Gelovigen uit Oost en West leren elkaar kennen Een kanttekening ontharing depilan Een woord voor vandaag Waarom voert regering1! motie niet uit? WET BESCHERMT WETSONTDUIKING pjET lijkt er sterk op, dat te Amsterdam een vonnis van de kantonrechter wordt misbruikt om de voortgang: van minder oirbare praktijken te dekken. Het betreft de eigenares van een pand in de rosse buurt, die haar huis heeft verhuurd aan een publieke vrouw. Nu is het algemeen bekend, dat de politie de laatste tijd deze verhuursters harder aanpakt en proces-verbaal opmaakt op grond van het feit, dat zij gelegenheid geven tot het bedrijven van ontucht. Kennelijk om hieraan te ontkomen heeft de door ons bedoelde dame haar huurster de huur opgezegd en deze voor de Amsterdamse kantonrechter gedaagd toen zij weigerde haar appartement te verlaten. De kantonrechter kon, op grond van de Huurwet, niet anders doen dan de hubbazin haar vordering ontzeggen, zodat zij bij volgende bobingen met de politie triomfantelijk dit vonnb tevoorschijn kan halen om te onderstrepen, dat zij toch echt nieb kan doen tegen de kamertjeszonde in haar hub. „Ik wilde er een eind aan maken, maar ik mocht niet van de kantonrechter. Ik beroep mij op overmacht". Men mag veilig aannemen, dat de huurbescherming niet dient om de werking van artikel 250 bis Strafrecht te verijdelen, waarin het teweegbrengen of bevorderen van ontucht wordt bedreigd met een gevangenisstraf van ten hoogste 1 jaar of een geldboete van hoogstens 2000. Desondanks heeft het ln het geschebte geval ernstig de schijn, dat een verhuurster in haar door ons strafrecht duidelijk verboden handelingen alle steun vindt in het privaatrecht. Over vorderingen tot ontruiming op grond van onzedelijke gedragingen van huurders zijn in de loop der jaren tal van vonnissen gewezen. In het algemeen ziet de Nederlandse rechter in die gedragingen voldoende grond, een ontrui- mingseis toe te wijzen, maar de rechter aarzelt, wanneer hij aanneemt, dat de verhuurder bij het aangaan van de huur had kunnen weten, welk vlees hij in de kuip had. De gedachtengang van de Amsterdamse kantonrechter zal zijn geweest, dat hij die zich willens en wetens aan een laakbare handeling schuldig maakt, de gevolgen daarvan zelf dient te dragen en de ontoelaatbaar heid van een eigen daad niet mag aanwenden om zich te ontdoen van een hem niet langer welgevallige huurder. De gedaagde immers gebruikte het huurobject niet in strijd met, maar over eenkomstig de bestemming als hub van ontucht, een bestemming die partijen daaraan bij het aangaan van de huurovereenkomst hadden gegeven. De huurster kwam haar verplichtingen ten aanzien van de eigenares keurig na. Zij was gezien de omstandigheden jegens de verhuurster niet verplicht haar verdieping ab een kuise maagd te bewonen Bij deze op zichzelf juiste opvatting werd evenwel niet bedacht, dat de verhuurster haar huurster helemaal niet kwijt wilde, maar integendeel een afwijzend vonnis uitlokte om haar onderdak te kunnen blijven bieden, waarbij zij met de publieke vrouw onder één hoedje speelde. Of er geen middel is aan deze onfrisse praktijken een eind te maken? Een oplossing zou wellicht zijn, dat de strafrechter bij een nieuw in te stellen strafvervolging bepaalt, dat de verhuurster slechb vrijuit zal gaan voor de tijd nodig om met resultaat een nieuwe gerechtelijke actie te beginnen. Deze actie zou dan moeten worden gebaseerd op nietigheid van de overeenkomst. Deze nietigheid kan als volgt worden beredeneerd. Het door de huurster uitoefenen van haar naar morele maabtaven ongetwijfeld met de goede zeden in strijd