pgggggp* OPVOEDERITIS JflZ J Veertig voor blinde ogen jaar uitzicht Een kanttekening Een woord voor vandaag Preekconsent studenten wordt niet verlengd Moeder Baptisten beginnen ook met een kerkbouwactie Duitse opbouw in Coventry s ONZERZIJDS LEERRIJKE GESCHIEDENIS ^OG altijd zijn in de Duitse Bondsrepubliek groepen, zij het relatief klei ne, die besmet zijn met nationaal-socialistische gifstoffen. Ook in de ambtelijke regionen zijn er nog personen, die in de Hitlertijd de Führer hebben toegejuicht en die in het nationaal-socialisme, dat voor Duitslands grootheid streed, veel wisten te waarderen. Of zij ook op de hoogte waren van de misdaden, waarop de wereld weer de aandacht gevestigd krijgt in het proces-Eichmann? Vele Duitsers verklaren telkens weer, dat zij daarvan onkundig waren. Men kan dit van sommigen wel aannemen. Maar zeker niet van allen. Men zag toch de wegvoering van de Joden? Men zag, hoe er met hen gehandeld werd? Men wist toch, dat er in dc kampen een hard regime heerste? Verklaarde men ook reeds niet openlijk, dat men dc Joden wilde vernietigen? Het was overbekend, dat men principiële tegenstanders van het regime, ook niet-Joden, in kampen opsloot. Neen, men kan in een groot aantal gevallen niet zeggen: „Wij hebben het niet geweten." Wanneer men het zegt, spreekt men in de regel niet de waarheid. Men behoeft zich overigens niet al te zeer te verwonderen over het feit, dat nog een aantal Duitsers besmet is met nationaal-socialistisch Veeleer moet men er zich dankbaar over verbazen, dat de grote meerder heid, naar het schijnt welbewust, het nationaal-socialisme verfoeit ei een democratisch regime kiest. Dit kan niet alleen uit de nederlaag 1945 verklaard worden. Men moet niet vergeten, dat denkbeelden, aan het nationaal-socialisme verwant, reeds lang vóór Hitiers machtsovername in Duitsland werden ge propageerd. In wetenschappelijke en in meer populaire geschriften. Men mag de invloed niet onderschatten van mannen als Fichte, Von Treitschke en anderen. Zelfs een theoloog als Stapel verkondigde ideeën, die met bepaalde nationaal-socialistische uitspraken harmonieerden. Het Duitse volk werd voorgehouden, dat het tot heersen was geroepen. Het was immers een superieur ras. Een belangrijke factor voor het ingang vinden van de nationaal-socialisti sche denkbeelden was vooral, dat het Duitse volk gedurende vele jaren, zelfs in de Bismarcktijd, geen principieel-politieke opvoeding had genoten. De grote menigte bleef daarvan vrijwel geheel verstoken. En tot die me nigte behoorde ook een deel van de evangelische volksgroep. Stahl, door Groen van Prinsterer hier te lande meermalen geciteerd, heeft in Duitsland wel het pleit gevoerd voor een principiële staatkunde. Tegen revolutionaire denkbeelden kwam hij in verzet. Maar men kon hem toch niet zonder reserve indelen bij degenen die wij in Nederland anti-revoiu- tionairen en christelijk-historischen noemen. In 1849 sprak hij zich zelfs uit tegen volkomen zelfstandigheid der kerk en toonde hij voorkeur voor het principe van het „landesherrlichen Kirchenregiment", dat later aan Hitier nog enige dienst zou bewijzen. Hoeveel overigens bij Stahl valt te waarderen, het schijnt dat zijn ge schriften toch in Duitsland betrekkelijk weinig invloed hebben uitgeoefend. Tot een krachtige principieel christelijke actie is het althans op politiek terrein in Duitsland niet gekomen. Vele christenen schaarden zich onder de conservatieven, later Duits-nationalen. Maar ook onder andere politieke par tijen vond men evangelischen. De kerken, ten dele sterk onder de invloed van modernistische stromingen enerzijds en meer piëtisch ingestelde ge lovige kringen anderzijds, gaven te weinig geestelijke leiding, riepen te weinig op om op alle terreinen God te dienen. De „politiek" werd gemeden. De snelle ontwikkeling van de industrie