GEESTELIJK
LEVEN.
voor
vakantie
naar een
bijbelschool
Vijft
ig jaar
zoeken
naar
vorming van jonge tieners
DEZE WEEK IN EEN WOELIGE WERELD
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 3 FEBRUARI 1962
Wat bindt en scheidt
Zes jaar geleden publiceerden de lutheranen in dt
Verenigde Staten een boekje over het verschil tussen
de kerk van Luther en de Rooms Katholieke Kerk,
getiteld: „Het onderscheid."
Vorige maand heeft de commissie, die dit boekje uit
gaf besloten het weer in te trekken. De 21 leden wa
ren eenstemmig in dit besluit, dat de voorzitter later
aan de Amerikaanse pers deed verklaren: ..Toen de
ze cursus werd uitgewerkt was het misschien heel
juist gezien om de nadruk te leggen op het verschil
tussen rooms-katholieken en lutheranen. Maar de
laatste tijd ligt de nadruk op het gesprek tussen
beide geloven en gaat het er veeleer om elkaar beter
te begrijpen.
Het besluit accentueert de nieuwe verhouding die de
laatste jaren tussen de kerken is gegroeid. Maar het
besluit openbaart ook nog een ander facet van de
huidige kerkelijke situatie.
Ik ken het boekje niet. Maar als ik de voorzitter, dr.
Arhtur H. Getz, goed begrepen heb zijn er twee mo
gelijkheden: Het nieuwe besluit diskwalificeert of het
boekje van zes jaar geleden of het diskwalificeert de
commissie.
Het is mogelijk dat het boekje de verschillen over
trekt en dan bevat het een verdraaiing van de fei
ten. Maar dan had het zes jaar geleden
Vier jaar geleden
waren ze nog
analfabeet
Honderden kilomeiers legden
se Amoeësha-indianen af om
naar de bijbelschool ra»
meester Valeria te gaan. De
werden gebruikt om nieuwe
liederen te begeleiden.
~^/"AT was de belangrqkste kerkelijke gebeurtenis van het afge
lopen jaar? Zonder nadenken zouden wjj in het westen zeggen:
,,De derde assemblee van de Wereldraad van Kerken in New Delhi".
Maar de christenen onder de Amoeësha-indianen in Peru, die nog
nimmer van New Delhi, noch van India en helemaal niet van de
Wereldraad hebben gehoord, zyn geneigd onmiddellijk te antwoor
den: „De bijbelschool van meester Valerio." Vijf jaar geleden
leefde deze stam nog vergeten in de jungle. Nu zijn er door de
regering een paar scholen gesticht en hebben zendelingen het evan
gelie hier en daar met zegen gepredikt.
die
geeft.
bindt? Nu de verhouding tussen de kerken meer ge
kenmerkt wordt door gesprek dan door debat, moe
ten we nu eenzijdig de nadruk leggen op wat ons
bindt en vergeten wat ons scheidt?
Een dergelijke eenzijdige nadruk is het grootste ge
vaar dat de oecumenische gedachte bedreigt Want
een verzaking van de verschillen zal alleen een val
se eenheid kunnen scheppen die nimmer stand kan
houden.
Als wij. nu wij aan het spreken zijn gegaan met elkaar
als protestant en rooms-katholiek, alleen spreken
over wat wij gemeenschappelijk hebben en heen lo
pen over wat scheidt, is ons gesprek even oneerlijk,
als de benadering uit het verleden die het gemeen
schappelijke opofferde aan wat scheidt Dan is ons
gesprek alleen maar een ontmoeting waarbij we el
kaar op de schouder kloppen en toeroepen: ,,Je bent
toch een beste kerel."
