GEESTELIJK LEVEN. voor vakantie naar een bijbelschool Vijft ig jaar zoeken naar vorming van jonge tieners DEZE WEEK IN EEN WOELIGE WERELD ZONDAGSBLAD ZATERDAG 3 FEBRUARI 1962 Wat bindt en scheidt Zes jaar geleden publiceerden de lutheranen in dt Verenigde Staten een boekje over het verschil tussen de kerk van Luther en de Rooms Katholieke Kerk, getiteld: „Het onderscheid." Vorige maand heeft de commissie, die dit boekje uit gaf besloten het weer in te trekken. De 21 leden wa ren eenstemmig in dit besluit, dat de voorzitter later aan de Amerikaanse pers deed verklaren: ..Toen de ze cursus werd uitgewerkt was het misschien heel juist gezien om de nadruk te leggen op het verschil tussen rooms-katholieken en lutheranen. Maar de laatste tijd ligt de nadruk op het gesprek tussen beide geloven en gaat het er veeleer om elkaar beter te begrijpen. Het besluit accentueert de nieuwe verhouding die de laatste jaren tussen de kerken is gegroeid. Maar het besluit openbaart ook nog een ander facet van de huidige kerkelijke situatie. Ik ken het boekje niet. Maar als ik de voorzitter, dr. Arhtur H. Getz, goed begrepen heb zijn er twee mo gelijkheden: Het nieuwe besluit diskwalificeert of het boekje van zes jaar geleden of het diskwalificeert de commissie. Het is mogelijk dat het boekje de verschillen over trekt en dan bevat het een verdraaiing van de fei ten. Maar dan had het zes jaar geleden Vier jaar geleden waren ze nog analfabeet Honderden kilomeiers legden se Amoeësha-indianen af om naar de bijbelschool ra» meester Valeria te gaan. De werden gebruikt om nieuwe liederen te begeleiden. ~^/"AT was de belangrqkste kerkelijke gebeurtenis van het afge lopen jaar? Zonder nadenken zouden wjj in het westen zeggen: ,,De derde assemblee van de Wereldraad van Kerken in New Delhi". Maar de christenen onder de Amoeësha-indianen in Peru, die nog nimmer van New Delhi, noch van India en helemaal niet van de Wereldraad hebben gehoord, zyn geneigd onmiddellijk te antwoor den: „De bijbelschool van meester Valerio." Vijf jaar geleden leefde deze stam nog vergeten in de jungle. Nu zijn er door de regering een paar scholen gesticht en hebben zendelingen het evan gelie hier en daar met zegen gepredikt. die geeft. bindt? Nu de verhouding tussen de kerken meer ge kenmerkt wordt door gesprek dan door debat, moe ten we nu eenzijdig de nadruk leggen op wat ons bindt en vergeten wat ons scheidt? Een dergelijke eenzijdige nadruk is het grootste ge vaar dat de oecumenische gedachte bedreigt Want een verzaking van de verschillen zal alleen een val se eenheid kunnen scheppen die nimmer stand kan houden. Als wij. nu wij aan het spreken zijn gegaan met elkaar als protestant en rooms-katholiek, alleen spreken over wat wij gemeenschappelijk hebben en heen lo pen over wat scheidt, is ons gesprek even oneerlijk, als de benadering uit het verleden die het gemeen schappelijke opofferde aan wat scheidt Dan is ons gesprek alleen maar een ontmoeting waarbij we el kaar op de schouder kloppen en toeroepen: ,,Je bent toch een beste kerel." God verhoede een dergelijke gang van zaken, want die is niet eerlijk. Een werkelijk gesprek is alleen mo gelijk als we een evenwicht weten te vinden tussen wat bindt en wat scheidt Als we elkaar recht in de ogen kunnen zien en elkaar in liefde de waarheid kunnen zeggen om zo samen Gods Waarheid te vin den. Wie niet aan een gesprek wil deelnemen heeft geen recht te kritiseren. Maar wie wel aan een ge sprek wil deelnemen mag van zijn hart geen moord- Zo kwamen de „knapen" en „jonge meisjes" in 1937 bijeen voor hun toogdag. Tegenwoordig is een toogdag meer dan een lied en een referaat, het is een feest geworden toor jongeren en niet langer instructie do In hun verlangen om meer te weten van het Woord van Vader", zo als de bijbel door hen wordt genoemd, hebben zij in de schoolvakantie afstanden afgelegd van honderden kilometers door dicht oerwoud