in de tweede helft der 19de eeuw had in geestelijk opzicht ernstige schaduwzijden. De opkomende sociaal-de mocratie was fel anti-religieus en anti-kerkelijk. Aan de kerken poogde men zoveel mogelijk afbreuk te doen. Enerzijds nam de ontkerstening steeds grotere afmetingen aan, anderzijds zag men dat het nationalisme vele geesten overmeesterde. De Bismarckiaanse politiek vond ook in gelo vige kringen toejuiching, ondanks haar niet onbedenkelijke tendenzen. Maar Bismarck had succes. Het Duitse Rijk werd een eenheid, en kwam onder de leiding van Pruisen. In de zogenaamde „Kulturkampf" leed de kanselier echter de nederlaag. De Roomse Kerk bleef onafhankelijk van de staat. Het Centrum, dat steeds in overgrote meerderheid uit rooms-ka- tholieken bestond, nam gedurende een aantal jaren een sterke positie in. Onder de evangelischen was Stoecker stellig een sympathieke figuur. Kloek nam hij stelling tegen de sociaal-democratie, die aan de religie vijandig was. Maar hij poogde ook positief sociaal werk te verrichten. Te zeggen dat zijn christelijk sociale partij niets heeft bereikt, is onjuist. Maar toch is het te betreuren, dat hij al te zeer tegen dc Duits-nationalen aanleun de. Door gebrek aan veelzijdige steun, door velerlei tegenwerking schoot de groep te kort in constructief vermogen. Zij is na de eerste wereldoorlog niet herleefd. Wel werd in de jaren twintig van gelovig protestantse zijde opgericht de „Christelijke Sociale Volkendienst", waarin wij ook oude vrienden van Stoecker ontmoetten. Zij beloofde wel een en ander. Maar al spoedig bleek, dat de poging om tot een christelijke politiek te komen, betrekke lijk weinig steun vond. De protestantse christenen waren over diverse par tijen verdeeld. Veelal werd hun politieke keus door sociale en economische belangen bepaald en niet door staatkundige beginselen. Al meer werden ook zij meegezogen door de nationaal-socialistische beweging, die optrad met de misleidende leus dat zij zich stelde op de basis van het „positieve christendom". De gebrekkige principiële opvoeding ook van de evangelische christenen kan verklaren, dat velen de misleiding niet opmerkten. Later zijn echter veler ogen geopend en is er van de zijde der belijdeniskerk kloek verzet geboden. Vooral voor de vrijheid der kerk werd dapper gestreden. In de gang van zaken ligt lering ook voor ons, al zijn wij bewoners van een klein land, dat van wereldheerschappij niet droomt. Sonneheerdt viert feest (Van i onzer verslaggevers) Enigszins verscholen achter een walletje met kreupelhout liggen aan de hoofdweg van Ermelo naar Putten de gebouwen van het Chr. Blindentehuis „Sonneheerdt". Reeds 35 jaar bieden deze gebou wen huisvesting aan blinde land genoten, maar ook zijn daarin werkplaatsen te vinden. Behalve een goede verzorging, kunnen de bewoners er dus ook produktieve arbeid verrichten. In 1926 werd eerste gebouw betrokken, doch vijf jaar daarvóór reeds was de Vereniging tot Chr. Hulpbe toon aan Blinden zoals de offi ciële naam luidt opgericht. Wij len mevrouw A. C. Diepenhorst- de Gaay Fortman had het initia tief daartoe genomen. Vijf jaar heeft het toenmalige bestuur no dig gehad om voorbereidingen te treffen. Die eerste vijf jaren van het bestaan der thans 40 jarige vereniging mogen misschien de moeilijkste zijn geweest, de jaren die volgden waren zeker niet gemakkelijk. Van meet af aan wilde men van Sonneheerdt niet een blindenreser- vaat zonder meer maken, maar boven dien een inrichting, waar de blinden naar hun aard en hun aanleg werk zou den kunnen krijgen. Dat getuigde van een vooruitziende blik, want zelfs thans wordt nog nergens in ons land op zo grote schaal als in Sonneheerdt een te huis en een werkplaats gecombineerd gevonden. In het internaat krijgen de blinden hun verzorging. Allen hebben een eigen kamer, die zij zelf 'uiteraard binnen