Politiek moet de jeugd leefbaar bestaan geven Een kanttekening Een woord voor vandaag Gemeentebestuur drage eigen verantwoording De kerk groeit opnieuw in atheïstisch Rusland Jodendom heeft grote aantrekkingskracht ONZERZIJDS KAN DAT ALLEMAAL? ^LS HET OOIT duidelijk is geworden, dat moeilijkheden op sociaal-econo misch terrein zich beslist niet beperken tot perloden van depressie in het economisch leven, dan heeft deze tijd met zijn uitzonderlijke hoog conjunctuur dit wel aangetoond. Want ook nu lijken de moeilijkheden wel niet van de lucht te zijn, zij het dan ook dat deze moeilijkheden gelukkig van heel andere aard zijn dan tijdens een periode van neergang in het eco- nomisch leven. In de vooroorlogse periode vormde het ontstellend hoge werkloosheidscijfer hèt grote sociale probleem. Terecht heeft daarna met name de christelijke vakbeweging de (volledige) werkgelegenheid als nummer één op haar prioriteitenlijstje genoteerd gehad. En met dankbaarheid mag thans wor den geconstateerd, dat deze volledige werkgelegenheid in de huidige periode van opgang in het economisch leven Is verwerkelijkt. Het werkloosheids probleem is althans voorlopig vrijwel opgeheven, maar we ervaren nu, dat de volledige werkgelegenheid ook een, zij het minder schrijnend, pro bleem is. We willen in dit verband speciaal aandacht vragen voor de verhouding van werkgever en werknemer. In perioden van grote werkloosheid is terecht van de zijde van de werknemersvakbeweging aan het adres van bepaalde werkgevers het verwijt gemaakt, dat deze werkgevers wel heel lichtvaardig hun arbeiders ontsloegen en zich maar weinig realiseerden, welk sociaal leed zij over vele gezinnen brachten. Thans zijn de rollen omgekeerd, thans moeten de werkgevers blij rijn als zij een arbeider kunnen krijgen, en thans zullen de arbeiders moeten waken tegen een te lichtvaardig ontslag nemen, tegen een teveel over het hoofd zien van de sociale en economische gevolgen voor het bedrijf, tegen het uitbuiten van eigen positie. De arbeiders en de arbeidersvakbeweging zullen thans moeten tonen sterke benen te bezitten om de weelde van de volledige werkgelegenheid te kun nen dragen. Of dit ook altijd inderdaad het geval is? Och, ook de arbeiders en de vakbeweging is niets menselijks vreemd. Ook hier gaat men wel eens te ver, ook hier is de verleiding wel eens te groot om geen gebruik te maken van de eigen machtspositie. Wij menen, dat het nuttig is dit te signaleren, omdat in een tijd van hoog conjunctuur het optreden van de arbeiders en de arbeidersvakbeweging be heerst behoort te worden door de beginselen, waarvan men ook onder andere omstandigheden uitgaat Beginselen, waarop men onder andere om standigheden bij de werkgevers een beroep meent te mogen doen. Als symptomen van een onjuiste mentaliteit, die samenhangt met de hui dige periode van opgang in het economisch leven, zouden we willen noemen: het erg gemakkelijk veranderen van werkgever, een klein meningsverschil over beloning of werktijd is al voldoende; het deelnemen aan langzaam-aan- acties, het weigeren overwerk te verrichten en andere vormen van lijdelijk verzet waarmee men poogt de tegenpartij bepaalde dingen af te dwingen. Ook het houden van demonstratieve congressen zouden we in dit verband willen noemen. Met instemming citeren we hier, wat „Samenwerking", het orgaan van de Nederlandse Christelijke Landarbeidersbond schrijft: „Om volledig van de gunstige conjunctuurontwikkeling te kunnen genieten, zullen we onszelf een zekere discipline op moeten leggen. Het plegen van machtsmisbruik heeft nooit onze instemming gehad. Bovendien werkt dit kwaad als een soort besmettelijke riekte. Samen zullen we de spelregels in acht hebben te nemen. Woordbreuk is altijd uit den boze. En misbruik maken van de zwakkere positie van de tegenpartij, blijft fout. Wanneer er iets niet in orde is, dan is daar de weg van het overleg en het samen- spreken. „Dat we ons op een hellend vlak bevinden zal niemand kunnen ontkennen. Dat we ons samen moeten inspannen om dit gevaar dat ons bedreigt af te wenden, zal een ieder die het wel meent met onze samenleving, willen toestemmen. Zonder spelregels kunnen we het niet stellen en deze spel regels hebben alleen maar waarde, wanneer we