God verhoede een dergelijke gang van zaken, want die
is niet eerlijk. Een werkelijk gesprek is alleen mo
gelijk als we een evenwicht weten te vinden tussen
wat bindt en wat scheidt Als we elkaar recht in de
ogen kunnen zien en elkaar in liefde de waarheid
kunnen zeggen om zo samen Gods Waarheid te vin
den. Wie niet aan een gesprek wil deelnemen heeft
geen recht te kritiseren. Maar wie wel aan een ge
sprek wil deelnemen mag van zijn hart geen moord-
Zo kwamen de „knapen" en
„jonge meisjes" in 1937 bijeen
voor hun toogdag. Tegenwoordig
is een toogdag meer dan een
lied en een referaat, het is een
feest geworden toor jongeren
en niet langer instructie do
In hun verlangen om
meer te weten van het
Woord van Vader", zo
als de bijbel door hen
wordt genoemd, hebben
zij in de schoolvakantie
afstanden afgelegd van
honderden kilometers
door dicht oerwoud en
door het Andes-geberg-
te om aan de voeten te
zitten van een stamge
noot en meer te horen
van de bijbel, waarvan
nog maar enkele hoofd
stukken in hun taal zxjn
vertaald. Deze vakantie-
bijbelschool was geheel
het eigen initiatief van
deze indianen. Geen en
kele blanke werkte er
aan mee en de school
werd ook niet financieel
mogelijk gemaakt door
enige zending.
Het idee werd geboren
toen twee nog vrij jonge,
vrouwelijke zendelingen
als taalgeleerden de
jungle en de bergen in
trokken naar het gebied
van deze Amoeësha-
indianen om een begin te
maken met de vertaling
van de bijbel. Een half
jaar lang trokken zij te
voet door deze wilder
nis, bezochten de ver
schillende dorpen, woon
den nu eens hier en dan
weer daar in lemen hut
ten bedekt met boom
bladeren en overal pro
beerden zij zo goed mo
gelijk contact met de be
volking te krijgen om de
taal. die provisorisch in
schrift is vastgelegd, te
bestuderen en stukken
van de bijbel te vertalen.
Hier en daar kwamen zij
in aanraking met chris
tenen, die hen alle hulp
boden die z\j maar no
dig hadden.
Iil!m[RIRII!ll!lll!l!l!llll
Van knapen-
vereniging tot
jongensclub
oudere
De Rpnd voor Gereformeerde
Jeugdorganisatie bestaat 15
februari 50 jaar. Nauwelijks
ia! het tiental jonge mannen,
die op een koude februaridag
twee jaar voor de eerste we
reldoorlog in Rotterdam bijeen
kwamen, beseft hebben dat zij
een historisch besluit namen,
toen zij de „Bond van Gerefor
meerde Knapenleiders" sticht
ten. Uit het aarzelend begin
groeide een jeugdorganisatie
die op het ogenblik niet min
der dan 42.000 jongens en meis
jes ln de leeftijd van 12 tot 16
jaar omvat. Gen belangrijke
oorzaak voor deze fenomenale
groei is het feit dat deze or
ganisatie steeds is blijven zoe
ken naar de beste werkmetho
de om deze „jonge tieners",
zoals zij nu heten, te vormen.
Oorspronkelijk waren de plaat
selijke verenigingen. waarvan
sommigen al ouder zijn dan vijf
tig jaar, louter bedoeld om de
jaren tussen de lagere school en
de J.v. en m.v. te overbruggen.
Op twaalfjarige leeftijd werden
de kinderen rcf-ds in het arbeids
proces betrokken, maar pas op
zestienjarige leeftijd konden zij
terecht op de j.v. Natuurlijk was
er de catechisatie, maar de man
nen die op die februaridag 1912
in Rotterdam bijeen waren, meen
den dat er meer moest gebeuren.
Middel - doel
Oorspronkelijk waren de vere
nigingen sterk voorbereidingsver-
emgingen. Zij waren de „bewaar
school" van de J.v. en de m.v.
De knapen en later ook de meis
jes moesten ..bekwaam gemaakt
worden tot zelfstudie en zelfwerk
zaamheid". Over het „hoe" van
deze vorming was men het in die
dagen echter nog allerminst eens.
Reeds in 1913 vroeg prof. Aal-
ders aandacht voor de ..ontwaken
de zelfstandigheid in de knapen-
jaren". die moest worden aange
moedigd en tot meerdere rijping
gevoed. Maar de oude Prof. Ba-
vuick was het helemaal niet met
hem eens. Hij legde in 1916 in
een artikel sterk de nadruk op
het normatieve in de opvoeding
en stond afwijzend tegenover al
le vormen van zelfwerkzaamheid.
