Dr. Ir. H. A. Stheeman
HITLER de gesel van Europa, een verschrikkelijk boek
EERSTE REIS VAN EERSTE TANKSCHIP
ZATERDAG 4 NOVEMBER 1961
BIJ HET AFSCHEID VAN DE DIRECTEUR VAN DE N.A.M.
In het midden van deze week heeft de
man, die er een flinke stoot toe heeft ge
geven, dat Nederland op het ogenblik ruim
een kwart van zijn behoefte aan olie nit n ,MI m
eigen opbrengst kan dekken, zijn functie
neergelegd. Dr. ir. H. A. Stheeman is geen
directeur meer van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (N.A.M.)Op zichzelf is
dit niets bijzonders. Op dertig november a.s. hoopt hij zestig jaar te worden, en hij
heeft zijn dienstjaren volgemaakt. Hij is dus aan zijn pensioen toe. Het bijzondere zit
hierin, dat hij dertig jaar in de olie heeft gezeten en feitelijk nooit in de olie heeft
gewild. Een samenloop van omstandigheden heeft hem in de olie gebracht. Hij heeft er
nooit spijt van gekregen, dat zijn leven een andere wending nam dan hij zich had ge
dacht. En Nederland kan er slechts dankbaar om zijn dat dit is gebeurd. Want hij heeft
ons land en onze economie belangrijke diensten bewezen. Een van onze redacteuren
heeft hem dezer dagen op het hoofdkantoor van de N.A.M. te Oldenzaal bezocht en
een uurtje met hem gesproken. Het gesprek ging hoofdzakelijk over reizen, geologie en
over mensen. Het is hieronder gepubliceerd.
wilde niet in „olie" maar bleef er dertig jaar in
iejj
leve*
Voor hen, die hem niet ken
nen. Hij is lang en slank, een
prettig causeur, scherp in het
ontleden van vragen, glashelder
in het gevên van antwoorden
en in het schetsen van situaties,
en rond-uit in het zeggen van
zijn mening. Hij neemt geen
blad voor de mond. In een ge
sprek weet men al direct wat
men aan hem heeft, er behoe
ven beslist geen misverstanden
te zijn.
Dit zijn enkele van de rede
nen, waarom hij door hen, met
wie hij in contact komt, ten
zeerste wordt gewaardeerd.
Een andere reden is, dat hij
een ieder het volle pond geeft,
en dat vloeit voort uit het feit,
dat hij zich interesseert voor
mensen en hen op hun waarde
weet te schatten.
Een van zijn uitspraken, die
om haar positief karakter ver
melding verdient: ..Het ambte
narenkorps van Nederland is
bekwaam en zeer
behulpzaam. Ik
heb altijd prettig
met ambtenaren
kunnen samen
werken en dat
komt, omdat ik
van hen heb ge-
leerd. Ik heb on-
j der de ambtena
ren mensen ont-
moet. die zeer
weinig verdien
den, maar die je
met nog geen
goud zou kunnen
wegkopen. Het
grootste concern,
dat we kennen is
de staat en die
teert op mensen,
die in crisistijd
zijn aangetrok
ken".
Een tweede uit
spraak: ,,In deze
tijd bestaat het
gevaar, dat de
mensen elkaar
meer leren ken
nen er daar
door gaat het res-
„ja-knikkers" van de N.A.M.
brengen de aardolie aan
oppervlakte. Symbolisch voor
persoon van de scheidende dir
teur, dr. ir. H. A. Stheeman,
dit niet: hij is steeds een m
gew
mg.
r zijn eigen
peet voor elkander teloor. Ik ben
blij, dat de N.A.M. een klein
bedrijf is gebleven: de mensen
kennen mij nog".
Een derde: ,,De democratie
heeft een fout: jc kunt bijna ah
tijd zeggen, dat de minderheid
het bij het rechte eind heeft,
want de slimme mensen zijn
klein in aantal. En de allerslim
ste staat alleen".
Hij werd geboren In Teterin-
■gen, en hij stamt uit een fami
lie, die sinds 1619 altijd heeft
gestudeerd". Van jongsaf aan
had hij een grote belangstelling
voor alles wat onder, in en bo
ven de aarde is (,,dus ook voor
mensen") en hij wilde later
vooral reizen. Die zucht naar
reizen en die belangstelling
voor mensen had hij als het wa
re bij zijn geboorte meegekre
gen. „Mijn vader was dokter
en mijn grootvader van moe
ders zijde dominee. Beiden had
den uiteraard met mensen te
maken, en dat is bij mij bij el
kaar gekomen".
