Streven naar vruchtbaar gesprek in hersteld vertrouwen l sjlmeenjm GEESTELIJK LEVEN rUtdiehlrr,sliE uit b"rnvDit ft rpERWIJL ik met de geschiedenis van Therma doende hen, ft te plenzen of er geen eind aan zal komen. Je reinste stort- ft maar jammer dat dit hier niet op zJn Italiaans gaat. Daar 5 ft al allerlei narigheid afkoeling, storm, gebieden van lage ft je achteraf haarfijn uit de doeken wat er precies gebeurde, ij- ft hij ongetwijfeld allerlei middeltjes aan de hand doen om de 3 ft beslist niet naar Italië! DEZE WEEK IN EEN WOELIGE WERELD ZONDAGSBLAD ZATERDAG 22 JULI 1961 Die veranderende wereld In de afgelopen week is nog weer eens een con gres gehouden over de snel veranderende wereld. We weten niet of dit het laatste was, al geloven we wel dat de onderwerpen zo langzamerhand uit geput raken. We hebben pedagogen horen spreken over het onderwijs, theologen over de prediking, sociologen over het dorpsleven, economen over de investeringen, politici over het vergaderwezen en fi losofen over de ethiek en dat alles in die snel veranderende wereld. Het is het mode-onderwerp in optima forma. Er is inderdaad veel veranderd en er is eveneens nog veel aan het veranderen. De tijd ligt reeds lang achter ons dat de dominee van de kansel waarschuw- d5 stoomtrein, omdat het vuur van de hel XJET is natuurlijk uitgesloten, over de Praagse vredes- iing dan ook. gebeuren door een publicatie van de conferentie zelf, Maar het gevaar is groot dat we zo druk bezig zijn di®' naar .™en hoopt, binnenkort in verscheidene talen met alles wat verandert dat we uit het oog verliezen zal verschijnen. Van de vele onderwerpen, die ter spra- dat toch veel hetzelfde is gebleven. Wat ook verander- ke kwamen, kiezen we er twee uit, die voor ons, Ne- de, het menselijk hart veranderde niet. Wat ook ver- derlanders, belangwekkend zijn. ankerde. God» genade veranderde niet Als wij teveel De Japanse protessor Joshio Inoue ntt Tokio beto letton op de geweldige veranderingen staan wij in het a, dat j' n- nncre tot nu toe het eniee volk ter nfe^3 veranderen'kan =v,n«e"e "iet verandert en „,'a I] Het verbaast mij, schrijft Paulus i de Galaten, dat gij u PRAAG RIEP OP TOT VREDE door prof dr A. J. RASKER reld zijn, dat de gruwef van de atoombom zelf heeft tan de mensen uit beleefd. „Na de oorlog, tot heden toe, hebben wij, Japan- j schielijk van de- ners, in deze ervaring geleefd, of liever, deze ervaring gene, die u door genade van Christus geroepen heeft, heeft in ons geleefd. Wij, Japanners, zullen haar nooit iaat ofhroroor, J vergeten," zo zei hij. Hij protesteerde er tegen, dat de huidige Japanse regering probeert, deze ervaring uit te "gaan verkondigen doven, maar dat zal haar echter niet zo spoedig gelukken, het land a gene, die laat afbrengen tot een ander evangelie. Maar de apos tel voegt er aan toe: ..En dat is geen evangelie." Hij waarschuwt deze Galaten zelfs dat als hijzelf of engel uit de hemel een evangelie zou gaan verkond dat afwijkt van hetgeen verkondigd is, dit een iTals evangelie i Ware evangelie Paulus geeft ook een definitie van het lie. Leest u er Galaten 2:16 maar eens zegt hij „dat de mens niet gerechtvaardigd wordt uit in het Japanse volk. werken der wet, maar door het geloof in Jezus Chris tus." Daar hebben wij in een notedop het gehele evan gelie. De mens moet gerechtvaardigd worden. Dat wil zeg gen dat de mens uit zichzelf niet rechtvaardig genoeg is om voor God te verschijnen. Wij spreken veel over het onrecht in de wereld. Het feit dat sommige mensen armoe lijden is onrecht; dat sommigen hongeren is on recht; dat sommigen niet voldoende verdienen om een menswaardig bestaan te leiden is onrecht, dat kleurlin gen niet in wachtkamers van blanken mogen zitten is onrecht. Wat is er eigenlijk veel onrecht als we het goed beschouwen. Maar vragen we ons wel eens af waarom er zoveel onrecht is? Hij herinnerde er aan, dat de demonstranten van verle den jaar tegen het nieuwe veiligheidsverdrag met Ame rika (anders dan bv. de Morele Herbewapening wil doen geloven) géén communisten waren, al zullen er wel t evange- communisten