Vervanging van tram door bus was onvermijdelijk kaatste blauwe tram eindigde zijn rit in kruitdamp Met de tram verdwijnt de intimiteit «EUWE LEIDSCHE COURANT VRIJDAG 10 NOVEMBER 1961 Burgemeesters eerden N.Z.H.-personeel JIETS wees er gisteravond op, dat de NZH-tram, die om twaalf over half zeven uit Leiden naar Den Haag vertrok, de laatste zou zijn. Zelfs |c „ingewijden" begonnen te i n, dat zij bij de neus waren genomen. gebeurde niets bijzonders toen het startsignaal klonk, of het moesten enkele fotolampen zijn, die met korte en felle flitsen de tram nalonkten. rigens werden de camera's bediend door mensen, die er zelf eigenlijk il erg aan twijfelden of dit de laatste tram wel zou zijn. Weliswaar was .H.-directeur N. Hortensius op het Stationsplein gesignaleerd en zat het dus voor mensen met feeling wel in dat deze avond de laatste tram wel is kon rijden, maar dat het die van 18.42 uur wasnee, het wilde eigenlijk bij niemand in. wijselijk van tevoren de asbakjes al De conducteurs trokken tijdens het jerste gedeelte van de rit pokerge- fichten Pas toen de gevreesde so |iëteit Minerva was gepasseerd de w itudenten zouden immers voor een fcunt zorgen lieten de conducteurs jij de (weinige) passagiers nu en dan pat doorschemeren van het histori- pe karakter van deze rit. Het was een normale, uit drie wagens ade tramtrein, die de laatste rit geleld door de geroutineerde n wagenvoerder C. Vrolijk uit meningen, een man met 32 dlenst- achter de rug. Er moet heel wat hem heen zijn gegaan toen hfj de laatste keer rails, biels en itstenen zag oplicht tussen de grote jlampen. Toch zal hij er aan moe- i, dat de N.Z.H. geen trams heeft want als 57-jarige is hij orlopig nog niet aan zijn pensionering Geen sou venirs conducteurs zorgden er voor, dat te laatste rit voor niemand een gratis werd: M. A. van der Blom uit Voor- urg (15 dienstjaren), J. Martinus, even- ins uit Voorburg (36 dienstjaren) en de Hondt, ook uit Voorburg (37 diénst- Hl). Druk hadden ze het niet en bo- Uen was de laatste wagen afgeslo- Stuk voor stuk waren de passa- verbaasd als ze van de conduc- hoorden, dat dit de laatste rit Er school slechts een enkele souve- irjager onder de reizigers en voor die enkeling was er niet veel meer te halen In de afgelopen dagen zijn de bordjes wat de laatste tram betreft. Slechts een erakel bordje (op onbereikbare plaat sen en met hardnekkige schroeven) vormde nog een uitdaging voor schroef- grage handen. Het N.Z.H.-personeel had In „goede oude tijd" lette men goed op de tijd... Dat men in vroeger tijden het vertrekken van de trams zeer serieus opnam moge blijken uit het volgende verhaal. Plaats van handeling: Leiden Noord einde. De conducteur kijkt op zijn zakuurwerk. Het blijkt, dat hem nog ongeveer vijf minuten res ten voor vertrektijd. Na enkele minuten kijkt hij weer op zijn horloge en hij merkt tot zijn schrik, dat het dezelfde tijd aangeeft als even tevoren. Elektrische klokken waren nog niet uitgevonden. De con ducteur vraagt dus beleefd aan de zich in de tram bevindende reiziger de juiste tijd. Op zijn vraag wordt hem antwoord ge geven en de conducteur zet zijn horloge gelijk. Nog een enkele minuut rest hem. Als deze is verstreken, geeft de conducteur 't vertrek sein en prijst hij zichzelf geluk kig dat hij bijtijds de stilstand van zijn klok heeft opgemerkt. Aangekomen in Vqorburg wordt hem medegedeeld, dat hij zijn tram moet overgeven aan de reeds wachtende reserve conducteur. Hoewel