TSJECHISCHE PLATEN OLETTE DE BERGREDE voor u Gelezen en een bundel uit Frankrijk &rcjanióatieó maken boeken^ ZONDAGSBLAD ZATERDAG 2 DECEMBER 1961 Zo :ien de illustraties iui Franse plaatjes, die in dei. briek besproken worden, er uit. geestig, subtiel tan kleur. De:t illustratie hoort bij het gekki liedje mer Sebastien, de pin guin, dat Bourvil met de Parijsr. kleuters zingt. de 6. Zalig zijn de reinen van hart "A' Bijzondere en verrukkelijke opnamen Een aantal platen uit Tsje- choslowakije en een bundel kleine plaatjes uit Frankrijk omvatten de oogst voor de pla- tenrubriek van deze keer. Zo als U wellicht reeds weet, is Supraphon, zoals de label van de Tsjechische platen heet, op de markt gekomen met een bijzondere opnamen van oude alsook van moderne genaamd Musica Antiqua Bohemica en Musica Nova Bohemica et Slovenica, verder met een goedkope serie klassieke platen „Frager Fr h 1 i ng" en met nog een goedkopere serie 45-toeren plaatjes „Wunsch- stem dep natuur De belangstelling voor per soon cn werk van Colette, de boeiendste vrouwenfiguur uit de Franse letteren in de XXe eeuw, vermindert niet. Daar van getuigen o.a. de vertalin- i haar oeuvre, waarvan er alleen reeds bij de Utrecht se uitgever Bruna vijf versche- als de laatste Le blé en herbe onder de goed gekozen titels Als het jonge koren rijpt en La fin de Chéri als De dood van Chéri. Groot talent Verwondering kan deze belang stelling niet verwekken. Het lite rair talent van de schrijfster is groot. Ze heeft het geërfd van moeders kant, waar artiesten en journalisten voorkomen. Het is tot volle ontwikkeling gebracht door haar eerste echtgenoot. Henry Gauthier-Villars, indertijd onder zijn pseudoniem Willy bekend als chroniquer van het Parijse le en schrijver van luchtige ro- ïs. Man van brede ontwikke- en van geest, heeft hij het plattelandsmeisje in het cultuur leven met zijn goede en kwade kanten ingeleid en haar de schrijftechniek bijgebracht. Ze is een dankbare leerlinge geweest. Colette's taal is uiterst concreet en levendig: bij haar wordt de kunst tot natuur. De schijnbare gemakkelijkheid verbergt een ui terste verzorging. Een klassiek gevoel voor maat en grens leidt haar in beschrijvingen en in de Horizontale kunst Wat de geest van haar werk betreft, die is volkomen aards. Colette heeft van haar kinder- en djaren. die ze in een reeks een. de beroemde Claudine- 2, heeft beschreven, een die pe liefde voor de natuur en alle fysieke leven behouden. Al haar zintuigen werken op volle toeren; ze hebben contact met al wat leeft in geur en kleur, met plan ten- en dierenleven, met de beziel de en onbezielde schepping. Dit indringend vermogen richt zich ook op het natuurlijke leven van de mens, helaas met uitslui ting van de geestelijke elementen. Wat hoger reikt dan het lichame lijke. ontsnapt Colette; wat achter dit door de dood begrensd be staan kan liggen, het beroert haar niet. Ze heeft, ouder gewor den. zelf wel gevoeld, dat ze zich in een gevangenis had opgesloten en de klacht over de broosheid van alle aards geluk klinkt in haar werk door. Maar een weg tot bevrijding zag ze niet. Twee romans Ook Le blé en herbe (19211 is van dit heidens levensgevoel doortrokken. De natuurbeschrij vingen zijn schoon; de lezer snuift de zeewind in. proeft de geur der kruiden, voelt het koele water hem omsluiten. De psycho logische benadering der figuren is raak en uiterst gedetailleerd; het samenspel tussen mens en natuur is perfect. Evenwel, de geest van het verhaal is onzuiver en gevaarlijk voor onrijpe lezers. Het gaat om de ontwakende liefde tussen een jongen en een meisje. De ruwe onhandigheid van de eerste en daartegenover de fijnere intuïtie van de tweede zijn in alle nuances weergegeven. Het bederf komt in hun verhou ding, als de jongen ten prooi valt aan