zijnde beroep van publieke vrouw vormt een integrerend be standdeel van de tussen partijen gesloten huurovereenkomst. Het doel van de overeenkomst het uitoefenen van prostitutie dus draagt het stempel van onzedelijkheid, waardoor partijen rechtens niet gebonden zijn. Dit geldt des te meer, omdat stellig kan worden aangenomen, dat beide partijen bij het sluiten van de overeenkomst zich van het ngeoorloofde gebruik van het huurobject bewust waren. Zou volgens deze redenering juridisch niets te bereiken zijn, dan blijft het feit, dat hier duidelijk de wet wordt ontdoken. Immers, de eigenares houdt zich stipt aan de Huurwet, maar ontduikt met die wet in de hand een tegen de ontucht geschreven strafbepaling, die bordeelhouders in het belang van de goede zeden in de greep van de justitie wil brengen. Met het gezag dat van de wet behoort uit te gaan, wordt de spot gedreven. Het rechbgevoel ebt, dat hier wordt Ingrepen. Een onvolkomen formulering van de wet mag souteneurs en hun trawanten geen kans bieden, hun activi teiten voort te zetten en uit te breiden. opnieuw het oostelijk deel van hun stad ontdekt, vertelde van morgen een Oostberlijnse predi kant. De diensten in zijn kerk, die eigenlijk.niet meer dan bidstonden of avondmaalstijden kunnen zijn, worden voor de helft door gelo vigen uit het Westen bezocht. Er heerst een vriendschappelijke at mosfeer en gelovigen uit Oost en West stellen zich aan elkaar voor en komen met elkaar in gesprek. Misschien is dat wel de grootste winst van deze Kerkedag. Dezelf de predikant meende, dat juist deze Kerkedag de Oostberlijners iets te zeggen heeft gehad. Tot nu toe zei men daar alleen maar teleurgesteld: „Wij mogen slechts kerkdiensten houden. Nu hoort men veeleer: „Heerlijk: wij kunnen kerkdiensten houden". Voor de Westduitse gelovigen, die de kerk gaan zonder elkaar te kennen of te leren kennen, is het een openba ring, dat mensen voor de dienst zich aan elkaar voorstellen. Zo komt toch het per soonlijk contact tot stand. Dat is nodig ook. want deze Kerkedag is toch wel een overweldigende massale geschiedenis. Gistermorgen alleen al bevonden zich 42.000 mensen in de grote zalen van het enorme tentoonstellingsterrein onder de zendermast van Radio Vrij Berlijn. In de regen Vele zalen kunnen de menigten voudig niet meer bevatten en honderden worden gedwongen buiten via luidspre kers het gesprokene te volgen. Ondanks Discussie over toekomst van de kerkedag (Van onze kerkredacteur) het feit dat het herhaaldelijk regent blij ven zij toch staan. Nog altijd trekt de werkgroep voor de verhouding tussen Joden en christenen de meeste belang stelling, maar ook bij de werkgroepen economie en Bijbel zijn de opkomsten vaak veel groter dan werd verwacht. Het aantal samenkomsten, dat op één dag wordt gehouden, is enorm Gisteren alleen al waren het er meer dan 30. Maar bovendien kan men van 's middags drie uur kiezen uit tientallen concerten, toneeluitvoeringen of voordrachten. De avondmaals samenkomsten, die 'sm gens en 's avonds zowel in Oost- als West-Berlijn worden gehouden, zijn zi goed bezocht. Advertentie Reumatiek TOGAL HELPT Griep TOGAL HELPT Migraine TOGAL HELPT Menstruatiepijn TOGAL HELPT Verkouden TOGAL HELPT Hoofdpijn TOGAL HELPT Spit TOGAL HELPT ANDERZIJDS COMMERCIËLE TV Het dagblad Het Parool toont ziob te genstander van de eventuele benoeming van een A.R.-staatssecretaris op Economische Zaken. Het Parool suggereert, dat gezien de waarschijnlijke opvattingen van een A. R.