Rotterdams Historisch Museum ZONDAGSBLAD ZATERDAG 6 MEI 1961 ----- - - •- - - - - - - t GESCHIEDENIS LEEFT IN Juwelen van prentkunst p, uit Atlas Van Stolk het leren van jaartallen alleen is niet voldoende om een behoorlijk beeld te krijgen van mensen en toestanden in het verleden. Zelfs de geschreven his torie kan nog een vertekend beeld oproepen. Dit werd reeds heel lang geleden beseft en daarom ging de mens er toe over, zijn tijd te illustreren. Schilders, tekenaars, etsers en graveurs zagen er het belang van in, voor hun „geschiedschrijving" te streven naar een zo groot mogelijke topografische of historische be trouwbaarheid. Ook op. dit terrein was de gouden eeuw een bloeiperiode, waarin de Nederlanden wer den overstroomd met een zee van losse prenten en lijvige plaatwerken, de nu vermaarde en zêer kost bare stedenboeken. Twee van de beroemdste ju welen der zeventiende-eeuwse illustratiekunst, het stedenboek van Joan Blaeu uit 1649 en de reeatlas van Pieter Goos uit 1668 liggen opengeslagen in het Historisch Museum van Rotter dam te midden van een schit terende collectie prenten die be horen tot de verzameling van de Rotterdamse stichting Atlas Van Stolk, een particuliere in stelling zoals er geen tweede bestaat. Even lenen i leeftijd, historieprenten te melen. De collectie ging van va- I der op zoon en kleinzoon over naar een achterkleinzoon zonder dat de familie met het unieke be zit aan de weg timmerde. Een aardige illustratie daarvan is een I brief van de marinestaf van twin- Itig jaaf geleden, waarin gevraagd werd of men de atlas even mocht lenen. Die „Atlas" bestond toen echter uit ongeveer 40.000 pren ten! I Ze zijn uiteraard niet alle 40.000 I in het Historisch Museum geëx- I poseerd: slechts een keuze van enkele tient.allen platen is aanwe- I zig. Maar zelfs dit kleine aantal is ruimschoots voldoende om er lang en vol bewondering bij te ver wijlen. Doordat de platen nor maal altijd in portefeuilles wor den bewaard, zijn ze van uitzon derlijk mooie kwaliteit. De schep pingsglans van hun makers ligt nog ten volle op deze kunstwer ken. De kleuren van de met de hand ingeschilderde gravures zijn zo helder als waren zij er pas gis teren op aangebracht. Historie bron I LIET tentoongestelde is een bron van historische bijzonderhe den. Onder een gekleurde prent van de Dordtse Synode bijvoor- predikanten en de buitenlandse waarnemers die aan deze kerk vergadering hebben deelgenomen. Wie bij of na het zingen van „De zilvervloot" tot de ontdek king komt, geen flauwe notie te hebben van hetgeen Piet Hein al zo op de Spanjool wist te verove ren, kan zijn hart ophalen aan een prent van de fameuze kun stenaar Claes Janszoon Visscher. Daarop schijnt de buit tot op de penning nauwkeurig te zijn geca talogiseerd, voor iedere vader landse oorlogsbodem afzonderlijk. Behalve zilver (als wij in haast goed hebben geteld, waren het 1.147.578 ponden van dit edel me taal) vinden we de aantallen ba len zijde, de kisten met porce- lein en boeken en schildpadhui den. de koffers met kleding en ledikantwerk, de balen suiker en peper en andere specerijen, ja zelfs vermeldt de „bevrachtings lijst" van het admiraalsschip i anders waren deze „paapse at tributen" zeker overboord ge- Claes Janszoon Visscher is be trouwbaar, want deze kunstenaar (hij leefde van 1587-1660) staat te boek als de eerste graveur die met zijn burijn topografisch juis te