TSJECHISCHE PLATEN
OLETTE
DE BERGREDE
voor u Gelezen
en een bundel uit
Frankrijk
&rcjanióatieó maken boeken^
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 2 DECEMBER 1961
Zo :ien de illustraties iui
Franse plaatjes, die in dei.
briek besproken worden, er uit.
geestig, subtiel tan kleur. De:t
illustratie hoort bij het gekki
liedje mer Sebastien, de pin
guin, dat Bourvil met de Parijsr.
kleuters zingt.
de
6. Zalig zijn de reinen van hart
"A' Bijzondere en verrukkelijke opnamen
Een aantal platen uit Tsje-
choslowakije en een bundel
kleine plaatjes uit Frankrijk
omvatten de oogst voor de pla-
tenrubriek van deze keer. Zo
als U wellicht reeds weet, is
Supraphon, zoals de label van
de Tsjechische platen heet,
op de markt gekomen met een
bijzondere opnamen van oude alsook van moderne
genaamd Musica Antiqua Bohemica en
Musica Nova Bohemica et Slovenica, verder met
een goedkope serie klassieke platen „Frager Fr h 1 i ng" en
met nog een goedkopere serie 45-toeren plaatjes „Wunsch-
stem dep natuur
De belangstelling voor per
soon cn werk van Colette, de
boeiendste vrouwenfiguur uit
de Franse letteren in de XXe
eeuw, vermindert niet. Daar
van getuigen o.a. de vertalin-
i haar oeuvre, waarvan
er alleen reeds bij de Utrecht
se uitgever Bruna vijf versche-
als de laatste Le blé en
herbe onder de goed gekozen
titels Als het jonge koren rijpt
en La fin de Chéri als De dood
van Chéri.
Groot talent
Verwondering kan deze belang
stelling niet verwekken. Het lite
rair talent van de schrijfster is
groot. Ze heeft het geërfd van
moeders kant, waar artiesten en
journalisten voorkomen. Het is tot
volle ontwikkeling gebracht door
haar eerste echtgenoot. Henry
Gauthier-Villars, indertijd onder
zijn pseudoniem Willy bekend als
chroniquer van het Parijse le
en schrijver van luchtige ro-
ïs. Man van brede ontwikke-
en van geest, heeft hij het
plattelandsmeisje in het cultuur
leven met zijn goede en kwade
kanten ingeleid en haar de
schrijftechniek bijgebracht. Ze is
een dankbare leerlinge geweest.
Colette's taal is uiterst concreet
en levendig: bij haar wordt de
kunst tot natuur. De schijnbare
gemakkelijkheid verbergt een ui
terste verzorging. Een klassiek
gevoel voor maat en grens leidt
haar in beschrijvingen en in de
Horizontale kunst
Wat de geest van haar werk
betreft, die is volkomen aards.
Colette heeft van haar kinder- en
djaren. die ze in een reeks
een. de beroemde Claudine-
2, heeft beschreven, een die
pe liefde voor de natuur en alle
fysieke leven behouden. Al haar
zintuigen werken op volle toeren;
ze hebben contact met al wat
leeft in geur en kleur, met plan
ten- en dierenleven, met de beziel
de en onbezielde schepping.
Dit indringend vermogen richt
zich ook op het natuurlijke leven
van de mens, helaas met uitslui
ting van de geestelijke elementen.
Wat hoger reikt dan het lichame
lijke. ontsnapt Colette; wat achter
dit door de dood begrensd be
staan kan liggen, het beroert
haar niet. Ze heeft, ouder gewor
den. zelf wel gevoeld, dat ze zich
in een gevangenis had opgesloten
en de klacht over de broosheid
van alle aards geluk klinkt in
haar werk door. Maar een weg
tot bevrijding zag ze niet.
Twee romans
Ook Le blé en herbe (19211 is
van dit heidens levensgevoel
doortrokken. De natuurbeschrij
vingen zijn schoon; de lezer
snuift de zeewind in. proeft de
geur der kruiden, voelt het koele
water hem omsluiten. De psycho
logische benadering der figuren
is raak en uiterst gedetailleerd;
het samenspel tussen mens en
natuur is perfect. Evenwel, de
geest van het verhaal is onzuiver
en gevaarlijk voor onrijpe lezers.