redelijke grenzen mogen meubileren. Er is ruimte voor 60 blin den, waarvan de jongste momenteel 18 jaar is. De tot nu toe oudste be- woonster, die enkele jaren geleden is overleden, bereikte de 94 jarige leef' tijd. Het is wel duidelijk, dat een zo groot leeftijdsverschil wel eens moeilijkheden kan opleveren. Derhalve werd al in 1934 tot een twee-hoofdige leiding besloten. De heer J. Munnik een broer van de penningmeester werd algemeen directeur, terwijl het Internaat onder leiding van een adjunct-directrice kwam te staan. Dit is gehandhaafd, ook toen de heer J. Munnik in 1956 met pensioen ging, waarbij hij prompt tot algemeen adviseur van de vereniging werd be noemd. Als algemeen directeur werd hij opgevolgd door de heer J. Spruijt, die eveneens door een adjunct-directrice )or het internaat wordt bijgestaan. Het tweede aspect van Sonneheerdt is werkplaats, die nit drie delen be staat: de braille-drukkerlj, de weverij en de grote mannenwerkplaats, waar pitrletwerk, manden en borstels wor den gemaakt. Hier arbeiden ongeveer 80 blinden, want behalve de bewoners van (Advertentie) Drink Sedert 1912 Geschenk en loon Deze week vierde Sonne heerdtte Ermelo haar 40-jarig bestaan. Als jubileumgeschenk kreeg deze „Vereniging tot Christelijk Hulpbetoon aan Blin den" een bedrag van f 65.000. In een jubileumrede sprak mr. dr. A. A. van Rhjjn, lid van de Raad van State, er zijn blijd schap over uit dat blinden thans in Nederland ook meer inge schakeld worden in het arbeids proces. H{j was van mening dat blinden een betere opleiding moeten kunnen hebben om dan wat salariëring betreft mei de zienden gelijk te worden gesteld. het internaat komen er dagelijks ook externe blinden werken. In deze werk plaats verrichten dc blinden zinvolle arbeid. Van „bezig houden" is geen spra ke. Dc verhouding is ongeveer als die tussen werkgever en werknemer, al zijn wel speciale maatregelen genomen, waardoor sommige werknemers, wier gezondheid dat noodzakelijk maakt, af en toe rust kunnen nemen zonder dat de ze uren in mindering op het loon wor den gebracht. De Braille-drukkerij van Sonneheerdt werd reeds in 1929 in het leven geroepen en bleek al spoedig in een grote behoef te te voorzien. Een lijstje van enkele op drachten spreekt hiervan boekdelen. Ve le jaren geleden kreeg de drukkerij de opdracht een Engels woordenboek in brailleschrift te vervaardigen. Dat was geen geringe taak. Een brailleboek is al vier tot vijf maal zo dik als een nor maal boek en toen het woordenboek, aan men tien jaar heeft gewerkt, gereed was, bestond het uit....28 delen. Zes jaar na de drukkerij werd de we verij ingericht. Mannen en vrouwen staan of zitten hier achter de machines maken uitstekende kwaliteitsproduk- Breekt de draad, dan moet dikwijls een niet-blinde er aan te pas komen om schering of inslag weer in orde te maken. Om dit zoveel mogelijk tegen te gaan en tevens om zoveel mogelijk stagnatie te voorkomen, wordt het beste materiaal gebruikt, waardoor goed werk wordt ge leverd. In deze weverij worden niet al leen hand- en theedoeken vervaardigd, doch ook tafellakens en dank zij mo derne breimachines ook babykleertjes en stola's. WINKEL Al het geproduceerde komt tenslotte in de winkel terecht. Dagelijks worden de voorraden aangevuld, dagelijks ook worden bestellingen uitgevoerd. In 1927 bedroeg dc omzet 2000; In 1930 werd de 10.000 overschreden; een kwart eeuw later, in 1955 dus, werd dc 100.000 bereikt en het vorige jaar werd voor niet minder dan 360.000 ver kocht. En het belangrijkste Is, dat met deze goederen niet geleurd behoeft te worden. Zij worden gaarne gekocht. Om namaak te voorkomen, verlaat tegen woordig geen enkel artikel meer de blindcnwcrkplaats zonder het blinden- waarmerk: twee tastende handen... Na de arbeid volgt ook in Sonneheerdt dc ontspanning. Personeel en blinden hebben een