-staatssecretaris met betrekking tot de commerciële televisie, hij voor deze func tie niet in aanmerking komt. Trouw heeft de tweede plaats op eco- nimische zaken voor de protestants-chris telijke sector opgeëist. Gedacht wordt ui teraard aan een A.R.-staatssecretaris. Hier bij werd dc stelling geponeerd, dat de KVP vijf, dc CHU en de VVD elk twee en de ARP maar één staatssecretaris heeft. Met dc benoeming van de vijfde KVP- staatssecretaris, mr. Th. H. Bot voot Nieuw-Guineazaken, werden de verhoudin^ gen destijds bewust wat scheef getrokken, maar volgens bet AR-orgaan dienen des nu weer recht te worden gemaakt. De ontwikkeling van de laatste jaren heeft echter de werkzaamheden van onderminister op economische zaken veranderd. Sinds het kabinet-De Quay hij mede belast met de samenstelling van de nota over de commerciële sir; hij moest daarvan de economi; peeten voor zijn rekening nemen. I «achting leeft dan ook, dat bij hi trekken van een nieuwe staatssei sterk zal worden gelet op zijn opvattingen en kwaliteiten met betrekking tot de con merciële televisie, omdat hij bij dc b< handeling von deze nota in dc Tweede Ki rdedig de ngsop- op dit punt voor zijn rekening zal moeten nemen. In een artikel over de commerciële te levisie haalt Trouw de mening van d< public-relation officer van dc Otem dr Gros aan, dat een neutrale omroep niei noodzakelijk de doorbraak van het „zui lensysteem" met zich meebrengt. Volgen.' Trouw berust de redenering van dr. Gros op een fout, „die slechts verklaard kan worden uit een te oppervlakkige studi van de geestelijke achtergronden van d nmroepMrijd in ons land." Zo schrijft di Gros: „Een onafhankelijk programma dient niet /vricai te worden als e< tionaal programma" in de betekei hecht, als tafhankelijk van ee*. bepaaldi godsdienstige of politieke levensbeschou wing, programma's los van ©en bepaaldi ideologisch georiënteerde groep Trouw het tionaal programma" juist wèl in de <?ersti plaats een programma „onafhankelijk vai enige levensbeschouwing" En daarom i Trouw tegen een dergelijk programma artikel vervolgt: wèl AVRO zendtijd krijgt nereicle AVRO" niet? Wij zijn voor geestelijke vrijheid in dc ther. Het is niet dc taak van de overheid •ns volk tegen zijn zin een christelijke imroep op te dringen. Het is echter nog ninder dc taak van de overheid de om- nep van de christelijke levensbeschouwing os te maken. Daarom zijn wij »mroepwetgeving. die recht op zendtijd rerschaft aan alle levensbeschouwelijke •tromingen, op basis van bet ledenti ran dc omroep: Wanneer een TAAKVERDELING In „Belijden en Beleven" be spreekt de. D. Broer in een arti kel (één uit een serie van vijf) het vraagstuk van de „taakverde ling" voor de dominee. De domi nee behoort immers meer te zijn dan, zoals tegenwoordig vaak niet anders kan, „iemand die zijn ge hoor op aangename wijze onledig weet te houden voor een uurtje of zo in de week, vrijblijvend." Over een mogelijke oplossing hier voor, schrijft ds. Broer: Het gaat er om, dat het herder- schao-door-het-Woord weer centraal wordt gesteld. Daar moet de domi nee dan voor worden vrijgemaakt (ik zei niet: vrijgemaakt voor wor den). De nood is, dat de dominee niet naar de mensen tóe komt, doordat hij organisatorisch te zeer gebonden is. En als gevolg daarvan weet hij te weinig van het leven van zijn leden; van hun honger; van hun vragen en twijfel; van hun leven (of juist nièt-leven) met de Heer; van hun staan in déze tijd en in hun wereld; die van het dagelijks werk. De weg van de dominee naar de gemeente is te zeer geblokkeerd. Het ellendige van de situatie is de paradox: dat de kerk al te veel domineeskerk is geworden. In de zin van „hoor-kerkV, die weer uitgaat en dan hebben we dié kant