Het gaat om de ontwakende
liefde tussen een jongen en een
meisje. De ruwe onhandigheid
van de eerste en daartegenover
de fijnere intuïtie van de tweede
zijn in alle nuances weergegeven.
Het bederf komt in hun verhou
ding, als de jongen ten prooi valt
aan de verleidingskunst van een
oudere vrouw en het meisje niet
beter weet te doen dan het voor
beeld der verleidster na te vol
gen. Voor Colette is daarmee niets
bedorven, omdat ze de heerschap
pij der zinnen en der instincten
aanvaardt als natuurlijk en de
zelftucht, die de liefde kan ver
diepen, afwijst.
La fin de Chéri (1926) is het
vervolg van de roman Chéri, die
als hoofdfiguur heeft een jonge
man, geboren en opgevoed in
een courtisanen-milieu. Hij huwt
een meisje uit dezelfde kring,
maar vindt zijn geluk alleen in
de liefde voor een twintig jaar
oudere vrouw. Als ze hem later
en dat is de kern van de
tweede roman terugstoot, om
dat ze beseft, dat haar tijd voor
bij is, grijpt hij, geestelijk ontred
derd, naar zijn revolver.
Het is moeilijk aan te nemen,
dat dit zo aan een tijd gebonden
boek de lezer van 1961 nog zal
kunnen boeien, tenzij hij als psy
choloog de weg neerwaarts van
Chéri wil volgen. De romans van
Colette, waarin de fictie over
heerst, zijn alle min of meer ver
ouderd, terwijl de verhalen, die
dicht aansluiten bij
haar eigen leven
en in het bizonder
bij haar jeugd, hun
frisheid hebben be
houden.
Wat de kwaliteit
der vertalingen be
treft, Clare Len-
nart, die Le blé en
herbe voor haar
rekening nam, heeft
werk geleverd van
uitzonderlijk hoog
gehalte. De ver
taalster van de
tweede roman heeft
een taak op zich
genomen, die haar
Colette. Als het
jonge, koren rUpt.
Id. De dood van
Chéri. (Uitgave
Bruna, Utrecht).
Men moet bij deze lage prijzen
natuurlijk wel bedenken, dat de
Tsjechische platen in d.e staats
fabriek worden gemaakt, waar
door de kosten kunstmatig laag
blijven. Maar goed wij zullen
deze platen naar artistieke maat
staven meten. En dan moeten
wij eerlijk bekennen, dat de se
rie Musica Antiqua Bohemica en
Musica Nova Bohemica et Slove
nica alsook de serie Prager Früh-
ling uitnemend geslaagd zijn en
aan hoge eisen voldoen.
Alleraardigst
De heel goedkope 45-toeren
plaatjes zijn alleraardigst. Wij
beluisterden daarvan P.F. 30191,
waarop twee walsen van Tsjai-
kowski, de wals uit het ballet
,,Het Zwanenmeer" en de wals
uit het ballet ..De Notenkraker",
verder P.F. 30192, waarop enkele
Êianosoli, Chopin's Grande Valse
rillante, Schumann's Traumerci,
Liszts Liebestraum en Rubin
stein's Melodie in F. dan P.F.
30193 met de wals uit Berlioz'
Symphonie Fantastique en
Grieg's Herzwunden und Letzter
Frühling, en tenslotte P.F. 30194
met vier liederen voor mannen
koor, Das GlÖcklein, Tanz-Tanz,
Die Wolga Schlepper en Unter
dem Apfclbaum, in het Russisch
gezongen. Het is dus „klein goed",
maar smaakvol gebracht.
Celloconcert
In de "serie Prager Frühling
kregen wij het Celloconcert van
Dvorak, gespeeld door Ustlslav
Rostropowltsj begeleid door de
Tsjechische Philharmonic onder
Vaclav Talich: nr. E. 10125. Het
is waarschijnlijk een opname van
oudere datum, maar ze is bijzon
der mooi! De Russische cellist
Rostropowitsj maakte het vorig
jaar zijn entree in ons land en
werd op slag erkend als een van
de grootste cellisten van onze
tijd. Hij speelt dit Dvorak-con
cert dan ook onovertroffen in
toon en in voordracht. Juist het
klankschone
gave.
