Heeft de vakbeweging leden of supporters? Activiteiten van het CNV Een woord voor vandaag Televisie-staking was onjuist, aldus C.N.V. Waarde Dode Zee-rollen niet overschatten Eerste Chinese predikant doctor in de theologie 2 ANDERZIJDS Nieuw-Guinea II der in Hervormd Nederland naar 1 aanleiding van de oproep van de generale synode van de Neder lands Hervormde Kerk: 7. Het meest bezwarende in de Oproep van 18 december 1961 is ongetwijfeld dat zij uitvoering wil geven aan de opdracht der kerk het evangelie van de verzoening te prediken in het belang van de vrede tussen de volkeren en daar bij een derde volk. het volk van N.-Guinea, die verzoening wil laten betalen. Het willen laten betalen door de Papoea's is niet zo maar het meest hachelijke en het meest tragische aspect van de hele kwes tie, zoals ds. Landsman meent in Hervormd Den Haag, maar zij is dat van de Oproep van het Breed Moderamen. 8. De in aant. 5 bedoelde vergis sing betekende een in gebreke stellen van de Nederlandse rege ring. welke nog is aangedikt door de aansporing dat Nederland zich los moet maken van het hardnek kig vasthouden aan niet te verwer kelijken plannen en nieuwe wegen moet ingaan. Het lijkt wel of alle inspanningen van de regering voor het Breed Moderamen onopge merkt zijn gebleven. Deze aansporing is niets anders dan een simpele omwerking van de ng in de Oproep van 1956 aan de Nederlandse regering isporing i de Nederlandse regering zich los te maken van geliefkoosde denkbeelden en van vaste, ver trouwde maar gevaarlijke sche ma's". Zo zou men dan de indruk kunnen krijgen dat het Breed Mo deramen in 1961 niet meer doet dan herhalen van de in 1956 door de G.S. zelf uitgegeven uitspraak. Maar dat is nu eenmaal een ver keerde indruk, omdat de regering na 1956 zelfs meer heeft gedaan dan wat in de Oproep van 1956 maar van haar werd verlangd. Door dit hopeloos dilettantisme wordt bij de publieke opinie een verkeerde indruk gewekt over het beleid van de regering. Ook inter nationaal wordt die indruk gewekt en inzoverre is de Oproep niet nut tig voor verzoening en vrede, maar kan zij dienst doen als brandstof voor de agressieve intenties van Indonesië. Hoeveel wijzer is ook weer in dit opzicht de Oproep der Nederlandse bisschoppen. Het dilet tantisme blijkt zo typisch uit de in de Oproep van 1961 ingelaste over weging dat de kerk juist niet wil tornen aan de eigen verantwoorde lijkheid van regering en volksver tegenwoordiging. 9. Ook bij de keuze van he* tijd stip voor zijn Oproep heeft het Breed Moderamen zich in de we reldlijke politiek laten betrekken. Er is ook hierbij geen enkele le ring getrokken uit de ervaringen van 1956. Ook in 1956 heeft men de G.S. verweten niet het juiste tijd stip voor haar Oproep te hebben gekozen. De G.S. verantwoordde toen haar keuze met de beschou wing ..dat het altijd wel moeilijk zal zijn om vast te stellen, wan neer een tijdstip gunstig is. Wel wil zij onder uw aandacht brengen (I.e. onder de aandacht van de mindere vergaderingen), dat deze overwegingen van opportuniteit en urgentie in de beraadslagingen geen beslissende rol hebben ge speeld en dat dit h.i. juist is ge weest, omdat anders de zaak te zeer ln het politieke vlak zou zijn Cokken". Nu heeft bet Breed eramen een Oproep doen uit gaan op een tijdstip dat juist be- Saald is door het politieke effect at daarvan werd verlangd. Ook hier dus weerspanning en contrast tussen het beleid van het Breed Moderamen en het beleid van de G.S. 10. Ds. Landsman heeft in Her vormd Den Haag van 30 decem ber 1961 geschreven, dat de Op roep van 1961 in het verlengde ligt van het beleid dat in 1956 leidde tot de zo aangevochten en eerst nu algemeen aanvaarde ..Oproep tot bezinning" van 1956. BIJ een on derzoek van deze uitspraak blijkt zij eigenlijk nergens te kloppen. Vooreerst kan men buminilk volhouden dat de Oproep van 1956 algemeen is aanvaard. Zij moest reeds in 1956 nader ln HM de