Ernst Barlach door nazi's vervolgd
DE BERGREDE
MhCJise-
UIT DE TIJDSCHRIFTEN
De brug over de Drina verbindt alle oevers
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 4 NOVEMBER 1961
Jt J
7
ypjallet-Jcrir
lc. No|
ik mei
BLIJFT TROUW AAN HAAR GRONDTHEMA
kunneiï—I ®e*£*sc**e aandeel in de Franse letterkunde is
;er "noj I n'et gering. Het zou verleidelijk zijn een kleurig
de zot tapijt uit te spreiden van vele namen in lichte en
houden*® donkere tinten, te beginnen bij de Middeleeuwen tot de
tn kotmoderne tijd toe, maar ditmaal moet deze verzoeking
knnaasworden teruggewezen om onmiddellijk stil te staan bij de
deksébekende schrijfster Frangoise Mallet-Joris, geboren in
930, Belgische van afkomst, nu wonende te Parijs,
huwd, moeder van vier kinderen, heeft ze toch reeds
handePO* boeken op haar naam staan, waarvan twee opvallen
e veljdoor hun omvang. Deze schrijfdrang moet ze geërfd
j^n^dpehben van haar ouders; haar vader, de politicus en oud-
minister Lilar, heeft werken gepubliceerd op zijn vak
lom hijgeb«ed; haar moeder, Suzanne Lilar, is in België bekend
nieuwsals toneelschrijfster.
i top per
Gewaagd begin
Het eerste boek van Franco! se
L een dichtbundel terzijde gelaten
- was de in 1951 verschenen ro-
nan Le Rempart des Béguines
Uitg. Julliard»- Het wekte, mede
de slap verband met haar jeugdige
hebbeiteftijd. opzien door het onder-
L wordVerp. n.l. een lesbische liefde.
asfeestCen moederloos meisje van zes-
Uemaalen jaar met een vader, die door
iet zakenleven in beslag wordt ge-
geestelijk eenzaam en zoe-
Hanneten(j naar steun, geraakt m de
gjoejan van de vriendschap, die de
®iaitresse van haar vader haar
ederenïtoont een vriendschap, die voor
nboomBar WOr<lt tot een sensuele en
eestelijke slavernij. De oudere
touw met haar viriele eigen-
bakkerLjjgppen js voor het meisje de
club~erlce tegen wie ze bewonderend
fiploms^jet en van wie ze vernederingen
grofheid verdraagt. Op het
dl; Een pakket Zwarte
Beertjes
Zwarte Beertjes
lutgave A. W. Bnma en Zoon
t Utrecht) ontvingen we dezer
■fegen weer een heel pakket, als
T fcwijs dat men te Utrecht niet
.^J.'hilzit. We vermelden ze in wille-
'Je'|Jjturige volgorde.
n'eleeniDaar ^an Frans de Bruyn
ndelin|e ons met „Mensen in het cir-
in deze vreemde en tege-
boeiende wereld inleidt;
5-ank Philippi zorgde voor een
laaie collectie foto's en er is
grooVn voorwoord van mr. A.
.laert.
«Van Clare Lennart is er „Kas-
Paans7,ei te huur", van Marghanita
e ifH^aski ,,Er is een jongetje ver-
11 Jist", in vertaling van C. Brink-
feest?^ en Benjamin Constant heeft
i hoorjjn aandeel geleverd met „Adol-
;i® n,°me", in vertaling van Jacoba
's JJin Velde.
Post- Maurice Goudeket brengt ons
nog oPDertig jaar naast Colette,"
TeifS "aarin de echtgenoot van deze
)1 briefote schrijfster aan het woord
!?°„,®Tmt, vertaling K. H. Romijn.
