De redactie van De Gids be
toogt, dat ons maatschappelijk
bestel heden ten dage zo inge
wikkeld is, dat bijna altijd door
een staking ook onschuldigen ge
dupeerd worden. Deze onschul
digen zijn dan mensen die geen
enkele invloed kunnen uitoefenen
op het geschil waarom zo'n sta
king begonnen is.
Dit antwoord van de Gids-redactie
wordt gegeven op een eveneens in het
Gids-nummer afgedrukt artikel van de
heer Ab van Roon. De heer Van Roon,
die televisiemedewerker is en als zoda
nig lid van de christelijke vakbewe
ging, was vorig jaar een van de lei
ders van de Hilversumse staking.
Wij blijven van mening, aldus het
N.V.-standpunt, ondanks het begrip
dat wij hebben voor het standpunt van
de heer Van Roon. dat het gebruikte
stakingsmiddel niet in overeenstemming
was met de zorgvuldigheid, die in het
maatschappelijk verkeer betaamt.
De redactie kan het standpunt van
de heer Van Roon en zijn medestan
ders heel goed begrijpen, maar zij is
1 t toch met zijn conclusies niet eens.
De staking was niet bedoeld om van
de werkgever iets af te dwingen. Zij
was uitsluitend een protest tegen de
gang van zaken romdom de terugwer
kende kracht van de nieuwe salarisre
geling. En voorts was de staking ge
richt tegen het tot uiting komende on
begrip over de zwaarte van de werk
zaamheden bij de televisie, vooral voor
de programma-scheppende groep. Maar
ook dan blijft de vraag gewettigd, al
dus de Gids. of men voor zulk een
protest dit middel gebruiken mag.
ADVERTENTIE
Reumatiek
Griep
Migraine
Menstruatiepijn
Verkouden
Hoofdpijn
8plt
TOGAL HELPT
TOGAL HELPT
TOGAL HELPT
TOGAL HELPT
TOGAL HELPT
TOGAL HELPT
TOGAL HELPT
Beroepingswerk
NED. HERV. KERK
Beroepen te Boornbergum-Kortehcm-
men: B. J. Bannink. vic. te Voorburg.
Aangenomen de benoeming tot bijstand
in het pastoraat van Steenderen: J. F.
Osscwaarde, cm. pred. te Lochem.
GEREFORMEERDE KERKEN
Aangenomen naar Palmerston North
(Nieuw-Zceland, Reformed Church):
L. Zwaan te Lobith.
CHRIST GEREF. KERKEN
GEREFORMEERDE GEMEENTEN
Bedankt voor Art es ia U.S-A. cn vo<
Amsterdam-C: A. Vergunst te Rotter
dam-C.
DOOPSG. BROEDERSCHAP
Tweetal te Heerenveen: C. van Duin
Blokzijl en T. Hoogslag te St. Anna.
parochie.
UNIECOLLECTE
De Jaarcollecte voor de Scholen met den
Bhbel bracht op: Mlddelstum 455.25. Pte-
terzijl 145.—. Stedura 275.—. Zuidhorn 467.50.
Echten 525.25. Heldenschap 260,30. Nijemlr-
dum 164.80. Sexblerum 414 95. Wartena 125
Wljckel 137,—Wezterbork 843,—. Bruchtef-
veld 200.—. Enschede 634.80. Mastenbroek
857.50. Eefde 400,—, Amersfoort 3 422.88.
Badhoevedorp 700.—. Schermerhorn 184.-
Haastrecht 259.50. Kinderdijk 890.96. Noord-
wtJk-Blnncn 255.—. Rotterdam-I 2 563.33.
Nleuwdorp 105.78. Andel 772.55. Willemstad
226 05. RecUtlcatle lijst 8 Lopik-Jai
Lopik 11.05. Totaal van
Waarschuwing van een rabbi
Een Amerikaanse rabbi, dr. Sa
muel Sandmel, hoogleraar aan het
Hebrew Union College in Ohio,
heeft in een rede voor een groep
van Amerikaanse bijbelexegeten
van de „Sociëteit voor bijbelse
literatuur en exegese" zijn gehoor
gewaarschuwd de waarde van de
manuscripten die bij de Dode Zee
zijn gevonden niet te overschatten.
