Het begon op een zolderkamer... w w m a s J Hoe prinses Tirala een bruidegom koos PUZZEL VAN DE WEEN KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERH ZATERDAG 6 MEI 1961 VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JE K zag het gebeuren. Een kind stak plotseling de rijwég over. De automo bilist gooide zijn stuur om, maar raakte het kind toch nog zijdelings. Het kleine slachtoffer werd tegen het beton geslingerd. De wagen kwem in het struikgewas de afscheiding tussen de twee weghelften tot stilstand. Nietwaar? Aan dergelijke dingen zijn we gewend geraakt. Ze gebeuren zo vaak. Toch verzamelt zich altijd nog een menigte nieuwsgierigen op de plaats van het ongeluk. Het slachtoffer, vooral als het een kind is, mag rekenen op aller medeleven. De automobilist wordt lelijk aangekeken, ook al treft hem geen schuld. ZO ging het nu ook. Maar al gauw bleek, dat het kind het zonder dat medeleven wel kon stellen. Het mankeerde, afgezien van een kleine ontvelling, niets. Ik had nu zeker verwacht, dat de omstanders hun blijdschap over dit feit zouden uiten, door de chauffeur te prijzen voor zijn moedig gedrag. Dat gebeurde echter niet. Tot mijn verbazing hoorde ik hier en daar scheld woorden roepen. Ik zag ook, hoe iemand een vuist tegen hem opstak. Waarom? Wat had hij gedaan om nu nog kwaad op hem te zijn? Ik drong wat verder naar voren. En toen zag en begreep ikde auto droeg een Duits nummerbord. Naast mij werden opmerkingen gemaakt als deze: „Wat doet de vent hier?" ..Heeft hij in de oorlog nog niet genoeg gemoord?" ..Laat hij in zijn heimat de mensen on dersteboven rijden." Ik moet bekennen, dat ik even geneigd was deze woorden tot de mijne te maken. Wie mij gekend heeft in de jaren 1940-1945 zal dat kunnen begrijpen en billijken. Een Christen is ook maar een mens, nietwaar? Maar die neiging verdween, toen ik de man recht in het gezicht keek. Want op dat ogenblik was ik ineens weer terug in dat kleine zolderkamertje waar goede Neder landers mij. Christen-Jood, verborgen hiel den. Ik leidde daar het leven van een klui zenaar net als vele anderen met mij. En ik had als zij maar één wens: de dag van de bevrijding te mogen beleven. Enke le malen leek het er op, dat die wens niet in vervulling zou gaan. Er werden huiszoe kingen gedaan. De laatste keer, dat dit ge beurde. ging alles zo snel in zijn werk. dat ik geen tijd meer had me in de daarvoor i de soldaten klonken, kwam iemand de zoldertrap op. De deur van mijn verblijf werd open gerukt, een man liep raar binnen. Het was een officier. Een se conde keken we elkaar aan. Toen hoorde ik zijn stem: „Na. es ist gut. Sie sind nicht da. Ich hab' nichts gesehen." En weg was hij. De deur sloeg met Dat moet trouwens toch te controleren zijn." De agent knikte. „Ja, we zijn al met het onderzoek bezig." Ik merkte, dat men mij begon te ver denken van Duits-gezindheid. Mij, een Jood! En dat zestien jaar na de oorlog. Maar ik trok me er niets van aan. Ik was blij. dat ik eindelijk iets terug kon doen voor de man, die mijn leven gered had. Bovendien lag hier de kans een antwoord te krijgen op die ene grote vraag in mijn leven. Die kans zou ik niet voorbij laten gaan. Ik volgde de politieagent dus op de voet. Toen hij de Duitser ondervroeg, luisterde ik van enige afstand mee. Ik kwam de naam en het tijdelijke adres van de man aan de weet en ik nam me voor hem op te zoeken. Zou hij mij ook herkennen? Door JOS A.BRUSSE wenen de soldaten. De overvalwagen reed f steeds