Het was geen wonder dat jonge
ren hem al spoedig begonnen aan
te vallen. Zo reageerde dr. A.
Janse de Jonge in die dagen
reeds met de opmerking dat de
fout van Bavinck was dat deze
een opvoedingsmiddel te veel als
doel was gaan zien.
Alle aandacht was in die be-
rijd gericht op de inleiding en
bespreking. De jongens moes
ten zelf leren een inleiding te
maken en de gestelde vragen te
beantwoorden. Het ging vooral
om een grote dosis feitelijke ken
nis. ook al zag een van de eer
ste leiders van de nieuwe bond.
de beer Grashof, duidelijk dat
het er niet om moest gaan de
Cngens vol te stoppen met aller-
1 kennis en wetenswaardigheden.
..Opvoeding." schreef hij. „is de
diekcommissie een belangrijk
rapport dat vooral later van gro
te invloed is geweest. Daarin
werd gewezen op het feit dat er
in de ontwikkeling van de jonge
ren van 12 tot 16 jaar verschil
lende stadia zijn, zodat bij het
werk daarmee rekening gehouden
moet worden- De jongen was niet
langer een „groot mens in het
klein", maar een wezen met een
eigen structuur. In dit rapport
werd met nadruk gewezen op het
feit dat het op de vereniging niet
alleen om verstandelijke kennis
mocht gaan. maar dat ook aan
dacht besteed moest worden aan
de godsdienst-zedelijke en
acstctische vorming. Het rapport
lag op de tafel van het bestuur,
maar de ontdekkingen drupten
plaatselijke verenigingen. Het
bleef eigenlijk gaan om studie en
gezelligheid en beiden bleven
naast elkaar staan, zonder wer
kelijk te zijn geïntegreerd.
Leren - Spelen
Het gereformeerde isolement
was toen doorbroken: er was
nauwer contact geweest met an
dere jeugdorganisaties die er an
dere ideeën op na hielden en
men voelde zich als gereformeer
den wat onzeker worden. Op het
eerste naoorlogse congres sprak
ds. J. C. J. Kuiper dan ook niet
voor niets over ..Ons jeugdwerk
in de crisis." Hij koos positief
voor een grondige vernieuwing
omdat naar zijn mening niet
voorbij gegaan mocht worden
aan de veranderde mentaliteit
van de jeugd en de groeiende be-
geerte naar ontspanning naast
het vroegere studieprogram. Als
taak voor de jeugdclub werd ge
zien: ..de bezinning qp de bijbel
se boodschap en vorming tot de
onlosmakelijk daarmee verbonden
levenshouding." „De vereniging
is een oefenterrein waar het kind
zich de gedragsvormen van de
volwassene eigen kan maken,
maar dan in eigen tempo en op
een wijze, die bij zijn ontwikke
lingsniveau past", schrijft nu de
huidige bondsvoorzitter dr. J. L.
P. Brants.
Langzaam maar zeker werd
in deze richting gewerkt. Er kwa
men kadercursussen en er werden
nieuwe jeugdbladen uitgegeven.
Het meest opmerkelijke ls wel
dat de schetsen daaruit geheel
zijn verdwenen. Zij hebben
plaats ln moeten ruimen voor
verhalen waarin een bepaald on
derwerp aan de orde wordt ge
steld. De diepste zin van bet spel.
namelijk om het kind in staat te
stellen de gedragsvormen van de
volwassene te leren kennen,
vormt nu het doel. De vereniging
bestaat niet meer nlt twee delen
met daartussen een pauze die le
ren van spelen scheidt. Het gaat
Club - kind
Zo deden moderne hulpmiddelen
als filmstrip en grammofoonplaat
hun intrede op de vereniging. Zij
zijn echter niet langer lokmidde
len. maar worden gebruikt voor
de vorming. Na vijftig jaar kan
nu gezegd worden van de G.J.O.
anno 1962:
1. Er is een sterke differentia
tie in het werkmateriaal.
