Streven naar vruchtbaar gesprek
in hersteld vertrouwen
l sjlmeenjm
GEESTELIJK
LEVEN
rUtdiehlrr,sliE uit b"rnvDit
ft rpERWIJL ik met de geschiedenis van Therma doende hen,
ft te plenzen of er geen eind aan zal komen. Je reinste stort-
ft maar jammer dat dit hier niet op zJn Italiaans gaat. Daar 5
ft al allerlei narigheid afkoeling, storm, gebieden van lage
ft je achteraf haarfijn uit de doeken wat er precies gebeurde, ij-
ft hij ongetwijfeld allerlei middeltjes aan de hand doen om de 3
ft beslist niet naar Italië!
DEZE WEEK IN EEN WOELIGE WERELD
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 22 JULI 1961
Die veranderende wereld
In de afgelopen week is nog weer eens een con
gres gehouden over de snel veranderende wereld.
We weten niet of dit het laatste was, al geloven
we wel dat de onderwerpen zo langzamerhand uit
geput raken. We hebben pedagogen horen spreken
over het onderwijs, theologen over de prediking,
sociologen over het dorpsleven, economen over de
investeringen, politici over het vergaderwezen en fi
losofen over de ethiek en dat alles in die snel
veranderende wereld. Het is het mode-onderwerp in
optima forma.
Er is inderdaad veel veranderd en er is eveneens
nog veel aan het veranderen. De tijd ligt reeds lang
achter ons dat de dominee van de kansel waarschuw-
d5 stoomtrein, omdat het vuur van de hel XJET is natuurlijk uitgesloten, over de Praagse vredes-
iing dan ook. gebeuren door een publicatie van de conferentie zelf,
Maar het gevaar is groot dat we zo druk bezig zijn di®' naar .™en hoopt, binnenkort in verscheidene talen
met alles wat verandert dat we uit het oog verliezen zal verschijnen. Van de vele onderwerpen, die ter spra-
dat toch veel hetzelfde is gebleven. Wat ook verander- ke kwamen, kiezen we er twee uit, die voor ons, Ne-
de, het menselijk hart veranderde niet. Wat ook ver- derlanders, belangwekkend zijn.
ankerde. God» genade veranderde niet Als wij teveel De Japanse protessor Joshio Inoue ntt Tokio beto
letton op de geweldige veranderingen staan wij in het a, dat j' n- nncre tot nu toe het eniee volk ter
nfe^3 veranderen'kan =v,n«e"e "iet verandert en „,'a I]
Het verbaast mij, schrijft Paulus
i de Galaten, dat gij u
PRAAG RIEP OP TOT VREDE
door prof dr A. J. RASKER
reld zijn, dat de gruwef van de atoombom zelf heeft
tan de mensen uit beleefd. „Na de oorlog, tot heden toe, hebben wij, Japan-
j schielijk van de- ners, in deze ervaring geleefd, of liever, deze ervaring
gene, die u door genade van Christus geroepen heeft, heeft in ons geleefd. Wij, Japanners, zullen haar nooit
iaat ofhroroor, J vergeten," zo zei hij. Hij protesteerde er tegen, dat de
huidige Japanse regering probeert, deze ervaring uit te
"gaan verkondigen doven, maar dat zal haar echter niet zo spoedig gelukken,
het land a
gene, die
laat afbrengen tot een ander evangelie. Maar de apos
tel voegt er aan toe: ..En dat is geen evangelie." Hij
waarschuwt deze Galaten zelfs dat als hijzelf of
engel uit de hemel een evangelie zou gaan verkond
dat afwijkt van hetgeen verkondigd is, dit een iTals
evangelie i
Ware evangelie
Paulus geeft ook een definitie van het
lie. Leest u er Galaten 2:16 maar eens
zegt hij „dat de mens niet gerechtvaardigd wordt uit in het Japanse volk.
werken der wet, maar door het geloof in Jezus Chris
tus." Daar hebben wij in een notedop het gehele evan
gelie.
De mens moet gerechtvaardigd worden. Dat wil zeg
gen dat de mens uit zichzelf niet rechtvaardig genoeg
is om voor God te verschijnen. Wij spreken veel over
het onrecht in de wereld. Het feit dat sommige mensen
armoe lijden is onrecht; dat sommigen hongeren is on
recht; dat sommigen niet voldoende verdienen om een
menswaardig bestaan te leiden is onrecht, dat kleurlin
gen niet in wachtkamers van blanken mogen zitten is
onrecht. Wat is er eigenlijk veel onrecht als we het
goed beschouwen.
Maar vragen we ons wel eens af waarom er zoveel
onrecht is?