hij geweest zijn dat het verlangen naar Daar vrede, en de angst voor een nieuwe oorlog groot zijn standigheden, maar vruchten van het doodgewone men selijke hart. Wij kunnen ons best doen om onrecht weg te werken, om de mensen hun rechten te hergeven, maar daarmee zijn we er nog niet. Wij hebben niet slechts met mensen te maken, wij hebben ook met God te maken. De grote vraag is: Komt God tot Zijn recht? De rechten van de mens worden geschonden louter en alleen, omdat het recht van God geschonden is. Hij schiep ons. Hij had recht op ons. God komt niet tot zijn recht als wij ons inspannen om goed te leven volgens de laatste normen of zelfs maar volgens de normen van de gulden regel of de tien gebo den. De mens kan oprecht zijn best doen om goed te le ven, maar als hij niet beseft dat God recht op hem heeft is hij niet terecht, dat wil zeggen op de juiste plaats voor God. Zelfs heiligen gaan naar de hel als zij niet door God worden gevonden, teruggebracht, als God niet Zijn recht herkrijgt. Dat juist deed Christus. Hij gaf God Zijn rechten weer. Hij kwam op aarde om te zoeken en te vin den wat verloren was. Hij kwam om ons terecht te brengen. Bij God te brengen. Ons te brengen tot die plaats waar God in ons leven weer tot Zijn recht komt. Geloven in Christus wil zeggen: ons te recht laten brengen en wie terecht gebracht is, is tevens gerechtvaardigd. Daarom heeft onze veran derende eeuw geen ander evangelie nodig dan dit evangelie „Laat u met God verzoenen, laat u door Christus rechtvaardigen." Collecte of offer „Een kip en een varken waren samen eens aan het wandelen. Na een tijdje kwamen ze bij een kerk waar met grote letters op een bord te lezen stond: „Vanmorgen van 8 tot 10 uur Ham- en Eie ren-Ontbijt. Opbrengst bestemd voor de zending". Zie je dat, zei de kip, ons beider leven staat nu in de dienst der zending. Je hebt gelijk, zei het varken, zolang je maar goed in de gaten houdt dat jij alleen maar een collecte te verlenen hebt terwijl ik een offer moet brengen. Waarmee wilt u vergeleken worden, de kip of het varken?" „DE WACHTER" Groeiend contact VOOR U GELEZEN Wie werpt de steen?, door al had de compositie van het V| Sylvia Mares. Uitgave G. F. haal strakker kunnen zijn. Callenbach, Nljkerk. Een predikant in een platte landsdorpje probeert de barm'har- tigheidsleer van Christus letter- Bij dit protest schaart zich ook de Japanse christenheid of ten minste een gtoot deel van haar, en zij weet zich daarbij geroe pen om de schuldbelijdenis waar te maken, die het Japanse volk na de oorlog heeft uitgesproken wegens al de gruwelen, die het had aangericht. In bijzondere mate geldt dat inzake de ver houding van Japan tot de volks republiek China een politiek probleem voor alle naties ter we reld, maar voor ons Japanse christenen vooral een ethisch pro bleem. Tegenover het Chinese volk, waaraan Japan zoveel kwaad heeft gedaan, past het allerminst, dat de huidige Japan se bewapeningspolitiek juist dit volk als de hypothetische vijand beschouwt. „Voor ons Japanse christenen is het een gewetens zaak, dat tussen het Chinese volk en het onze een rechte gemeen schap wordt hersteld." Vrede en brood Prof. Inoue had eigenlijk moe ten spreken over „Vrede en Brood voor allen" maar hij vatte dit symbolisch op en zei: „De vrede is het brood voor iedereen. Dit is niet het eeuwi ge brood, dat wij op de jongste dag zullen eten.... Maar Hij, die ons beveelt te bidden: geef ons heden ons dagelijks brood.... be veelt ons, voor de vrede, die het brood voor iedereen is, te wer ken, in de verwachting van het avondmaal in het hemelrijk." Het is opvallend, hoeveel ana logie er is tussen de situatie van het Japanse en die van het Duitse volk. In de discussiegroep „De vrede en Duitsland" werd een moeilijk en bewogen gesprek gevoerd. De besprekingen wer den op dezelfde dag begonnen, waarop de volledige tekst van het memorandum van de Russische waardering drag met Duitsland bekend werd. tóe'te kermen! Ter toelichting en De analogie met het Japanse pro ondersteuning hiervan verschaft bleem bestaat voornamelijk in j&Sr