Rotterdams Historisch Museum
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 6 MEI 1961
----- - - •- - - - - - - t
GESCHIEDENIS LEEFT IN
Juwelen van prentkunst p,
uit Atlas Van Stolk
het leren van jaartallen alleen is niet voldoende
om een behoorlijk beeld te krijgen van mensen en
toestanden in het verleden. Zelfs de geschreven his
torie kan nog een vertekend beeld oproepen. Dit werd
reeds heel lang geleden beseft en daarom ging de
mens er toe over, zijn tijd te illustreren. Schilders,
tekenaars, etsers en graveurs zagen er het belang van
in, voor hun „geschiedschrijving" te streven naar een
zo groot mogelijke topografische of historische be
trouwbaarheid. Ook op. dit terrein was de gouden
eeuw een bloeiperiode, waarin de Nederlanden wer
den overstroomd met een zee van losse prenten en
lijvige plaatwerken, de nu vermaarde en zêer kost
bare stedenboeken.
Twee van de beroemdste ju
welen der zeventiende-eeuwse
illustratiekunst, het stedenboek
van Joan Blaeu uit 1649 en de
reeatlas van Pieter Goos uit
1668 liggen opengeslagen in het
Historisch Museum van Rotter
dam te midden van een schit
terende collectie prenten die be
horen tot de verzameling van
de Rotterdamse stichting Atlas
Van Stolk, een particuliere in
stelling zoals er geen tweede
bestaat.
Even lenen
i leeftijd, historieprenten te
melen. De collectie ging van va-
I der op zoon en kleinzoon over
naar een achterkleinzoon zonder
dat de familie met het unieke be
zit aan de weg timmerde. Een
aardige illustratie daarvan is een
I brief van de marinestaf van twin-
Itig jaaf geleden, waarin gevraagd
werd of men de atlas even mocht
lenen. Die „Atlas" bestond toen
echter uit ongeveer 40.000 pren
ten!
I Ze zijn uiteraard niet alle 40.000
I in het Historisch Museum geëx-
I poseerd: slechts een keuze van
enkele tient.allen platen is aanwe-
I zig. Maar zelfs dit kleine aantal
is ruimschoots voldoende om er
lang en vol bewondering bij te ver
wijlen. Doordat de platen nor
maal altijd in portefeuilles wor
den bewaard, zijn ze van uitzon
derlijk mooie kwaliteit. De schep
pingsglans van hun makers ligt
nog ten volle op deze kunstwer
ken. De kleuren van de met de
hand ingeschilderde gravures zijn
zo helder als waren zij er pas gis
teren op aangebracht.
Historie bron
I LIET tentoongestelde is een bron
van historische bijzonderhe
den. Onder een gekleurde prent
van de Dordtse Synode bijvoor-
predikanten en de buitenlandse
waarnemers die aan deze kerk
vergadering hebben deelgenomen.
Wie bij of na het zingen van
„De zilvervloot" tot de ontdek
king komt, geen flauwe notie te
hebben van hetgeen Piet Hein al
zo op de Spanjool wist te verove
ren, kan zijn hart ophalen aan
een prent van de fameuze kun
stenaar Claes Janszoon Visscher.
Daarop schijnt de buit tot op de
penning nauwkeurig te zijn geca
talogiseerd, voor iedere vader
landse oorlogsbodem afzonderlijk.
Behalve zilver (als wij in haast
goed hebben geteld, waren het
1.147.578 ponden van dit edel me
taal) vinden we de aantallen ba
len zijde, de kisten met porce-
lein en boeken en schildpadhui
den. de koffers met kleding en
ledikantwerk, de balen suiker en
peper en andere specerijen, ja
zelfs vermeldt de „bevrachtings
lijst" van het admiraalsschip i
anders waren deze „paapse at
tributen" zeker overboord ge-
Claes Janszoon Visscher is be
trouwbaar, want deze kunstenaar
(hij leefde van 1587-1660) staat
te boek als de eerste graveur die
met zijn burijn topografisch juis
te voorstellingen in de koperplaat
graveerde. Van een onzer groot
ste graveurs, Jacob van Gheyn,
die in een adem wordt genoemd
met Goltzius en Saenredam, is
een boeiende uitbeelding van het
beleg van Geertruidenberg (1593).