Hij herinnerde er aan, dat de demonstranten van verle
den jaar tegen het nieuwe veiligheidsverdrag met Ame
rika (anders dan bv. de Morele Herbewapening wil doen
geloven) géén communisten waren, al zullen er wel
t evange- communisten hij geweest zijn dat het verlangen naar
Daar vrede, en de angst voor een nieuwe oorlog groot zijn
standigheden, maar vruchten van het doodgewone men
selijke hart. Wij kunnen ons best doen om onrecht weg
te werken, om de mensen hun rechten te hergeven,
maar daarmee zijn we er nog niet. Wij hebben niet
slechts met mensen te maken, wij hebben ook met God
te maken. De grote vraag is: Komt God tot Zijn recht?
De rechten van de mens worden geschonden louter en
alleen, omdat het recht van God geschonden is. Hij
schiep ons. Hij had recht op ons.
God komt niet tot zijn recht als wij ons inspannen om
goed te leven volgens de laatste normen of zelfs maar
volgens de normen van de gulden regel of de tien gebo
den. De mens kan oprecht zijn best doen om goed te le
ven, maar als hij niet beseft dat God recht op hem
heeft is hij niet terecht, dat wil zeggen op de juiste
plaats voor God. Zelfs heiligen gaan naar de hel als
zij niet door God worden gevonden, teruggebracht, als
God niet Zijn recht herkrijgt.
Dat juist deed Christus. Hij gaf God Zijn rechten
weer. Hij kwam op aarde om te zoeken en te vin
den wat verloren was. Hij kwam om ons terecht te
brengen. Bij God te brengen. Ons te brengen tot
die plaats waar God in ons leven weer tot Zijn
recht komt. Geloven in Christus wil zeggen: ons te
recht laten brengen en wie terecht gebracht is, is
tevens gerechtvaardigd. Daarom heeft onze veran
derende eeuw geen ander evangelie nodig dan dit
evangelie „Laat u met God verzoenen, laat u door
Christus rechtvaardigen."
Collecte of offer
„Een kip en een varken waren samen eens aan
het wandelen. Na een tijdje kwamen ze bij een
kerk waar met grote letters op een bord te lezen
stond: „Vanmorgen van 8 tot 10 uur Ham- en Eie
ren-Ontbijt. Opbrengst bestemd voor de zending". Zie
je dat, zei de kip, ons beider leven staat nu in de
dienst der zending. Je hebt gelijk, zei het varken,
zolang je maar goed in de gaten houdt dat jij
alleen maar een collecte te verlenen hebt terwijl
ik een offer moet brengen.
Waarmee wilt u vergeleken worden, de kip of
het varken?"
„DE WACHTER"
Groeiend contact
VOOR U GELEZEN
Wie werpt de steen?, door al had de compositie van het V|
Sylvia Mares. Uitgave G. F. haal strakker kunnen zijn.
Callenbach, Nljkerk.
Een predikant in een platte
landsdorpje probeert de barm'har-
tigheidsleer van Christus letter-
Bij dit protest schaart zich ook
de Japanse christenheid of ten
minste een gtoot deel van haar,
en zij weet zich daarbij geroe
pen om de schuldbelijdenis waar
te maken, die het Japanse volk
na de oorlog heeft uitgesproken
wegens al de gruwelen, die het
had aangericht. In bijzondere
mate geldt dat inzake de ver
houding van Japan tot de volks
republiek China een politiek
probleem voor alle naties ter we
reld, maar voor ons Japanse
christenen vooral een ethisch pro
bleem. Tegenover het Chinese
volk, waaraan Japan zoveel
kwaad heeft gedaan, past het
allerminst, dat de huidige Japan
se bewapeningspolitiek juist dit
volk als de hypothetische vijand
beschouwt. „Voor ons Japanse
christenen is het een gewetens
zaak, dat tussen het Chinese volk
en het onze een rechte gemeen
schap wordt hersteld."
Vrede en brood
Prof. Inoue had eigenlijk moe
ten spreken over „Vrede en
Brood voor allen" maar hij
vatte dit symbolisch op en zei:
„De vrede is het brood voor
iedereen. Dit is niet het eeuwi
ge brood, dat wij op de jongste
dag zullen eten.... Maar Hij, die
ons beveelt te bidden: geef ons
heden ons dagelijks brood.... be
veelt ons, voor de vrede, die het
brood voor iedereen is, te wer
ken, in de verwachting van het
avondmaal in het hemelrijk."
Het is opvallend, hoeveel ana
logie er is tussen de situatie
van het Japanse en die van het
Duitse volk. In de discussiegroep
„De vrede en Duitsland" werd
een moeilijk en bewogen gesprek
gevoerd. De besprekingen wer
den op dezelfde dag begonnen,
waarop de volledige tekst van het
memorandum van de Russische
waardering drag met Duitsland bekend werd.
tóe'te kermen! Ter toelichting en De analogie met het Japanse pro
ondersteuning hiervan verschaft bleem bestaat voornamelijk in
j&Sr e-68"™ 3SÜ& drle omtodigiieden:
blijk
vredesconferen
tie, die te Praag werd gehouden, gaat
de Leidse hoogleraar prof. dr. A. J.