zijn dienst er nog niet opzit, dient hij op het kantoor te komen. Hij hoort daar tot zijn grote verbazing en schrik, dat hij voor enkele we ken in de remise wordt ge plaatst. Reden: een conducteur, die geen goed lopend zakuur werk heeft, kan zijn conduc teursdiensten niet naar behoren verrichten. Hoe was men nu te weten ge komen dat het horloge van de man was blijven stilstaan? De gene aan wie hij in Leiden de tijd had gevraagd was.... de directeur van de Maatschappij. Nieuwe dienstregeling Nu de laatste trams hebben gereden, is de nieuwe dienstregeling, die pas aanstaande zondag zou ingaan, sinds gisteravond grotendeels al van kracht i geworden. Het zal voor velen nog wel eens zoeken zijn naar halteplaatsen maar de N.ZJf. heeft zo'n grote hoeveelheid j dienstregelingen laten drukken met een fleurige omslag en van een groter formaat dan gewoonlijk dat iedereen snel aan deze ingrijpende veranderingen in het openbare vervoer tussen Leiden en Den Haag zal zijn gewend. Ook de chauffeurs zijn nog niet hele- i maal ingespeeld op de nieuwe halte plaatsen. merkten we gisteravond toen we met de bus terug reden van Voor burg naar Leiden maar deze kinder- ziekten zullen spoedig wel zijn overwon nen. Het bleek ons voorts, dat de druk- knopjes voor het stopsignaal niet voor niets in de bus zijn aangebracht. Ver scheidene passagiers gebruikten ze niet. met het gevolg, dat de bus de gewenste halte voorbijreed als er tenminste geen mensen stonden te wachten. De nieuwe lijn LeidenVoorschoten Wassenaar wordt zondag pas in gebruik genomen. dat op zo'n voorbeeldige wyze het tram- oer tussen Lelden en Den Haag heeft verwijderd. Pijpje tabak De stemming onder de passagiers - voor zover ze waren ingelicht was een beetje die van een oude jaarsavond. De 65-jarige heer H Ravensberg uit Voorschoten, die da gelijks verscheidene malen heen en weer reisde van Voorschoten naar Den Haag, vond het ronduit „rot", dat er na deze tram nooit meer een andere zou rijden en daarmee ver tolkte hij de gevoelens van verschei dene medereizigers. „Ik rookte altijd orecies één pijpje tabak op tussen Voorschoten en Den Haag en onder-! tussen babelde ik gemoedelijk mei de conducteurs, van wie ik er heel wat heb leren kennen. Dat is er in de bus niet meer bij, pijpjes roken en zo". Bij de halte Damlaan in Leidschen- óam begon de laatste rit meer gestalte te krijgen doordat enkele „officials" van de N.Z.H. instapten, onder wie ad junct-directeur N. Kaptein, chef van de vervoersdienst, die staande naast de wa genvoerder, de rit meemaakte. En paar verbaasde politie-agenten. per auto naar het eindpunt gedirigeerd ten slotte wilde men op alles voorbe reid zijn waren er maar moeilijk van te overtuigen, dit de laatste tram was. Geen spoor van opwinding of vanda lisme, het kon gewoon niet waar zijn, dachten ze. Een paar enorme knallen tijdens het wisselen hielpen hen uit de droom. Enkele mensen, die toch nog iets van de laatste rit wilden maken, hadden onschuldige bommetjes op de rails gelegd. Ook in Voorburg was dit gebeurd, vlak voordat de tram naar de remise denderde. Verschrikt vlogen vele bewoners naar het raam, zagen we tus-" sen de flarden kruitdamp door. Naar museum Drie burgemeesters, jhr. mr, A, Feith van Voorburg, de heer L. de Kool van Voorschoten cn de burgemeester van Leidschendam, stonden de laatste tram bij de remise op te wachten, grote kisten sigaren in hun hand. Met enkele woor den eerden zy In het personeel van de ze tram namens alle Inwoners van hun gemeenten het gehele N.Z.H.