2. De vereniging kenmerkt zich
door een vorming, die zich niet
slechts beperkt tot het bljbren»
gen van bijbelkennis, maar die
gericht is op de ontplooiing van
de gehele mens.
3. De Bond specialiseert zich
meer dan ooit in het helpen van
de leider.
Maar dat wil niet zeggen dat
dc leiding nu alle antwoorden
kent. De tijden veranderen en de
Bond wil met de tijden verande
ren. Aan het vijftig jaar lang
zoeken naar de beste vorm is
geen einde gekomen. Het jubi
leum zal dan ook niet staan in
het teken van: „Wij zijn er.
maar juist gekenmerkt worden
door de wetenschap dat club en
kind bij elkaar horen en dat als
het kind verandert de club ook
zal moeten veranderen.
In het hart van de wildernis
ontmoetten de belde meisjes,
Martha Duff en Mary Ruth Wi
se. een jonge christen Pedro die
op een regeringsschool was on
derwezen en door het gouverne
ment was uitgezonden om de be
volking van zijn eigen stam le
zen en schrijven te leren. Hij
was er ln geslaagd een flink aan
tal vooral jonge mensen om
zich heen te verzamelen. die
graag wilden Ieren en door zijn
invloed was een kleine gemeente
ontstaan.
Voorstel
Op een dag kwam hij bij de
twee vrouwelijke zendelingen met
een voorstel. ..Zou het niet moge
lijk zijn om zijn leerlingen in de
vakantiemaanden wat meer bij
belkennis bij te brengen? Als
we nu eens een aantal jonge men
sen bij elkaar zouden kunnen
brengen en hen iedere dag Gods
Woord zouden kunnen onderwij
zen!" Zelf kon hij dat niet,
dat wist hij. Hij voelde zich te
jong en te weinig onderlegd in
de Dijbel. Maar hij had wel een
oplossing. In een dorp in de wil
de jungle had meester Valerio
een school. Hij was al een ouder
iemand, een overtuigd christen
met een volgens Pedro gro
te kennis van het Boek van Va
der. Als de beide taalgeleerden
nu eens op de terugweg langs
dat dorp zouden gaan en alles
met meester Valerio in orde zou
den maken... Hij zou dan wel
zorgen dat er ook uit andere
dorpen in het Andesgebergte In
dianen zouden komen.
Een moeilijkheid was dat Mar
tha en Mary Ruth nog in geen
maanden het dorp van meester
Valerio zouden bezoeken en dit
voorstel ook niet met hem zouden
kunnen bespreken. En toch
Zij wisten hoe nodig dit was voor
deze mensen, die wel tot geloof
waren gekomen, maar nog in het
geheel niet waren onderlegd. Sa
men baden zij met Pedro over
dit plan en hoe meer zij baden
hoe enthousiaster zij samen wer
den. De meisjes vertelden Pedro
dan ook maar, dat hij moest zor
gen zodra de zomervakantie be
gonnen was met zijn leerlingen
naar het dorp van Valerio te ko
men. Zij zouden christenen elders
opwekken om hetzelfde te doen.
Voor hen was dit een prachtige
gelegenheid om de taal 'beter te
leren kennen, want op deze ma
nier zouden mensen die verschil
lende dialecten spraken bij elkaar
worden gebracht en zou men sa
men kunnen zoeken naar de bes
te uitspraak en de beste schrijf
wijze van bepaalde woorden.
De meisjes bleven nog een tijd
je logeren bij Pedro om samen
met hem bepaalde bijbelgedeelten
te vertalen, die de jongeren vast
zouden kunnen leren lezen en die
van de stndle in de nieuwe school
van meester Valerio. Al die tijd
wist de goede man echter nog
van niets.
Zelfs oude schilderijen kunnen
gebruikt worden om nieuu-e jeugd
dichter bij de bijbel te brengen.
I)e club tan vandaag lijkt wel
heel ueinig op de knapenvereni-
ging van gisteren, maar de inte
resse van de kinderen spreekt
voor zichzelf.