Volgens zijn mening weegt het
enthousiasme van velen niet op
tegen de hoeveelheid feitelijke ge
gevens die zijn ontdekt.
Volgens Sandmel is de ontdekking
de rollen van de Dode Zee de aanlei
ding geworden van de ..grootste over
drijving die er ooit is geweest in de ge
schiedenis van de j_g_j
In zijn rede ging rabbi Sandmel ook
..ig even in op een geschrift van de
Amerikaanse archeoloog Edmund Wil-
waarin deze de Nieuwtestamentici
.an beschuldigde de rollen opzette
lijk te vergeten, omdat zij niet willen
dat hun theologische vooronderstellin
gen door de rollen worden omvergewor
pen.
Sandmel zei: „Daar ik een rabbi ben.
veronderstel ik dat niemand mij er
kan beschuldigen dat ik te sceptisch sta
tegenover de werkelijke waarde van de
rollen en de gegevens die zij zouden be
vatten over het begin van de christelijke
kerk. Niemand zal mij er van beschul
digen dat mijn persoonlijke theologie
in gevaar komt. Mijn moeilijkheid is
niet dat mijn theologie wordt gekwetst
door de rollen, maar mijn academische
training.
Elk program voor scholing en vor
ming in de kring van de vakbewe
ging zal drie niveaus moeten ken
nen. Dr. Albeda noemt in de eerste
plaats de plaatselijke afdeling, die
voor de vakvereniging een sleutelpo
sitie inneemt.
Het plaatselijk bestuur moet in staat
zijn de leden te informeren over de
gang uan zaken, maar de plaatse
lijke besturen moeten ook het hoofd
bestuur op de hoogte houden van
wat er in de afdeling leeft. Zou deze
groep van mensen gaan ontbreken,
zo meent dr. Albeda, dan zal
vakvereniging inderdaad verschralen
tot een apparaat, gefinancierd door
supporters.
Als tweede belangrijke groep wordt
genoemd de ondernemingskern
de ondernemingsraad. De werkne
mers die tot deze groep behoren,
kunnen hun werk in deze raden al
leen behoorlijk verrichten, wanneer
zij over de noodzakelijke kennis be
schikken.
Een lid van een ondernemingsraad
moet inzicht hebben in de opbouw
van de bedrijfshuishouding en moet
een overzicht hebben van de ontwik
keling in de bedrijfstak. De vakver
eniging moet er voor zorgen dat hun
leden hiertoe in staat zijn.
In de derde plaats zullen scholing
vorming zich moeten uitstrekken tot
vakbondsbestuurders. De vakbondsbe
stuurder vindt zijn werk vrijwel niet
meer in het leiden van acties, maar m
het onderhandelen en de laatste tijd nog
in het besturen in de zin
wind voeren. Hij moet beleid
besturen en adviescolleges. Deze func-
agt inzicht in sociale en econo
mische verschijnselen, een grote mate
geïnformeerdheid en een stuk
Bijzondere promotie in Schotland
Ds. Oey Siauw Hian, de eerste
Chinese predikant van Midden-
Java, is een dezer dagen aan
de St. Andrews universiteit in
Schotland, in absentia, tot doktor
in de theologie gepromoveerd.
Ds. Oey Siauw Hian die Oude
Testament aan de Theologische
Akademie in Djokja doceert is
de tweede Indonesische docent
aan deze akademie die gepromo
veerd is.
Ds. Oey diende eerst de kerken als
evangelist en hulpprediker op Midden-
Java. Door zijn begaafdheid op het ge
bied van de oud-testamentische studie
vestigde hij al spoedig de aandacht op
zich. Een aanvullend examen geauto
riseerd door de Theologische Hoge
school in Kampen gaf hem de rechten
van een kandidaat in de theologie.
Vooral met het oog op het vertrek van
de Nederlandse docenten aan de Theo
logische Akademie was het gewenst dat
hij zijn studie voortzette. Tevens kwam
het het plan, dat al lang op het program
ma van het curatorium stond, het weten
schappelijk peil van de akademie
verhogen, ten goede.