Rasker in op een aantal resoluties van
deze conferentie, die door de gelovigen
in het Westen zo geheel verschillend
worden beoordeeld.
Wij publiceren deze artikelen van prof.
dr. Rasker in de wetenschap dat hij
over deze conferentie niet het laatste
woord heeft gesproken. Terwijl hij
hoopt dat dergelijke conferenties inder
daad een gesprek tussen Oost en West,
althans tussen de kerken van Oost en
West over vrede mogelijk zullen ma
ken en er toe zullen bijdragen het ge
schonden vertrouwen te herstellen, zijn
er vele andere gelovigen, die van oor
deel zijn dat deze conferenties de com
munistische politiek alleen maar stimu
leren en de kracht van het vrije Wes
ten verzwakken.
Van hun kant is reeds gesteld dat de con
ferentie slechts woorden gesproken
heeft, die verder geen enkele beteke
nis hebben en de wereld geen stap ver
der brengen. Ook wordt van hun kant
gezegd, dat deze conferenties de ware
gelovigen achter het IJzeren Gordijn,
die geen mogelijkheid van coëxistentie
zien mdt het communistisch regiem
het leven slechts moeilijker maken.
Ook na deze conferentie is er nog geen
eenstemmig oordeel van de gelovigen
in het Westen, al is het wei duidelijk
dat het Westen moet rekenen met een
voortgang van deze gesprekken. Dat
wil zeggen dat vooral in Praag de ge
lovigen achter het IJzeren Gordijn in
aanraking komen met de gelovigen in
het Westen en met de gedachtenwereld
van het Westen.
Westelijke kerken zonden dit jaar meer
afgevaardigden dan in de voorgaande
jaren, wat er op wijst dat zij toch
ook al willen zij zich nog niet offi
cieel laten vertegenwoordigen en de te
nemen resoluties nog niet mee willen
onderschrijven toch hun stemmen
willen laten horen, opdat het Oosten
niet slechts een eenzijdige stem uit het
Westen zal vernemen.
bij
rol.
aMfSMS ™k v"K: Dat het DultM volk weliswaar
veerstanden od. De ge- U"Kave lioK Aam stellig de veel uitvoeriger publi- geen atoombom, maar toch wel
roept weerstanden op. De ge
meenteleden vinden, dat zij maar
een „vreemde" dominee hebben,
zo geheel afwijkend van het gang
pen.
De zielszorg aan de enkeling
kan in haar betekenis niet ge
makkelijk worden overschat. En
in een bepaalde vorm kan daar
bij de biecht ter verdieping
uitvoeriger publi-
en verzorgen waar-
r blijkens het woord vooraf de
c\ Dat er een schuldbelijdenis is
afgelegd (de Stuttgarter schuld
belijdenis 1945) wegens de afgelo
pen oorlog, maar dat de heersen
de tendens is, daaraan geen poli
tieke gevolgen te verbinden.
O Dat het Duitse volk veelszins
wordt aangemoedigd, om juist
die volken, die het meest onder de
Duitse oorlog geleden hebben, als
de hypothetische vijanden te be
schouwen, tegen welke men goed
doet zich mateloos te bewapenen.
Gecompliceerd
Men was zich in de discussie
groep wel bewust, dat de proble
matiek zeer gecompliceerd is.
De angst van Duitslands Ooste
lijke buren voor een geremilita-
riseerd Duitsland, en het daarin
telkens opklinkende revisionisme
en revanchisme, de neiging van
het Duitse volk, zichzelf als de
navel van de wereldpolitiek te
beschouwen, en de omstandigheid,
dat er na 16 jaar nog steeds
geen vredesverdrag, en dus geen
Internationaal-rechtelijk georden
de toestand bestaat, spelen daar-
thische voorstellingen, die zij van
elkander hebben, en waardoor de
angst en haat immer hoger wor
den opgezweept, te doorschouwen,
en door realistischer voorstellin
gen te vervangen. Het zou wel
eens een eerste taak juist van
de Kerk kunnen zijn, daaraan
mede te werken, en .zo een weg
te banen waarop regeringen en
volken, stap voor stap
vastberaden, de weg r
kunnen gaan.
Volk en overheid
Niemöller heeft in september
1960 in de Derde Christelijke
Vredesconferentie in Praag het
woord gezegd, dat ik in mijn ar
tikel van 20 mei al heb aange
haald: „Tot nu toe is de chris
tenheid nog geen overtuigend
pleitbezorger geweest voor het
vredesverlangen der mensheid".
De conferentie heeft er naar ge
streefd, zo'n pleitbezorger te zijn,
en de mensheid in haar verlan
gen naar vrede moed te geven.