i_. van 20 december 1956. Aan was van vele zijden gevraagd de Oproep terug te nemen, baar door een andere te vervangen of haar door een brede toelichting te doen volgen. De G.S. heeft in de gere zen bezwaren aanleiding gevonden tot verdere toelichting en verdedi ging in haar brief van 20 decem ber 1956 welke dus niet meer is besproken in de classicale vergade ringen, welke n.a.v. de Oproep in september 1956 waren gehouden en tot de toezegging dat aan de raad voor de zaken van Kerk en Theologie zou worden gevraagd zich nader te bezinnen op de ver houding van Kerk en Overheid en op richtlijnen en grenzen voor het spreken der Kerk op sociaal-ethisch en politiek terrein in verband met de vragen van het kolonialisme, in aansluiting aan de door haar ge noemde punten: Gods gerechtig heid, de leiding Gods in de ge schiedenis en de theocratie. Deze toezegging hield verband met het feit. dat aldus twijfel was blijven bestaan t.a.v. de vraag of deze Oproep wel een wezenlijk verband hield met de apostolische opdracht der Kerk (art. VIII der Kerkorde, waarop teruggrijpt art. 19 van Or dinantie 4). Onderstreept moet worden, dat de G.S. het gewicht van deze twij fel voorlopig meende te kunnen dragen op de overweging dat haar schrijven ..slechts" een Oproep tot bezinning en géén herderlijk schrij ven had willen zijn (brief van 20 de cember 1956). De oproep van het Breed Moderamen van 1961 stelt in de plaats van de vraag naar bezin ning pretentievolle richtlijnen aan de regering. De Kerk zal zich moe ten afvragen of deze richtlijnen in overeenstemming zijn met het in 1956 beloofde onderzoek van de raad voor de zaken van Kerk en theologie en dat kan ik voorshands niet aannemen en zeker niet waar de Oproep de Indonesische verlan gens t.a.v. Nieuw-Guinea recht vaardig noemt, het verlangen naar eigen volksbestaan van de Pa poea's aan de Indonesische verlan gens ondergeschikt maakt en de Papoea's wil offeren om de ver zoening tussen Indonesië en Neder land te kopen. Deze richtlijnen kunnen m.I. on mogelijk steun vinden in de apos tolische opdracht of in de belijde nis der kerk. Zij raken noch het apostolaat, noch het belijden, maar dragen een uitsluitend wereldlijk en politiek karakter, welke waarde men er vanuit die gezichtshoek ook aan zou willen toekennen. Tot slot nog enige opmerkingen over de competentie van het Breed Moderamen. Het lijkt mi? niet zon der meer aannemelijk, dat het Breed Moderamen zijn bevoegdheid tot het uitbrengen van deze Oproep van december 1961 heeft kunnen ontlenen aan de machtiging, welke door de G.S. op 7 februari 1961 aan het Moderamen werd gegeven. Zo als hierboven werd aangetekend past de Oproep van december 1961 niet bij de brieven van de Synode van 27 juni 1956 en 20 december 1956. De G.S. kan niet hebben be doeld. dat haar eigen getuigenis door het Breed Moderamen eenzij dig en eigenmachtig zou worden ge wijzigd en omgebogen. Ook 'e keu ze van het tijdstip was fout (aant. 9). De G.S. heeft ook niet gedele geerd aan de Synodus contracts, maar waarschijnlijk bedoeld een overleg met de regering door tus senkomst van de gedeputeerde bij de Overheid. De G.S. beeft aan haar delegatie de voorwaarde ver bonden dat zij ,,zo nodig" zou wor den bijeengeroepen om zelf te kun nen besluiten. Als het Breed Moderamen ten onrechte heeft verzuimd de gele genheid om te beslissen aan de Ge nerale Synode te laten, dan schept dat feit alleen reeds ernstige pro blemen voor het gezag van deze Oproep voor de Kerk. Het is voor de Kerk en voor alle kerkelijke lichamen, ambtsdragers en gemeenteleden van het grootste belang, dat zo spoedig mogelijk zal worden uitgemaakt of in deze Op roep van het Breed Moderamen werkelijk de stem van de Kerk heeft geklonken. Dr. Albeda niet pessimistisch (Van s soc.