van het leven weer voor een week gehad; want in de wéék is de dominee te weinig Van'de gemeen te en de gemeente te weinig van de predikant Hij mag dan 's zondags „zijn woordje wel kunnen doen", hij komt in de week met het Woord te weinig de gemeente in. Als bovenstaande is komen vast te staan dan zal de predikant ener zijds veel moeten (leren) delege- -en: uit handen geven. Anderzijds moet er een vorm ge vonden worden waardoor hij op de hooote kan biHven met wat er ge- oeurt, aan arbeid in de kerk en door de kerk, organisatorisch ge-, sproken. Wat anderen evengoed kunnen doen als hij, dat moet hem taboe zijn. Zijn tijd en zijn opleiding zijn te kostbaar dan dat hij duvelstoejager .ou mogen wezen; jongste bedien- ie; manusje van alles. Góds jongste bediende? Graag! Maar niet de slaaf van een sys teem dat de ruiterlijke erkenning af moet dwingen: een brok van mijn tijd gaaf in kruimelwerk zit ten. Om te kunnen wézen waar hij werkelijk zijn moet, moet hij dur- ven ontbreken of haastig opbreken waar hij ambtelijk niets of weinig heeft te maken Veel van wat hij doet en meent Jonverdraagbaar. zijn gewicht te moeten doen Een goede scriba ui goud waard; speciaal scriba. Ambtsdragers in vaste dienst be noemen (o, schrik Voor een kerk- rechtelijk-rechtlijnig mens!) daar zijn te ontkomen. In Handelingen 6 wordt duide lijk gesproken van een deling van taken; de eerste delegatie. En wij maar scherpzinnig snuffelen en vra gen, wélk ambt daar nu ontstaan is als blijvend ambt in de kerk....; hebben we 't wel genoeg als wénk gezien en als téken verstaan? Er waren in vroegere eeuwen in de kerk al „ziekentroosters" werk zaam. De jeugd-ouderling is een bekende figuur in ons kerkelijk le- De ziekentrooster kan de predi kant, die overbelast is, verlichten door ook ouden van dagen, voor zijn rekening te nemen. Naast de jeugd-ouderling kan de ouderling voor de leiding van het evangelisa tiewerk aantreden; en een ander voor het opvangwerk onder nieuw- ingekomenen, in bond met een dia ken, want dit is werk dat aan maatschappelijk werk grenst. En daarvoor is de diaconie het aangewezen orgaan: het sociale or gaan van de kerk dat de leden heeft te mobiliseren ,,in dienst der kerk". De vrouwelijke leden óók. Want die mannenkerk en mannenkerke- raad van ons, dat heeft al te veel van een oudtestamentisch overblijf sel weg en kan de confrontatie met b.v. Romeinen 16 maar moeilijk verdragen. Wie dèérnaar teruggrijpt, kan be zwaarlijk worden beschuldigd van iets nieuws te willen. Uitwerking van het Schriftuurlijk gegeven van „deeltaken" houdt voorts van zelfsprekend in, dat telkens de ge meente mobiel wordt gemaakt. Ge lovigen zijn geroepenen. Geroepen tot eeuwige heerlijk heid; geroepen daarom (als een teken van het groot vertrouwen dat de HERE in hen stelt) tot dienst. En de bedoeling van het ambt (mooi oud-Hollands woord; 't be tekent taak of dienst, immers?) is in Ef. 4 12 beschamend-duidelijk gewezen. Beschamend: want de hoorder van het Woord die het lijdelijk over zich heen weet te laten gaan zon dag op zondag, kan alleen maar kleuren van schaamte bij dezelfde vraag aan hém: waar nu de daad blijft, de dienst. 