onszelf de discipline op leggen, ons aan die spelregels te houden. Indien we van harte willen mee werken aan de gezondmaking van ons volksleven, dan zullen we dat moeten doen vanuit onze bijbelse opdracht. De gevaren die hier dreigen zijn ook een gevolg van te weinig luisteren naar wat Gods Woord ons voor de onder linge verhoudingen in het maatschappelijk leven te zeggen heeft". Van harte kunnen wij instemmen met wat hier van de zijde van de Ned. Chr. Landarbeidersbond wordt geschreven. Het is altijd het ideaal van de christelijke vakbeweging geweest, en het Is nog haar ideaal, om door overleg en samenwerking haar doeleinden op maatschappelijk terrein te bereiken. Dit geldt zowel voor de Individuele werknemer als voor de collectiviteit van de vakbeweging. Dit is een weg, die rij op grond van haar beginselen in vrijheid mag gaan, maar tevens ge roepen is te gaan. Zowel in een tijd van neergaande al? van opgaande conjunctuur valt hierop niets af te dingen. Drs. Van Hulst op C.H.U.-conferentie (Van een onzer redacteuren) Het c.h. Eerste-Kamerlid drs. J. W. Van Hulst heeft zaterdag op de laatste dag van de C.H.U.-zomer- conferentie een politieke visie ge geven op de in vele opzichten be klagenswaardige situatie, waarin een groot deel van de Nederlandse jeugd zich thans bevindt. Als psycholoog en pedagoog gaf de heer Van Hulst eerst een uitvoe rige diagnose om vervolgens als politicus een antwoord te geven op de vraag hoe de politiek het maat schappelijk klimaat zo kan ver beteren, dat de jeugd weer een leefbaar leven krijgt. Het referaat van de senator vond veel weer klank onder de conferentiegangers en leidde dan ook tot een diep gaande discussie. De heer Van Hulst stelde aan het be- - 11 vaji zijn betoog vast, dat het kind van vandaag met name in de grote ste den de noodzakelijke ruimte, rust en stilte ontbeert. Dat is een gevolg van de benarde behuizing, die een nieuwe geestelijke afwijking heeft geïntrodu ceerd: de flatneurose. Deze ziekte doet zich vooral bij de naar de stad gemi greerde gezinnen voor. In de techniek vSn de flatbouw en de geluidswering zijn wij in ons land jaren ten achter. De woningsituatie vormt een ernstige en concrete bedreiging voor het Neder landse kind. Bij de politieke debatten over de woningbouw is met dit aspect onvoldoende rekening gehouden. Als er een nieuw politiek program zou komen, zou daarin de passage moeten voorko men: „Het kind dient verlost te worden van de akoestische druk". Men vlucht in deze tijd van lawaai naar lawaai (zie het bermtoerisme). Men vergeet, dat het kind dat vandaag niet neer aan de stilte kan wennen, de neuroticus van morgen zal zijn. Ter verkrijging van de nodige rust neemt onder de jeugd het gebruik van slaap- en verdovende middelen sterk toe. Mens en slaap zijn in plaats van vrienden vijanden van elkaar geworden. Velen gebruiken geneesmiddelen als consumptieartikelen en het is hier, dat Advertentie Texllal stoffen met het FELISOL-etiket zijn kleurechtI Let U dus voortaan op FEUSOL FELISOL écht kleurecht de politiek op haar hoede dient te zijn. In gemeen overleg tussen regering en volksvertegenwoordiging dienen naar de mening van de heer Van Hulst maatre gelen te worden overwogen om te voor komen, dat het geneesmiddel verder verwordt tot wat het ten dele reeds is: een destructieve kracht voor de gezond heid In de derde plaats wordt het kind ernstig bedreigd door bedrijvers van ze dendelicten. Men zal over deze mensen niet uitsluitend emotioneel moeten oor delen, maar hen primair moeten be schouwen als zieken, die behandeling en verpleging behoeven en daar ook recht op hebben. De politiek heeft de dure E licht hiervoor naar wegen en middelen i zoeken. Als de maatschappij net in staat is de geestelijk gestoorden afdoen de te behandelen, zal men hen des noods levenslang uit de samenleving moeten verwijderen. Maar men zal hen dan tevens een bestaan moeten ver schaffen dat vanuit die geestelijke ge stoordheid als een menselijk bestaan kan worden beschouwd. Het vierde gevaar dat de jeugd be dreigt, is het moderne verkeer, dat per jaar een school van 400 kinderen uitroeit. Het totale aantal verkeers slachtoffers zal dit jaar vermoedelijk stijgen tot het aantal dat bij de tersnood van 1953 om het leven