Over het geestelijk patroon
achter de renaissance
WVC'
èr>;v
,-CRITISCH WEERZIEN-,'
DE BERGREDE
X
NIEUWE BOEKEN
Nelly van Dijk-Has,
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 25 NOVEMBER 1961
Meesiers
van hei
Italiaanse
brons
i Ytrschilltn «n
j overeenkomsten
met onze tijd
was. De nieuwe gedachte daar
entegen ging van de mens uil en
richtte zich ook op de m»
aards, humanistisch in letterlijke
t pi/
i.' fe'.,
hjA'
i vh 'm,'- tv-
'A\ J WK 'V
'74 1/
betekenis. De kunstenaar had
andere wereld voor ogen dan die
van het massale middeleeuwse
christendom. De wereld van de
schoonheid in perfectie, van feil
loze verhoudingen in de vormen
taal en van verfijning tot het
uiterste.
Een intens naturalisme moest
hiervan wel het gevolg zijn. De
mens van de renaissance zou de
natuur met mathematische nauw
keurigheid observeren en weerge
ven. Dit bracht het universeel ge
nie Leonardo da Vinei ertoe de
mens te ontleden; hij bedreef
vivisectie om de anatomie volko
men te beheersen. Zijn op schrift
gestelde bevindingen
altijd
v
.V- vS^lt Si--*
„v. J.V a»
',:k f]
j
m
J^E MEESTERS van het brons
der Italiaonse renaissance
rijn ver van ons verwijderd; in
jaren die reeds tot eeuwen zijn
gebonden maar veel meer
nog in de geest. Waar de grote
verschillen en, merkwaardig ge
noeg ook de overeenkomsten in
het psychologisch vlak liggen,
i« te ervaren in de expositieza-
van het Rijksmuseum te
Amsterdam, als nimmer tevo-
en de plaats van confrontatie
net de gedachtenwereld van de
nens in de renaissance.
Vanwege het omvangrijk over
zicht is deze tentoonstelling (van
niet minder dan 275 bronzen
kunstwerken) een dorado bij uit
stek voor de kleine groep specia-
listen. Kunsthistorici, collectio
neurs en andere deskundigen zul
len er hun kennis kunnen verdie
pen en uitbreiden, want niet eer
der is een dergelijke verzameling
kleine bronzen meesterwerken zo
1 dicht 'bij huis bijeen gebracht.
Hoe
zien
wij
En de belangstellende leek. hoe
zal hij op deze expositie reage
ren? Wij hebben het ons ook ge
vraagd. en tegelijkertijd beseft,
dat er zeer vele mogelijkheden
zijn. Hij kan zich kunsthistorisch
willen oriënteren. Of tasten naar
de beweegredenen die aan het
brons der Italiaanse renaissance
ten grondslag liggen naar het
i geestelijk klimaat van deze stijl
periode. Ook zou hij zonder meer
zijn blik kunnen laten glijden
over hetgeen hem voorkomt als
een sierstukje op een ouderwetse
schoorsteenmantel.
Hoewel de Italiaanse bronzen
de tentoonstelling omvat meren
deels stukken van bescheiden af
metingen slechts een klein fa-
risch overzicht te geven. Een
simpele vermelding van namen,
data en dergelijke, heeft de dag
bladlezer niets te zeggen. De met
niet minder dan 94 reprodukties
geïllustreerde catalogus biedt le
gio feiten en behelst zelfs, dank
zij de nauwgezette samensteller
John Pope-Hennessy een voor
aanstaand Britse kunsthistoricus
de nieuwste wetenschappelijke
bevindingen.
Hoe zoeken wij
Wij zoeken dus een andere be
naderingswijze. Liever dan epigo-
nistisch te werk te gaan, willen
wij een bescheiden po
iets van de geestesge
belichten en ook verschillen naast
overeenkomsten te onderkennen.
