„KERSTMAN"
Zwitserse dominee Hellstern SARIE EN JAN 1
De Kerk en haar dienaren
WERD DIAKEN VAN DE WERELD
Niet naar
bioscoop
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 25 NOVEMBER 1961
Hij stierf niet
Duizenden hindoes zijn onlangs teleurgesteld naar
huis gegaan, want de geprofeteerde dood van hun hei
lige Bhagwan bingh ging niet door.
Te Ludhiana. ongeveer 275 kilometer ten nooordweaten
van New Delhi had zich een grote menigte verza
meld om de heilige te zien sterven. De oude man van
87 jaar had bekendgemaakt, dat hij zijn lichaam des
morgens om 10 uur zou verlaten.
De gebaarde profeet, die zegt in 1908 het ..goddelijk
licht" gezien te hebben, trad kort voor 10 uur uit
een tempel naar buiten en ging op een speciaal po
dium liggen om te sterven. Een
klaar.
i lijkkist stood reeds
Toen hij niet op de vastgestelde tijd overleed, werd
bekendgemaakt, dat hij besloten had op aarde te blij
ven. omdat het volk dat wilde. De Hindustan Times
evenwel meldde, dat de duizenden zeer teleurgesteld
naar huis gingen.
Het is duidelijk dat de mens niet over zijn eigen le
ven kan beschikken, omdat het leven ons niet toebe
hoort. Daarom kan onze geest zich niet van ons li
chaam scheiden op het moment dat het ons goed-
Uwe handen beveel ik mijn Geest" en we lezen dan
dat Hij het hoofd boog ..en gaf den geest". Dat deed
Hij niet in het hedendaagse spraakgebruik maar in
een actieve betekenis van het woord. Wat de heilige
Bhagwan Singh niet kon, deed Hij. Christus kon zelf
de geest geven, omdat Hij de Weg. de Waarheid en
het Leven is. Het leven was Zijn leven, maar ons
leven is Gods leven. Wij kunnen er niet mee doen,
wat we willen en we zullen verantwoordelijkheid aan
God moeten afleggen over datgene, wat we er mee
gedaan hebben.
T"\E verbindingen tussen de bezette landen en het neutrale Zwit
serland waren gedurende de oorlog 1940-'45 vanzelfsprekend
beter dan die met andere landen. Zo wisten de Zwitsers over het
algemeen wei hoe de zaken in Nederland er voor stonden, terwyl
bovendien de z.g.n. vluchtweg welke over Zwitserland naar Engeland
liep belangrijke informaties over het bezette Nederland in Zwitser
se kringen over de toestanden in de bezette landen opleverde.
Ergens in Zwitserland woonde een eerzame dominee, die naast
het werk voor en in zyn gemeente, het als een noodzaak zag by het
beëindigen van de oorlog hulp te bieden aan die landen, die het
ergste waren getroffen. Bovendien had deze predikant voor '40 goede
betrekkingen met Nederland zodat ons land sterk in zqn gedachten
leefde om, wanneer het zover was, hulp te gaan bieden.
Een van onze medewerkers had on
langs in Zürich een gesprek met ds. D.
Hch. Hellstern, de leider van het zoge
naamde Zwitserse „Hilfswerk". Hij was
de eerste Zwitserse predikant, die na
de bevrijding Nederland binnenkwam
en als gevolg van zijn werk werden
honderden Nederlandse kinderen naar
Zwitserland gebracht om weer op krach
ten te komen. Zo begon een werk, dat
zich op het ogenblik tot alle uithoeken
van de wereld uitstrekt. Ds. Hellstern
heeft bewezen dat een klein land in
geven groot kan zijn.
Wij spraken met de
Ds. A. K. Straatsma schreef
eens het volgende:
's Avonds voor het naar bed
gaan- nog even een „ommetje";
dat doe ik graag. Meer men
sen doen dat. Sommigen doen
het met hun hondje en ande
ren met hun post.
Vaste klanten zijn er. Wij ken
nen elkaar van gezicht. Wij
spreken elkaar niet aan. Dat
doet een welopgevoed mens in
Den Haag niet. Alleen kijken
Hrij elkaar even aan, waarmee
wij bedoelen: jij bent er dus
ook weer. Vaste klanten.
staat niet, taant jij bestaat Engeland gedaan, in Amerika.
niet."
Het mannetje begon schamper
te lachen. Zo, besta ik niet?
Maar waarom waarschuw je
dan zo nadrukkelijk tegen mij,
als ik niet bestaIs dat jouw
werk om tegen windmolens te
vechten?