Orgelwerken
Ter
gelegenheid van het vijf
tienjarig bestaan van de Neder
landse Vereniging voor Sexuele
Hervorming en ter herdenking
van het feit dat 80 jaar geleden
de Nieuw Malthusiaanse Bond
werd opgericht een organisa
tie waaruit de N.V.S H. met een
veel wijdere doelstelling is voort
gekomen heeft de auteur Plet
Heil een novelle geschreven, ge
titeld De Overnachting. Een ju
bileumuitgave dus van de ge
noemde vereniging, welker adres
is Bilderdijkstraat 39. Den Haag.
De doelstelling van de genoemde
vereniging valt uiteraard bulten
de literaire beoordeling. Doende
wat des recensenten is. heeft uw
beoordelaar de novelle aandach
tig gelezen en bespreekt hij die
bij dezen als letterkundig product.
Een cineast heeft een afspraak
je met een vriendin, maar zij
verschijnt niet op de afgesproken
plaats en tijd. Door een misver
stand bereikt hem de boodschap
niet. dat de vrouw onverwachts
verhinderd is. De man wacht
lang en begint haar dan overal te
zoeken, later in gezelschap van
een andere vrouwelijke kennis:
Henriëtte. Het verhaal eindigt er-
mee dat de twee elkaar terug
vinden. In de loop van de gebeur
tenissen is de lezer dan duide
lijk geworden, dat de gevoelens
van de man voor zijn vriendin
dieper gaan dan hij zelf beseft, en
dat hij in deze kring van mannen
en vrouwen die voor de vrije
liefde zijn (van huisgenoten of
kinderen merk je niets en dat is
in dit soort verhalen vind ik al
tijd veelbetekenend) het type
..éner vrouwe man" vertegen
woordigt, in tegenstelling tot de
vriendin Rita. De moraal is mij
niet duidelijk geworden, zo het
al de bedoeling is geweest een
moraal aan deze historie te ver
binden. Wil de auteur de behoef
te f
één
de opvattingen omtrent vrije lief
de, of als het overblijfsel van een
verouderde moraal, een curieus
geval dus; of wil hij zeggen dat
het omgaan met één vrouw of
met vele vrouwen een kwestie is
van psychologische structuur, zo
dat de aanhanger van de vrije
liefde zo welwillend is voor men
sen van zulk een ouderwetse
structuur een uitzondering te ma
ken. waardoor deze opvatting to
lerabel wordt? Men kan nu wel
zeggen dat de auteur literair be
zig is geweest en geen conclu
sies trekt, maar de lezer doet dat
wel en dan komt hij op de hier
boven gestelde vragen terecht.
Het werkje is normaal goed ge
schreven; verdienstelijk is de aan
de ik-figuur verbonden typische
visie van de cineast, die op me
nige plaats blijkt, waardoor de
,,ik" van het verhaal iets van een
creatie verkrijgt.
Jubileumuitgave
Een uitstekend verzorgde en
klurig uitgegeven jubileumuitga
ve is het boek Vlotbrug tussen
school en wereld onder het motto
,.25 jaar IVIO" en samengesteld
door drs M. G. Schenk en J.B.Tb.
Spaan. Het werk is
king met de Stichting IVIO (een
stichting voor onderwijs en volks
ontwikkeling) uitgegeven door
het Wereldvenster te Baarn. Een
twaalftal sprekende tekeningen
van Lucie Kurpershoek nodigen
uit het boek telkens weer in han
den te nemen. Zulke goede illus
traties verfraaien niet alleen, ze
lokken ook uit tot lezen. De
waarde van deze uitgave ligt niet
alleen in de alzijdige informatie
die het over doel en arbeid van
de Stichting IVIO verschaft, maar
ook.door het hoge niveau van de
tekst en de vragen van algemeen
actueel belang die hij bestrijkt,
gewoon als lectuur voor ieder die
belangstelt in de verhouding tus
sen onderwijs en leven in een
ztch snel wijzigende maatschap
pij. Deze kernvraag was immers
ook het centrale thema op het
jongste congres voor Christelijk-
Nationaal Onderwijs?