Rotterdam
EEN historisch interessante
plaat voor Rotterdammers is
die van Leidens ontzet, die dui
delijk aangeeft op welke plaatsen
de dijken van Rotterdam wer
den doorgestoken. Alle stadia van
de inneming van Breda zijn in
één prent vastgelegd door W'll-
lemsz. Doiendo. De slag bij
Nieuwpoort. in twee bladen go-
drukt, is een zeldzame gravure
van Florls Baithasersz. van Ber-
ckenrode. Het enig bekende
exemplaar van Rotterdams Pa
norama uit 1615 is een andere
top van deze tentoonstelling.
Prachtig in de kleur staat een
zinnebeeldige prent van Alva's
tyrannie, waarmede gepoogd
werd, de anti-Spaanse geest in
Zeeland te verhevigen. De gra
vure werd overigens pas in 1622
uitgegeven naar een prent uit
1568.
Dat er weinig nieuws onder de
zon is, bewijst een prent die deel
uitmaakte van een loterij voor
een nieuw gasthuis! En spotten
was er vroeger ook al bij, want
van een onzer grootste meesters,
Romeijn de Hooghe (1645-1708) is
ondermeer een blad aanwezig,
waarin hij de uit Engeland ver
dreven Stuarts belachelijk maak
te. De geschiedenis heeft deze
kunstenaar bijzonder geboeid. We
bewonderen van hem ook de kro
ning van stadhouder Willem III
tot koning van Engeland en een
schilderachtige uitbeelding van
tiet in het kroningsjaar 1689 te
Haarlem ontstoken vuurwerk.
Zwarte kunst
VAN een andere techniek, de
zg. „zwartekunst-prent", zien
we gevoelige staaltjes van Jaco
bus Gole's meesterhand. Een kos-
kleurrijke toneelscène uit 1774.
De tekening van huizen, van het
doorkijkje en van de opgedofte
mensen ademt de gezapige geest
van die dagen.
Heroïscher is het tafereel dat
J. A. Langendijk heeft vastge
legd: een aquatint van de slag
bij Waterloo. Liefhebbers van on
ze krijgshistorie zullen ook wel
te gast gaan bij Jergershuis' ver
beelding van de tiendaagse veld
tocht. In hoeverre de posities van
de troepen overeenkomstig de
werkelijkheid is weergegeven, we
ten wij niet, maar als „costuum-
plaat" is deze kleurige voorstel
ling zeker interessant.
De inhuldiging van koningin Ju
liana een goede schets van
Chris Schut en de sluiting van
Met deze prent nerd Alra's
schrikbewind aan de kaak ge
steld. Kardinaal GranyeUe be-
invloedt liern (met een blaasbalg).
log der
an die
de duist
'e. Bot
Alia houdt hij een keizerskroon
en de kardinaal heeft kennelijk
de pauselijke tiara t nor ogen. De
geknielde vrouwen symboliseren
de geketende gewesten. De volks
vertegenwoordigers rechts kunnen
niet uit de voelen, de graveur
gaf hen houten benen. De plaat
werd in 1622 uitgeget en om de
anti-Spaanse geest in Zeeland aan
te wakkeren. Hel gegeven schijnt
i tekei
van 1568, die dus
i Al-
De economie Hoe benaderen we een kunstwerk?
van de overvloed
Zeer
•onder
de zinnebeeldige voorstelling van
het Twaalfjarig Bestand. Op de
wagen, die de personificatie van
oorlogsweeën als ellende en on
tucht verplettert, troont de be
standsmaagd. Aan haar met ke
tenen gekluisterd wordt t links
achter) de gehurnaste „Oorlog"
voortgesleept. Aan haar voelen
zijn „Discipline" en „Voorspoed"
gezeten. De Franse koning Hen
drik II en achter Item Jacobus
Engeland flankeren de wa-
De
■ekt
echts
De economie van de over
vloed, door John Kenneth Gal-
I braith. Uitgave N.V. De Arbei
derspers, Amsterdam.