Even stond ik met de mond
vol tanden, maar dat duurde
niet lang. Ik gooide het over Omdat hij zo
de wijsgerige boeg, daar ben
ik nopal sterk in, en zei: je
kunt tegelijkertijd bestaan en
niet bestaan. Maar dat mag je
niet
Deze eerzame dominee was te
vens redacteur van het jeugd
tijdschrift „Jonge Kerk" en door
middel van dit orgaan zag hij
al in onze hongerwinter kans een
bepaald bedrag aan giften voor
hulp aan Nederland, na de oor
log bijeen te brengen. Deze hulp
zou bestaan, aldus de ged achten-
gang van de weleerwaarde, door
bijv. 1000 kinderen In de gelegen
heid te stellen in Zwitserland
nieuwe levensblijheid, gezondheid
en energie op te doen.
Door de Wereldraad van Ker
ken, in de persoon van dr. W. A.
Visser 't Hooft, mede attent ge
maakt op het vele dat er moest
worden gedaan, en met hulp van
allerlei instanties vertrok ds.
Hellstern met een trein uit
Zwitserland waarmede een groot
aantal Nederlanders reisden, die
na velg jaren gastvrijheid te heb
ben genoten in het neutrale Zwit
serland, naar hun eigen land te
rugkeerden.
Het zuiden was .inmiddels be
vrijd en bij het vertrek uit
Zürich hoorden de reizigers dat
ook Noord-Nederland vrij was.
r De trein reed tot Eindhoven.
weet je niet meer, dat ergens Daar werd een Rode-kruis-auto
in Amerika, toen jij uit de gerequireerd die enkelen van de
trein stapte, de muziek je met reizigers tot Den Haag zou bren-
een adventslied verwelkomde? «en en door, verwoeste Rot-
AU 11= me Herinner „a.
«fiw u°»onbekende, die hem door relaties
poorten wijd, wie is het die was aanbevolen, aanbelde...
daar binnenrijdt"? Is dat erg Het bleek een directeur van
of niet. En nu ben je bezig de een verzekeringsmaatschappij te
zaak bij ons kapot te maken. r.ijn, die eenvoudig niet kon ge-
'"Z'SZTT'k "JSL.bJLS'KiinuHLiwert. maal,,. Ham
brievenbus, in 't schemerdon
ker, een wonderlijke verschij
ning. 't Leek de kerstman, zo
uit de etalage weggestopt. Ik
deed van schrik een paar pas
sen achteruit en zei: dat be
staat niet. Ter verduidelijking
voegde ik er aan toe: ,JJat be-
Wij gaan nooit meer naa
bioscoop, want:
a. ala kinderen moesten w
nu willen we niet meer;
b. niemand groet
loven dat er zomaar een predi-
gauw geen antkant uit Zwitserland was geko-
woord wist, werd hij hatelijk. men en in zijn verbouwereerd-
Pas maar op, zei hij, straks heid de bezoeker op de stoep ont
kom ik nog bij jullie in de ving, zich daarop zette en dc
kerk! Toen maakte ik met m'n man-uit-Zwitserland uitnodigde
stok een dreigende beweging, "aa®1 ,te Saan "tten. Zo
h'' tatd. i'de'Th^t/r.ild naar de"
zich plotseling m het mets op- verhalen van onrecht, bezetting.
deportage. gruwelen, honger
te gaan. Eigenlijk ben je niks. Maar onder de verdwijning door angst, van drie uur tot zeven v
mensen hebben je gemaakt. Je
bent een miserabel sprookje.
Ik zou geen bezwaar tegen je
hebben en je sprookje niet
eens miserabel vinden als je je
bijv. met de St. Nicolaas asso
cieerde. Maar die naam, zie
je, ..Kerst", die mooie naam
maak jij kapot.
Hij schudde rijn hoofd en zei:
je begrijpt het helemaal ver
keerd. Goed, ik ben een
sprookje, maar het sprookje
behoort bij het kind. Ik ben
jullie bondgenoot. Ik maak
jullie feest gezellig en huise-
debiteerde hij nog een hatelijk- op de stoep gezeten....
heid: ,Jij bent zeker een erge Terwijl ds. D. Hch. Hellstern
ztoare." Dat meende ik te dit zit te vertellen uit zijn herln-
verstaan en ik moest er om neringen aan die dagen vlak na
lachen, want dat was de eerste de oorlog, zegt hij plotseling:
kaar in m'n lenen, dot ik een ""i"» seka-
eumr, dominee «enoemd ben. ^odiff,"
bellen" maar ik herinner me
als de dag van gisteren dat er
één winkel open was waar zure
voor de BU- "jf J-g1
bel se Geschiedenis, door Anne te krijgen was!"
de Vrlea. Uitgave J. H. Kok
N.V., Kampen. Hulp begOP
mie Aeinr j. v Pj2e."e®e,ld? druk van de be- Binnen enkele maanden na het
l\jk, door rrni gaan de kxnde- kende kinderbijbel van Anne de bezoek van de Zwitserse predi-
df a°ht kant aan Nederland gingen 1000
ren ernaar verlangen.