Dat betekent dan in de eerste
plaats wel, dat zij zich tot de
ohristelijke gemeente richt zo
wel tot de individuele christenen
als tot de kerken in haar ambte
lijke organen en personen, opdat
zij eindelijk eens leren, zich te
distantiëren van al de heilloze
vanzelfsprekendheden, die in Oost
en West, in de volksdemocrati-
sche en in de vrije wereld, be
staan, en dwars door alle heen
te werken aan de taak van de
kerk in de dienst der verzoening.
In de tweede plaats betekent
het omdat de leden van de
kerken in Oost en West, zij het
op verschillende wijze, medever
antwoordelijke staatsburgers zijn
dat zij zich op de wegen, die
hun in hun politiek systeem
daartoe open staan, tot de ver
antwoordelijke staatslieden rich
ten en hun moed geven, de weg
des vredes te gaan, en het risi
co van een politiek des vredes
de voorkeur te geven boven het
risico van een politiek, die de
oorlog nog steeds als een serieu
ze mogelijkheid verdisconteert.
Ik citeer ten slotte uit het rap-
{>ort van de discussiegroep Duits
and: „De Kerk weet van de
macht der verzoening, die God
ons in Christus heeft geschon
ken, en ons als een nieuwe mo-
Selijkheid van menselijk samen-
>ven dagelijks schenkt. Daar
door hebben christenen de kracht,
de angst te overwinnen, de naas
te als broeder te zien, en dat ge
sprek met hem te voeren, dat de
vooronderstelling vaij de werkelij-
a
1 Stortbui....
S overkomt me opeens iets dat ronduit zinnebeeldig 3
v mag heten. Buiten wordt de zonnige zomerdag plotseling 4j
pikkedonker en het begint te onweren, te regenen, te gieten,
bui, gelijk dat in deze zomerse maanden behoort. Alleen
kun je ook het ene uur in de zon, het volgende in de meest
-S tropische watermassa's belanden, maar je kunt er van op 3
j* aan dat wéér een uur later de zon prinsheerlijk schijnen g
zal. En dat laatste missen we hier. De Bilt zit bij voorbaat
g druk te voorspellen, en de weerman van de televisie doet J
j? Wanneer we nog eens 'n commerciële weerman krijgen, zal
3* verkoudheden tengevolge van de donderbui te bestrijdenj
5 En dan te denken dat ik morgen met vacantie wil gaan! En
Uit de praktijk van een
MAATSCHAPPELIJK
WERKSTER
vereiste soberheid hem de gele- dergaan in een mate, die daarmee
genheid benam. Indien wat hier in gruwelijkheid te vergelijken is
wordt behandeld In praktijk wordt maar dat de officiöle politiek
omgezet zal dat zijn tot heil van
ter ondersteu- de kerkleden en van de kerk in de tendens heeft, deze herinnering
haar geheel. uit te doven.
De eerste voorwaarde voor
een regeling van het Duitse
vraagstuk is echter een boetvaar
digheid, die bereid is ook pijnlij
ke gevolgen van een moedwillig
begonnen en verloren oorlog op
zich te nemen. Dan eerst zal
men ook zulke bijna ondragelijke
spanningen als die Van de ge
spletenheid van Duitsland niet
als een noodlot en nog veel min
der als gevolg van de boosheid
van anderen verstaan, maar als
een kans, door de Heer der ge
schiedenis aan het Duitse volk ge
geven, om het in de politiek nu
eens met andere en betere mid
delen te proberen dan die van
zelfbewuste macht en dreiging.
Bereidheid, een vredesverdrag
te aanvaarden zou volgens vele
leden van de commissie een po
litiek minimum zijn, dat dan
echter op zijn beurt het uitgangs
punt zou kunnen zijn voor nieu
we mogelijkheden in de toekomst.
Een vredesverdrag is immers
geen laatste, maar een eerste
woord, een basis, waarop een
vertrouwen gevoerd kan worden.
Een vruchtbaar gesprek dat
onderstelt ook, dat de volkeren
in Oost en West, en de volkeren
in beide delen van Duitsland,
eindelijk eens leren, werkelijk
naar elkander te luisteren, „hell-
hörig" te worden voor dat wat
de broeder aan de andere kant
in hen verontrust. Zij zullen dan
ook leren, de als het ware my-
Indrukken
Ik vraag u overigens in deze
weersomslag geen troostend
meeleven. Tegen de tijd dat dit
artikel voor u ligt, kan er best
alweer 'n nieuwe hittegolf ge
arriveerd zijn. Wie weet, snak
ik dan niet met u naar 'n vol- 3.
gende stortbui, die wat verademing brengt. Want we zijn on- tj.
dankbare mensen, die onafgebroken overhoop liggen met wat ïj-
ons wordt toebedeeld! g
AAN de andere kant: toen het zo donker werd. wisten we
toch wel maatregelen te nemen. De auto's en de trams g
deden him lantaarns aan, en in de woningen sloten we de ra-
men tegen het inregenen en staken het licht aan. En daaraan ri.