de verleidingskunst van een oudere vrouw en het meisje niet beter weet te doen dan het voor beeld der verleidster na te vol gen. Voor Colette is daarmee niets bedorven, omdat ze de heerschap pij der zinnen en der instincten aanvaardt als natuurlijk en de zelftucht, die de liefde kan ver diepen, afwijst. La fin de Chéri (1926) is het vervolg van de roman Chéri, die als hoofdfiguur heeft een jonge man, geboren en opgevoed in een courtisanen-milieu. Hij huwt een meisje uit dezelfde kring, maar vindt zijn geluk alleen in de liefde voor een twintig jaar oudere vrouw. Als ze hem later en dat is de kern van de tweede roman terugstoot, om dat ze beseft, dat haar tijd voor bij is, grijpt hij, geestelijk ontred derd, naar zijn revolver. Het is moeilijk aan te nemen, dat dit zo aan een tijd gebonden boek de lezer van 1961 nog zal kunnen boeien, tenzij hij als psy choloog de weg neerwaarts van Chéri wil volgen. De romans van Colette, waarin de fictie over heerst, zijn alle min of meer ver ouderd, terwijl de verhalen, die dicht aansluiten bij haar eigen leven en in het bizonder bij haar jeugd, hun frisheid hebben be houden. Wat de kwaliteit der vertalingen be treft, Clare Len- nart, die Le blé en herbe voor haar rekening nam, heeft werk geleverd van uitzonderlijk hoog gehalte. De ver taalster van de tweede roman heeft een taak op zich genomen, die haar Colette. Als het jonge, koren rUpt. Id. De dood van Chéri. (Uitgave Bruna, Utrecht). Men moet bij deze lage prijzen natuurlijk wel bedenken, dat de Tsjechische platen in d.e staats fabriek worden gemaakt, waar door de kosten kunstmatig laag blijven. Maar goed wij zullen deze platen naar artistieke maat staven meten. En dan moeten wij eerlijk bekennen, dat de se rie Musica Antiqua Bohemica en Musica Nova Bohemica et Slove nica alsook de serie Prager Früh- ling uitnemend geslaagd zijn en aan hoge eisen voldoen. Alleraardigst De heel goedkope 45-toeren plaatjes zijn alleraardigst. Wij beluisterden daarvan P.F. 30191, waarop twee walsen van Tsjai- kowski, de wals uit het ballet ,,Het Zwanenmeer" en de wals uit het ballet ..De Notenkraker", verder P.F. 30192, waarop enkele Êianosoli, Chopin's Grande Valse rillante, Schumann's Traumerci, Liszts Liebestraum en Rubin stein's Melodie in F. dan P.F. 30193 met de wals uit Berlioz' Symphonie Fantastique en Grieg's Herzwunden und Letzter Frühling, en tenslotte P.F. 30194 met vier liederen voor mannen koor, Das GlÖcklein, Tanz-Tanz, Die Wolga Schlepper en Unter dem Apfclbaum, in het Russisch gezongen. Het is dus „klein goed", maar smaakvol gebracht. Celloconcert In de "serie Prager Frühling kregen wij het Celloconcert van Dvorak, gespeeld door Ustlslav Rostropowltsj begeleid door de Tsjechische Philharmonic onder Vaclav Talich: nr. E. 10125. Het is waarschijnlijk een opname van oudere datum, maar ze is bijzon der mooi! De Russische cellist Rostropowitsj maakte het vorig jaar zijn entree in ons land en werd op slag erkend als een van de grootste cellisten van onze tijd. Hij speelt dit Dvorak-con cert dan ook onovertroffen in toon en in voordracht. Juist het klankschone gave. Orgelwerken Ter gelegenheid van het vijf tienjarig bestaan van de Neder landse Vereniging voor Sexuele Hervorming en ter herdenking van het feit dat 80 jaar geleden de Nieuw Malthusiaanse Bond werd opgericht een organisa tie waaruit de N.V.S H. met een veel wijdere doelstelling is voort gekomen heeft de auteur Plet Heil een novelle geschreven, ge titeld De Overnachting. Een ju bileumuitgave dus van de ge noemde vereniging, welker adres is Bilderdijkstraat 39. Den Haag. De doelstelling van de genoemde vereniging valt uiteraard bulten de literaire beoordeling. Doende wat des recensenten is. heeft uw beoordelaar de novelle aandach tig gelezen en bespreekt hij die bij