Schotse theologie nauw verwant Is aan
het Nederlandse calvinisme.
Het proefschrift, waar ds. Oey op is
gepromoveerd is een oud-testamentische
studie over de Engel des Heren. In het
bijzonder vergelijkt de auteur de figuur
van de Engel des Heren met overeen
komstige figuren in de oosterse religies.
Ds. Oey vond het jammer dat hij zijn
studie niet in Nederland kon afmaken,
maar het heeft hem aan hulp uit Neder
land niet ontbroken. Prof. dr. N. H
Ridderbos maakte een speciale reis
naar Edinburgh om ds. Oey bij zijn stu
die te helpen, wat door hem zeer op
prijs werd gesteld. Ook de Theologi
sche Hogeschool en de VU verheugden
zich over deze mogelijkheid omdat zo
toch nog in zekere zin de Theologische
Akademie in Djokja kon worden gehol
pen, schrijft dr. J. van der Linden ir
het gereformeerde zendingsblad.
Aan deze akademie zijn nog altijd
twee Nederlandse docenten verbonden:
drs. D. Bakker en dr. mr. D. C. Miflder,
Hun positie is echter wel zeer onzeker
geworden, vooral na de gebeurtenissen
van de afgelopen weken.
Indien zij echter door de omstandig
heden gedwongen hun taak moeten neer
leggen zullen er genoeg Indonesische
docenten zijn om hun plaats in te ne-
nemen. Enkele van hen studeerden I
in Nederland en keerden na het vol-
tooien van hun studie naar Indonesië I
terug, als drs. in de theologie. De eerste I
die zijn studie geheel voltooide was dr.
De promotie vond ln Schotland plaats Soedarmo thans professor in de doe-'
-**-*¥_Jisum I matiek aan de Theologische Faculteit
Djakarta. Ook hij begon zijn loop-
Verhoogde bijdragen
voor onderwijzers i
en hoofden bij l.o.
Bij beschikking van de staatssecretaris
an o., k. enw. en de minister van land
bouw is de regeling „bevordering studiezin
onderwijzers 1961" vastgesteld. Blijkens
deze regeling wordt aan hoofden en
onderwijzers in werkelijke dienst bij het
lager onderwijs een bijdrage verleend in
hun studiekosten, indien deze studie in
het belang is van het lager onderwijs.
Deze nieuwe, regeling is met terug-,
werkende kracht in werking getreden op
1 september van het vorig jaar en, voor
wat betreft de studie voor een m.o.- I
a-akte, op 1 september 1958 tot 1 sep
tember 1960 zullen de oude bedragen,
dus niet de verhoogde nieuwe bedragen,
gelden.
Op de algemene regel aan wie deze
bijdrage kan worden verleend zijn drie
uitzonderingen. De bezitters van de on
derwijzersakte, die bij het nijverheids
onderwijs, het landbouwonderwijs of het
tuinbouwonderwijs belast zijn met de
- a.v.o.-vakken. Zij die zo spoedig
mogelijk na het vervullen van hun dienst
plicht een functie als onderwijzer aan
vaarden en tenslotte zij die ten gevolge
van een benoeming bij een andere tak
van onderwijs op het tijdstip van het
behalen van een akte, getuigschrift of
diploma niet in functie zijn bij het lager
onderwijs, doch wier studie voor meer
dan de helft als onderwijzer heeft plaats
gehad. De onderwijskrachten die tot deze
drie groepen behoren zullen toch de
bijdrage ontvangen.
Advertentie
omdat geen enkele Indonesiër
krfjgt van zUn regering voor Nederland.
Schotland werd gekozen, omdat de'baan
de Akademie van Djokja.
bijbelwetenschap-
,Het materiaal dat deze ontdekking
werkelijk zo opwindend had kunnen
doen zijn als men veronderstelt, was
daar niet en is daar niet te vinden",
vervolgde deze Joodse geleerde. In het
bijzonder betreurde hij het feit dat in
de gevonden manuscripten geen enkele
naam voorkomt van bekende persoon
lijkheden uit die dagen, of van mensen
die ons uit de kerkgeschiedenii bekend
zijn.