Galbraith is een gezaghebbend
econoom, tevens een van de voor
naamste adviseurs van de presi
dent. Het is een man van zeer
oorspronkelijke denkbeelden, die
bovendien in staat is deze helder
en ook met humor naar voren te
brengen. Zodat zich het opmer
kelijke feit voordoet, dat deze
econoom tevens een veelgelezen
schrijver is. Het is een gelukkige
omstandigheid, dat dit boek van
zijn hand nu ook in Nederlandse
vertaling (van A. Nuis) is uitge-
Het zou een uitvoerige ver
handeling vergen als we wilden
nagaan, op welke manieren de
wetenschap getracht heeft, de
weg tot een kunstwerk te vin
den. Jedlicka wil van geen en
kele wetenschappelijke metho
de weten; de kernzin van zijn
betoog luidt: ,,er zijn zoveel
wegen tot het kunstwerk als er
belevende enkelingen bestaan",
m. a.w. ieder moet een kunst
werk persoonlijk beleven.
Er moet in hem een snaar
Roman van Walschap
Nieuw Deps, door Gerard
Walschap. Uitgave Ontwikke
ling, Antwerpen-Ad. Donker,
Rotterdam.
Opnieuw een roman van de
Vlaamse auteur Gerard Wal
schap (J698). die zich reeds voor
de oorlog van de R.K. Kerk af
wendde Deze crisis was toen in
verscheidene romans aanwijsbaar
„Nieuw Deps" ligt duidelijk
voorbij deze crisis. De kerk speelt
in deze roman van de opbouw
van èen socialistisch getinte be-
drijfsgemeenschap nog wel een
rol, maar aan de kant van het
leven, als een rest waaraan het
nieuwe leven zich ontworstelt.
Het wonderbaarlijke geslacht
Houtekiet (Nieuw Deps is een
vervolg op Walschaps vroegere
boek Houtekïèt) kan men gerust
heidens noemen. Een van de
hoofdpersonen (Kerlien) heeft nog
wel een vaag verlangen naar de
kerk. maar dat is niet bepaald
een geloofskwestie, en de oude
Jan Houtekiet wordt wel in ge
wijde aarde begraven, maar cie
zoons .is het eender hoe of waar
de vader terugkeerde tot de aar-
Nieuw Deps is een succesrijke
nederzetting gesticht door J-acob
Houtekiet, zoals zijn vader eens
Deps groot maakte. Jacob is een
zwijger, een machtige figuur
wat hij aanpakt, gelukt, en hoe!
Maar geleidelijk aan blijkt ook de
tragiek in het leven van deze
reus. Hij is eenzaam, door vrij
wel allen gehaat of gevreesd en
door zijn vrouw en vriend niet
begrepen. Hij lijdt ónder de zin
loosheid van zijn geslaagde be
staan, maar ten slotte legt hij
zich bij de feiten neer: „Begre
pen, b.emind worden, gelukkig
zijn zou hem meer miserie kos
ten dan al zijn verenigde fabrie
ken tezamen. Hij zag er van af'.
Een Z' Jtse eenvoud en WaT-
scnap slaagt erin ons in zijn Ja
cob Houtekiet te laten geloven.
Rondom Jacob tientallen ande
re mensen, sommige boeiend,
sommige weieens een tikje verve
lend. maar zelfs de bijfiguren ko
men uit de verf, soms door een
enkele diepe gedachte („het zijn
de meningen die wij niet viiten
die het diepst onze daden en
woorden doordringen" en meer
dergelijke aforismen). Walschap
is behalve, een groot nertsenken
ner ook een groot verteller. Wel
hadden wij soms moeite met
Zuidnederlandse uitdrukkingen,
maar de stijl is fors; Hier' en
daar is het wat aangedikt. („Ejeps
daverde diep ondergronds") i en
daar laat de auteur zich kertne-
lijk meeslepen door zijn eigen
geestdrift voor Deps, Nieuw. Deps
en alles wat de Houtekieten heb
ben gewrocht......
meetrillen, er moet een raak
vlak zijn tussen hem en het
werk. Ongetwijfeld bestaat dan
het gevaar, dat we ons eigen
gevoel projecteren in het werk
van de kunstenaar en zodoende
daaruit iets lezen, dat hij er
niet ingelegd heeft. En ook, dat
met de jaren ons oordeel zich
wijzigt, omdat we zelf andere
mensen zijn geworden.