kwam. Het kind heeft daarin een zeer groot aandeel. Deze feiten roe pen om maatregelen. Spreker vroeg zich af, of de politiek in dit opzicht wel de diligentie en actualiteit ver toont die om Gods wil en om de vei ligheid van het kind geboden is. Nozems Uitvoerig stond de heer Van Hulst ook stil bij het verschijnsel van de nozems. Deze jongerencategorieën ken merken zich ondermeer door rebellie tegen het gezag, non-conformisme, me, overtrokken hang naar vermaak. Maar als men dieper kijkt, blijkt bij hen een grote behoefte aan geborgen heid en eenvoudige gezelligheid te le ven. Hun houding tegenover de maat schappij moge er een van protest zijn, niettemin snakken zij naar leiding. Hier ligt de mogelijkheid hen terug te bren gen naar de geordende samenleving. Fel keerde de heer Van Hulst zich te gen prof. Hazewinkel-Suringa, die vindt dat hardhandig tegen de nozems moet worden opgetreden en dat ze zich maar moeten aanpassen aan de miserabele woon- en slaapgelegenheden. Dit is misschien wel de gemakkelijkste en zeker de goedkoopste weg, maar hij loopt volstrekt dood. Jarenlang is in ons land de jeugdzorg een sluitpost op de begroting geweest. De regering we gerde „een Delta-plan voor de jeugd op te stellen". Gelukkig komt daar nu, mede dank zij het be leid van de c.h, staatssecretaris Schol- te- en!<»e vemrHeHng in. Neder'and moet echter nofc meer gaan beseffen, dat het ten opzichte van de jeugd mo- ic.e en nuanci»..e schuid heeft. opzicht met de wens van onze mede mens rekening te houden. Aan het slot van de conferentie werd namens drie aanwezige bestuursleden van de Federatie van C.H.-Jongeren een verklaring afgelegd. Daarin werd stel ling genomen tegen de „onheuse aanval, die prof. Van Niftrik vrijdag op de :.h.jongeren had gedaan". De hoogle- •aar had hen gekwalificeerd als een „onklaar, waterig stelletje", dat vroe ger vóór fusie met de a.r. was, maar daar nu plotseling tegen zou zijn. Dit verwijt wezen de drie bestuursleden van de hand. Zij herinnerden er in hun ver klaring aan, dat de c.h.jongeren samen werking met de ARJOS hebben be proefd, maar dat teleurstellingen op dit punt niet zijn uitgebleven. „Van een werkelijk elkaar verstaan, dat de basis zou kunnen zijn voor een samen gaan van A.R. en C.H., was geen spra ke", aldus de verklaring. De zomerconferentie stond onder lei ding van de tweede secretaris der C.H.U. de heer E. Kamphuis. Uniecollecte gebracht: In Kielwindeweer ƒ238,50; Stadskanaal 104,75; Oude Bildtzijl 325,30; Nes 306; Wartena ƒ126; Wolvega ƒ385,85; Schoone- beek 87; Noordoostpolder ƒ6.838,10; Ge- nemuiden ƒ1.150; Heino ƒ368; Ittersum 153,29; Steenwjjk ƒ910; Ede ƒ5.185,63; Vaassen 807,25; Vorden ƒ1.150; Zegveld ƒ238,18; Haarlem ƒ1.894,40; Purmerend 822,35; Zuid-Beiierland 720; 's-Gra- venhage II ƒ730,40; Heinenoord ƒ489,50; Moerkapelle 76,74; Ooltgensplaat 731,50; Poortugaal 402; Werkendam ƒ282.91. Totaal van 625 lokale comité's ƒ401.381,57, verleden jaar ƒ353.835,67. Rector-magnificus te Nijmegen benoemd Het bestuur van de Sint Radbouds- stichting heeft prof. dr. J. H. Teylingen voor het studiejaar 19611962 benoemd tot rector magnificus van de r.k. uni versiteit te Nijmegen. Beroepingswerk GEREFORMEERDE KERKEN Aangenomen naar Zwolle, vac. J. H. Kuiper: Jac. v. d. Wal te Vrouwen polder. GEREFORMEERDE GEMEENTEN ANDERZIJDS OPEN BRIEF1 nu wel de rol, die na 1 ring in het jaar 1961 zou passen? Een aantal vrijgemaakte acade mici hebben enige weken geleden een open brief doen verschijnen, getiteld „1944" en „1961" en ge adresseerd aan de hoogleraren dr. H. N. Ridderbos en J. Kamphuis. De briefschrijvers vergelijken de synodes uit 1944 en uit 1961 en komen tot de conclusie dat ze bei de synodes even verwerpelijk vin- beschouwen van wat hun enerzijds in 1944, anderzijds in 1961 tegen staat; Beiden worden beurtelings op de korrel genomen. En zo lig ik dan samen met prof. Kamp huis op de operatietafel", aldus prof. Herman Ridderbos, die in het „Gereformeerd Weekblad" reageert op deze open brief en on der meer het volgende schrijft: IK zal hun de onbillijkheid waarmee ze mij' bejegenen wel voorhouden, maar ik moet niet al te lange tenen hebben. Als ik de eerste ergernis te boven ben en waarom zou ik niet en nog eCns lees en lees, heb ik toch