IVIO betekent Instituut voor In
dividueel Onderwijs. Het werd op
gericht in 1936 door het ministerie
van Sociale Zaken en is gevestigd
te Amsterdam. Het was aanvanke
lijk bedoeld als instituut voor de
volksontwikkeling, speciaal voor
de sociaal-culturele jeugdzorg.
Het IVIO geeft ook schriftelijke
cursussen uit over alle mogelijke
leervakken en laat zich daarbij
tot op zekere hoogte leiden door
de principes van het Daltonsys
teem. Het is een neutrale instel
ling, maar die evengoed haar con
tacten heeft met het bijzonder on
derwijs.
C. R.
VIA NAALD
ÉN PL AAI
Slavische element, dat de basis
vormt van Dvorak's muziek,
komt hierin sterk naar voren
door bepaalde accenten in de fra
sering, door bepaalde rubati,
waardoor men onmiddellijk het
..volkseigene" herkent. Dit doen
alle Russische, breder genomen
alle Slavische cellisten, of ze nu
achter of voor het IJzeren Gor
dijn wonen. Want legt men de
vertolking van ditzelfde werk
door Gregor Platlgorski, de Rus
sische cellist, die sinds jaren in
Amerika woont, er naast (R.C.A.
nr. L.S.C.-2490)dan neemt hij
dezelfde frasering, dezelfde ruba
ti. En deze wendingen vindt men
niet in weergaven van b.v. Mau
rice Gendron of Pierre Fournierl
Dit doet natuurlijk aan de kwa
liteit van hun spel niets af: bei
den zijn uitnemende cellisten,
maar zij kunnen nu eenmaal
het Slavische karakter niet zo
zuiver aanvoelen. Dit merkt men
trouwens ook op de R.C.A.-plaat,
omdat hierop Piatigorski bege
leid wordt door de Fransman
Charles Münch en het Boston
Symfonie Orkest, dat ongelofe
lijk mooi van klank is en met een
enorme geladenheid speelt. Maar
alweer de Tsjechische Phil-
harmonie onder Talich. die heus
niet zo'n welluidendheid bezit,
heft beter de essentie van de mu
ziek! Men kan dus kiezen tussen
een meer stijlzuivere uitvoering
Uit de serie Musica Antiqua
Bohemica kozen wij nr. 6 (Supra
phon A.-19024), waarop Tsjechi
sche orgelwerken staan. De uit
gave is bijzonder verzorgd: in
een album steekt zowel de plaat
als een uitgebreide toelichting
(in het Duits) over de orgelmu
ziek en de orgelcultuur in de Bo
heemse landen. Deze tak van de
musische kunsten heeft niet die
bekendheid gekregen als de vio-
listiek, die door figuren als Sta-
mitz een grote rol gespeeld heeft
in de grote ontwikkeling in de
18e eeuw. Boheemse musici
zwierven toen door heel Europa,
werkten ^poral aan de Duitse ho
ven. Maar in deze eeuw beleefde
ook de orgelmuziek, de orgel
compositie een grote bloei, die
ingezet werd door Bohuslav Ma-
tej Cernohorsky. Beluistert men
de orgelwerken, die op deze plaat
zijn opgenomen, de d-moll Toc
cata en Fuga, de f-moU Fuga. de
d-dur Prelude en Fuga. de Pas
torale en Fuga van Josef Seger,
de c-moll Prelude en Fuga van
Jan Zach, de Pastorale Prelude
en Fuga van Karei Blazej Kopri-
ya de c-dur Fuga van Jan Krti-
tel Vanhal, de a-moll Fuga cn de
a-moll Toccata van Frantisek Xa-
ver Brixi, dan merkt men, hne
deze 18e eeuwse muziek thuis
hoort in de grote Duits-Oosten-
rijkse Cultuuruitstraling, met aan
de ene kant Wenen als centrum,