Jedlicka zoekt achter het
werk steeds de mens. Hij be
perkt zich tot de beeldende
kunst, speciaal schilderijen, en
vertelt, wat Leonardo da Vinei,
Rembrandt, Rafaël, Titian, Re
noir, Cttanne, Paul Gauguin en
anderen voor hem betekend
hebben ën nog betekenen. Ter
adstructie bespreekt hij van el
ke dezer kunstenaars een schil
derij; reproducties daarvan
zijn weliswaar opgenomen, ech
ter buiten de tekst, en onge
kleurd, wat een groot nadeel is,
omdat juist de kleuren een be
langrijk element in de beschrij
ving uitmaken. Van kunstenaars
uit onze tijd, die de auteur per
soonlijk kent, zoals Pierre Bon-
nard, Ambroise Vollard, Wil
helm Hausenstein is zijn ver
slag gekruid met sprekende
anecdotes en talrijke biografi
sche bijzonderheden de laat
ste speciaal bij de beroemde
kunsthistoricus Heinrich Wiilff-
lin. Jedlicka wil ons opvoeden,
Wereldgeschiedenis
in pocketvorm
Bij Bosch Kcuning N.V. is
bezig een interessante wereldge
schiedenis in pocketvorm uit te
komen: Sesam Nieuwe Geïllus
treerde Wereldgeschiedenis.
Reeds zijn zes deeltjes versche
nen; de gehele serie zal, met in
begrip van een laatste deel als
register, achttien deeltjes omvat
ten. Het betreft hier een Neder
landse bewerking van een uitga
ve die destijds in Zweden reeds
groot succes heeft gehad. De
Zweedse auteurs zowel als de Ne
derlandse bewerkers garanderen
een hoog gehalte van inhoud. Van
die inhoud mogen ook de illustra
ties met ere worden vermeld.
zakelijk en nauwkeurig een
kunstwerk te beschouwen, om
daardoor ook een blik in het
werkelijke leven te slaan en
daardoor innerlijk verrijkt te
worden.
J. H. SCHOUTEN.
X) Gotthard Jedlicka: Wege
zum Kunstwerk. Begegnungcn
mit Kunst und Künstlern 336
biz. Piper Verlag München.
Kart. Dm. 10.80.
Stad zonder
medelijden
Stad zonder medelijden, door
Manfred Gregor. Vertaling dra.
M. G. Schenk.
Manfred Gregor heeft met zijn
eerste boek „De Brug" algemeen
succes gehad. Het toonde de
waanzin van een oorlog aan in
duidelijke beelden en eerlijke
woorden. In „Stad zonder mede
lijden" geeft Gregor op dezelfde
indringende manier een schets
van het Duitsland in de jaren
'50. Een land, dat zich in snel
treinvaart herstelt van de oor
logsschade. Een land ook. dat in
twee zones is gesneden en waar in
nee westen de Amerikanen nu al3
bondgenoten zijn. In een Duits
stadje hebben vier Amerikaanse
soldaten een Duits meisje ver
kracht en haar vriend murw ge
slagen. De militairen worden
voor een Amerikaanse krijgsraad
gedaagd. Dan begint voor slacht
offer en arrestanten een dagen
lang moordend kruisverhoor. Het
16-jarige meisje kan deze kwel
ling niet doorstaan en wordt uit
geschakeld.
Dit redt de schuldigen van de
doodstraf; zij krijgen nu „slechts"
levenslang. Inceressant is het ju
ridisch steekspel, dat voor de
militaire verdediger alleen tot
doel heeft het meisje te laten be
zwijken om het hoofd van de jon
gens te sparen. Maar meer nog
boeit de schrijver, wanneer hij
de bewuste en onbewuste mo
tieven van het menselijk hande
len analyseert. „Stad zonder me
delijden" is juist daardoor een
boek geworden, dat de mens méc
al zijn tekortkomingen, fouten en
grenzen centraal stelt in een we
reld. die in elk opzicht onvol-
Weerzien met Algerije, door
Jules Roy. Uitgave Het We
reldvenster, Baarn.