e-68"™ 3SÜ& drle omtodigiieden: blijk vredesconferen tie, die te Praag werd gehouden, gaat de Leidse hoogleraar prof. dr. A. J. Rasker in op een aantal resoluties van deze conferentie, die door de gelovigen in het Westen zo geheel verschillend worden beoordeeld. Wij publiceren deze artikelen van prof. dr. Rasker in de wetenschap dat hij over deze conferentie niet het laatste woord heeft gesproken. Terwijl hij hoopt dat dergelijke conferenties inder daad een gesprek tussen Oost en West, althans tussen de kerken van Oost en West over vrede mogelijk zullen ma ken en er toe zullen bijdragen het ge schonden vertrouwen te herstellen, zijn er vele andere gelovigen, die van oor deel zijn dat deze conferenties de com munistische politiek alleen maar stimu leren en de kracht van het vrije Wes ten verzwakken. Van hun kant is reeds gesteld dat de con ferentie slechts woorden gesproken heeft, die verder geen enkele beteke nis hebben en de wereld geen stap ver der brengen. Ook wordt van hun kant gezegd, dat deze conferenties de ware gelovigen achter het IJzeren Gordijn, die geen mogelijkheid van coëxistentie zien mdt het communistisch regiem het leven slechts moeilijker maken. Ook na deze conferentie is er nog geen eenstemmig oordeel van de gelovigen in het Westen, al is het wei duidelijk dat het Westen moet rekenen met een voortgang van deze gesprekken. Dat wil zeggen dat vooral in Praag de ge lovigen achter het IJzeren Gordijn in aanraking komen met de gelovigen in het Westen en met de gedachtenwereld van het Westen. Westelijke kerken zonden dit jaar meer afgevaardigden dan in de voorgaande jaren, wat er op wijst dat zij toch ook al willen zij zich nog niet offi cieel laten vertegenwoordigen en de te nemen resoluties nog niet mee willen onderschrijven toch hun stemmen willen laten horen, opdat het Oosten niet slechts een eenzijdige stem uit het Westen zal vernemen. bij rol. aMfSMS ™k v"K: Dat het DultM volk weliswaar veerstanden od. De ge- U"Kave lioK Aam stellig de veel uitvoeriger publi- geen atoombom, maar toch wel roept weerstanden op. De ge meenteleden vinden, dat zij maar een „vreemde" dominee hebben, zo geheel afwijkend van het gang pen. De zielszorg aan de enkeling kan in haar betekenis niet ge makkelijk worden overschat. En in een bepaalde vorm kan daar bij de biecht ter verdieping uitvoeriger publi- en verzorgen waar- r blijkens het woord vooraf de c\ Dat er een schuldbelijdenis is afgelegd (de Stuttgarter schuld belijdenis 1945) wegens de afgelo pen oorlog, maar dat de heersen de tendens is, daaraan geen poli tieke gevolgen te verbinden. O Dat het Duitse volk veelszins wordt aangemoedigd, om juist die volken, die het meest onder de Duitse oorlog geleden hebben, als de hypothetische vijanden te be schouwen, tegen welke men goed doet zich mateloos te bewapenen. Gecompliceerd Men was zich in de discussie groep wel bewust, dat de proble matiek zeer gecompliceerd is. De angst van Duitslands Ooste lijke buren voor een geremilita- riseerd Duitsland, en het daarin telkens opklinkende revisionisme en revanchisme, de neiging van het Duitse volk, zichzelf als de navel van de wereldpolitiek te beschouwen, en de omstandigheid, dat er na 16 jaar nog steeds geen vredesverdrag, en dus geen Internationaal-rechtelijk georden de toestand bestaat, spelen daar- thische voorstellingen, die zij van elkander hebben, en waardoor de angst en haat immer hoger wor den opgezweept, te doorschouwen, en door realistischer voorstellin gen te vervangen. Het zou wel eens een eerste taak juist van de Kerk kunnen zijn, daaraan mede te werken, en .zo een weg te banen waarop regeringen en volken, stap voor stap vastberaden, de weg r kunnen gaan. Volk en overheid Niemöller heeft in september 1960 in de Derde Christelijke Vredesconferentie in Praag het woord gezegd, dat ik in mijn ar tikel van 20 mei al heb aange haald: „Tot nu toe is de chris tenheid nog geen overtuigend pleitbezorger geweest voor het vredesverlangen der mensheid". De conferentie heeft er naar ge streefd, zo'n pleitbezorger te zijn, en de mensheid in haar verlan gen naar