Ernst Barlach door nazi's vervolgd DE BERGREDE MhCJise- UIT DE TIJDSCHRIFTEN De brug over de Drina verbindt alle oevers ZONDAGSBLAD ZATERDAG 4 NOVEMBER 1961 Jt J 7 ypjallet-Jcrir lc. No| ik mei BLIJFT TROUW AAN HAAR GRONDTHEMA kunneiï—I ®e*£*sc**e aandeel in de Franse letterkunde is ;er "noj I n'et gering. Het zou verleidelijk zijn een kleurig de zot tapijt uit te spreiden van vele namen in lichte en houden*® donkere tinten, te beginnen bij de Middeleeuwen tot de tn kotmoderne tijd toe, maar ditmaal moet deze verzoeking knnaasworden teruggewezen om onmiddellijk stil te staan bij de deksébekende schrijfster Frangoise Mallet-Joris, geboren in 930, Belgische van afkomst, nu wonende te Parijs, huwd, moeder van vier kinderen, heeft ze toch reeds handePO* boeken op haar naam staan, waarvan twee opvallen e veljdoor hun omvang. Deze schrijfdrang moet ze geërfd j^n^dpehben van haar ouders; haar vader, de politicus en oud- minister Lilar, heeft werken gepubliceerd op zijn vak lom hijgeb«ed; haar moeder, Suzanne Lilar, is in België bekend nieuwsals toneelschrijfster. i top per Gewaagd begin Het eerste boek van Franco! se L een dichtbundel terzijde gelaten - was de in 1951 verschenen ro- nan Le Rempart des Béguines Uitg. Julliard»- Het wekte, mede de slap verband met haar jeugdige hebbeiteftijd. opzien door het onder- L wordVerp. n.l. een lesbische liefde. asfeestCen moederloos meisje van zes- Uemaalen jaar met een vader, die door iet zakenleven in beslag wordt ge- geestelijk eenzaam en zoe- Hanneten(j naar steun, geraakt m de gjoejan van de vriendschap, die de ®iaitresse van haar vader haar ederenïtoont een vriendschap, die voor nboomBar WOr<lt tot een sensuele en eestelijke slavernij. De oudere touw met haar viriele eigen- bakkerLjjgppen js voor het meisje de club~erlce tegen wie ze bewonderend fiploms^jet en van wie ze vernederingen grofheid verdraagt. Op het dl; Een pakket Zwarte Beertjes Zwarte Beertjes lutgave A. W. Bnma en Zoon t Utrecht) ontvingen we dezer ■fegen weer een heel pakket, als T fcwijs dat men te Utrecht niet .^J.'hilzit. We vermelden ze in wille- 'Je'|Jjturige volgorde. n'eleeniDaar ^an Frans de Bruyn ndelin|e ons met „Mensen in het cir- in deze vreemde en tege- boeiende wereld inleidt; 5-ank Philippi zorgde voor een laaie collectie foto's en er is grooVn voorwoord van mr. A. .laert. «Van Clare Lennart is er „Kas- Paans7,ei te huur", van Marghanita e ifH^aski ,,Er is een jongetje ver- 11 Jist", in vertaling van C. Brink- feest?^ en Benjamin Constant heeft i hoorjjn aandeel geleverd met „Adol- ;i® n,°me", in vertaling van Jacoba 's JJin Velde. Post- Maurice Goudeket brengt ons nog oPDertig jaar naast Colette," TeifS "aarin de echtgenoot van deze )1 briefote schrijfster aan het woord !?°„,®Tmt, vertaling K. H. Romijn. Rolette zelf is er met ,,Gigi" hensttg andere verhalen), in verta- 11 °e»g van Freddie van Charante. ce bof-y^ Richard Gordon zijn er e meu«ee doktersverhalen, „Dokter Frulmi flUWeel" en „De dokter en m)g opjn zoon", in vertaling van An- ri j 4C den Hertog-Pothoff, en ook uk datheyney is met twee van zijn man-nge reeks present: „Duister en. )uHermezzo" en „En toen be- school-}n de muziek" vertaling J. W. aalman, resp. Eva Raedt de inter. r Mavank bleef niet achter, met £aPl >e versierde bedstee", en van grote Georges Simenon zaten in het pak niet minder dan „Getuige Maigret" (verta- ig K. H. Romijn), „Het zwar- balletje" (vertaling C. G. J. s), „De teddybeer" (verta- K. H. Romijn), „Maigret de wereld van gisteren" (ook vertaling van K. H. Romijn), Fraiujoise Mallet-Joris breekt de ban en komj de bevrij ding met de-mogelijkheid van te rugkeer tot normale verhoudin gen. Gewaagd onderwerp met niet geheel