Wij willen daarbij niet te diep
spitten, want het gaat er slechts
om, belangstelling te wekken, die
de eenmaal geïnteresseerde le
zer dan zelf kan verbreden.
Er is onder de bronzen een ver
schijning die het symbool, of een
van de symbolen, van de renais
sancistische geest mag worden
genoemd. Dat is de ..putto", het
charmante kind-engeltje, dat in
feite een regelrechte „reïncarna
tie" is van de schalks bemidde
lende Amor uit de oudheid. Amor
moest er mee ophouden, zijn pij
len van liefde op de mens af tc
vuren. Uit de mythische wereld
werd hij overgeplaatst naar de
christelijke beschaving, maar de
putto kreeg geen functie in een
religieuze beleving.
De putto werd. goed beschouwd.
Dit bronzen reliëf, in bezit ton
de Engelse koningin, is het werk
van Massimiliano Soldani (1658-
1740). Links ziet men Ceres op
een met draken bespannen wa
gen, die door Triptolemus wordt
Geestesgesteldheid
Dit naturalisme is dus een an
der belangrijk kenmerk van de
renaissance en mede oorzaak van
de grote afstand tussen deze stijl
periode en de beeldende kunst van
onze tijd. Als uit het voorgaande
de geestelijke oorsprong van de
renaissance duidelijk is gewor
den, zal men ook beseffen dat
hier sprake is van een verschil
in gesteldheid dat alleen vanuit
de tijdgeest is te verklaren. Dui
delijk moet het tevens zijn. hoe
zeer de mens wordt beïnvloed
door de geest van zijn dagen en
dat veranderingen niet in een
handomdraai zijn te verwezenlij-
Kan de tegenwoordige mens
zich dan niet vertrouwd voelen in
de gedachtenwereld van de re
naissance? Zeker wel. Het ligt er
maar aan, van welke gezichts
hoek uit en met welke geestes
gesteldheid men de Italiaanse
bronzen benadert. De mathema
ticus, de naturalist, de beoefenaar
van schone vormgeving in feillo
ze verhoudingen, zij allen zullen
onmiddellijk contact vinden. En,
voor wat betreft de geestelijke
achtergrond, ook de individualist,
de mens van de rede en van de
logica, de mens die vanuit zich
zelf alles wil doordenken en be
schouwen.
I
I
I
•Je met Adama van Scheitema
het eerste „humanistje". sy
van een op de klassieken geïn
spireerd. maar vernieuwd schoon
heidsideaal. Niet een hemelbood-
schapper, doch personiflëring van
een nieuwe gedachte die zich in
de veertiende eeuw begon los te
maken van het godsdienstig po*
troon der middeleeuwen.
Individualisme
Toen beleefde
Hoewel er door alle tijden heen
op onderdelen hier en daar een
afwijkende mening bestond.
lboo, Hoe denken wij
tot
de
vidualisme-op-grote-schaal geen
sprake. De drang tot het indivi
dueel benaderen der dingen werd
een van de belangrijkste wezens
trekken van de nieuwe tijd. het
hergeboren worden van de klas
sieke geest, maar anders geaard
dan in de oudheid.
De oudheid was gericht op een
godenwereld die buiten de mens
Zo dit „Steigerend PaardP*
eet
de
Morgen dans
ik beter
Morgen dani Ik beter, door Con
rad van de Weetering. Ooievaar
reeks nr. 146, Uitgave Daamen N.
V., Den Haag.