vrede moed te geven. Dat betekent dan in de eerste plaats wel, dat zij zich tot de ohristelijke gemeente richt zo wel tot de individuele christenen als tot de kerken in haar ambte lijke organen en personen, opdat zij eindelijk eens leren, zich te distantiëren van al de heilloze vanzelfsprekendheden, die in Oost en West, in de volksdemocrati- sche en in de vrije wereld, be staan, en dwars door alle heen te werken aan de taak van de kerk in de dienst der verzoening. In de tweede plaats betekent het omdat de leden van de kerken in Oost en West, zij het op verschillende wijze, medever antwoordelijke staatsburgers zijn dat zij zich op de wegen, die hun in hun politiek systeem daartoe open staan, tot de ver antwoordelijke staatslieden rich ten en hun moed geven, de weg des vredes te gaan, en het risi co van een politiek des vredes de voorkeur te geven boven het risico van een politiek, die de oorlog nog steeds als een serieu ze mogelijkheid verdisconteert. Ik citeer ten slotte uit het rap- {>ort van de discussiegroep Duits and: „De Kerk weet van de macht der verzoening, die God ons in Christus heeft geschon ken, en ons als een nieuwe mo- Selijkheid van menselijk samen- >ven dagelijks schenkt. Daar door hebben christenen de kracht, de angst te overwinnen, de naas te als broeder te zien, en dat ge sprek met hem te voeren, dat de vooronderstelling vaij de werkelij- a 1 Stortbui.... S overkomt me opeens iets dat ronduit zinnebeeldig 3 v mag heten. Buiten wordt de zonnige zomerdag plotseling 4j pikkedonker en het begint te onweren, te regenen, te gieten, bui, gelijk dat in deze zomerse maanden behoort. Alleen kun je ook het ene uur in de zon, het volgende in de meest -S tropische watermassa's belanden, maar je kunt er van op 3 j* aan dat wéér een uur later de zon prinsheerlijk schijnen g zal. En dat laatste missen we hier. De Bilt zit bij voorbaat g druk te voorspellen, en de weerman van de televisie doet J j? Wanneer we nog eens 'n commerciële weerman krijgen, zal 3* verkoudheden tengevolge van de donderbui te bestrijdenj 5 En dan te denken dat ik morgen met vacantie wil gaan! En Uit de praktijk van een MAATSCHAPPELIJK WERKSTER vereiste soberheid hem de gele- dergaan in een mate, die daarmee genheid benam. Indien wat hier in gruwelijkheid te vergelijken is wordt behandeld In praktijk wordt maar dat de officiöle politiek omgezet zal dat zijn tot heil van ter ondersteu- de kerkleden en van de kerk in de tendens heeft, deze herinnering haar geheel. uit te doven. De eerste voorwaarde voor een regeling van het Duitse vraagstuk is echter een boetvaar digheid, die bereid is ook pijnlij ke gevolgen van een moedwillig begonnen en verloren oorlog op zich te nemen. Dan eerst zal men ook zulke bijna ondragelijke spanningen als die Van de ge spletenheid van Duitsland niet als een noodlot en nog veel min der als gevolg van de boosheid van anderen verstaan, maar als een kans, door de Heer der ge schiedenis aan het Duitse volk ge geven, om het in de politiek nu eens met andere en betere mid delen te proberen dan die van zelfbewuste macht en dreiging. Bereidheid, een vredesverdrag te aanvaarden zou volgens vele leden van de commissie een po litiek minimum zijn, dat dan echter op zijn beurt het uitgangs punt zou kunnen zijn voor nieu we mogelijkheden in de toekomst. Een vredesverdrag is immers geen laatste, maar een eerste woord, een basis, waarop een vertrouwen gevoerd kan worden. Een vruchtbaar gesprek dat onderstelt ook, dat de volkeren in Oost en West, en de volkeren in beide delen van Duitsland, eindelijk eens leren, werkelijk naar elkander te luisteren, „hell- hörig" te worden voor dat wat de broeder aan de andere kant in hen verontrust. Zij zullen dan ook leren, de als het ware my- Indrukken Ik vraag u overigens in deze weersomslag geen troostend meeleven. Tegen de tijd dat dit artikel voor u ligt, kan er best alweer 'n nieuwe hittegolf ge arriveerd zijn. Wie weet, snak ik dan niet met u naar 'n vol- 3. gende stortbui, die wat verademing brengt. Want we zijn on- tj. dankbare mensen, die onafgebroken overhoop liggen