-personeel, Dank zij een souvenirjager duurde het nog enige tijd voordat de laatste tram eindelijk de remise in kon: de onmisbare remhandel was verdwe nen. Maar ten slotte was het dan toch zover, dat de tram achter de rode lamp van een remise-beambte aan de remise binnensjokte. Even 'ater maakte de heer Kaptein de re. mise stro.omloos door het overhalen van een handel. Er was nogal wat belangstelling voor de binnenkomst van de laatste tram, onder anderen waren er verscheidene leden van de NedBond voor belangstellenden in tram- en spoorwegen". De heer Kaptein vertelde ons nog, dat enkele tramwagens zullen worden be waard voor een waarschijnlijk in de Randstad Holland te stichten muse- Laat ons „Rijnsburg" niet vergeten Niet alleen de tram gaat tot het ver leden behoren. Er is een klein plekje in Rijnsburg, dat nu nog een symbool is van een tijd die ver achter ons ligt, maar dat spoedig een moderner aan zien zal krijgen. De remisewerkplaats, waar op het laatst nog tien man en een hoofdopzichter werkzaam waren, zal worden afgebroken. Reeds jaren geleden kreeg Rijnsburgs gemeente bestuur het recht om, na de sloop van de werplaats, de grond te besteden naar eigen goeddunken. Men heeft er al plannen voor De ruimte, waar in de loop van zo'n halve eeuw ettelijke trams „een goede beurt" kregen, heeft alle kenmerken behouden van een werkplaats uit de oude tijd: goed, degelijk en een beetje primitief Haar schaftlokaal vol schoolbanken, haar vogelnestjes, apar te schilderswerkplaats, verrukkelijke huistelefoon (niet bepaald een hyper moderne) cn de al of niet ingedeukte trams liegen er echter niet om de sfeer was er „bijzonder". Het personeel, dat voor een deel ver dween naar de garage in Haarlem, naar de N.S. of dat werd gepensio neerd, liet heus wel eens een hartig woord vallen bij het „met de hand'' opdraaien van een tram. Maar toch zal de werkplaats, de grond te besteden het alleen maar door de mensen (in de hoogtijperiode 85 tegelijk), die er da gelijks verkeerden. Gloednieuwe bussen op de lijn Leiden-Den Haag Eind- en beginpunten in Den Haag In het begin zullen de reizigers, voor al zjj, die niet dagelijks van de bus ge bruik maken, nog wel eens moeite heb ben met het vinden van de standplaat- voor de richtingen Wassenaar, Leid schendam, Voorschoten en Leiden. Het volgende overzicht kan de situatie waar schijnlijk wat verduidelijken: Reizigers in Den Haag voor de rich tingen Wassenaar. Haagse Schouw, Oegstgeest cn Leiden (voormalige HTM- route) vinden de bussen van de lijnen 43 (doorgaande lusbussen Deii Haag LeidenDen Haag) en 44 (tussendien- sten Den HaagWassenaar) aan de sta tions Hollandse Spoor en Staatsspoor en Leidsestraatweg bij het Malieveld, als mede bij de stoplaatsen Lekstraat. Mau vestraat cn Willem Witsenplein. Reizigers voor de richtingen Leidschen dam, Voorschoten, Lelden Tulnstadwijk en Leiden-centrum kunnen in Den Haag instappen aan de halten Bezuidenhoutse- weg by Schenkweg en Leidsestraatweg bü Malieveld. Beide stopplaatsen dienen tevens als uitstaphalte uit de genoemde richtingen, want de bussen van deze lijn 40 (doorgaande lusbus LeidenDen Haag Leiden en tussendlensten Den Haag VoorschotenLeiden) hebben in Den Haag geen lang statlonnement, doch rij den vrijwel direct weer naar Leiden te rug. Voor deze verbinding zyn er vens twee halten ln het Bezuldenhout- kwartier, namelijk Eerste van