hebben nu alle Therma's, alle Sybes, alle wijkpredikanten, al- fi
le jeugdleiders, alle mensen van apostolaat en evangelisatie g
zo'n razende behoefte: dat iemand voor hen wat licht zal la-
ten schijnen, als 't opeens allemaal tegenzit. Want we zijn p.
de duikelaartjes. We krijgen telkens weer 'n klap op ons schul- ft
dig-onschuldige hoofd. We zijn de kegels en we worden steeds
opnieuw allemaal ondersteboven geworpen. En dat kan je hon- 3
derd keer verdragen, maar de honderd-en-eerste maal wordt 3
het je volmaakt te veel, en je bent knock-out. Dan kan je niet ft
ft eens meer 'n hand uitsteken om het licht op te doen of om de g
j* ramen te sluiten. 3
g Wordt, lieve lezers, nu asjeblieft niet stichtelijk. Soms als 3
tt ik in zo'n pessimistische stortbui verzeil en u merkt het, dan ft
ft zijn er altijd opbeurende christenen, di,e je vermaningen en g
3* preken menen te moeten sturen, maar 'die principieel verge- g
ten om die belangrijke stof vergezeld te doen gaan van enige ft
ft gave, of ander teken van meeleven. Ze zeggen, net als in ft
ft de dagen van Jacobus: „Wordt droog, en word licht!" maar g
3* ze steken daarvoor geen vin uit. Net zo min als Jacobus ge- g
loof ik dan ook hun beschouwingen, die werkelijk geen post-
zegel van 12 cent waard zijn!
TVTEEN, laat de heksachtige lach, die Therma achternakrijst' ri
ft en die overgaat in 'n vloed van even onwelluidende verwen- ft
singen, en laat de stortbui-buiten u tot andere gedachten in- g
spireren: tot daden brengen! Weet u: zo langzamerhand zijn
S alle jaarverslagen van dit soort werk nu wel binnen. Versla- ft
ft gen over grote en kleihe posten; over gevarieerde-veelkleurige ft
ft en zeer-eentonige posten; over springlevende en bijna-bezwe- g
n ken posten. Ik heb vele van die jaarverslagen gelezen. Als
ft ik hun inhoud samenvatten mag, dan kom ik tot de volgende ri
ft punten. Onze maatschappij verandert op het ogenblik zo storm- g
ft achtig snel denk alleen aan de gevolgen van de vijfdaag- g
c se werkweek! dat niemand in staat is om deze ontwikkeling
bij te houden. Dat brengt mee dat men overal met de han- g
ft den in het haar zit, want allerlei werk, dat het vroeger best g
•ft deed dat bijvoorbeeld op zaterdag en zondag z'n beslag g
c kreeg! is volkomen verdwenen. Tweede opmerking: het 3
3: ontbreekt over de hele linie aan kundige jonge mannen en g
ft vrouwen met een goede opleiding, die zich aan deze arbeid wil- g
g len wijden. Men schijnt dit zuinige kerkewerk onderbetaald en g
ft dus onaantrekkelijk te vinden. Derde opmerking: de levende 3
5 gemeente blijft naast de subsidiërende overheid en het mee- g
ft levende bedrijfsleven één van de drie financiële steunpilaren g
ft van al dit werk maar ze heeft het niet altijd in de gaten! g
ft En laat me nu met vacantie gaan. Maar de giro zal door- 3
werken. En weet u nog dat we 'n electrische klok nodig heb- g
•K ben? Dan pas zullen we precies weten hoe laat of het is! g
ft WIJKPREDIKANT 3
Ik ben hu in twee jaar tijd
voor de vierde keer in Tsjecho-
slowakije geweest en heb, even
als vele van mijn vrienden, gele
genheid gehad, ook buiten de con
ferentie in dit land om me heen
te zien, en met vele mensen te
spreken.
Men vindt dan al spoedig aan
leiding niet mee te gaan met
hen, die, zoals de Hamburgse
professor H. Thielicke, én kort
geleden de Zürichse professor
Emil Brunner, beweren, dat in
de communistische wereld nage
noeg het volstrekt boze heerst,
en dat we ons met de allerergste
wapenen tegen de daarvan uit
gaande bedreiging moeten verwe-
Er wordt met man en macht
aan economische eij sociale voor
uitgang gewerkt, en overal komt
men de propaganda tegen voor
vreedzame samenwerking van
de volken en tegen de oorlog. Op
allerlei manieren krijgt men de
indruk, dat het vredesverlangen
en de vredespropaganda bij re
gering en volk oprecht gemeend
zijn. De vooruitgang is, dunkt me,
ook duidelijk merkbaar in betere
voorziening in de winkels, in
spanning voor de woningbouw,
toeneming van het aantal auto's
en dergelijke. En wanneer men
de prijzen en lonen inclusief alle
secundaire arbeidsvoorwaarden
vergelijkt, komt men tot de con
clusie, dat de levensstandaard
wel lager is dan bij ons, maar
toch niet zoveel, dat men daar.