Vries is verschillend
als we
V h_oor vcel_ esthetischer afgewerkt.^ De en het leed van de oorlogsjaren
c. het gaat alleen maar om ons
geld;
d. de directeur ia nog nooit bij
ona aan hnia geweeat;
O. de menaen doen toch niet wat
de film hun voorhoudt!
daar aan te sterken
- .ov.iv.iov.uci uigcwci hl, ue on het leed van de oorlc
dat je bezig bent mij gelijk te medewerking van Hcrm. F. Scha- te proberen te vergeten.
geven? Dat is het nou juist. fer. een kunstenaar van Europe- De Zwitserse kerken hadden in-
Jij brengt de kinderen de ge- se vermaardheid, is hier in de middels een bedrag van 2 mil-
dachte bij, dat het Kerstfeest eerste plaats debet aan. Voortref- ioen Zwitserse franken hüeen ee-
een sprookje is, een pretmake- *«üjke illustraties van moderne bracht om te helpen daar waar
- allure, in psychologisch opzicht het nodig was. De kerkelijke au-
geheel aansluitend bij de geest toriteiten zeiden tegen ds. Heli-
van het kind, doorspekken het ge- stern: „Jij kan 't geld gebruiken,
heel. Er zijn er niet minder dan ga je gang maar"
118, waarvan 70 in kleurendruk! En toen reisde ds. Hellstern
(Elizabethbode) Dat heb je op veel plaatsen i
naar Polen, naar Oostenrijk, naar
Tsjechoslowakije, naar Duits
land (Kiel, waar de d.p.'s een el
lendig leven leidden), naar Hon
garije, naar Frankrijk, naar Ita
lië, naar Spanje, naar Portugal,
overal proberend te helpen.
Hier medicamenten brengend,
daar geld afgevend om barakken
te bouwen, elders schoolbehoeften
uit te delen, kleren ter beschik
king te stellen, voedsel te verzor
gen, enz. enz.
Naar Oostenrijk ging een aan
tal spoorwagons vol medicamen
ten. ook naar Tsjechoslowakije
werden geneesmiddelen gebracht
en daar gebeurde het dat ds.
Hellstern in een ziekenhuis moest
worden opgenomen met difterie,
waar hij na 5 weken kon worden
ontslagen en maar meteen door
reisde naar Wenen waar ook hulp
op andere wijze moest worden
geboden.
En zo kwam ds. Hellstern tot
Hulpwerk vanwege de Zwitserse
kerken, de organisatie door hem
in het leven geroepen en sinds
vele jaren met de naam H.E.K.S.
aangeduid (Hilfswerk Evangel.
Kirchen der Schweiz)
Inmiddels werd door radio, te
levisie. telegraaf, en straaljagers
de wereld kleiner, maar de op
gave tot hulpverlening groter, al
dus de man van het Hilfswerk
die we ergens in Zürich troffen
en die inmiddels, nadat de groot
ste ellende van de na-oorlogse
tijd zoveel als mogelijk was.
was geholpen, zijn werkgebied
verder heeft uitgebreid cn aan de
Jonge Kerken in Afrika, in Hong
kong. in dc Kongo, en daar waar
hulp nodig is, hulp biedt.
De Zwitserse protestantse be
volking gaf in 1960 meer dan vier
miljoen franken voor dit werk en
het respectabele staatje van uit
gaven laat ons zien, dat hiervan
voor de vluchtelingenhulp in Zwit
serland bijna 1 milioen werd uit
gegeven. aan België 35000. aan
de D.D.R en Berliin 140 000. aan
Finland 800, aan Frankrijk voor
Denken en schrijven
JLS men aangetekend is, merkt men dat speciaal aan één
ding: men is opeens van belang geworden als potentieel
koper van alles en nog wat. Meubelleveranciers, radio- en
televisiespecialisten, leurders met duizend en een belangrijke,
onbelangrijke, doeltreffende en absoluut overbodige appara
ten komen als bijenzwermen aangonzen en bieden dit alles
tegen volstrekt belachelijke prijzen te koop aan. Dat wil zeg
gen: de prijzen zijn niet voor de poes, maar je kunt de
diverse spullen aan- of afbetalen, en zo op 't eerste gezicht
lijkt dat geen kunst. Je hebt er maanden en maanden de
tijd voor. Of je er al die maanden en maanden ook het geld
voor zult hebben, is een tweede vraag.'
Uit de praktijk van een
MAATSCHAPPELIJK
WERKSTER
In Congo cn in Algerije en op vele
andere plaatsen uaar nood heerst
probeert de H.E.KS. van de Zwit
serse predikant ds. D. Hch. Hell
stern hulp te bieden.
GELUKKIG. Sarie laat zich
niet gauw van de wijs
brengen. Ze weet wat een huis
houding kost en negen van de
tien leveranciers in hope krij
gen bij haar geen enkele kans.