den Bosch- straat cn Prinses Beatrixlaan. De stopplaatsen voor de lijnen 20/21 naar Wassenaar (via Rijksweg), Katwijk, Noordwijk en Haarlem blijven ongewij zigd. Vroeger was het zo druk nog niet in de trams. Conducteur-trein- geleider J. Ouwersloot kan er van meepraten. Meer dan eens reed hij met een reclametram. Deze foto werd vóór de Tweede Wereldoorlog gemaakt in de Ko- revaarstraat; conducteur Ouwer sloot is ter gelegenheid van dit plaatje even uitgestapt. In de gloednieuwe garage aan de Rijusburgerweg te Leiden stonden deze week al even fonkelnieuwe bussen te wachten op hun taak tussen Leiden en Den Haag. Het zijn zgn. Leylands en ze bezitten tal van moderne snufjes, zoals een extra beveiliging, waardoor de bus nooit weg kan rijden als de deur niet geheel is gesloten. In het dak zijn niet minder dan twaalf ventilatiekleppen aangebracht alsmede een uit- werpluik (als nooduitgang). Niet alleen ten behoeve van de chauffeur zijn allerlei nieuwe voorzieningen aangebracht maar ook voor de rei zigers. Zo kunnen staande passagiers in deze bussen beter naar buiten kijken dan in het oude materieel. De heer J. de Mooy uit Rijnsburg, die hier juist in een van de nieuwe bussen stapt, zorgt er voor, dat alles goed verloopt in de garage. (Foto N. v. d. Horst) Tachtig jaar trammen afgesloten DE REORGANISATIE van de N.Z.H. van tram tot wegvervoerbedrijf is vandaag voltooid. Een reeds in 1931 begonnen ontwikkeling heeft daarmee haar beslag gekregen. Destijds kon de koers nog niet geheel duidelijk zijn; zowel de techniek als de eco nomische toestand belemmerden een doelbewust op „verbussing" gericht beleid. Na de oorlog won al spoedig het inzicht veld, dat zelfs bij een vervoers- intensiteit als in de Randstad het geval is, het tram bedrijf in zijn vooroorlogse vorm niet kon worden gehandhaafd. Wanneer men het railvervoer had wil len aanpassen aan de nieuwe stedebouwkundige en verkeerstechnische structuur, zou dat op vrijwel alle trajecten een volledige herlegging van de trambanen hebben betekend men denke aan het tracé door de bollenstreek en de vele stadstraversen als mede een complete vervanging van vrijwel al het rollend materieel. Het behoeft geen betoog dat de daartoe noodzakelijke kapitaalsinvestering op geen enkele wijze door sociaal verantwoorde tarieven zou kunnen worden gedekt. Bovendien bereikte de auto bustechniek een zo hoog niveau, dat het verschil in reiscomfort ten opzichte van de tram van graduele aard werd, terwijl bovendien de bus door zijn bewegingsvrijheid een juist bij massavervoer niet onaanzienlijke voorsprong op de tram kreeg. De ont- wikkelina van tram- tot busbedrijf is dus, zowel voor de N.Z H. als voor alle overige streekvervoer- bedrijven, onvermijdelijk geweest. Weemoed DAT de N.Z.H. op de R.T.M. na (waar echter geheel andere vraagstukken en omstandigheden gelden) het laatste grote streekvervoerbedrijf w geweest waar zich die ontwikkeling heeft voltrok ken, is een gevolg van de wel zeer speciale proble matiek van verkeer en vervoer in haar gebied, ter wijl bovendien het rollend materieel nog aan zeer hoge eisen voldeed. En het is dan ook volkomen begrijpelijk, dat velen met een zekere weemoed de laatste tram zullen zien vertrekken. Jegens een transportmiddel, dat tachtig jaar lang, hetzij met stoom- hetzij met elektrische tractie, zijn diensten aan de gemeenschap van stad en streek heeft be wezen, past een blijvende erkentelijkheid. Hoewel de omschakeling op het wegvervoer bij de N.Z.H. een langdurig werk is geweest wanneer men de vooroorlogse periode niet meerekent, heeft men er dertien jaar voor nodig gehad en er dus een zekere routine in het „verbussen" is gekomen, hebben de laatste loodjes bijzonder zwaar gewogen en feitelijk wegen ze nog zwaar. Dat is slechts ten dele een gevolg van de gelijktijdige uitbreiding van het N.Z.H.