't Persoonlijk, meest eigenlijk, pastoraat Is moeilijk overdraag baar. Maar de dominee komt aan dat pastoraat niet eens toe, zolang hij voor de „vrijgestelde" geldt die 't als betaalde kracht „wel doet", in plaats van zijn gemeente. De deva luatie van het ambt kan alleen dan een einde vinden, als elk gemeen telid zich beschikbaar gaat stellen Oók voor arbeid „die hem niet zo ligt": want de dominee moet en doet het; hij mag het ook van de gemeente vragen. Zou het niet aanbeveling verdie nen, de gemeenteleden dringend uit te nodigen eens een gewone kerke- raadsvergadering bij te wonen, desgewenst met een speciaal agen dum dat er op gericht is ze een geven op wat er zo al aan zal niet werk aan de winkel Dit kan de inzet vormen van zo nodige spreiding van taken. De laatste das Ondertussen bereidt men zich hier in Berlijn voor op de laatste dag met zijn grootse openluchtsamenkomst. Men ver wacht minstens een kwart miljoen men sen in het Olympisch Stadion. Elders in Berlijn bereidt men zich echter voor op een geheel nieuwe stroom van vluchte lingen. De laatste dagen was hun aantal per dag tot rond 800 gezakt, maar dat gebeurde steeds tegen het einde van de week. De grootste stroom komt tijdens het weekend. Terwijl duizenden getroost worden door de preken en persoonlijke gesprekken, door Bijbelstudie en refera ten, leven op ditzelfde moment andere duizenden in de angstige verwachting; zal het lukken, zullen we de vrijheid vinden? Acties Ook maken allerlei organisaties zoals de Duitse C.J.M.V., de christen padvinde rij en vrouwen-organisaties van de ge legenheid gebruik om eigen samenkom sten in het kader van deze Kerkedag te organiseren. Jonge mensen en predikan ten. gaan erop uit en houden straatsa menkomsten Bovendien bezoeken predi kanten in deze dagen alle cellen van alle gevangenissen en alle kamers van alle ziekenhuizen om degenen, die de samen komsten niet kunnen bijwonen, toch te '"ten delen in dit grootste festijn van de uitse Kerk. De toekomst De discussie over dc toekomst van de Kerkedag gaat ook verder. In tegenstel ling tot de Kerkedag van Miinchen, waar deze zaak slechts in het geheim bespro ken scheen te worden, komt zij nu zelfs op officiële persconferenties ter sprake. *'s er al kritiek is, dan richt deze zich de eerste plaats toch wel tot de sprekers n de werkgroepen, die op typisch Duitse wijze erin slagen om over de hoofden heen te spreken. Er is een verzet tegen het al te zeer theologiseren. Duidelijk is nu door een van de oudere secretarissen, dr. H. Giessen, uitgespro ken, dat de onderwerpen misschien wel al te veel van tevoren zijn doorgesproken. Maandenlang is men al met de voorbe reidingen bezig geweest. Ieder referaat -an tevoren eigenlijk al besproken én blijkt, dat de spreker en de leiders de. samenkomsten eigenlijk daardoor veel verder zijn dan de eenvoudige ge lovigen, die nog met beginvragen zitten. „We moeten het maar eens aandurven in de toekomst", zo zei dr. Giessen zelf, „om bij het begin te beginnen «n ons ar midden irrde stroom van vragen te werpen." Kritiek Kritiek is er ook op de wijze waarop de samenkomsten de tegenstanders worden aangepakt. Men nadert ze, zegt al te voorzichtig en al te vriendelijk en durft niet meer ronduit voor zijn mening uit te komen. De problemen wor den daardoor te veel „met handschoenen" aangepakt. Herhaalde malen hebben we hier in Berlijn mensen reeds horen zeg gen, dat dit in wezen schijnheilig is. Er wordt gevraagd om eerlijker met de .ensen om te gaan. Deze zaken klonken ook door in wat ij nu reeds zouden kunnen noemen: het Kerkedag-cabaret. In Müilchen trad kleine groep van niet 2o heel jonge sen voor de eerste maal met een cabaret-programma K(l)eine Experi- mente op. Nieuw programma Dit jaar brengen zij een heel nieuw nrogramma, dat echter ook nu weer de kerk in haar zwakke punten te kjjk zet, op een manier die zeker geen pijn doet. Het was alles misschien wat min der puntig dan twee jaar geleden, maar toch vaak wel heel raak. Over de hekel gingen bijv. de vor mingscentra, die zo hypermodern