-econ. redactie) Dreigt de vakvereniging lang zamerhand te verschralen tot een apparaat dat zijn eigen gang gaat en dat alleen nog gefinan cierd wordt door een groot aan tal supporters? Dr. W. Albeda, secretaris van het C.N.V., is van mening dat dit gevaar dikwijls overschat wordt. Men gaat te veel af op de op komst in de ledenvergaderingen, die inderdaad niet indrukwek kend is. En voorts geldt te veel als maatstaf de bereidheid van de mensen om in hun vrije tijd als propagandist voor de vak bond op stap te gaan. Dr. Albeda vraagt er echter aandacht voor, dat de vakvereni ging nooit op een te groot deel van de vrije tijd van de mensen beslag mag leggen. De vele an dere mogelijkheden tot besteding van de vrije tijd voor de arbei der, moeten juist gezien worden als resultaat van de emancipatie van de werknemersgroep. Een verblijdend groot aantal le den is nog bereid in het bedrijf de idealen van de vakvereniging naar voren te brengen. Deze leden ziet men echter maar zelden op de ver gaderingen. Anderzijds vraagt dr. Albeda er aandacht voor, dat vele leden, die in de praktijk wel voor de idealen van de vakvereniging opkomen, hier bij dikwijls nog gehinderd worden door een gebrek aan kennis. Eigen lijk zou ieder lid van de vakvereni ging een bepaald minimum aan ken nis en inzicht moeten hebben met betrekking tot alles wat er op so- ciaaleconomisch gebied gebeurt. Dr. Albeda verklaart zich daarom een warm voorstander van meer scholing en vorming binnen de kring van de werknemersvakbeweging. Hij acht dit noodzakelijk om de leden de taakver- andering van de vakbeweging in de moderne samenleving te doen begrijpen en om daardoor tevens de positie van de vakbeweging te versterken. Andere wegen Aan het onderwerp: Scholing en Vor ming, is een speciaal nummer van Evangelie en Maatschappij, het kader- orgaan van het C.N.V., gewijd. In het ook reeds hierboven geciteerde artikel betoogt dr. Albeda, dat de vak bondspers en de voorlichting in de le denvergaderingen niet meer voldoende zijn om de leden der vakverenigingen de vereiste kennis en het vereiste in zicht bij te brengen. Er kan niet meer aangesloten worden op aanwezig veron derstelde kennis, opgedaan in de jeugd vereniging en het gezin. De jeugdver enigingen verschaffen deze kennis in steeds mindere mate. Op de technische scholen wordt het vak maatschappij leer" nog gegeven, maar een grote groep van Mulo- en H.B.S.-leerlingen gaat het maatschappelijk leven in, on gehinderd door enige kennis van deze maatschappij. Het januari-nummer van Evangelie en Maatschappij, het kaderorgaan van het C.N.V., is geheel gewijd aan het onderwerp Scholing en Vorming. Hiernaast geven wij een weergave van de belangrijkste opvattingen, die in de artikelen van dit nummer naar voren komen. Het scholingswerk van het C.N.V. ts thans geheel onderge bracht in het ..J. R. Slotemaker de Bruine Instituut", dat zyn scholingscentrum heeft in de Talma-hoeve onder Oud-Millin- gen Binnen het C.N.V.-verband bestaan op het ogenblik de vol gende vormen van scholing en vorming: 1. Een kaderschool met name voor jongere bestuurders (drie perioden van vier weken in internaatsverban d 2. Streekcursussen, die in ver schillende plaatsen 's avonds gegeven worden voor leden van ondernemingsraden enz. 3. Vierdaagse vervolgcursussen, die een aanvulling en afslui ting zijn van de streekcursus sen (vier dagen in intemaats- verband 4. Sociale studieclubs voor plaat selijk kader. 5. Cursussen voor plaatselijk ka der, met name afdelingsbe stuursleden. 6. De organisatie Werkende Jeugd, die de jeugdige leden en de ongeschoolde bedrijfs- jeugd opvangt. 7. Eendaagse studieconferentie, waarin voorlichting wordt ge geven over actuele vraagstuk ken aan bezoldigde en onbe zoldigde bestuurders. 