Als ze lyrisch worden over de
mogelijkheden van hun aanbiedingen, zegt Sarie afwisselend:
„Man, laat naar je kijken!" of „Man, laat je nakijken!" en beide
uitdrukkingen zijn even kort als veelzeggend. Maar er is één
uitzondering en dat is die ameublementenknaap, die zo'n droom
van 'n dressoir, tafel, stoelen, fauteuils en slaapkamerinrichting
presenteert tegen 'n zo zot lage prijs en met dermate gemakke
lijke condities dat ze bijna zonder meer overstag gaat Bijna!
Er is alleen één hindernis: zelfs de zot lage allereerste storting
faat haar financiële mogelijkheden verre te boven. En dus zegt
arl« „Ik moet erover denken!" en de man meent dat daar
mee alles in kannen en kruiken is en zegt: „Zet hier dan alvast
even uw naam!" en hij biedt een koopcontract aan, dat uitge
kookt mag heten. „Dan houd ik 't voor U vast!" voegt hij
er aan toe, net alsof dit een handgesmeed kunstwerk is, waar
van er ter wereld slechts één exemplaar bestaat.
„As ik schrijf, hoef ik niet te denken!" antwoordt Sarie
„En as ik denk, schrijf ik niet!" Waarmee ze in feite ieder
een. die boeken en artikelen publiceert rechtuit voor schut zet,
maar dat bedoelt ze er niet mee.
„U moet het zelf weten!" waarschuwt de colporteur en
legt 'n zekere dreiging in zijn stem.
„Dat moet ik!" beaamt Sarie, en ze krijgt zo'n lachbui
dat de meneer al zijn spulletjes maar weer inpakt en opstapt.
Maar onderwijl heeft hij dit Eva'tje een appel getoond, die
haar niet meer met rust laat En dus wandelt ze op 'n dag
naar Therma en legt haar 't probleem voor. Zo en zo, maar
hoe kom ik om te beginnen aan driehonderd gulden. Het is 'n
moordressoir, het zijn moordstoelen en het is een moordledi-
kant, en je trouwt ten slotte maar één keer....
ER ZIJN in deze mededelingen elementen, die Therma ho
gelijk aanstaan. Dat Sarie van plan is maar één keer te
trouwen bijvoorbeeld. En dat Sarie zo'n reële keus heeft. En
dat Sarie zich bij haar vervoegt, om nadere raad en bijstand.
Als dat meer geschiedde, zouden we misschien iets minder
'n welvaartsstaat zijn. maar we zouden meer welvarende men
sen hebben: schulden knagen op den duur aan je zielsrust!
Therma denkt aan 't paartje, dat de dakspanten moest doorza
gen om 'n metershoge pronkkast te plaatsen en dat stomver
baasd keek, toen het dak sierlijk doormidden boog en zich op
dit meubel te rusten legde, waarbij bleek dat het aangekon
digde sterke eikenhout beslist niet in soliditeit kon wedijveren
met zo'n ordinaire spant.
Aan de andere kant zijn er in Saries probleem ook onaan
gename details. Want wat is het zielig als je maar één keer
trouwt en je kunt dan nog niet eens je eigen smaak volgen.
En wat is het gevaarlijk om dan toch maar te gaan spelen
met de gedachte dat 't geld later wel in orde zal komen....
Tricrma moet er echt eens over nadenken wat ze zal advise-
„Wat denk je er zelf i
is haar stereotype vraag,„K
omdat Sarie haar gedachten al uitvoerig onder woorden heeft
gebracht.
„Dat zeg ik toch!" verklaart Sarie ad rem. „Ik heb om
te beginnen al honderd gulden te weinig, en daarom heb ik
die vent met zijn contract de deur uit gewerkt!" „Dat is
flink!" prijst Therma „Denk eraan: teken nóóit zo'n
stuk! Maar wat anders: is er wel plaats in je kamer voor
dat dressoir en de rest?" En dat is 'n practische vraag, waar
op Sarie geen antwoord weet. ,,Ik ga gauw effe kijken...," be
sluit ze. Ze wacht niet eens af of Therma bij enorme kamer
afmetingen kans zou zien geld te verschaffen!
WIJKPREDIKANT
de bouw van protestantse kerken,
aan Frejus. aan kinderhulp
132.000. aan Griekenland voor de
bouw van een kinderhuis, voor de
bouw van een bejaardentehuis
voor vluchtelingen, bijna 100.000,
aan Italië 45.000, aan Joegosla
vië bijna 200.000, aan Oostenrijk
308.000. aan Polen 70.000. aan Por
tugal voor dc prot. kerken aldaar
12.000. aan Spanje voor 42.000
Zwitserse franken en ondanks dat
alles laat het eindbedrag nog een
voordelig saldo zien. 600.000 fran
ken. dat io 1961 weer zal ge
bruikt worden om samen met het
geld dat in dit jaar bijeen komt,
weer nieuwe projecten te gaan
opzetten overal in de wereld.