Na zijn middelbare schoolop
leiding stond hij voor de vraag:
wat nu? ,,Ik ben toen naar
Delft gegaan, niet omdat ik in
genieur wilde worden, maar om
dat daar twee hoogleraren
voortreffelijke geologen waren,
Molengraaf en Brouwer, en ter
wille van hen heb ik de inge
nieursopleiding gevolgd".
Het diploma mijningenieur
verwierf hij in 1929. Hij had
toen het voornemen zich te zij-
tijd te vestigen als zelf-
zelfstandige raadgevende geolo
gen waren, in Bolivia en in
Zuid-Afrika. De omstandigheden
hebben echter een spaak in het
wiel gestoken. ,,Ik had een
proefschrift geschreven over de
geologie in Afrika en om de
drukkosten daarvan te kunnen
betalen, moest ik een betrekking
aanvaarden bij de „Koninklij
ke". Ik dacht: goed dan, voor
een jaar of vijf".
Continenten
Het werden er dertig. „Het
was crisis en het viel moeilijk
iets te beginnen". Bij de „Ko
ninklijke" kreeg hij alle kansen
om te reizen en om mensen te
leren kennen. „Ik ben in alle
vijf continenten geweest, ik heb
veel gezien. Plezierreisjes zijn
niet zo waardevol. Je 'eert de
mensen niet kennen. Daarvoor
moet je met ze werken. Ik zou
bijv. nooit op een bankje in
het park van Versailles kunnen
zitten en daar dan later over
gaan schrijven. Ik bezit niet
dat bespiegelende. Ik wil wel in
het park van Versailles zijn,
maar dan om te spitten. Dat is
ook een van mijn hobbies. Ik
houd van het vervormen van de
aarde".
Van 1932 tot 1953 heeft hij ge
reisd. Hij zat in Indië, Austra
lië, Roemenië, Argentinië. Hij
zag Indië tijdens de Japanse be
zetting de afbraak en hij werd
in de gelegenheid gesteld na de
oorlog mede de opbouw ter hand
te nemen. Maar nergens was hij
langer dan een paar jaar. Het
langst is hij verbonden geweest
aan de N.A.M. „Om precies te
zijn zeven jaren, zeven maan
den en zeven dagen. En het
zijn niet altijd vette jaren ge
weest".
En juist bij de N.A.M. kreeg
hij de kans zijn volle gaven tot
ontplooiing te brengen, en te
werken geheel naar eigen aard
en haar eigen inzichten.
Gasbel
En dat werd dan de vraag:
Wat heeft u in de voorbije der
tig jaren nu de grootste voldoe
ning gegeven?
Stheeman: „In de eerste
plaats de invasie op Tarakan,
verder, dat ik een zwembad
heb kunnen bouwen op het olie
veld van Patagonië bij deze
grote zaak heb ik altijd wel
kansen gekregen om grote din
gen te doen en natuurlijk
de ontdekking van de velden
IJsselmonde en Wassenaar, en
van deze laatste tijd de gasbel
in Groningen, en erg dankbaar
ben ik er voor, dat ik nog op
zee heb kunnen boren".
„Ja, die gasbel in Groningen,
die zoveel longen en pennen in
beweging heeft gebracht. „Die
gasbel is op zichzelf fantastisch
hoewel dat natuurlijk een
erg rekbaar begrip is. Als je
een cent bezit, vind je honderd
gulden een heleboel geld. Je
zou ook kunnen zeggen: die
gasbel is een vetbolletje op een
bord soep. Het moet nog ont
wikkeld worden. De minister
zal er te zijner tijd wel verder
over vertellen, ik doe dat lie
ver niet. Wel dit: het kan een
zegen worden voor ons volk".
„Groningen" is geen toevals
treffer geweest. „In geen ge
val. Het ontdekken van de gas
bel is het gevolg van langdurig
peinzen". Zijn medewerkers be
weren, dat het helemaal het
werk is geweest van ir. Sthee
man.
Stheeman, aarzelend: „Mis
schien".
Volgens de mening van velen
kon er in Groningen geen gas-
veld aanwezig zijn. Weten
schappelijk viel het niet te con
stateren.
Statistisch
„We leven in een tijd, dat de
wiskunde wordt overgewaar
deerd. De wiskunde gaat (te)
sterk op de voorgrond treden.