Volgens het verslag van deze bijeen
komst in ..Christianity Today", vervolg
de Sandmel:
Daarom komt er ook geen einde aan
de verschillende jaartallen, waarin naar
men zegt deze rollen geschreven zouden
zijn. Ik beschouw de manuscripten die
van bijbelse boeken zijn gevonden en
ÏL.2?A^ln 7"n| va"n"hit oorspronkelijke bedrag "zouden
a^m.nW' In krijgen. Het tekort wordt echter even-
tarische documenten en de zogenaam-1 vorj»e jaren door een buitengewone
•n ,.in Waar subsidie aangevuld
Volledige subsidies
voor kerken in
Hongarije
De Hongaarse kerken zullen o^k in
1962 het volle bedrag van de staatssub
sidies ontvangen. Dit heeft de leider
van het Staatsbureau voor kerkelijke
aangelegenheden, jozscf Prantner, de
lutherse en gereformeerde kerkelijke
autoriteiten meegedeeld. Volgens het
kerkverdra van 1948 zouden de toela-
een van de staat iedere vijf jaar met
irocent verminderd worden zodat de
50 procent
i pro
erkei
..hymnes". die gevonden zijl
het dan ook gaat om de zogenaamde
christelijke achtergrond van deze rol
len. zou ik graag alle sectarische docu-
willen inruilen voor een klein
stukje perkament met de naam van Je
zus. of van Petrus, of van Jacobus, of
van Paulus.
Druppels
Totdat dergelijke fragmenten worden
Commentaren in de Hongaarse ker
kelijke pers bewijzen wel dat de rege
ring deze bedragen slechts tegen bepaal
de kerkelijke tegenprestaties verstrekt.
Zo schrijft bijvoorbeeld het lutherse
Wij
tengewone subsidies onze kerken, hun
leden en predikanten verplichten om
met nog meer ijver de pogingen van
ons volk tot verheffing van het vader-
en voor vrede in de toekomst
alleen maar zien ala nog een paar onder-teuncn". In ..Reformatus Lap-
i druppels voor de emmer die al bijna jja" een ander kerkelijk blad schrijft
j half vol ia. een emmer die ons alleen menr ..De gelovige leden van onze
I maar ln staat stelt om niet meer dan kerken moeten door hun vlijt bij de
50 proeent te ontdekken van het werke-: vreedzame opbouw van het land hun in-
1 UJko begin van de christelijke kerk. Istemm'-- en hun dank betuigen."
ilJIJN tante Toosje is verhuisd naar een bejaar-
dencentrum. Wij, de neven en nichten, die
allemaal dol op haar zijn, bewonderen haar om
dit besluit. Want vijf jaar geleden, toen zij zeven
tig werd, hebben wij het haar al aangeraden. Wij
waren toen al bezorgd over haar, want rheumatiek
sloop in haar ranke handen en maakte haar benen
stram. Maar tante Toosje vond toen, dat dergelijke
tehuizen voor oude mensen waren en niet voor
haar; zij schafte zich een sierlijk wandelstokje met
zilveren knop aan en beschouwde de zaak als
afgedaan. Tante Toosje is een juweel, een frêle
dametje met een gezicht als een camee. Zij verloor
naarmate zij ouder werd niets van haar charmes,
••ant die waren niet gebonden aan jeugdige gratie,
'li. 'e Toosje, met Tiaar levendige harmonieuze
geest, is voor ons een begrip.
En nu zit ze sinds enkele weken in ,JDe Rust
hof". Zij oos juist dit tehuis omdat daar neef
Govert ook al een jaar met groot genoegen woont.
Neef Govert een 85-jarige oud-oom van ons
en tante Toosje zouden gezellig wat aanspraak aan
elkaar kunnen hebben.