Er waren enige maanden gele
den 19 Angolese studenten uit
Portugal gevlucht. Ze werden op
te*'" het Zwitserse „Hilfs-
Ook deze moesten ondergebracht
worden en verder leren. Frank
rijk zei „alles best. maar eerst
die 19 uit het land. voordat we
die 42 knapen weer binnenla
ten" Het gebeurde. De 19 zijn
in Zwitserland op de universiteit,
de 42 zullen straks volgen....
Vanaf 15 september a.s. zullen
per dag in Hongkong, dank zij
de Zwitserse hulp 500 mensen een
half pond rijst ontvangen en 500
kinderen 2 blikken gecondenseer
de zoete melk iedere week....
Een kleinigheid bij alle ellende
die er in Hongkong is. maar een
begin, want ds. Hellstern is er
vast van overtuigd dat bione.
heel korte tijd deze 500 mense
en kinderen duizenden zullen zij
die geholpen worden. l
Zweeds brood hebben wij 1
Nederland ontvangen in de b»
nauwdstc dagen van de bezetting
Zwitserse levensmiddelen werd el
in 1944 en 1945 uitgedeeld aan d
noodlijdende bevolking van N« I
derland. WIJ Nederlanders wetei
wat het betekent wanneer g«
holpen wordt. Het is om diep j
hoed af te nemen voor wat hl
Hilfswerk in het kleine Zwltsei
land vanaf 1945 heeft gedaan e
nog doet. De stuwende krach
van dit alles is de predikaz
Hellstern in Zürich, die door zij'
kerk vrijgesteld zich aan di
werk heeft gegeven en het nie
anders vindt dan zijn chrtstez
plicht.
(Van een onzer medewerkers)
Het beroepingswerk blijft
in de protestantse kerken de
gemoederen bezighouden. Zo
wel de kerken, de meerdere
vergaderingen als bepaalde
groeperingen in de kerken wij
den aandacht aan deze zaak
en daarbij klemt met name
de vraag, hoe In de huidige
situatie verbetering kan wor
den gebracht. Wij herinneren
hier allereerst kortelings aan
het mutatie-rapport, dat in de
Hervormde kerk aan de orde
is geweest. De cijfers,
der dan achttien procent van
de predikanten dakr is nooit
van standplaats verwisseld
en tweehonderd predikanten
mochten dat genoegen slechts
eenmaal smaken. Natuurlijk
kan men maar niet zonder
meer aan het overplaatsen
gaan om so alle aan het be
roepingswerk blijkbaar kle
vende bezwaren en werelds»
practijken te ontkomen.
Niet alleen in de Ned. Herv.
Kerk is de zaak urgent. Ze heeft
ook gediend in de kring van de
Evangelisch Lutherse Kerk.
De synodale commissie heeft
een studiecommissie ingesteld
omdat de huidige gang van za
ken ook dikr niet bevredigt
Men is van oordeel, dat sommi
ge predikanten te lang op hun
standplaats blijven en aat de in
stanties, die een beroep moeten
uitbrengen, over te weinig gege
vens beschikken om te kunnen
komen tot een keuze, die ver
antwoord heten mag. Een gro
tere nivellering van de tracte
menten acht men voorwaarde
voor een betere regeling van
het beroepingswerk. Een ver-,
trouwenscommissie, die de be
voegdheid heeft om de vijf jaar
te zien of overplaatsing gewenst
is en die om ae tien Jaar dwii>
Send zou mogen optreden wordt
oor de commissie wenselijk ge
acht Aangezien het rapport
aan de kerkelijke vergadering
zal worden voorgelegd kunnen
we eerst gevoeglijk afwachten
wat er terzake straks uit de bus
zal komen.
Wij willen in dit artikel meer
aandacht wijden aan de gang
van zaken met betrekking tot
het beroepingswerk op de jong
ste generale synode van de Ge
reformeerde Kerken, dit Jaar te
Apeldoorn gehouden. Waar de
kwestie In deze kerken op de
meeste van de meerdere verga
deringen heeft gediend en men
daar tot een bepaalde beslissing
gekomen is al was het dan
ook helaas een negatieve
daar is het dus geoorloofd de ge
dane uitspraak eens nader te be
zien en te toetsen. De generale
synode van Utrecht-1969 be
noemde deputaten „voor advies
inzake de practijk van het be
roepingswerk". Deze synode
kwam daartoe, omdat zij over
woog „dat de huidige practijk
van het beroepingswerk voor
Semeenten en predikanten bel»
e belangrijke schaduwzijden
heeft", waarom het „aanbev»
ling verdient na te gaan of en
in hoeverre het mogelijk zal zijn
de bestaande bezwaren op te
heffen en een betere methode
aan te wijzen". Deze deputateo
waren de predikanten G. Laar
man te Utrecht (voorzitter), G.
Smeenk te Almelo. C. P. T. Rij
per te Watergraafsmeer en de
ouderlingen S. Melse te Leiden
en J. v. Bolhuis te Enschede.