vermeden scabreuze kanten, voor een 21-jarig meisje, dat een literaire loopbaan wil be ginnen. En begrijpelijk, dat ze een pseudoniem koos. Vermoedelijk hebben omstandigheden, die ze van nabij heeft meegemaakt, haar tot deze ongewone keus van ro manstof gebracht. In ieder geval was ze met één slag bekend in literair Frankrijk. Leugensfeer Een totaal ander boek was Les mensonges (1957). De titel is goed gekozen; de leugen beheerst de wereld, waarin de schrijfster ons binnenleidt. De rijike brouwer Klaas van Baarnheim, de tyrannleke weldoe ner van aillen, die naast hem le ven, verbeeldt zich, dat hij een goed en rechtvaardig man is. De neven en nichten en diverse pro tégés vleien hem met de mond, terwijl hun hart hem verfoeit om zijn gevoelloze grilligheid, die ver stoot na eerst te hebben verwend, en om het beslag, dat hij legt op hun leven. Twee vrouwen buigen niet voor hem. De oudste. Elsa. zijn vroegere geliefde, vrouw uit het volk, leeft in dc beruchte buurt van A, vermoedelijk Ant- brouwer haar uitbetaalt. Voortdu rend door drankmisbruik beneveld, weeft zt een kleurig kleed van hoge afkomst, rijke jeugd, weel derige feesten, kortom van een schoon verleden, dat ze de luiste raars in haar stamkroeg voor houdt. Ook haar klimaat is de leu-' gen. Ten laatste weet v- Baarn heim, geholpen door de toestem ming van haar minderjarige dochter, haar op te bergen in een particuliere kliniek. Sinds enkele jaren woont het meisje dan pij haar natuurlijke vader. zonaer dat deze veel aandacht aan haar schenkt. Uiterlijk past ze zich De leugen in het leven vrijwel aan bij de leefwijze in de nieuwe omgeving, maar innerlijk verstijft ze in een kramphouding. Ze biijft het volkskind, dat terug verlangt naar de eenvoud van het leven in Le Triangle. Ze is niet te winnen door de schittering van weelde en beloften van verder strekkende gunsten. Als de oude man, geveld door een hartaanval, haar in zijn laatste uren nog als dochter wil erkennen en. om zijn verwanten te plagen, tot enige erf gename aanwijzen, verscheurt ze de notariële akte in een impul sief gebaar en ontvlucht de zie kenkamer. Boven de gecompli ceerdheid van een leven in rijk- In deze reman ontbreekt het cli ché niet noch de volksromantiek. maar toch boeit hij door de gulle vertelkunst van de schrijfster. En de Scheldestad leeft er in met zijn woelige volksbuurten, de drukke handelskaden en de nevels boven de wijde rivier. Offer van de schijn De roman L'Empire Celeste '1959, uitg. id.) bezorgde Fran- goise Mallet-Jouis de Prix Femi- na, één der drie voornaamste li teraire prijzen. Haar verblijf sinds Detailopname van „Hft weerzi waarmede Ernst Barlach in tot het uiterste versoberde vor mentaal zo ontroerend verhaalt van Christus verschijnen aan de ongelovige, maar nu zo inl beschaamde Thomas. enkele jaren in de Franse hoofd stad zal de achrijfster de moed gegeven hebben een brok Parijse leven te tekenen, en dan uit de kleine middenstand. De centrale figuur is een café pianist, maatschappelijk en artis tiek een mislukkeling, en daarbij longlijder. Desondanks weet hij in zijn vriendenkring dc schijn te be waren. In de regelmatige bijeen komsten der bewoners van het grote huis in de bar L'Empire Cé- leste. vroeger een Chinees eethuis je vandaar de naam is hij het middelpunt, de gangmaker. Hij leidt er besprekingen over let teren, kunst en wijsbegeerte. In zijn dagboek kanaliseert hij de edele gevoelens en gedachten, die hij speelt te bezitten. Door omstandigheden komt hij er toe dit nobele proza voor te lezen in de kring. Dat wordt hem noodlot tig. Als aan het licht komt, dat zijn vrouw hem bedriegt en hij daar materieel van profiteert, wordt de arme drommel moreel geprest zijn hoge idealen