Haringconsumptie toont laatste jaren weer stijgende lijn MfiUWE LEID3UHE COURANT 7 Opnieuw honderd gulden aan prijzen N.L.C.-prijsvraagwanneer komt de eerste haring? YV7ANNEER dinsdag de trossen worden losgegooid en de vissersvloot op volle fcracht naar de haringgronden stoomt, dan breken dagen van grote spanning aan. De jagerij is begonnen. Wanneer zal de eerste haring worden aangevoerd? Wie heeft al niet zitten tellen? Dinsdagmorgen vroeg varen, woensdagavond aan schot, in de nacht van woens dag op donderdag halen en dan ja en dan, als er ten minste is gevangen, wordt de vangst overgegeven aan de jager, het snelste schip van iedere ploeg. Tot zover klopt alles. Maar verder honden de bereke ningen op. Want geen mens aan de wal weet, waar de jagers zich zullen bevinden en hoe laat zij kunnen gaan stomen. Geen mens weet het. Inderdaad. Maar men zal er wel naar raden. Wanneer wordt de eerste groene haring in Nederland aangevoerd? Dat is het traditionele onderwerp van onze Vlaggetjesdagprijsvraag. Wie er het beste antwoord op geeft, wie het tijdstip het dichtst benadert, krijgt van onze krant een prijs van 50. Verder zijn er een prijs van 25 en vijf prijzen van 5. De spelregels? Op een briefkaart, geadresseerd aan de redactie van de Nieuwe Leidsche Courant, Steenstraat 37, Leiden, dient men zo nauwkeurig mogelijk aan te geven op welk tijdstip men meent, dat de eerste haring zal aan komen. Bijvoorbeeld: vrijdagmorgen 26 mei, 10.20 uur. Daarbij hebben wij op het oog, het ogenblik, dat het eerste Nederlandse schip met malse maatjes aan boord in een Nederlandse vissershaven meert. De inzendingen moeten uiterlijk volgende week woensdag in ons bezit zijn. De uitslag wordt zo spoedig mogelijk in de krant bekend gemaakt. De visserijfoto's zijn van D. Kruyt Gaat het bergafwaarts met de consumptie van haring door het Neder landse volk? Dit zou men kunnen afleiden uit de cijfers, die het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft verstrekt over het verbruik van vissertj- produkten van 1950 tot 1960. Bij de haring zag men namelijk een daling van de consumptie van haring per hoofd van de bevolking van 4,2 tot 1,7 kilo. Deze cijfers heb ben menigeen aan het denken gezet en allerwegen kon men in kringen van groot- en kleinhandel vernemen, dat men niet geloofde, dat het zo erg was. "Wel namen velen aan, dat het harlngverbruik in Nederland wat daalt door de grote concurrentie van met name de patates frites, maar men kreeg toch niet de indruk dat er van een dergelijke sterke teruggang sprake was. Een nadere berekening heeft deze optimisten gelijk gegeven. Er bleek bjj het CBS een fout te zijn gemaakt, en volgens de nieuwe be- rekening is de consumptie in 1960 per hoofd van sde bevolking 2.2 ki lo geweest. Het is interessant te zien hoe de laatste tien jaar de lijn loopt. In 1950 was de consumptie nog 4.2 kilo, in 1951 4.4 Daarna kwam de teruggang. Via 3.8, 3.5, 3.3, 2 5, 2.6 ging het naar het absolute diepte punt: 1.4 kilo. Daarna kwam er. weer een stijging, namelijk via 1.8 naar 2.1 in 1959. En nu blijkt dus 1960 weer wat hoger te zijn ge weest, namelijk 2.2. De optimisten hebben dus ge lijk, want er zit yeer vooruitgang in. als men tenminste niet te ver terug kijkt. Op 'het produktschap voor vis en visprodukten 'heeft de heer W. Ros ons een merkwaardige paral lel getoond: de stijging van de' consumptie hield gelijke tred met de stijging in aanvoer van maat jes. Of eigenlijk- is dat dok niet. merkwaardig want waar meer maatjes zijn kunnen er ook meer worden gegeten. Tenslotte is het niet als bij Ierse haring, waar nog uitwijkmogelijkheden zijn in ex port en visconservenindustrie be. nevens vismeeïfabriefc. Het laaitste jaar is de consump tie zelfs nog gestegen bij een flin- ke teruggang van de maatjesaan- voer. Het blijkt dus weer. goed te gaan met de haringconsumptie en dat is veel waard. Bij de zeevis is de consumptie toeneming onmiskenbaar. Daar liep de afzet van 3.6 kilo tolt 4.7 kilo per hoofd van de bevolking ,De totale consumptie van visserij- produkten was in 1960 9.7 ki'lo per hoofd. Toch is de heer Ros en hij is niet de enige ervan overtuigd, Dit is eigenlijk dè manier om. haring te eten. Zo uit het vuistje aan de kar. Er zijn sombere berichten geweest over de terugloop van de haringconsumptie. Maar die zijn ge lukkig niet juist gebleken. Het Centraal Bureau voor de Statistiek had zich verteld. In Noordwijk, waar ook nog heel wat vissers wonen, heeft men nooit geloof gehecht aan 1die terugloop. Als de vissers door de Hoofdstraat lopen of over de Boulevard en zij zien de geweldige drukte aan de haringstalletjes, dan schudden ze wel eens het hoofd: die haringverkopers hier verdienen veel meer dan wij. (Foto N. Schmail) Zo zijn de Katwijkers de visserij begonnen: met bommen. Het was een tijd die nu wél romantisch lijkt, maar vn werke lijkheid vreselijk hard was. Er is ontstellend veel armoede geleden onder de vissers. Gelukkig is er heel weet veranderd en verbeterd. Maar voor de drijfivetvisserij ziet er er nu toch meer zorgelijk uit. Men heeft een achterstand ten opzichte van de omringende vloten, die vermoedelijk zonder over heidssteun niet kan worden weggewerkt. Daar gaan de netten. Nog gelaten om de volgende boord te worden getrokken, even en ze worden tewater- ochtend zilverglanzend aan Heel belangrijk voor de vloot is het hbspitaal->kerkschip De Hoop, dat de vissers medische en geestelijke steun biedt. Een ontmoeting tussen een vissersvaartuig en De Hoop in volle zee, getekend door Reint die Jonge.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 7