eigen zangkoor, een eigen muziekclub en een eigen....toneelvereni ging. Het moge vreemd klinken, maar van toneel houden de blinden veel en toen dan ook het programma voor de jubileumviering gereed werd gemaakt, vroegen de blinden zelf om toneelspel. Ook het sinterklaasfeest wordt met eigen krachten gevierd en regelmatig zijn er ontspanningsavonden, waarbij de vrolijke noot niet ontbreekt. Zo is in Sonneheerdt een gemeen schap ontstaan, weliswaar van door blindheid gehandicapten, doch een ge meenschap, die zomin mogelijk afwijkt van andere gemeenschappen. De vereni ging, die zich hiervoor 40 jaar geleden heeft ingezet heeft reeds veel bereikt, doch heeft nog vele wensen en plannen een gebouw voor de Chr. blindenbiblio theek, die sinds de oprichting in het te huis is ondergebracht en thans zozeer is uitgebreid, dat diverse ruimten, be stemd voor andere doeleinden, daarvoor zijn ingericht. Ook wenst men nog een ontspanningsgebouw, modernisering van de werkplaatsen en voorts een pensioen voorziening voor de blinde werknemers. TEHUIS Al deze wensen zijn niet van de ene ig op de andere te verwezenlijken. Het bestuur weet dan maar al te goed. Het is al zeer verheugd, dat een blin- den-bejaardentehuis het eerste in Ne derland op de terreinen van Sonne heerdt in aanbouw is en daarom zullen wellicht andere wensen wat later in ver openen, verzwaart de lasten niet onaan zienlijk. Doch onder de bezielende en energie ke leiding van de voorzitter, ds. D. A. Zijlstra uit Amersfoort blijft het bestuur zijn taak vervullen, ook al is er dan altijd spanning tussen inkomsten en uit gaven. Alleen voor de werkplaats krijgt liet immers maar subsidie, voor het in ternaat niet. De contributies van de le den mogen dan 110.000 per jaar ople veren; de gereformeerde diaconieën mo gen dan zorgen voor 20.000 per jaar (en n hoopt nog van de Hervormde kerk de Chr. Geref. Kerken jaarlijks be dragen te mogen ontvangen), het is mo menteel zo, dat de kosten per blinde in Sonneheerdt 3600 per jaar bedragen. Het werk vindt evenwel door gang, omdat het doorgang moet vinden en dus is het niet vreemd, dat het bestuur van Sonneheerdt van harte hoopt, dat dit werk steeds meer zal worden gedragen, ook financieel, door nog bredere lagen van onze Nederlandse sa menleving van niet-blinden. Son neheerdt heeft er recht op God ziet neer uit de hemel op de mensenkinderen, om te zien, of er één verstandig is, één, die God zoekt". Dat staat in Psalm 53 en misschien zullen er wel zijn, die, als zij dit lezen, glimlachen. David, die deze Psalm dichtte, wist nu eenmaal niet beter, maar sindsdien zijn we wel wat verder gekomen met onze Godsvoorstellingen en hebben we dit nogal antieke beeld niet nodigGoed dan, maar houdt u zich dan wél bezig met de vraag of u God zoekt of dat u zo on verstandig bent het ergens anders of bij iemand anders te zoeken. Wij kunnen in de ruimte worden geschoten of diep in de zee wegduiken, maar staan blijft de vraag of wij zoekers van God zijn. Het antwoord op die vraag is beslissend voor onze toekomst. En als u het zó beschouwt, dan is er sinds de eerste mens niets veranderd. Verstandigen en onvertandigen ontmoeten elkaar en dat zal zo blijven, ook al cirkelen de ruimteschepen rond de aarde. Vanuit de hemel ziet God op ons, mensenkinderen, neer. Hij wil toeten, of zij verstandig zijn, of ze Hem zoeken. En het is maar het beste, als kinderen, aan die voorstellingen vast te houden. Ook wanneer u het niet doet en boven het kinderlijke verheven denkt te zijn, blijft het een feit, onloochenbaar, dat er een venster in de hemel is en dat God ons nauwlettend gadeslaat! Synode te Assen besluit: (Van een onzer verslaggevers) TER SYNODE van de gerefor meerde kerken (vrijgemaakt) Assen heeft men lang breed gesproken over een ver zoek der kerkeraden te Leiden en Oegstgeest om een commissie te