het gevoel, dat 1961 toch wel de beslissende stoot heeft gegeven tot het schrij ven van deze brochure, en dat de vergelijking met 1944 eigenlijk dient om uit te drukken, hoe erg het wel Sesteld is met 1961. Moet een an- er of ik dus (tijdelijk nog?) als hoofd van Jut fungeren, wat doet het er toe als dit tegelijkertijd kan helpen de zo lang gebonden spieren wat losser te maken? Dit slaan zal aan de kritiek plaats maken iets anders: Het begint ongeveer aldus: „Wat wij dachten te ont vluchten (slag op het hoofd van Jut!) daarin zijn we opnieuw te- recht gekomen." Het gaat verder: kritiek op synodalen (zach- niet helemaal het hoofd kwijt wa ren toen ze tegen bepaalde dingen: neen hebben gezegd en dat neen tot nu toe weigeren te herroepen? Zou den we soms. in plaats van 1944 te Sebruiken als stok om 1961 te slaan, it 1944 nog eens met andere ogen moeten beschouwen bijv, als «fig— pogi den? Ik gevoel dat het niet elegant is de ellende van een ander te willen annexeren. Ik zal er daarom niet op doorgaan. Maar ik breng dit naar voren, omdat de heren zelf mijn oordeel over dat verleden willen ho ren en mij in alle vorm deze indrin gende vraag stellen: „Hooggeachte prof. Ridderbos, kunt U zich niet indenken, dat zoals U thans oor deelt over., het synodebesluit 1961, wij eens diep geroerd zijn geweest over de handelingen van de synode die tot de schorsing van prof. dr. K. Schilder leidde?7' (p. 10). En even later: zou het niet kunnen zijn, dat U achteraf erkent, als U de Jaren 1944—1961 eens rustig over denkt: en toch had het anders ge moeten en die schorsingen zijn een misstap geweestZou het onbe staanbaar zijn, dat U professor R. doet, wat dr. Bruins Slot eens ge zegd heeft in 1961, nadat hij IK zou willen antwoorden: als u ons wilt verzekeren, hoe zwaar u de zaak destijds gelegen heeft en als u ons zoudt willen duidelijk ma ken: wij meenden niet anders te kunnen handelen in 1944 en wij me nen nog, dat het van uw kant an ders gemoeten en anders gekund had, dan zal ik u niet alleen niet in de rede vallen, maar dan wil ik, staande aan de andere kant, het be- dan geen O- F deze brochure perspectief biedt? Zij biedt dat in zekere zin stellig. Zij is bij alle kritiek op anderen toch vol van een goede en christelij ke gezindheid. Er spreekt ook een ge zond en krachtig besef uit voor de werkelijkheid, bijv. van de jongeren in de kerken. Het snoeven is er niet meer bij. Er is een pleidooi in voor openheid naar elkander. Er is ook een besef van verantwoordelijkheid voor eigen kring, dat wij prijzen. Dit alles in één brochure is niet wei nig. En toch het is nog niet het ver lossende woord. Als voorbereiding, als handreiking voor het gesprek willen wij het be groeten en de wat eigenaardige groepering en enscenering zullen we gaarne op de koop toe nemen. Maar het wachten is op wat anders. Op de stem van de profeet, die zegt: wanneer zal er genoeg gepraat zijn en zal de tijd om op te staan zijn aangebroken? Wanneer zal het besef tot ons doordringen, dat wij onze korte le venstijd voor iets anders van de Heer verkregen hebben, dan om ein deloos met elkaar te twisten? grip trachten te verkrijg» van mij verlangt. Ik zal het nooit helemèèl begrijpen. Wie zal in tere slag) kunnen we eigenlijk ook in onze eigen kring kwijt." En het eindigt: „Wij hebben geen reden Zo verloopt eigenlijk de curve van aange boden: groet des vredes. En moet men dan zeggen: op die groet wil ik niet antwoorden, zolang ik nog met mijn eigen R. onder de noemer K. wordt gebracht? HET zou natuurlijk van nog méér inzicht getuigd hebben bij deze vrijgemaakte intelligentsia, als zij aan het slot tot de vraag gekomen waren: zou het ook kunnen zijn, dat de zure vruchten, die wij nu eten niet te wijten zijn aan het slechte seizoen (1961) maar aan de boom. waarvan wij ze geplukt heb ben en die wij in 1945 met zo groot enthousiasme geplant heb ben? Zou het ook kunnen zijn dat de mannen van 1944 van wie toch ook maar *en enkele een hoofd heeft om er flink op te alaan! strijd, waarin ten slotte gekozen moet worden, zich ooit helemaal kunnen vereenzelvigen met degene, die de andere keuze doet? Toch zijn wij elkander on ben ik u het be grip verschuldigd, dat u van mij vraagt. Maar overvraagt u niet, als van mijn kant