dezen als letterkundig product. Een cineast heeft een afspraak je met een vriendin, maar zij verschijnt niet op de afgesproken plaats en tijd. Door een misver stand bereikt hem de boodschap niet. dat de vrouw onverwachts verhinderd is. De man wacht lang en begint haar dan overal te zoeken, later in gezelschap van een andere vrouwelijke kennis: Henriëtte. Het verhaal eindigt er- mee dat de twee elkaar terug vinden. In de loop van de gebeur tenissen is de lezer dan duide lijk geworden, dat de gevoelens van de man voor zijn vriendin dieper gaan dan hij zelf beseft, en dat hij in deze kring van mannen en vrouwen die voor de vrije liefde zijn (van huisgenoten of kinderen merk je niets en dat is in dit soort verhalen vind ik al tijd veelbetekenend) het type ..éner vrouwe man" vertegen woordigt, in tegenstelling tot de vriendin Rita. De moraal is mij niet duidelijk geworden, zo het al de bedoeling is geweest een moraal aan deze historie te ver binden. Wil de auteur de behoef te f één de opvattingen omtrent vrije lief de, of als het overblijfsel van een verouderde moraal, een curieus geval dus; of wil hij zeggen dat het omgaan met één vrouw of met vele vrouwen een kwestie is van psychologische structuur, zo dat de aanhanger van de vrije liefde zo welwillend is voor men sen van zulk een ouderwetse structuur een uitzondering te ma ken. waardoor deze opvatting to lerabel wordt? Men kan nu wel zeggen dat de auteur literair be zig is geweest en geen conclu sies trekt, maar de lezer doet dat wel en dan komt hij op de hier boven gestelde vragen terecht. Het werkje is normaal goed ge schreven; verdienstelijk is de aan de ik-figuur verbonden typische visie van de cineast, die op me nige plaats blijkt, waardoor de ,,ik" van het verhaal iets van een creatie verkrijgt. Jubileumuitgave Een uitstekend verzorgde en klurig uitgegeven jubileumuitga ve is het boek Vlotbrug tussen school en wereld onder het motto ,.25 jaar IVIO" en samengesteld door drs M. G. Schenk en J.B.Tb. Spaan. Het werk is king met de Stichting IVIO (een stichting voor onderwijs en volks ontwikkeling) uitgegeven door het Wereldvenster te Baarn. Een twaalftal sprekende tekeningen van Lucie Kurpershoek nodigen uit het boek telkens weer in han den te nemen. Zulke goede illus traties verfraaien niet alleen, ze lokken ook uit tot lezen. De waarde van deze uitgave ligt niet alleen in de alzijdige informatie die het over doel en arbeid van de Stichting IVIO verschaft, maar ook.door het hoge niveau van de tekst en de vragen van algemeen actueel belang die hij bestrijkt, gewoon als lectuur voor ieder die belangstelt in de verhouding tus sen onderwijs en leven in een ztch snel wijzigende maatschap pij. Deze kernvraag was immers ook het centrale thema op het jongste congres voor Christelijk- Nationaal Onderwijs? IVIO betekent Instituut voor In dividueel Onderwijs. Het werd op gericht in 1936 door het ministerie van Sociale Zaken en is gevestigd te Amsterdam. Het was aanvanke lijk bedoeld als instituut voor de volksontwikkeling, speciaal voor de sociaal-culturele jeugdzorg. Het IVIO geeft ook schriftelijke cursussen uit over alle mogelijke leervakken en laat zich daarbij tot op zekere hoogte leiden door de principes van het Daltonsys teem. Het is een neutrale instel ling, maar die evengoed haar con tacten heeft met het bijzonder on derwijs. C. R. VIA NAALD ÉN PL AAI Slavische element, dat de basis vormt van Dvorak's muziek, komt hierin sterk naar voren door bepaalde accenten in de fra sering, door bepaalde rubati, waardoor men onmiddellijk het ..volkseigene" herkent. Dit doen alle Russische, breder genomen alle Slavische cellisten, of ze nu achter of voor het IJzeren Gor dijn wonen. Want legt men de vertolking van ditzelfde werk door Gregor Platlgorski, de Rus sische cellist, die sinds jaren in Amerika woont, er naast (R.C.A. nr. L.S.C.