voorstellingen in de koperplaat graveerde. Van een onzer groot ste graveurs, Jacob van Gheyn, die in een adem wordt genoemd met Goltzius en Saenredam, is een boeiende uitbeelding van het beleg van Geertruidenberg (1593). Rotterdam EEN historisch interessante plaat voor Rotterdammers is die van Leidens ontzet, die dui delijk aangeeft op welke plaatsen de dijken van Rotterdam wer den doorgestoken. Alle stadia van de inneming van Breda zijn in één prent vastgelegd door W'll- lemsz. Doiendo. De slag bij Nieuwpoort. in twee bladen go- drukt, is een zeldzame gravure van Florls Baithasersz. van Ber- ckenrode. Het enig bekende exemplaar van Rotterdams Pa norama uit 1615 is een andere top van deze tentoonstelling. Prachtig in de kleur staat een zinnebeeldige prent van Alva's tyrannie, waarmede gepoogd werd, de anti-Spaanse geest in Zeeland te verhevigen. De gra vure werd overigens pas in 1622 uitgegeven naar een prent uit 1568. Dat er weinig nieuws onder de zon is, bewijst een prent die deel uitmaakte van een loterij voor een nieuw gasthuis! En spotten was er vroeger ook al bij, want van een onzer grootste meesters, Romeijn de Hooghe (1645-1708) is ondermeer een blad aanwezig, waarin hij de uit Engeland ver dreven Stuarts belachelijk maak te. De geschiedenis heeft deze kunstenaar bijzonder geboeid. We bewonderen van hem ook de kro ning van stadhouder Willem III tot koning van Engeland en een schilderachtige uitbeelding van tiet in het kroningsjaar 1689 te Haarlem ontstoken vuurwerk. Zwarte kunst VAN een andere techniek, de zg. „zwartekunst-prent", zien we gevoelige staaltjes van Jaco bus Gole's meesterhand. Een kos- kleurrijke toneelscène uit 1774. De tekening van huizen, van het doorkijkje en van de opgedofte mensen ademt de gezapige geest van die dagen. Heroïscher is het tafereel dat J. A. Langendijk heeft vastge legd: een aquatint van de slag bij Waterloo. Liefhebbers van on ze krijgshistorie zullen ook wel te gast gaan bij Jergershuis' ver beelding van de tiendaagse veld tocht. In hoeverre de posities van de troepen overeenkomstig de werkelijkheid is weergegeven, we ten wij niet, maar als „costuum- plaat" is deze kleurige voorstel ling zeker interessant. De inhuldiging van koningin Ju liana een goede schets van Chris Schut en de sluiting van Met deze prent nerd Alra's schrikbewind aan de kaak ge steld. Kardinaal GranyeUe be- invloedt liern (met een blaasbalg). log der an die de duist 'e. Bot Alia houdt hij een keizerskroon en de kardinaal heeft kennelijk de pauselijke tiara t nor ogen. De geknielde vrouwen symboliseren de geketende gewesten. De volks vertegenwoordigers rechts kunnen niet uit de voelen, de graveur gaf hen houten benen. De plaat werd in 1622 uitgeget en om de anti-Spaanse geest in Zeeland aan te wakkeren. Hel gegeven schijnt i tekei van 1568, die dus i Al- De economie Hoe benaderen we een kunstwerk? van de overvloed Zeer •onder de zinnebeeldige voorstelling van het Twaalfjarig Bestand. Op de wagen, die de personificatie van oorlogsweeën als ellende en on tucht verplettert, troont de be standsmaagd. Aan haar met ke tenen gekluisterd wordt t links achter) de gehurnaste „Oorlog" voortgesleept. Aan haar voelen zijn „Discipline" en „Voorspoed" gezeten. De Franse koning Hen drik II en achter Item Jacobus Engeland flankeren de wa- De ■ekt echts De economie van de over vloed, door John Kenneth Gal- I braith. Uitgave N.V. De Arbei