De puts ten hebben aan de syno
de een vrij uitvoerig rapport
uitgebracht. Daarin wijzen zij er
op. dat van de besluiten van de
synoden van Sneek-1939 en
Leeuwarden-1955 inzake ruiling
tussen twee kerken en twee pre
dikanten in de practijk weinig
of niets terechtgekomen is. De-
putaten zagen bij hun opdracht
twee aspecten naar voren ko
men, nl. a. een betere methode
voor het gewone beroepingswerk
en b. verwisseling van stand
plaats van dienstdoende predi
kanten. Deputaten zien ook gro
te herwaren tegen de huidige
gang van zaken bij het beroe
pingswerk. In een in Utrecht
te vestigen bureau, dat gege
vens verzamelt, preken per wi
re-recorder laat opnemen, enz.
zien zij geen heil.
Zij achten dat de gegevens,
die verkregen worden voor een
groot deel „dood" materiaal
zal zijn, dat geen rood beeld
reeft. Ook kunnen de hoorcom-
mlsslea hierdoor niet vervallen.
hun rapport in op de verwisse
ling van standplaats van dienst
doende predikanten. Hoewel al
le overdrijving schaadt kan
niemand ontkennen „dat er bier
aan de practijk van het beroe
pingswerk bezwaren kleven, die
resulteren in een veelzijdige,
niet te verantwoorden muta
tie van het predikantencorps".
Deputaten staan in dit verband
nader stil bij het mutatie-rap
port van de Ned. Herv. Kerk en
wijzen op de gedachte waar
van de nieuwe kerkorde in de
Geref. Kerken uitgaat, n.l. de
zelfstandigheid van de plaatse
lijke kerk, ook wat het beroe
pen van predikanten betreft.
Het moet hen evenwel van het
hart. dat zij de practijk van het
beroepingswerk overziende „zich
niet kunnen ontworstelen aan
de indruk, dat er een zekere
verwereldlijking is ingeslopen",
waarbij de vraag opkomt „of
soms niet al te veel gehandeld
wordt naar het in de commer
ciële sfeer zo geliefkoosde: „za
ken zijn zaken". Het belegeren
door hoorcommissies van jonge
predikanten, wat voor hen een
ware bezoeking betekent, waar
om ze besluiten maar een be
roep aan te nemen, oordelen de
putaten ongewenste pressie en
een ernstig duperen van ge
meenten, die soms midden in
de opbouw haar predikant moe
ten missen. De kerk is kerk
van Christus en daarom moet
zij zich altijd door hoge ethische
normen laten leiden. Voor een
geheel opheffen van de moei
lijkheden achten deputaten de
zaak te gecompliceerd en kerk
rechtelijk te fijngevoelig.
Poging
pnUten geen aanbeveling, maar
„het op bescheiden wijze zich
beschikbaar stellen voor een
eventoeel beroep Is niet af te
ken ren."
De poging van een predikant
om in de publiciteit te komen
signaleren zij als een kwaad.
De striktste eerlijkheid moet
hier aan beide kanten worden
betracht.
Uitvoerig gaan deputaten in
De practijk van het beroepingswerk
Toch wilden zij een poging
wagen om verbetering te bren
gen. waarom zij de synode voor
stelden te besluiten aan alle
kerken een herderlijk schrijven
te richten waarin er op gewe
zen wordt dat zij zich hebben
te houden aan wat de synode
van Leeuwarden bepaalde inza
ke de termijn, die men bij het
beroepingswerk in acht heeft te
nemen. Voorts hebben de ker
ken zich te onthouden van on
eerlijke concurrentie en wereld-
gelijkvor
moeten
zich vormen en zich niet teveel
laten leiden door de publiciteit
van op dat ogenblik veel voor
komende namen van predikan
ten. Ook hebben zij zich reken
schap te geven, dat de sprong
van een kleine gemeente naar
een grote of stadsgemeente be
paalde bezwaren hebben kan.
Het is gewenst er zo veel mo
gelijk naar te streven geen be
roep uit te brengen op een pre
dikant, die reeds een beroep in
beraad heeft. In rapporten over
predikanten, die bezocht werden,
moet de nodige soberheid en
eerlijkheid worden betracht. In
formaties moeten worden inge
wonnen bij betrouwbare perso
nen in naburige gemeenten en
bij kerkvisitatoren, want dit
komt een objectief oordeel over
de predikant zeer ten goede.
Deputaten achten het wenselijk
bij het beroepingswerk geen
leeftijd vast te stellen opdat
uitstekende predikanten niet
a priori uitgeschakeld worden.
Eindelijk stelden deputaten de
synode voor een deputaatschap
van bijv. zes personen in te
stellen uit verschillende delen
van het land, bestaande uit
mannen, die het vertrouwen
van gemeenten en predikanten
hebben. Daartoe zou een ieder
zich om advies kunnen wenden.