met wat ïj- ons wordt toebedeeld! g AAN de andere kant: toen het zo donker werd. wisten we toch wel maatregelen te nemen. De auto's en de trams g deden him lantaarns aan, en in de woningen sloten we de ra- men tegen het inregenen en staken het licht aan. En daaraan ri. hebben nu alle Therma's, alle Sybes, alle wijkpredikanten, al- fi le jeugdleiders, alle mensen van apostolaat en evangelisatie g zo'n razende behoefte: dat iemand voor hen wat licht zal la- ten schijnen, als 't opeens allemaal tegenzit. Want we zijn p. de duikelaartjes. We krijgen telkens weer 'n klap op ons schul- ft dig-onschuldige hoofd. We zijn de kegels en we worden steeds opnieuw allemaal ondersteboven geworpen. En dat kan je hon- 3 derd keer verdragen, maar de honderd-en-eerste maal wordt 3 het je volmaakt te veel, en je bent knock-out. Dan kan je niet ft ft eens meer 'n hand uitsteken om het licht op te doen of om de g j* ramen te sluiten. 3 g Wordt, lieve lezers, nu asjeblieft niet stichtelijk. Soms als 3 tt ik in zo'n pessimistische stortbui verzeil en u merkt het, dan ft ft zijn er altijd opbeurende christenen, di,e je vermaningen en g 3* preken menen te moeten sturen, maar 'die principieel verge- g ten om die belangrijke stof vergezeld te doen gaan van enige ft ft gave, of ander teken van meeleven. Ze zeggen, net als in ft ft de dagen van Jacobus: „Wordt droog, en word licht!" maar g 3* ze steken daarvoor geen vin uit. Net zo min als Jacobus ge- g loof ik dan ook hun beschouwingen, die werkelijk geen post- zegel van 12 cent waard zijn! TVTEEN, laat de heksachtige lach, die Therma achternakrijst' ri ft en die overgaat in 'n vloed van even onwelluidende verwen- ft singen, en laat de stortbui-buiten u tot andere gedachten in- g spireren: tot daden brengen! Weet u: zo langzamerhand zijn S alle jaarverslagen van dit soort werk nu wel binnen. Versla- ft ft gen over grote en kleihe posten; over gevarieerde-veelkleurige ft ft en zeer-eentonige posten; over springlevende en bijna-bezwe- g n ken posten. Ik heb vele van die jaarverslagen gelezen. Als ft ik hun inhoud samenvatten mag, dan kom ik tot de volgende ri ft punten. Onze maatschappij verandert op het ogenblik zo storm- g ft achtig snel denk alleen aan de gevolgen van de vijfdaag- g c se werkweek! dat niemand in staat is om deze ontwikkeling bij te houden. Dat brengt mee dat men overal met de han- g ft den in het haar zit, want allerlei werk, dat het vroeger best g •ft deed dat bijvoorbeeld op zaterdag en zondag z'n beslag g c kreeg! is volkomen verdwenen. Tweede opmerking: het 3 3: ontbreekt over de hele linie aan kundige jonge mannen en g ft vrouwen met een goede opleiding, die zich aan deze arbeid wil- g g len wijden. Men schijnt dit zuinige kerkewerk onderbetaald en g ft dus onaantrekkelijk te vinden. Derde opmerking: de levende 3 5 gemeente blijft naast de subsidiërende overheid en het mee- g ft levende bedrijfsleven één van de drie financiële steunpilaren g ft van al dit werk maar ze heeft het niet altijd in de gaten! g ft En laat me nu met vacantie gaan. Maar de giro zal door- 3 werken. En weet u nog dat we 'n electrische klok nodig heb- g •K ben? Dan pas zullen we precies weten hoe laat of het is! g ft WIJKPREDIKANT 3 Ik ben hu in twee jaar tijd voor de vierde keer in Tsjecho- slowakije geweest en heb, even als vele van mijn vrienden, gele genheid gehad, ook buiten de con ferentie in dit land om me heen te zien, en met vele mensen te spreken. Men vindt dan al spoedig aan leiding niet mee te gaan met hen, die, zoals de Hamburgse professor H. Thielicke, én kort geleden de Zürichse professor Emil Brunner, beweren, dat in de communistische wereld nage noeg het volstrekt boze heerst, en dat we ons met de allerergste wapenen tegen de daarvan uit gaande bedreiging moeten verwe- Er wordt met man en macht aan economische eij sociale voor uitgang gewerkt, en overal komt men de propaganda tegen voor vreedzame samenwerking van de volken en tegen de oorlog. Op allerlei manieren krijgt men de indruk, dat het vredesverlangen en de vredespropaganda bij re gering en volk oprecht