en door het Andes-geberg- te om aan de voeten te zitten van een stamge noot en meer te horen van de bijbel, waarvan nog maar enkele hoofd stukken in hun taal zxjn vertaald. Deze vakantie- bijbelschool was geheel het eigen initiatief van deze indianen. Geen en kele blanke werkte er aan mee en de school werd ook niet financieel mogelijk gemaakt door enige zending. Het idee werd geboren toen twee nog vrij jonge, vrouwelijke zendelingen als taalgeleerden de jungle en de bergen in trokken naar het gebied van deze Amoeësha- indianen om een begin te maken met de vertaling van de bijbel. Een half jaar lang trokken zij te voet door deze wilder nis, bezochten de ver schillende dorpen, woon den nu eens hier en dan weer daar in lemen hut ten bedekt met boom bladeren en overal pro beerden zij zo goed mo gelijk contact met de be volking te krijgen om de taal. die provisorisch in schrift is vastgelegd, te bestuderen en stukken van de bijbel te vertalen. Hier en daar kwamen zij in aanraking met chris tenen, die hen alle hulp boden die z\j maar no dig hadden. Iil!m[RIRII!ll!lll!l!l!llll Van knapen- vereniging tot jongensclub oudere De Rpnd voor Gereformeerde Jeugdorganisatie bestaat 15 februari 50 jaar. Nauwelijks ia! het tiental jonge mannen, die op een koude februaridag twee jaar voor de eerste we reldoorlog in Rotterdam bijeen kwamen, beseft hebben dat zij een historisch besluit namen, toen zij de „Bond van Gerefor meerde Knapenleiders" sticht ten. Uit het aarzelend begin groeide een jeugdorganisatie die op het ogenblik niet min der dan 42.000 jongens en meis jes ln de leeftijd van 12 tot 16 jaar omvat. Gen belangrijke oorzaak voor deze fenomenale groei is het feit dat deze or ganisatie steeds is blijven zoe ken naar de beste werkmetho de om deze „jonge tieners", zoals zij nu heten, te vormen. Oorspronkelijk waren de plaat selijke verenigingen. waarvan sommigen al ouder zijn dan vijf tig jaar, louter bedoeld om de jaren tussen de lagere school en de J.v. en m.v. te overbruggen. Op twaalfjarige leeftijd werden de kinderen rcf-ds in het arbeids proces betrokken, maar pas op zestienjarige leeftijd konden zij terecht op de j.v. Natuurlijk was er de catechisatie, maar de man nen die op die februaridag 1912 in Rotterdam bijeen waren, meen den dat er meer moest gebeuren. Middel - doel Oorspronkelijk waren de vere nigingen sterk voorbereidingsver- emgingen. Zij waren de „bewaar school" van de J.v. en de m.v. De knapen en later ook de meis jes moesten ..bekwaam gemaakt worden tot zelfstudie en zelfwerk zaamheid". Over het „hoe" van deze vorming was men het in die dagen echter nog allerminst eens. Reeds in 1913 vroeg prof. Aal- ders aandacht voor de ..ontwaken de zelfstandigheid in de knapen- jaren". die moest worden aange moedigd en tot meerdere rijping gevoed. Maar de oude Prof. Ba- vuick was het helemaal niet met hem eens. Hij legde in 1916 in een artikel sterk de nadruk op het normatieve in de opvoeding en stond afwijzend tegenover al le vormen van zelfwerkzaamheid. Het was geen wonder dat jonge ren hem al spoedig begonnen aan te vallen. Zo reageerde dr. A. Janse de Jonge in die dagen reeds met de opmerking dat de fout van Bavinck was dat deze een opvoedingsmiddel te veel als doel was gaan zien. Alle aandacht was in die be- rijd gericht op de inleiding en bespreking. De jongens moes ten zelf leren een inleiding te maken en de gestelde vragen te beantwoorden. Het ging vooral om een grote dosis feitelijke ken nis. ook al zag een van de eer ste leiders van de nieuwe bond. de beer Grashof, duidelijk dat het er niet om moest gaan de Cngens vol te stoppen met aller- 1 kennis en wetenswaardigheden. ..Opvoeding." schreef hij. „is de diekcommissie een belangrijk rapport dat vooral later van gro te invloed is geweest. Daarin werd gewezen op het feit dat er in de ontwikkeling van de jonge ren van 12 tot 16 jaar verschil lende stadia zijn, zodat bij