nu de toezegging moet komen, dat het niet weer zal Sebeuren. Bijna zoudt u mij verlei en u het oude journaal nog eens voor te lezen van 1939—1944. Ik zal het niet doen. Maar waarom dan al tijd weer de vraag: gij moet zeggen, dat wij niet anders konden? Ér is een betere vraag en een beter voor stel. Laat ons er samen over zwij gen. Of anders: laat ons het ver bond vernieuwen en laat ons samen aan het begin van de nieuwe weg tot elkaar zeggen: Wat toen gebeurd is zal, als God ons wil helpen, nóóit meer voorkomen. Deze voorstellen hebben wij u óók Ïedaan in Utrecht 1959. Wat moge c in alle bescheidenheid aan u vra gen onderscheidt u, dat u daar op met geen woord zoudt behoeven te antwoorden en alleen maar geroe pen zoudt zijn in welke zachtzin nige vorm ook beterschapsbelof ten in ontvangst te nemen? Is dat - Veel jeugd ww-, ..„us de heer Van Hulst, beneerst dour ^ngst. Is het de opdracht van de politiek de jongeren aaarin bij te staan? Ja en neen. De politiek heeft bier tot taak boven zich zelf uit te wijzen. Hier ligt het ontmoe tingspunt tussen kerk en staatkunde. De politiek moet zich beperken tot het scheppen van zoveel mogelijk voorwaar den voor een maatschappij, waarin de jeugd een leven krijgt dat leefbaar is en een dood die sterfbaar is. Het behoort niet tot onze politieke taak de jeugd door de prediking van Gods Woord en de bediening van de sa cramenten tot Christus te leiden. Dat moet de kerk doen. Wel is het de plicht van een christelijke politieke partij naar een maatschappijvorm te streven, die geen belemmeringen (als woningnood enz.) opwerpt voor de voortgang van het evangelie In deze wereld. Bij de discussie die op het referaat volgde, werd o.m. de vraag gesteld of de christelijk-historischen in het belang van de jeugd niet een wat positievere houding tegenover de zondagssport moe ten aannemen. In zijn antwoord beken de de heer Van Hulst, persoonlijk de zondagssport niet als een gevaar te zien. Toen die er nog niet in die mate was, was het drankmisbruik oneindig veel groter dan nu. Men zal in deze zaak evenals t.a.v. de toto oog moeten hebben voor de opvatting van anderen. Als wij de mensen de zondags sport afnemen, zullen we er iets anders voor in de plaats moeten stellen. Kun nen we dat niet, dan behoren we in dit „God liefhebben boven al en uw naaste als uzelve" het is de inhoud van Gods wet die zo hartstochtelijk bezongen wordt in psalm 119. Het liefhebben van God is het eerste en het grote gebod, het tweede is „daaraan gelijk". Uit het eer- ste gebod volgt het tweede omgekeerd is het tweede niet mogelijk zonder het eerste. Is dat laatste inderdaad waar? Men hoort het zo dikwijls zeggen: ,Je kunt toch ook wel een goed mens zijn zonder dat je „vroom" bent! Om goed te zijn voor je medemensen hoef je toch geen kerkmens te zijn!" En in de praktijk van het leven lijkt het er dikwijls op dat deze stelling juister is dan die gestelde samenhang tussen het liefhebben van God en het liefhebben van de naaste. Mensen die „aan God noch gebod 1 doen" zijn dikwijls heel wat stipter in het eerbiedigen van de naaste dan christenen. Ja zelfs: zijn dikwijls heel wat liefde- voller in het bejegenen van de naaste dan christenen! Want helaas zijn christenen lang niet altijd levende brieven van j Gods liefde"! Niet zonder tranen van berouw kan daarom de vraag die wij hier aan de orde stelden onder ogen worden gezien. Aspecten nieuwe wet besproken (Van een onzer redacteuren) Ondanks de verschillende onzeker heden voor wat de praktische uitvoe ring betreft, is de deskundige op het terrein van de gemeente-financiën, burgemeester L C. Haspels uit Bussum uiterst dankbaar, dat de nieuwe finan ciële verhoudingswet tussen het rijk en de gemeente tot stand is gekomen. Burgemeester Haspels liet dit zater dag duidelijk blijken, toen hij in de, onder voorzitterschap van mr. dr. E. P. Verkerk, te Boskoop gehouden jaar vergadering van de Zuidhollandse ver eniging van Anti-Revolutionaire ge meente- en provinciebestuurders over enige aspecten van de nieuwe wet sprak. Hoewel burgemeester Haspels er van overtuigd was, dat met het tot nu toe gevolgde systeem van subjectieve uit keringen uit het gemeentefonds goed werk is gedaan, wilde hij niet verhelen, dat aan dit systeem