Rolette zelf is er met ,,Gigi"
hensttg andere verhalen), in verta-
11 °e»g van Freddie van Charante.
ce bof-y^ Richard Gordon zijn er
e meu«ee doktersverhalen, „Dokter
Frulmi flUWeel" en „De dokter en
m)g opjn zoon", in vertaling van An-
ri j 4C den Hertog-Pothoff, en ook
uk datheyney is met twee van zijn
man-nge reeks present: „Duister
en. )uHermezzo" en „En toen be-
school-}n de muziek" vertaling J. W.
aalman, resp. Eva Raedt de
inter.
r Mavank bleef niet achter, met
£aPl >e versierde bedstee", en van
grote Georges Simenon zaten
in het pak niet minder dan
„Getuige Maigret" (verta-
ig K. H. Romijn), „Het zwar-
balletje" (vertaling C. G. J.
s), „De teddybeer" (verta-
K. H. Romijn), „Maigret
de wereld van gisteren" (ook
vertaling van K. H. Romijn),
Fraiujoise Mallet-Joris
breekt de ban en komj de bevrij
ding met de-mogelijkheid van te
rugkeer tot normale verhoudin
gen. Gewaagd onderwerp met
niet geheel vermeden scabreuze
kanten, voor een 21-jarig meisje,
dat een literaire loopbaan wil be
ginnen. En begrijpelijk, dat ze een
pseudoniem koos. Vermoedelijk
hebben omstandigheden, die ze
van nabij heeft meegemaakt, haar
tot deze ongewone keus van ro
manstof gebracht. In ieder geval
was ze met één slag bekend in
literair Frankrijk.
Leugensfeer
Een totaal ander boek was Les
mensonges (1957). De titel is
goed gekozen; de leugen beheerst
de wereld, waarin de schrijfster
ons binnenleidt.
De rijike brouwer Klaas van
Baarnheim, de tyrannleke weldoe
ner van aillen, die naast hem le
ven, verbeeldt zich, dat hij een
goed en rechtvaardig man is. De
neven en nichten en diverse pro
tégés vleien hem met de mond,
terwijl hun hart hem verfoeit om
zijn gevoelloze grilligheid, die ver
stoot na eerst te hebben verwend,
en om het beslag, dat hij legt op
hun leven. Twee vrouwen buigen
niet voor hem. De oudste. Elsa.
zijn vroegere geliefde, vrouw uit
het volk, leeft in dc beruchte
buurt van A, vermoedelijk Ant-
brouwer haar uitbetaalt. Voortdu
rend door drankmisbruik beneveld,
weeft zt een kleurig kleed van
hoge afkomst, rijke jeugd, weel
derige feesten, kortom van een
schoon verleden, dat ze de luiste
raars in haar stamkroeg voor
houdt. Ook haar klimaat is de leu-'
gen. Ten laatste weet v- Baarn
heim, geholpen door de toestem
ming van haar minderjarige
dochter, haar op te bergen in een
particuliere kliniek. Sinds enkele
jaren woont het meisje dan pij
haar natuurlijke vader. zonaer
dat deze veel aandacht aan haar
schenkt. Uiterlijk past ze zich
De leugen
in het leven
vrijwel aan bij de leefwijze in de
nieuwe omgeving, maar innerlijk
verstijft ze in een kramphouding.
Ze biijft het volkskind, dat terug
verlangt naar de eenvoud van het
leven in Le Triangle. Ze is niet
te winnen door de schittering van
weelde en beloften van verder
strekkende gunsten. Als de oude
man, geveld door een hartaanval,
haar in zijn laatste uren nog als
dochter wil erkennen en. om zijn
verwanten te plagen, tot enige erf
gename aanwijzen, verscheurt ze
de notariële akte in een impul
sief gebaar en ontvlucht de zie
kenkamer. Boven de gecompli
ceerdheid van een leven in rijk-
In deze reman ontbreekt het cli
ché niet noch de volksromantiek.
maar toch boeit hij door de gulle
vertelkunst van de schrijfster. En
de Scheldestad leeft er in met
zijn woelige volksbuurten, de
drukke handelskaden en de nevels
boven de wijde rivier.