waar dc Italiaanse invloed ont
vangen werd cn aan de andere
kant de polyfone Duitse wereld,
tantes*1 Bach de represen-
Melodiek
Het eigene ligt hoofdzakelijk in
de melodiek, waarin volkslied
achtige elementen schuilen. Maar
van een nationale muziek is geen
sprake. Ze staat natuurlijk niet
op de hoogte van die van Bach,
maar vergeleken met de kleinere
meesters slaat ze heus geen gek
figuur. Josef Seger schrijft goed
werk in zijn Toccata en Fuga en
in zijn Prelude en Fuga! Deze
werken worden gespeeld op or
gels in Praag en door de Praag
se organisten Miroslav Kampels-
heimer, Jiri Ropek en Milan
alechta. De echte nationale mu
ziek ontstaat in de 19e eeuw en
vooral in die landen, die hun na
tionale gevoelens niet of weinig
konden uiten, groeide een sterk
nationalisme. De Boheemse lan
den. die immers deel uitmaakten
van de Habsburgse monarchie,
konden pas in de 2e helft van de
J9e eeuw een eigen toonkunst ont
wikkelen. toen het Oostenrijkse
regime wat minder streng werd.
Niet voor niets is de Panslavi-
sche beweging in Praag ontstaan!
Men kent de namen van Dvorak
Smetana. Janacek wel en men
weet ook. hoe hun muziek in het
eigen volk wortelt. Toen Tsjecho-
slowakije zelfstandig werd in
1917. bleef deze nationale ten
dens doorleven en in onze tijd is
zij zelfs officieel voorgeschreven.
Verstarrend
bij het componeren werken
den duur verstarrend, zoals de
otficlele Russische muziek wel
geleerd heeft. Welnu op S.U.A.
10046 staan twee hedendaagse
werken:Jan Hanus Concertante
Symfonie voor orgel, harp. pau
ken en strijkorkest, op. 31 en
Eugen Suchon Balladeske Suite
voor groot orkest, op. 9. En men
hoort hier de gebondenheid aan
traditie. Hanus. geboren in
1915. gebruikt heus wel de alge
meen gebruikelijke harmoniek en
ook de polyfone structuur her
kent men snel. Maar de basis
vormt de Tsjechische, romanti
sche traditie. Nog sterker is dit
het geval met Suchon's Ballades
ke Suite, zeer dramatische en
contrastrijke muziek en wezenlijk
romantisch van taaL Het is inte
ressant deze uitingen van Tsje
chische muziek te beluisteren. En
bovendien worden zij voortreffe
lijk gespeeld door de Tsjechische
Philharmonie onder resp. Karei
Ancerl en Vaclav Jiracek.
Franse plaatjes
Nu dan de bundel Franse 45-
toeren plaatjes. Ze zijn alle be
stemd voor de jeugd, in Frank
rijk meer voor de kleintjes, in
ons land voor de grotere kinde
ren, scholieren, die in het Frans
al aardig weg weten. Op de mid
delbare scholen zouden zij dan
ook bijzonder goed dienst kunnen
doen in de les. De tekst is steeds
erbij gegeven en de illustraties
zijn ronduit verrukkelijk: elke al
bum is een lust voor het oog.
Wij beginnen dan met de
„Ipreekplaatjes". Uit de ..Contes
de Perrault" (de Sprookjes van
Moeder de Gans) staat „La Belle
au bols dormant" (de schone
slaapster) op Pathé E.A. 138:
een allerliefst hoorspelletje in
eenvoudig Frans met een leuk
muziekje als illustratie. Een keu
ze uit .'e fabels, van De la Fou-
taine draagt Charles Philippe de
zo jong gestorven, zeer begaafde
acteur, voor op Pathé E.A. 111.