Alle problemen, waarmee wij
in onze samenleving te maken
krijgen, wil men langs statis-
tisch-wiskundige weg oplossen,
ook de menselijke. Het redelijk
afwegen van factoren, uit de
feiten van het verleden en uit
die van het heden de toekomst
trachten te bepalen, wat veel
belangrijker is, vindt geen aan
hang meer. Er zijn vraagstuk
ken, die mathematisch niet zijn
te benaderen. Een machine kan
aan de hand van factoren veel
zaken tot een oplossing brengen
maar het nadeel is, dat je
de factoren, die je in die ma
chine moet stoppen, niet altijd
kent. De menselijke geest moet
ingeschakeld blijven".
Uitspraak: „Je moet oog heb
ben voor details en details her
kennen als een aanwijzing voor
grote zaken".
ken, maar het moet niet te dik
wijls voorkomen, en je moet
uit je fouten lering trekken. Ik
heb op een post gestaan, waar
op beslissingen moesten worden
genomen en richtingen aange
geven. Ik heb me nooit er voor
gegeneerd dit te doen, ook al
was ik de plank mis".
Uitspraak: „Na de hele snel
le vlucht in de olie gedurende
de laatste twintig jaar zijn we
nu eindelijk op het punt beland,
dat we ons kunnen afvragen
en het antwoord kunnen gaan
zoeken hoe ontstaat olie
precies? Want dat weten we
nog niet helemaal. En als je
daarover slechts een vaag idee
hebt, betaal je bloedig de kos
ten".
Ongeduldig
Dertig jaren heeft hij over
de wereld gezworven. „Maar
ik ben steeds zo gelukkig ge
weest echte wetenschap te be
drijven, die toevallig nuttig
was. Ik heb altijd gezocht naar
het evident nuttige. Dat hoort
bij mijn natuur. In wezen ben
ik een ongeduldig mens. In de
loop der jaren heb ik veel gp-
duld moeten leren."
Dezer dagen is hij met pen
sioen gegaan. Hij heeft zich
uit de olie teruggetrokken.
„Misschien ga ik nog wat aan
geologie doen. Lezen, veel le
zen ga ik in elk geval. Bij mijn
afscheid heb ik prachtige boe
ken gekregen, alle boeken over
geologie. De pre-historie is mijn
hobby."
Maar hij gaat meer doen.
„In de eerste plaats krijg ik
een taak op onderwijsgebied.
Ik ga me occuperen met de
nieuwe technische hogeschool
te Enschede. Daaraan zijn vele
problemen verbonden. Die hoge
school komt in een landstreek
waar er nooit een is geweest.
Hoe zullen de invloeden zijn
die van buitenaf worden geïm
porteerd? Interessant om het
te bestuderen. Er is meer in
teressants. Van deze Campus
hogeschool wordt de inwoning
een educatief element. En ver
der word ik voorzitter van de
Dinkel-commissie, die is inge
steld door het Overijssels Land
schap cn tot doel krijgt de
schoonheid van de Dinkel te
bewaren."
Postzegels
Andere hobbies? „Nee. geen
postzegels. Vroeger wel. Ik ver
zamelde ze omdat ik van rei
zen hield. Maar op een dag
heb ik ze alle weggegeven aan
een sergeant van de genie, die
me in Indië hielp bij het laten
springen van een brug. Later
zag ik 'm nog eens terug en
hield hij zich een beetje achter
af. Ik zei: Kruip maar niet
weg, want je behoeft niet bang
te zijn, dat je me de postze
gels moet teruggeven."
Dr. Ir. H. A. Stheeman is
geen directeur meer van de
Nederlandse Aardolie Maat
schappij. Hij heeft zijn taak
aan een ander overgedragen.
Hij heeft dit kunnen doen nog
in blakende gezondheid en nog
Enkele decennia terug tol» i
olieboortoren iets, dal wij Neder
landers alleen maar van .Jim
zeggen" kenden. Nu staan, dank
zij de Nederlandse Aardolie Maat
schappij tan dr. ir. II. A. Sthee.
boordevol plannen. Onder een
lange levensperiode heeft hij
een streep gezet. Maar hij kan
met genoegen op die periode
terugzien en hij mag cr zich
best van bewust zijn, dat hij
belangrijk werk heeft verricht.
Trouwens, zijn verdiensten zijn
tweemaal koninklijk erkend.
Want hij ls Officier in de Orde
van Oranje-Nassau en Ridder
in de Orde van de Nederlandse
Leeuw.