-net met de verbinding tussen Den Haag en Leiden via Wassenaar. Zelfs al staat de N.Z.H. niet bepaald wildvreemd tegenover deze relatie door middel van de buslijnen 20/21 werd immers al vele jaren in het vervoer tussen Wassenaar en Den Haag voorzien, terwijl het traject Haagse Schouw Leiden ook door lijn 30 wordt bediend toch ver dienen de reisgewoonten van het publiek, dat van de nieuwe verbinding gebruik maakt, een nadere be studering. Dit is dan ook op gedegen wijze geschied Op het leeuwedeel van de problemen, waarmee de N.Z.H. deze keer te maken kreeg, kon zij echter geen invloed uitoefenen: zij lagen buiten haar bereik en macht, ln de eerste plaats is daar de nog steeds krappe, naar het soms lijkt zelfs nog krapper wor dende arbeidsmarkt. De gevolgen daarvan voor een vervoerbedrijf, dat elke dag weer voor de taak staat meer dan honderdduizend mensen te verplaatsen, kunnen nauwelijks worden overschat, 't Chauffeurs tekort vormt de grote zwarte schaduw over een zich overigens betrekkelijk voorspoedig ontwikkelend bedrijf. Het gebrek aan rijdend personeel is vooral 'daarom zo catastrofaal omdat het verhindert de reizigers de service te geven waarop zij recht heb ben. Voor een bedrijf waarvan de tegemoetkomend heid jegens de clientèle een van de meest opvallen de kenmerken was, is dat een bijzonder zure zaak. Kritiek /N de tweede plaats is deze keer het overleg met de betrokken gemeentebesturen over de routes voor de nieuwe buslijnen en over de liquidatie van de trambaan buitengewoon tijdrovend en ingewik keld geweest. „Niet altijd treft men bij de lagere overheid begrip aan voor de uitzonderlijke positie waarin zich het vervoerbedrijf bevindt", verzucht de N.Z.H. „Als voornamelijk dienstverlenend bedrijf met beperkte winstmogelijkheden kan de vervoersonderneming eenvoudig niet tegemoetkomen aan alle verlangens, die een gemeentebestuur meent te moeten koesteren. Erger nog is, dat men tevens weinig beseft, dat voor een vervoerbedrijf net zoals voor elke andere eco nomische activiteit tijd geld betekent en dat een vlotte afhandeling van de lopende vraagstukken, bij voorbeeld het opbreken van rails, van het grootste gewicht is. Het is eigenlijk een wat vreemde figuur dat een streekvervoerbedrijfdat dus op regionaal niveau de belangen van de bevolking van het be trokken gebied dient, voor elk gemeentebestuur af zonderlijk weer met de hoed in de hand moet staan om op zichzelf volkomen redelijke met elkaar samen hangende plannen te bepleiten. Door de eigen be- slissingsbevogedheid van elke gemeente wordt de samenhang van deze objecten verstoord en moet er niet zelden minder economisch worden gewerkt, wat ook niet in het belang van het reizend publiek kan zijn." Tot zover de kritiek van de N.Z.H. Geen iverk TEN SLOTTE zijn er nog de taken, waarvan de N.Z.H. de vervulling wel geheel of overwegend in eigen hand heeft, zoals de verzekering van het materiële bestaan van degenen die in het gereorga niseerde bedrijf geen passende werkkring meer kun nen vinden en ook de verdere technische aanpassing van het bedrijf