I Conrad van de Weetering is
geen onbekende naam in de dans-
wereld. Hij is met het Ballet-Re-
cital meegegroeid naar het Ne-
i derlands Ballet en daarna naar
het Nationaal Ballet, waarin hij
een belangrijke rol speelt. Hij
vertelt in zijn boekje ..Morgen
dans ik beter" over zijn ontwik
keling als danser en over de dans
groep. waaraan hij vanaf het be-
5in is verbonden geweest. En dat
oet hij heel onderhoudend. Men
leest, hoe de Nederlandse ballet-
dansers in moeilijke, zelfs armza-
j üge omstandigheden hebben moe-
j ten ploeteren en hoe langzamer
hand meer waardering, ook. van
overheidswege, is gekomen. In
deze opgang heeft Sonia Gaskell.
de leidster van bovengenoemd
dansensemble, een grote rol ge
speeld en Conrad van de Weete
ring steekt zijn bewondering voor
deze energieke vrouw niet onder
itoelen en banken. Inderdaad
heeft de Nederlandse balletkunst
heel veel aan haar te danken.
Wie overigens iets tracht te vin
den over de laaste roerige ballet
aangelegenheden. komt bedrogen
uit. Conrad van de Weetering ver
mijdt zorgvuldig alle gevoelige
punten en die zijn er in over
vloed in deze kleine wereld, waar
in iedereen elkaar kent" Hij leg»
choreografieën uit. vertelt bijzon
derheden van allerlei speciale
uitvoeringen, die hij meegemaakt
heeft, beschrijft zijn eigen werk
en doet bij dit alles soms een
beetje diepzinnig-filosofisch. Zo is
het een aardig, plezierig boekje
geworden, waarin de balletfoto's
•en extra attractie vormen.
K-v.d.B.
Op dit punt bestaat ongetwij
feld verwantschap tussen renais
sance en moderne tijd. Weer is
de wereld van het christelijk den
ken in de branding, want op
nieuw zijn de geesten in beroe
ring geraakt. Men zoekt inhoud
voor een gewijzigd individualis
me. Stromingen, talrijker dan
ooit tevoren, beuken zich een weg
naar nieuwe bedding.
Het grote verschil met de re
naissance is. dat de extremen
onder ons per se niet willen te
ruggrijpen op het verleden. Hun
zoeken zal dusdoende blijken te
zijn als de stroom die ver
droogt vooraleer
een goede bed
ding is gevonden.
Omdat zij doel
bewust de toe
voer van de bron
des levens hebben
afgedamd.
Het moet inte
ressant en moge
lijk zelfs onthul
lend zün. de ten
toonstelling in
Amsterdam te be
nutten als confron
tatie met het eigen
denken. Om dan te
ontdekken, welke
gesteldheid het is
die relatie schenkt
met de renaissance
of ervan afbuigt
En of het eigen
denken gericht is
op het aardse dan
wel op het hogere.
TON HYDRA.
Al wat leeft komt terug. Maar leeft de poëzie van C. S.
Adama van Scheitema nog wel? Ze is populair geweest. Op
de omslag van de thans Verzamelde Gedichten
(een uitgave van W. L. J. Brusse's Uitgeversmaatschap-
pij N.V., Botterdam in combinatie met J. M. Meulenhoff,
Amsterdamstaat te lezen dat bij 's dichters dood in 1924
reeds 80.000 exemplaren van zijn bundels verkocht waren,
„hetgeen voor poëzie en voor dit land uniek genoemd mag
worden". Maar het getij keerde. Adama van Scheltema's fi
guur raakte op de achtergrond, eigenlijk al kort na zijn
dood. Het geheel voltooid nagelaten gedicht De Tors (in
zeven zangen) werd destijds door Nijhoff in de N.R.C. eigen
lijk beleefd afgewezen. De toenmalige jongeren voelden
reeds anders. Vooral de wijdlopigheid ondervond men als
een bezwaar: poëzie, over zeven zangen uitgesmeerd, kon
niet meer voldoen.
Tien jaar later had de literaire boek De Grondslagen ener nieu-
smaak. althans bij de toonaan- we Poëzie (1907), SCfichj;
gevende figuren, zich nog verder tegen de eenzijdige
van Adama van Scheltema's ide-
alen verwijderd. Hoewel onze
geruchtmakende
^dichter in zijn geruchtmakei
:hoonheids-
de Tachtigers en
hun decadenten („het boek van
een kerel", schreef Querido des
tijds), het pleit had gevoerd voor
een eenvoudige, sociaal bewogen
dichtkunst, de versobering die
men omstreeks 1930 begon voor
te staan had een geheel ander
karakter.