gemeend zijn. De vooruitgang is, dunkt me, ook duidelijk merkbaar in betere voorziening in de winkels, in spanning voor de woningbouw, toeneming van het aantal auto's en dergelijke. En wanneer men de prijzen en lonen inclusief alle secundaire arbeidsvoorwaarden vergelijkt, komt men tot de con clusie, dat de levensstandaard wel lager is dan bij ons, maar toch niet zoveel, dat men daar. bij ons vergeleken, van armoede zou moeten spreken. De predi kanten die bepaald tot de laagst betaalde werkers behoren, we hebben er heel wat in hun pastorieën en kerken bezocht hebben ons herhaaldelijk en on gevraagd verzekerd: „Je moet niet(>denken, dat wij gebrek lij- De kerk De geestelijke positie van de Kerk is echter moeilijk omdat de ideologische lijn van de par tij en de staat met de „ideolo gie" van het evangelie in strijd is en het kerkelijk werk is aan allerlei hinderlijke bepalin gen onderworpen. Maar ook daar ondervindt men, dat Gods Woord niettemin niet gebopden is, en doet wat Hem behaagt, en dat Gods Geest zichzelf een vrijheid schept, die anders en sterker is, dan wat wij ons aan vrijheden zouden wensen. Is het geen vrijheid, als een do minee, die wegens een conflict met een overheidsinstantie een half jaar lang zijn ambt niet mocht uitoefenen, en toen als vrachtautochauffeur werkzaam was, na dat halve jaar weer met vreugde in het ambt terugkeerde, ofschoon hij als chauffeur het dubbele verdiende v^n zijn sala ris als predikant? Of is dit geen vrijheid: dat in een gemeente waar ik preekte een kerkeraad is van 24 leden, mannen en vrou wen, die allen geregeld huisbezoek doen en ook andere kerkelijke diensten verrichten ofschoon ze een goede kans maken dat hun dit in hun beroep of promo tiekansen offers zal kosten; dat dit overwegend jonge mensen zijn, en dat het nog niet is voorgeko men dat men voor voorkomende vacatures geen vervulling kon vinden? Men heeft mij wel dat er in Tsjechoslowakije niet gelachen wordt ik moet dat beslist tegenspre ken. We hebben veel gespro ken en veel gelachen en wat is het goed te weten, dat zo'n vreugde wordt gedra gen door het besef, dat men in zijn volk en in zijn kerk een zinvolle taak vervult, en vertrouwt, die in Gods kracht ook te kunnen volhou den. Wordt Bizerta geen vlootbosis van Navo - Chroesj- tsjef: Liever Frons dan Navo - Prestigekwesties ver- troebelen verhoudingen - Bleef Bourguiba niets anders over? - De invloed van het FLN. de Tunesische vlootbasls Bizer ta een Russisch steunpunt was jjeworden, zou het antwoord daarop moeten luiden: „omdat generaal De Gaulle niet wilde, dat het een N^vo-vlootbasls werd". Het klinkt allemaal erg paradoxaal en vtfan zullen mis schien geneigd -AJn, ongelovig de schouders op ie halen. Maar dat deed men ook enige jaren geleden, toen nog niemand er een idee van had, dat Cnba een bolwerk van de Sowjctunie aan de grens van de Verenigde Staten zou worden. Frankrijk verdedigt de blijvende bezetting van de op Tnnesisch grondge bied gelegen vlootbasls Bizerta o.a. door te beweren, dat de Russen wel eens de plaats van de vertrekkende Fransen zou den kunnen innemen. Het ver geet echter, dat er tussen deze twee uitersten nog andere mo gelijkheden liggen en dat een ervan is, Bizerta tot een Navo- basis te maken. Daardoor zou voorgoed een eind komen aan directe Franse invloeden op de Tunesische binnenlandse politie ke situatie en zou een zeer be langrijke militaire marinehaven voor de verdediging van het Westen beschikbaar blijven. Of dit laatste nog mogelijk is, moeten we nu maar afwachten. Liever Frans Toen Frankrijk en Tunesië en kele jaren geleden besloten, al le Franse troepen in het land van Bourguiba terug te trekken op de vlootbasis Bizerta en de aanwezigheid van de Franse ma rine daar voor onbepaalde tijd werd geprolongeerd (hoewel Frankrijk heel goed wist, dat het een aflopende zaak was) viel het op, dat de Sow- jetunie op dat akkoord geen fel anti-Frans commentaar leverde. Dat was niet, om dat Chroesjtsjef De Gaulle wilde ontzien, maar wel, omdat hij veel liever had, dat de ba sis in Franse handen zou blij ven, dan dat zij in die