derspers, Amsterdam. Galbraith is een gezaghebbend econoom, tevens een van de voor naamste adviseurs van de presi dent. Het is een man van zeer oorspronkelijke denkbeelden, die bovendien in staat is deze helder en ook met humor naar voren te brengen. Zodat zich het opmer kelijke feit voordoet, dat deze econoom tevens een veelgelezen schrijver is. Het is een gelukkige omstandigheid, dat dit boek van zijn hand nu ook in Nederlandse vertaling (van A. Nuis) is uitge- Het zou een uitvoerige ver handeling vergen als we wilden nagaan, op welke manieren de wetenschap getracht heeft, de weg tot een kunstwerk te vin den. Jedlicka wil van geen en kele wetenschappelijke metho de weten; de kernzin van zijn betoog luidt: ,,er zijn zoveel wegen tot het kunstwerk als er belevende enkelingen bestaan", m. a.w. ieder moet een kunst werk persoonlijk beleven. Er moet in hem een snaar Roman van Walschap Nieuw Deps, door Gerard Walschap. Uitgave Ontwikke ling, Antwerpen-Ad. Donker, Rotterdam. Opnieuw een roman van de Vlaamse auteur Gerard Wal schap (J698). die zich reeds voor de oorlog van de R.K. Kerk af wendde Deze crisis was toen in verscheidene romans aanwijsbaar „Nieuw Deps" ligt duidelijk voorbij deze crisis. De kerk speelt in deze roman van de opbouw van èen socialistisch getinte be- drijfsgemeenschap nog wel een rol, maar aan de kant van het leven, als een rest waaraan het nieuwe leven zich ontworstelt. Het wonderbaarlijke geslacht Houtekiet (Nieuw Deps is een vervolg op Walschaps vroegere boek Houtekïèt) kan men gerust heidens noemen. Een van de hoofdpersonen (Kerlien) heeft nog wel een vaag verlangen naar de kerk. maar dat is niet bepaald een geloofskwestie, en de oude Jan Houtekiet wordt wel in ge wijde aarde begraven, maar cie zoons .is het eender hoe of waar de vader terugkeerde tot de aar- Nieuw Deps is een succesrijke nederzetting gesticht door J-acob Houtekiet, zoals zijn vader eens Deps groot maakte. Jacob is een zwijger, een machtige figuur wat hij aanpakt, gelukt, en hoe! Maar geleidelijk aan blijkt ook de tragiek in het leven van deze reus. Hij is eenzaam, door vrij wel allen gehaat of gevreesd en door zijn vrouw en vriend niet begrepen. Hij lijdt ónder de zin loosheid van zijn geslaagde be staan, maar ten slotte legt hij zich bij de feiten neer: „Begre pen, b.emind worden, gelukkig zijn zou hem meer miserie kos ten dan al zijn verenigde fabrie ken tezamen. Hij zag er van af'. Een Z' Jtse eenvoud en WaT- scnap slaagt erin ons in zijn Ja cob Houtekiet te laten geloven. Rondom Jacob tientallen ande re mensen, sommige boeiend, sommige weieens een tikje verve lend. maar zelfs de bijfiguren ko men uit de verf, soms door een enkele diepe gedachte („het zijn de meningen die wij niet viiten die het diepst onze daden en woorden doordringen" en meer dergelijke aforismen). Walschap is behalve, een groot nertsenken ner ook een groot verteller. Wel hadden wij soms moeite met Zuidnederlandse uitdrukkingen, maar de stijl is fors; Hier' en daar is het wat aangedikt. („Ejeps daverde diep ondergronds") i en daar laat de auteur zich kertne- lijk meeslepen door zijn eigen geestdrift voor Deps, Nieuw. Deps en alles wat de Houtekieten heb ben gewrocht...... meetrillen, er moet een raak vlak zijn tussen hem en het werk. Ongetwijfeld bestaat dan het gevaar, dat we ons eigen gevoel projecteren in het werk van de kunstenaar en zodoende daaruit iets lezen, dat