het werk daarmee rekening gehouden moet worden- De jongen was niet langer een „groot mens in het klein", maar een wezen met een eigen structuur. In dit rapport werd met nadruk gewezen op het feit dat het op de vereniging niet alleen om verstandelijke kennis mocht gaan. maar dat ook aan dacht besteed moest worden aan de godsdienst-zedelijke en acstctische vorming. Het rapport lag op de tafel van het bestuur, maar de ontdekkingen drupten plaatselijke verenigingen. Het bleef eigenlijk gaan om studie en gezelligheid en beiden bleven naast elkaar staan, zonder wer kelijk te zijn geïntegreerd. Leren - Spelen Het gereformeerde isolement was toen doorbroken: er was nauwer contact geweest met an dere jeugdorganisaties die er an dere ideeën op na hielden en men voelde zich als gereformeer den wat onzeker worden. Op het eerste naoorlogse congres sprak ds. J. C. J. Kuiper dan ook niet voor niets over ..Ons jeugdwerk in de crisis." Hij koos positief voor een grondige vernieuwing omdat naar zijn mening niet voorbij gegaan mocht worden aan de veranderde mentaliteit van de jeugd en de groeiende be- geerte naar ontspanning naast het vroegere studieprogram. Als taak voor de jeugdclub werd ge zien: ..de bezinning qp de bijbel se boodschap en vorming tot de onlosmakelijk daarmee verbonden levenshouding." „De vereniging is een oefenterrein waar het kind zich de gedragsvormen van de volwassene eigen kan maken, maar dan in eigen tempo en op een wijze, die bij zijn ontwikke lingsniveau past", schrijft nu de huidige bondsvoorzitter dr. J. L. P. Brants. Langzaam maar zeker werd in deze richting gewerkt. Er kwa men kadercursussen en er werden nieuwe jeugdbladen uitgegeven. Het meest opmerkelijke ls wel dat de schetsen daaruit geheel zijn verdwenen. Zij hebben plaats ln moeten ruimen voor verhalen waarin een bepaald on derwerp aan de orde wordt ge steld. De diepste zin van bet spel. namelijk om het kind in staat te stellen de gedragsvormen van de volwassene te leren kennen, vormt nu het doel. De vereniging bestaat niet meer nlt twee delen met daartussen een pauze die le ren van spelen scheidt. Het gaat Club - kind Zo deden moderne hulpmiddelen als filmstrip en grammofoonplaat hun intrede op de vereniging. Zij zijn echter niet langer lokmidde len. maar worden gebruikt voor de vorming. Na vijftig jaar kan nu gezegd worden van de G.J.O. anno 1962: 1. Er is een sterke differentia tie in het werkmateriaal. 2. De vereniging kenmerkt zich door een vorming, die zich niet slechts beperkt tot het bljbren» gen van bijbelkennis, maar die gericht is op de ontplooiing van de gehele mens. 3. De Bond specialiseert zich meer dan ooit in het helpen van de leider. Maar dat wil niet zeggen dat dc leiding nu alle antwoorden kent. De tijden veranderen en de Bond wil met de tijden verande ren. Aan het vijftig jaar lang zoeken naar de beste vorm is geen einde gekomen. Het jubi leum zal dan ook niet staan in het teken van: „Wij zijn er. maar juist gekenmerkt worden door de wetenschap dat club en kind bij elkaar horen en dat als het kind verandert de club ook zal moeten veranderen. In het hart van de wildernis ontmoetten de belde meisjes, Martha Duff en Mary Ruth Wi se. een jonge christen Pedro die op een regeringsschool was on derwezen en door het gouverne ment was uitgezonden om de be volking van zijn eigen stam le zen en schrijven te leren. Hij was er ln geslaagd een flink aan tal vooral jonge mensen om zich heen te verzamelen. die graag wilden Ieren en door zijn invloed was een kleine gemeente ontstaan. Voorstel Op een dag kwam hij bij de twee vrouwelijke zendelingen met een voorstel. ..Zou het niet moge lijk zijn om zijn leerlingen in de vakantiemaanden wat meer bij belkennis bij te brengen? Als we nu eens een aantal jonge men sen bij elkaar zouden kunnen brengen en hen iedere dag Gods Woord zouden kunnen onderwij zen!" Zelf kon hij dat niet, dat wist hij. Hij voelde