bij ons vergeleken, van armoede
zou moeten spreken. De predi
kanten die bepaald tot de
laagst betaalde werkers behoren,
we hebben er heel wat in
hun pastorieën en kerken bezocht
hebben ons herhaaldelijk en on
gevraagd verzekerd: „Je moet
niet(>denken, dat wij gebrek lij-
De kerk
De geestelijke positie van de
Kerk is echter moeilijk omdat
de ideologische lijn van de par
tij en de staat met de „ideolo
gie" van het evangelie in strijd
is en het kerkelijk werk is
aan allerlei hinderlijke bepalin
gen onderworpen. Maar ook daar
ondervindt men, dat Gods Woord
niettemin niet gebopden is, en
doet wat Hem behaagt, en dat
Gods Geest zichzelf een vrijheid
schept, die anders en sterker is,
dan wat wij ons aan vrijheden
zouden wensen.
Is het geen vrijheid, als een do
minee, die wegens een conflict
met een overheidsinstantie een
half jaar lang zijn ambt niet
mocht uitoefenen, en toen als
vrachtautochauffeur werkzaam
was, na dat halve jaar weer met
vreugde in het ambt terugkeerde,
ofschoon hij als chauffeur het
dubbele verdiende v^n zijn sala
ris als predikant? Of is dit geen
vrijheid: dat in een gemeente
waar ik preekte een kerkeraad is
van 24 leden, mannen en vrou
wen, die allen geregeld huisbezoek
doen en ook andere kerkelijke
diensten verrichten ofschoon
ze een goede kans maken dat
hun dit in hun beroep of promo
tiekansen offers zal kosten; dat
dit overwegend jonge mensen zijn,
en dat het nog niet is voorgeko
men dat men voor voorkomende
vacatures geen vervulling kon
vinden?
Men heeft mij wel
dat er in Tsjechoslowakije
niet gelachen wordt ik
moet dat beslist tegenspre
ken. We hebben veel gespro
ken en veel gelachen en
wat is het goed te weten, dat
zo'n vreugde wordt gedra
gen door het besef, dat men
in zijn volk en in zijn kerk
een zinvolle taak vervult, en
vertrouwt, die in Gods
kracht ook te kunnen volhou
den.
Wordt Bizerta geen vlootbosis van Navo - Chroesj-
tsjef: Liever Frons dan Navo - Prestigekwesties ver-
troebelen verhoudingen - Bleef Bourguiba niets
anders over? - De invloed van het FLN.
de Tunesische vlootbasls Bizer
ta een Russisch steunpunt was
jjeworden, zou het antwoord
daarop moeten luiden: „omdat
generaal De Gaulle niet wilde,
dat het een N^vo-vlootbasls
werd". Het klinkt allemaal erg
paradoxaal en vtfan zullen mis
schien geneigd -AJn, ongelovig
de schouders op ie halen. Maar
dat deed men ook enige jaren
geleden, toen nog niemand er
een idee van had, dat Cnba
een bolwerk van de Sowjctunie
aan de grens van de Verenigde
Staten zou worden. Frankrijk
verdedigt de blijvende bezetting
van de op Tnnesisch grondge
bied gelegen vlootbasls Bizerta
o.a. door te beweren, dat de
Russen wel eens de plaats van
de vertrekkende Fransen zou
den kunnen innemen. Het ver
geet echter, dat er tussen deze
twee uitersten nog andere mo
gelijkheden liggen en dat een
ervan is, Bizerta tot een Navo-
basis te maken. Daardoor zou
voorgoed een eind komen aan
directe Franse invloeden op de
Tunesische binnenlandse politie
ke situatie en zou een zeer be
langrijke militaire marinehaven
voor de verdediging van het
Westen beschikbaar blijven. Of
dit laatste nog mogelijk is,
moeten we nu maar afwachten.
Liever Frans
Toen Frankrijk en Tunesië en
kele jaren geleden besloten, al
le Franse troepen in het land
van Bourguiba terug te trekken
op de vlootbasis Bizerta en de
aanwezigheid van de Franse ma
rine daar voor onbepaalde tijd
werd geprolongeerd (hoewel
Frankrijk heel goed wist, dat
het een aflopende zaak was)
viel het op, dat de Sow-
jetunie op dat akkoord geen
fel anti-Frans commentaar
leverde. Dat was niet, om
dat Chroesjtsjef De Gaulle
wilde ontzien, maar wel, omdat
hij veel liever had, dat de ba
sis in Franse handen zou blij
ven, dan dat zij in die van de
Navolanden. zou overgaan. Want
als Bizerta een Navobasis zou
zijn geworden, zouden zich tus
sen Tunesië en het Westen geen
bijzondere moeilijkheden meer
hebben voorgedaan. Bleef deze
marinehaven echter in Franse
handen dan zou zo redeneer
den de Russen er in Noord-
Afrika conflictstof blijven lig
gen. die op een bepaald ogen
blik zou kunnen ontvlammen.