Een prachtig Frans hoort men
hier spreken, glashelder en in
klassieke stijl. Een juweeltje spe
ciaal voor de scholen is gemaakt
Pathé E.A. 10030, waarop een
dwarsdoorsnede van Mollèrc's
I'Avare staat. Op de bijgevoegde
tekst is elke scène precies aan
gegeven. zodat men de inhoud
heel gemakkelijk kan volgen. Le
den van de Comédie Francaise
spreken hier en Jean Meyer als
Harpagon. de vrek, geeft een
meesterlijke creatie. Een korte in
leiding over Molière gaat vooraf
en achterin staan aantekeningen
over moeilijke uitdrukkmgen.
Aanbevolen
Kortom dit 45-toerenplaatje
is voor schoolgebruik pasklaar
gemaakt. Zéér aanbevolen! Met
het oog op de komende Kerstda
gen kregen wij hierbij een „dis-
que-album". La Nativltc". een
lief. maar nog al sentimenteel
hoorspelletje over Christus' ge
boorte (Pathé E.A. 110). Het is
uiteraard op Rooms-Katholieke
leest geschoeid en voorzien van
Kerstliedjes, het Stille Nacht,
Heilige Nacht, in het Frans ge
zongen, incluis.
Dan komen de zangplaatjes,
waarin behalve de tekst, ook de
muziek aangegeven is. V/ij heb
ben bijzonder genoten van Bour
vil chante pour les enfants avec
les Pierrots Parisiens. (Pathé
E.A. 10007). Dit is een compleet
..kleuteruurtje", waarin de klein
tjes vrijuit praten cn reageren
op vraagjes van Bourvil (die een
bekend acteur is> Allergrappigst
zo iets mee te maken, zulke
„spontane reacties", zulke leuke
liedjes als dat over Sebastiaan de
pinguin, wiens grootvader mar
kies was! Alléén voor kinderen
bestemd? Ook voor volwasse
nen...! Een tweede ..kleuterplaat
je" is Pathé E.A. 10009: G'ompti-
nes ct Formulettes. Dit zijn de
aftelrijmpjes, de bakerrijmpjes,
die van geslacht op geslacht wor
den doorgegeven. Kinderen zin
gen ze hier en de melodie is even
simpel als bij onze rijmpjes. En
ook in andere opzichten is de
overeenkomst frappant: ze zijn
even onlogisch, even fantastisch
in de beeldspraak even onbegrij
pelijk soms. Men weet wel, dat
deze baker- en aftelrijmpjes op
heel oude gegevens berusten, en
het onderzoek, letterkundig èls
diepte-psychologisch, heeft soms
wonderlijke resultaten opgele
verd. Maar heel duidelijk is het
geval met een liedje, dat op de
wijs van „Au clair de la lune"
gezongen wordt en dat over een
melk drinkend negerinnetje gaat!
Vijf album-disques heeft Pa
thé uitgegeven met oud-Franse
liedjes: Les Viellles chansons de
France: Pathé A. 10701 tot en
met A. 10705. Ze zijn georkes
treerd en worden gezongen door
André Claveau, Mathé Altéry,
Christian Borel en Claire Vallin.
Dit is een schattige uitgave ge
worden, waartegen misschien als
bezwaar ingebracht kan worden,
dat de bewerkingen iets te veel
in de trant van de „populaire
muziek" gemaakt zijn. Maar wie
zingt niet graag mee in „Frère
Jacques" of „Sur le Pont d'Avig-
non" of „Le roi Dagobert"?
Een nieuwe serie
Bij G. F. Callenbach N.V., Nij-
kerk, is een nieuwe interessante
serie aan het verschijnen. Onder
redactie van Hans van Assumburg
wordt in deze serie. Delta-reeks
geheten, in tekst en foto's een beeld
gegeven van de meest uiteenlopen
de facetten van het Nederlandse
„Vrachtvaarders van de we
reld" vertelt in woord en beeld
van het vrachtvervoer van de
K.L.M. „Met schering en inslag"
geeft een indruk van wat er in
een textielfabriek wordt geprodu
ceerd. „Waar de klepel hangt"
brengt ons de klokkengieterij
dichterbij. En „De naald in de
groef' biedt een indruk van de
grammofoonplaten-industrie.