zich te jong en te weinig onderlegd in de Dijbel. Maar hij had wel een oplossing. In een dorp in de wil de jungle had meester Valerio een school. Hij was al een ouder iemand, een overtuigd christen met een volgens Pedro gro te kennis van het Boek van Va der. Als de beide taalgeleerden nu eens op de terugweg langs dat dorp zouden gaan en alles met meester Valerio in orde zou den maken... Hij zou dan wel zorgen dat er ook uit andere dorpen in het Andesgebergte In dianen zouden komen. Een moeilijkheid was dat Mar tha en Mary Ruth nog in geen maanden het dorp van meester Valerio zouden bezoeken en dit voorstel ook niet met hem zouden kunnen bespreken. En toch Zij wisten hoe nodig dit was voor deze mensen, die wel tot geloof waren gekomen, maar nog in het geheel niet waren onderlegd. Sa men baden zij met Pedro over dit plan en hoe meer zij baden hoe enthousiaster zij samen wer den. De meisjes vertelden Pedro dan ook maar, dat hij moest zor gen zodra de zomervakantie be gonnen was met zijn leerlingen naar het dorp van Valerio te ko men. Zij zouden christenen elders opwekken om hetzelfde te doen. Voor hen was dit een prachtige gelegenheid om de taal 'beter te leren kennen, want op deze ma nier zouden mensen die verschil lende dialecten spraken bij elkaar worden gebracht en zou men sa men kunnen zoeken naar de bes te uitspraak en de beste schrijf wijze van bepaalde woorden. De meisjes bleven nog een tijd je logeren bij Pedro om samen met hem bepaalde bijbelgedeelten te vertalen, die de jongeren vast zouden kunnen leren lezen en die van de stndle in de nieuwe school van meester Valerio. Al die tijd wist de goede man echter nog van niets. Zelfs oude schilderijen kunnen gebruikt worden om nieuu-e jeugd dichter bij de bijbel te brengen. I)e club tan vandaag lijkt wel heel ueinig op de knapenvereni- ging van gisteren, maar de inte resse van de kinderen spreekt voor zichzelf. Ik doe het Pas weken later bereikten de beide'zendelingen het dorp van de nieuw benoemde „theoloog". Zij kwamen met hun voorstel voor de dag, maar hij was er niet di rect zo heel erg mee ingenomen. „Daar moet ik nog eens over denken", zei hij aarzelend. „Ik weet zelf nog maar zo weinig." Maar een paar dagen later zei hij toch: „Zeg de jongens maar dat zij kunnen komen. Ik zal mijn best doen." Noch Martha Duff, noch Mary Ruth Wise durf den hem te zeggen dat het hele maal niet nodig was om met die boodschap de bergen in te trek ken. De christenen in de dorpen wisten er al alles van en waren reeds bezig voorbereidingen te treffen voor de lange reis, want het was veel moeilijker om naar het dorp van meester Valerio te komen dan naar New Delhi. De geestelijken konden reizen per vliegtuig, de indianen moesten honderden kilometers langs ra vijnen, over bergpassen, over ge vaarlijke rivieren en door dicht oerwoud te voet afleggen. Hadden de kerken van de we reld het prachtig uitgegeven boekje „Jezus Christus, het Licht van de wereld", deze Indianen hadden alleen de bijbelgedeelten die Martha en Mary voor hen hadden vertaald. Zij hadden ze opgeschreven en overgeschreven in schoolschriften en gedeeltelijk uit hun hoofd geleerd als voorbe reiding voor de bijbelschool. De beide meisjes slaagden er boven dien nog in bij terugkeer in hun Peruaans hoofdkwartier deze en andere bijbelgedeelten te laten stencillen, zodat een begin van het „Boek van Vader" althans in die taal verscheen. Maar de moeilijkheden bleven niet uit. Pedro zou de leiding op zich nemen van de „expeditie", maar hij kreeg een ernstige oog ziekte. Wat moest hij doen? De school sluiten voor onbeperkte tijd en naar een stad trekken om te worden behandeld? Maar dan kwam er van de bijbelschool niets terecht. En ondanks het feit dat zijn ogen hem veel last ga ven, stelde hij de behandeling op eigen houtje uit tot na de vakan tie. Maar ook aan de andere kant van het stamgebied bleven de moeilijkheden niet uit. Twee