grote bezwaren kleef den. „Ik ben ontzettend blij, dat we van het systeem van de subjectieve uitke ringen af zijn", aldus spr. „Natuurlijk kent de nieuwe wet aanvullende uitke ringen voor bijzondere gevallen, maai dit brengt een driejarig toezicht op het gemeentelijk beleid mede." „Drie jaren vagevuur", zo noemde de r.k. burge meester van Oudenbosch dit toezicht. „Het toezicht zal echter uitermate streng zijn. Maar dit moet gebeuren om dat ik niet geloof, dat we anders uit de narigheid van de subjectieve uitkeringen zullen kunnen komen", aldus burgemees ter Haspels, die sprekende over de toe- Communistisch blad geeft toe Ondanks alle atheïstische pro paganda groeit de kerk in Rusland. Dat is gebleken uit een artikel in het Russische blad „Voprosy Filosofii" waarin de vraag wordt gesteld: „Waarom is het aantal lidmaten van de kerken in het atheïstische Rusland toegenomen?" Reeds jarenlang wordt in Russische bladen heel voorzichtig toegegeven dat de kerken sedert het einde van de tweede wereldoorlog groeien. Nu blijkt dat ook de jongeren belangstelling be ginnen te tonen voor de kerk en zich bij haar aansluiten. Deze ontwikkeling vooral opmerkelijk omdat het com- jnisme altyd geleerd heeft dat de kerk als een oude vrouw zou uitster ven, omdat zij toch alleen maar een boodschap heeft voor oude mensen. Zelden ls een Russische blad zo open lijk op de groei van de kerk ingegaan als „Voprosy Filosofii". Dit Ideologi sche orgaan verdeelt de kerkelijke be volking van Rusland in drie soorten. Daar zijn in de eerste plaats de „gelo vige fanatiekelingen," die actieve pro paganda voeren voor hun kerk, dan de e-elovlercn die het atheïsme tolereren en de conformisten die wel met de kerk gebroken hebben, uiterlijk althans, maar haar niet In het openbaar bestrij- Natuurlijk zoekt het blad een oor zaak voor de hernieuwde groei van de kerk. In de eerste plaats moet de communistische propaganda het ont gelden, die nog altijd te zwak is. Maar hoofdzakelijk zijn toch buiten landse invloeden de schuld van deze groei. Vooral de godsdienstige uitzen dingen van de Stem van Amerika" en de zender „Vrij Europa" hebben grote invloed. Zo geeft dit artikel gemerkt het westen een antwoord op de vraag of de godsdienstige evange lisatieuitzendingen naar Rusland wel zin hebben. De allerbelangrijkste oorzaak ziet het blad echter in het feit dat de kerkelij ke mensen zich niet langer tegen het bestaan van de Sowjetstaat verzetten, maar deze regering hebben aanvaard. Dat houdt in dat deze mensen niet lan ger propaganda tegen de regering ren en het communisme niet langer ti-christelijk noemen. Bovendien leren deze gelovigen tegenwoordig dat er geen enkele tegenspraak is tussen geloof en wetenschap en dat Christus als eerste de mens heeft opgeroepen tot vrijheid, gelijkheid en broederschap. Deze laatste argumenten winnen voor namelijk de arbeiders, boeren en vrou wen voor het christelijke geloof.Jonge mensen echter worden hoofdzakelijk ge wonnen door zangkoren, orkestjes. en gezellige bijeenkomsten Toenemend aantal proselieten komstige situatie van de z.g. garantie- gemeenten (o.a. Rotterdam en Den Haag) niet geloofde, dat de pap zo heet gegeten zal worden als ze wordt opge diend, namelijk bij de in vijf jaren af lopende garantie-uitkering uit het ge meentefonds. De Bussumse burgemeester hoopte, dat de gemeenten in de nabije toekomst een eigen belastinggebied krijgen, dat wat steviger is dan wat we nu kennen. „Natuurlijk betekent dit niet, zoals vroe ger, een opschroeving van de inkomsten belasting. Het is allerminst de bedoe ling, dat wanneer de rijksbelastingen worden verlaagd, alle gemeenten zich zullen moeten haasten om met een eigen woonplaatsbelasting te komen, waartoe Men zal de invoering van nieuwe en verhoging van bestaande gemeentelijke belastingen zorgvuldig moeten bekijken, mede in verband met het verzorgingspeil van de gemeenten. Het is volkomen bil lijk, dat een heel klein stukje van de huurverhoging uit de jaren 1949 tot I960 worden verwerkt in een hogere straat- en rioolbelasting," aldus spr. Met nadruk wees burgemeester Has pels er ten slotte op, dat niet alle dui zend Nederlandse gemeenten eenzelfde verzorgingspeil kunnen hebben. Ieder gemeentebestuur zal moeten roeien met de