8 Ten slotte dient in deze rij nog genoemd te worden het maandelijks verschijnend ka derblad van het C.N.V.: Evan gelie en Maatschappij. de venswijsheid. Naast de leerschool praktijk moet er voor deze mens opleiding zijn, waar een introdul economie, sociologie en sociale psycho- j logie niet ontbreekt. De christelijke vakbeweging zal zo j annen en vrouwen kunnen kweken, die inzien waarom het gaat in de samenle ving, die de samenleving willen zien in het perspectief van het Evangelie, aldus dr. Albeda. een ander artikel wijst de heer I. an Leerdam, economisch medewer- can de Chr. Metaalbedrijfsbond er op. dat behalve het C.N.V. ook de aan gesloten bonden scholings- en vormings werk kunnen opzetten. Hij maakt hier de vergelijking met een pocketboek dat het duurdere boek niet overbodig maakt, maar juist het lezen stimuleert. Nagegaan dient te worden wat er in het belang van het personeelsbeleid in de ondernemingen kan worden bereikt. De georganiseerden zullen recht moe ten krijgen op het deelnemen aan cur sussen met doorbetaling van loon. Ook zullen de mogelijkheden van massa communicatiemiddelen als de televisie het scholings- en vormingswerk de vakbeweging nagegaan dienen te worden, aldus de heer Van Leerdam. Het moet als een lopend vuurtje door het land zijn gegaan: een man, die niets menselijks meer in zich had vanwege de huiveringwekkende greep, die duivelse geesten op zijn geest en zijn lichaam hadden, is genezen. En direct werd erbij verteld, dat een zekere Jezus uit Nazareth hem van die ver schrikkingen had bevrijd. Als de man het zélf niet had verteld en als de mensen het niet met eigen ogen en oren I hadden kunnen constateren, dan zou niemand het hebben geloofd. Maar nu kunnen zij niet ontkennen: het is zo. En dan, zo staat er in Marcus vijf te lezen, verwonderen de mensen zich. Er is verwondering over hetgeen buiten alle j gewone" verhoudingen valt. Velen zullen niet hebben geweten wat zij ermee aan moesten en zij zullen zich opnieuw het verhaal hebben laten vertellen door de man zelf. De bevrij ding van Jezus leidt tot verwondering maar het gaat er nu maar om, of het daarbij blijft of niet. Verwondering kan namelijk vrijblijvend zijn: na kennismaking van het vreemde gaat men over tot de orde van de dag. Wanneer in verband met het bevrijdende werk van Jezus Christus de verwonde ring niet leidt tot de overgave, tot de aanbidding, is zij niet meer dan een tijdelijke opwinding. Maar wie echt gelooft, dat God hem of haar heeft aangenomen en dat nog elke dag doet in Jezus Christus, die gaat van verwondering tot verwondering. Voor hem of haar is dit de enige werkelijkheid! Advertentie BESCHERM RDTER5EPT (Van onze soc.-econ. redactie) Het stakingswapen is een bij zonder gevaarlijk wapen en het hoort in een democratische sa menleving niet thuis, tenzij het gebruikt wordt als een laatste middel om een halsstarrige werkgever te bewegen tot wijzi ging van zijn standpunt. Deze opmerking maakt de re dactie van De Gids, orgaan van het C.N.V., in een naschrift bij" een artikel over de staking van de televisie-medewerkers vorig jaar. De redactie van De Gids be toogt, dat ons maatschappelijk bestel heden ten dage zo inge wikkeld is, dat bijna altijd door een staking ook onschuldigen ge dupeerd worden. Deze onschul digen zijn dan mensen die geen enkele invloed kunnen uitoefenen op het geschil waarom zo'n sta king begonnen is. Dit antwoord van de Gids-redactie wordt gegeven op een eveneens in het Gids-nummer afgedrukt artikel van de heer Ab van Roon. De heer Van Roon, die televisiemedewerker is en als zoda nig lid van de christelijke vakbewe ging, was vorig jaar een van de lei ders van de Hilversumse staking. Wij blijven van mening, aldus het N.V.