En r
van Scheltema's dichtwerk, mis
schien op heel enkele verzen na,
zo ze er al naar omkijken, wei
nig meer is dan een historische
curiositeit. Ook op de schoolexa-
C. S. ADAMA VAN SCHELT EM A
Salon-socialist
zon
En daar komt dan nu de uit-
Igavc van zijn Verzamelde Ge
dichten, waaraan toegevoegd
een achttal bladzijden „Gevleu
gelde Spreuken", zestien gebo
den voor dichters Cen andere
I scheppende kunstenaars). ge
volgd door ..Den Maatschappe-
lijken", dichterlijke raadgevin
gen om op de juiste wijze mens
onder de mensen te zijn. Wie
denkt men zich als lezers van
deze keurige uitgave van tegen
Ide vierhonderd bladzijden? Ge
zien de gemiddelde leeftijd van
de Nederlander zullen er nog
Iheel wat mensen leven, mannen
en vrouwen, voor wie Adama
van Scheitema in hun jeugd
wat betekend heeft. Hier spelen
I herinneringen minstens even
sterk mee als poëtische indruk
ken. De smaak van het grote pu-
I bliek ontwikkelt zich veel trager
dan die van de letterkundigen.
voor u besproken
Terry op de Zuldzee-ellandcn
en Terry in het land der kan
goeroes, door Bengt Danlelsson.
Uitgave N.V. Zomer en Kcunlng, Haag:.
Wagcnlngen.
Een nogal traditionele streekro-
ian over een arme boerenjongen,
tegenslagen een rij-
Schrijver dezes moet bekennen
dat het weerzien van des dich
ters werk in deze verzamelde
toestand voor hem vooral van
emotionele betekenis is geweest.
Ook kan men deze uitgave zien
als het weldadige bewijs dat het
d» literair» (du» de blij-
Ivend-literaire) waarde van zijn
werk, dan moet ik antwoorden
dat men de "erzen die nu nog
overtuigen aan de vingers van
Izijn beide handen kan optellen.
Het kan ook voor de tegenwoor
dige lezers van belang zijn dit
a aan te tonen. Want er is een
egre
eigenlijke
mentaliteit van het arbeidende
volk als Gorter en Henrictte Ro
land Holst. Victor van Vriesland
schrijft in zijn inleiding: „Ada
ma van Scheitema was. naar het
getuigenis van zijn beste vrien
den, een individualist en geen
volksman, al was hij op theore
tische gronden van dit individua
lisme een vijand... Hij was en
hij beschouwde dit als cen socia
le taak de volksdichter van
een gemeenschap. die cultu
reel weliswaar bestond maar in
wezen anders was dan hij zich
haar voorstelde." Wat was bij
de drie genoemden de kern van
het misverstand? Ze zagen in de
toenmalige „werkende stand"
tegelijk te veel en te weinig. Ze
schreven de arbeiders een poë
tisch idealisme toe, dat ze alleen
zelf bezaten (dat was dus het te
veel), maar ze onderschatten
hun intuïtie, hun algerpeon-men-
selijk dramatisch levensgevoel,
hun eigenlijke humaniteit. En dit
was het tekort. Hun stand en
opvoeding had hun een beperkte
visie gegeven, die ze nu op theo
retische en ëmotionele eronden
geforceerd verbraken. Het wa
ren niet dc dichters, maar de
redenaars en dc sprekers, die de
_iel van het volk vermochten t»
bespelen: Domela Nieuwenhuls,
Kuyper, Troelstra. Merkwaardi
gerwijze heeft toch veel van de
socialistische poëzie brede groe
pen (vermoedelijk meer van de
kleine middenstanders dan van
romantische gevoeligheid in, ou
derwetse gevoeligheid, die als I
„gesunkenes Kulturgut" ook bi I
de lagere standen aansloeg. Wat
we vandaag ook heel duidelijk I
zien is het substraat van schoon- I
heidsverering, officieel verloo
chend maar praktisch overal I
doorschemerend, als de uitge-
krabde tekst van een palimpsest.