in de praktijk te brer slechts een al te beknopte vatting van dit breed uitgebouwde verhaal, dat herinnering wekt aan Honoré de Balzac (17991850) al is het op een afstand, en, wat de Nederlandse letteren betreft, aan Een huis vol mensen van Schar- 2. Zalig zijn die treuren i;ti^rirr^ «Sr J 1 ~l 1 t l 1— i IJ >L\ Hf «ImS ij Drogenaaldets Ria Exel fijnheid van tekening en in zijn milde humor. Wat treft is. dat de schrijfster, bij alle verschil tussen de twee milieus, hetzelfde thema behan delt als in haar Belgische roman: de plaats van de leugen in hart en leven en haar ontbindende in vloed op de persoonlijkheid en op de samenleving. Haar nieuwe boek, dat in een vervolgartikel zal worden bespro ken, voert in een historisch mi lieu. maar blijft trouw aan het zelfde grondmotief. DR. M. C. v. d. PANNE WANT HIJ TOONDE HET MYSTERIE VAN DE MENS „NAAR GODS BEELD EN GELIJKENIS" WANNEER U in het Rotter- damse Museum Boymans- Van Beuningen de gTote zaal betreedt waar het levenswerk van de in 1938 overleden Duitse beeldhouwer Ernst Bar lach is geëxposeerd, realiseert u zich dan eerst scherp dat deze kunstenaar een vervolgd mens was. Uitgebannen en tengronde gericht door de nazihorde om dat hij het goede zocht en er in zijn kunst geen plaats was voor mensvergoding. Met in wezen diepreligieuze aandacht luister de Barlach naar de Stem van omhoog, Die hem dreef tot ge tuigen. Daarom kon hij in zijn vormentaal zich beperken tot het meest essentiële van de re aliteit, want boven het stoffe lijke uit wilde hij verbeelder zijn van de geestelijke bood schap. Eïrnst Barlach wérd in 1870 te Wedel (Holstein) geboren. Na velerlei scholing, legde hij zich aanvankelijk op het tekenen toe. Kort na de eeuwwisseling kwam Barlach door zijn vriendschap met de pottenbakker Mutz tot het creëren van keramische, meest kleine, kunstvoorwerpen. Ze kre gen in vorm en wezen alle ken merken mee van de „Jugendstil", hoewel zich in de expressie reeds iets van de latere Barlach af tekende. Merkwaardig is het. dat een zo- zeer Duits besloten figuur als Bar lach. niet in eigen voorstellings wereld maar in de geest van de Russische mens zijn uiteindelijk hij het menstype dat nog niet ver- donkerd was onder oen bescha- vingsvernis van slechte kwaliteit. Hij kon er „doorheen" zien en zag toen het mysterie van de tweeledigheid: het menselijke en het goddelijke, verenigd to'. één wezen, dat daarom beelddrager van God is. De luisterenden Van dit beeld-dragen getuigen Barlachs werken. Hij had geen verhevigd naturalisme nodig om uitdrukking te geven aan hetgeen hem opgedragen was te zeggen. En hij kon zijn sculpturen binnen Beweging van de geest binnen verstilde vormen streng metrische vormen als het ware insluiten en ze bovendien nog in bescheiden formaat houden omdat het hem voor alles te doen was om geestelijke „monumen taliteit!" Zijn grootste zeggingskracht en mede zijn schoonste overwinning op de materie bereikte Ernst Bar. laoli in zijn „Fries der Luisteren den". De negen figuren zijn van ongeveer gelijke afmetingen: circa 110 cm hoog en allen van precies dezelfde breedte en diepte, n.1. 22 en 12 cm. Maar ze zyn fascine rend monumentaaL Ze staan vrij wel handelingloos naast elkaar: de voetreiziger en de danseres, de mijmerende, de gelovige, de blin de en de begenadigde, de gevoe- de bedevaartgangster. ontroerend dynamisch. Bescherming Dit machtig „fries", hoogtepunt van vergeestelijkt kunstenaar schap, ontstond in de verdrietig ste jaren van Barlachs leven, maar in dit dieptepunt trad een beschermer op zijn weg: Herman F. Reemtsma. Toen ze elkaar voor het eerst in het atelier te Güstrow ontmoetten (1934), waren slechts drie figuren voltooid. Met de dreiging van Hitiers