Offer van de schijn
De roman L'Empire Celeste
'1959, uitg. id.) bezorgde Fran-
goise Mallet-Jouis de Prix Femi-
na, één der drie voornaamste li
teraire prijzen. Haar verblijf sinds
Detailopname van „Hft weerzi
waarmede Ernst Barlach in
tot het uiterste versoberde vor
mentaal zo ontroerend verhaalt
van Christus verschijnen aan de
ongelovige, maar nu zo inl
beschaamde Thomas.
enkele jaren in de Franse hoofd
stad zal de achrijfster de moed
gegeven hebben een brok Parijse
leven te tekenen, en dan uit de
kleine middenstand.
De centrale figuur is een café
pianist, maatschappelijk en artis
tiek een mislukkeling, en daarbij
longlijder. Desondanks weet hij in
zijn vriendenkring dc schijn te be
waren. In de regelmatige bijeen
komsten der bewoners van het
grote huis in de bar L'Empire Cé-
leste. vroeger een Chinees eethuis
je vandaar de naam is hij
het middelpunt, de gangmaker.
Hij leidt er besprekingen over let
teren, kunst en wijsbegeerte. In
zijn dagboek kanaliseert hij de
edele gevoelens en gedachten,
die hij speelt te bezitten. Door
omstandigheden komt hij er toe
dit nobele proza voor te lezen in
de kring. Dat wordt hem noodlot
tig. Als aan het licht komt, dat
zijn vrouw hem bedriegt en hij
daar materieel van profiteert,
wordt de arme drommel moreel
geprest zijn hoge idealen in de
praktijk te brer
slechts een al te beknopte
vatting van dit breed uitgebouwde
verhaal, dat herinnering wekt aan
Honoré de Balzac (17991850) al
is het op een afstand, en, wat de
Nederlandse letteren betreft, aan
Een huis vol mensen van Schar-
2. Zalig zijn die treuren
i;ti^rirr^
«Sr J
1 ~l 1 t l 1— i IJ
>L\ Hf «ImS ij
Drogenaaldets Ria Exel
fijnheid van tekening en
in zijn milde humor.
Wat treft is. dat de schrijfster,
bij alle verschil tussen de twee
milieus, hetzelfde thema behan
delt als in haar Belgische roman:
de plaats van de leugen in hart
en leven en haar ontbindende in
vloed op de persoonlijkheid en op
de samenleving.
Haar nieuwe boek, dat in een
vervolgartikel zal worden bespro
ken, voert in een historisch mi
lieu. maar blijft trouw aan het
zelfde grondmotief.
DR. M. C. v. d. PANNE
WANT HIJ TOONDE HET MYSTERIE VAN DE MENS „NAAR GODS BEELD EN GELIJKENIS"
WANNEER U in het Rotter-
damse Museum Boymans-
Van Beuningen de gTote zaal
betreedt waar het levenswerk
van de in 1938 overleden
Duitse beeldhouwer Ernst Bar
lach is geëxposeerd, realiseert
u zich dan eerst scherp dat deze
kunstenaar een vervolgd mens
was. Uitgebannen en tengronde
gericht door de nazihorde om
dat hij het goede zocht en er in
zijn kunst geen plaats was voor
mensvergoding. Met in wezen
diepreligieuze aandacht luister
de Barlach naar de Stem van
omhoog, Die hem dreef tot ge
tuigen. Daarom kon hij in zijn
vormentaal zich beperken tot
het meest essentiële van de re
aliteit, want boven het stoffe
lijke uit wilde hij verbeelder
zijn van de geestelijke bood
schap.
Eïrnst Barlach wérd in 1870 te
Wedel (Holstein) geboren. Na
velerlei scholing, legde hij zich
aanvankelijk op het tekenen toe.
Kort na de eeuwwisseling kwam
Barlach door zijn vriendschap
met de pottenbakker Mutz tot
het creëren van keramische, meest
kleine, kunstvoorwerpen. Ze kre
gen in vorm en wezen alle ken
merken mee van de „Jugendstil",
hoewel zich in de expressie reeds
iets van de latere Barlach af
tekende.