Dat element was voor de lezer*
hc-t „literairedat ze bóven I
zich zagen en dat voor hen in de
buurt lag van de kennis en de
ontwikkeling, die ze gemist had- I
den. Maar hoeveel minder rijk I
was Scheltema's esthetisch pa
let dan b.v. dat van Leopold óf I
zelfs ook dan dat van Gorter! Ij» i
het boek staat ook „Amsterdam,
een wijsgerig leerdicht" en ik
noemde reeds de „Gevleugelde I
Spreuken", die getuigen van een
beschouwelijke trek, een trach-
ten naar levenswijsheid bij onze I
dichter. De onduldbare lengte, I
de onleesbare uitvoerigheid van
„Amsterdam" en van „De Tors' I
verraadt al het tekort aan con- I
centra tie. het onvermogen tot
flitsend denken en bondig schrij-
ven, althans het ontbreken van I
groot formaat. Deze vertaler van I
Goethes Faust. eerste deel. deze
bewonderaar van de grote Duit- I
ser, dien hij ook in zijn spreu-
kighcid probeerde na te volgen,
fladdert met zijn levenswijshe-
den op een wel geringe hoogte! I
Geen her-ontdekking i
Nee, het weerzien is geen her
ontdekking geworden. Het koea-
teren van herinneringen mag de
kritische blik niet beïnvloeden.
Maar, de lezer nebbe geduld met
i twintig dit percentage
noger hebben gelegen dan thans.
Adama van Scheitema werd ook I
in onze kringen door Jongeren I
veel gelezen. Ook bij ons was
een bepaalde sociale kring open-
geworpen voor meer kennis en I
betere ontwikkeling. Sinds 190R 1
was er een eigen letterkundig
streven, voor de eerste wereld- I
oorlog in Ons Tijdschrift, daarha
in Opgang, Opwaartsche Wegen
en De Werkplaats. Adama van
Scheitema was onze oudere I
„neef". Ook wij wilden ons ont
worstelen aan de invloed van de
Tachtigers cn wensten een kunst I
die door idealisme gedragen I
werd. Ook wij streefden naar
culturele verheffing van het volk I
in zijn brede lagen Des dichters I
definitie van het gedicht, dat 1
volgens hem was „een muziek-
stuk van woorden en gedachten, I
dat door zoveel mogelijk mensen I
moet kunnen worden begrepen",
vonden wij belangrijk en veelbe-
lovend. Wel moesten wij, even- I
als bij Gorter, meesmuilen om
de malle idealisering a
meid in de keuken laadde de
volksroman-in-afleveringen met
haar eigen levenstragiek. Zo
was het oök de creatieve fanta
sie van de lezers, die Adama
van Scheltema's verzen maakte
tot wat ze niet waren. Voorts
zat er veel negentiende-eeuwse
deed. Ook zagen" wij toen al heel
wel het verschil tussen Adama's I
beste verzen en het vele retori-
zeventig jaar
Een vooral in onze kringen
geliefde en bekende schrijfster
hoopt zondag a.s. haar zeven
tigste verjaardag te vieren:
mevrouw Nelly van Dijk-Has,
wier boeken al sedert 1915 met
een vrij grote regelmaat ver
schijnen en die in 1935 in de
Uitgeverij .J H. Kok N.V. te
Kampen haar vaste „afnemer"
heeft gevonden.