onbe- as toen mijn weg. En ik stond daar gastheer en gastvrouw het kamertje kwamen, begon ik te beseffen, wat er ge beurd was. Met ons drieën dankten we God de wonderbare redding. Maar onze TTN nu.... J~' Ik vergiste me niet. Hij wès het. Ik herkende hem, al droeg hij dan burgerkle ren. „Heeft iemand het ongeluk zien ge beuren?" vroeg een politieagent. Er werden antwoorden gegeven. „Hij reed veel te hard." hoorde ik zeg gen. Ik draaide me half om. „Dat is niet waar." zei ik. „Hij reed heel gewoon. Het kind heeft alleen schuld, of liever: de ouders van het kind. Ze moe ten beter op hun nageslacht letten. De au tomobilist heeft juist alles gedaan om een ongeluk te voorkomen en met succes. Correspondentie en oplossingen aan de heer H. J. J. Slavekoorde, Goudreinctstraat 125. Den Haag. Sam Loyd jan. 1841) i april 1911). Deze rubriek is niet de juiste plaats om een opstel over de prestaties van Loyd te leveren, en evenmin is hier een beschouwing Loyd op latere componisten heeft geoefend. Wij volstaan daarom hier met de aanteke ning. dat zijn veelomvattend en veelzijdig oeuvre is vastgelegd in een prachtig boek ..Sam Loyd und seine Schachaufgaben", dat bij ons weten helaas nog slechts antiquarisch verkrijgbaar is. Ter herinnering aan deze fameuze pro bleemcomponist plaatsen wij ditmaal vier zijner problemen, tamelijk willekeurig uit zijn werk gekozen. wm Wmi M p- i i PA#" Oplossingen Mat in dri* zetten. Hieronder volgen de oplossingen der op gaven. geplaatst in onze rubriek van zater dag 22 april, onder de titel „Herinnering aan Rubinstein". 2. Hans Herzei—Alois Herzei: Zwart had gedacht dat wit in geen geval kon spelen 1. Dxe3! fxe3: 2. Txf7 wegens 2. e2 en de zwarte pion kan niet tegengehouden worden. Wit speelde dit niettemin en ver volgde toen met 3. g6!. waarna zwart het opgaf. Ook 3. Txg6t helpt niet wegens 4. elD; 5. Tf8 mat! 3. RotlewiRubinstein: 22. Txc3!l 23. gxh4 Td2ü 24. Dxd2 Lxé4t 25. Dg2 Th3ü en wit gaf het op. Er volgt mat in ten hoogste drie zetten, nl. 26. Tf3 Lxf3 27. Ld4 L.vd4 en 28. Txh2 mat. 4. RubinsteinGrünfeld: 40. Lxe4ü Tdxe4: 41. Txe4 Txe4: 42. Txa6t Kh5; 43. f3! en al leen 43. Txh4t kan het dreigende mat verhinderen. Zwart gaf het daarom op. een Jood. U spaarde t waren dus ook nog „Ah!" Hij draaide zich het raam. Daar bleef hij staan, de han den in de zakken en staarde naar bui- „Ik herinner het me." „Waarom deed u dat voor mij?" Het bleef even stil. Ineens begon hij de kamer op en neer te loopen, zonder daar bij mijn richting uit te kijken. „Waarom? Om mijn geweten te sussen, denk ik. Om het geschreew in mijn oren tot zwijgen te brengen. U sprak van goede Duitsers. Die zijn er zeker. Ik zou ze u kunnen aanwijzen. Maar ik was géén goede Duitser. Eens was ik op een ander zolderkamertje, ongeveer gelijk aan het uwe. Daar zat ook een Jood. Weet u. wat ik toen gedaan heb? Ik heb geslagen en getrapt Ik moest wel. Nee. ik had moeten weigeren. Maar ik durfde niet, want ik was in gezelschap. Ik was bang voor mijn eigen leven en daarom nam ik dat van een ander. Ziet u, deze geschiedenis heb ik nooit kunnen vergeten. Sindsdien heb ik geprobeerd een herhaling te voorkomen Dat is de verklaring voor mijn zoge naamde goedheid!" PZAG DIE andere Jood voor me in mijn gedachten. Een volksgenoot.... En ik deed alle moeite de weer opduiken de haatgevoelens tegen alles wat Duits was te onderdrukken. „Ik heb geen rust meer gekend nadien." vervolgde de Duitser. „En ik heb nóg geen rust. Het Jodenbloed