riemen, die men heeft. Wanneer het verzorgingspeil In alle gemeenten gelijk zou zijn, zou de vraag gesteld moeten worden, waarom men dan nog het pleit zou moeten voeren voor een gedecentra liseerd bestuur met.een eigen bestuur. Onder de thans aflopende regeling heeft de gemeentelijke zelfstandigheid wel enige deuken gekregen. Om dit te her stellen en in de toekomst te voorkomen, wilde spr. pleiten voor een gedecentra liseerd bestuur, waardoor de eigen ver- antwoordelijkheid van de gemeentebe stuurders meer zal kunnen spreken. Vooraf was in de goed bezochte ver gadering een huishoudelijke agenda af gewerkt, waarbij de aftredende bestuurs leden burgemeester N. van der Brugge uit Giessenburg, burgemeester mr. H. H. Douma uit Papendrecht, wethouder P. C. Elfferich uit Delft en de heer L. Los uit Leiderdorp werden herbenoemd. In de vacature, ontstaan door het bedanken van wethouder mr. H. Bavinck uit Rot terdam werd wethouder mr. R, M. van Reenen uit Den Haag benoemd. De wet houders M. H. L. Westrate uit Vlaar- dingen en E. A. Polet werden herbe noemd als lid, resp. plaatsvervangend lid van het Verbandsbestuur. Vóór de gemeenschappelijke lunch wer den de leden der vereniging officieel ont vangen door het gemeentebestuur van Boskoop, waarbij burgemeester mr. dr. E. P. Verkerk als gastheer optrad. Na de middag werd een bezoek gebracht aan het rosarium en een proeftuin-boom kwekerij. COURANTEN KRONIEK In onderstaand artikel van de Nieuwe Rotterdamse Courant wordt de zeer pre caire positie van Engeland in de Arabische wereld i.v.m. Koeweit belicht. De Nieuwe Rotterdamse Courant heeft evenwel tenvol- le vertrouwen in de Britse diplomatie, on danks alles: Engeland bevindt zicli in een moeilijke positie door de kwestie-Koeweit, maar Lon den heeft genoeg politieke ervaring om hel niet tot een catastrofe voor zijn positie iu het Midden-Oosten te laten komen. De enor me blunder van de aanval op Suez in 1956 was een uitzondering op de regel van een koele, stabiliserende politiek. Londen zal trouwens wel niet verwacht hebben, dat het in de Arabische wereld bijval zou oog sten met liet zenden van troepen naar Koeweit om een Iraakse aanval te weren. Ook zal men in Engeland wel niet gemeend bobben, dat Rusland zich niet zou verzet ten tegen de Britse resolutie in de Veilig heidsraad. De Sowjetunie heeft in het conflict de zij lrak gekozen maar toch niet ge- (Van een onzer medewerkers) Sinds de staat Israël in het leven is geroepen en voor de Joden, waar ook ter wereld, de immigratie on gelimiteerd werd opengesteld, komen op gezette tijden groepen te voorschijn die er aanspraak op maken Jood te zijn, hoewel hier voordien nimmer iets van bekend was. In Azië zowel als in Afrika zijn er in de loop der jaren zelfs vele negerstammen aangetroffen die Joodse gebruiken in ere houden. Ook de individuele over gang tot het Jodendom is sinds de tweede wereldoorlog toegenomen. In vele landen komen regelmatig aanvragen van niet-Joden om tot het Jodendom te mogen overgaan. Het op perrabbinaat van Nederland, waar alle opperrabbijnen van ons land zitting in hebben, heeft daarom besloten alleen een proseliet toe te laten als alle le den van het opperrabbinaat een gun stig advies over hem hebben uitge bracht. Eén afwijzende beschikking is voldoende om de kandidaat niet te aanvaarden. De Joodse codex schrijft v geen rabbijn bevoegd is een niet-Jood in het Jodendom op te nemen, tenzij deze aan de in de codex gestelde eisen voldoet. Deze eisen en de examens zijn in de meeste landen buiten Israël zeer zwaar, zodat het voor een niet-Joodse man praktisch onmogelijk en voor een niet-Joodse vrouw nog moeilijker is tot het Jodendom toe te treden. Israël In Israël waar dc verhoudingen ge heel anders liggen, omdat daar de Jo den geen minderheid vormen en men niet voor assimilatie aan de niet-Jood se omgeving bevreesd hoeft te zijn, is de toetreding tot het Jodendom aan merkelijk gemakkelijker. Zelfs in die mate dat verschillende rabbinaten bui ten het Joodse land bij herhaling hier over hun verontrusting hebben kenbaar gemaakt. Nog niet zo lang geleden is een niet-Joods meisje uit Rotterdam in Israël tot het Jodendom toegetreden nadat zij een aantal jaren in een ki- boets had gewerkt en in vijf jaar