Merkwaardig is het. dat een zo-
zeer Duits besloten figuur als Bar
lach. niet in eigen voorstellings
wereld maar in de geest van de
Russische mens zijn uiteindelijk
hij het menstype dat nog niet ver-
donkerd was onder oen bescha-
vingsvernis van slechte kwaliteit.
Hij kon er „doorheen" zien en
zag toen het mysterie van de
tweeledigheid: het menselijke en
het goddelijke, verenigd to'. één
wezen, dat daarom beelddrager
van God is.
De luisterenden
Van dit beeld-dragen getuigen
Barlachs werken. Hij had geen
verhevigd naturalisme nodig om
uitdrukking te geven aan hetgeen
hem opgedragen was te zeggen. En
hij kon zijn sculpturen binnen
Beweging van de geest
binnen verstilde vormen
streng metrische vormen als het
ware insluiten en ze bovendien
nog in bescheiden formaat houden
omdat het hem voor alles te doen
was om geestelijke „monumen
taliteit!"
Zijn grootste zeggingskracht en
mede zijn schoonste overwinning
op de materie bereikte Ernst Bar.
laoli in zijn „Fries der Luisteren
den". De negen figuren zijn van
ongeveer gelijke afmetingen: circa
110 cm hoog en allen van precies
dezelfde breedte en diepte, n.1. 22
en 12 cm. Maar ze zyn fascine
rend monumentaaL Ze staan vrij
wel handelingloos naast elkaar:
de voetreiziger en de danseres, de
mijmerende, de gelovige, de blin
de en de begenadigde, de gevoe-
de bedevaartgangster.
ontroerend dynamisch.
Bescherming
Dit machtig „fries", hoogtepunt
van vergeestelijkt kunstenaar
schap, ontstond in de verdrietig
ste jaren van Barlachs leven,
maar in dit dieptepunt trad een
beschermer op zijn weg: Herman
F. Reemtsma. Toen ze elkaar
voor het eerst in het atelier te
Güstrow ontmoetten (1934), waren
slechts drie figuren voltooid. Met
de dreiging van Hitiers terreur
voor ogen nam Reemtsma een be
sluit dat wel zeer grote risico's
inhield: hij gaf Barlach opdracht,
ook de andere zes ontwerpen uit
te 1
klaarden, de meester het expose-
jn werken uit k
lieten vexwijdei
en zelfs vernietigden, bleef
Reemtsma zijn beschermeling tot
het einde moreel en financiëel
steunen. Nadien deed hij nog
meer; hij stelde zich ook tot taak,
Barlachs kunst voor het nage
slacht te bewaren. Van de wer
ken waarin hij eeuwigheids
waarde zag bracht Reemtsma
uit eigen middelen de grootste
Barlach-collectie tot stand.
De verzamelaar heeft het niet
meer mogen beleven, zelf de
kroon te zetten op zijn onbaatzuch
tig werk. Als volgend voorjaar in
het Jenischpark van Hamburg
het speciaal voor dit doel gebouw
de „Ernst Barlach Haus" als per
manente verblijfplaats van de col-
lectie wordt geopend, zal hij er
niet bij zijn; Reemtsma stierf plot
seling op 18 juni van dit jaar.
Kort voor dien besliste hij nog
wel dat het museum Boymans-
Van Beuningen de plaats zou zijn,
waar de verzameling voor de eer
ste en ook enige maal builen
Duitsland kon worden gezien alvo
rens hy er definitief afstand van
zou doen.