-2490)dan neemt hij dezelfde frasering, dezelfde ruba ti. En deze wendingen vindt men niet in weergaven van b.v. Mau rice Gendron of Pierre Fournierl Dit doet natuurlijk aan de kwa liteit van hun spel niets af: bei den zijn uitnemende cellisten, maar zij kunnen nu eenmaal het Slavische karakter niet zo zuiver aanvoelen. Dit merkt men trouwens ook op de R.C.A.-plaat, omdat hierop Piatigorski bege leid wordt door de Fransman Charles Münch en het Boston Symfonie Orkest, dat ongelofe lijk mooi van klank is en met een enorme geladenheid speelt. Maar alweer de Tsjechische Phil- harmonie onder Talich. die heus niet zo'n welluidendheid bezit, heft beter de essentie van de mu ziek! Men kan dus kiezen tussen een meer stijlzuivere uitvoering Uit de serie Musica Antiqua Bohemica kozen wij nr. 6 (Supra phon A.-19024), waarop Tsjechi sche orgelwerken staan. De uit gave is bijzonder verzorgd: in een album steekt zowel de plaat als een uitgebreide toelichting (in het Duits) over de orgelmu ziek en de orgelcultuur in de Bo heemse landen. Deze tak van de musische kunsten heeft niet die bekendheid gekregen als de vio- listiek, die door figuren als Sta- mitz een grote rol gespeeld heeft in de grote ontwikkeling in de 18e eeuw. Boheemse musici zwierven toen door heel Europa, werkten ^poral aan de Duitse ho ven. Maar in deze eeuw beleefde ook de orgelmuziek, de orgel compositie een grote bloei, die ingezet werd door Bohuslav Ma- tej Cernohorsky. Beluistert men de orgelwerken, die op deze plaat zijn opgenomen, de d-moll Toc cata en Fuga, de f-moU Fuga. de d-dur Prelude en Fuga. de Pas torale en Fuga van Josef Seger, de c-moll Prelude en Fuga van Jan Zach, de Pastorale Prelude en Fuga van Karei Blazej Kopri- ya de c-dur Fuga van Jan Krti- tel Vanhal, de a-moll Fuga cn de a-moll Toccata van Frantisek Xa- ver Brixi, dan merkt men, hne deze 18e eeuwse muziek thuis hoort in de grote Duits-Oosten- rijkse Cultuuruitstraling, met aan de ene kant Wenen als centrum, waar dc Italiaanse invloed ont vangen werd cn aan de andere kant de polyfone Duitse wereld, tantes*1 Bach de represen- Melodiek Het eigene ligt hoofdzakelijk in de melodiek, waarin volkslied achtige elementen schuilen. Maar van een nationale muziek is geen sprake. Ze staat natuurlijk niet op de hoogte van die van Bach, maar vergeleken met de kleinere meesters slaat ze heus geen gek figuur. Josef Seger schrijft goed werk in zijn Toccata en Fuga en in zijn Prelude en Fuga! Deze werken worden gespeeld op or gels in Praag en door de Praag se organisten Miroslav Kampels- heimer, Jiri Ropek en Milan alechta. De echte nationale mu ziek ontstaat in de 19e eeuw en vooral in die landen, die hun na tionale gevoelens niet of weinig konden uiten, groeide een sterk nationalisme. De Boheemse lan den. die immers deel uitmaakten van de Habsburgse monarchie, konden pas in de 2e helft van de J9e eeuw een eigen toonkunst ont wikkelen. toen het Oostenrijkse regime wat minder streng werd. Niet voor niets is de Panslavi- sche beweging in Praag ontstaan! Men kent de namen van Dvorak Smetana. Janacek wel en men weet ook. hoe hun muziek in het eigen volk wortelt. Toen Tsjecho- slowakije zelfstandig werd in 1917. bleef deze nationale ten dens doorleven en in onze tijd is zij zelfs officieel voorgeschreven. Verstarrend bij het componeren werken den duur verstarrend, zoals de otficlele Russische muziek wel geleerd heeft. Welnu op S.U.A. 10046 staan twee hedendaagse werken:Jan Hanus Concertante Symfonie voor orgel, harp. pau ken en strijkorkest, op. 31 en Eugen Suchon Balladeske Suite voor groot orkest, op. 9. En men hoort hier de gebondenheid aan traditie. Hanus. geboren in 1915. gebruikt heus wel de alge meen gebruikelijke harmoniek en