hij er niet ingelegd heeft. En ook, dat met de jaren ons oordeel zich wijzigt, omdat we zelf andere mensen zijn geworden. Jedlicka zoekt achter het werk steeds de mens. Hij be perkt zich tot de beeldende kunst, speciaal schilderijen, en vertelt, wat Leonardo da Vinei, Rembrandt, Rafaël, Titian, Re noir, Cttanne, Paul Gauguin en anderen voor hem betekend hebben ën nog betekenen. Ter adstructie bespreekt hij van el ke dezer kunstenaars een schil derij; reproducties daarvan zijn weliswaar opgenomen, ech ter buiten de tekst, en onge kleurd, wat een groot nadeel is, omdat juist de kleuren een be langrijk element in de beschrij ving uitmaken. Van kunstenaars uit onze tijd, die de auteur per soonlijk kent, zoals Pierre Bon- nard, Ambroise Vollard, Wil helm Hausenstein is zijn ver slag gekruid met sprekende anecdotes en talrijke biografi sche bijzonderheden de laat ste speciaal bij de beroemde kunsthistoricus Heinrich Wiilff- lin. Jedlicka wil ons opvoeden, Wereldgeschiedenis in pocketvorm Bij Bosch Kcuning N.V. is bezig een interessante wereldge schiedenis in pocketvorm uit te komen: Sesam Nieuwe Geïllus treerde Wereldgeschiedenis. Reeds zijn zes deeltjes versche nen; de gehele serie zal, met in begrip van een laatste deel als register, achttien deeltjes omvat ten. Het betreft hier een Neder landse bewerking van een uitga ve die destijds in Zweden reeds groot succes heeft gehad. De Zweedse auteurs zowel als de Ne derlandse bewerkers garanderen een hoog gehalte van inhoud. Van die inhoud mogen ook de illustra ties met ere worden vermeld. zakelijk en nauwkeurig een kunstwerk te beschouwen, om daardoor ook een blik in het werkelijke leven te slaan en daardoor innerlijk verrijkt te worden. J. H. SCHOUTEN. X) Gotthard Jedlicka: Wege zum Kunstwerk. Begegnungcn mit Kunst und Künstlern 336 biz. Piper Verlag München. Kart. Dm. 10.80. Stad zonder medelijden Stad zonder medelijden, door Manfred Gregor. Vertaling dra. M. G. Schenk. Manfred Gregor heeft met zijn eerste boek „De Brug" algemeen succes gehad. Het toonde de waanzin van een oorlog aan in duidelijke beelden en eerlijke woorden. In „Stad zonder mede lijden" geeft Gregor op dezelfde indringende manier een schets van het Duitsland in de jaren '50. Een land, dat zich in snel treinvaart herstelt van de oor logsschade. Een land ook. dat in twee zones is gesneden en waar in nee westen de Amerikanen nu al3 bondgenoten zijn. In een Duits stadje hebben vier Amerikaanse soldaten een Duits meisje ver kracht en haar vriend murw ge slagen. De militairen worden voor een Amerikaanse krijgsraad gedaagd. Dan begint voor slacht offer en arrestanten een dagen lang moordend kruisverhoor. Het 16-jarige meisje kan deze kwel ling niet doorstaan en wordt uit geschakeld. Dit redt de schuldigen van de doodstraf; zij krijgen nu „slechts" levenslang. Inceressant is het ju ridisch steekspel, dat voor de militaire verdediger alleen tot doel heeft het meisje te laten be zwijken om het hoofd van de jon gens te sparen. Maar meer nog boeit de schrijver, wanneer hij de bewuste en onbewuste mo tieven van het menselijk hande len analyseert. „Stad zonder me delijden" is juist daardoor een boek geworden, dat de mens méc al zijn tekortkomingen, fouten en grenzen centraal stelt in een we reld. die in elk opzicht onvol- Weerzien met Algerije, door Jules Roy. Uitgave Het We reldvenster, Baarn. Dezer dagen is op de markt verschenen