schreeuwt om „Er is maar één oplossing voor u", zei ik. „Door een Jood is er onrust in uw leven gekomen. Door een Jood moet de rust terugkeren." Waarom vertelde ik hem dit. Waarom vervloekte ik hem niet? „Ik begrijp, wat u bedoelt." Hij stond het „Ik heb dat middel TVTOG dezelfde avond bracht ik mijn plan 1ten uitvoer. Ik liet me bij hem aan dienen in zijn hotelkamer en hij ontving me koel-beleefd. „Bent u van de politie?" vroeg hij. „Nee," antwoordde ik. Direct werd zijn houding iets vriendelij ker. „Gelukkig. Ik was al bang. Ik houd niet van de politie „Het ongeluk was niet uw schuld," zei ik. „Ah.... u was er bij! U weet ervan." Zijn gezicht verstrakte opnieuw. „Dus toch van de politie!" „Nee, ik was toevallig getuige van het gebeurde. Ik hoorde bij de omstanders." „Ach zo! Ja, dat is me wat. Ben ik voor het eerst in Nederland en daar over komt me zoiets. Gelukkig heeft het kind geen ernstige verwondingen opgelopen. Je zou zo denken, de politie moest blij zijn met deze eenvoudige oplossing. Maar nee, de heren willen precies weten, hoe alles in elkaar zit. Terwijl ik vanmorgen de zaak al uitgelegd heb, komen ze me vanmiddag nog eens ondervragen. Hebben ze niets anders te doen?" Ik besloot het ongeluk het ongeluk te laten. Op de man af vroeg ik: „Weet u zeker, dat u vandaag voor het eerst in Nederland bent?" Hij schrok en gaf geen antwoord. Lang zaam liep hij naar de tafel, waar zijn siga retten lagen. Hij stak er een op, keek toen langs me heen naar de deur. „Wat bedoelt u met die vraag?" „Alles!" zei ik. „Ik wil weten, of het mogelijk is, dat ik u tijdens de oorlogs jaren ontmoet heb. Herkent u mij?" „Nee, ik herken u niet. U wilt mij toch geen verwijten gaan maken, hoop ik. De oorlog Is voorbij." Nu keek hij me strak aan. Net als toen. Ik vergiste me niet. Hij was het. „Nee, geen verwijten," zei ik. „Ik wil u bedanken. Herinnert u zich niet, dat we zeventien jaar geleden ook zo tegenover elkaar stonden op een zolderkamertje in helpen. Ik heb ook massa's geld gegeven ten bate van de nieuwe staat Israël. Maar het hielp me niet. Voor mij is er geen hulp." „Nee," zei ik, „dat alleen kan u niet redden." En plotseling begon ik er iets van te begrijpen, waarom ik de oorlog mocht, nee moest overleven. „Maar er is andere hulp voor u. Ik ken een Jood, die u de rust terug kan geven." „Wie dan?" Met een ruk keerde hij zich weer naar me toe. Het leek, of hij met zijn felle ogen het antwoord uit me wilde trek- Jezus," zei ik. „Zijn bloed schreeuwt niet om wraak. Zijn bloed schenkt verge ving." „Ook voor mij?" vroeg hij. „Ja, ook voor u. Dit zeg ik u als Jood en als Christen. Dit zeg ik u uit naam van mijn Landgenoot en mijn verlosser." Meteen liep ik de kamer uit. Ik haastte me de trap af, het hotel uit. Maar nog geen minuut later voelde ik een hand op mijn schouder. Hij was me achterna gekomen. „Wilt u voor me bidden?" vroeg hij. We stonden stil, midden op straat. Om ons heen was de gewone avonddrukte van de stad. De voorbijgangers keken naar ons. Maar niemand van hen zal vermoed hebben, welke grote dingen daar vlak „Ik u Jezus gevondi Voor de tweede maal verwijderde ik me. En ditmaal liet hij me gaan. We heb ben elkaar niet teruggezien sindsdien. En toch voel ik hem op de een of andere ma nier in mijn nabijheid. Dat komt, geloof ik. omdat Jezus voortdurend in onze na bijheid is. MURR, DE KATER EN ZIJN VRIENDEN 25. Wie steekt daar zijn hoofd boven de kuil uit? Inderdaad, dat is Murr de kater. Hij wordt zwaar bewaakt door de zeerovers en moet voor hen graven naar de schat, die ze zeoeken. „Vooruit Ben jamin, jij moet me bevrijden," fluistert hij. ,J)an moet ik eerst aan Egel vra gen, hoe we het zullen doen," antwoordt Benjamin Konijn en rent snel weg. „Egel, Egel, kom snel, ik heb Murr ge vonden en hij moet voor de rovers naar de schat graven." „De schat? Meneer hier, heeft juist gezegd, dat zijn over grootvader..." Benjamin laat hem niet uitspreken. 