Eenmalig kunst
Het is te wensen, dat velen van
deze unieke gelegenheid gebruik
zullen maken om zich te laten
confronteren met eenmalige kunst
die geen navolging kreeg omdat
zU daarvoor tezeer eigen is, zo
als de gedachte het is voor wie
haar in zijn geest voelt opkomen.
romans (o.a. „Senpeck" en
„Der gestohlene Mond") en in
dramatische toneelstukken („Die
echten Sedemunds", Der tote
Tag", „Der arme Vetter", „Der
Findling", het bekroonde „Die
Sündflut", „Der blaue Boll",
„Die gute Zeit" en het na z\jn
dood gepubliceerde drama „Der
Graf von Ratzenburg" stuk
ken waarmede hij tot de be
langrijkste christelijke auteurs
in het Duitse taalgebied wordt
gerekend blijft deze kunste
naar het krachtigst aanspreken
'(Landschap van Lambarene
Hei Landschap van lamba
rene, door Frederick Franck.
Uitgave H. P. Leopolds Uitge
vers m IJ N.V., Den Haag.
Drie maanden lang heeft de
schrijver als tandarts deel uitge
maakt van de medische staf van
het ziekenhuis ln Lambarene. Op
sympathieke en overzichtelijke
wijze vertelt hij van zijn ervarin
gen en tekent hij de figuur var
Schweitzer, om wie „de wereld'
zoveel verhalen heeft geweven
Nuchter ontdoet Franck de fanta
jn zijn ervarin
gen en tekent hij de figuur ven
Schweitzer, m
„de wereld"
schonken. Franck gebruikt
slechts ten dele als achtergrond
voor zijn ongedwongen beschrij
vingen van het ziekenhuisperso
neel. het landschap en de autoch
tone bevolking.
De veertig schetsen in het boek
zijn van de hand van de schrij
ver. Zijn kostelijke tekeningen
vullen het geschrevene uitstekend
aan en passen geheel bij Franck's
bedoeling: vertellen hoe het daar
nu werkelijk is.
Een verzorgd uitziend boek. dat
vooral liefhebbers van verhalen
over vreemde volken zal boeien.
op de
gehad?
leuk
d,jEUrï-
Mag
5? Wat
Rla
at het r
ïbarne- £odat de lezer wei
kan.
en Friese streekroman in het Nederlands
Z zijn
sterkte
school
„De
Het Vrije Schrift, gesticht in
1939, in de oorlog opgeheven,
is met het eerste nummer van
een nieuwe reeks herversche-
nen. Het noemt zich „een onaf
hankelijk literair cahier" en het
staat onder de redactie van
Cris Huickx en Willem Eges.
Naar het uiterlijk is het een
gestencild boekje van twee vel.
De beide redacteuren hebben
samen de inhoud verzorgd, met
uitzondering van een Open
Brief van de Maatschappij
„Arti et Amicitiae", „aan allen
wicn het welzijn der beeldende
kunst ter harte gaat", van..mei
1958. Het is in de kunst moei-
öe Friese auteur Abram van
r Werf heeft zijn eerste bckroon-
werk „Yn 'e berm lans" onder
titel Terzijde ln het Neder-
ids vertaald, althans herschre-
ji, en uitgegeven bij J. H. Kok
V. te Kampen. Het Is een een-
udlg, fris en gaaf verhaal over
plattelandsbevolking van
tasterland, met als centrale fi
de jongen Fedde Dijkstra,
ontje van een ln zorgelijke om-
uidlgheden met haar gezin ach-
rgebleven weduwe Sjouk.
Aardig is de onbedorven vriend-
hap getekend tussen Fedde en
rpk, het dochtertje van Douwe
i bosduvel. een gezeten boer die
beger graag met Sjouk had wil-
hond. De intelligente Fedde krijgt
op te jeugdige leeftijd de zor
gen van het gezin mee te dragen
Ook wat hemzelf betreft heeft hij
het moeilijk, maar aan het eind
van het boek lijkt hij. na gesprek
ken met de wijze bovenmeester
van de school, te berusten in zijn
nieuwe baantje van olieventer
met mogelijkheden voor de toe
komst. Ook de verhouding tussen
boer Douwe en Syt komt goed.
zij het dan ook bij haar kraam
bed. dat een sterfbed wordt. Zo
komt véél terecht in dit boek.
dat de Gaasterlandse samenleving
met nog de kerk als middelpunt
en de drukkende overwelving van
de zware leer als geestelijk uit
spansel op niet te diepzinnige wij
ze beschrijft.