benoemen, die zou moeten onder zoeken welke mogelijkheden er zijn om aanstaande predikanten een meer practische vorming te geven. De synode wees dit verzoek af, form het advies van haar bij monde ds. H. van Tongeren te Leeuwar den rapporterende commissie, daar de kerkeraden verzuimd hadden nader te geven wat zij precies wensten. Want, zoals ds. Van Tongeren zei, ;r practische vorming" kan bete kenen de invoering van het verplicht vicariaat, zoals de hervormde kerk het kent. Het kan echter ook hierin be staan, dat men de theologische studen ten colleges sociologie wil laten vol gen. Veel synodeleden ontpopten zich als voorstanders van een meer practische opleiding. Vooral ds. I. de Wolff te En- schede-N., die o.a. opmerkte dat art sen toch ook een practische vorming hebben ontvangen voor zij bevoegd ver klaard worden tot het uitoefenen der geneeskunde. Ds. J. van Bruggen te Assen wilde het voorstel wel aangenomen zien, maar dan in die zin dat niet een com missie doch het college van curatoren en hoogleraren der Theologische Hoge school de opdracht tot onderzoek zou den krijgen. Overigens vertelde ds. Van Bruggen, die zelf curator is, dat het genoemde college zich al meermalen op een meer practische opleiding bezonnen heeft. Het is echter een nogal omvang rijke zaak en men deinst als er geen opdracht tot onderzoek is nog wel eens terug voor moeilijkheden, aan een practische uitwerking der plannen verbonden. Tc veel kandidaten Intussen hadden Leiden en Oegst geest ook gevraagd om het preekcon sent voor studenten te willen verlen gen. De synode van Spakenburg be paalde in 1958 al. dat men over enke le jaren aan het spreken van een stichtelijk woord door studenten een eind zou maken. Op 1 mei 1962 loopt dit af; er zijn momenteel nog drie studenten met dit consent. Leiden en Oegstgeest zagen in het preken van de studenten een goede mogelijkheid tot practische oefening voor aanstaande predikanten, „vooral wanneer de kerkeraden, die studenten uitnodigen, een ervaren dienaar des Woord of de hoogleraar in de homile tiek, de preekvoorstellen met de stu denten zouden bespreken." Om die redenen heeft men na de vrijmaking het preken der studenten echter niet toegestaan, maar alleen1 Van die nood is nu geen sprake meer, maar eerder van een andere nood: dat er te veel kandidaten zijn voor de nog beschikbare plaatsen. De synode beschikte daarom ook op dit verzoek afwijzend. Prof. H. J. Schil der, die zei zeer geporteerd te zijn voor het spreken van een stichtelijk woord door studenten, als zijnde hun enige practische vorming, meende dat het belang van de kandidaten primair is en niet het belang der studenten. Vooral omdat er weer meer kandidaten op het lijstje van de beroepbaar gestelden ko men te staan. Ds. J. F. Hey te Drachten had ook bezwaar tegen het preken der studen ten, daar de gemeente vaak de bete- kenis van het ambt niet meer ziet. Wanneer een student zijn woordje kan doen, vindt zij het al gauw goed e deert het haar weinig dat hij niet i het ambt staat. samen op dinsdag 16 mei. Dan zal het tweede deel van het rapport in zake de „samenspreking" met de gereformeerde kerken in behande ling genomen worden. (Advertentie) Beroepingswerk NED. HERV. KERK Beroepen te Opperdoes, toez.: drs. A. J. vjan Binsbergen, ,7ic. te Utrecht. Aangenomen naar Goutum: R„ K. de Jong te Oosterlittens. Bedankt voor Hasselt: J. de Lange zendingsdirector van de G. Z. B. te Utrecht; voor Wezep: W. Vroegindewey te Barneveld. de Jong te Groedé. EVANG. LUTHERSE KERK Ambtsaanvaarding Dr. G. Storms, door de St. Radboud- stichting benoemd tot gewoon hoogle raar in de Engelse taalkunde aan de r.k. universiteit te Nijmegen, heeft vanmid dag in de aula der universiteit zijn ambt aanvaard met het uitspreken van rede over „De oorsprong en de func- van het bepalend,lidwoord in de En gelse taal. (Advertentie) In