26. „Waarom doe je zo opgewonden, Benjamin?" vraagt Egel. „Jullie staan met de schatkist in je handen en de zee rovers kunnen elk ogenblik hier binnen komen." Benjamin blijft aandringen. De anderen lachen: „De schatkist? Daar zit alleen maar het wasgoed in, dat we juist aan de lijn zouden gaan hangen. We moeten Murr nog bevrijden. Dat doen we als we de was aan de lijn hebben." „Psst, daar komt de kapitein..." (Vervolg) Toen stond ze op, maakte het paard los en wandelde naast de koning terug naar het paleis. Het was al bijna avond. De zon zonk bloedrood ach ter de bomen van het park, het paleis straalde in het licht van duizenden kaar sen. In de tuin werden stoe len en tafeltjes klaargezet, want de dag zou worden besloten met een groot bal. De gasten kwamen al, de muzikanten zaten al op het podium. Prins Towi liep kauwend over het grasveld, prins Fico zat onder een boom te schaken met de eerste minister, prins Ro- mu liet aan een hofdame zijn medailles zien, die hij bij schaatswedstrijden had gewonnen. Tirala bracht haar paard naar de stal en stond opeens stil. Wat hoor de ze daar? Trompetge schalmaar het was nog te vroeg om met het bal te beginnen. Er kwam nog een gast! Een heel belangrijke gast! Ze rende naar de voor zijde van het paleis. Daar door Thea Beekman reed juist een grote, stof fige koets door de poort, met modder aan alle vier de wielen. Er sprong een jongeman uit, die er vrese lijk uitzag. Hij droeg hoge, bemodderde laarzen, een doorweekte, gescheurde mantel, zijn zwaard was ge broken en zijn verwarde haar hing over zijn voor hoofd. Toch was hij een echte prins. Hij boog diep voor de verbaasde koning van Zingland en voor prin ses Tirala. Vergeef mij, sire en liefste prinses, dat ik in zo'n vreselijke toestand en zo laat bij u kom. Maar op weg naar uw rijk overkwam mij iets Bent u met de koets in het water gereden? vroeg Tirala verschrikt. Prins Herold keek haar aan en schudde ernstig het Neen, lieve prinses. Maar in mijn land had het weken achtereen geregend. De rivieren waren gezwol len en de grote brug was door het water stukgeslagen en ingestort. Aan de oever van de rivier stonden tien tallen angstige mensen, die nu niet naar hun huizen en gezinnen aan de overzijde konden terugkeren, en die toch naar huis moesten, want die huizen werden door het nog altijd stijgen de water bedreigd. Ze wa ren wanhopig, die arme mensen, want geen en. kele veerman durfde het aan hen met een boot naar de overzijde te brengen. Het water in de rivier was zó woest en stroomde zo snel Toen ik daar aan kwam en ze mij herkenden, smeekten ze om hulp. Ik heb die mensen toen i de overkant geroeid. O, riep Tirala uit. U had wel kunnen verdrin ken, prins Herold. Ach, dat viel wel mee. Het was niet gemakkelijk om die zwaarbeladen boot door de stroomversnellingen te sturen, maar het lukte toch. Zodra de mensen vei lig de overzijde hadden be reikt keerde ik met de boot terug om mijn koets en dienden te halen, want ik had een geschenk voor u bij mij en dat wilde ik u graag geven. (wordt vervolgd) Kruiswoord-puzzel HORIZONTAAL: 1. band om vaatwerk, 5. kledingstuk. 