C. R.
lijk onafhankelijk te zijn (waar
is het trouwens gemakkelijk?)
en daarom verdient elke po
ging tot onafhankelijkheid sym
pathie.
Natuurlijk zit er iets parado
xaals in het feit dat men hier
niet te doen heeft met beginnen
de jongeren, maar met mannen
van rijpe leeftijd, wien het, naar
het schijnt, nimmer vergund was
meer dan één voet aan de grond
te krijgen. Des te meer reden
hun een kans te geven. De be
langrijkste bijdrage lijkt mij die
van Willem Eges, Herinneringen
aan Anna Blaman (1). Zijn heel
sober gehouden novelle Het Tref-
Kint laat zich aangenaam lezen.
uickx, in zijn stukje Rotterdam
de Dupe. fulmineert tegen Zad-
kine's Verwoeste Stad en breekt
een lans voor Cor van Kralingen.
Het adres van het tijdschriftje is
Vlietlaan 23b, Rotterdam 16.
Mij werd voorts toegezonden
het jongste nummer van het
tweemaandelijks tijdschrift Ken
tering. dat in zijn derde jaar
gang is. De redactie voeren Marie-
Louise Curtius, Wim Hazeu en
Berend Wineke. Het adres van
deze periodiek is Boeroestraat 37,
Delft. Ook dit blad is gestencild,
een tikje aanzienlijker dan het
Vrije Schrift, wat royaler
Cor de Back is vertegenwoor
digd met twee gedichten: Nu de
zon is doodgegaan, en: Laat mij.
De Backs werk maakt een gun
stige indruk; zijn poëzie (in de
hedendaagse trant: rijmloos en
op de grens van de gewone
spreektaal) la zuiver en gevoelig.
Goed werk ook levert Ben Wolken
met zijn anecdotische notities,
genaamd Kortere Verhalen. Tiny
Mulder schrijft over de Gysbert
Japicxprijs.
Het onafhankelijk literair en ar
tistiek maandblad De Periscoop,
dat de vorm heeft van een op
duur papier gedrukte krant en in
Brussel bij de N.V. Meddens
wordt uitgegeven, schenkt in zijn
Op de tot 3 december durende
expositie in Rotterdams Museum
Boymans-Van Beuningen is ook
het hoofdwerk van de in 1938
overleden Duitse kunstenaar
Ernst Barlach te zien. Omdat een
reproductie in de krant het
indruktvekkende van hel gehele
„Fries der Luisterenden" niet
kan weergeven, kozen wij „De
blinde', de vijfde figuur in de
rij van negen.
BOEK VAN NOBELPRIJSWINNAAR
formaat
bundel Nochtans een christen.
Het versje Vrijdenker is de moe
te van het citeren waard:
Hij denkt zich van u vrij
maar wat hem onderscheidt
van wie bericht rondzendt
dat gij te kennen zijt.
het is wie hij ook zij
dat men ervaart, altijd:
hoe feller hij ontkent,
hoe dieper hij belijdt.
geleden gestorven dichter Slauer-
hoff. Dit laatstgenoemde stukje is
ondertekend D. P. Verder be
vat het nummer gevarieerde bij
dragen. ook over beeldende kunst.
Paul de Vree behandelt als boek
van de maand Dc Weerstand der
Geringen van Frank Liedel.
In de Vlaamse Gids van oktober
schrijft Jan Walravens over
gedrukte Streuvels. Ludo Rocher behan
delt Constanten in de Indische be-
informatieve
de. dat ln het volgende nur
zal worden afgesloten. Verder is
er poëzie en proza, en een knap
pe bespreking van de filmofiel
Johan Daisne over de rolprent Le
passage du Rhin. In de Kantte
keningen trekt de aandacht een
beschouwing van Raymond Bru-
lez: De Sowjetunie over zichzelf.