terreur voor ogen nam Reemtsma een be sluit dat wel zeer grote risico's inhield: hij gaf Barlach opdracht, ook de andere zes ontwerpen uit te 1 klaarden, de meester het expose- jn werken uit k lieten vexwijdei en zelfs vernietigden, bleef Reemtsma zijn beschermeling tot het einde moreel en financiëel steunen. Nadien deed hij nog meer; hij stelde zich ook tot taak, Barlachs kunst voor het nage slacht te bewaren. Van de wer ken waarin hij eeuwigheids waarde zag bracht Reemtsma uit eigen middelen de grootste Barlach-collectie tot stand. De verzamelaar heeft het niet meer mogen beleven, zelf de kroon te zetten op zijn onbaatzuch tig werk. Als volgend voorjaar in het Jenischpark van Hamburg het speciaal voor dit doel gebouw de „Ernst Barlach Haus" als per manente verblijfplaats van de col- lectie wordt geopend, zal hij er niet bij zijn; Reemtsma stierf plot seling op 18 juni van dit jaar. Kort voor dien besliste hij nog wel dat het museum Boymans- Van Beuningen de plaats zou zijn, waar de verzameling voor de eer ste en ook enige maal builen Duitsland kon worden gezien alvo rens hy er definitief afstand van zou doen. Eenmalig kunst Het is te wensen, dat velen van deze unieke gelegenheid gebruik zullen maken om zich te laten confronteren met eenmalige kunst die geen navolging kreeg omdat zU daarvoor tezeer eigen is, zo als de gedachte het is voor wie haar in zijn geest voelt opkomen. romans (o.a. „Senpeck" en „Der gestohlene Mond") en in dramatische toneelstukken („Die echten Sedemunds", Der tote Tag", „Der arme Vetter", „Der Findling", het bekroonde „Die Sündflut", „Der blaue Boll", „Die gute Zeit" en het na z\jn dood gepubliceerde drama „Der Graf von Ratzenburg" stuk ken waarmede hij tot de be langrijkste christelijke auteurs in het Duitse taalgebied wordt gerekend blijft deze kunste naar het krachtigst aanspreken '(Landschap van Lambarene Hei Landschap van lamba rene, door Frederick Franck. Uitgave H. P. Leopolds Uitge vers m IJ N.V., Den Haag. Drie maanden lang heeft de schrijver als tandarts deel uitge maakt van de medische staf van het ziekenhuis ln Lambarene. Op sympathieke en overzichtelijke wijze vertelt hij van zijn ervarin gen en tekent hij de figuur var Schweitzer, om wie „de wereld' zoveel verhalen heeft geweven Nuchter ontdoet Franck de fanta jn zijn ervarin gen en tekent hij de figuur ven Schweitzer, m „de wereld" schonken. Franck gebruikt slechts ten dele als achtergrond voor zijn ongedwongen beschrij vingen van het ziekenhuisperso neel. het landschap en de autoch tone bevolking. De veertig schetsen in het boek zijn van de hand van de schrij ver. Zijn kostelijke tekeningen vullen het geschrevene uitstekend aan en passen geheel bij Franck's bedoeling: vertellen hoe het daar nu werkelijk is. Een verzorgd uitziend boek. dat vooral liefhebbers van verhalen over vreemde volken zal boeien. op de gehad? leuk d,jEUrï- Mag 5? Wat Rla at het r ïbarne- £odat de lezer wei kan. en Friese streekroman in het Nederlands Z zijn sterkte school „De Het Vrije Schrift, gesticht in 1939, in de oorlog opgeheven, is met het eerste nummer van een nieuwe reeks herversche- nen. Het noemt zich „een onaf hankelijk literair cahier" en het staat onder de redactie van Cris Huickx en Willem Eges. Naar het uiterlijk is het een gestencild boekje van twee vel. De beide redacteuren hebben samen de inhoud verzorgd, met uitzondering van een Open Brief van de Maatschappij „Arti et Amicitiae", „aan allen wicn het welzijn der beeldende kunst ter harte gaat", van..mei 1958. Het is in de kunst moei- öe Friese auteur Abram van r Werf heeft zijn eerste bckroon- werk „Yn 'e berm lans" onder titel Terzijde ln het Neder- ids vertaald, althans herschre- ji, en uitgegeven