In een groot aantal landen is tegelijkertijd ver
schenen „Hitier. de gesel van Europa", een
kijkboek met 500 foto's over het nazidom in
al zijn gruwelijke vormen. Het is een verschrik
kelijk boek, zó aangrijpend en zó bestiaal, dat
men, na het helemaal doorgezien te hebben,
het gevoel krijgt onmiddellijk zijn handen te
moeien wassen.
Het boek valt in twee delen uiteen: datgene
van het nationaal socialisme wat de buitenwe
reld ervan mocht zien: de grootse manifesta
ties, het machtsvertoon, de fagade dus van het
Hitlerdom en datgene wat er achter de scher
men gebeurde... de massavernietigingen in
de concentratiekampen, de vuige onmenselij
ke benadering met name door de S.S. van
iedereen, die als „volksvijand" werd be
schouwd. Een huivering van afschuw bekruipt
een ieder die met dit boek een van de in
dringendste dat we tot nu toe gezien hebben
wordt geconfronteerd. Typerend voor de na
zi-mentaliteit is dat de samenstellers van deze
documentaire de keuze hadden uit tienduizen
den foto's en kilometers film....
De bedoeling van deze uitgave moge duide
lijk zijn: iedereen, vooral de jonpe generaties,
te laten zien wat er van 1930 tot 1945 in Euro
pa is gebeurd. Het boek wil een wekroep zijn
aan de wereld van vandaag en van straks om
niet opnieuw in deze misdaden welke met
geen pen te beschrijven zijn vandaar dat
foto's zoveel méér zeggenie vervallen. Ter
waarschuwing hebben de samenstellers foto's
naast elkaar afgedrukt over de gruwelen der
S.S. in de concentratiekampentijd en samen
komsten van de voormalige S.S. in 1959...
Men kan de vraag stellen: moeten al
die gruwelen in veelal nog nimmer gepu
bliceerde vorm hoe vaak vergreep de
beestmens van het Derde Rijk zich niet aan
het onmondige kind? (weer) op een zo
indringende wijze onder de aandacht gebracht
worden? Het antwoord hierop is: ja, ja en nog
eens ja. omdat wij met dr. Buskes van me
ning zijn „dat het niet aangaat te zeggen:
Streep eronder; zand erover! Dit alles heeft
zich afgespeeld in ónze tijd en in óns midden.
Wij waren er bij betrokken. Enkele in verzet;
de meesten in actieve of passieue medewer
king...."
Dit boek, hoe weerzinwekkend ook, zou in
ieder gezin aanwezig moeten zijn opdat allen-
die-na-ons-komen, tenminste als ze tot de ja
ren des onderscheids gekomen zijn. het in han
den kregen. Want ook en juist zij moeten de
les die ..Hitier, de gesel van Europa" wil le
ren helaas volgen: Dit is ééns gebeurd, maar
dat mag nimmermeer gebeuren!
Herfst 1886 New York in opwinding
werd 75 jaar
geleden
gemaakt
In de grauwe herfstdagen
van 1886 thans precies 75
jaar geleden maakte de
Gliickauf zijn eerste reis: van
Engeland over de Atlantische
Oceaan naar New York. Hoe
wel niemand in deze wereld
stad het schip ooit had ge
zien, heerste daar toch opwin
ding. Nog voor het schip de
haven aandeed, hadden de
Newyorkers al een nieuwe
naam voor de Gliickauf be
dacht: „Vlieg op", waarmee
ze zo ongeveer te kennen ga
ven het schip naar de zeebo
dem te wensen....
jaar gel
New York. Luide werd verkon
digd, dat met zo'n schip in de
haven de gehele stad wel eens
in de lucht kon vliegen. Diezelf
de lieden dreigden bovendien
een bom op de Glückauf te zul
len gooien en toen het schip
voorshands de Newyorker ha
ven boven de oceaanbodem ver
koos, wist de politie niets an
ders te doen dan de grote
Brooklyn bridge voor alle ver
keer, inclusief voetgangers, af
te sluiten op het moment, dai
de fiere driemaster met de
Duitse vlag op de achtersteven
naderde
In reservoirs
Mijnheer Wilhelm Anton Rie-
demann uit Geestermünde
een deel van het huidige Bre
merhaven was verantwoorde
lijk voor deze onrust. Hij was
op de gedaohte gekomen een
schip te doen bouwen waarmee
uitsluitend petroleum in grote
reservoirs in plaats van in va
ten zou kunnen worden ver
voerd. Op 16 juni 1886 was het
Glückauf gedoopt,
waarna het op 10 juli van het
zelfde Jaar in dienst was ge
steld. In de hierop volgende
herfst maakte het zijn eerste
reis naar New York om petro
leum voor Europa in te nemen.