Al jaren geleden heeft Jan
Mens de sympathieke Amster
damse vrouwenfiguur Griet Mans-
hande in de Nederlandse litera
tuur geïntroduceerd. Hij deed het
in zijn boek ..De Gouden Reael",
dat liefst achttien maal moest
worden herdrukt. Inmiddels waren
ook „De Blinde Weerelt" en „Het
Goede Inzicht" gereed gekomen
en daarmede was een trilogie
ontstaan, waarvan bijna 100.000
exemplaren zijn verkoqht.
Doch het verhaal van Griet
Manshande was nog niet afge
rond. Jan Mens schreef daarom
een vierde deel: „Godt alleen
d'eere", dat met de drie voor
gaande romans thans in één boek
werk onder de naam „Griet
Manshande" is verschenen.
Zelden zal men 860 bladzijden
van een verhaal over en rond één
vrouw met ZDveel interesse en zo
geboeid hebben gelezen als dit
verhaal van Jan Mens. door wiens
kundige verteltrant Griet Mans
hand e een figuur is geworden, die
niet spoedig in de vergetelheid
zal geraken.
Op het orgel tan de kerk Sankt
vele werken van I8e-eeuuse Bohe
is gebouwd naar
Martin In der Mauer In Praag zijn
rm*e orgelmeesters opgenomen. Het
barokke principes.
De „Mozart" vertrekt om 9.12,
door Harris Greene. Uitgave
Nieuwe Wieken N.V., Amstel
veen. Vertaling Jean A. Schalc-
kamp.
Evenals de niet zó lang na de
tweede wereldoorlog gemaakte
film „The third man", nog on
langs voor de televisie gedraaid,
iets actueels had. zo heeft dit
zich in het Salzburg van 1947
afspelende verhaal een actuele
tendens. En al mogen dan bijv
de verhoudingen tussen de Ame
rikanen en de Russen in die tijd
anders zijn. dan de spanningen
van nu in bepaalde „grensgebie
den", de spcldeprikken over en
weer zijn zeker de wereld nog
niet uit. Afgezien nog van die ac
tualiteit i* dit stukje geromanti
seerde geschiedenis zeker anno
1961 de moeite van het lezen
waard. Beter nog: voor hen, die
bepaalde feiten en gebeurtenissen
liever verhalenderwijs krijgen
voorgeschoteld, is dit boek zonder
twijfel interessant, 't Lijkt hier en
daar zelfs op een adembenemen
de thriller, waarbij de auteur ve
le figuren als een soort militaire
roman-helden de hoofdrol laat
spelen. Eigenlijk is „De Mozart
vertrekt om 9.12" een oorlogsro
man. ondanks het Oostenrijkse
strijdtoneel van 1947. Deze type
ring gaat vooral op als we stilstaan
bij verschillende voorvallen, die
zogezegd nogal „pittig" uit de
doeken worden gedaan. In tegen
stelling tot een aantal andere
schrijvers van oorlogsboeken,
wordt déze auteur nergens uitge
sproken grof, al zouden we dit
verhaal beslist geen kost voor al
te jeugdige lezers willen noemen.
Dokter ln Moskou, door An-
tonia Koptjajewa. Uitgave De
Boekerij N.V., Baarn.
De Russische schrijfster Anto-
nina Koptjajewa heeft haar ro
man „Dokter in Moskou" ge
schreven voor de bevolking van
haar ogen land. Desondanks, of
eigenlijk juist daardoor, weet het
boek zo te boeien. Het geeft een
uitstekende indruk van het land
en zijn bevolking en laat kennis
maken met de opvattingen van de
Russen en met de wijze, waar
op zij leven. D« hoofdpersoon ia,
zoals reeds uit de titel blijkt, een
dokter, die lijn werk verricht ln
een ziekenhuis in Moskou. Dokter
Iwan Iwanowitsj Arsjanof, die in
de strijd om Stalingrad (pardon:
Wolgograd) werd onderscheiden
als neurochirurg, houdt zich ln het
Moskouse ziekenhuis bezig met
hartoperaties. Treffend schetst
de schrijfster de moeilijkheden,
die de artsen ondervinden bij hun
moeizaam werk om ziekten en
kwalen het hoofd te bieden en om
steeds meer en beter hulp te ver
lenen. Bureaucratie werkt echter
remmend en als er dan ook nog
geen vertrouwen bestaat, dan
wordt wel een zeer groot doorzet
tingsvermogen geëist. Antonia
Koptjajewa besteedt in „Dokter in
Moskou" veel aandacht aan de
tragiek in het leven van haar
personen, de tragiek, die het ge
volg is van de oorlog. De oor-
soronkelijke titel va/i ..Dokter in
Moakou" is „Derzanie". Dra. M.