een boek in pocket- uitgave getiteld „Weerzien met Algerije". Het is op boeiende wij ze geschreven door de Fransman Jules Roy, een gewezen hoge of ficier van het Franse leger, die tijdens de tweede -wereldoorlog en daarna vele eervolle onder scheidingen op zijn naam heeft gebracht. De dood van zijn vriend, de be kende Franse schrijver Albert Camus, was voor Roy aanleiding, terug le keren naar zijn geboor tegrond in Algerije en zich in al le delen van deze Franse „pro vincie" te overtuigen van de wer kelijke situatie, van de wijze, waarop de Franse strijdkrachten de mohammedaanse bevolking „behandelt", de Europese bevol kingsgroep poogt de samenleving met deze groep gestalte te ge ven en de mohammedaanse na tionalisten tenslotte genoodzaakt worden, naar de wapens te grij pen om de onafhankelijkheid van hun geboortegrond te bevechten. Zaken waar Camus zich intensief Het boek van Roy, dat opge dragen Is aan Camus. is een do cument humain, een aangrijpend verslag van de belevenissen, die op deze Franse Algerijn een die pe indruk hebben gemaakt. Het is het verhaal van een man, die zich na alles wat in Algerije ge beurd is niet schaamt voor zijn vaderland, maar die oog heeft voor de enorme blunders, die het leger en de Europese bevolkings groep in de afgelopen jaren heb ben gemaakt. Fel is zijn kritiek op de manier, waarop worde ..afgerekend" met de mohamme danen. of zij nu actief aan het verzet hebben deelgenomen of Lucas de Heelmeester, door Taylor Caldwell, Geautoriseer de vertaling M. L. Ohl, titel tekening P. A. H. van der Harst. Uitgave Zuld-Holland- sche Uitgeversmij., Den Haag. werkt, duizend boeken over Lucas heeft gelezen en kennis heeft ge nomen van vele legenden op haar reizen. In het geheel heeft zij er vier versies van geschreven, het eerst toen zij twaalf jaren oud was. Het resultaat is dit omvang rijke werk, dat met zeer veel zorg is uitgegeven. De ontwikke lingsgang van Lucas wordt weer gegeven tot op het ogenblik, waar op hij in de Bijbel verschijnt. Wijz aanrakingen met de Bijbel. Lucas is zoals de schrijfster dit ziet, de zoon van een vrijgelate ne. geadopteerd door een Ro meins officier. Al vroeg toont hij groot talent te hebben voor de geneeskunde. Hij komt in aanra king met mysterieuze figuren, die in een tempel een kruis ver eren en de wijzen van het Oosten blijken te zijn. Door hen en zijn reizen in het Midden Oosten leert hij God kennen, maar is verbit terd tegen Hem. Spoedig ontwik kelt hij zich tot een beroemd ge neesheer met een kennis, die een modern arts niet zou ontsie ren. Ook chirurgisch is hij zeer ver gevorderd en bovendien ont vangt hij reeds voordat hij zich met God verzoent, de gave men sen door zijn aanraking van on geneeslijke ziekten te genezen. Pestlijders, die hem als een half god beschouwen, worden in een oogwenk beter. Vernielde ogen worden hersteld. Hij zelf snapt er niets van. Tevens is hij van on gelooflijke schoonheid, kracht en bovendien is hij een meester in judo. Het kan niet anders of hij zondere actualiteit heeft verkre gen. verdient het lezen van dit boek alle aanbeveling. Het geeft een verhelderend beeld van alle facetten van het Algerijnse vraag stuk en wijst tevens de weg. langs welke de Fransen ondanks alle fouten, uit het verleden nog iets goed voor Frankrijk en Algerije tot stand kunnen bren gen. Aan het eind van zijn boek schrijft Roy: „Indien ge er van avond niet van