Ik doe het
Pas weken later bereikten de
beide'zendelingen het dorp van de
nieuw benoemde „theoloog". Zij
kwamen met hun voorstel voor
de dag, maar hij was er niet di
rect zo heel erg mee ingenomen.
„Daar moet ik nog eens over
denken", zei hij aarzelend. „Ik
weet zelf nog maar zo weinig."
Maar een paar dagen later zei
hij toch: „Zeg de jongens maar
dat zij kunnen komen. Ik zal
mijn best doen." Noch Martha
Duff, noch Mary Ruth Wise durf
den hem te zeggen dat het hele
maal niet nodig was om met die
boodschap de bergen in te trek
ken. De christenen in de dorpen
wisten er al alles van en waren
reeds bezig voorbereidingen te
treffen voor de lange reis, want
het was veel moeilijker om naar
het dorp van meester Valerio te
komen dan naar New Delhi. De
geestelijken konden reizen per
vliegtuig, de indianen moesten
honderden kilometers langs ra
vijnen, over bergpassen, over ge
vaarlijke rivieren en door dicht
oerwoud te voet afleggen.
Hadden de kerken van de we
reld het prachtig uitgegeven
boekje „Jezus Christus, het Licht
van de wereld", deze Indianen
hadden alleen de bijbelgedeelten
die Martha en Mary voor hen
hadden vertaald. Zij hadden ze
opgeschreven en overgeschreven
in schoolschriften en gedeeltelijk
uit hun hoofd geleerd als voorbe
reiding voor de bijbelschool. De
beide meisjes slaagden er boven
dien nog in bij terugkeer in hun
Peruaans hoofdkwartier deze en
andere bijbelgedeelten te laten
stencillen, zodat een begin van
het „Boek van Vader" althans in
die taal verscheen.
Maar de moeilijkheden bleven
niet uit. Pedro zou de leiding op
zich nemen van de „expeditie",
maar hij kreeg een ernstige oog
ziekte. Wat moest hij doen? De
school sluiten voor onbeperkte
tijd en naar een stad trekken om
te worden behandeld? Maar dan
kwam er van de bijbelschool
niets terecht. En ondanks het feit
dat zijn ogen hem veel last ga
ven, stelde hij de behandeling op
eigen houtje uit tot na de vakan
tie.
Maar ook aan de andere kant
van het stamgebied bleven de
moeilijkheden niet uit. Twee we
ken voor de school zou beginnen,
werd het dochtertje van meester
Valerio gebeten door een slang.
Nog diezelfde avond stierf zij.
Het verdriet overweldigde deze
oudere christen en hij besloot de
school maar niet te laten door
gaan. Met een geslagen hart kon
hij immers niet de blijde bood
schap uitleggen.
Nog voor de dag van de begra
fenis kwam echter een koerier
met de gestencilde bijbelgedeel-
ste hoofdstuk van Romeinen door,
dat voor het eerst in zijn eigen
taal was afgedrukt: „Want wij
■weten dat alles wat ons overvalt
door onze Hemelse Vader ge
bruikt wordt voor het welzijn van
hen. die Hem liefhebben, en die
gekozen zijn om te volbrengen
wat Hij wil." En in de eerste
brief van Petrus las hij: „Weest
niet bang, geliefden, als zware
beproevingen u overvallen, omdat
zij komen om u te beproeven.
Weest altijd blij."
En toen wist hij het, hij kon
de mensen die verlangden naar
kennis van dat Woord, dat zelfs
in de diepste droefenis kan ver
troosten, niet wegsturen.
Drie vakken
Een maand lang bleven de jon
ge gelovigen bij hem. In de mor
genuren leerde hij hen wat de
bijbel zegt over ons leven, wij
zouden dat „vak" christelijke
ethiek noemen; hij gaf een beetje
dogmatiek, de grote waarheden
die de bijbel leert en nog een les
over het leven van Christus op
aarde. In de middaguren bouw
den de jongeren uit dank een
nieuwe school. Zij hakten zelf bo
men om, schilden de stammen en
timmerden dat het een lust was.