-standpunt, ondanks het begrip dat wij hebben voor het standpunt van de heer Van Roon. dat het gebruikte stakingsmiddel niet in overeenstemming was met de zorgvuldigheid, die in het maatschappelijk verkeer betaamt. De redactie kan het standpunt van de heer Van Roon en zijn medestan ders heel goed begrijpen, maar zij is 1 t toch met zijn conclusies niet eens. De staking was niet bedoeld om van de werkgever iets af te dwingen. Zij was uitsluitend een protest tegen de gang van zaken romdom de terugwer kende kracht van de nieuwe salarisre geling. En voorts was de staking ge richt tegen het tot uiting komende on begrip over de zwaarte van de werk zaamheden bij de televisie, vooral voor de programma-scheppende groep. Maar ook dan blijft de vraag gewettigd, al dus de Gids. of men voor zulk een protest dit middel gebruiken mag. ADVERTENTIE Reumatiek Griep Migraine Menstruatiepijn Verkouden Hoofdpijn 8plt TOGAL HELPT TOGAL HELPT TOGAL HELPT TOGAL HELPT TOGAL HELPT TOGAL HELPT TOGAL HELPT Beroepingswerk NED. HERV. KERK Beroepen te Boornbergum-Kortehcm- men: B. J. Bannink. vic. te Voorburg. Aangenomen de benoeming tot bijstand in het pastoraat van Steenderen: J. F. Osscwaarde, cm. pred. te Lochem. GEREFORMEERDE KERKEN Aangenomen naar Palmerston North (Nieuw-Zceland, Reformed Church): L. Zwaan te Lobith. CHRIST GEREF. KERKEN GEREFORMEERDE GEMEENTEN Bedankt voor Art es ia U.S-A. cn vo< Amsterdam-C: A. Vergunst te Rotter dam-C. DOOPSG. BROEDERSCHAP Tweetal te Heerenveen: C. van Duin Blokzijl en T. Hoogslag te St. Anna. parochie. UNIECOLLECTE De Jaarcollecte voor de Scholen met den Bhbel bracht op: Mlddelstum 455.25. Pte- terzijl 145.—. Stedura 275.—. Zuidhorn 467.50. Echten 525.25. Heldenschap 260,30. Nijemlr- dum 164.80. Sexblerum 414 95. Wartena 125 Wljckel 137,—Wezterbork 843,—. Bruchtef- veld 200.—. Enschede 634.80. Mastenbroek 857.50. Eefde 400,—, Amersfoort 3 422.88. Badhoevedorp 700.—. Schermerhorn 184.- Haastrecht 259.50. Kinderdijk 890.96. Noord- wtJk-Blnncn 255.—. Rotterdam-I 2 563.33. Nleuwdorp 105.78. Andel 772.55. Willemstad 226 05. RecUtlcatle lijst 8 Lopik-Jai Lopik 11.05. Totaal van Waarschuwing van een rabbi Een Amerikaanse rabbi, dr. Sa muel Sandmel, hoogleraar aan het Hebrew Union College in Ohio, heeft in een rede voor een groep van Amerikaanse bijbelexegeten van de „Sociëteit voor bijbelse literatuur en exegese" zijn gehoor gewaarschuwd de waarde van de manuscripten die bij de Dode Zee zijn gevonden niet te overschatten. Volgens zijn mening weegt het enthousiasme van velen niet op tegen de hoeveelheid feitelijke ge gevens die zijn ontdekt. Volgens Sandmel is de ontdekking de rollen van de Dode Zee de aanlei ding geworden van de ..grootste over drijving die er ooit is geweest in de ge schiedenis van de j_g_j In zijn rede ging rabbi Sandmel ook ..ig even in op een geschrift van de Amerikaanse archeoloog Edmund Wil- waarin deze de Nieuwtestamentici .an beschuldigde de rollen opzette lijk te vergeten, omdat zij niet willen dat hun theologische vooronderstellin gen door de rollen worden omvergewor pen. Sandmel zei: „Daar ik een rabbi ben. veronderstel ik dat niemand mij er kan beschuldigen dat ik te sceptisch sta tegenover de werkelijke waarde van de rollen en de gegevens die zij zouden be vatten over het begin van de christelijke kerk. Niemand zal mij er van beschul digen dat mijn persoonlijke theologie in gevaar komt. Mijn moeilijkheid is niet dat mijn theologie wordt gekwetst door de rollen, maar mijn academische training. Elk program voor scholing en vor ming in de kring van de vakbewe ging zal drie niveaus moeten ken nen. Dr. Albeda noemt in de eerste plaats de plaatselijke afdeling, die voor de vakvereniging een sleutelpo sitie inneemt. Het plaatselijk bestuur moet in staat zijn de leden te informeren over de gang uan zaken, maar de plaatse lijke besturen moeten ook het hoofd bestuur op de hoogte houden van wat er in de afdeling leeft. Zou deze groep van mensen gaan ontbreken, zo meent dr. Albeda, dan zal vakvereniging inderdaad verschralen tot een apparaat, gefinancierd door supporters. Als tweede belangrijke groep wordt genoemd de ondernemingskern de ondernemingsraad. De werkne mers die tot deze groep behoren, kunnen hun werk in deze raden al leen behoorlijk verrichten, wanneer zij over de noodzakelijke kennis be schikken. Een lid van een ondernemingsraad moet inzicht hebben in de opbouw van de bedrijfshuishouding en moet een overzicht hebben van