ook de polyfone structuur her kent men snel. Maar de basis vormt de Tsjechische, romanti sche traditie. Nog sterker is dit het geval met Suchon's Ballades ke Suite, zeer dramatische en contrastrijke muziek en wezenlijk romantisch van taaL Het is inte ressant deze uitingen van Tsje chische muziek te beluisteren. En bovendien worden zij voortreffe lijk gespeeld door de Tsjechische Philharmonie onder resp. Karei Ancerl en Vaclav Jiracek. Franse plaatjes Nu dan de bundel Franse 45- toeren plaatjes. Ze zijn alle be stemd voor de jeugd, in Frank rijk meer voor de kleintjes, in ons land voor de grotere kinde ren, scholieren, die in het Frans al aardig weg weten. Op de mid delbare scholen zouden zij dan ook bijzonder goed dienst kunnen doen in de les. De tekst is steeds erbij gegeven en de illustraties zijn ronduit verrukkelijk: elke al bum is een lust voor het oog. Wij beginnen dan met de „Ipreekplaatjes". Uit de ..Contes de Perrault" (de Sprookjes van Moeder de Gans) staat „La Belle au bols dormant" (de schone slaapster) op Pathé E.A. 138: een allerliefst hoorspelletje in eenvoudig Frans met een leuk muziekje als illustratie. Een keu ze uit .'e fabels, van De la Fou- taine draagt Charles Philippe de zo jong gestorven, zeer begaafde acteur, voor op Pathé E.A. 111. Een prachtig Frans hoort men hier spreken, glashelder en in klassieke stijl. Een juweeltje spe ciaal voor de scholen is gemaakt Pathé E.A. 10030, waarop een dwarsdoorsnede van Mollèrc's I'Avare staat. Op de bijgevoegde tekst is elke scène precies aan gegeven. zodat men de inhoud heel gemakkelijk kan volgen. Le den van de Comédie Francaise spreken hier en Jean Meyer als Harpagon. de vrek, geeft een meesterlijke creatie. Een korte in leiding over Molière gaat vooraf en achterin staan aantekeningen over moeilijke uitdrukkmgen. Aanbevolen Kortom dit 45-toerenplaatje is voor schoolgebruik pasklaar gemaakt. Zéér aanbevolen! Met het oog op de komende Kerstda gen kregen wij hierbij een „dis- que-album". La Nativltc". een lief. maar nog al sentimenteel hoorspelletje over Christus' ge boorte (Pathé E.A. 110). Het is uiteraard op Rooms-Katholieke leest geschoeid en voorzien van Kerstliedjes, het Stille Nacht, Heilige Nacht, in het Frans ge zongen, incluis. Dan komen de zangplaatjes, waarin behalve de tekst, ook de muziek aangegeven is. V/ij heb ben bijzonder genoten van Bour vil chante pour les enfants avec les Pierrots Parisiens. (Pathé E.A. 10007). Dit is een compleet ..kleuteruurtje", waarin de klein tjes vrijuit praten cn reageren op vraagjes van Bourvil (die een bekend acteur is> Allergrappigst zo iets mee te maken, zulke „spontane reacties", zulke leuke liedjes als dat over Sebastiaan de pinguin, wiens grootvader mar kies was! Alléén voor kinderen bestemd? Ook voor volwasse nen...! Een tweede ..kleuterplaat je" is Pathé E.A. 10009: G'ompti- nes ct Formulettes. Dit zijn de aftelrijmpjes, de bakerrijmpjes, die van geslacht op geslacht wor den doorgegeven. Kinderen zin gen ze hier en de melodie is even simpel als bij onze rijmpjes. En ook in andere opzichten is de overeenkomst frappant: ze zijn even onlogisch, even fantastisch in de beeldspraak even onbegrij pelijk soms. Men weet wel, dat deze baker- en aftelrijmpjes op heel oude gegevens berusten, en het onderzoek, letterkundig èls diepte-psychologisch, heeft soms wonderlijke resultaten opgele verd. Maar heel duidelijk is het geval met een liedje, dat op de wijs van „Au clair de la lune" gezongen wordt en dat over een melk drinkend negerinnetje gaat! Vijf album-disques heeft Pa thé uitgegeven met oud-Franse liedjes: Les Viellles chansons de France: Pathé A. 10701 tot en met A. 10705. Ze zijn georkes treerd en worden gezongen door André Claveau, Mathé Altéry, Christian Borel en Claire Vallin. Dit is een schattige