Na een maand slaagden zij al
len voor het examen dat hen
werd afgenomen door meester
Valerio. Het beste waren Domin
go en Thomas, die ook de gave
bezaten om anderen te vertellen,
wat zU zelf geloofden. Thomas
zei: „Ik ga terug naar mijn dom
en mijn mensen. Ik ga daar Gods
Woord prediken, maar volgend
jaar kom lk terug om meer te
ontvangen en we komen dan alle
maal en met nog meer terug."
De vakantle-bijbelschool die was
opgezet om jonge gelovigen te
helpen maakte hen zo enthousiast
dat zij als jonge getuigen naar
huls gingen. En meester Valerio
zei: „We doen het volgend jaar
kennen
bleef bij
gënli;c
het
uitspraak, die
de verenigingen op
énkele goede uitzondering na
nog nauwelijks was doorgedron-
fen. Op de vereniging werden
Msen gegeven, die er in ge
stampt werden.
AI wat verder op de vereni
ging gedaan werd was een lok
middel om de kinderen vast te
houden of bun belangstelling te
wekken. Er was geen natuurlij
ke verhouding tussen de Inleiding
met bespreking en de verdere
ae Ut Del ten.
]n 1930 publiceerde een metho-
Frankrijk in Algerije dichter bij oplossing of bij grote
catastrofe? - Akkoord met nationalisten pas begin
van eigenlijke krachtmeting
ALS WE de berichten van
de afgelopen dagen mogen
geloven, ls er met betrekking
tot Algerije de merkwaardige
situatie ontstaan, dat de Fran
se regering een heel eind op
weg ls, overeenstemming met
de Algerijnse nationalisten te
bereiken over de toekomst van
dit fel omstreden gebied, ter
wijl zij zich geplaatst ziet te
genover een mogelijk gewa
pend optreden van het Franse
geheime leger (de OAS), dat
weliswaar ln Frankrijk zelf niet
omvangrijk UJkt te zijn, maar
van Algerije uit een groot ge
s-aar voor de veiligheid van de
Franse staat kan opleveren.
Zolang de mohammedaanse na
tionalisten het nog niet met de
regering te Parijs eens konden
worden, dreigde er nog geen
direct gevaar van de zijde der
ultra's onder de burgers en
militairen In Algerije. Het lijkt
er nn sterk op. dat er een ak
koord ln de lucht zK en wel
licht zullen we maandag, ala
de aangekondigde redevoering
van de Franse president door
gang vindt, definitief weten,
wat er ten aanzien van Alge
rije bereikt Is.
Akkoord
Het akkoord, dat tijdens ge
heime besprekingen bereikt zou
zijn. houdt in, dat Algerije na
een overgangsperiode van een
half jaar volledig onafhankelijk
zal Worden. Tijdens deze pe
riode zouden Franse legereen
heden ter beschikking staan
van een voorlopige Algerijnse
regering, die dan gelegenheid
zou krijgen, de basis te leggen
voor een vreedzaam naast el
kaar bestaan van de beide be
volkingsgroepen. de vrees bij
de mohammedaanse burgers
voor bestendiging van de Fran
se overheersing weg ie nemen
en de Europeanen (ruim een
miljoen op een bevolking van
meer dan elf miljoen) het ver
trouwen bij te brengen, dat zij
niet tegen het leven in een on
afhankelijk Algerije behoeven
op te zien. als zij bereid zijn.
de consequenties van de gewij
zigde omstandigheden tc aan
vaarden.