Vandaag ben ik er geweest. „De Rusthof'is een
prachtig modern complex, met alle denkbare
comfort van liften, privé-badkamers en televisie
in de conversatiekamer. Veel ramen op het zuiden
geven uitzicht op een parkachtige tuin. Een moe
derlijke directrice zwaait de scepter en een
oubollige kok staat in een witte hygiënische keu
ken met veel roestvrij staal zich uit te sloven met
dieetjes zus en liflafjes zo.
Ik kwam tijdens de ochtendkoffie, toen de Rust-
hoveniers aldus tante Toosje in de conver
satiekamer zaten. Toen ik binnenstapte gaf de
niet overbrugde tegenstelling oud-nieuw me een
onbehagelijk gevoel langs mijn ruggegraat. Want
ik zag grijze, witte en peper-en-zout-kleurige
dametjes, d uvhaiige en kale heren som
mige stoer, andere beverig maar ze zaten
allemaal op modern verantwoorde stoelen met
kunstleren bekleding. Voeten in sloffen, voeten in
schoenen, maar allemaal oude voeten, rustend op
glanzend schone lichte tegels. Nergens was een
trait d'union tussen de overige en deze eeuw. O,
zeker, er stonden bakken met goed verzorgde
planten, ficussen, sansevieria's en vingerplanten,
maar ik zocht een palm, een clivia, een vlijtige
Lies of een varen; ik zocht een lekker bultig
1/oataJAfyiti
en
Voordat wij naar tantes kamer gingen mocht
ik eerst de eetkamer nog bekijken. Lans de wand
stond een prachtig teakhouten bergmeubel; de fot-
mica tafelbladen waren gedekt met fleurige place-
mats, waarop naast moderne borden vorken en
lepels lagen van het laatste Zweedse model. Alleen
de servetringen met krulletjes monogrammen erop
deden me geloven, dat ik in een bejaardenhuis
was en niet in een meisjesinternaat. O, het was
allemaal heel mooi. heel verantwoord en heel
duur, mn-r toonzaalachtig van steriele kilheid.
Tor t icc op de kamer van tante Toosje kwamen,
cc aide ik me prettiger. Daar stond de theestoof
en de voetenzak. Daar tussen de bibelots, foto's
en mahoniehouten stoelen hing de sfeer, die bij
tante Toosje hoorde.
Overigens was tante vol lof over „De Rusthof".
Eén ding was wel erg jammer. Met neef Govert
had ze niet veel contact. Ja, dat viel echt tegen,
maar als ze met hem wilde praten, moesten ze in
de conversatiezaal zitten en daar voelden ze zich
niet zo thui$ en bovendien bemoeide iedereen zich
daar altijd met iedereen.
„Maar waarom gaat u dan niet gezellig met
z'n beidjes hier zitten? Zet u een pittig kopje
thee, lekker koekje er bij. Dan koopt u wat
sigaren voor oom en gaat u samen knusjes mop
peren op de moderne jeugd".
„Lieve kind", zei ze met een gegeneerd lachje,
„de regel van het huis is: geen herenbezoek op
de dameskamers. In veel rheumatische oudjes
schijnt nog jong raffinement te woeden en dat
geeft maar toestand, weet je".
Formica, liften, Zweeds bestek, teakhout, tele
visie en de hele rattaplan, zo modern mogelijk
uitgestald op de stevige moraal van 1880!
„Maar we hebben er iets op gevonden, hoor",
zei tante Toosje en ze leek meer dan ooit op een
camee, oervrouwelijk, preuts en coquet tegelijk,
„tien minuten lopen hier vandaan is een keurig
restaurant. Daar hebben neef Govert en ik iedere
namiddag ons rendez-vous, dan drinken we samen
een glaasje port, heel gezellig. Eerst hebben we
nog overwogen om aan het bestuur te vragen, of
wij, vanwege de familiebanden, dispensatie kregen,
maar we verwierpen het toch weer. Wij vinden
het wel amusant, weet je, om stiekem uit te knij
pen; we noemen elkaar de Rusthof nozems, omdat
we ons vertier buitenshuis zoeken".
Mahoniehout, voetenzak, bibelots, theestoof en
de hele rattaplan, maar waar bleef de stevige
MINK VAN RIJSDIJK
moraal van 1880?