Dit deputaatschap. dat het ge
hele veld overzien kan. zou ook
goede raad kunnen geven als in
bepaalde gemeenten nodig eens
verwisseld moet worden. Hun
adviezen zouden zowel naar de
gemeenten als naar de predikan
ten kunnen uitgaan. Laatstge
noemden zouden daar ook hun
verlangens kenbaar kunnen ma
ken, opdat het deputuntschap
iets voor hen zou kunne!» doen
De synode stelde hef rapport
van deputaten in hanten van
commissie II. die de kerkrech
telijke zaken zich zag toegewe
zen. Voorzitter daarvan was ds.
mr. W. S. de Vries te Voorburg
cn leden prof. C. v. d. Woude
te Kampen, ds. J. R. Hommes
te Groningen, dr. O. C. Broek
Roelofs te Zuidlaren (rappor
teur), ds. W. Tom te Öuds-
hoorn, ouderling P. ten Have
te Scheemda, ouderling A. Tjoel-
kcr te Surhuisterveen. ouderling
J. Bouma te Apeldoorn, ouder
ling G. v. Galen te Zwijndrecht
en ouderling L. Biemond te
Utrecht. De commissie wijst in
haar rapport, dat zij over het
deputatenrapport aan de synode
uitbracht ook op de enquête
van de Vereniging van predi
kanten van de Gereformeerde
Kerken, waarop in eerste ronde
190 en in tweede ronde 150 ant
woorden binnenkwamen, die al
le tenderen in de richting van
de conclusie, dat gebrek aan
wisseling een moeilijk te verte
ren „nood" schept. Er moet iets
gedaan om die nood te ver
helpen, maar de vrijheid van
predikanten en kerken moet
bij iedere maatregel onaan
getast blijven, zegt dc rap
porterende commissie van
bovengenoemde vereniging.
Er zou een landelijke dienst
voor advies en informatie kun
nen worden ingericht met een
regionale. eventueel provin
ciale „onderbouw", waarvan 3
tot 5 personen het centrum moe
ten vormen. De commissie acht
met deputaten dc zaak uiterma
te belangrijk. Maar zij is er
evenzeer na lezing van het rap
port van deputaten van over
tuigd. dat dezelfde bezwaren,
die destijds op de synode van
Utrecht naar voren kwamen,
weer worden opgeroepen. Het
stellen van dc eis. dat elke
maatregel de vrijheid onaange
tast moet laten brengt in feite
met zich mee, dat de „nood",
sprake is, blijft be-
Aanbevelingen cn raad
gevingen van de zijde der syno
de sorteren in de praktijk
v bij de
weinig effect, w
Nood
ker-
het beroepingswerk bij
iweinig effect,
chterwege kunnen blij-
De commissie is echter over
tuigd van de nood en daarom
moet elke poging tot het geven
van enige leiding bij het beroe
pingswerk met ernst overwogen
worden. De commissie kan niet
inzien, dat het voorstel van de
putaten. dat de synode bepaalde
aanwijzingen cn adviezen geven
zal, het gevaar van secularisa
tie wegnemen zal. Het komt er
op aan, dat elke kerkeraad en
beroepingscommissie ten volle
ernst maakt met de gegeven op
dracht. De commissie ontkent
niet, dat er ontsporingen voor
komen. Maar dit kan geen aan
leiding geven voor de synode de
kerkeraden voor te schrijven
hoe zij hebben te handelen bij
het beroepingswerk. Daarom
kan de commissie zich ook in
de voorstellen van deputaten niet
vinden. De commissie meent,
dat de kerkeraden de termij'-,
die Leeuwarden voor het beroe
pen van een predikant stelde,
voor zover bekend, in acht ne
men. De klachten over wereld-
gelijkvormigheid etc. zijn te al
gemeen gesteld en zullen daar
om door de kerken voor kennis
geving worden aangenomen. Ook
behoeft de sprong van een klei
ne naar een grote gemeente niet
op een mislukking uit te lopen.
Men kan de kerkeraden niet
voorschrijven, dat zij geen pre
dikant mogen beroepen, die
reeds een beroep in beraad
heeft. Ook behoeft een synode
niet eens uitdrukkelijk te zeg
gen. dat de rapporten van de
beroepingscommissies sober en
eerlijk moeten zijn. Ook de leef
tijdsgrens voor het beroepen wil
de commissie met de synode
van Leeuwarden aan de vrij
heid der "kerken laten en daarin
geen advies geven. De commis
sie ziet dan ook tot een herder
lijk schrijven geen reden.
Beraad
Langdurig heeft dc commissie
zich beraden op de suggestie
van een advies- of vertrouwens
commissie en zij kwam tot de
conclusie, dat zulk een in te
stellen deputaatschap de be
staande nood kan aftasten en
nader bepalen. Indien de synode
tot de instelling daarvan mocht
overgaan, dan kan deze deputa
ten ook worden opgedragen ie
der voor zich als vertrouwens-
te treden. De com-
ie zou uit elk particulier
art een deputaat willen
aangewezen. De gedachte
een centrale commissie met
consuls als informanten, acht de
commissie, in verhand met het
vertrouwelijk karakter van de
taak van deputaten, onaanvaard
baar. Zo ook benoeming na ver
plicht overleg met het bestuur
van de predikantenvereniging.