Doeleinden
Dat Franse legereenheden
gedurende die betrekkelijk kor
te overgangsperiode ln Algerije
zullen blijven Is om twee rede
nen zeer verklaarbaar: In dc
eerste plaats zou het vertrek
van alle Franse strijdkrachten
rechtstreeks tot een burgeroor
log lelden, die zich ook tot het
Franse vasteland zou uitstrek
ken; voorts zou Indien deze
terugtrekking ook mogelijk zou
zijn Algerije een prooi wor
den van de OAS (Organisatie
van het geheime leger, aan het
hoofd waarvan generaal Salan
staat) en zou de voorlopige Al
gerijnse regering een zeer kort
stondig bestaan hebben; ln de
derde plaats zon er een rede
lijke kans bestaan, dat de mi
litaire leiders, die nog niet bij
zonder veel vertrouwen tn het
Algerijnse beleid van De Gaul
le blijken te hebben, hnn me
dewerking zullen verlenen om
van bedoelde overgangsperiode
het beste te maken, wat er
van te maken valt; en ten slot
te (wat wellicht nog het be
langrijkst kan blijken te zijn)
zon de basis relegd worden
voor een gezamenlijk optreden
van de loyale Franse strijd
krachten en bet FLN (de troe
pen van het Nationale bevrij
dingsfront van de mohammeda
nen) tegen de OAS van Salan.
Gevaar
Het zou heel begrijpelijk zijn.
als president De Gaulle zou
streven naar een akkoord met
de nationalisten met genoemde
vier doeleinden voor ogen. Nie
mand beter dan de generaal
weet, dat er zonder de instem
ming van de mohammedanen
nooit een werkelijke regeling
van het Algerijnse vraagstuk
mogelijk zal zijn. Het referen
dum over het Algerijnse plan
van De Gaulle en de demon
stratieve wijze, waarop de mo
hammedaanse bevolking zich
bij verschillende gelegenheden
achter de leiders van het FLN
heeft geschaard, hebben in dit
opzicht een bijzonder duidelijke
taal gesproken.
Aan dc andere kant weten
de Algerijnse nationalistische
leiders echter ook, dat zij er
geen belang bij hebben. De
Gaulle ln dit kritieke uur ln de
geschiedenis van Frankrijk en
Algerije zodanig in de wielen
te rijden, dat zijn bewind
wordt omvergeworpen door het
„geheime leger" van ex-gene
raal Salan. Wanneer de extre
misten onder Salan zich mees
ter maken van de macht .ln
Parijs en Algiers ls dc kans
op een snelle verwezenlijking
van dc Algerijnse onafhanke
lijkheid vrijwel verkeken, tenzij
er een verschrikkelijk bloedbad
uitbreekt waarin de Franse
strijdkrachten ln Algerije zich
geplaatst zouden zien tegenover
een Internationale strijdmacht,
waarin „vrijwilligers" uit com
munistische landen (China
heeft ze al geruime tijd gele
den aangeboden) een belangrij
ke rol zouden spelen, met alle
gevaren, die daaraan voor de
wereldvrede verbonden zijn.
Dromen
Dit laatste is zeker geen
denkbeeldig gevaar. Het is al
lang een publiek geheim, dat
de „organisatie van het gehei
me leger" van plan is toe te
slaan, als de regering te Pa
rijs met de Algerijnse nationa
listen een akkoord zou sluiten,
dat een definitief einde zou
maken aan de dromen van de
Europese ultra's over een
Frans Algerije. Met een Frans
Algerije bedoelen zij niet een
onafhankelijke staat, die nau-
*ve culturele, economische, po
litieke en andere banden met
Frankrijk onderhoudt, ook niet
een Algerije, dat door Algerij
nen zal worden geregeerd in
Frankrijk, maar doodeenvoudig
een Algerije, waarin de Fran
sen en met name de betrekke
lijk kleine Europese minder
heid het als vanouds voor het
zeggen zullen hebben. Zij ma
ken eenzelfde fout als de lei
ders van de Nationale Partij
in Zuid-Afrika, die uitgaan van
het handhaven van de bevoor
rechte positie van de blanke
minderheid en hun beleid met
betrekking tot de toekomst van
de vele miljoenen Bantoe's etc.
geheel daarop hebben afge-
Onzeker
Wat In Zuld-Afrlka thans nog
mogelijk ls, nl. dat de blanken
er nog ln slagen, de gekleurde
bevolkingsgroep onder de duim
te houden, ls ln Algerije even
wel al vele jaren niet meer het
geval. In dit opzicht valt Alge
rije dus niet met Zuld-Afrlka
te vergelijken. De leiders van
het verzet tegen de politiek
van generaal De Gaulle zijn
dezelfden, die bijna zeven Ja
ren achtereen getracht hebben,
de vrijheidsstrijd van de mo
hammedaanse nationalisten ln
bloed te smoren. Maar ondanks
het feit, dat vele tienduizenden
mensen hun geboortegrond met
hun harteblocd hebben door
drenkt, neemt de kracht van
bet verzet hand over hand toe
en ls geen enkele Europeaan
zijn leven meer zeker.