we ken voor de school zou beginnen, werd het dochtertje van meester Valerio gebeten door een slang. Nog diezelfde avond stierf zij. Het verdriet overweldigde deze oudere christen en hij besloot de school maar niet te laten door gaan. Met een geslagen hart kon hij immers niet de blijde bood schap uitleggen. Nog voor de dag van de begra fenis kwam echter een koerier met de gestencilde bijbelgedeel- ste hoofdstuk van Romeinen door, dat voor het eerst in zijn eigen taal was afgedrukt: „Want wij ■weten dat alles wat ons overvalt door onze Hemelse Vader ge bruikt wordt voor het welzijn van hen. die Hem liefhebben, en die gekozen zijn om te volbrengen wat Hij wil." En in de eerste brief van Petrus las hij: „Weest niet bang, geliefden, als zware beproevingen u overvallen, omdat zij komen om u te beproeven. Weest altijd blij." En toen wist hij het, hij kon de mensen die verlangden naar kennis van dat Woord, dat zelfs in de diepste droefenis kan ver troosten, niet wegsturen. Drie vakken Een maand lang bleven de jon ge gelovigen bij hem. In de mor genuren leerde hij hen wat de bijbel zegt over ons leven, wij zouden dat „vak" christelijke ethiek noemen; hij gaf een beetje dogmatiek, de grote waarheden die de bijbel leert en nog een les over het leven van Christus op aarde. In de middaguren bouw den de jongeren uit dank een nieuwe school. Zij hakten zelf bo men om, schilden de stammen en timmerden dat het een lust was. Na een maand slaagden zij al len voor het examen dat hen werd afgenomen door meester Valerio. Het beste waren Domin go en Thomas, die ook de gave bezaten om anderen te vertellen, wat zU zelf geloofden. Thomas zei: „Ik ga terug naar mijn dom en mijn mensen. Ik ga daar Gods Woord prediken, maar volgend jaar kom lk terug om meer te ontvangen en we komen dan alle maal en met nog meer terug." De vakantle-bijbelschool die was opgezet om jonge gelovigen te helpen maakte hen zo enthousiast dat zij als jonge getuigen naar huls gingen. En meester Valerio zei: „We doen het volgend jaar kennen bleef bij gënli;c het uitspraak, die de verenigingen op énkele goede uitzondering na nog nauwelijks was doorgedron- fen. Op de vereniging werden Msen gegeven, die er in ge stampt werden. AI wat verder op de vereni ging gedaan werd was een lok middel om de kinderen vast te houden of bun belangstelling te wekken. Er was geen natuurlij ke verhouding tussen de Inleiding met bespreking en de verdere ae Ut Del ten. ]n 1930 publiceerde een metho- Frankrijk in Algerije dichter bij oplossing of bij grote catastrofe? - Akkoord met nationalisten pas begin van eigenlijke krachtmeting ALS WE de berichten van de afgelopen dagen mogen geloven, ls er met betrekking tot Algerije de merkwaardige situatie ontstaan, dat de Fran se regering een heel eind op weg ls, overeenstemming met de Algerijnse nationalisten te bereiken over de toekomst van dit fel omstreden gebied, ter wijl zij zich geplaatst ziet te genover een mogelijk gewa pend optreden van het Franse geheime leger (de OAS), dat weliswaar ln Frankrijk zelf niet omvangrijk UJkt te zijn, maar van Algerije uit een groot ge s-aar voor de veiligheid van de Franse staat kan opleveren. Zolang de mohammedaanse na tionalisten het nog niet met de regering te Parijs eens konden worden, dreigde er nog geen direct gevaar van de zijde der ultra's onder de burgers en militairen In Algerije. Het lijkt er nn sterk op. dat er een ak koord ln de lucht zK en wel licht zullen we maandag, ala de aangekondigde redevoering van de Franse president door gang vindt, definitief weten, wat er ten aanzien van Alge rije bereikt Is. Akkoord Het akkoord, dat tijdens ge heime besprekingen bereikt zou zijn. houdt in, dat Algerije na een overgangsperiode van een half jaar volledig onafhankelijk zal Worden. Tijdens deze pe riode zouden Franse legereen heden ter beschikking staan van een voorlopige Algerijnse regering, die dan gelegenheid