10. vlakte maat, 12. vogel, 13. leeg, 15. jongensnaam, 17. rivier in Nederl., 18. paardenvlieg, 20. kruipend dier. 22. telwoord (Fr.), 23. afkorting van dona, 25. bekende afkorting. 26. lidwoord. 27. stad in Zweden met lucifersfabrieken, 31. uitroep, 32. spil van een wiel. 34. het ophouden met een beweging, 41. voorvoegsel. 42. voorzetsel, 43. lidwoord (Fr.). 44. voorzetsel, 45. soort v. kabeljauw, 47. stadje in België, 49 bij elkaar behorende voorwerpen, 51. voorvoegsel, 53. gem. in Drente. 55. eer, 58. vermoeid, 59, disselraam met twee armen voor één paard, 60. eertijds. VERTICAAAL: 1. dorp in Friesland. 2. vreemde munt, 3. zwemvogel, 4. voegwoord, 6. bijwoord, 7. opgegeven werk, 8. tijdrekening. 9. ge logen kwaad, 11. muzieknoot. 14 rijtuig op twee wielen (Ind.), 15. staat meestal boven drukwerk. 16. rund, 17. hemellichaam, 19. voor zetsel, 21. kan men op schrijven. 24. muzieknoot. 27. kledingstuk. 28. heks, 29. term bij het schaakspel. 30. zoon van Jacob, 33. schaaldier. 35. gem. in Gelderl.. 36. zijtak Donau, 37. muzieknoot. 38. meisjes naam, 39. ontkenning, 40. modder. 45. taaie aardsoort. 46. gebod, 47. luitenant <afk.), 48. stad in Italic. 50. baan voor balspel, 52. schei kundig element (afk.), 54. stok, 56. uitroep, 57. lidwoord. OPLOSSING VAN DE VORIGE PUZZEL HORIZONTAAL: 1. bizar, 6. ga zon. 11. kom, 12. aar, 14. fee, 16. An, 18. armee, 20. Po, 21. moeder, 22. letter. 23. eg. 24 km. 26. os. 27 n.d., 28. age, 30. Ilm, 32. ego, 34. al, 35. k.p., 37. it, 38. md, 40. made. 41, leven, 42. Amer, 43. nu, 44. dm, 45. kt. 47. en, 49. sar, 51. are. 53. een. 56. as. 58. s.L. 59. Ne. 61 Be. 12. kennel, 64. monter, 65. et, 66. al les. 69. N.T., 70. hen. 72. eed. 73. hel, 75. komma. 76. paria VERTICAAL: 2. ik, 3. zondag, i. AAL, 5. kamp, 7. af, 8. zestig, 9. o.e10. hamer. 12. ar, 13. re, 15. horde, 17. nog. 18. ark. 19. els. 20. pen. 25. mi. 26. om, 23. aldus. 29. E.K.. 31. lever. 32. et, 33. Om men. 34. aan. 36. olm. 37. ink, 39. den. 44. Dr. 46. te. 48. baken, 50. Arnhem. 51. al. 52. en. 54. een der, 55. verto, 57. set, 58. sla, 60. Ems. 61. ben, 63. klem. 67. Ie, 68, ed. 70. ho. 7L N.M.. 73. ha. 74. li. INZENDINGEN Inzendingen worden vóór don derdag a s. op ons bureau ver wacht. Oplossingen mogen uit sluitend op een briefkaart wor den geschreven. In de linker bovenhoek vermelden „Puzzel- oplossing" Er zijn drie prijzen een van 5.— en twee van 2.50. Dag nichten en neven Hebben jullie genoten van de feesten op Koninginnedag? Jammer dat het weer een klein beetje somber was. Het oranjezonnetje wilde maar niet erg doorkomen. Jullie hebben 's morgens allemaal fijn gezongen op de markt heb ik wel uit de brieven begrepen, 's Avonds de lampionoptocht, was wel het grootste feest! Hebben jullie ook nog poppekast gezien. Nou ik wel hoor! Het was wat leuk! Vergeten jullie niet je geboortedatum in de brief te schrjjven? Laura BUI. Lenie Lang zullen ze leven Marjan Bos, Clarie Breederland, Gerard Elkhulzcn, Marianne EUgenraam, Thea Hamoen, Jan de Korte, Hcnriette Pruim, Marian v. d. S'elt en Cobie Vllegenthart van harte gefeliciteerd met jullie verjaardag van de nichten en neven. gebracht. Heerlijk dat Heb jij genoten ln Apeldoorn, eaa, Rpnnir AI«P? Wat r.ra rlat tul. 6, naken! Hoe heet broer Grectje Aar- sen? Wat grappig dat bravinkjes een nestje bouwen •"-* stro. Heb jij geen zus- Bedankt voor je mooie Gewel dig dat Jij bij je broer op de scooter mag zitten. Heb jij ge noten op Koninginnedag? Har telijk welkom bij de nichten en neven Ali Baan. 