de ontwik keling in de bedrijfstak. De vakver eniging moet er voor zorgen dat hun leden hiertoe in staat zijn. In de derde plaats zullen scholing vorming zich moeten uitstrekken tot vakbondsbestuurders. De vakbondsbe stuurder vindt zijn werk vrijwel niet meer in het leiden van acties, maar m het onderhandelen en de laatste tijd nog in het besturen in de zin wind voeren. Hij moet beleid besturen en adviescolleges. Deze func- agt inzicht in sociale en econo mische verschijnselen, een grote mate geïnformeerdheid en een stuk Bijzondere promotie in Schotland Ds. Oey Siauw Hian, de eerste Chinese predikant van Midden- Java, is een dezer dagen aan de St. Andrews universiteit in Schotland, in absentia, tot doktor in de theologie gepromoveerd. Ds. Oey Siauw Hian die Oude Testament aan de Theologische Akademie in Djokja doceert is de tweede Indonesische docent aan deze akademie die gepromo veerd is. Ds. Oey diende eerst de kerken als evangelist en hulpprediker op Midden- Java. Door zijn begaafdheid op het ge bied van de oud-testamentische studie vestigde hij al spoedig de aandacht op zich. Een aanvullend examen geauto riseerd door de Theologische Hoge school in Kampen gaf hem de rechten van een kandidaat in de theologie. Vooral met het oog op het vertrek van de Nederlandse docenten aan de Theo logische Akademie was het gewenst dat hij zijn studie voortzette. Tevens kwam het het plan, dat al lang op het program ma van het curatorium stond, het weten schappelijk peil van de akademie verhogen, ten goede. Schotse theologie nauw verwant Is aan het Nederlandse calvinisme. Het proefschrift, waar ds. Oey op is gepromoveerd is een oud-testamentische studie over de Engel des Heren. In het bijzonder vergelijkt de auteur de figuur van de Engel des Heren met overeen komstige figuren in de oosterse religies. Ds. Oey vond het jammer dat hij zijn studie niet in Nederland kon afmaken, maar het heeft hem aan hulp uit Neder land niet ontbroken. Prof. dr. N. H Ridderbos maakte een speciale reis naar Edinburgh om ds. Oey bij zijn stu die te helpen, wat door hem zeer op prijs werd gesteld. Ook de Theologi sche Hogeschool en de VU verheugden zich over deze mogelijkheid omdat zo toch nog in zekere zin de Theologische Akademie in Djokja kon worden gehol pen, schrijft dr. J. van der Linden ir het gereformeerde zendingsblad. Aan deze akademie zijn nog altijd twee Nederlandse docenten verbonden: drs. D. Bakker en dr. mr. D. C. Miflder, Hun positie is echter wel zeer onzeker geworden, vooral na de gebeurtenissen van de afgelopen weken. Indien zij echter door de omstandig heden gedwongen hun taak moeten neer leggen zullen er genoeg Indonesische docenten zijn om hun plaats in te ne- nemen. Enkele van hen studeerden I in Nederland en keerden na het vol- tooien van hun studie naar Indonesië I terug, als drs. in de theologie. De eerste I die zijn studie geheel voltooide was dr. De promotie vond ln Schotland plaats Soedarmo thans professor in de doe-' -**-*¥_Jisum I matiek aan de Theologische Faculteit Djakarta. Ook hij begon zijn loop- Verhoogde bijdragen voor onderwijzers i en hoofden bij l.o. Bij beschikking van de staatssecretaris an o., k. enw. en de minister van land bouw is de regeling „bevordering studiezin onderwijzers 1961" vastgesteld. Blijkens deze regeling wordt aan hoofden en onderwijzers in werkelijke dienst bij het lager onderwijs een bijdrage verleend in hun studiekosten, indien deze studie in het belang is van het lager onderwijs. Deze nieuwe, regeling is met terug-, werkende kracht in werking getreden op 1 september van het vorig jaar en, voor wat betreft de studie voor een m.o.- I a-akte, op 1 september 1958 tot 1 sep tember 1960 zullen de oude bedragen, dus niet de verhoogde nieuwe bedragen, gelden. Op de algemene regel aan wie deze bijdrage kan worden verleend zijn drie uitzonderingen. De bezitters van de on derwijzersakte, die bij het nijverheids onderwijs, het landbouwonderwijs of het tuinbouwonderwijs belast zijn met de - a.v.o.