Als er inderdaad een ak
koord met de nationalisten in de
lucht hangt of reeds bereikt
is. ziet het er naar uit. dat
generaal De Gaulle eerst wil
trachten. een toestand te
scheppen, waarin het niet lan
ger nodig is, dat de Franse
strijdkrachten en het Algerijn
se Nationale bevrijdingsfront
elkaar te lijf gaan. Wanneer
de leiders van het FLN be
trokken worden bij de vorming
van een voorlopige regering en
gelegenheid krijgen, in volledi
ge vrijheid in Algerije hun po
litieke activiteiten te ontplooi
en. kan er een eind komen
aan de oorlogstoestand, die nu
al zeven jaar achtereen de at
mosfeer in Algerije heeft ver
troebeld. Een overgangsperiode
als aangekondigd in de berich
ten van de afgelopen week zou
naar beide kanten een gunstige
uitwerking kunnen hebben.
Keus
De Europeanen zouden deze
periode met een gerust hart te
gemoet kunnen treden, omdat
Franse legereenheden als sta
biliserende factor het land zou
den blijven beheersen. Ten
slotte zouden zij nog een half
jaar respijt kunnen krijgen om
te beslissen of zij de Algerijn
se nationaliteit zullen aanvaar
den of liever Fransen blijven,
of zij ln Algerije willen blijven
onder totaal gewijzigde omstan
digheden, of dat zij er de voor
keur aan geven, net land te
verlaten en elders een nieuw
bestaan op te bouwen. Het zal
ongetwijfeld een moeilijke be
slissing zijn. maar zij kunnen
dan tenminste nog kiezen en
hebben dan wellicht nog een
reële mogelijkheid ln Algerije
te blijven wonen en werken.
En dit laatste zal door de
meeste thans nog door de ul
tra's misleide Europeanen als
een weldaad worden i
Vragen
Het is slechts de vraag wie
er wint, als de nationalisten
eenmaal hun medewerking heb
ben toegezegd aan de in de
aanvang van dit artikel geci
teerde regeling. Slagen Salan
en de zijnen er in. ae Europe
se bevolkingsgroep mee te
krijgen in een laatste wanhopi
ge poging, zich van de macht
meester te maken en kunnen
zij zoveel invloed uitoefenen op
de belangrijkste onderdelen
van de Franse strijdkrachten,
dat zij ook op het vasteland in
Europa de lakens gaan uitde
len. zonder dat er een bloedige
burgeroorlog uitbreekt? Zullen
zij er wel in slagen, in Algerije
de macht in handen te nemen,
zoals drie en een half jaar ge
leden. maar falen zij opnieuw,
waar het Frankrijk zelf betreft,
omdat het leger inziet, dat er
geen andere oplossing voor Al
gerije mogelijk is. dan die door
De Gaulle wordt nagestreefd?
Onschatbaar
Of zullen zij ook ln Algerije
zelf achter het net vissen, als
generaal De Gaulle er kans toe
ziet, het vertrouwen van het
grootste deel der Europeanen
te winnen en deze mensen zo
ver te krijgen, dat ze probe
ren, iets goeds te maken van
de overgangsperiode, die voor
belde groeperingen ln Algerije
een zegenrijke werking kan
hebben? Als dit laatste het ge
val ls. zou er van een wissel
werking sprake kunnen zijn en
zou De Ganlle niet alleen het
Franse volk. maar ook zijn
bondgenoten, die hem zo gaar
ne zien slagen, een dienst van
onschatbare waarde hebben be-