willen doen, maar soms zo nietszeggend zijn. Scherp klonk de klacht in een van de sketches: we hebben dominees voor alles, de pers, voor de televisie, voor de radio, voor de film, maar we kunnen geen dorpspredikanten vinden. En dan er het gedicht van de dame, die huis zoekt voor haar man en kind, r geen enkele woning kan vinden r zij kinderen mag opvoeden. Men vindt ze zo schattig, drie uur lang, maar zou men ze als een radio moeten kunnen afzetten. Modern, snel en mild, veilig en reukloos» Beroepingswerk NED. HERV. KERK Beroepen te Rotterdam-Vreewijk (wijk- gem. Strevelswijk, vac.- J. M. D. v. d. Berg): P D Steegman te Bennekom; te Aarlanderveen: M H. Boogert, vic. te Scheveningen. Benoemd tot bijstand in het past te Den Haag: J. G. L. Brouwer, emeritus predikant te De Lier. Aangenomen naar Wilnis: J. J. de Heer Babyloniënbroek, die bedankt voor Jaarsveld en St. Philipsland. Bedankt voor Hasselt: J. W. de Bruijn te Harderwijk; voor Middelhar nis (toez.): Joh. Bos te Wierden. GEREF. KERKEN CHRIST. GEREF. KERKEN UNIE VAN BAPT. GEM. „Here, wanneer hebben wij U hongerig gezien, of dorstig, of als vreemdeling, of naakt of ziek, of in de gevangenis, en hebben wij U niet gediend?" Het is het antwoord dat de Zoon des mensen krijgt van hen die Hij op de dag Zijner heerlijk heid aan Zijn linkerhand geplaatst heeft. Op die dag als Hij als Koning zal zitten op Zijn troon en de volken vóór Hem verzameld zullen worden. Het antwoord van deze ter linkerhand wijkt in formulering nauwelijks af van die ter rechterhand. Want ook deze laatsten vragen: Wanneer hebben wij U als vreemdeling gezien, en zovoorts. Alleen de formulering van de eersten is anders: en hebben wij U niet gediend?" laten zij erop volgen. En dat verschil maakt precies alles uit. Tot die rechterhand zegt de Koning: „Komt gij gezegenden Mijns Vaders en tot die ter linkerzijde: „Gaat weg van Mij, gij ver- vloekten Hebben die vervloekten dan als beesten geleefd? Meestal niet. Dikwijls zullen ook zij de hongerigen gevoed, de zieken be zocht, de daklozen geherbergd hebben maar de liefde tot God ontbrak eraan. Hun dienen van de naaste was niet een dienen van God. God liefhebben bovenal het is het eerste en grote gebod. Het is niet moeilijk waar God zoveel wederliefde geeft K.V.P.-voorzitter Van Doorn: (Van onze parlementsredactie) Het Tweede Kamerlid mr. H. W. van Doorn (kath. v.) heeft aan minister-president De Quay en mi nister van justitie Beerman schrif telijke vragen gesteld naar aanlei ding van de berichten als zou de regering besloten hebben de vorige week door de Tweede Kamer aanvaarde motie- Van Doorn c. s. betreffende de toelating van spijt optanten niet te zullen uitvoeren. De heer Van Doorn vraagt welke overwegingen de regering tot dit besluit hebben geleid. Woensdag jl. meldden wij reeds, dat het kabinet na rijp beraad tot de conclusie is gekomen dat het niet kan voldoen aan de in de motie tot uiting gebrachte wens: versnelling en verrui ming van het toelatingsbeleid. Dit standpunt zou minister-president De Quay in een brief aan de Tweede Ka mer meedelen. Deze brief is nog niet verschenen. Naar verluidt zou het ka binet zich gisteren nog over de redac tie hebben beraden. In een interview met De Volkskrant heeft (KVP-voorzitter) Van Doorn in middels scherpe kritiek uitgeoefend op de regeringsbeslissing, waaromtrent hij overigens nog geen enkele bevestiging had kunnen krijgen. „Ik vind het onbe grijpelijk", aldus het Kamerlid, „dat het kabinet nadat de minister van justitie in de Kamer nauwelijks hoor baar aanneming van dé motie had ont raden thans uit de bus komt met