Nelly van Dijk-Has debuteerde
in 1915 met „Zusterliefde bij
Kirchner in Amsterdam en ieder
jaar «soms ook wel eens twee
keer per jaar. of dan weer met
een tussenruimte van enkele ja
ren): verschenen van haar hand
de
die
n po-
sitief-christelijke inslag ook
altijd een zeer boeiend en lezens
waardig gegeven hadden. In 1921
kwam zij voor het eerst^jij haar
huidige uitgever, de firma Kok
Toen verscheen daar „Haar roe
ping", een roman die twee her
drukken zou beleven.
Maar 1935 was dan toch het
jaar. waarin Kok de intussen be
kend geworden schrijfster aan
zijn fonds wist te verbinden.
In dat jaar namelijk kwam
„Jeugd steigert" uit en boven
dien nog het meisjesboek „Pam".
Nelly van Dijk-Has vertelt in
haar werken een verhaal in een
sobere trant, bij haar zal men
vergeefs naar literaire opsmuk
zoeken en het zijn vooral de
liefhebsters van een gemakkelijk
leesbaar en op Christelijke leest
geschoeide roman, die zij volko
men aan zich heeft weten te ver
plichten.
Haar roman „Bab West die
tot dusver een lange reeks van
zestien bij Kok verschenen boe
ken heeft besloten, oogstte vo
rig jaar veel en verdiend succes.
En zeer binnenkort wacht de be
wonderaarsters van deze nu bij
na zeventigjarige schrijfster al
in december van dit jaar zal in
dc V.C.L.-serie van Kok „Caro
line's dochter" het licht zien.
de Naties, krijgt in Terry op
Zuidzee-eilanden opdracht, op de
ze eilanden onderzoekingen te doen milde sfeer
en daarover rapport uit te bren
gen. De familieraad vergadert
en besluit, dat allen meegaan:
meneer en mevrouw. Terry en
zijn zusje Elisabeth en oma. Oma
zal ervoor zorgen, dat Terry en
Elisabeth hun schriftelijke lessen
leren. En dan komen de avontu
ren, in een adembenemend tempo.
Als we erover zouden schrijven,
dan zou een pagina niet voldoende
zijn. Daarom nemen we maar
liever direct een overstapje naar
Terry in het land der kangoeroes.
Bofferd Terry doet na zijn
thuiskomst van de eilanden met
goed gevolg
besluit, naar
bourne te gaan en Terry
naar Australië om daar zijn"post
zegelvriend Freddy White een be
zoek te brengen. Opnieuw olijvzr
de avonturen niet uit. Ze zijn. zc
mogelijk nog spannender.
Bengt Danielsson is niet alleen
een goed verteller, hij geeft de le
zers ook een zeer goed beeld van
het gebied, waarin de avonturiers
zich bevinden. Zo werden het ook
staan ook wel toegepaste wetenschap,
rake dingen in. Maar door het tij hij enkele algemene opmerkin-
plotseling te laten keren, gaat gen maakt, die liggen op wijsge-
worden geleefd. Heel de
de schrijver de aangeroerde Ie- rig. historisch, staatkundig, socio- menleving. zoals Mailer
gemakke- logisch en economisch terrein.
Hij heeft deze opmerkingen in
algemeen verband gemaakt.
t haar
sche en verbalistlsche maak
werk er tussen door. Maar voor
de dichter van Dc Kerende Kud- I
de hadden wij een genegen eer-
bied. die in de lengte van dit ar
tikel nog nawerkt Des dichters
dilettantisch socialisme was I
daarbij volkomen onschadelijk.
Verder weg I
INu. de muziek is uit de heden- I
daagse poëzie verdwenen en de I
alcemenr h*Vrl<n»)ilV)iai>< «mr.
Theorie der sociale pol
door prof. dr, .1. H. M.
der Ven. Uitgave 11. E. Sten-
fert Kroeae N.V., Lelden.
ecn '-uive/ begripsmatige wijze dat dit knappe talent" gebezigd staan
Een publicatie die ongetwijfeld van benadering. Het tweede déél moest worden om van zulk een I de ru
dankbaar zal worden ontvangen handelt over de maatschappelij- tragische decadentie tekening 1
de praktijk te ke kringen en organen, die als geven.