Dezer dagen is op de markt
verschenen een boek in pocket-
uitgave getiteld „Weerzien met
Algerije". Het is op boeiende wij
ze geschreven door de Fransman
Jules Roy, een gewezen hoge of
ficier van het Franse leger, die
tijdens de tweede -wereldoorlog
en daarna vele eervolle onder
scheidingen op zijn naam heeft
gebracht.
De dood van zijn vriend, de be
kende Franse schrijver Albert
Camus, was voor Roy aanleiding,
terug le keren naar zijn geboor
tegrond in Algerije en zich in al
le delen van deze Franse „pro
vincie" te overtuigen van de wer
kelijke situatie, van de wijze,
waarop de Franse strijdkrachten
de mohammedaanse bevolking
„behandelt", de Europese bevol
kingsgroep poogt de samenleving
met deze groep gestalte te ge
ven en de mohammedaanse na
tionalisten tenslotte genoodzaakt
worden, naar de wapens te grij
pen om de onafhankelijkheid van
hun geboortegrond te bevechten.
Zaken waar Camus zich intensief
Het boek van Roy, dat opge
dragen Is aan Camus. is een do
cument humain, een aangrijpend
verslag van de belevenissen, die
op deze Franse Algerijn een die
pe indruk hebben gemaakt. Het
is het verhaal van een man, die
zich na alles wat in Algerije ge
beurd is niet schaamt voor zijn
vaderland, maar die oog heeft
voor de enorme blunders, die het
leger en de Europese bevolkings
groep in de afgelopen jaren heb
ben gemaakt. Fel is zijn kritiek
op de manier, waarop worde
..afgerekend" met de mohamme
danen. of zij nu actief aan het
verzet hebben deelgenomen of
Lucas de Heelmeester, door
Taylor Caldwell, Geautoriseer
de vertaling M. L. Ohl, titel
tekening P. A. H. van der
Harst. Uitgave Zuld-Holland-
sche Uitgeversmij., Den Haag.
werkt, duizend boeken over Lucas
heeft gelezen en kennis heeft ge
nomen van vele legenden op haar
reizen. In het geheel heeft zij er
vier versies van geschreven, het
eerst toen zij twaalf jaren oud
was. Het resultaat is dit omvang
rijke werk, dat met zeer veel
zorg is uitgegeven. De ontwikke
lingsgang van Lucas wordt weer
gegeven tot op het ogenblik, waar
op hij in de Bijbel verschijnt.
Wijz
aanrakingen met de Bijbel.
Lucas is zoals de schrijfster dit
ziet, de zoon van een vrijgelate
ne. geadopteerd door een Ro
meins officier. Al vroeg toont hij
groot talent te hebben voor de
geneeskunde. Hij komt in aanra
king met mysterieuze figuren,
die in een tempel een kruis ver
eren en de wijzen van het Oosten
blijken te zijn. Door hen en zijn
reizen in het Midden Oosten leert
hij God kennen, maar is verbit
terd tegen Hem. Spoedig ontwik
kelt hij zich tot een beroemd ge
neesheer met een kennis, die
een modern arts niet zou ontsie
ren. Ook chirurgisch is hij zeer
ver gevorderd en bovendien ont
vangt hij reeds voordat hij zich
met God verzoent, de gave men
sen door zijn aanraking van on
geneeslijke ziekten te genezen.
Pestlijders, die hem als een half
god beschouwen, worden in een
oogwenk beter. Vernielde ogen
worden hersteld. Hij zelf snapt er
niets van. Tevens is hij van on
gelooflijke schoonheid, kracht en
bovendien is hij een meester in
judo. Het kan niet anders of hij
zondere actualiteit heeft verkre
gen. verdient het lezen van dit
boek alle aanbeveling. Het geeft
een verhelderend beeld van alle
facetten van het Algerijnse vraag
stuk en wijst tevens de weg. langs
welke de Fransen ondanks
alle fouten, uit het verleden
nog iets goed voor Frankrijk en
Algerije tot stand kunnen bren
gen. Aan het eind van zijn boek
schrijft Roy: „Indien ge er van
avond niet van slaapt, bedenk
dan. dat ik geen gelukkige nacht
meer zal kennen, vooidat het
het Veerse Gat zoals W. F. Meij
er die heeft gezien, demonstreren
3at in de Atlas Van Stolk niet
alleen het ver verleden is terug
te vinden, maar ook onze eigen
tijd wordt bijgehouden.