uitgave ge worden, waartegen misschien als bezwaar ingebracht kan worden, dat de bewerkingen iets te veel in de trant van de „populaire muziek" gemaakt zijn. Maar wie zingt niet graag mee in „Frère Jacques" of „Sur le Pont d'Avig- non" of „Le roi Dagobert"? Een nieuwe serie Bij G. F. Callenbach N.V., Nij- kerk, is een nieuwe interessante serie aan het verschijnen. Onder redactie van Hans van Assumburg wordt in deze serie. Delta-reeks geheten, in tekst en foto's een beeld gegeven van de meest uiteenlopen de facetten van het Nederlandse „Vrachtvaarders van de we reld" vertelt in woord en beeld van het vrachtvervoer van de K.L.M. „Met schering en inslag" geeft een indruk van wat er in een textielfabriek wordt geprodu ceerd. „Waar de klepel hangt" brengt ons de klokkengieterij dichterbij. En „De naald in de groef' biedt een indruk van de grammofoonplaten-industrie. Al jaren geleden heeft Jan Mens de sympathieke Amster damse vrouwenfiguur Griet Mans- hande in de Nederlandse litera tuur geïntroduceerd. Hij deed het in zijn boek ..De Gouden Reael", dat liefst achttien maal moest worden herdrukt. Inmiddels waren ook „De Blinde Weerelt" en „Het Goede Inzicht" gereed gekomen en daarmede was een trilogie ontstaan, waarvan bijna 100.000 exemplaren zijn verkoqht. Doch het verhaal van Griet Manshande was nog niet afge rond. Jan Mens schreef daarom een vierde deel: „Godt alleen d'eere", dat met de drie voor gaande romans thans in één boek werk onder de naam „Griet Manshande" is verschenen. Zelden zal men 860 bladzijden van een verhaal over en rond één vrouw met ZDveel interesse en zo geboeid hebben gelezen als dit verhaal van Jan Mens. door wiens kundige verteltrant Griet Mans hand e een figuur is geworden, die niet spoedig in de vergetelheid zal geraken. Op het orgel tan de kerk Sankt vele werken van I8e-eeuuse Bohe is gebouwd naar Martin In der Mauer In Praag zijn rm*e orgelmeesters opgenomen. Het barokke principes. De „Mozart" vertrekt om 9.12, door Harris Greene. Uitgave Nieuwe Wieken N.V., Amstel veen. Vertaling Jean A. Schalc- kamp. Evenals de niet zó lang na de tweede wereldoorlog gemaakte film „The third man", nog on langs voor de televisie gedraaid, iets actueels had. zo heeft dit zich in het Salzburg van 1947 afspelende verhaal een actuele tendens. En al mogen dan bijv de verhoudingen tussen de Ame rikanen en de Russen in die tijd anders zijn. dan de spanningen van nu in bepaalde „grensgebie den", de spcldeprikken over en weer zijn zeker de wereld nog niet uit. Afgezien nog van die ac tualiteit i* dit stukje geromanti seerde geschiedenis zeker anno 1961 de moeite van het lezen waard. Beter nog: voor hen, die bepaalde feiten en gebeurtenissen liever verhalenderwijs krijgen voorgeschoteld, is dit boek zonder twijfel interessant, 't Lijkt hier en daar zelfs op een adembenemen de thriller, waarbij de auteur ve le figuren als een soort militaire roman-helden de hoofdrol laat spelen. Eigenlijk is „De Mozart vertrekt om 9.12" een oorlogsro man. ondanks het Oostenrijkse strijdtoneel van 1947. Deze type ring gaat vooral op als we stilstaan bij verschillende voorvallen, die zogezegd nogal „pittig" uit de doeken worden gedaan. In tegen stelling tot een aantal andere schrijvers van oorlogsboeken, wordt déze auteur nergens uitge sproken grof, al zouden we dit verhaal beslist geen kost voor al te jeugdige lezers willen noemen. Dokter ln Moskou, door An- tonia Koptjajewa. Uitgave De Boekerij N.V., Baarn. De Russische schrijfster Anto- nina Koptjajewa heeft haar ro man „Dokter in Moskou" ge schreven voor de bevolking van haar ogen land. Desondanks, of eigenlijk juist daardoor, weet het boek zo te boeien. Het geeft een uitstekende indruk van het land en zijn bevolking en laat kennis maken met de opvattingen van de Russen en