Uitgave en beheer van dit tijd
schrift is aan de Em, Jacqmain-
laan 119, Brussel L C R.
T)E ZWEEDSE Koninklijke
J"/ Academie die de Nobel-
prijs voor literatuur dit Jaar
j toekende aan de Zuidslavlsche
schrijver Ivo Andric, wiens
grote roman De brug over de
verscheen, heeft door deze be-
kroning een buitengewoon be-
langrijk waardeoordeel gcgc-
ven over de literatuur in het
algemeen. Zij huldigde name-
lijk een auteur die in zijn
werk in geen enkel opzicht
aansluit bij de huidige Ute-
ralre mode, doch die boven
tijdsverschijnselen uit de fei-
lelijkheden uit de historie in
hun betrekkelijkheid plaatst
naast de toevalligheden van
het leven van alledag.
De 69-jarige Andric is gebo
ren in Bosnië. Na de voltooiing
van zijn studie aan verscheide
ne Europese universiteiten
kwam hij bij de diplomatieke
dienst, doch na de tweede we
reldoorlog wijdde hij zich nage
noeg uitsluitend aan de litera
tuur. In zijn jonge jaren heeft
Andric behoord tot de nationa-
de Óóstenrijk-
se aartshertog Ferdinand ver
moordde. hetgeen mede aan
leiding was tot het uitbreken
van de eerste wereldoorlog.
IN ZIJN romans put Andric
bijna louter uit jeugdherinne
ringen. Zo ook in De brug ov er
de Drina, die de verbinding
vormt tussen de christelijke en
de mohammedaanse wereld. De
ze brug bij het 6tadje Visegrad
werd in 1571 voltooid in op
dracht van de grootvisicr Meg-
med Pasja, die als kind door
vindt naarmate de roman vor
dert.
Van een roman in de traditio
nele zin van het woord kan men
nauwelijks spreken. Andric be
tracht een uiterst gevoelige se
lectieve geschiedschrijving, die
de historie geen geweld aan
doet, maar haar feiten inspire
rend laat inwerken op zijn ver
beelding. De kracht van een au
teur als Andric lijkt dan ook
moeilijk te bepalen in een re
laas dat geen hoogtepunten
kent. doch evenmin inzinkingen.
Slechts de vastheid van de
brug, die dan door het bloed
van oorlogen mag worden be
zoedeld, maar weer scnoon-
spoelt door de regen blijft be
staan in een bovennatuurlijk
glanzend wit, dat als alle uiter
lijkheden wordt verhevigd tot
symbool In alle tilden houden
de bruidsstoeten stil bij de ka-
pija, bet verbrede terras op het
midden van de brug, omdat de
mensen een zuiver gevoel heb
ben voor haar betekenis. En al
le mensen begrepen waarom
juist daar een bruid die tegen
de zin van haar vader een hu-
werd weggevoerd
met de grootste moeite de bre
de stroom kon passeren.
ngneia. maar zij ia van wezen
lijk belang voor de bewoners
van Visegrad. die zich het le
ven niet meer kunnen voorstel
len zonder de oeververbinding
die ook geestelijk een relatie
legt tussen de twee werelden
waarin zij leven.
De brug bepaalt het leven, en
Andric weet dat zonder opzette
lijkheid de lezer te suggeren.
dank zij de onuitputtelijke
stroom van zijn verbeelding,
die steeds nieuwe vertakkingen
welijk zou aangaan tot de be
slissing werd gedrongen in het
groene water van de Drina te
springen.
BETER dan in een roman,
die de karakterontwikkeling
van enkele hoofdpersonen laat
zien, overtuigt deze kroniek
van vier eeuwen leven van de
onthullende en ontroerende
driften van mensen »r. wie wij
ons zelf voortdurend herken
nen.
H. van Balkum.
1) De brug over de Drina
door Ivo Andric. Uitgave: Dol
fijnreeks van uitgeverij De Fon
tein. Utrecht.