Scheitema bestond, is verder I
g dan ooit. Tegenwoordig I
eft de poëzie vaak het ruw*
loëtische materiaal,
door allen, dii
met maken hebben WIBWi >K, TOV1
Zün vader Poli,tiek _,Er wordt «een algeme- politieke proces optreden. De
congres in Mei- EL,itTr "Ei3 g£ dfrneming. ^de^vakvereniging
tekent, is gespeend van besef
moraal en religie. Op hun beste
ogenblikken zijn de hoofdpersonen I
op zoek naar waarden in het le-
ven. doch niet dan nadat zij ver-
behandeling van bijzondere so- moeid zijn van sexualiteit, die I
ciaal-politieke vraagstukken. Het hier niet zelden dc vorm aan- I thans ziin"nèrinónlilke vn-Vi<-r
eerste deel van het bock geeft neemt van promiscuïteil Jammer van. maken moei Dc arbeiders*
zuiver begripsmatige wijze dat dit knappe talent gebezigd i staan niet meer als paarden bij
ruif der kennis (Gorter), of
hun werk
poëtische materiaal, waarvan de I
lezer het eigenlijke gedicht, al- I
dc sociale handelend subject in het
al-
i Scheitema
boden, maar dat is ook niet de ook dc verhouding van staat
bedoeling van prof. Van der Ven. bedrijfsleven komen daarbij aan
Dc schrijver, die hoogleraar is de orde. Een boek dat waard is
aan de Katholieke Economische ter nai.d 'e worden genomen door
Hogesch«pol te Tilburg en buiten- allen, die werkzaam zijn op het
de sociale politiek.
Griezelverhalen uit Japan
door Kdogawa Rampo Be
werkt door Havank. Uitgave A.
W. Bruna Si Zoon, Utrecht.
gewoon hoogleraa:
universiteit te Nijmegen, neemt
zelf het standpunt in. dat naast
de beschrijvende, causale en spe
culatieve sociale wetenschap
pen niet een algemene leer der
politiek als zelfstandige.
Dit is -
social.
leerboeken. Beide boeken komen op kennisverkrijging gerichte tak Kliphui!
.4 i. i.i__ van wetenschap bestaal. Prof. Amerikaanse auteur
Van der Ven heeft in dit boek nende, zij het knap
de sociale politiek gezien als een roman over lege levens, zoals zë
sterk in aanmerking
plaatsje in de zak van Sint-Nici
laas.
Voor de lezer die van griezel
en gruwcl-verhalen houdt, is deze
Japanse Edgar Allen Poe «?cn
Rebellie In Hollywood, door schrijver bil uitstek Acht vertcl-
Norman Maller. Uitgave A. W. lingen in eén pocket betekenen
Bruna A Zoon, Utrecht. even zoveel avonden van huiveren.
Voor ons Westerlingen zullen
in vertaling van J. F. ondanks onze afkeer van rassen-
deze vermaarde discriminatie de Oosterlingen
sen schrij- een onbegrepen volk blijven Wie
geschreven dit boekje leest, zal het wellicht
eens zijn.
te kijken na^r de heerlijke I
vrucht, die hii in zijn hand houdt
(zie het gedicht „Socialisten-
I mars" (bl 35»; de „maats" in- I
I teresseren zich niet meer voor
„de juwelen in hun borst" (zie
I „Dc Gravers" bl 34». maar be-
zitten televisietoestellen, brom- I
mers, wasmachines, scooters, en
de vrouwen dragen imitatiejuwe-
I len op hun borst. Het zij hun I
van harte gegund, maar poëzie I
Iis cr niet meer bij. Wel voetbal- I
wedstrijden. Arme socialistische
idealisten, waar is uw gouden I
tijd gebleven?
C. RIJNSDORP, I