MEI beginnen de PRAKTIJKDIPLOMA - BOEKHOUDEN Handelscorrespondentie (Ned., Fr., D en Eng.) MODERNE BEDRIJFSADMINISTRATIE Examen dec. 1961 (gevorderden) en juni 1962 (beginners). Vraag zo spoedig mogelijk een prospectus aan bü: RESA- HILVERSUM (bekende Schriftelijke Cursus) Ook uitstekende opleiding - voor S.P.D. Hoofdcorr. en V.T.H. Naam weekblad niet veranderd Tijdens de 81e algemene verga dering van de Unie van Baptisten Gemeenten in Nederland, die de afgelopen dagen in Hoogezand werd gehouden, is door de „Unie- Bouw-Stichting" meegedeeld, dat de afgelopen vijftien jaar in Ne derland een groot aantal kerken werd gebouwd, hetgeen een inves tering van twee miljoen gulden heeft gevergd. Voor de komende jaren verwachtte de commissie een grote uitbreiding van de kerk bouw. In verband hiermede werd besloten het jaar 1962 tot „kerk- Advertentie BIJ EXAMENS spelen zenuwen een grote rol. Een beheerst e*amen doel U mei Mijnhardt's Zenuwtabletten Geest blljh wakier en helder. Gegrond op 10-lallen [aren ervaring. bouwjaar" te maken, waarin een actie tot fondsvorming gevoerd zaJ worden. Bij dc bestuursverkiezing werd ds. H. van der Werf tc Emmen tol voorzitter gekozen, vin-voorzitter werd ds. J. Broertjes te Utrecht en assessor de heer W. Modderman te Sneek. De vergadering werd donderdagmiddag gesloten door burgemeester E de Haan van Beerta. die tevens afscheid heeft ge nomen als unie-voorzitter. wenscommissic te benoemen, die tot taak zal hebben aandacht te schenken aan berichten van gemeenten en'of voorgan gers. die van mening zijn, dat een ver andering van werkterrein van dc voor ganger misschien hemzelf en gemeenten ten goede zou kunnen komen Het jaarverslag van de Unie-Zendings- commissie werd aangevuld met een nota van deze commissie over de laatste ont wikkelingen van het zendingswerk in Congo en Suriname. De zendelingen hadden bij hun terugkeer naar Congo in november I960 het eigenlijke zen- dingsveld van de Unie (Ircma in Congo) niet kunnen bereiken en werkten nu in dienst van de Britse Baptisten Zending. Ds. J. ter Braak geeft les aan de Zen dingsschool te Upoto en zendeling-ver- pleger S. Edcns werkt in het zendings hospitaal te Fimu. Ds. C. van 't Wout keerde voorlopig opnieuw naar Neder land terug en vond zijn tijdelijke be stemming als voorganger te Muntendam. Verslag en nota werden ter vergadering goedgekeurd, terwijl de zendingscom missie gemachtigd werd. om, zodra de omstandigheden dit toelaten, het zen dingsechtpaar J. B. v. d. Veen-Vorste- veld tc Rotterdam uit te zenden naar Yalemba, waar het werkzaam zal kun nen zijn bij het onderwijs cn de medi sche zending. De zendingscommissie heeft een spe ciale studiecommissie benoemd om tc assisteren in een nieuwe oriëntatie van het zendingswerk elders, eventueel in samenwerking met de Europese Baptis ten Zending tc Kameroen. Een voorstel tot naamswijziging van het weekorgaan der Unie „De Christen" kon geen genade in de ogen der afge vaardigden vinden. In de redactie-com missie van dit blad werd gekozen ds. Ph. Lindeman te Groningen cn in die van het evangelisatieblad „De Zaaier" ds. N. Bandstra te Borne Een groep jonge Duitsers zal deze zo mer een begin maken met dc herstel werkzaamheden aan de oude kathe draal van Coventry in Engeland, die in de laatste wereldoorlog door Duitse bommen werd verwoest. De Westduitse organisatie, die zich met deze werk zaamheden heeft belast, zal niet alleen de arbeidskrachten maar ook het mate riaal leveren. yiJN de beste pedagogen niet zij, die ook eens een vies woord zeggen en lachen om iets dat niet helemaal door dc beugel kan? Nou ja, mis schien niet de allerbeste, maar met kinderogen bezien wel de heerlijkste. Die pedagogen echter, die zichzelf zo geslaagd vinden, vormen een kaste apart. Dat zijn de op voeders die, loerend op kansen om pedagogisch op tc kunnen