Er zijn nog vele bijzonderheden
van de tot 29 mei durende expo
sitie te vertellen. Er moet ech
ter voor de bezoeker nog iets te
ontdekken over blijven. Een laat
ste „tip": men lette op de inte
ressante samenhang tussen de
historie-prenten en de toegevoeg
de penningen en munten uit het
bezit van het Historisch Muse
um van Rotterdam, waaronder er
zijn die vrijwel dezelfde voorstel
ling dragen.
Zo een kunstig visuele „va
derlandse geschiedenisles"
die om te smullen ls vraagt
naar onze smaak om verdere ex
positie van het Atlasbezit, bij
voorkeur per tijdvak en dan
opgeluisterd door meerdere his
torische voorwerpen die de
prenten hebben gestoffeerd.
De koning van vlees en
bloed, door Moshe Shamir. Uit
gave Forum Boekerij, Den
Haag.
De auteur van dit boek. een
der eerste in het jonge Israël ge
boren schrijvers, brengt hier een
stuk geschiedenis van zijn volk
tot leven dat in de Bijbel wordt
overgeslagen. Hij voert ons terug
naar de jaren 103-76 voor Chr.,
de tijd van dc laatste koningen.
Het is de periode dat Alexander
Janai, een op geweld beluste telg
van het Hasmoneaanse geslacht,
Judea regeert. Als koning en
hogepriester, jong en begaafd,
wil hij al het kwaad dat zijn
wrede broeder Aristobulus, die
hij opvolgde, in het land heeft
aangericht, ongedaan maken. Hij
wil het land van vreemde invloe
den bevrijden; hij wil zelfs meer:
zijn rijk sterk uitbreiden.
De jonge vorst trekt dan ook
spoedig na de aanvaarding van
zijn koningschap weg uit het
oude, schilderachtige Jeruzalem
om met zijn legerscharen de
vreemde bezetters te gaan be
strijden. Aanvankelijk lijkt het
succes onstuitbaar, maar tenslot
te keren toch de kansen en vlucht
Janai terug naar Jeruzalem.
Zijn groeiende tirannie ook in
eigen omgeving moet het tenslot
te toch afleggen tegen een te
sterk verzet. En uiteindelijk ont
komt ook hij niet aan het lot,
dat elke tiran is beschoren....
In meer dan 350 pagina's heeft
Moshe Shamir dit verhaal neer
geschreven. Het is, hoewel vaak
boeiend, als geheel toch wat
langdradig geworden. Dit gaat
gelukkig voor een groot deel
schuil achter zijn rijke vertel
trant, die het oude Jeruzalem en
zijn bewoners meesterlijk weet
op te roepen.
Moshe Shamir wordt algemeen
als de meest belangrijke schrij
ver van zijn generatie in Israël,
beschouwd. En terecht, want hij
toont dezelfde onstuimige schep
pingskracht en dynamiek die zo
kenmerkend zijn voor het jonge
Israël. Behalve aan de literatuur,
heeft hij zich ook aan de jour
nalistiek gewijd. Verscheidene
van zijn toneelwerken verwierven
internationale bekendheid en een
drietal werd zelfs bekroond met
belangrijke literaire prijzen.
contact met keizerin Julia. Hij
slaat er zich dank zij al die kwa
liteiten vrij goed doorheen en
leenkomen te zoeken
g| hij
a" «c «eer uu ae eer-
sic hand verneemt. Ook komt
hij in aanraking met de Moe
der des Heren. „Zij werd zonde
loos ontvangen en geboren. Men
had haar slechts aan te zien om
dat te weten", zegt hij. De apos
telen Johannes en Jacobus wor
den wel als bijzonder stuntelige fi
guren afgeschilderd. Wat de his
torische juistheid van al dit gebo-
dene betreft, wie zal het contro
leren?