een non possumus. De minister heeft de ka mer overigens niet meegedeeld, dat hij de motie niet ztou kunnen uitvoeren". „Na de onbegrijpelijke politiek ten aam- Advertentie zien van de volkswoningbouw zou de re gering nu dus komen met een tweede bewijs, dat de opvattingen over wat on der christelijk-sociaal moet worden ver staan, sterk uiteen kunnen lopen", zo vervolgde de heer Van Doorn. „Er is klaarblijkelijk hier en daar enig misver stand gerezen over de betekenis van de toezegging, die minister Beerman in de Kamer heeft gedaan. Weliswaar kunnen nu ineens wel enige duizenden gevallen van spijtoptanten per jaar meer worden onderzocht, maar het had voor de mi nister duidelijk moeten zijn, dat de Ka mer alleen zou kunnen hechten aan een toezegging, niet om meer dossiers te behandelen, maar om veel meer men sen in nood op korte termijn toe te la- Generale synode Chr. Geref. kerken De volgende generale synode der chr. Geref. Kerken zal dinsdag 28 augus s 1962 aanvangen. De vergaderingen zul len gehouden worden in de Pniël-kapel te Santpoort. Aan de synode gaat voor af een bidstond op maandag 27 augus tus in de Bethelkerk te Haarlem-N. In deze dienst zal voorgaan de praeses van de synode van 1959, ds. I. de Bruyne te Rotterdam-C. Deze vroege vergaderdatum is geko zen overeenkomstig het voorstel van het moderamen en de prae-adviseurs van de vorige synode. Indien dit voorstel verder wordt opgevolgd zal de synode na de opening hoogstens twee dagen vergaderen en daarria uiteengaan tot dinsdag 18 september. Het is de bedoe ling dat in die tussenliggende dagen de commissies vergaderen en hun rappor ten gereed gemaakt worden. bestaand volksdeel een „neutrale" AVRO wenst, dan mag de overheid aan dat volks deel geen zendtijd onthouden. Maar wat staatssecretaris Scholten nu wil, komt neer op een ingrijpen van de staat in een geestelijke worsteling, ten gunste van de opvatting, dat een omroep geen en kele levensbeschouwelijke binding dient te erkennen. Driekwart van de televisie-zendtijd zou in handen komen van zgn. „neutrale" om- roeplichamen. Deze poging van dc overheid c bovenaf dc televisie te „neutralisei in strijd met het beginsel van de lijke vrijheid. En dan spreken wij nog niet ee het voor de geestelijke volksgez. verderfelijke commerciële tv-systeer mee dc „neutrale" OTEM wil we Het wankele van de nota reclan dat zij steunt op de vergissing Gro*." Vandaag heb ik geen moederlijke strandplich- ten. geen bibberende kinderen aankleden, geen vrede stichten, geen schelpen zoeken, niets van dat alles. Er wordt door de overige gezinsleden een strandwandeling gemaakt van een hele dag en aangezien ik een gewonde teen heb, mag ik n.et mee. Iedereen denkt, dat ik me zwaar geno men voel, maar eerlijk is eerlijk, zo'n dagje al leen onderga ik niet als straf, eerder als iets extra's. Er zwerven geen kledingstukken <n en buiten de tent, er is niets weg, vandaag ben ik een badgast als mijn twee buurvrouwen, naar wie ik al eens jaloers heb gekeken. Twee beeldschone bronzen dames, dié zo uit een film gestapt lijken, met alles erop en eraan op de daartoe bestem de plaatsen. Ze verschijnen steeds in wéér ande re zonnepakken en zijn de hele dag in de weer hun vele bruin te bewerken met spul uit een spuitbus. Waarom ze naar zee kwamen kan ik niet bevroeden, want geen golf bespoelt zelfs maar één keer een teen. Ze zonnen met geloken ogen, verdwijnen na een poos heupwiegend van het strand met een droom van een badtas, waar de spuitbus, de sigaretten, een kam en waarschijn lijk een zakdoek in zit, om een uur daarna in een andere creatie weer op te