En dat moment is nu aange
broken.
Geen boeman
Nu is het bepaald niet zo, dat
De Gaulle in het Frans-Tunesi-
scbe conflict als de grote boe
man moet worden geschilderd
en dat Bourguiba slechts als de
beledigde onschuld beschouwd
zou moeten worden. Het een
noch het ander is waar. Beide
staatslieden worden gedreven
door overwegingen, die met de
zaak zelf betrekkelijk weinig
hebben uit te staan, maar die
eveneens om een oplossing vra
gen. En zo kon een botsing van
";'u,:jven.
dat
die
niet mag verwaarlozen bij
het beoordelen van de situatie,
waarmee we nu te maken heb
ben. Een van die feiten is, dat
Frankrijk de souvereiniteit van
Tunesië, ook over Bizerta heeft
erkend. Een ander feit is, dat
Frankrijk van het begin af ge
weten heeft, tot ontruiming van
de basis te moeten overgaan.
Vervolgens is het zo, dat in de
afgelopen jaren reeds besprekin
gen werden gevoerd ter voorbe
reiding van de Franse terug
tocht uit Bizerta of dat daartoe
althans van Tunesische zijde
ernstige pogingen toe werden
aangewend.
Vertrouwen
Wat nog belangrijker is, -Bour
guiba heeft het De Gaulle nooit
moeilijk willen maken, omdat
hij een onbeperkt vertrouwen
had in de bedoelingen van de
generaal en voorts omdat hij
begrip had voor de moeilijke
positie, waarin deze zich als ge
volg van het Frans-Algerijnse
conflict bevond en de Franse
president dus niet in de wielen
wilde rijden.
En dat niet alleen: Bourguiba
heeft meer dan iemand anders
bijgedragen tot het dichter bij
elkander brengen van het offici
ële Frankrijk en de (nog niet
officieel erkende) vertegenwoor
digers van de mohammedanen
in Algerije. Dit werd in het
voorjaar nog aangetoond door
de gesprekken, die Bourguiba
in Parijs met De Gaulle heeft
{;ehad gesprekken, die ge-
eid hebben tot het openen van
officiële besprekingen in Evian
les Bains tussen Frankrijk en
de Algerijnse tegenregering.
Druppel
Dat deze besprekingen totdus-
ver op niets zijn uitgelopen, is
niet ae schuld van Bourguiba,
maar in de eerste plaats van
een (te grote) vasthoudendheid
van Franse zijde, die wel be
grijpelijk is. De mededeling van
president De Gaulle, dat Alge
rije zal worden verdeeld in een
Europees (rijk) en een moham
medaans (arm) gebied, was ten
slotte de druppel, die de emmer
deed overlopen. Dat bleek tij
dens massale demonstraties in
Algerijnse steden en dorpen, die
zonneklaar aantoonden, dat vrij
wel de gehele mohammedaanse
bevolking van Algerije achter
de door het FLN (Nationale Be
vrijdingsfront) gevormde tegen
regering staat. Hier dient nog
aan te worden toegevoegd, dat
Frankrijk in plaats van voorbe
reidingen voor een geruisloze te
rugtocht te nemen, maatregelen
trof om de vlootbasis te ver-
Sterken en uit te breiden. Zon
der het te zeggen gaf Frankrijk
hiermede te kennen, er niet aan
te denken, Bizerta vaarwel te
zeggen.
Niet- wijs
Nu is het niet onze bedoeling,
het optreden van Bourguiba
goed te praten. We menen in
volle ernst, dat hij er geen
goed aan gedaan heeft, een zo
ernstig conflict In Noord-Afrika
in het leven te roepen, terwijl
er ln Berlijn zo veel op het
spel staat en hij zelfs niet mag
hopen, op enigerlei wijze het
vertrek van de Fransen te kun
nen afdwingen. Hier is een
ogenblik aangebroken, waarop
we moeten zeggen, de Tunesi
sche president wijzer te hebben
geacht. Zijn houding valt
evenals die van De Gaulle
wel te verklaren en enigszins te
begrijpen ook. Maar met recht
vragen we ons af, of er dan
geen andere middelen meer
overgebleven waren om de aan
Frankrijk gestelde eisen kracht
bij te zetten. Wat nu gebeurd
is ook de onwezenlijke ver
breking van de diplomatieke re
laties met Frankrijk is on
verstandig en eigenlijk ook wel
ondoordacht.