treden, het leven doorsnuffelen. Zij hebben corrigerende ogen, vermanende vingers cn een docerende stem. Hun terminologie is wel overwogen: ze citeren ,Jan Wat", terstond uitleg gend dat ze daarmee professor Waterink bedoe len, waarmee ze dan langs hun neus weg even hun wetenschappelijk-gevormd-zijn showen. Ze hebben veel van dit soort eigenaardige trek jes, maar och, zelf hebben we ook onze fouten, zeggen we dan rogaal. hoewel, nou jahebt u zo'n pedagoog b.v. wel eens zien fietsen? Bij hem is het niet een kwestie van trappen, sturen en af cn toe bellen, nee ook fietsend, „zcigt sich der Meister." Ik logeer met mijn zoontje een paar dagen bij een tante op een dorp. In dit dorp woont ook zo'n groot pedagoog. Hij denkt dat hij de enige is en deze trieste gedachte doet hem wat krom lopen. De verantwoordelijkheid drukt hem. En dat kan ik wel begrijpen, want wat is non één wezenlijk opvoeder op een heel dorp? Er zitten altijd nog twee doktoren en 4 politie-agenten, en dan maar één man die iets weet van kinderzieltjes en hoe die te laten ontplooien, dat moet wel fout gaan op den duur. Geen wonder, dat zijn haar al grijst bij de slapen. Want neem nou eens die apen van jongens uit de pastorie, ze hebben een rader die gestudeerd heeft en een moeder, die bij het on derwijs is geweest, maar opgevoed worden ze niet. Hij merkt dat duidelijk en vindt, dat die do- minese maar eens wat minder piano en wat meer op moet spelen. Die jongens zijn zo vrijgevoch ten en ontzag voor de oudere generatie hebben ze ook al niet. Dit alles versombert het leven van de pedagoog, want kinderen, niet waar, kinde ren moeten toch mensen in de maatschappij wor den? En hoe zullen zc daar ooit zonder kleer scheuren terecht komen? V'o.e.tang.z£s Toch zijn er ook lieve dingen, vindt hij, en die geven hem moed om niet te versagen. Hij heeft zeker juist één van die lieve dingen beleefd, want hij staat glimlachend op de stoep van mijn tante. Zijn bezoek heeft een charita tief karakter, hij loopt met een lijst voor het dag je-uit voor de bejaarden. Tante nodigt hem even binnen op de thee. Zo sta ik dan oog in oog met de grote opvoe der en voel me erg dom. Ik zoek naar een citaat om mijn minderwaardigheidsgevoel wat op te vij zelen, maar het einige wat me te binnen schiet is „kinderen zijn hinderen" en dat slaat nu nergens op, wat mijn zoontje zit allerliefst een blokken- toren te bouwen. We drinken thee en zoeken conversatie. Dan zegt mijn zoon: „Mijn toren is bijna zo hoog als de toren van Babel". Aha! Hier is pedagogisch werk aan de winkel. Het goede toontje is direct uit voorraad lever baar: „Ja, dat was me wat met die toren van Babel hè, m'n jongen?" „Nou", is het koele commentaar. „Is er nu helemaal niets meer over van die to ren. denk je?" „Nee, natuurlijk niet, 't is toch niet écht ge beurd, het staat alleen maar in de kinderbijbel". O, mijn zoon, mijn zoon, hoe kun je me dit aan doen? Waarom zeg je dit nu juist tegen deze man? Dan hoor ik vragen: „U behoort, hoop ik, toch niet tot die mensen, mevrouw, die de kinderbij- P» voor^ezen alsof het een soort sprookjesboek „Nee man" denk ik, „nee echt niet, maar met reuzen, stemmen uit de hemel en leeuwen in een kuil, doen kinderen in hun fantasie soms andere dingen dan wij beogen". Ik zoek een antwoord, maar dat hoeft niet, want de docerende stem vervolgt: „Wat meer eerbied in uw stem mevrouw, zodat het goed hoor baar is, dat het om grote dingen gaat". Dan gaat hij weg met een voldaan gezicht en een gift voor de bejaarden. Mijn zoon zegt: „Gekke vent was dat, zeg". Nu moet ik gaan zeggen, dat dat brutaal is. Maar ik zwijg. Voor vandaag heb ik meer dan genoeg van het pedagogen. Dat is niet goed van me, he lemaal niet. Maar ik ben ook geen groot peda goog. Ik puber nog maar wat. MINK VAN RIJSDIJK.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 2