met de wijze, waar op zij leven. D« hoofdpersoon ia, zoals reeds uit de titel blijkt, een dokter, die lijn werk verricht ln een ziekenhuis in Moskou. Dokter Iwan Iwanowitsj Arsjanof, die in de strijd om Stalingrad (pardon: Wolgograd) werd onderscheiden als neurochirurg, houdt zich ln het Moskouse ziekenhuis bezig met hartoperaties. Treffend schetst de schrijfster de moeilijkheden, die de artsen ondervinden bij hun moeizaam werk om ziekten en kwalen het hoofd te bieden en om steeds meer en beter hulp te ver lenen. Bureaucratie werkt echter remmend en als er dan ook nog geen vertrouwen bestaat, dan wordt wel een zeer groot doorzet tingsvermogen geëist. Antonia Koptjajewa besteedt in „Dokter in Moskou" veel aandacht aan de tragiek in het leven van haar personen, de tragiek, die het ge volg is van de oorlog. De oor- soronkelijke titel va/i ..Dokter in Moakou" is „Derzanie". Dra. M. G. Schenk vertaalde deze boeien de doktersroman in het Neder lands. Verliefd, verloofd, getrouwd, door dr. F. Tanner. Uitgave Zomer cn Keunlng, Wagenin- gen. De Zwitserse huwelijksadviseur Fritz Tanner heeft een nieuw boek toegevoegd aan de lange reeks die de laatste jaren over dit onderwerp is verschenen. Toch wil hij iets anders bieden dan de typische voorlichtingslectuur: een gesprek van mens tot mens, „een bezinning op ons bestaan als schepsel", in een nuchtere open hartigheid ook ta.v. de vragen der seksualiteit, „omdat de Schep per Zich over zijn zo gemaakte schepsel niet schaamt". Met dit uitgangspunt kunnen wij ons van harte verenigen, en het is ver heugend dat in deze tijd, waarin de film, reclame e.d. zovele aan slagen worden gepleegd op een zuivere beleving der erotiek, een zo positief en christelijk getuige nis klinkt. Het boek is doordrenkt van het eerbiedige geloof dat 8lle schepsel uit de hand van de Schepper komt en dat er een blij vende betrekking tussen God en mens Is. Dr. Tanner schrijft ove rigens geen antropologische ver handeling. maar geeft diepgang aan de velerlei praktische vragen rondom verliefdheid, verloving en huwelijk. Hij is een betrouwbare gids, blijmoedig, glashelder cn. waar het nodig is. overtuigend in zijn afwijzing. Vooral verloofden en (jong) getrouwden bevelen we dit verrijkende boek aan. De voor treffelijke Nederlandse bewerking en vertaling ia van da. P. Visser. Haarlem, door Joop H. Bart- man. Foto-Illustraties Dolf Tous- saint. Uitgave A. W. Bruna A Zoon, Utrecht. De Zwarte Beertjes-serie over Nederlandse steden is uitgebreid met een pocket over Haarlem. Dc Haarlemse Journalist Joop Bartman heeft op overzichtelijke wijze geschreven wat er in de hoofdstad van Noord-Holland is te zien en te beleven. Het accent is daarbij vooral gelegd op de vele culturele aspecten van deze echt H-llandse stad. Dolf Toussaint verluchtigde een en ander met fraaie foto's. De tekst van deze pocket is ook vertaald in het Engels en Duits, zodat de buitenlander met dit boekje ook zijn voordeel kan doen. Begin maar opnieuw, door Do- la de Jong. Uitgave Ploegsma, Amsterdam-C. Alle schepen achter je verbran den en een nieuw leven beginnen is geen kleinigheid, niet voor vol wassenen. maar zeker niet voor hen. die eigenlijk nog maar nau welijks de kinderschoenen ont groeid zijn. Vooral voor Roza, het Joodse meisje dat ln de oorlogsjaren 1940—1945 haar familie verloor en in een weeshuls in Nederland is opgegroeid, is het Amerikaanse gezinsleven een ware verrassing en een moeilijke omschakeling. Zij verbaast zich iedere keer weer over de vroegrijpheid van de Ame- rikaanse jeugd, die zich op haar beurt verbaast over de kinderlijke, onbevangen Roza. Dola de Jong heeft deze aanpas sing heel goed beschreven, heeft beide uitersten elkaar laten ont moeten en leren begrijpen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 17