slaapt, bedenk dan. dat ik geen gelukkige nacht meer zal kennen, vooidat het het Veerse Gat zoals W. F. Meij er die heeft gezien, demonstreren 3at in de Atlas Van Stolk niet alleen het ver verleden is terug te vinden, maar ook onze eigen tijd wordt bijgehouden. Er zijn nog vele bijzonderheden van de tot 29 mei durende expo sitie te vertellen. Er moet ech ter voor de bezoeker nog iets te ontdekken over blijven. Een laat ste „tip": men lette op de inte ressante samenhang tussen de historie-prenten en de toegevoeg de penningen en munten uit het bezit van het Historisch Muse um van Rotterdam, waaronder er zijn die vrijwel dezelfde voorstel ling dragen. Zo een kunstig visuele „va derlandse geschiedenisles" die om te smullen ls vraagt naar onze smaak om verdere ex positie van het Atlasbezit, bij voorkeur per tijdvak en dan opgeluisterd door meerdere his torische voorwerpen die de prenten hebben gestoffeerd. De koning van vlees en bloed, door Moshe Shamir. Uit gave Forum Boekerij, Den Haag. De auteur van dit boek. een der eerste in het jonge Israël ge boren schrijvers, brengt hier een stuk geschiedenis van zijn volk tot leven dat in de Bijbel wordt overgeslagen. Hij voert ons terug naar de jaren 103-76 voor Chr., de tijd van dc laatste koningen. Het is de periode dat Alexander Janai, een op geweld beluste telg van het Hasmoneaanse geslacht, Judea regeert. Als koning en hogepriester, jong en begaafd, wil hij al het kwaad dat zijn wrede broeder Aristobulus, die hij opvolgde, in het land heeft aangericht, ongedaan maken. Hij wil het land van vreemde invloe den bevrijden; hij wil zelfs meer: zijn rijk sterk uitbreiden. De jonge vorst trekt dan ook spoedig na de aanvaarding van zijn koningschap weg uit het oude, schilderachtige Jeruzalem om met zijn legerscharen de vreemde bezetters te gaan be strijden. Aanvankelijk lijkt het succes onstuitbaar, maar tenslot te keren toch de kansen en vlucht Janai terug naar Jeruzalem. Zijn groeiende tirannie ook in eigen omgeving moet het tenslot te toch afleggen tegen een te sterk verzet. En uiteindelijk ont komt ook hij niet aan het lot, dat elke tiran is beschoren.... In meer dan 350 pagina's heeft Moshe Shamir dit verhaal neer geschreven. Het is, hoewel vaak boeiend, als geheel toch wat langdradig geworden. Dit gaat gelukkig voor een groot deel schuil achter zijn rijke vertel trant, die het oude Jeruzalem en zijn bewoners meesterlijk weet op te roepen. Moshe Shamir wordt algemeen als de meest belangrijke schrij ver van zijn generatie in Israël, beschouwd. En terecht, want hij toont dezelfde onstuimige schep pingskracht en dynamiek die zo kenmerkend zijn voor het jonge Israël. Behalve aan de literatuur, heeft hij zich ook aan de jour nalistiek gewijd. Verscheidene van zijn toneelwerken verwierven internationale bekendheid en een drietal werd zelfs bekroond met belangrijke literaire prijzen. contact met keizerin Julia. Hij slaat er zich dank zij al die kwa liteiten vrij goed doorheen en leenkomen te zoeken g| hij a" «c «eer uu ae eer- sic hand verneemt. Ook komt hij in aanraking met de Moe der des Heren. „Zij werd zonde loos ontvangen en geboren. Men had haar slechts aan te zien om dat te weten", zegt hij. De apos telen Johannes en Jacobus wor den wel als bijzonder stuntelige fi guren afgeschilderd. Wat de his torische juistheid van al dit gebo- dene betreft, wie zal het contro leren? Vrouwen aan de