dagen. Ik heb ze be nijd om hun plichtloosheid en dank zij mijn teen is mij nu hun lot beschoren. Mannen op het strand zijn incognito, maar vrou wen zijn allemaal meer of minder bloot, zichzelf. Want kijk nu eens naar mijn andere buurvrouw. Zij heeft haar goed geoliede huishouding zonder enig probleem naar het strand verhuisd. Ik ben steeds weer verbijsterd van ontzag, als ik het aan zie. Mijn buren eten tiooif brood met zand, want hun boterhammen zijn verpakt in plastic zakken, die afgesloten worden met ingenieuze knippen. In hun tent is een soort stellage gebouwd, waar nog meer van die zakken aan gemonteerd zijn. Toi letartikelen in plastic zak, kleerborstel in plastic. schoenborstel van 't zelfde, een zak met kroezen, een zak met zus en een zak met zo. Verbandma teriaal in plastic. Deze zak is bij mijn weten maar éénmaal open geweest, nl. om mij iets te lenen, want de kinderen daar zijn altijd gaaf. Al les functioneert als op een modelboerderij. Ze ko men iedere middag fris, heel en zandvrij weer l/o&tang.e,is en op hun basis, want op de boulevard wordt mei de kleer- en de schoenborstel alles en iedereen nog even afgestoft en opgepoetst. Dat plastic-zakken-idee had ik zelf ook al als tip gekregen maar 't gekke is, dat het bij ons niet helpt. We gaan wel zandvrij van huis, brood in plastic en zo, maar we eten toch steevast zand- wichspread. En alles zit altijd op verkeerde plaat sen of is domweg verdwenen. Ik schijn toch iets fout te doen en hoewel ik echt altijd weer zeg: „Schoenen uitkloppen" voor we ons huisje bin nengaan, is het dringend noodzakelijk om het he le huis te stofzuigen als de kinderen naar bed zijn, want overal ligt zand. Maar er is meer. Nu buurvrouw's permanent een kapsel blijft, terwijl mijn haar meer op een touwachtige poppepruïk lijkt. Mijn buurvrouw is beschaafd lichtbruin, terwijl mijn uiterlijk doet vermoeden, dat ik mijn leven op een kaperschip doorbracht. Ik lig met geloken ogen (als de beeldschone buurdames) dit alles te overpeinzen. Er moet toch echt tets veranderen, vind ik en ik besluit mezelf en het hele gezin met ijzeren discipline te her zien. Tot die kleer- en schoenborstelritus krijg ik ze natuurlijk nooit, maar als het allemaal maar iets netter wordt. Dit schone voornemen ontspant me zo, dat ik in slaap sukkel, en ik wordt pas uren erna wak ker door een heidens spektakel Een ondefinieer baar vies luchtje gecombineerd met de walm van frituur doet me vermoeden, dat het gezin weer compleet is. En ja hoor, de hele horde stort zich op me alsof we elkaar in geen weken hebben ge zien. ze zijn om mij te verrassen eerder terug gekomen, gewapend met zakken patates. Het vie ze luchtje komt van alle idiote dingen, die ze volgens de jongste strandgejutterd hebben. Een kwal in een plastic (brood)zak, opdat ik zal kunnen zien hoe een kwal er van onderen uitziet. Twee half verrotte vissen, waarvan ze de aeraamtes willen verkrijgen door ze te drogen. Stukken wrakhout twee flessen Ze zitten vol teer en één knie gaat schuil achter een gore zakdoek, hier en daar met bloedvlekken. Eén sandaal is ge woon helemaal weg Kortom, ze hebben een da verend-fijne dag gehad. Ik eet mee van de patates, die hoe kan het knarsen van het zand. Meer dan ooit besef ik dat het hoog tijd is voor een opvoedend gesprek. We verwilderen hier totaal met z'n allen. Er moet een opbouwend preekje komen tot heil van een nettere organisatie. Nu maar niet, 't is nu juist zo gezellig Morgen maar. Dat zeggen de Spanjaarden ook: morgen, en morgen zeggen ze; morgen Mink van Rijswijk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 2