bij J. H. Kok V. te Kampen. Het Is een een- udlg, fris en gaaf verhaal over plattelandsbevolking van tasterland, met als centrale fi de jongen Fedde Dijkstra, ontje van een ln zorgelijke om- uidlgheden met haar gezin ach- rgebleven weduwe Sjouk. Aardig is de onbedorven vriend- hap getekend tussen Fedde en rpk, het dochtertje van Douwe i bosduvel. een gezeten boer die beger graag met Sjouk had wil- hond. De intelligente Fedde krijgt op te jeugdige leeftijd de zor gen van het gezin mee te dragen Ook wat hemzelf betreft heeft hij het moeilijk, maar aan het eind van het boek lijkt hij. na gesprek ken met de wijze bovenmeester van de school, te berusten in zijn nieuwe baantje van olieventer met mogelijkheden voor de toe komst. Ook de verhouding tussen boer Douwe en Syt komt goed. zij het dan ook bij haar kraam bed. dat een sterfbed wordt. Zo komt véél terecht in dit boek. dat de Gaasterlandse samenleving met nog de kerk als middelpunt en de drukkende overwelving van de zware leer als geestelijk uit spansel op niet te diepzinnige wij ze beschrijft. C. R. lijk onafhankelijk te zijn (waar is het trouwens gemakkelijk?) en daarom verdient elke po ging tot onafhankelijkheid sym pathie. Natuurlijk zit er iets parado xaals in het feit dat men hier niet te doen heeft met beginnen de jongeren, maar met mannen van rijpe leeftijd, wien het, naar het schijnt, nimmer vergund was meer dan één voet aan de grond te krijgen. Des te meer reden hun een kans te geven. De be langrijkste bijdrage lijkt mij die van Willem Eges, Herinneringen aan Anna Blaman (1). Zijn heel sober gehouden novelle Het Tref- Kint laat zich aangenaam lezen. uickx, in zijn stukje Rotterdam de Dupe. fulmineert tegen Zad- kine's Verwoeste Stad en breekt een lans voor Cor van Kralingen. Het adres van het tijdschriftje is Vlietlaan 23b, Rotterdam 16. Mij werd voorts toegezonden het jongste nummer van het tweemaandelijks tijdschrift Ken tering. dat in zijn derde jaar gang is. De redactie voeren Marie- Louise Curtius, Wim Hazeu en Berend Wineke. Het adres van deze periodiek is Boeroestraat 37, Delft. Ook dit blad is gestencild, een tikje aanzienlijker dan het Vrije Schrift, wat royaler Cor de Back is vertegenwoor digd met twee gedichten: Nu de zon is doodgegaan, en: Laat mij. De Backs werk maakt een gun stige indruk; zijn poëzie (in de hedendaagse trant: rijmloos en op de grens van de gewone spreektaal) la zuiver en gevoelig. Goed werk ook levert Ben Wolken met zijn anecdotische notities, genaamd Kortere Verhalen. Tiny Mulder schrijft over de Gysbert Japicxprijs. Het onafhankelijk literair en ar tistiek maandblad De Periscoop, dat de vorm heeft van een op duur papier gedrukte krant en in Brussel bij de N.V. Meddens wordt uitgegeven, schenkt in zijn Op de tot 3 december durende expositie in Rotterdams Museum Boymans-Van Beuningen is ook het hoofdwerk van de in 1938 overleden Duitse kunstenaar Ernst Barlach te zien. Omdat een reproductie in de krant het indruktvekkende van hel gehele „Fries der Luisterenden" niet kan weergeven, kozen wij „De blinde', de vijfde figuur in de rij van negen. BOEK VAN NOBELPRIJSWINNAAR formaat bundel Nochtans een christen. Het versje Vrijdenker is de moe te van het citeren waard: Hij denkt zich van u vrij maar wat hem onderscheidt van wie bericht rondzendt dat gij te kennen zijt. het is wie hij ook zij dat men ervaart, altijd: hoe feller hij ontkent, hoe dieper hij belijdt. geleden gestorven dichter Slauer- hoff. Dit laatstgenoemde stukje is ondertekend D. P. Verder be vat het nummer gevarieerde bij dragen. ook over beeldende kunst. Paul de Vree behandelt als boek van de maand Dc Weerstand der Geringen van Frank Liedel. In de Vlaamse Gids van oktober