top, door Ca therine Gaskln. Uitgave De Fon tein Utrecht. Het is en blijft een feit: de echt- genote te zijn van een bekend, beroemd, geleerd of hoogstaande positie bekledende man is het ideaal van vele vrouwen. Meest- al ziet het leven van deze vrou wen, oppervlakkig bekeken, er aanlokkelijk uit: zij rijden vaak rond in dure auto's, dragen kle ren van bekende modehuizen en gaan teaen in chique restaurants. Dit is inderdaad vaak dat gene wat de „buitenwereld" van deze vrouwen ziet. Maar CatherU ne Gaskin beschrijft ons in „Vrouwen aan de top" de andere zijde van dit leven. In Burnham Falls, een klein Amerikaans stad je. vestigt zich een grote indus trie: AMTEC. Er verrijst een Amtec-fabriek, een Amtec-woon- wijk, er komt een nieuwe school, kortom het rustige plaatsje van weleer verandert in een bedrijvi- ge stad. De vrouwen die reeds woonach tig waren in Burnham Falls, in dit boek Harriet Dexter en Jean- nie Talbot, passen zich aan bij de veranderde oms»andigheden, hoe wel niet zonder „slag of stoot". Jeannie krijgt met tegenslag te kampen. Laura Peters echter, de vrouw van de directeur, verlangt terug naar Broadway, naar New York. Hier zien we welk een in vloed de vrouw achter de scher men. c.q. als directeursvrouw, kan betekenen. Sally Redmond heeft het werkelijk prima naar haar zin in de stad, alleen moet zij nog veel leren, o.a. dat tea- partijen bij de vrouwen van chefs van haar man e.d. wel degelijk bijgewoond moeten worden Kortom, de vier vrouwen krij gen ieder ruime aandacht in dit boek, dat zeer zeker waard is ge lezen te worden door een groot publiek. Gisteren en vandaag, essays door Hcnriëtte L. T. de Beau fort. Uitgave Tjeenk Willink, Haarlem. Henriëtte de Beaufort heeft naam gemaakt door haar werken over Rembrandt, Cornelia van Vollenhoven en Gijsbert Karei van Hogendorp. Thans heeft de zeventigjarige reeds eerder studies in boekvorm doen schijnen. In haar historische schetsen, welke van een diep gaande studie getuigen, kunnen we naar het meest bewonderen. Ook deze studies echter, o.a. Schweit zer en Henri Dunant betreffende, laten de lezer het' object volledig zien door de bril van de schrijf ster. Men wordt met de neus op haar conclusies gedrukt zonder ruimte te krijgen tot eigen oordeel of beschouwing. Met de beste wil ook kunnen stijl en woordkeus (waarbij germanismen niet ont breken) ons niet bekoren. Veiliger dan de bekende weg, door Mavis A. Winder. Uitgave N.V. Zomer Keunlng.W'age- nlngen. „Veiliger dan de bekende weg" van Mavis A. Winder, is het verhaal van de Amerikaanse zan geres Anne Lorimer, die ondanks haar succesvolle carrière een grote leegte in haar bestaan voelt. Na een zenuwinstorting maakt zii een reis door Nieuw Zeeland. Bij de ouders van een vriend wordt zij liefderijk in huis geno men en leert gelukkige huiselij ke omstandigheden kennen. Anne maakt kennis met de predikant van het kleine stadje, Miles Hil ton. Met zijn begrip voor een an der, zijn warme hartelijkheid en zijn geloof in God. weet hij An ne uiteindelijk te overtuigen van de essentiële waarde van het aardse bestaan: geloof en ver trouwen in God. Het boek is in een vlotte stijl geschreven. Jammer ls. dat het onderwerp en de entourage al zo vaak zijn bewerkt. dat clichés niet waren te vermijden. Niette min boeit het verhaal, doordat Anne niet de weg van de min ste weerstand kiest.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 21