aan het zich uitbreidende bussen- park, zoals het tijdig gereedkomen van stallings gelegenheid en onderhoudwerkplaatsen. Conducteur J. Ouwersloot: „TLJET intieme is weg en de praatjes met de vaste reizigers op het balkon AA zijn er niet meer bij. Je leert de mensen niet meer kennen in een bus. Als kippen zitten ze achter elkaar en contact heb je er bijna niet meer mee*'. Nee, conducteur-treingeleider J. Ouwersloot (57 jaar) heeft er beslist niet op zitten wachten, dat z'n tweede functie, die van wagenvoerder, weg zou val len. En wie er ook reikhalzend naar de laatste tram mocht hebben uitgekeken, de heer Ouwersloot niet. Toch ziet hij zijn toekomst als busconducteur nu ook weer niet zo heel somber in: ,,'t Is eigenaardig, dat de mensen van de oude re garde, die al eerder zijn overgestapt op de bus, niet meer terug zouden willen op de tram!" Er gleed een brede glimlach over het gezicht van con ducteur Ouwersloot toen hij deze hopenlijk ook voor hem positieve kant var de verandering noemde. Met de bril op zat hij thuis, in zijn gezellig ingerichte woning aan de Van Limburg Stirumstraat 25 te Leiden, over Gisteravond reden laatste trams Precies twaalf minuten over half ze ven dus ruim twee dagen eerder dan officieel was aangekondigd vertrok gisteravond de laatste blauwe N.Z.H.- tram van het Stationsplein in Leiden naar Den Haag. Doordat slechts enkele ingewijden hiervan op de hoogte wa ren, ia het een weinig spectaculaire rit geworden, zoals elders in dit blad uit voeriger is te lezen. Zelfs de wagen voerder en de drie dienstdoende con ducteurs werden pas een minuut voor het vertrek door de haltechef op de hoogte gebracht van het feit, dat dit de laatste tram was. Na de dienst tot Den Haag te hebben volbracht eindigde de rit in de remise te Voorburg, wat met enig officieel vertoon gepaard ging. Om kwart over zeven gisteravond ver trok de laatste gele (H.T.M.-) tram uit Leiden. Het gevolg van een cn ander is, dat vandaag de nieuwe dienstregeling van de N.Z.H. is ingegaan. de nieuwe dienstregeling gebogen. Be dachtzaam zoog hij aan een middelgrote sigaar. Het gele kanariepietje keek in zijn kooi naast het televisietoestel stil letjes toe en zijn hartelijke vrouw droeg ijverig koffie aan. „Hoe laat moet je beginnen?", vraagt ze haar man omdat het tegen etenstijd loopt. „Dertien-twee- en-veertig!". luidt het simpele en door dienstregelingen beïnvloede antwoord Mevrouw Ouwersloot verstaat deze taal zo langzamerhand wel. Conducteur Ouwersloot klapt het nieu we boekje dicht om in zijn herinnering te gaan bladeren en in de twee foto albums, die hij even later opzoekt. „Op 10 mei 1927 kwam ik bij de poets- dienst van de tram, hier in Leiden, in de oude remise. Wagens wassen, ramen pen en koper poetsen cn 's zomers als wagenvoerder op een van de twee stads- lijntjes. Wijlen chef De Reus bracht ons dan steeds tegen de zomer de kneepjes van het wagen voerdersvak bij." Geschuifel Conducteur Ouwersloot attendeert zijn vrouw op een familielid, dat door de achterdeur naar binnen wil komen cn vervolgt: „Nadat ik tot remise-beambte was opgeleid, kwam ik na verloop van Jaren ook op de interlocale lijnen als wagenvoerdcr. Dat beviel me best cn tegen m'n zin in werd ik tijdens de mobi lisatie voor de Tweede Wereldoorlog bovendien opgeleid tot conducteur. Er waren genoeg liefhebbers onder de wa genvoerders voor die conducteursoplei- ding, vooral omdat je met twee functies meer verdiende. Maar ik voelde