-vakken. Zij die zo spoedig mogelijk na het vervullen van hun dienst plicht een functie als onderwijzer aan vaarden en tenslotte zij die ten gevolge van een benoeming bij een andere tak van onderwijs op het tijdstip van het behalen van een akte, getuigschrift of diploma niet in functie zijn bij het lager onderwijs, doch wier studie voor meer dan de helft als onderwijzer heeft plaats gehad. De onderwijskrachten die tot deze drie groepen behoren zullen toch de bijdrage ontvangen. Advertentie omdat geen enkele Indonesiër krfjgt van zUn regering voor Nederland. Schotland werd gekozen, omdat de'baan de Akademie van Djokja. bijbelwetenschap- ,Het materiaal dat deze ontdekking werkelijk zo opwindend had kunnen doen zijn als men veronderstelt, was daar niet en is daar niet te vinden", vervolgde deze Joodse geleerde. In het bijzonder betreurde hij het feit dat in de gevonden manuscripten geen enkele naam voorkomt van bekende persoon lijkheden uit die dagen, of van mensen die ons uit de kerkgeschiedenii bekend zijn. Volgens het verslag van deze bijeen komst in ..Christianity Today", vervolg de Sandmel: Daarom komt er ook geen einde aan de verschillende jaartallen, waarin naar men zegt deze rollen geschreven zouden zijn. Ik beschouw de manuscripten die van bijbelse boeken zijn gevonden en ÏL.2?A^ln 7"n| va"n"hit oorspronkelijke bedrag "zouden a^m.nW' In krijgen. Het tekort wordt echter even- tarische documenten en de zogenaam-1 vorj»e jaren door een buitengewone •n ,.in Waar subsidie aangevuld Volledige subsidies voor kerken in Hongarije De Hongaarse kerken zullen o^k in 1962 het volle bedrag van de staatssub sidies ontvangen. Dit heeft de leider van het Staatsbureau voor kerkelijke aangelegenheden, jozscf Prantner, de lutherse en gereformeerde kerkelijke autoriteiten meegedeeld. Volgens het kerkverdra van 1948 zouden de toela- een van de staat iedere vijf jaar met irocent verminderd worden zodat de 50 procent i pro erkei ..hymnes". die gevonden zijl het dan ook gaat om de zogenaamde christelijke achtergrond van deze rol len. zou ik graag alle sectarische docu- willen inruilen voor een klein stukje perkament met de naam van Je zus. of van Petrus, of van Jacobus, of van Paulus. Druppels Totdat dergelijke fragmenten worden Commentaren in de Hongaarse ker kelijke pers bewijzen wel dat de rege ring deze bedragen slechts tegen bepaal de kerkelijke tegenprestaties verstrekt. Zo schrijft bijvoorbeeld het lutherse Wij tengewone subsidies onze kerken, hun leden en predikanten verplichten om met nog meer ijver de pogingen van ons volk tot verheffing van het vader- en voor vrede in de toekomst alleen maar zien ala nog een paar onder-teuncn". In ..Reformatus Lap- i druppels voor de emmer die al bijna jja" een ander kerkelijk blad schrijft j half vol ia. een emmer die ons alleen menr ..De gelovige leden van onze I maar ln staat stelt om niet meer dan kerken moeten door hun vlijt bij de 50 proeent te ontdekken van het werke-: vreedzame opbouw van het land hun in- 1 UJko begin van de christelijke kerk. Istemm'-- en hun dank betuigen." ilJIJN tante Toosje is verhuisd naar een bejaar- dencentrum. Wij, de neven en nichten, die allemaal dol op haar zijn, bewonderen haar om dit besluit. Want vijf jaar geleden, toen zij zeven tig werd, hebben wij het haar al aangeraden. Wij waren toen al bezorgd over haar, want rheumatiek sloop in haar ranke handen en maakte haar benen stram. Maar tante Toosje vond toen, dat dergelijke tehuizen voor oude mensen waren en niet voor haar; zij schafte zich een sierlijk wandelstokje met zilveren knop aan en beschouwde de zaak als afgedaan. Tante Toosje is een juweel, een frêle dametje met een gezicht als een camee. Zij verloor naarmate zij ouder werd niets van haar charmes, ••ant die waren niet gebonden aan jeugdige gratie, 'li. 