'k Geloof best dat jullie wel eens vechten. Wel leuk zoveel broertjes en zusjes hoor! Héél veel plezier woensdag een briefje P. Been? Waaro schreef jij je voornaam nie Jij hebt mooie tekeningen g maakt Lenie Bergwerff. Hart lijk bedankt hoor! Uit je bri begrijp ik. dat jullie nu e< mooie winkel krijgen. No" of ik wel eens in jullie d Misschien zie je' Jos heeft er ook wel eens een ezoek gebracht. Hebben jullie 1 veel konijntjes in de duinen ezien? Ben jij lang aan oord geweest, Ina v. d. Boo- aart? Vindt je het leuk? Ga jij dHKees13 v°k *d Boogaart? Moet jij ook schipper 1 jij ook op de burgemeester vond is het groot feest Marianne Ey- genraam. Mogen jouw vriendin nen ook vandaag komen? Veel Diezier hoorl Van jou had ik meegedaan? Had jij ook je fiets bloemkool zelf geteeld? Jij niets te schrijven Geerlof? Is jouw k irkt zingen? Heb jij pappa al Bruijn. Fijn dat de kinJe: bezoek gebracht? Jij hebt de blaadjes weer meenemen, s wel goed je best gedaan op Heerlijk dat jullie zoveel lek- lool Garrie Boonstra. Was het kers hebben gewonnen. Ben jij hoor! Heeft jouw neefje ee je voor de schildpad ger Wat krijgt hij allemaal te ïeke de Bruijn? Stond alles ik deze keer ;p,*?- Heb jij ger David Bouw. Krijg wacht. Wat heerlijk dat jul lie de wedstrijd gewonnen heb ben Riek Binnendijk. Ben jij Hebben jullie dinsdag erg verwend? Was er oij jui lie in het dorp geen lampion optocht, Hans Binnendijk? Wel ke prijs heb jij gewonnen? Hac op de padvinderij begrijp ik wel uit jouw brief, Arie Boelhouwer. Het is een mooi verhaal wat jij tante Jos schreef hoor! Mocht jij die zaterdagmorgen ook naar de plechtigheid? Schrijf je eens gauw of Je gids geworden bent? Wat ben jij een boffert Lenie We hebben dit maal weer een gezellige kruis woordpuzzel. Om de vakjes zien jullie voorwer pen met pijltjes naar rechts of naar beneden aangegeven. Staat het pijltje naar rechts dan moeten jullie de voorwerpen naar rechts invullen, staat het naar beneden dan gaan we natuurlijk van boven naar be neden invullen. Erg gemakkelijk vinden jullie niet? De oplos sing moeten jul- )oor dinsdag iet inzenden. dag? Mochten jullie in die trein tjes zitten? Knap hoor dat jouw broer zelf een telefoon heeft ge maakt. Jouw vriend is maar een boffert hoor! Hebben jullie woens- feest gehad? Fijn i jou brief. Lea Bm n moet Jij weten Heuvel, jullie lieten ook al ver- JuJIie hebben gis- u-, '—t gehad. Ria pret gehad? Waai Clari t Lenie al zoveel? Heer jullie met z'n drieën te in bad mochten. Zou jij zusjes willen hébben? M srgen papa's stoel nog v - jou is het ma st. Clari! Mogei j komen. Héél veel babietje gekrege oertjes en zusjes heb jij? welke prijZL.. reikt Ina Buitelaar? Wist jij an ders niet te schrijven? Wat enig dat er bij jullie zo'n klein geitje is geboren, Lanr'a Bijl. Kan ze al goed springen? Jij hebt dus wel een mooi huisje voor haar gemaakt. Hoe komt het dat de poesjes boven in het hooi liggen? Heb je ze nu alle maal gezien? Wat erg dat die stoute hond Jouw jurk heeft ge scheurd. Was mamma erg boos? Heb jij al uitslag van je ver- gekregen, Lenie 'as het moeilijk? Is eer beter? Heb jij kregen. Rla de Heijer. Het is li Corry HeiJI. Wat Had jij gee gaan? Wanr terug? - Krijg 1k laken Jannle Hofstee. Heb kan jij al op de bic len? Krijg jij van de school, les? Groeien d geitjes hard?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 20