Het werd een avontuurlijke
reis. Vooral de fabrikanten van
vaten bevreesd hun brood te
verliezen wakkerden het
vuurtje van vijandschap tegen
de Glückauf aan en de kolen-
handelaren verklaarden zich so
lidair. Zij boycotten het schip,
zodat het voor de terugtocht
naar Europa in New Foundland
moest aanlopen om brandstof in
te nemen. Doch alles ging goed
en de Glückauf komt thans nog
de eer toe met zijn avontuurlij
ke reis van 75 jaar geleden de
weg voor de huidige tankvaart
te hebben bereid
Wie was Riedemann
De Duitser Riedemann was
oorspronkelijk reiziger in papier
en verf. doch begon daarna een
petroleumhandel voor zichzelf.
Met verscheidene anderen zocht
hij naar nieuwe transportmoge
lijkheden voor olie en benzine.
In de tachtiger Jaren van de vo
rige eeuw experimenteerde hij
met het zeilschip Andromeda.
Dit schip kon 12 000 barrel of
190.000 liter petroleum in vaten
oeren, hetgeen Riedemann
reinig vond. Hij liet balken
In het ruim aanbrengen en niet
minder dan 72 reservoirs ver
vaardigen, die hij driehoog en
paarsgewijze naast elkaar deed
plaatsen. Op deze wijze kon hij
in dezelfde ruimte 17.000 barrel
of 270.000 liter transporteren.
Deze 17.000 in plaats van
12.000 fascineerde Riedemann.
Het werd de sleutel voor de ont
wikkeling van de tankscheep
vaart, want het deed hem be
sluiten de Glückauf bij Arm
strong. Mitchell and Co in En
geland te bestellen.
de eerste reis. En niemand wist
waar en hoe.
In 1872 kwam ln Antwerpen
de Vaderland gereed voor het
transport van petroleum. Het
werd ook een mislukking, doch
door een andere oorzaak. In
deze Belgische havenstad werd
de bouw van tanks op de haven
complexen verboden en aange
zien een tankschip het zonder
tanks aan land niet kan stellen,
ging de Vaderland andere goe-
Mislukt
Met Riedemann hadden ook
anderen getracht een revolutie
in het vervoer van petroleum te
bewerkstelligen. In 1862. slechts
drie jaar nadat Drake de eerste
olieput in Titusville in Pennsyl
vania had geboord, waren twee
ijzeren zeilscheepjes van 700 ton
elk gebouwd, die echter nooit in
de vaart zijn gekomen. In 1870
kwam het tankzeilschip Charles
in de vaart. Het had 59 tankjes
in zijn romp. die alle afzonder
lijk gevuld en geleegd moesten
worden. Twee iaar later ver
brandde de Charles zoals zovele
andere schepen in de daarop
Petroleum-stoomboot
Het Bureau Veritas waar
zeeschepen worden geregistreerd
zat cr oen beetje moe. Hoe
moest de Glückauf worden inge
schreven'' Het werd „petroleum-
stoomboot" en men was er ge
lukkig mee. Bij de tewaterlating
had de Newcastle Daily Journal
nog geschreven: ..Dit is het eer
ste schip van deze aard. Het
was noodzakelijk het aan een
bijzondere keuring te onderwer
pen om vast te stellen of het
onder alle omstandigheden zee-
vaardig ls."
Maar de Glückauf was zee-
vaardig. Het mat met zijn 97
voldaan, dat men spoedig grote
re tankschepen ging bouwen: in
1914 werd de grootte van 10.000
ton bereikt: in de jaren tussen
beide wereldoorlogen kwamen
tankschepen tot 20.000 ton in de
vaart; in 1950 liepen 25.000 tons-
tankschepen van stapel. Daarna
begon dc ontwikkeling stormach
tig tc worden. De Tina Onassls
uit 1953 was 45.000 ton groot en
thans zijn schepen van 50.000 tot
100.000 ton al normaal. Kort ge
leden werd in Japan een tanker
van 130.000 ton tc water gelaten.
En de ontwikkeling gaat door.
havens worden aange-
vloot steeg in tien Ja
miljoen ton in 1950 tot 64 mil
joen ton in 1960
De Glückauf blijft echter het
begin. Als een kleinood worden
dan ook modellen van dit eerste
tankscheepje. waarvoor New
York te hoop is gelopen, nog be
waard in het Duitse museum te
Miinchcn en in het Kensmgton-
muscum in Londen