Andere kant
Aan de andere kant mag De
Gaulle niet van de gevaarlijke
wereldsituatie en de benarde si
tuatie met betrekking tot
Algerije gebruik (we zouden
haast zeggen: misbruik) maken
om de Tunesische president aan
het lijntje te houden. Vanzelf
sprekend heeft hij daar zijn re
denen voor. Hij wil voorkomen,
dat Bizerta een Navo-basis
wordt. De Franse Middellandse-
zeevloot is reeds enkele jaren
geleden onttrokken aan het com
mando van de Navo. Het af
staan van Bizerta zou een eind
maken aan het Franse monopo
lie in het westelijke gedeelte van
de Middellandse zee. Een Fran
se terugtocht zeker onder de
huidige vernederende omstandig
heden zou een gevoelige klap
voor het prestige van De Gaul
le en als gevolg daarvan ook
van Frankrijk zijn.
Last but not least zou een
prijsgeven van Bizerta er on
vermijdelijk toe lelden, dat De.
Gaulle grote moeilijkheden
krijgt met de Franse marine,
die tijdens de militaire revolte
in Algerije menselijkerwijs ge
sproken Frankrijk voor een ca
tastrofe heeft behoed. De mari
ne was het enige onderdeel van
de Franse strijdkrachten, dat
De Gaulle volkomen trouw was
gebleven en het is de grote
vraag, of deze voor do presi
dent aangename situatie zou
blijven voortbestaan, als de ma
rine bij een nieuwe morele ne
derlaag zou worden betrokken.
Grandeur
Vrijwel alle problemen, waar
mede Frankrijk in binnen- en
buitenland te maken heeft, zijn
prestigekwesties. Vooral de
grandeur, de grote obsessie van
het Frankrijk van De Gaulle is
zo'n kwestie. En nu willen we
graag toegeven, dat De Gaulle
vaak op verrassende wijze voor
rede vatbaar blijkt te zijn.
Maar we moeten er aan toevoe
gen, dat hij zoals het geval
is met Algerije het even
vaak bij een groots gebaar laat
en toestaat, dat bij de prakti
sche uitwerking van bepaalde
afspraken nieuwe elementen
naar voren worden gebracht,
die de kans op een akkoord te
niet doen. De Franse grandeur
staat niet toe, dat de Franse
Marine als een hond met de
staart tussen de poten uit Bi
zerta wordt gejaagd.
Bourguiba had dr.n ook op
zijn vingers kunnen uitrekenen,
dat hij voor grote moeilijkheden
geplaatst zou worden, als hij
De Gaulle zou uitdagen op de
wijze, waarop hij dat in de af
gelopen weck gedaan heeft. Dat
had hij nooit moeten doen.
Maar nu hij het toch gedaan
heeft, is er reden om ons af te
vragen, waarom hij ertoe over
gegaan is.
Moeilijk
Bourguiba is een staatsman,
die met hart en nieren aan het
Westen verbonden is en die
reeds daarom onze waardering
verdient. In zijn eigen land
heeft hij al vele jaren achter
een tegen de stroom moeten op
roeien. Zijn tolerante houding
tegenover Frankrijk, ook en
vooral met betrekking tot het
Algerijnse drama werd niet al
leen niet begrepen, maar ook
fel bestreden. Telkens echter
wist hij als overwinnaar uit de
ze strijd achter de schermen te
voorschijn te treden en zijn te
genstanders uit te schakelen.
bied een staat in de staat 1
den en een (te) grote invloed
uitoefenden op de gang van za
ken in Tunesië. Met deze krach
ten moest Bourguiba steeds re
kening houden. Dat moet hij
ook doen, nu een oplossing van
het Algerijnse probleem ver ver
wijderd lijkt en de bezetting
van Bizerta voortduurt.
Onherstelbaar
Wellicht heeft Bourguiba zich
gerealiseerd, dat hij niet verder
op de al jaren geleden ingesla
gen weg kon voortgaan en dat
het ogenblik aangebroken was
om zaken met Frankrijk te
gaan doen, als het niet goed
schiks kon, dan maar kwaad
schiks. De overweldigende steun,
die het FLN in Algerije blijkt
te hebben, zal aan het jongste
optreden van de Tunesisone pre
sident niet vreemd zijn geweest.
Het zijn dus overwegingen van
binnenlandse politieke aard ge
weest, die Bourguiba tot daden
heeft gedreven, die zonder meer
als betreurenswaardig moeten
worden aangemerkt, maar die
toch ook niet los van de hou
ding van Frankrijk, verper
soonlijkt in De Gaulle, mag
worden gezien. In Noord-Afrika
leeft men fel. De betrekkingen
tussen Frankrijk en Tunesië
hebben al meer dieptepunten ge
kend en zijn later toch weer
verbeterd. Laten we hopen, dat
zulks ook nu mogelijk zal blij
ken en dat geen onherstelbare
schade zal worden aangericht.