tijds zijn in Israël 150 mensen tot het Jo dendom overgegaan. In dit land is zelfs een wereldunie voor propaganda van het Jodendom gevestigd, waaraan onlangs een oud-Amsterdammer een Jroot vermogen vermaakte. Een van e belangrijkste proselieten in Jeru zalem is overgegaan is de 64 jarige prof. Abraham Kotsujo. de Hebreeuw se leraar van de broer van de Ja panse keizer. Vele vooraanstaanden in Israël zijn lid van de wereldunie, die haar resul taten overigens niet aan de grote klok hangt. Hoewel er geen gegevens bekend zijn over de beweegredenen van de proselieten, wordt aangenomen dat het bestaan van de staat Israël en de vrije immigratie hierbij een grote rol spelen. Leden van de Arabische minder heid in Israël gaan hoofdzakelijk tot het Jodendom over uit economische re denen, terwijl de aanhangers van het Sabatisme en van de christelijke kerken wustwording van de volkeren in Azia tisch en Afrikaanse landen heeft bij hen geleid tot het afzweren van de ou de stamgebruiken. Velen van hen staan echter afkerig tegenover het Christen dom en de Islam omdat zij die iden tificeren met de politiek van het kolo nialisme van westerse en Arabische oorsprong en daarom wenden zij zich tot het Jodendom. Er zijn in Israël duizenden niet- Joodse vrouwen van Joodse immi granten. Hun kinderen die scholen be zoeken die büna uitsluitend door Joodse kinderen worden bezocht, zijn volgens de Joodse wet evenals hun moeder niet-Joods. Vele van deze moeders wensen terwllle van hun kinderen tot het Jodendom toe te treden. In Israel-zelf zijn de rabbinaten in het land herhaaldelijk aangevallen over hun voorzichtige benadering van deze problemen. Alvorens iemand in het Jo dendom wordt aangenomen, eisen rabbinaten een studie van het Joden dom van zes maanden van hem, wa examen wordt afgenomen en een onder zoek wordt ingesteld naar de achter gronden en motieven van elke kandi- Afkeuring Vele rabbinaten buiten Israël hebben echter de Israëlische rabbijnen gelaakt omdat in Israël op een makkelijk wij ze tot het Jodendom kan worden toe getreden. Er zijn gevallen bekend dat mensen die door rabbinaten werden af gewezen in Israël toestemming kregen tot het Jodendom over te gaan. Buiten Israël worden veel zwaardere eisen de kandidaat-proseliet gesteld. Overigens is de Israëlische rege ring niet bijster ingenomen met de HH grote overgang naar het Jodendom. De kans flat Irak nu spoedig Het aantal proselieten neemt steeds op Koewoi in aantal toe en is groter Jan ooit meer. Het kan dc tevoren in de Joodse geschiedenis. Zy worden niet alleen door de re ligieuze autoriteiten als Jood gezien bovendien van belang dat zijn olie maar ook door de burgerlijke au toriteiten die iedere Jood toestem- Engelset ming moeten geven het land binnen te komen. Bovendien ziet de raëlische regering het met lede ogen I echter te long wacht zoud< aan dat tal van Arabieren in Israël'gevoelens in de Arabische i tot het Jodendom toetreden. gewakkerd kunnen worden heel harte. Het dal de andere Arabische landen niets voelt voor inlijving van Koeweit bij Irak. Koeweit, met het patriarchale bewind van sjeik Ab- doella, aan wie alle olieroyallies komen, is ongetwijfeld een anachronisme. Een verde ling van deze rijkdommen onder alle Ara bische staten lijkt onontkoombaar. De V.A.R. blijft staan op de onafhanke lijkheid van Koeweit, d.w.z. op het niet on der uitsluitend Iraakse invloed geraken van dat kleine land. De Sowjetunie is goede vrienden met Irak en er bestaat zelfs een zekere Russisch-Chinese rivaliteit om het winnen van dc gunsten van Irak. Maar an derzijds wil Moskou de betrekkingen met Nasser niet verder verslechteren, welke re laties enige weken geleden een dieptepunt bereikten toen Nasser en de zijnen ziedend waren over een Russische beschuldiging dal een communistische leider uit Syrië zou zijn vermoord, hetgeen niet waar bleek te zijn Niet alleen Engeland bevindt zich dus in een moeilijke positie. De innerlijk gespan nen situatie in het Midden-Oosten is door de Iraakse aanspraken op Koeweit enigs zins losgemaakt cn Israël heeft het dien stig geoordeeld juist op dit moment ern raket tc lanceren, hetgeen schrik cn on rust bij Israels Arabische vijanden teweeg-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 2