G. Schenk vertaalde deze boeien
de doktersroman in het Neder
lands.
Verliefd, verloofd, getrouwd,
door dr. F. Tanner. Uitgave
Zomer cn Keunlng, Wagenin-
gen.
De Zwitserse huwelijksadviseur
Fritz Tanner heeft een nieuw
boek toegevoegd aan de lange
reeks die de laatste jaren over
dit onderwerp is verschenen. Toch
wil hij iets anders bieden dan de
typische voorlichtingslectuur: een
gesprek van mens tot mens, „een
bezinning op ons bestaan als
schepsel", in een nuchtere open
hartigheid ook ta.v. de vragen
der seksualiteit, „omdat de Schep
per Zich over zijn zo gemaakte
schepsel niet schaamt". Met dit
uitgangspunt kunnen wij ons van
harte verenigen, en het is ver
heugend dat in deze tijd, waarin
de film, reclame e.d. zovele aan
slagen worden gepleegd op een
zuivere beleving der erotiek, een
zo positief en christelijk getuige
nis klinkt. Het boek is doordrenkt
van het eerbiedige geloof dat 8lle
schepsel uit de hand van de
Schepper komt en dat er een blij
vende betrekking tussen God en
mens Is. Dr. Tanner schrijft ove
rigens geen antropologische ver
handeling. maar geeft diepgang
aan de velerlei praktische vragen
rondom verliefdheid, verloving en
huwelijk. Hij is een betrouwbare
gids, blijmoedig, glashelder cn.
waar het nodig is. overtuigend in
zijn afwijzing. Vooral verloofden
en (jong) getrouwden bevelen we
dit verrijkende boek aan. De voor
treffelijke Nederlandse bewerking
en vertaling ia van da. P. Visser.
Haarlem, door Joop H. Bart-
man. Foto-Illustraties Dolf Tous-
saint. Uitgave A. W. Bruna A
Zoon, Utrecht.
De Zwarte Beertjes-serie over
Nederlandse steden is uitgebreid
met een pocket over Haarlem.
Dc Haarlemse Journalist Joop
Bartman heeft op overzichtelijke
wijze geschreven wat er in de
hoofdstad van Noord-Holland is
te zien en te beleven. Het accent
is daarbij vooral gelegd op de
vele culturele aspecten van deze
echt H-llandse stad.
Dolf Toussaint verluchtigde een
en ander met fraaie foto's.
De tekst van deze pocket is ook
vertaald in het Engels en Duits,
zodat de buitenlander met dit
boekje ook zijn voordeel kan doen.
Begin maar opnieuw, door Do-
la de Jong. Uitgave Ploegsma,
Amsterdam-C.
Alle schepen achter je verbran
den en een nieuw leven beginnen
is geen kleinigheid, niet voor vol
wassenen. maar zeker niet voor
hen. die eigenlijk nog maar nau
welijks de kinderschoenen ont
groeid zijn.
Vooral voor Roza, het Joodse
meisje dat ln de oorlogsjaren
1940—1945 haar familie verloor en
in een weeshuls in Nederland is
opgegroeid, is het Amerikaanse
gezinsleven een ware verrassing
en een moeilijke omschakeling.
Zij verbaast zich iedere keer weer
over de vroegrijpheid van de Ame-
rikaanse jeugd, die zich op haar
beurt verbaast over de kinderlijke,
onbevangen Roza.
Dola de Jong heeft deze aanpas
sing heel goed beschreven, heeft
beide uitersten elkaar laten ont
moeten en leren begrijpen