niets voor dat geschuifel tussen de trampassa giers. Ten slotte moest ik toch de conduc- teursoplciding volgen en sommigen waren nog jaloers op me ook, hoewel ik nergens om had gevraagd. Ja. en nu moet ik „op de bus". Dat had ik al eerder gekund toen met de opheffing van de lijn Lcidcn- Haarlem bijvoobceld maar 'k heb er nooit om gevraagd. Nu moet het wel en De conducteur-treingeleider J. Ouwersloot te Geiden nam node afscheid van de tram en dat is te begrijpen, want sinds 1927 heeft hij op dit door velen zo ge waardeerde vervoermiddel zijn werk gedaan als conducteur en wagenvoerder („bestuurder"). (Foto N. v. d. Horst) W. van Elk nam een overstapje „Toen ik solliciteerde, vreesde ik eigen lijk dat ik zou worden afgekeurd", zegt de heer W. van Elk die in mei van dit Jaar 41 jajar in dienst was van de N.Z.H. „Aanvankelijk had ik in het bollenvpk gezeten (ik ben in Lisse geboren), maar na een ernstige longontsteking in mili taire dienst bleek dat niet meer tc gaan. Enfin, ik werd medisch gekeurd en aangenomen". Jarenlang was de heer Van Elk wa genvoerder/remisebeambte, terwijl h(j ook conducteursdiensten op de tram ver richtte. Zyn officiële tewerkstelling als conducteur kwam in 1951 af. „Natuurlijk kwamen er op de lUn Den HaagLieden wel eens aanrijdingen vdor maar, voor ziver ik me kan herinneren nooit met dodelijke afloop. Gelukkig By de opheffing van de lijn Amster damZandvoort, vijf jajar geleden, nam hij een overstapjje naar de bus. ,,In bet begin vond ik dat niet prettig, later Was ik er blij om. Je hoeft als conducteur niet zo vaak tussentyds uit te stappen als op de tram. Veel reizigers zeggen, dat ze de tram wel weer terug willen. De reden is, meen ik, dat de sfeer minder gehaast was cn men rustig kon „bU ko men" voordat de beurs moest worden op gezocht. Ze vergeten echter dat ze mei de bus veel dichter bij de plaats van bestemming kunnen komen dan ooit met de tram mogeiyk was." Ja, de heer Van Elk is tevreden nje» de bus. Hij vindt slechts één ding jam mer: doordat de bus een veel langere .Jus" maakt en een rit dus langer duurt heeft het personeel meer behoefte abn tussenliggende stationnementcn, wtfar men zich kan opfrissen. Die mogelijkhe den zijn, bij het inzetten van de bussen. Juist minder geworden. Het gezin Van Elk^ woont nu al onge- och, 'k hoop, dat m'n collega's, die a' eerder op de bus overstapten, maar gelij' hebben. Het werk van een conductcui schynt in een bus ook eenvoudiger te zijn je hebt de mensen meer in de hand. En dan: in een tramtrein van dri wagens kon je toch altijd nog een dikk driehonderd mensen vervoeren, kin deren inbegrepen; de bussen zijn daa entegen berekend op in totaal 55 pass< giers. Voorlopig moet ik een beer thuis zien te raken in de tariefsgrci zen en halteplaatsen op de lyn Letdc< Wassenaar-Den Haag, die we nu or gaan rijden. Maar in de laatste tra zullen ze me niet zien. Ik ben tro> wens nog nooit bij een laatste tra geweest, geen lol aan, tegenwoord helemaal niet met die nozems. Rekt er daarom maar niet op, dat er zatet dag nog een tram rijdtGelukkig g ik er financieel niet op achteruit i verlies ik één functie. Daar krijgen w een toelage voor." Toen we het gastvrije huis van der tramveteraan verlieten, blonk het c<» ducteursfluitje aan de kapstok ons tcg- „Die kan met pensioen", constateer conducteur en ex-wagenvoerder O- sloot nuchter n»->- "vh ook mn i beetje spijt in -

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 3