zou krijgen, de basis te leggen voor een vreedzaam naast el kaar bestaan van de beide be volkingsgroepen. de vrees bij de mohammedaanse burgers voor bestendiging van de Fran se overheersing weg ie nemen en de Europeanen (ruim een miljoen op een bevolking van meer dan elf miljoen) het ver trouwen bij te brengen, dat zij niet tegen het leven in een on afhankelijk Algerije behoeven op te zien. als zij bereid zijn. de consequenties van de gewij zigde omstandigheden tc aan vaarden. Doeleinden Dat Franse legereenheden gedurende die betrekkelijk kor te overgangsperiode ln Algerije zullen blijven Is om twee rede nen zeer verklaarbaar: In dc eerste plaats zou het vertrek van alle Franse strijdkrachten rechtstreeks tot een burgeroor log lelden, die zich ook tot het Franse vasteland zou uitstrek ken; voorts zou Indien deze terugtrekking ook mogelijk zou zijn Algerije een prooi wor den van de OAS (Organisatie van het geheime leger, aan het hoofd waarvan generaal Salan staat) en zou de voorlopige Al gerijnse regering een zeer kort stondig bestaan hebben; ln de derde plaats zon er een rede lijke kans bestaan, dat de mi litaire leiders, die nog niet bij zonder veel vertrouwen tn het Algerijnse beleid van De Gaul le blijken te hebben, hnn me dewerking zullen verlenen om van bedoelde overgangsperiode het beste te maken, wat er van te maken valt; en ten slot te (wat wellicht nog het be langrijkst kan blijken te zijn) zon de basis relegd worden voor een gezamenlijk optreden van de loyale Franse strijd krachten en bet FLN (de troe pen van het Nationale bevrij dingsfront van de mohammeda nen) tegen de OAS van Salan. Gevaar Het zou heel begrijpelijk zijn. als president De Gaulle zou streven naar een akkoord met de nationalisten met genoemde vier doeleinden voor ogen. Nie mand beter dan de generaal weet, dat er zonder de instem ming van de mohammedanen nooit een werkelijke regeling van het Algerijnse vraagstuk mogelijk zal zijn. Het referen dum over het Algerijnse plan van De Gaulle en de demon stratieve wijze, waarop de mo hammedaanse bevolking zich bij verschillende gelegenheden achter de leiders van het FLN heeft geschaard, hebben in dit opzicht een bijzonder duidelijke taal gesproken. Aan dc andere kant weten de Algerijnse nationalistische leiders echter ook, dat zij er geen belang bij hebben. De Gaulle ln dit kritieke uur ln de geschiedenis van Frankrijk en Algerije zodanig in de wielen te rijden, dat zijn bewind wordt omvergeworpen door het „geheime leger" van ex-gene raal Salan. Wanneer de extre misten onder Salan zich mees ter maken van de macht .ln Parijs en Algiers ls dc kans op een snelle verwezenlijking van dc Algerijnse onafhanke lijkheid vrijwel verkeken, tenzij er een verschrikkelijk bloedbad uitbreekt waarin de Franse strijdkrachten ln Algerije zich geplaatst zouden zien tegenover een Internationale strijdmacht, waarin „vrijwilligers" uit com munistische landen (China heeft ze al geruime tijd gele den aangeboden) een belangrij ke rol zouden spelen, met alle gevaren, die daaraan voor de wereldvrede verbonden zijn. Dromen Dit laatste is zeker geen denkbeeldig gevaar. Het is al lang een publiek geheim, dat de „organisatie van het gehei me leger" van plan is toe te slaan, als de regering te Pa rijs met de Algerijnse nationa listen een akkoord zou sluiten, dat een definitief einde zou maken aan de dromen van de Europese ultra's over een Frans Algerije. Met een Frans Algerije bedoelen zij niet een onafhankelijke staat, die nau- *ve culturele, economische, po litieke en andere banden met Frankrijk onderhoudt, ook niet een Algerije, dat door Algerij nen zal worden geregeerd in Frankrijk, maar doodeenvoudig een Algerije, waarin de Fran sen en met name de betrekke lijk kleine Europese minder heid het als vanouds voor het zeggen zullen hebben. Zij ma ken eenzelfde fout als de lei ders van de Nationale Partij in Zuid-Afrika, die