'e Toosje, met Tiaar levendige harmonieuze geest, is voor ons een begrip. En nu zit ze sinds enkele weken in ,JDe Rust hof". Zij oos juist dit tehuis omdat daar neef Govert ook al een jaar met groot genoegen woont. Neef Govert een 85-jarige oud-oom van ons en tante Toosje zouden gezellig wat aanspraak aan elkaar kunnen hebben. Vandaag ben ik er geweest. „De Rusthof'is een prachtig modern complex, met alle denkbare comfort van liften, privé-badkamers en televisie in de conversatiekamer. Veel ramen op het zuiden geven uitzicht op een parkachtige tuin. Een moe derlijke directrice zwaait de scepter en een oubollige kok staat in een witte hygiënische keu ken met veel roestvrij staal zich uit te sloven met dieetjes zus en liflafjes zo. Ik kwam tijdens de ochtendkoffie, toen de Rust- hoveniers aldus tante Toosje in de conver satiekamer zaten. Toen ik binnenstapte gaf de niet overbrugde tegenstelling oud-nieuw me een onbehagelijk gevoel langs mijn ruggegraat. Want ik zag grijze, witte en peper-en-zout-kleurige dametjes, d uvhaiige en kale heren som mige stoer, andere beverig maar ze zaten allemaal op modern verantwoorde stoelen met kunstleren bekleding. Voeten in sloffen, voeten in schoenen, maar allemaal oude voeten, rustend op glanzend schone lichte tegels. Nergens was een trait d'union tussen de overige en deze eeuw. O, zeker, er stonden bakken met goed verzorgde planten, ficussen, sansevieria's en vingerplanten, maar ik zocht een palm, een clivia, een vlijtige Lies of een varen; ik zocht een lekker bultig 1/oataJAfyiti en Voordat wij naar tantes kamer gingen mocht ik eerst de eetkamer nog bekijken. Lans de wand stond een prachtig teakhouten bergmeubel; de fot- mica tafelbladen waren gedekt met fleurige place- mats, waarop naast moderne borden vorken en lepels lagen van het laatste Zweedse model. Alleen de servetringen met krulletjes monogrammen erop deden me geloven, dat ik in een bejaardenhuis was en niet in een meisjesinternaat. O, het was allemaal heel mooi. heel verantwoord en heel duur, mn-r toonzaalachtig van steriele kilheid. Tor t icc op de kamer van tante Toosje kwamen, cc aide ik me prettiger. Daar stond de theestoof en de voetenzak. Daar tussen de bibelots, foto's en mahoniehouten stoelen hing de sfeer, die bij tante Toosje hoorde. Overigens was tante vol lof over „De Rusthof". Eén ding was wel erg jammer. Met neef Govert had ze niet veel contact. Ja, dat viel echt tegen, maar als ze met hem wilde praten, moesten ze in de conversatiezaal zitten en daar voelden ze zich niet zo thui$ en bovendien bemoeide iedereen zich daar altijd met iedereen. „Maar waarom gaat u dan niet gezellig met z'n beidjes hier zitten? Zet u een pittig kopje thee, lekker koekje er bij. Dan koopt u wat sigaren voor oom en gaat u samen knusjes mop peren op de moderne jeugd". „Lieve kind", zei ze met een gegeneerd lachje, „de regel van het huis is: geen herenbezoek op de dameskamers. In veel rheumatische oudjes schijnt nog jong raffinement te woeden en dat geeft maar toestand, weet je". Formica, liften, Zweeds bestek, teakhout, tele visie en de hele rattaplan, zo modern mogelijk uitgestald op de stevige moraal van 1880! „Maar we hebben er iets op gevonden, hoor", zei tante Toosje en ze leek meer dan ooit op een camee, oervrouwelijk, preuts en coquet tegelijk, „tien minuten lopen hier vandaan is een keurig restaurant. Daar hebben neef Govert en ik iedere namiddag ons rendez-vous, dan drinken we samen een glaasje port, heel gezellig. Eerst hebben we nog overwogen om aan het bestuur te vragen, of wij, vanwege de familiebanden, dispensatie kregen, maar we verwierpen het toch weer. Wij vinden het wel amusant, weet je, om stiekem uit te knij pen; we noemen elkaar de Rusthof nozems, omdat we ons vertier buitenshuis zoeken". Mahoniehout, voetenzak, bibelots, theestoof en de hele rattaplan, maar waar bleef de stevige MINK VAN RIJSDIJK moraal van 1880?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 2