Vrouwen aan de top, door Ca
therine Gaskln. Uitgave De Fon
tein Utrecht.
Het is en blijft een feit: de echt-
genote te zijn van een bekend,
beroemd, geleerd of hoogstaande
positie bekledende man is het
ideaal van vele vrouwen. Meest-
al ziet het leven van deze vrou
wen, oppervlakkig bekeken, er
aanlokkelijk uit: zij rijden vaak
rond in dure auto's, dragen kle
ren van bekende modehuizen en
gaan teaen in chique restaurants.
Dit is inderdaad vaak dat
gene wat de „buitenwereld" van
deze vrouwen ziet. Maar CatherU
ne Gaskin beschrijft ons in
„Vrouwen aan de top" de andere
zijde van dit leven. In Burnham
Falls, een klein Amerikaans stad
je. vestigt zich een grote indus
trie: AMTEC. Er verrijst een
Amtec-fabriek, een Amtec-woon-
wijk, er komt een nieuwe school,
kortom het rustige plaatsje van
weleer verandert in een bedrijvi-
ge stad.
De vrouwen die reeds woonach
tig waren in Burnham Falls, in
dit boek Harriet Dexter en Jean-
nie Talbot, passen zich aan bij de
veranderde oms»andigheden, hoe
wel niet zonder „slag of stoot".
Jeannie krijgt met tegenslag te
kampen. Laura Peters echter, de
vrouw van de directeur, verlangt
terug naar Broadway, naar New
York. Hier zien we welk een in
vloed de vrouw achter de scher
men. c.q. als directeursvrouw,
kan betekenen. Sally Redmond
heeft het werkelijk prima naar
haar zin in de stad, alleen moet
zij nog veel leren, o.a. dat tea-
partijen bij de vrouwen van chefs
van haar man e.d. wel degelijk
bijgewoond moeten worden
Kortom, de vier vrouwen krij
gen ieder ruime aandacht in dit
boek, dat zeer zeker waard is ge
lezen te worden door een groot
publiek.
Gisteren en vandaag, essays
door Hcnriëtte L. T. de Beau
fort. Uitgave Tjeenk Willink,
Haarlem.
Henriëtte de Beaufort heeft
naam gemaakt door haar werken
over Rembrandt, Cornelia van
Vollenhoven en Gijsbert Karei
van Hogendorp. Thans heeft de
zeventigjarige reeds eerder
studies in boekvorm doen
schijnen. In haar historische
schetsen, welke van een diep
gaande studie getuigen, kunnen we
naar het meest bewonderen. Ook
deze studies echter, o.a. Schweit
zer en Henri Dunant betreffende,
laten de lezer het' object volledig
zien door de bril van de schrijf
ster. Men wordt met de neus op
haar conclusies gedrukt zonder
ruimte te krijgen tot eigen oordeel
of beschouwing. Met de beste
wil ook kunnen stijl en woordkeus
(waarbij germanismen niet ont
breken) ons niet bekoren.
Veiliger dan de bekende weg,
door Mavis A. Winder. Uitgave
N.V. Zomer Keunlng.W'age-
nlngen.
„Veiliger dan de bekende weg"
van Mavis A. Winder, is het
verhaal van de Amerikaanse zan
geres Anne Lorimer, die ondanks
haar succesvolle carrière een
grote leegte in haar bestaan voelt.
Na een zenuwinstorting maakt
zii een reis door Nieuw Zeeland.
Bij de ouders van een vriend
wordt zij liefderijk in huis geno
men en leert gelukkige huiselij
ke omstandigheden kennen. Anne
maakt kennis met de predikant
van het kleine stadje, Miles Hil
ton. Met zijn begrip voor een an
der, zijn warme hartelijkheid en
zijn geloof in God. weet hij An
ne uiteindelijk te overtuigen van
de essentiële waarde van het
aardse bestaan: geloof en ver
trouwen in God.
Het boek is in een vlotte stijl
geschreven. Jammer ls. dat het
onderwerp en de entourage al zo
vaak zijn bewerkt. dat clichés
niet waren te vermijden. Niette
min boeit het verhaal, doordat
Anne niet de weg van de min
ste weerstand kiest.