De synode moet haar eigen vrij.
heid bewaren. De opdracht aan
deputaten van de adviescom
missie te geven vraagt veel
voorzichtigheid en wijsheid. In
dien niet met voldoende tact cn
beleid wordt opgetreden worden
de moeilijkheden vergroot. In
stelling van een deputaatschap
voor het beroepingswerk acht de
comm-ssie een stap in de goede
richting. Daarom stelde de com
missie de synode voor een be
sluit te nemen in deze geest.
Toen het commissie- rapport
op de synode (zitting van 20
sept. j.l.) aan de orde kwam ga
ven zich niet minder dan negen
tien sprekers op. Er waren niet
veel synodeleden, die er goede
woorden voor over hadden. Ds.
A. C. v. Nood van Velsen sprak
openlijk van een door hem aan
te wenden poging hot rapport
onder de tafel te werken en prof.
v. d. Woude leidde zijn betoog
in met de woorden dat hij „een
goed woord wilde spreken voor
het commissie-rapport". Het
klonk als een verontschuldiging!
Het was toch wel een merk
waardig ding, dat met name de
predikanten zich zo afkerig be
toonden en dat temeer omdat de
rapporteur van deputaten, ouder
ling Melse, er rond voor uit
kwam dat de practijk van het
beroepingswerk niet altijd ker
kelijke stijl vertoont. Hij voegde
er veelbetekenend aan toe, dat
tal van kerkeraden de uitspraak
van de synode van Leeuwarden
in betrekking tot het beroepbaar
zijn van een predikant op hun
manier exegetiseren. Nergens,
aldus ouderling Melse, is meer
wereldgelijkvormigheid dan in
het beroepingswerk. De rappor
teur van de commissie, dr.
Broek Roelofs. accentueerde,
dat het beroepingswerk een zaak
is van de kerkeraden. niet van
de predikanten. De nood kwam
echter, meende hij, niet voldoen
de uit de verf en om te weten
wat er gedaan moet worden,
moet men eerst de knelpunten
kennen. De synode voelde niets
voor wat deputaten wensten en
ging ook met de commissie niet
mee. getuige het feit, dat zij het
aanwijzen van vertrouwensman
nen in principe afwees met 21 te
gen 28 stemmen. Het herderlijk
schrijven ging
Deze gang van zaken moet be
treurd worden. Het is niet duide
lijk wèarom de synode nu zo
ineens volle nadruk legde op de
zelfstandigheid van de plaatse
lijke kerk en er op wees, dat
zij toch niet afzonderlijk behoeft
te zeggen wat wel mag en wat
niet, alsook dat een elk zijn ver
antwoordelijkheid en zijn roe
ping zal kennen. Wij menen, dat
zij zulk een standpunt niet al
tijd inneemt Ware dit zo. dan
zou men tal van zaken van de
tafel kunnen vegen, wijl zij niet
de synode, maar de plaatselijke
kerken regarderen. Het is ook te
betreuren, dat de meeste van de
negentien sprekers predikanten
waren. Wij hadden het ouderlin
gen-element hier graag
Geen uitspraak, geen herderlijk
schrijven, men zet de zaak op
de oude voet voort. Men koopt
elkander een predikant af, men
rent tezamen naar één bepaald
jaagt gemeenschap-
doel,
pelijk op hetzelfde wild. Dat het
er daarbij allerminst geestelijk
toegaat en dat men ouderling
Melse moet bijvallen, als hij in
zijn repliek een boekje open doet,
hoe het soms getracteerd wordt,
het vermocht alles niets te ver
anderen. Het is ook duidelijk,
dat zij die in betrekking tot de
gesignaleerde praktijken aller
minst brandschoon zijn, zich
door de negatieve houding van
de generale synode in hun op
vattingen gesterkt voelen. „Wie
doet ons wat? de synode heeft
geen enkele uitspraak willen
doen, de commissie zegt. dat de
kerken zich houden aan wat
Leeuwarden uitsprak en wat
men als wereldgelijkvormigheid
signaleert is veel te algemeen
om ook maar enig houvast te
bieden".
Ds. H. J. Riphagen te Baren-
drecht, lid van de generale syno
de van Apeldoorn, heeft in een
uitvoerig artikel, ook in ons blad
opgenomen, in de kerkbode van
de classes Barendrecht en Dor
drecht betoogd dat hij de syno
de van Apeldoorn niet kan prij
zen om wat zij in betrekking tot
de vraag: begraven of cremeren,
uitsprak.
Wij moeten het hem met een
variant nazeggen: De synode
laat in betrekking tot de prac
tijken van het beroepingswerk
in de Geref. Kerken Gods water
lopen over Gods akker. Zij ziet
toe endoet niets!
I