uitgaan van het handhaven van de bevoor rechte positie van de blanke minderheid en hun beleid met betrekking tot de toekomst van de vele miljoenen Bantoe's etc. geheel daarop hebben afge- Onzeker Wat In Zuld-Afrlka thans nog mogelijk ls, nl. dat de blanken er nog ln slagen, de gekleurde bevolkingsgroep onder de duim te houden, ls ln Algerije even wel al vele jaren niet meer het geval. In dit opzicht valt Alge rije dus niet met Zuld-Afrlka te vergelijken. De leiders van het verzet tegen de politiek van generaal De Gaulle zijn dezelfden, die bijna zeven Ja ren achtereen getracht hebben, de vrijheidsstrijd van de mo hammedaanse nationalisten ln bloed te smoren. Maar ondanks het feit, dat vele tienduizenden mensen hun geboortegrond met hun harteblocd hebben door drenkt, neemt de kracht van bet verzet hand over hand toe en ls geen enkele Europeaan zijn leven meer zeker. Als er inderdaad een ak koord met de nationalisten in de lucht hangt of reeds bereikt is. ziet het er naar uit. dat generaal De Gaulle eerst wil trachten. een toestand te scheppen, waarin het niet lan ger nodig is, dat de Franse strijdkrachten en het Algerijn se Nationale bevrijdingsfront elkaar te lijf gaan. Wanneer de leiders van het FLN be trokken worden bij de vorming van een voorlopige regering en gelegenheid krijgen, in volledi ge vrijheid in Algerije hun po litieke activiteiten te ontplooi en. kan er een eind komen aan de oorlogstoestand, die nu al zeven jaar achtereen de at mosfeer in Algerije heeft ver troebeld. Een overgangsperiode als aangekondigd in de berich ten van de afgelopen week zou naar beide kanten een gunstige uitwerking kunnen hebben. Keus De Europeanen zouden deze periode met een gerust hart te gemoet kunnen treden, omdat Franse legereenheden als sta biliserende factor het land zou den blijven beheersen. Ten slotte zouden zij nog een half jaar respijt kunnen krijgen om te beslissen of zij de Algerijn se nationaliteit zullen aanvaar den of liever Fransen blijven, of zij ln Algerije willen blijven onder totaal gewijzigde omstan digheden, of dat zij er de voor keur aan geven, net land te verlaten en elders een nieuw bestaan op te bouwen. Het zal ongetwijfeld een moeilijke be slissing zijn. maar zij kunnen dan tenminste nog kiezen en hebben dan wellicht nog een reële mogelijkheid ln Algerije te blijven wonen en werken. En dit laatste zal door de meeste thans nog door de ul tra's misleide Europeanen als een weldaad worden i Vragen Het is slechts de vraag wie er wint, als de nationalisten eenmaal hun medewerking heb ben toegezegd aan de in de aanvang van dit artikel geci teerde regeling. Slagen Salan en de zijnen er in. ae Europe se bevolkingsgroep mee te krijgen in een laatste wanhopi ge poging, zich van de macht meester te maken en kunnen zij zoveel invloed uitoefenen op de belangrijkste onderdelen van de Franse strijdkrachten, dat zij ook op het vasteland in Europa de lakens gaan uitde len. zonder dat er een bloedige burgeroorlog uitbreekt? Zullen zij er wel in slagen, in Algerije de macht in handen te nemen, zoals drie en een half jaar ge leden. maar falen zij opnieuw, waar het Frankrijk zelf betreft, omdat het leger inziet, dat er geen andere oplossing voor Al gerije mogelijk is. dan die door De Gaulle wordt nagestreefd? Onschatbaar Of zullen zij ook ln Algerije zelf achter het net vissen, als generaal De Gaulle er kans toe ziet, het vertrouwen van het grootste deel der Europeanen te winnen en deze mensen zo ver te krijgen, dat ze probe ren, iets goeds te maken van de overgangsperiode, die voor belde groeperingen ln Algerije een zegenrijke werking kan hebben? Als dit laatste het ge val ls. zou er van een wissel werking sprake kunnen zijn en zou De Ganlle niet alleen het Franse volk. maar ook zijn bondgenoten, die hem zo gaar ne zien slagen, een dienst van onschatbare waarde hebben be-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 14