van de Navolanden. zou overgaan. Want als Bizerta een Navobasis zou zijn geworden, zouden zich tus sen Tunesië en het Westen geen bijzondere moeilijkheden meer hebben voorgedaan. Bleef deze marinehaven echter in Franse handen dan zou zo redeneer den de Russen er in Noord- Afrika conflictstof blijven lig gen. die op een bepaald ogen blik zou kunnen ontvlammen. En dat moment is nu aange broken. Geen boeman Nu is het bepaald niet zo, dat De Gaulle in het Frans-Tunesi- scbe conflict als de grote boe man moet worden geschilderd en dat Bourguiba slechts als de beledigde onschuld beschouwd zou moeten worden. Het een noch het ander is waar. Beide staatslieden worden gedreven door overwegingen, die met de zaak zelf betrekkelijk weinig hebben uit te staan, maar die eveneens om een oplossing vra gen. En zo kon een botsing van ";'u,:jven. dat die niet mag verwaarlozen bij het beoordelen van de situatie, waarmee we nu te maken heb ben. Een van die feiten is, dat Frankrijk de souvereiniteit van Tunesië, ook over Bizerta heeft erkend. Een ander feit is, dat Frankrijk van het begin af ge weten heeft, tot ontruiming van de basis te moeten overgaan. Vervolgens is het zo, dat in de afgelopen jaren reeds besprekin gen werden gevoerd ter voorbe reiding van de Franse terug tocht uit Bizerta of dat daartoe althans van Tunesische zijde ernstige pogingen toe werden aangewend. Vertrouwen Wat nog belangrijker is, -Bour guiba heeft het De Gaulle nooit moeilijk willen maken, omdat hij een onbeperkt vertrouwen had in de bedoelingen van de generaal en voorts omdat hij begrip had voor de moeilijke positie, waarin deze zich als ge volg van het Frans-Algerijnse conflict bevond en de Franse president dus niet in de wielen wilde rijden. En dat niet alleen: Bourguiba heeft meer dan iemand anders bijgedragen tot het dichter bij elkander brengen van het offici ële Frankrijk en de (nog niet officieel erkende) vertegenwoor digers van de mohammedanen in Algerije. Dit werd in het voorjaar nog aangetoond door de gesprekken, die Bourguiba in Parijs met De Gaulle heeft {;ehad gesprekken, die ge- eid hebben tot het openen van officiële besprekingen in Evian les Bains tussen Frankrijk en de Algerijnse tegenregering. Druppel Dat deze besprekingen totdus- ver op niets zijn uitgelopen, is niet ae schuld van Bourguiba, maar in de eerste plaats van een (te grote) vasthoudendheid van Franse zijde, die wel be grijpelijk is. De mededeling van president De Gaulle, dat Alge rije zal worden verdeeld in een Europees (rijk) en een moham medaans (arm) gebied, was ten slotte de druppel, die de emmer deed overlopen. Dat bleek tij dens massale demonstraties in Algerijnse steden en dorpen, die zonneklaar aantoonden, dat vrij wel de gehele mohammedaanse bevolking van Algerije achter de door het FLN (Nationale Be vrijdingsfront) gevormde tegen regering staat. Hier dient nog aan te worden toegevoegd, dat Frankrijk in plaats van voorbe reidingen voor een geruisloze te rugtocht te nemen, maatregelen trof om de vlootbasis te ver- Sterken en uit te breiden. Zon der het te zeggen gaf Frankrijk hiermede te kennen, er niet aan te denken, Bizerta vaarwel te zeggen. Niet- wijs Nu is het niet onze bedoeling, het optreden van Bourguiba goed te praten. We menen in volle ernst, dat hij er geen goed aan gedaan heeft, een zo ernstig conflict In Noord-Afrika in het leven te roepen, terwijl er ln Berlijn zo veel op het spel staat en hij zelfs niet mag hopen, op enigerlei wijze het vertrek van de Fransen te kun nen afdwingen. Hier is een ogenblik aangebroken, waarop we moeten zeggen, de Tunesi sche president wijzer te hebben geacht. Zijn houding valt evenals die van De Gaulle wel te verklaren en enigszins te begrijpen ook. Maar met recht vragen we ons af, of er dan geen andere middelen meer overgebleven waren om de aan Frankrijk gestelde eisen kracht bij te zetten. Wat nu gebeurd is ook de onwezenlijke ver breking van de diplomatieke re laties met Frankrijk is on verstandig en eigenlijk ook wel ondoordacht. Andere kant Aan de andere kant mag De Gaulle niet van de gevaarlijke