schrijft Jan Walravens over gedrukte Streuvels. Ludo Rocher behan delt Constanten in de Indische be- informatieve de. dat ln het volgende nur zal worden afgesloten. Verder is er poëzie en proza, en een knap pe bespreking van de filmofiel Johan Daisne over de rolprent Le passage du Rhin. In de Kantte keningen trekt de aandacht een beschouwing van Raymond Bru- lez: De Sowjetunie over zichzelf. Uitgave en beheer van dit tijd schrift is aan de Em, Jacqmain- laan 119, Brussel L C R. T)E ZWEEDSE Koninklijke J"/ Academie die de Nobel- prijs voor literatuur dit Jaar j toekende aan de Zuidslavlsche schrijver Ivo Andric, wiens grote roman De brug over de verscheen, heeft door deze be- kroning een buitengewoon be- langrijk waardeoordeel gcgc- ven over de literatuur in het algemeen. Zij huldigde name- lijk een auteur die in zijn werk in geen enkel opzicht aansluit bij de huidige Ute- ralre mode, doch die boven tijdsverschijnselen uit de fei- lelijkheden uit de historie in hun betrekkelijkheid plaatst naast de toevalligheden van het leven van alledag. De 69-jarige Andric is gebo ren in Bosnië. Na de voltooiing van zijn studie aan verscheide ne Europese universiteiten kwam hij bij de diplomatieke dienst, doch na de tweede we reldoorlog wijdde hij zich nage noeg uitsluitend aan de litera tuur. In zijn jonge jaren heeft Andric behoord tot de nationa- de Óóstenrijk- se aartshertog Ferdinand ver moordde. hetgeen mede aan leiding was tot het uitbreken van de eerste wereldoorlog. IN ZIJN romans put Andric bijna louter uit jeugdherinne ringen. Zo ook in De brug ov er de Drina, die de verbinding vormt tussen de christelijke en de mohammedaanse wereld. De ze brug bij het 6tadje Visegrad werd in 1571 voltooid in op dracht van de grootvisicr Meg- med Pasja, die als kind door vindt naarmate de roman vor dert. Van een roman in de traditio nele zin van het woord kan men nauwelijks spreken. Andric be tracht een uiterst gevoelige se lectieve geschiedschrijving, die de historie geen geweld aan doet, maar haar feiten inspire rend laat inwerken op zijn ver beelding. De kracht van een au teur als Andric lijkt dan ook moeilijk te bepalen in een re laas dat geen hoogtepunten kent. doch evenmin inzinkingen. Slechts de vastheid van de brug, die dan door het bloed van oorlogen mag worden be zoedeld, maar weer scnoon- spoelt door de regen blijft be staan in een bovennatuurlijk glanzend wit, dat als alle uiter lijkheden wordt verhevigd tot symbool In alle tilden houden de bruidsstoeten stil bij de ka- pija, bet verbrede terras op het midden van de brug, omdat de mensen een zuiver gevoel heb ben voor haar betekenis. En al le mensen begrepen waarom juist daar een bruid die tegen de zin van haar vader een hu- werd weggevoerd met de grootste moeite de bre de stroom kon passeren. ngneia. maar zij ia van wezen lijk belang voor de bewoners van Visegrad. die zich het le ven niet meer kunnen voorstel len zonder de oeververbinding die ook geestelijk een relatie legt tussen de twee werelden waarin zij leven. De brug bepaalt het leven, en Andric weet dat zonder opzette lijkheid de lezer te suggeren. dank zij de onuitputtelijke stroom van zijn verbeelding, die steeds nieuwe vertakkingen welijk zou aangaan tot de be slissing werd gedrongen in het groene water van de Drina te springen. BETER dan in een roman, die de karakterontwikkeling van enkele hoofdpersonen laat zien, overtuigt deze kroniek van vier eeuwen leven van de onthullende en ontroerende driften van mensen »r. wie wij ons zelf voortdurend herken nen. H. van Balkum. 1) De brug over de Drina door Ivo Andric. Uitgave: Dol fijnreeks van uitgeverij De Fon tein. Utrecht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 17