wereldsituatie en de benarde si tuatie met betrekking tot Algerije gebruik (we zouden haast zeggen: misbruik) maken om de Tunesische president aan het lijntje te houden. Vanzelf sprekend heeft hij daar zijn re denen voor. Hij wil voorkomen, dat Bizerta een Navo-basis wordt. De Franse Middellandse- zeevloot is reeds enkele jaren geleden onttrokken aan het com mando van de Navo. Het af staan van Bizerta zou een eind maken aan het Franse monopo lie in het westelijke gedeelte van de Middellandse zee. Een Fran se terugtocht zeker onder de huidige vernederende omstandig heden zou een gevoelige klap voor het prestige van De Gaul le en als gevolg daarvan ook van Frankrijk zijn. Last but not least zou een prijsgeven van Bizerta er on vermijdelijk toe lelden, dat De. Gaulle grote moeilijkheden krijgt met de Franse marine, die tijdens de militaire revolte in Algerije menselijkerwijs ge sproken Frankrijk voor een ca tastrofe heeft behoed. De mari ne was het enige onderdeel van de Franse strijdkrachten, dat De Gaulle volkomen trouw was gebleven en het is de grote vraag, of deze voor do presi dent aangename situatie zou blijven voortbestaan, als de ma rine bij een nieuwe morele ne derlaag zou worden betrokken. Grandeur Vrijwel alle problemen, waar mede Frankrijk in binnen- en buitenland te maken heeft, zijn prestigekwesties. Vooral de grandeur, de grote obsessie van het Frankrijk van De Gaulle is zo'n kwestie. En nu willen we graag toegeven, dat De Gaulle vaak op verrassende wijze voor rede vatbaar blijkt te zijn. Maar we moeten er aan toevoe gen, dat hij zoals het geval is met Algerije het even vaak bij een groots gebaar laat en toestaat, dat bij de prakti sche uitwerking van bepaalde afspraken nieuwe elementen naar voren worden gebracht, die de kans op een akkoord te niet doen. De Franse grandeur staat niet toe, dat de Franse Marine als een hond met de staart tussen de poten uit Bi zerta wordt gejaagd. Bourguiba had dr.n ook op zijn vingers kunnen uitrekenen, dat hij voor grote moeilijkheden geplaatst zou worden, als hij De Gaulle zou uitdagen op de wijze, waarop hij dat in de af gelopen weck gedaan heeft. Dat had hij nooit moeten doen. Maar nu hij het toch gedaan heeft, is er reden om ons af te vragen, waarom hij ertoe over gegaan is. Moeilijk Bourguiba is een staatsman, die met hart en nieren aan het Westen verbonden is en die reeds daarom onze waardering verdient. In zijn eigen land heeft hij al vele jaren achter een tegen de stroom moeten op roeien. Zijn tolerante houding tegenover Frankrijk, ook en vooral met betrekking tot het Algerijnse drama werd niet al leen niet begrepen, maar ook fel bestreden. Telkens echter wist hij als overwinnaar uit de ze strijd achter de schermen te voorschijn te treden en zijn te genstanders uit te schakelen. bied een staat in de staat 1 den en een (te) grote invloed uitoefenden op de gang van za ken in Tunesië. Met deze krach ten moest Bourguiba steeds re kening houden. Dat moet hij ook doen, nu een oplossing van het Algerijnse probleem ver ver wijderd lijkt en de bezetting van Bizerta voortduurt. Onherstelbaar Wellicht heeft Bourguiba zich gerealiseerd, dat hij niet verder op de al jaren geleden ingesla gen weg kon voortgaan en dat het ogenblik aangebroken was om zaken met Frankrijk te gaan doen, als het niet goed schiks kon, dan maar kwaad schiks. De overweldigende steun, die het FLN in Algerije blijkt te hebben, zal aan het jongste optreden van de Tunesisone pre sident niet vreemd zijn geweest. Het zijn dus overwegingen van binnenlandse politieke aard ge weest, die Bourguiba tot daden heeft gedreven, die zonder meer als betreurenswaardig moeten worden aangemerkt, maar die toch ook niet los van de hou ding van Frankrijk, verper soonlijkt in De Gaulle, mag worden gezien. In Noord-Afrika leeft men fel. De betrekkingen tussen Frankrijk en Tunesië hebben al meer dieptepunten ge kend en zijn later toch weer verbeterd. Laten we hopen, dat zulks ook nu mogelijk zal blij ken en dat geen onherstelbare schade zal worden aangericht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 14